MON01 PAG 01 COVER
30-01-2007
14:38
Pagina 2
MONITOR Jaargang 36 • nr. 1 • feb/mrt 2007
Eigen cellen tegen
asbestkanker Geheim veroudering ontsluierd
André du Pon (94) tijdens zijn fitnessles
Focus: veelvoorkomende seniorenkwalen
DEN OUDEN MENSCH
Document1
31-01-2007
15:34
Pagina 2
INHOUD FOCUS
Beeld: Levien Willemse; Gemeentearchief Rotterdam
INHOUD ALGEMEEN
10
Hoofdpijn & hormonen Werking vrouwelijke hormonen onderzocht
11 Gevaar: ‘standaard’ Extra aandacht nodig voor allochtonen
Eigen cellen tegen asbestkanker
4 6 Geheim veroudering ontsluierd Nieuw proefdier: zebravisje 9 Injecties activeren afweerreactie
12 Maatwerk na beroerte Analyse looppatroon eerste stap
De kunst van DNA-reparatie
In toekomst minder muizen nodig
bloeddruk 13 ‘Buitenlandse’
Drukverschillen tussen Afrika en Europa
14 Stethoscoop
Ruis en wijsheid uit de zorg
2
feb/mrt 2007
MONITOR
Document1
31-01-2007
15:35
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH Jaargang 36 • nr. 1 • feb/mrt 2007
Opoe Herfst ‘Zo oud als opoe Herfst’ is jarenlang in Rotterdam een uitdrukking geweest. Die verwees naar mevrouw Herfst van de Lage Honingerdijk in Kralingen. Zij bereikte eind jaren veertig een leeftijd van 106 jaar en was daarmee de oudste bewoner van Nederland. Opoe Herfst werd omschreven als ‘tenger’ en ‘bijzonder vief’, ze rookte, ging naar de bioscoop en ‘deed zoveel mogelijk aan het gewone leven mee’. Opoe Herfst heette tot haar huwelijk mejuffrouw Braams. Ze kwam uit Amsterdam en ontmoette meneer Herfst, die bestuurder was op de paardentram in Rotterdam. Op 18-jarige leeftijd verhuisde zij naar de havenstad. Ze bleef daar bijna zestig jaar lang getrouwd. Het echtpaar Herfst kreeg zestien kinderen.
Mevr. P.E. Herfst-Braams (in het midden), beter bekend als ‘opoe Herfst’, geflankeerd door twee van haar dochters, die inmiddels ook niet meer de jongsten zijn, rond 1946
INHOUD FOCUS
15 18 20
Hoezo ‘bejaard’? 94-jarige wekelijks naar fitness
Ouderdom komt met (ge)breken Onderzoek naar botaanmaak en –afbraak
Den stercken Mensch Wetenswaardigheden over lang gezond blijven
22
Verstandig diëten tegen diabetes
26
Schedel niet langer ‘black box’
OOK BOEIEND...
Op zoek naar voortekenen van dementie of herseninfarct
28
Vervaagde wereld, veranderde relatie
30 Rubriek ‘Reageerbuis’ Hoogleraar besliskunde prof. Ewout Steyerberg
Elk aardappeltje afwegen is niet nodig
Dementie Reinder ingrijpend voor ‘zijn’ Nel
31 Agenda Erasmus MC Promoties, congressen, symposia
Opoe Herfst ging tot op hoge leeftijd naar concerten van de RET-Harmonie (Rotterdamse Elektrische Tram; de werkgever van haar man). Tot ze 101 werd, speelde deze een serenade op de Libanonweg. Daar was ze inmiddels op haar 95-ste bij haar dochter ingetrokken. Trambestuurders stopten speciaal voor haar op de hoek van de Oudedijk-Vlietlaan. Vanaf het jaar dat opoe Herfst 100 jaar werd, kwam ze in de krant, elke verjaardag opnieuw. Toen ze tijdens de Tweede Wereldoorlog 101 werd, kwam NSB-burgemeester Müller haar thuis gelukwensen. Hij zou gevraagd hebben waarmee hij haar die feestelijke dag kon plezieren. Opoe heeft naar het schijnt geantwoord dat ze zo graag nog eens koningin Wilhelmina en prinses Juliana zou zien… Dat was in ’42. Twee jaar later heerste in Rotterdam de hongerwinter. Op haar verjaardag kreeg de woning van haar dochter voor één avond elektriciteit. Weer twee jaar later, haalde ze opnieuw de krant: 105 jaar. Het Vrije Volk schreef: “De hele buurt, die vlaggen uitgestoken had, kwam feliciteren.” Burgemeester Oud bezocht haar ook. Het Amerikaanse Rode Kruis deed opoe Herfst een ‘doos sigaretten’ cadeau. De jarige wist dat te waarderen ‘want in minder dan geen tijd hing er een dichte blauwe rook in de kamers,’ zo staat te lezen in de historische serie ‘Rotterdam van dag tot dag’, van Waanders Uitgevers, de bron van dit artikel. Honderd jaar worden is nog steeds bijzonder, maar niet meer uniek. Afgelopen december werd de heer Leendert van der Giessen uit Rotterdam 107. En, baas boven baas, de heer jan Pieter Bos uit Papendrecht is 111 geworden. De oudste en tevens bekendste Nederlandse senior is mevrouw Hendrikje van Andel, die 115 is geworden. Maar opoe Herfst blijft een verhaal apart: haar kleding is geschonken aan historisch museum Het Schielandhuis te Rotterdam en er is een boek naar haar vernoemd: ‘De terugkeer van Opoe Herfst. Over de woordenschat van Rotterdam.’ Aan deze Monitor hebben twee ‘jonkies’ meegewerkt: mevrouw Ruys (90) en meneer De Pon (94). Beiden doen aan sport: mevrouw Ruys gaat wekelijks naar de gymnastiek, meneer Du Pon bezoekt trouw de sportschool, om te fitnessen. Zie vanaf pagina 15. Joop van de Leemput
[email protected]
De volgende Monitor verschijnt begin april MONITOR
feb/mrt 2007
3
MON01 PAG 04-05
31-01-2007
10:00
Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Eigen cellen tegen asbest kan
Witte bloedcellen worden in een stofvrije omgeving gekweekt en groeien uit tot dendritische cellen
Als de diagnose ‘asbestkanker’ wordt gesteld, zijn de vooruitzichten ronduit slecht: maar één op de zeven mensen is een jaar later nog in leven. Tot op heden is er geen genezing mogelijk. Wél is een nieuwe behandeling ontwikkeld om de afweerreactie tegen asbestkanker te stimuleren. De eerste resultaten zijn hoopgevend.
O
nderzoek naar asbestkanker in Erasmus MC is gericht op betere diagnostiek en op nieuwe behandelmethoden. “Dat is hard nodig,” stelt dr. Joost Hegmans, “want asbestkanker is tot nu toe niet te genezen.” Dr. Hegmans is werkzaam op het laboratorium van de afdeling Longziekten. “We doen hier niet alleen onderzoek naar asbestkanker, maar ook naar andere longziekten, zoals astma en sarcoïdose, dat is een ziekte met lokale ontstekingen in de longen. Het onderzoek naar longkanker in Erasmus MC wordt gesteund door de Stichting Asbestkanker en de Mesothelioma Applied Research Foundation (MARF).”
Nieuwe methode
Op dit moment worden mensen met 4
feb/mrt 2007
MONITOR
asbestkanker behandeld met chemotherapie, al dan niet in combinatie met het operatief verwijderen van het kankerweefsel. De operatie, waarbij het longvlies en een deel van de longen worden verwijderd, is bijzonder zwaar. Ook chemotherapie heeft veel bijwerkingen, waaronder misselijkheid. Bovendien zijn deze behandelingen niet erg succesvol: de overlevingsduur van de patiënt wordt gemiddeld slechts met enkele maanden verlengd. Asbestkanker is op één of andere manier in staat om de afweer van het lichaam tegen de ‘vreemde’ tumorcellen te verminderen, waardoor de kanker ongestoord kan doorgroeien. De nieuwe methode probeert deze afweerreactie weer te activeren, legt dr. Hegmans uit. Dat gebeurt door speciale cellen uit het bloed van de patiënt te halen en deze cellen in het laborato-
MON01 PAG 04-05
31-01-2007
10:01
Pagina 3
ASBESTKANKER LONGZIEKTEN
est kanker rium te activeren. Vervolgens worden deze geactiveerde cellen weer bij de patiënt ingespoten om in de lymfeklieren andere cellen aan te zetten om de kankercellen aan te vallen. De nog experimentele methode probeert als het ware de remmende werking van de kanker te omzeilen door de afweercellen buiten het lichaam van de patiënt weer actief te maken. Celkweek
Het kweken van de dendritische cellen is eerst vijf keer in UMC St Radboud in Nijmegen uitgevoerd, op de afdeling van prof. C. Figdor. Met de ervaring die de onderzoekers daarbij opdeden, kan nu de procedure in Rotterdam worden uitgevoerd. “Uit het bloed van de patiënt wordt een bepaald soort witte bloedcellen, de monocyten, verzameld”, vertelt dr. Hegmans over de behandelingsprocedure. “Deze worden in een stofvrije omgeving met groeifactoren gekweekt, waardoor ze binnen tien dagen uitgroeien tot gespecialiseerde, dendritische cellen.” Vervolgens worden deze dendritische cellen behandeld met een extract van de kankercellen van dezelfde patiënt. De dendritische cellen herkennen het extract van de tumorcellen als ‘lichaamsvreemd’, als iets wat normaal niet in het lichaam van de patiënt voorkomt. Ze worden als het ware door het contact met de kankercellen geactiveerd. Na deze kweekperiode worden de dendritische cellen ingevroren. De patiënt krijgt vervolgens een chemokuur om de asbestkanker wat
Financiële vergoeding van de overheid De Nederlandse overheid heeft voor patiënten met asbestkanker een financiële tegemoetkoming in het leven geroepen. Als is komen vast te staan dat de patiënt kanker heeft als gevolg van asbest, wordt in eerste instantie 16.000 euro uitgekeerd. In een later stadium wordt dat bedrag aangevuld tot 50.000 euro. De overheid zal proberen om dit geld te verhalen op de asbestverwerkende bedrijven, maar dat zal geen eenvoudige zaak zijn: het valt niet mee om te bewijzen wie verantwoordelijk is voor het ontstaan van asbestkanker bij een bepaalde patiënt. Vooral in de Verenigde Staten lopen er langdurige en zeer kostbare rechtszaken tegen de asbestindustrie. Die processen zijn zo lucratief dat de advocatenkantoren 50 dollar betalen aan internetzoekmachines als Google wanneer iemand op de ‘link’ naar hun kantoor klikt. De advocaten gaan er vanuit dat ze in ieder geval een klein deel van de bezoekers van hun website als klant kunnen werven, waardoor er zoveel geld aan claims binnenkomt dat ze die 50 euro per klik ruimschoots terugverdienen.
zwakker te maken. Na enkele weken worden de dendritische cellen uit de vriezer gehaald en bij de patiënt ingespoten. Het injecteren van de cellen wordt nog een aantal keren herhaald. Dr. Hegmans: “De geactiveerde dendritische cellen zullen via de bloedbaan naar de lymfeklieren gaan en daar andere cellen van het immuunsysteem, de cytotoxische T-cellen, activeren. Deze T-cellen kunnen de tumor vervolgens vernietigen.” Veiligheid
Echt nieuw is de methode niet. De aanpak waarbij de eigen dendritische cellen van de patiënt worden ingezet bij het bestrijden van de kanker, werd al eerder toegepast bij huidtumoren. Het gebruik van deze methode bij asbestkanker is wél nieuw. Dat is ook de reden dat de onderzoekers van Erasmus MC verplicht zijn om de veiligheid van de methode bij deze groep patiënten te onderzoeken. In deze studie wordt een kleine groep patiënten met de experimentele methode behandeld en wordt er zorgvuldig geregistreerd of er bijwerkingen optreden. Pas als de behandeling vei-
lig wordt bevonden, mag de studie worden uitgebreid en wordt er gekeken hoe succesvol de methode is ten opzichte van andere methoden, zoals opereren of chemotherapie. Positief
Hoewel de methode pas bij een klein aantal patiënten is uitgevoerd, stemmen de resultaten hoopvol. De bijwerkingen van de methode bleven beperkt tot een paar milde klachten: lichte verhoging van de lichaamstemperatuur en een rode, licht gezwollen huid op de plek waar de dendritische cellen werden ingespoten. De methode lijkt dus niet gevaarlijk en heeft geen ernstige bijwerkingen. Zeker zo belangrijk is dat één patiënt één jaar nadat de diagnose ‘asbestkanker’ werd gesteld nog steeds klachtenvrij is. Dr. Hegmans waarschuwt voor al te hoge verwachtingen: “Het is een eerste resultaat. Het aantal patiënten is nog véél te beperkt om te kunnen zeggen of deze methode succesvol zal zijn, maar het resultaat geeft wel aanleiding om in deze richting verder onderzoek te doen.” ■
Sluimerend gevaar • Asbest
is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen. Het wordt dus gewonnen uit delfstoffen. Rusland, Zuid-Afrika en Canada zijn de grootste leveranciers. Het materiaal wordt al sinds de oudheid gebruikt en nog steeds wordt wereldwijd ruim 2 miljoen ton asbest per jaar verwerkt.
• Asbest is isolerend, brandveilig, sterk, slijtvast en ook nog goedkoop. Vanwege die eigenschappen is het uitermate geschikt voor de verwerking in dakbedekking (de beruchte asbest golfplaten), warmhoudplaatjes, rioolbuizen, isolatiemateriaal, remschijven en vloerbedekking.
• Dat asbest een gevaar voor de gezondheid oplevert is al sinds de jaren zestig bekend, maar het duurde in Nederland nog tot 1993 voordat de toepassing van asbest officieel verboden werd. Ondanks dat is het gevaar nog niet geweken: in Nederland bevindt zich nog naar schatting 5 miljoen ton asbest, vooral in schepen, wegen, gebouwen, machines en remblokken van oude auto’s en liften.
• Dat asbest een groot risico kan vormen, bleek bij de aanslag van 11 september 2001 op het World Trade Center in New York. De Twin Towers bevatten minstens 400 ton asbest, dat door de ineenstorting van de gebouwen in een enorme stofwolk over de stad werd verspreid. Zeer zorgwekkend is dat in de periode na de aanslag door vrijwel niemand beschermende kleding werd gedragen.
• Wanneer asbest onberoerd wordt gelaten, is er niets aan de hand, maar wanneer het beschadigt (door zagen, breken, schuren, etc.) ontstaan er minuscule vezeltjes die in de lucht gaan zweven. Deze vezels kunnen bij inademing diep in de longen doordringen en zich daar nestelen.
• Na vele jaren, soms wel tot veertig jaar, kunnen de vezels aanleiding geven tot het ontstaan van kanker (mesothelioom) in de longvliezen en soms ook in het buikvlies of het hartzakje.
• Door de kanker wordt de ruimte tussen longvliezen gevuld met een grote hoeveelheid vocht, waardoor de patiënt het benauwd krijgt. De benauwdheidsklachten zijn vaak de reden om naar de huisarts te gaan.
• In Nederland worden jaarlijks zo’n vijfhon-
De speciaal gekweekte dendritische cellen worden bij de patiënt ingespoten
derd nieuwe gevallen van asbestkanker geconstateerd. Dit aantal zal nog zeker tot 2020 toenemen. Er zullen in Nederland naar verwachting 13.000 mensen overlijden aan asbestkanker.
MONITOR
feb/mrt 2007
5
MON01 PAG 06-07-08
30-01-2007
Tekst: Joop van de Leemput
6
feb/mrt 2007
MONITOR
14:49
Pagina 2
Beeld: Helen van Vliet
MON01 PAG 06-07-08
30-01-2007
14:50
Pagina 3
VEROUDERING MOLECULAIRE GENETICA
GEHEIM VEROUDERING ONTSLUIERD In Erasmus MC heeft de vakgroep van moleculair geneticus prof. Jan Hoeijmakers het geheim van versnelde en normale veroudering blootgelegd. De kern: het draait allemaal om ons vermogen DNA-beschadiging te repareren. en internationale onderzoeksgroep onder leiding van prof. Hoeijmakers en het daaraan gekoppelde bedrijf DNage hebben ‘het geheim van veroudering’ een stap verder ontsluierd. De wetenschappers toonden afgelopen december op celniveau aan dat snelle veroudering te wijten is aan een slecht herstel van DNA-schade. En omgekeerd: lang jong blijven, ofwel trage veroudering, is te danken aan een uitstekend vermogen tot DNA-reparatie en het efficiënt afstemmen van het metabolisme (stofwisseling). De opzienbarende ontdekking is gepubliceerd in drie artikelen in het wetenschappelijke vakblad Nature en in Public Library of Science (PLoS) Biology en PLoS Genetics.
E
Ademhalen blijkt link
Rotterdammer van 107 jaar
Wie geluk heeft, is goed in DNA-reparatie en kan daardoor stokoud worden. Wie pech heeft niet en kan daardoor óf al op jonge leeftijd kanker krijgen óf snel verouderen. De Rotterdammer die afgelopen december zijn 107e verjaardag vierde, Johannes Leendert van der Giessen, beschikt vrijwel zeker over een goede DNA-reparatie. Zijn vader is 97 jaar geworden en had dit vermogen vermoedelijk ook. De Rotterdammer is weliswaar niet onderzocht in Erasmus MC, maar op basis van zijn uitzonderlijk hoge leeftijd kan het haast niet anders dan dat hij uitstekende mechanismen tot reparatie bezit en tevens een metabolisme dat weinig schade veroorzaakt. Kinderen
Het andere uiterste komt helaas ook voor, al is het zeldzaam. Sommige kinderen verouderen in recordtempo. Zij hebben een aangeboren ziekte, bijvoorbeeld het syndroom van Cockayne of TTD (trichothiodystrofie) of een MONITOR
▲
Dat ons DNA beschadigd raakt, is normaal; het gebeurt iedere dag bij iedereen. Schade ontstaat vooral door zonlicht, roken, luchtvervuiling, röntgenstraling en… ademhalen. Wat als grap oplevert: van ademhalen ga je dood, van niet-ademhalen ook. Beide is juist, zeggen wetenschappers. Per dag ademt de mens gemiddeld 10.000 liter lucht in en uit. Zo wordt het lichaam voorzien van levensbehoefte nummer één: zuurstof. Bij ademen ten behoeve van het verbranden van voedsel (omzetting in energie door ons metabolisme) ontstaan onvermijdelijk schadelijke bijproducten: vrije radicalen. Deze stoffen
beschadigen allerlei onderdelen van de cel, waaronder het DNA. Dat zit in de kern van onze cellen en stuurt alle processen aan. Bijna alles in ons lichaam kan opnieuw worden aangemaakt, behalve DNA. Als dat beschadigd is, moet het worden gerepareerd. Daarvoor bestaan diverse herstelsystemen, elk met hun eigen ‘specialisme’, die ook weer door het DNA gecodeerd zijn.
feb/mrt 2007
7
MON01 PAG 06-07-08
30-01-2007
14:50
Pagina 4
VEROUDERING MOLECULAIRE GENETICA WEINIG ETEN = LANGER LEVEN Dankzij chronisch te weinig eten, word je veel ouder. Prof. Hoeijmakers: “Uit proeven met knaagdieren is in de jaren dertig gebleken dat die wel 30% ouder werden als ze zo’n 40% minder te eten kregen. We weten nu, mede dankzij het Rotterdamse onderzoek, hoe dit komt: hun lichaam past zich aan door efficiënter met energie om te gaan. Bij de verbranding van het voedsel ontstaan minder zogeheten vrije radicalen, die het DNA beschadigen. Bij schaars eten krijgt onderhoud van het lichaam voorrang. De nadruk komt dan te liggen op bescherming van DNA. Dit gaat ten koste van de groei, maar je leeft wel veel en veel langer.” Vaak word niet vermeld dat je al vanaf de kinderleeftijd moet hongeren. “Je kunt er ook later mee beginnen en ook dan heeft calorische reductie effect, zij het wat minder. Maar of het prettig is om elke dag honger te lijden is een tweede.”
8
feb/mrt 2007
MONITOR
verouderingsziekte die XFE-syndroom is genoemd, naar het defecte reparatie-eiwitcomplex: XPF-ERCC1. Hierdoor krijgen ze op jonge leeftijd broze botten, breekbaar haar, hoge bloeddruk, slecht gehoor, moeite met lopen, enzovoort. Ook mentaal gaan ze snel achteruit. Dit alles is te wijten aan slecht of niet-werkende reparatiegenen. Nauwkeuriger gezegd: hun NER (Nucleotide Excisie Reparatie) is kapot. Dr. Wim Kleijer van de afdeling Klinische Genetica van Erasmus MC heeft bijvoorbeeld lichaamscellen uit Duitsland ontvangen van een Afghaanse jongen die op 16jarige leeftijd aan ouderdom is gestorven. In zijn cellen is een ernstig defect ontdekt dat bij twéé DNA-reparatieprocessen betrokken is. Ook heeft Erasmus MC vorig jaar cellen ontvangen van een Italiaanse baby die aan ‘ouderdom’ is overleden. De onderzoeksresultaten hiervan moeten nog in de wetenschappelijke literatuur worden gepubliceerd. Stokoude babymuisjes
Muizen zijn voor onderzoek naar veroudering ideaal. Je kunt bij muizen gemakkelijk een bepaald gen uit zetten. Als er dan iets verandert, weet de onderzoeker zeker: dat komt door dat ene gen. Voor de rest zijn de dieren immers genetisch identiek. Ook hun leefomgeving is hetzelfde. Om veroudering te kunnen bestuderen, zijn in Rotterdam onder meer muizen gemuteerd die al in drie weken overlijden, in plaats van de gebruikelijke tweeënhalf jaar. Deze muizen hebben defecten in twee DNA-reparatieprocessen. Ze kunnen hun DNA-schade niet opruimen. Door dit genetisch defect verouderen ze razendsnel. Gasvlam in waakstand
Elders in de wereld bestuderen onderzoekers muizen die maar liefst vier jaar oud worden. Deze diertjes stoppen relatief veel energie in onderhoud van hun lichaam, niet in de groei. Hun gasvlam staat als het
Een gen voor ouderdom… • Bestaat er een gen waarin onze haalbare leeftijd zit geprogrammeerd, een ‘ouderdomsgen’? Prof. Jan Hoeijmakers: “Nee, ik denk niet dat er zo’n gen is, of een setje van zulke genen. Er bestaat wel een soort delingsteller. Die beschermt tegen het ongeremd delen van cellen en dus ook tegen kanker, maar dat is wat anders. Er bestaan honderden genen die sámen bepalen of je gezond blijft en oud wordt.”
Hoeveel de mens mag weten... • Is de kennis die u vergaart over het afremmen van ouderdom wel bestemd voor de mens? ”De mens is geboren met hersenen en gezond verstand en moet die naar mijn idee ook gebruiken. Alle kennis is ten goede en ten kwade te gebruiken. Als blijkt dat we de vergaarde kennis kunnen toepassen om langer te leven en vooral langer gezond te blijven, moeten we die kans niet laten liggen. Dementie bijvoorbeeld betekent een enorm verlies aan kwaliteit van leven. En als je moeder, je zus of je vrouw is gestorven aan borstkanker, dan ben je als onderzoeker héél gemotiveerd om kennis daartegen te ontwikkelen. Mijn vader is overleden aan diabetes. Misschien weten we over een paar jaar zoveel dat zoiets niet meer hoeft te gebeuren. Nee, ik denk niet dat er kennis bestaat die niet aan de mens is voorbehouden.”
Kritiek op gebruik muizen... • Uw onderzoeksgroep gebruikt genetisch gewijzigde muizen. Daar is wel eens kritiek op. “Er bestaat in Nederland een uitgebreide wetgeving waaraan wetenschappers moeten voldoen om te mogen werken met deze muizen. En natuurlijk gaan we met onze muizen op een weloverwogen, respectvolle manier om. Een loslopende poes mag meer dan een onderzoeker: die mag gewoon muizen vangen. En bij de Ongediertebestrijding werken ze niet met ‘welzijnsdagboeken’, zoals wij bij Erasmus MC.” “Ik vind dat je muizen mag gebruiken voor onderzoek naar ziekten die ernstig afbreuk doen aan de kwaliteit van ons leven, en aan menselijk welzijn en geluk, zoals dementie, hartkwalen of kanker.”
ware meer in de waakstand. Ze blijven klein, maar worden zo oud als Methusalem, omgerekend in mensenjaren 120. Een aantal van deze onderzoekers beschouwden de ‘bejaarde babymuizen’ van Erasmus MC als irrelevant om het proces van normale veroudering te begrijpen: je kunt immers een splinternieuwe auto in de prak rijden, maar daarmee is die nog niet aan zijn einde gekomen door veroudering. Er is in een wetenschappelijk vakblad zelfs een spotgedicht over de Rotterdamse muizen gepubliceerd, door een ‘concurrent’ van prof. Hoeijmakers. Bewijs is geleverd
Onderzoeker George Garinis van Erasmus MC heeft vanwege deze twijfels gedetailleerd bestudeerd welke van de 25.000 muizengenen bij snelle, normale en bij langzame veroudering hun activiteit veranderen. Daarbij bleek dat er een indrukwekkende gelijkenis was tussen al deze vormen van veroudering. Dit toont volgens hem ondubbelzinnig de waarde van de snelverouderende Rotterdamse muizen aan. Ook deze bevinding is inmiddels gepubliceerd in Nature. Bovendien ontdekten onderzoekers Marieke van de Ven en Jay Mitchell dat ook de jonge Rotterdamse muisjes probeerden te doen wat de langlevende muizen doen: hun metabolisme op een laag pitje zetten en zoveel mogelijke energie steken in reparatie en onderhoud om nog zo lang mogelijk te kunnen leven. Helaas, net als bij vergelijkbare patiënten helpt dat niet. De muisjes hebben immers een defect in
DNA-reparatie. Deze bevinding is gepubliceerd in PLoS Genetics. Enkel orgaan veroudert
Inmiddels is onderzoeker dr. Ingrid van der Pluijm zo ver gevorderd dat ze in een muis één orgaan versneld kan laten verouderen. De muis blijft voor de rest gezond, alleen de botten, de lever of de hersenen verouderen in recordtijd. Deze sensationele mogelijkheid kan van groot belang worden bij patiëntenonderzoek. Haar vakgroep heeft dan ook contacten gelegd met afdelingen binnen Erasmus MC die gespecialiseerd zijn in aandoeningen aan deze organen. Door samen te werken, willen de onderzoekers en artsen hun kennis over bijvoorbeeld dementie, hartkwalen en botontkalking bij mensen uitbreiden. ■
Het begon met XP, de ‘zonziekte’ De grondlegger van verouderingsonderzoek in Erasmus MC is prof. Dick Bootsma. Hij concentreerde zich in de jaren zeventig op kinderen met de ‘zonziekte’ XP (xeroderma pigmentosum). Zij zijn overgevoelig voor de ultraviolette straling en krijgen daardoor direct huidkanker. Deze kinderen beschermen zich tegen licht met maanpakken en door uit daglicht weg te blijven. Zij missen het vermogen om DNA-schade te repareren, in dit geval schade specifiek veroorzaakt door UV-straling.
MON01 PAG 09
30-01-2007
14:58
Pagina 3
PROEFDIER Tekst: Kees Vermeer
Beeld: Levien Willemse
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Nieuw proefdier: zebravisje Danio rerio is zijn officiële naam. Maar het beestje is beter bekend als zebravis, gestreept en ter grootte van een guppy. Het diertje blijkt zich uitstekend te lenen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek. Maak kennis met de ‘labmuis’ van de toekomst.
D
at de zebravis aan een opmars bezig is in wetenschappelijke laboratoria, bleek wel in december 2005. Toen stond het visje op de cover van het wetenschappelijke tijdschrift Science. En niet zonder reden: Amerikaanse erfelijkheidsdeskundigen ontdekten bij de zebravis het gen dat een grote rol speelt bij het bepalen van de huidskleur. Die ontdekking, zeggen de onderzoekers, kan helpen bij het begrijpen van de genetische achtergrond van menselijke eigenschappen en van complexe ziekten als kanker, diabetes en harten vaatziekten. Snelle kweek
In veel onderzoekslaboratoria zwemt het zebravisje inmiddels rond. Ook in Erasmus MC heeft het zijn intrede gedaan. Dr. Sandra van ’t Padje van de afdeling Klinische Genetica promoveerde in januari jongstleden op onderzoek naar het zogeheten fragiele X-syndroom. Mensen met deze ziekte missen een bepaald eiwit, genaamd FMRP, wat leidt tot een verstandelijke handicap. Onderzoek
naar dit syndroom wordt wel gedaan met muizen, maar dat heeft nadelen, verklaart de onderzoekster. “Het fokken van muizen duurt relatief lang en om de embryo’s te onderzoeken, moet je de moeder opofferen. Daarom heb ik onderzocht of de zebravis een goed model is voor het bestuderen van deze ziekte.” De zebravis heeft veel voordelen: het visje is makkelijk te kweken, groeit snel, en de eitjes ontwikkelen zich buiten het lichaam en zijn doorzichtig. Een dag na bevruchting is in het eitje al een compleet visje te zien, dat na drie dagen uit het eitje kruipt. Naast deze praktische pluspunten heeft het zebravisje nog een aantal gunstige eigenschappen, vertelt dr. Van ’t Padje. “Het DNA is vrijwel helemaal in kaart gebracht en lijkt veel op dat van de mens. Zo zijn de genen die bij het fragiele X-syndroom een rol spelen goed vergelijkbaar tussen zebravis en mens. Die genen zijn in de evolutie weinig veranderd.” Machtsmiddel
Om bij muizen de werking van eiwitten te bestuderen, worden vaak zoge-
heten knockoutmuizen gefokt. Die muizen missen juist het te onderzoeken eiwit, waardoor onderzoekers kunnen nagaan welk effect dat heeft. Maar het maken van zulke muizen is omslachtig en duurt enkele maanden. Bovendien is vooraf niet te zeggen of een effect zichtbaar is, zodat soms alle inspanning voor niets is geweest. Ook daar heeft de zebravis een streepje vóór: die kan eenvoudig worden geinjecteerd met zogeheten morfolino’s. Dat zijn moleculen die de aanmaak van een bepaald eiwit blokkeren. Al na twee dagen is een eventueel effect van een morfolino te zien. Het visje is daarmee een goed alternatief voor een knockoutmuis, stelt dr. Van ’t Padje. “En àls je een effect
ziet, kun je alsnog een knockoutmuis maken. Maar dan weet je wel zeker dat je dat niet voor niets doet.” Medicijnonderzoek
De zebravis is dus zeer geschikt voor medisch-wetenschappelijk onderzoek, concludeert dr. Van ’t Padje. Het zebravisje kan in de toekomst waarschijnlijk belangrijke bijdragen leveren aan het medisch-wetenschappelijk onderzoek, zoals de mogelijkheid om op grote schaal de werking van nieuwe medicijnen te testen. Binnen Erasmus MC wordt de zebravis ook al gebruikt voor onderzoek naar het ontstaan van bepaalde hersentumoren, chronische darmontstekingen en de ziekte van Parkinson. ■
STREEPJE VÓÓR Voordelen van het zebravisje als proefdier: - snelle groei, eitjes ontwikkelen zich buiten het lichaam - DNA lijkt veel op dat van mens - minder proefmuizen nodig - effect morfolino’s (moleculen die aanmaak eiwit blokkeren) snel zichtbaar
ZELFREINIGEND SYSTEEM Speciaal voor het promotieonderzoek van dr. Sandra van ‘t Padje is een geautomatiseerd en zelfreinigend systeem aangeschaft: een stelling met tientallen bakken waarin duizenden visjes kunnen worden gehouden. Het Erasmus MC Dierexperimenteel Centrum bouwt zelfs een aparte ‘afdeling’ voor de zebravis. De nieuwe faciliteit heeft onder meer vijf geautomatiseerde stellingen met kweekbakken en ruimten voor behandeling met de morfolino’s en bijvoorbeeld onderzoek met een fluorescentiemicroscoop. Een aparte ruimte zal worden ingericht om gedragstesten met zebravissen te kunnen uitvoeren.
MONITOR
feb/mrt 2007
9
MON01 PAG 10-13
30-01-2007
15:04
Pagina 2
MIGRAINE FARMACOLOGIE
Tekst: Nynke Feenstra
Beeld: Levien Willemse
Hoofdpijn & hormonen Dat vrouwelijke geslachtshormonen een rol spelen bij het ontstaan van migraine is bekend. Wat ze precies doen in de bloedvaten van de hersenen, is recent duidelijker geworden dankzij proefdieronderzoek in Erasmus MC.
Dr. Suneet Mehrotra
Gordijnen dicht
M
igraine is een neurovasculaire ziekte. De hevige hoofdpijn die gepaard gaat met overgevoeligheid voor licht, geur en geluid, soms ook met braken en niet goed kunnen zien, wordt veroorzaakt door de verwijding van bloedvaten in het hoofd. Erfelijke aanleg speelt hierbij een rol. Maar vrouwelijke geslachtshormonen ook. De hormonen, vooral oestrogeen, beïnvloeden de receptoren in de vaatwand. Ze stimuleren de ‘vaatverwijders’ en remmen de ‘vaatvernauwers’. Het promotieonderzoek van dr. Suneet Mehrotra bij het instituut Farmacologie van Erasmus MC richtte zich op deze processen.
Ratten zonder eierstokken
Dr. Mehtotra onderzocht bij vrouwelijke ratten op welke manier vrouwelijke hormonen de werking beïnvloeden van de receptoren in de vaatwand die zorgen voor vaatverwijding en vaatvernauwing. Hij onderzocht de werking van verschillende hormoonpreparaten bij ratten zonder eierstokken en vergeleek de resultaten met die bij ratten mét eierstokken (die de vrouwelijke geslachtshormonen zelf produceerden). Er was ook een groep ratten zonder eierstokken die géén extra hormonen kreeg. Hun hormoonhuishouding leek daardoor op die van ratten na de menopauze. In de slagaderen van de ratten mét vrouwelijke geslachtshormonen was 10
feb/mrt 2007
MONITOR
aan een ␣2-receptor agonist (een agonist is een geneesmiddel met een versterkende werking, in dit geval op de vaatvernauwing, red.). Die kan er dan voor zorgen dat het proces van vaatvernauwing niet door hormonen geblokkeerd wordt. Een andere optie is een CGRPreceptor antagonist (een antagonist is een tegenwerkend geneesmiddel, dat in dit geval de werking van de vaatverwijdende receptoren tegengaat, red.).”
minder reactie te zien van de zogeheten ␣2-receptoren. Terwijl de vaten van ratten met een placebo in de nek, die dus vergelijkbaar zijn met ratten na de menopauze, juist een toegenomen gevoeligheid van ␣2-receptoren vertoonden. Dr. Mehrotra: “De ␣2-receptoren werken vaatvernauwend. Zij kunnen door de invloed van geslachtshormonen hun werk niet goed doen, waardoor de vaten verwijd raken. Wat een migraineaanval in de hand werkt. De vaten van de dieren na de menopauze waren wél samengetrokken, hier werkten de ␣2-receptoren uitstekend.” Sterkere werking
Verder vond dr. Mehrotra bij de groep ratten met veel oestrogeen in het bloed actievere zogeheten CGRPreceptoren. “Oestrogeen heeft dus een sterkere werking op de vaatverwijdende CGRP-receptoren dan progeste-
ron,” concludeert dr. Mehrotra. “In vervolgonderzoek zal uitgezocht moeten worden bij welke hoeveelheden oestrogeen de CGRP-receptoren gaan reageren.” Nieuwe medicijnen
Bestaande medicijnen tegen migraine werken op de receptoren die zorgen voor vaatverwijding en vaatvernauwing. Mehrota: “Ik denk dat bij de ontwikkeling van een nieuw migrainemedicijn gewerkt kan worden
Dr. Mehrotra is om een bijzondere reden geïnteresseerd in de oorzaak van migraine. “Mijn moeder had toen ik klein was vaak migraine. Zij kon dan niet naar haar werk. Ik weet nog dat in huis de gordijnen overdag dicht moesten en wij kinderen stil moesten zijn. Ze had ook auraverschijnselen en moest overgeven. Bij haar had het duidelijk te maken met de menstruatiecyclus.” “Later, toen ik arts werd, wilde ik graag weten hoe dit mechanisme werkt. Mijn supervisor dr. Antoinette Maassen van den Brink heeft van de Amerikaanse Headache Society een beurs gewonnen om vrouwelijke geslachtshormonen te bestuderen. Verder is een van de promotoren van dit onderzoek, prof. dr. Saxena, een bekend wetenschapper op het gebied van migraine. Dus toen ik onder hun supervisie aan migraine kon gaan werken, ging voor mij een wens in vervulling.” ■
Migraine vrouwenziekte? Twee- tot driemaal zo veel vrouwen als mannen hebben last van migraine. Tot de puberteit, dus bij jongens en meisjes, zijn die verschillen er niet. En de migraine neemt af of verdwijnt zelfs bij vrouwen na de overgang (menopauze), maar ook bij zwangere vrouwen. De oorzaak voor het ontstaan van migraine wordt dan ook niet gezocht in de vrouwelijke hormonen zelf, maar in schommelingen in hormoonspiegels tijdens de menstruatiecyclus.
MON01 PAG 10-13
30-01-2007
15:04
Pagina 3
ALLOCHTONEN Tekst: Monique Hamerslag
Beeld: Levien Willemse
GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
Gevaar: ‘standaard’ Huisartsen werken in diagnostiek en behandeling vaak volgens ‘standaarden’, toegesneden op de doorsnee patiënt: een ‘blanke man van veertig jaar’. In de huidige multiculturele samenleving dreigt daardoor het gevaar dat allochtone patiënten geen optimale behandeling krijgen. e standaarden zijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Behandelen volgens de NHG-standaard geeft dan ook goede resultaten, zo wordt over het algemeen verondersteld. Dr. Radjesh Manna deed promotieonderzoek naar deze standaarden. In zijn proefschrift toonde hij aan dat toepassen van de NHG-standaarden bij allochtone patiënten tot minder goede resultaten leidt dan bij de blanke ‘standaardpatiënt’. Voor het onderzoek werd bij huisartsen een computerprogramma geïnstalleerd waarmee gemeten werd in hoeverre de NHG-standaard werd gevolgd bij patiënten van verschillende etnische achtergronden. Ook heeft dr. Manna een aantal van deze huisartsen uitgebreid geïnterviewd.
D
Kennisachterstand
Gebrek aan kennis van huisarts en patiënt speelt een belangrijke rol. Dr. Manna: “In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië wordt onderzoek verricht naar etnische verschillen in gezondheid. De resultaten worden verwerkt in de standaarden. In Nederland was kijken naar etnische verschillen lang taboe. Dit veroorzaakt een vertekend beeld in de onderzoeksresultaten en daardoor in de standaard. Als in de NHG-standaard niet staat vermeld dat ziekten als diabetes type 2 (‘ouderdomssuiker’) en hoge bloeddruk
vaker en op jongere leeftijd optreden bij Hindoestanen, Turken en Marokkanen, is de huisarts hierop mogelijk niet alert. Zo kan een diagnose worden gemist, met alle gevolgen van dien.” Diabetes voel je niet
“De allochtone patiënt op zijn beurt begrijpt vaak het concept ‘chronisch ziek’ niet. Diabetes bijvoorbeeld, daar voel je lang niks van. Dus waarom zou je dan elke dag medicijnen slikken of
Al snel voorpaginanieuws Dr. Radjesh Manna kreeg al vroeg tijdens zijn onderzoek te maken met een waar mediacircus. Hij kan er nu om lachen. “In 2001 werd onze projectleider geïnterviewd voor NRC Handelsblad. Alle lopende onderzoeken kwamen aan bod, maar blijkbaar was het onderwerp waarmee ik bezig was extra interessant. Het artikel zou in de wetenschapsbijlage komen. Maar op een donderdag bleek het groot op de voorpagina te staan, met als kop ‘Huisartsen negeren etnische verschillen’.” “Ik werd uitgenodigd voor discussies en interviews op radio en televisie en er kwamen vragen in de Tweede Kamer. Het was dus een turbulente start van mijn onderzoek, en geen leuk begin van het contact met het Nederlands Huisarts Genootschap.” “Gelukkig is het goed afgelopen en is de relatie hersteld”, vervolgd dr. Manna. “Inmiddels heeft het NHG de zaak opgepakt en zijn de standaarden op een aantal punten al verbeterd. Dit gebeurde ook dankzij mensen die gedurende jaren veel aandacht hebben besteed aan diabetes bij allochtonen, zoals Barend Middelkoop, epidemioloog bij de GGD in Den Haag.”
injecteren, en regelmatig naar een arts gaan voor controle? Dit is aan het veranderen. Bij de Hindoestanen begint deze generatie complicaties te krijgen,
en zelfs te overlijden door diabetes. De mensen om hen heen schrikken en dat geeft een stimulans aan het proces van bewustwording op dat gebied.” Niet normaal
Dr. Radjesh Manna
Dr. Manna had al langer belangstelling voor dit onderwerp. “Ik ben zelf allochtoon, en daardoor misschien meer geïnteresseerd in etnische verschillen. Tijdens mijn studie Gezondheidswetenschappen werd ik me bewust van verschillen op het gebied van gezondheid. In mijn vaders familie heeft bijna iedereen diabetes. Ik dacht altijd dat dit gewoon was. Maar het is niét normaal, diabetes komt meer voor bij Hindoestanen dan bij autochtone Nederlanders.” Na zijn afstuderen kreeg hij gelegenheid promotieonderzoek te doen naar NHG-standaarden en de aandacht voor etnische verschillen daarin. Zestig nationaliteiten
Sommige huisartsen hebben zestig nationaliteiten in hun praktijk. Valt dat nog in standaarden te vatten? Dr. Manna: “Nee, dat kan niet, ergens moet je toch een lijn trekken, anders ziet de huisarts door de bomen het bos niet meer. Het hoeft ook niet. De grootste etnische groepen hier zijn de Turken, Marokkanen, Hindoestanen en Antillianen. Laten we daar beginnen in kaart te brengen op welke zaken de huisarts extra moet letten.” ■
MONITOR
feb/mrt 2007
11
MON01 PAG 10-13
30-01-2007
15:04
Pagina 4
LOOPPATROON REVALIDATIE
Tekst: Nynke Feenstra
Beeld: Levien Willemse
Maatwerk na beroerte Mensen die halfzijdig verlamd zijn door een beroerte hebben veelal dezelfde problemen bij het opnieuw leren lopen. Zo maken ze langzame, asymmetrische passen. Een behandeling op maat is de sleutel tot een snellere vooruitgang.
M
et een systeem dat het looppatroon van de patiënt analyseert kan de arts een revalidatieplan op maat opstellen, concludeert revalidatiearts dr. Melek Gunes Yavuzer in haar proefschrift ‘Walking after stroke’ (december 2006). Zo’n systeem staat opgesteld in het klinisch bewegingslaboratorium van de wetenschappelijke afdeling Revalidatie van Erasmus MC. Het was al bekend dat dit systeem betrouwbaar is voor onderzoek naar het looppatroon van gezonde mensen en spastische kinderen. Dr. Gunes Yavuzer heeft met haar promotieonderzoek aangetoond dat het ook geschikt is voor onderzoek naar het opnieuw leren lopen na een beroerte. Ook heeft zij met het analysesysteem het effect van een aantal aanvullende therapieën onderzocht.
loopgang van de patiënt wordt door de software omgezet in getallen en grafieken. Het systeem geeft informatie over de lengte van de stappen en over de hoeken die bijvoorbeeld de voet en het scheenbeen maken. Ook meet het systeem hoe actief spieren zijn (EMG), en hoe groot de belasting is van botten en gewrichten (krachtenplatform) tijdens het lopen. De revalidatiearts kan met de resultaten bepalen waar het probleem zit: in
Van Rotterdam tot Ankara Dr. Gunes Yavuzer werkt op de revalidatieafdeling van de Universiteit van Ankara, waar met een soortgelijk systeem wordt gewerkt als het hieronder beschreven systeem van Erasmus MC. De gegevens verzamelde zij in Ankara, voor ondersteuning bij het onderzoek kwam zij regelmatig naar Rotterdam, waar ze onlangs promoveerde. De patiënten die aan het onderzoek deelnamen, hadden twee tot zes maanden geleden een CVA gehad. Dr. Gunes Yavuzer heeft een verschil opgemerkt tussen Nederlandse en Turkse revalidanten: “Zoveel mogelijk zelfstandig worden, dit doel is voor Nederlandse patiënten vanzelfsprekend. Veel Turkse mannen daarentegen vinden het prima om door hun vrouw of dochter gewassen te worden of geholpen te worden met eten. We moeten extra moeite doen om ook hen tot revalidatie te stimuleren.”
de knie, de heup of de enkel? Welke spier werkt niet goed of juist te hard? Om de zoveel tijd kan de analyse herhaald worden. Alle metingen worden bewaard en de uitkomsten kunnen met elkaar vergeleken worden. Met dit systeem heeft dr. Gunes Yavuzer vier behandelingen onderzocht die naast het conventionele revalida-
Sneller herstel
Dr. Gunes Yavuzer: “Bij elke aanvullende therapie vonden we een positief effect. Onze conclusie is dan ook dat het herstel sneller en beter gaat als het conventionele revalidatieprogramma wordt aangevuld met therapieën als deze vier.” “Met het loopanalysesysteem kun je goed in kaart brengen waar de ‘zwaktes’ van de halfzijdig verlamde patiënt liggen”, aldus de onderzoekster. “Iedere patiënt is uniek. Op basis van de analyse kun je beslissen welke aanvullende behandeling aansluit bij het probleem van de patiënt. Maatwerk wordt steeds meer mogelijk. Dit maakt de behandeling effectiever en daardoor minder kostbaar.” ■
Elektroden
Het systeem (voluit driedimensionaal looppatroonanalysesysteem) is een combinatie van meerdere technieken. Het bestaat uit camera’s, een EMG (Elektromyogram, apparaat dat de actiestroom meet bij de spiersamentrekking), een krachtenplatform, en een computer met software. Het werkt als volgt. In de computer worden patiëntgegevens ingevoerd, zoals de lengte van de ledematen en de breedte van de gewrichten. Nadat markeringen en elektroden op het lichaam zijn aangebracht, wordt de patiënt gevraagd een paar passen te lopen. De camera’s nemen dit op en de 12
feb/mrt 2007
MONITOR
tieprogramma gegeven werden. Deze behandelingen zijn balanstraining, het dragen van een armsling (hiermee wordt de arm tegen de borst gehouden), elektrische stimulatie van de spieren, en het dragen van een enkelvoet orthese (waardoor de voet niet sleept, tijdens het naar voren zwaaien van het been). De deelnemende patiënten werden via loting toegewezen aan een experimentele of een controlegroep.
BEROERTE OF INFARCT
Dr. Melek Gunes Yavuzer
Bij een hersenbloeding raakt hersenweefsel beschadigd door verhoogde druk in de schedel, bij een infarct doordat een bloedpropje een bloedvat afsluit. De bekendste gevolgen van een beroerte zijn een halfzijdige verlamming (hemiplegie) en problemen met taal (afasie).
MON01 PAG 10-13
30-01-2007
15:04
Pagina 5
ALLOCHTONEN Tekst: Monique Hamerslag
Beeld: Levien Willemse
GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
‘Buitenlandse’ bloeddruk Het is bekend dat mensen van Afrikaanse afkomst vaker last hebben van hoge bloeddruk dan Europeanen. Maar het is niet zo zwartwit is als het lijkt. In de Ghanese bevolking blijkt de bloeddruk onder volwassenen veel hoger dan bij Europese leeftijdsgenoten, maar bij kinderen is er weer géén verschil.
Dr. Charles Agyemang
Tijdbom
D
r. Charles Agyemang bestudeerde in Edingburgh het verband tussen etnische achtergrond en gezondheid. In Nederland kon hij deze studie voortzetten in de vorm van promotieonderzoek bij het instituut Beleid en Manament in de Gezondheidszorg, onderdeel van Erasmus MC. Hij heeft zich gericht op de bloeddruk van Zuid-Aziaten in Azië en elders, mensen van Afrikaanse afkomst binnen en buiten Afrika, en Europeanen. Dr. Agyemang heeft zowel bestaande literatuur geanalyseerd, als bloeddrukmetingen verricht in Nederland en Ghana. Hij vond belangrijke verschillen. Onder andere een veel hogere bloeddruk bij de Ghanese volwassenen dan bij de Europese. Een verschil dat niet
huisbed nodig. Dat moeten we dus zoveel mogelijk voorkomen, zowel om menselijke als economische redenen. We moeten naar de lange termijn kijken.”
werd aangetroffen bij kinderen. “Er lijkt iets te gebeuren rond het 35e levensjaar”, constateert dr. Agyemang. “Om het nog ingewikkelder te maken, is de bloeddruk onder mensen van Afrikaanse afkomst in de VS in álle leeftijdsgroepen verhoogd, dus ook bij kinderen.” “Er is nóg een interessant, merkwaardig verschijnsel bij andere groepen. Aziaten in Groot-Brittanië hebben een met de autochtonen vergelijkbare bloeddruk. Maar de Aziaten (Hindoestanen) in Nederland hebben
Ghanees én Brit Charles Agyemang is Ghanees én Brit. Na de middelbare school verhuisde hij van Ghana naar Groot-Brittanië. Aan de Universiteit van Edinburgh studeerde hij Public Health. Daar ontmoette hij een Nederlandse wetenschapper, de liefde van zijn leven. Dr. Agyemang verhuisde voor haar vanuit Schotland naar Nederland. Schotland mist hij nog, maar hij kan Nederland ook waarderen. “Je moet leren omgaan met de directe manier van doen, maar het is wel duidelijk. Ja is ja, nee is nee.”
juist een hogere bloeddruk.” Lange termijn
Over de oorzaken van de verschillen is nog niets zeker. De beschikbare gegevens wijzen niet op erfelijke oorzaken, maar op factoren in de omgeving en leefstijl, zoals voedingsgewoonten en stress. Gedacht wordt aan sociaal-economische status, voeding, racisme en de daaruit voortvloeiende spanningen, of een combinatie van deze factoren. Om dit helder te krijgen, is meer onderzoek hard nodig. Het zou goed zijn een grote groep mensen langdurig te volgen. Dr. Agyemang: “Als we hier niet naar kijken en er niks aan doen, krijgt de ouder wordende populatie van Afrikaanse en Aziatische afkomst straks massaal hoge bloeddruk en beroertes. En die patiënten hebben medische verzorging en een zieken-
Mensen van Afrikaanse afkomst in Nederland blijken zich, vergeleken met autochtonen maar ook met Afrikanen in Groot-Brittanië, veel minder bewust van het grote risico dat zij lopen op verhoogde bloeddruk. Ook de huisartsen zijn er minder alert op. Behalve in onderzoek moet dus veel geïnvesteerd worden in gezondheidsvoorlichting, stelt de onderzoeker. Dit geldt zowel voor Europa als voor Afrika, is Agyemangs mening. “In de steden in Ghana is overgewicht in opkomst, net als in het rijke westen. Elk jaar als ik Ghana bezoek, zie ik dat de mensen in de stad dikker zijn geworden. Ze lopen minder en verwerken meer olie, vet en suikers in hun voedsel. Ze pakken liever de bus of taxi, want lopen is een teken van armoede. Deze leefstijl kan een hoge bloeddruk veroorzaken of verergeren. Het is een tikkende tijdbom.” ■ 2500 PROMOTIES Veertig jaar na de eerste promotie aan de Medische Faculteit Rotterdam, stond 17 januari jongstleden de teller van het huidige Erasmus MC op 2.500 promoties. De eer viel te beurt aan Arlette Odink, radioloog in opleiding. Odink verrichtte haar promotie-onderzoek naar aderverkalking binnen het grootschalige ERGO onderzoek. Op 12 januari 1967 was Huibert Sowdon Reinhold (afdeling Radiobiologie) promovendus nummer één. Monitor besteedt geregeld aandacht aan de resultaten van promotie-onderzoek aan Erasmus MC. In deze uitgave, bijvoorbeeld, op deze pagina en vier voorgaande bladzijden.
MONITOR
feb/mrt 2007
13
MON01 PAG 14
30-01-2007
15:08
Pagina 2
STETHOSCOOP RUIS EN WIJSHEID Wijsheid en ruis uit de gezondheidszorg, academische ziekenhuizen en medische faculteiten. ■ TE INGEBURGERD “Rita Verdonk zal het niet leuk vinden dat ik dit zeg, maar het is waar: van inburgeren krijg je kanker.”
Epidemioloog prof. Jan-Willem Coebergh van Erasmus MC deed deze uitspraak op een bijeenkomst over het instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg en de pers. Het instituut bestaat 25 jaar en boog zich over de behoefte die wetenschappers hebben om hun werk te openbaren en de eisen die de media daaraan stellen. Onderzoekers zien hun ontdekkingen vaak sterk gepopulariseerd terug in de kranten en op televisie. Soms ‘vertalen’ wetenschappers hun werk voor het grote publiek echter zelf, zoals prof. Coebergh. Met bovenstaande uitspraak bedoelde hij dat jonge allochtonen die zich aanpassen aan de ongezonde westerse levensstijl (onder meer roken, te vet eten, weinig bewegen) hierdoor vaker kanker krijgen dan hun ouders die nog wel traditioneel leven. Uit: Scanner, personeelskrant Erasmus MC, 12-10-2006
Verzameld door: Joop van de Leemput
■ WAT NOU ‘LAST’…
■ ‘KRIJG DE KLERE’
“De teneur is dat we vinden dat dik niet meer mag omdat een ander daar last van zou hebben. Zelfs als het zo is, dan nog! Dan kost het maar meer. Ik vind dat niet zo’n sterk argument. Belangrijker is dat je wilt voorkomen dat mensen ziek worden. Niet omdat dat de samenleving geld kost, maar gewoon omdat je wilt dat mensen niet ziek worden voor henzelf.”
“Een Nederlandse eigenaardigheid: het gebruik van ziektenamen om zowel frustratie als een gebrek aan beschaving tot uitdrukking te brengen.”
Prof. Inez de Beaufort, hoogleraar Medische Ethiek Erasmus MC. Boven het artikel staat de kop: ‘Iedereen doet wel iets verkeerd.’ Uit: Tijdschrift [d]ik ■ JAZEKER, DE HYPOTHEKER “Wie zouden jullie graag een keertje slaan?”
Vraag gesteld aan Puck (41) en Elma (45), twee vriendinnen die allebei overgewicht hebben: “Doordat we allebei dik zijn, begrijpen we elkaar goed en hoeven we elkaar nooit iets uit te leggen op dat gebied.” Aanvankelijk antwoorden ze op de vraag dat ze zachtaardig zijn en geen behoefte hebben om iemand te slaan. “Maar als het dan moet: die hypotheekbank die me meer laat betalen omdat ik een risicofactor voor hen ben vanwege mijn gewicht.” Uit: Tijdschrift [d]ik
Jaap de Berg analyseert grof taalgebruik naar aanleiding van voetbalkreten als ‘blinde tyfushond’. Schelden met behulp van ziektes is volgens hem typisch Nederlands. “Geen enkele andere taal kent zoveel schimpwoorden en verwensingen waarin bij anderen de noodzaak van medische behandeling wordt vastgesteld.” De Berg noemt ‘kanker’, ‘klere’ (cholera), ‘pest’, ‘pleuris’ (ontsteking borstvlies), ‘pokken’, ‘schurft’, ’tering’ (tuberculose) en ‘tyfus’. Soms combineert men verwensingen: ‘pestpokkenpleurisjong’. Spanjaarden bezoedelen liever de familie-eer (‘hijo de puta’, hoerenzoon), Duitsers putten uit hun reinheidscultuur (‘Wichser’, rukker; ‘Arsloch’, anus; ‘Scheisse’, schijt). Achter de Nederlandse fixatie op lijfelijke kwalen vermoeden Groningse onderzoekers de invloed van ons religieus klimaat. Daarin werden ziekten lang beschouwd als een staf van God. Uit: Trouw, 2-12-2006 ■ MAAK MIJ MOOI “Velen klagen over hun uiterlijk, niemand over zijn verstand.”
Ludieke stelling in proefschrift van Pim Luijsterburg. Hij promoveerde eind november 2006 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op ‘Evidencebased handelen bij het lumbosacraal radiculair syndroom’. Dat laatste is een vorm van lage rugpijn. Uit: promotieboekje ■ MEEST VERLOEDERD “Van de meest verloederde buurten van Nederland, liggen de eerste dertien allemaal in Rotterdam.”
Constatering in Rotterdams Nieuw Tij, een uitgave van de gemeente Rotterdam. Voor de gezondheidszorg is dit van belang: er bestaan namelijk verbanden tussen de kwaliteit van buurten, de leefstijl daar en de gezondheid van de buurtbewoners. NRC Handelsblad concludeerde: “Rotterdam is er het ergst aan toe, dat is zeker. Van de 75 postcodegebieden die Rotterdam telt, vallen er 48 in de meest verloederde categorie, meer dan in enige andere stad in Nederland.” Meer weten? Typ op internet bij Google ‘Kanskaart van Nederland’ in. Uit: Rotterdams Nieuw Tij, sept. 2006 14
feb/mrt 2007
MONITOR
Beeld: Levien Willemse
■ TELEFOON-TSUNAMI “24 miljoen telefoongesprekken per jaar.”
Het aantal interne en externe telefoongesprekken bij Erasmus MC is sinds eind jaren tachtig tot heden verdubbeld tot meer dan 24 miljoen per jaar; het aantal aansluitingen nam in dezelfde periode toe van 4.500 tot 11.000. Dit jaar wordt een nieuwe telefooncentrale geïnstalleerd, die vanaf 2007 stap voor stap in gebruik wordt genomen. Erasmus MC wil het grote aantal telefoongesprekken gaan verminderen door bijvoorbeeld afspraakplanning via internet en het doorgeven van uitslagen via SMS of e-mail. Uit: Scanner, personeelskrant Erasmus MC, 23-11-2006 ■ DOKTER VLINDERDAS “Tegen zoiets als pensionering, kijk ik met angst en beven aan. Ik zou het hier zó missen.”
De zeer ervaren en altijd uiterst correct geklede prof. Arnold Oranje, pasgeleden door Erasmus MC benoemd tot de eerste hoogleraar Kinderdermatologie van Nederland, blikt vooruit. Prof. Oranje behoort tot de eerste studenten Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam: de lichting 1966-1967. Hij is z’n werk na veertig jaar nog lang niet zat. Jaarlijks worden in Erasmus MCSophia vierduizend kinderen met huidproblemen gezien. Bij hen geniet prof. Oranje bekendheid vanwege zijn collectie markante vlinderdasjes. Uit: AD, 4-12-2006 ■ LEKKER DRUK BEZIG “Ik heb helemaal geen tijd om met mijn gezondheid bezig te zijn.”
Mevr. Cornelisse-Driessen uit Rotterdam kreeg als 55-jarige een uitnodiging om deel te nemen aan ERGO, het grote en langlopende bevolkingsonderzoek van Erasmus MC. Mevr. Cornelisse-Driessen werkt bijna 25 jaar bij Thuiszorg Rotterdam. In die tijd is ze maar twee keer thuisgebleven wegens ziekte. Zij is naast haar werk druk met kaarten, breien, haken, puzzelen, Frans leren en op haar kleinzoon passen. Na ERGOonderzoek bleek ze tot haar verbazing een hoge bloeddruk te hebben, waarvoor medicijnen nodig waren. Die neemt ze nu in. Toch blijft ze ontspannen: “Ik maak mij niet druk, hoor, ik zie het allemaal wel.” Uit: ERGO Nieuws, najaar 2006
MON01 PAG 15
30-01-2007
15:12
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH Tekst: Joop van de Leemput
FOCUS
Beeld: Levien Willemse
Hoezo ‘bejaard’? André du Pon (94) sterkt z’n spieren in sportschool Hoogendam te Vlaardingen. “Er zijn twee mogelijkheden,” stelt hij. “Je wordt geboren met een ziek of met een gezond lichaam. In beide gevallen heb je de plicht er goed voor te zorgen.” Regelmaat in het leven, daar draait het volgens de heer Du Pon om. “Een plant moet ook regelmatig water hebben.” Dus staat hij altijd rond 7.30 uur op, wassen, aankleden, ontbijten, de krant beneden halen. Hij woont zelfstandig op de vierde verdieping van een flat. “Elke dag loop ik drie keer naar beneden, 64 treden per keer.” Zijn dag is gevuld met leuke activiteiten en wordt ’s avonds afgesloten met Nova kijken op tv, plus één borrel. Dan om 22.45 uur naar bed. Slapen is nooit een probleem geweest, in tegendeel: elke nacht is hij 8,5 uur ‘buiten Westen’. De orde en regelmaat gaan ver. Zijn broodbeleg staat op alfabetische volgorde. Hij moet er smakelijk om lachen. Overal in huis liggen lijstjes: met jaartallen, namen, activiteiten. “Ik ben statisticus geweest, ik leg alles vast.” “Als ze horen dat ik 94 jaar ben, vragen ze vaak: hoe flik je dat nou? Ik flik helemaal niks. Ik begrijp zelf niet dat ik zo oud word.” Zijn oude werkgever Haka (later CO-OP, later Edah, later Vendex, later Laurus) omschreef het zo mooi in een brief: “De stormen des levens zijn aan hem en zijn gezin niet voorbij gegaan.” Een zoon die als 15-jarige aan een hersentumor stierf, zijn vrouw Annie die 28 keer is opgenomen in het ziekenhuis en hijzelf vier maagbloedingen plus een tia, een hersenbloeding. Op 90-jarige leeftijd is hij bijna ingestort, toen zijn doodzieke vrouw uit het ziekenhuis werd ontslagen en hij haar thuis moest verzorgen. “De hele nacht riep ze om water. Ik was dag en nacht in touw. Ik ben er bijna in gebleven.” Na haar overlijden heeft hij kwaad de dokter opgebeld en is anderhalf uur gaan praten. “Toen was ik het kwijt. Er was geen rancune meer.” Maandag is z’n vaste dag voor fitness: een half uur oefeningen op de grond, een half uur sjorren aan apparaten. Veel mannen van zijn leeftijd zijn er niet meer. “Ik ga met 53 vrouwen om, bijna allemaal weduwen.”
André du Pon (94) tijdens zijn wekelijkse training; zie ook volgende pagina’s
Wat zijn z’n tips om gezond oud te worden? Leef regelmatig, geen stress, op tijd eten en drinken, flink kauwen, elke dag één borrel, veel fruit, drie glazen melk per dag, ontspan, ga fietsen of wandelen, kom onder de mensen, help elkaar. Maar mensen leven niet meer zo. “Jongeren gaan uit, nemen allerlei drugs en staan te stuiteren. Ouderen krijgen een burn-out. Ze zijn altijd druk. Het is niet vreemd dat het vaak mis gaat.” ■
MONITOR
feb/mrt 2007
15
MON01 PAG 16/17
30-01-2007
15:20
Pagina 2
KOFFIE ZETTEN (onder): ’s Morgens verse koffie, maar zonder rokertje. “Ik rookte behoorlijk, sigaren en sigaretten, maar toen de dokter zei ‘stoppen’, ben ik gestopt. Dat was in ‘42. Je moet je gezondheid in stand proberen te houden. Als de dokter zegt dat ik gras moet eten, dan éét ik gras.” TAFEL DEKKEN (rechts): Elke dag op een vast tijdstip ontbijt. Hij is ‘een enorme fruiteter.’ En omdat hij uit een familie met maagklachten stamt, luidt zijn motto: goed kauwen. DE DEUR UIT (onder): Meneer Du Pon op weg naar fitness, in zijn woonplaats Vlaardingen. Voor grote afstanden neemt hij liever de trein, eerste klas. Zoals neef of nicht in Dokkum bezoeken; wel vier uur reizen vanuit Vlaardingen. “Gezellig samen praten, over vroeger.”
AUTORIJDEN (boven): André du Pon wordt geregeld gekeurd op zijn rijvaardigheden. Hij toont een document uit 2004, waarop de instructeur noteerde: “Heb geen fouten kunnen constateren.” In 2006 scoorde hij weer nul fouten. Bij reactietest in de autosimulator staat als oordeel geschreven: “Zeer goed.”
16
feb/mrt 2007
MONITOR
MON01 PAG 16/17
30-01-2007
15:21
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH Tekst: Joop van de Leemput
Beeld: Levien Willemse
FOCUS
OMKLEDEN (links): Meneer Du Pon kleedt zich om voor zijn wekelijkse les fitness. Ongelofelijk, maar waar: hij heeft als kleine jongen in Rotterdam nog de Spaanse griep van 1918 meegemaakt. Die heerste wereldwijd en eiste destijds 20 miljoen mensenlevens. Zijn vader, moeder, broer en zus werden ziek; hij niet. Iedereen overleefde. Bijna negentig jaar later gaat de heer Du Pon rekken, strekken, gewichten in de lucht gooien. FITNESSEN (onder): De oefeningen ervaart meneer Du Pon als ‘echt pittig’. Hij kan een paar dagen later altijd goed merken dat hij hard heeft getraind. Andere activiteiten uit zijn heden en verleden: mensen helpen met formulieren invullen, ontslagen werknemers op weg helpen, een voetbalelftal op het werk opgericht, met de auto boodschappen halen voor zichzelf en voor anderen, de Gereformeerde kerk en de Joodse gemeenschap Rotterdam bijstaan, invalide padvinders helpen, deelnemen aan de Historische Vereniging Vlaardingen, vergaderingen van de Mantelzorgraad bijwonen. Maar bovenal heeft hij jaren trouw zijn zieke vrouw Annie thuis verzorgd.
MONITOR
feb/mrt 2007
17
MON01 PAG 18-19
31-01-2007
10:36
Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Bot wordt continu ververst
Doorsnede aangetast bot (links) en gezond bot (rechts)
Ouderdom komt met (ge)breken Met het toenemen van de leeftijd worden onze botten brozer. Bij osteoporose is het bot zo broos geworden dat het makkelijk breekt. In Nederland zijn er op dit moment ruim 800.000 mensen met deze aandoening. De meesten zijn zich daar niet van bewust: osteoporose wordt meestal pas ontdekt wanneer men iets breekt. ij osteoporose vermindert de kwaliteit van het bot door een afname in de hoeveelheid mineralen in het bot (de botmineraaldichtheid) en het verdwijnen van botstructuren (de botbalkjes). Op dit moment is het meten van de botmineraaldichtheid met behulp van technieken als röntgenabsorptie de belangrijkste stap in de diagnose van osteoporose. Maar er is grote behoefte aan uitbreiding en verbetering van de diagnostische mogelijkheden. Prof. Hans van Leeuwen van de afdeling Inwendige Geneeskunde van Erasmus MC is hoofd van het laboratorium waar onderzoek gedaan wordt naar botvorming en botafbraak. Er
B 18
feb/mrt 2007
MONITOR
wordt epidemiologisch en genetisch onderzoek gedaan, onder andere binnen het grote bevolkingsonderzoek ERGO in de Rotterdamse wijk Ommoord, om te komen tot een verbetering in de diagnostiek. Ook wordt er gekeken naar de effecten van de leeftijd op het calciumgehalte in het bloed en de botmineraaldichtheid. Celkweekmodel
De wetenschappers maken in het laboratorium gebruik van drie verschillende onderzoeksmodellen. Prof. Van Leeuwen: “Met deze modellen proberen we meer inzicht te krijgen in de processen die een rol spelen bij de botaanmaak en botafbraak. ‘Wat is het effect van ouderdom op deze proces-
sen?’ is één van onze belangrijkste vraagstellingen.” Om te beginnen is er het celkweekmodel. Daarbij wordt in plastic bakjes het proces van botvorming nagebootst. Gedurende 21 dagen produceren botvormende cellen (osteoblasten) een botmatrix, die vervolgens wordt gemineraliseerd (dat wil zeggen dat calciumzouten worden toegevoegd voor een goede structuur). Dit celkweekmodel is heel geschikt om te onderzoeken hoe het proces precies verloopt: van dag tot dag is vast te stellen welke genen en eiwitten bij de botvorming betrokken zijn. Bovendien kunnen de onderzoekers bepaalde stoffen toevoegen om te zien of deze stoffen de vorming van de botmatrix of de mineralisatie stimuleren of juist remmen. Het is heel goed mogelijk dat met dit model stoffen worden getest die in de toekomst van belang kunnen zijn bij het voorkomen of behandelen van osteoporose bij de mens. Wasmachine
Prof. Van Leeuwen: “Het botvormings-
Het skelet is een essentieel onderdeel van het menselijk lichaam. Het geeft de mens vorm, zonder botten zouden we in elkaar zakken. Daarnaast dient ons skelet als aanhechtingsplaats voor de spieren en ter bescherming van kwetsbare organen als hart, lever en longen. Het skelet is ook de grootste opslagplaats van calcium in het lichaam. Calcium is onmisbaar voor het functioneren van spieren en zenuwen, maar ook voor de bloedstolling. Constant zijn in het skelet verschillende type cellen bezig om bot aan te maken (de osteoblasten) of af te breken (de osteoclasten). De osteoblasten produceren eiwitten die de zogenoemde botmatrix vormen. De botmatrix wordt vervolgens gemineraliseerd: er worden calciumzouten ingebouwd, waardoor het bot een sterke, maar toch voldoende elastische structuur krijgt. Tijdens de ontwikkeling en groei van het menselijk lichaam zal er meer bot worden gemaakt dan worden afgebroken. Bij gezonde volwassenen zijn deze processen in evenwicht: het skelet wordt niet groter of kleiner, maar door de cellen wordt er nog wel voortdurend aan het skelet gesleuteld. De osteoblasten bouwen continu aan de botstructuur, om in te spelen op de krachten die op het skelet inwerken en de osteoclasten ruimen andere botstructuren juist op. Hierdoor wordt tijdens het leven het bot continue ververst en blijft de sterkte op peil. Afhankelijk van de plaats in het skelet wordt per jaar 3 tot 30 % van het bot ververst.
proces is erg ingewikkeld. Allerlei factoren spelen een rol. Zo kunnen osteoblasten slechts tijdens een afgebakende periode van hun ontwikkeling botmatrixeiwitten produceren en die vervolgens mineraliseren. De uitdrukking ‘op de juiste tijd, op de juiste plaats’ is hier zeker van toepassing. Ik maak altijd de vergelijking met een wasmachine. Net als een wasprogramma moet het botvormingsproces een goed gecoördineerd programma doorlopen. Op het moment dat het vuile wasgoed in de trommel zit, moet het wasmiddel worden toegevoegd. Doe je het deurtje dicht en wacht je iets te lang, dan heeft het geen zin meer om alsnog wasmiddel toe te voegen, want
MON01 PAG 18-19
31-01-2007
10:36
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH FOCUS
Onderzoek naar botkwaliteit
het wordt toch niet meer door de wasmachine gebruikt. De wasmachine draait wel, maar de was wordt niet schoon. Zo zal ook geen goed bot worden gevormd als er iets mis gaat in de aansturing van de osteoblasten.” Calcium uitplassen
Bij een tweede onderzoeksmodel wordt een speciale muis bestudeerd, die vanwege een genetische fout te veel calcium via de urine afvoert. Prof. Van Leeuwen: “Bij gezonde mensen en dieren zorgt een calciumkanaal in de nieren ervoor dat er maar een beperkte hoeveelheid calcium met de urine wordt uitgeplast. Deze muizen hebben een niet-werkend calciumkanaal in de nieren, waardoor het calcium ongecontroleerd de urine instroomt. Het dier probeert het calciumverlies te compenseren door in de darm extra veel calcium uit het voedsel te halen. Als er te weinig calcium in het voedsel zit, zal de muis calcium gaan vrijmaken uit het bot. Zo’n diermodel geeft ons veel inzicht in het samenspel tus-
sen nieren, darmen en bot. Door dat inzicht krijgen we ook ideeën hoe we dat evenwicht zouden kunnen beïnvloeden.” Snelle veroudering
Tenslotte onderzoekt de groep van prof. Van Leeuwen de effecten van veroudering op het skelet. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenoemde TTD-muis, ontwikkeld door de afdeling Celbiologie & Genetica van Erasmus MC. De TTD-muis heeft een genetisch defect, waardoor het dier niet in staat is om beschadigingen die in zijn DNA ontstaan, te herstellen. Door dit genetisch defect veroudert de muis veel sneller dan zijn gezonde soortgenoten. Prof. van Leeuwen: “De TTD-muis ontwikkelt zich in de eerste periode van zijn leven normaal, ook wat betreft het skelet. Daarna veroudert de muis heel snel en gaat ook het skelet snel achteruit. Juist omdat de veroudering zo snel verloopt, is dit model zeer waardevol voor de bestudering
van verouderingseffecten op bot. Uiteindelijk zal de combinatie van ons onderzoek in de mens, de cellijnen en de muizen gericht op een betere diagnostiek en behandeling de oplossing
voor osteoporose en heupfracturen dichterbij brengen. Gezien de toenemende vergrijzing is dat geen onbelangrijke opdracht.” ■
Angstig en eenzaam na gebroken heup • Per jaar worden in Nederland meer dan 16.000 mensen in het ziekenhuis opgenomen met •
•
een heupfractuur, een gebroken heup. Bijna al die mensen (96%) zijn ouder dan 50 jaar en in bijna 75% van de gevallen zijn het vrouwen. Osteoporose is een belangrijke verklaring voor het grote aantal heupfracturen op latere leeftijd, maar niet de enige verklaring. Ook vermindering van de spierkracht en het reactievermogen spelen een rol. Jonge mensen reageren sneller bij een val en hebben meer kracht om de val met hun armen op te vangen. Als zij iets breken, is het meestal een arm of pols. Een ouder iemand komt bij een val eerder op een heup terecht. Daarnaast zijn veel mensen op hoge leeftijd kwetsbaarder, vanwege een tengere lichaamsbouw met weinig vetweefsel rond de heupen om de klap op te vangen. De gevolgen van een heupfractuur zijn groot: één jaar na de heupfractuur is 24% van de vrouwen en 33% van de mannen overleden. De psychische gevolgen zijn aanzienlijk. De mensen zijn na een heupfractuur vaak langere tijd hulpbehoevend en na herstel blijven veel mensen angstig om opnieuw te vallen. Daardoor zullen deze mensen niet veel meer in contact met de buitenwereld komen en vereenzamen. Daarnaast zijn er aan de operatie, verzorging en revalidatie enorme medische kosten verbonden: circa 14.000 euro per persoon. Door de vergrijzing, zal naar schatting het totaal aan kosten in 2025 opgelopen zijn tot meer dan één miljard euro per jaar.
MONITOR
feb/mrt 2007
19
MON01 PAG 20-21-24-25
31-01-2007
Tekst: Joop van de Leemput
10:43
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Den stercken Mensch Wetenswaardigheden over ouder worden en gezond blijven Oud & oersterk “Ouderdom komt niet altijd met gebreken.” Clichédoorbrekende conclusie uit het proefschrift van Wilma Nusselder, die aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is gepromoveerd op ouder worden en daarbij gezond blijven. Een stijging van de gemiddelde levensduur betekent niet in alle gevallen een toename van jaren met gezondheidsproblemen, stelt ze. Zo zullen mensen door niet te roken langer leven, maar ondanks hun hogere ouderdom minder jaren met ziekte en lichamelijke beperkingen doorbrengen. Leuk detail: op de voorkant van haar promotieboekje staat een Duitse houtsnede uit 1520 afgebeeld met daarop de fontein van de eeuwige jeugd. Hierin nemen ouderen, kreupelen, lammen en mismaakten een bad om hun jeugd te herwinnen. Over het verband tussen oud worden en ziekte bestaan in de wetenschap verschillende theorieën. Een optimistische houdt in dat het aantal jaren met ziekte afneemt naarmate we ouder worden (‘compressie’). Een pessimistische veronderstelt dat het aantal jaren met ziekte juist toeneemt (‘expansie’). Dr. Nusselder beveelt beleidsmakers aan niet alleen nadruk te leggen op fatale ziekten als kanker en hartziekten. Zij moeten ook letten op aandoeningen die invalide maken, denk aan artritis (gewrichtsontsteking) en rugklachten. Tenminste, als ze willen dat de bevolking niet alleen langer leeft, maar ook meer jaren van een goede gezondheid geniet. Proefschift: ‘Compression or expansion of morbidity?’, Wilma Nusselder, juni 1998.
“Individuen die overleven tot hun 85e levensjaar blijken over het algemeen gezonder te zijn dan individuen behorende tot eerdere cohorten.” Constatering uit een artikel van diverse auteurs van het Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg van Erasmus MC, te vinden in de uitgave ‘Bevolkingstrends’ van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Met ‘eerdere cohorten’ bedoelen de onderzoekers: groepen mensen die jonger zijn.
Op de foto’s: gezellig bridgen Mevrouw Janny Ruygers (90 jaar, op foto hierboven, tweede persoon van links) uit RotterdamHillegersberg speelt twee keer per week bridge. Haar dagen zijn zo goed gevuld dat ze zondag denkt: “Goh, het is alweer half 5.” Als 90-jarige is zij niet de oudste bridgespeler: meerdere mensen zijn al halverwege de negentig. Mevr. Ruygers verveelt zich niet: behalve bridge spelen, gaat ze wekelijks naar de gymnastiek, haalt ze te voet haar boodschappen, kookt ze elke dag, lost ze puzzels op, eet ze geregeld met vriendinnen bij de kokschool, houdt ze allerlei radio- en tv-programma’s bij (vooral politieke: ‘Ik hou van praatjes’) en bezoekt ze de kerk op zondag. Nog meer? ‘Ik brei voor Roemenië, sjaals en mutsen.” Dat was het? Nee, ze verzorgt ook nog vijf mooie orchideeën. En het huishouden? “Ramen zemen, stofzuigen en dat soort dingen doe ik zelf. Alles eigenlijk, behalve de keuken een grote beurt geven.” Lezen? “Nee. Of wel: Plus! Mijn lijfblad.” Komt ze elke dag buiten? “Ja, als het weer het toelaat.” Mevr. Ruygers heeft een uitstekend geheugen. Toen we haar ter ere van de foto’s op deze pagina’s bezochten, praatte en lachte ze 2,5 uur voluit. Ze somde moeiteloos allerlei jaartallen en namen op. Na afloop vroegen we of ze moe was. “Nee hoor.” Om gesprekstof zit ze nooit verlegen. “Soms zeggen de mensen: ‘Ik zag je gisteren in de Albert Heyn.’ Heb ik daar weer met iemand staan kwekken.” Dat al het bridgen en puzzelen haar geheugen in een goede conditie houdt, sluit ze niet uit: “Dat zou best kunnen.” Haar vader had haar moeder al gewaarschuwd: “Hou die maar in de gaten, die heeft een eigen wil.” Dat klopt wel, ze is energiek, weet precies wat ze wil. Toen een dominee na de dood van haar man met haar wilde samenwonen, zei ze beslist ‘nee’. Elkaar bezoeken en samen reizen, ja, maar niet samenwonen: “Daarvoor hecht ik te zeer aan mijn vrijheid.” Bovendien wilde ze haar appartement, waar haar man veel moeite voor had gedaan, niet van de hand doen. Daar liggen mooie herinneringen. Haar interesse is enorm. Ze houdt alles bij, zoals laatst een discussie in het programma Buitenhof over het moderne onderwijs en de nadelen die kleven aan te veel theorie en te weinig praktijk: “Er zijn geen echte ambachtslieden meer,” zo vat ze het samen. Tal van activiteiten spreken haar aan. “Vroeger zei ik tegen alles: ‘Ja, leuk, ga ik doen!” En nu nog: “Als ik opsta, luister ik op m’n gemak naar de radio, naar het nieuws, naar de files. Terwijl ik echt niet hoef te weten waar de files staan.” (Zie ook pagina’s 24 en 25.)
20
feb/mrt 2007
MONITOR
MON01 PAG 20-21-24-25
31-01-2007
10:44
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH FOCUS INVLOED VAN VATEN OP ONS GEHEUGEN Verslechtering van het geheugen is niet te wijten aan het ouder worden, maar valt toe te schrijven aan identificeerbare oorzaken. Die conclusie trok Monique Breteler in haar epidemiologische studie naar cognitieve achteruitgang bij ouderen. Zij is op dit onderwerp gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Inmiddels is ze daar benoemd tot hoogleraar. De conditie van de vaten speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij cognitieve achteruitgang, stelt ze. Het vaatstelsel heeft ernstig te leiden onder roken en overmatig vet eten. Vaten varen daarentegen wel bij geregeld gebruik van alcohol, met als voorwaarde dat men één tot twee glazen per dag drinkt. Bij een hoger alcoholgebruik slaat de balans door naar negatief. Ouderen met veel schade aan de kleine bloedvaten in de hersenen hebben een grotere kans om dement of depressief te worden. De schade is zichtbaar op MRI-scans als witte stof en infarcten, zo ontdekte Niels Prins, die hierop bij bovengenoemde prof. Monique Breteler promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Proefschrift: ‘Cognitive decline in the elderly’, Monique Breteler, juni 1993. Proefschift: ‘Cerebrale microangiopathie bij dementie en depressie. Een prospectieve MRI studie onder de algemene populatie’, Niels Prins, maart 2004
Gezond zijn=duur (ziekte goedkoop) “Succesvolle preventie zal de gezondheidskosten vrijwel altijd opdrijven.” Op het eerste gezicht merkwaardige conclusie van Jan Barendregt en Luc Bonneux. De twee zijn samen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gepromoveerd op de vraag hoe ouderdomsziekten (zoals hartziekte, beroerte, kanker, dementie of heupfractuur) zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Hun conclusie lijkt onjuist. Immers, dankzij succesvolle preventie blijven mensen langer gezond. Ze hoeven dan minder vaak naar de dokter of het ziekenhuis. Je zou verwachten dat de gezondheidskosten hierdoor dalen. Maar, zeggen de promovendi, dankzij succesvolle preventie blijven de mensen langer in leven, waardoor ze op latere leeftijd veelal kostbare zorg behoeven. Als voorbeeld noemen ze mensen die een hartaanval hebben gehad. Tegenwoordig wordt die vaker overleefd dan vroeger. Dezelfde mensen krijgen later vaak een Hoe ouder men is, des te ouder men beroerte of gaan lijden aan hartfalen. wordt. Bemoedigend is hun visie dat het einde van het leven niet Statistische wijsheid uit de geneeskunde. wordt bepaald door een ‘hard’ genetisch programma, een soort Hiermee wordt bedoeld: senioren die een hoge eindstreep die al vaststaat, maar door een ‘zacht’ einde, gekenleeftijd hebben bereikt, zullen vaak nóg ouder merkt door opgelopen (en meetbare) schade en gebrekkig worden omdat ze de diverse risico’s van het onderhoud. Dat is goed nieuws: op onderhoud van eigen lijf en leven goed hebben doorstaan. Ze zijn als het leden kan iedereen immers zelf invloed uitoefenen. ware de sterkste bomen van het bos, die alle Proefschrift: ‘Degenerative disease in an aging population’, stormen hebben overleefd. Jan Barendregt & Luc Bonneux, januari 1998.
Alwéér jarig
NIET IN NL “Wie zo oud mogelijk wil worden, kan beter niet in Tiel, Heerlen, of in Delfzijl wonen. Wie zo oud mogelijk wil worden, kan maar beter helemaal niet in Nederland wonen.” Constatering in NRC Handelsblad, in een artikel over de gemiddelde levensverwachting van Europeanen. Die van Nederlanders blijft sinds de jaren zeventig achter. Dat is mede te wijten aan roken. De huidige gemiddelde levensverwachting van een Nederlandse vrouw bedraagt op dit moment bijna 81 jaar, die van de man 76 jaar. Niet genoemd in het artikel, maar mogelijk wel een factor van invloed: het Nederlandse euthanasiebeleid. Ook hierdoor leven mensen minder lang, al is dat een vrijwillige keuze.
MONITOR
feb/mrt 2007
21
MON01 PAG 22-23
30-01-2007
17:13
Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Verstandig diëten tege Vaker dan normaal moeten plassen en veel dorst, dat zijn meestal de eerste symptomen van diabetes mellitus, in de volksmond aangeduid met ‘suikerziekte’. In Nederland hebben circa 600.000 mensen diabetes. Door de vergrijzing en onze manier van leven zal dat aantal nog verder stijgen. anneke Hortensius is diabetesverpleegkundige op de afdeling Inwendige Geneeskunde van Erasmus MC. Daarnaast is ze betrokken bij tal van regionale en nationale werkgroepen en projecten, waaronder het Diabetescentrum Rijnmond, die alle tot doel hebben de diabeteszorg te verbeteren. Hortensius: “Mensen met diabetes type II hebben geen tekort aan insuline, maar hun lichaam reageert er niet voldoende op. Vroeger werd deze vorm van diabetes ouderdomsdiabetes genoemd, maar die term is niet langer juist, omdat ook steeds meer jonge mensen deze vorm van diabetes krijgen. Door langdurig ongezond leefgedrag, met overmatig eten en weinig bewegen, ontstaat overgewicht en dat is een groot risico voor het krijgen van diabetes. Overgewicht zet als het ware het systeem onder druk. Overigens is overgewicht niet de enige factor die de kans op diabetes vergroot. Ook een ontsteking kan het proces versnellen. Daarnaast spelen erfelijke factoren een rol.”
H
Glucosespiegel
Het bekendste kenmerk van diabetes is een verhoogde concentratie van glucose in het bloed. Insuline speelt een belangrijke rol in de regulatie van deze glucosespiegel. Insuline zorgt ervoor dat glucose de lichaamscellen binnenkomt en daar wordt omgezet in energie die de cellen nodig hebben om te delen, te groeien, schade te repareren of eiwitten te maken. Wanneer insuline niet goed werkt, zal de glucosespiegel in het bloed te hoog worden. Het lichaam zal een teveel aan glucose proberen af te voeren via de urine. Dit gaat gepaard met extra vochtafschei22
feb/mrt 2007
MONITOR
ding, waardoor de patiënt vaker moet plassen en klaagt over dorst. Het vochtverlies kan uitdroging van de huid en jeuk veroorzaken. Hartinfarct
Diabetes blijft niet beperkt tot een verhoogde concentratie van glucose in het bloed. Hortensius: “Langdurige verhoging van de glucosespiegel kan leiden tot neuropathie, een aandoening van de zenuwen waarbij tintelingen of pijn in handen en voeten optreden. De hoge glucosespiegel heeft ook nadelige effecten op de bloedvaten. Diabeten hebben daardoor een verhoogde kans op een hartinfarct, nierfalen en artherosclerose (vernauwing van de bloedvaten door afzetting van vetachtige stoffen). Door suikerziekte kan ook retinopathie (ziekte aan de bloedvaten in het netvlies van het oog) ontstaan, wat kan leiden tot blindheid. Daarnaast kampen de patiënten regelmatig met slecht genezende wonden en blaasontstekingen.” Wondgenezing
Drs. Chantal Moues, plastisch chirurg in opleiding in Erasmus MC, kan dat bevestigen. Drs. Moues: “Eén van de eerste vragen die wij aan onze patiënten stellen is of zij diabetes mellitus hebben. We weten dat wonden bij patiënten met suikerziekte vaak moeizaam genezen. Bij de wat jongere diabeten zijn het voornamelijk wondinfecties die ons parten spelen, bij oudere diabeten zijn vaak de bloedvaten niet gezond.” De plastisch chirurg probeert wonden, ontstaan bij bijvoorbeeld de verwijdering van een tumor uit het hoofd, de hals, of de borst te sluiten met een weefselflap uit de buik van de patiënt.
Niet te veel en vooral gezond eten, adviseert Hanneke Hortensius
Drs. Moues: “Door de infectie en de slechte vaten wordt het wondgebied en de weefselflap niet voldoende van bloed voorzien. De weefselflap groeit niet goed aan, kan afsterven of voor een infectie zorgen, zodanig dat de operatie opnieuw moet worden uitgevoerd.”
De patiënten worden voor de operatie goed geïnformeerd over de risico’s. “De patiënten weten dat door hun suikerziekte het risico op complicaties groter is”, legt Moues uit. “Patiënten met extreem overgewicht zullen eerst moeten afvallen. Misschien zou het in de toekomst zelfs standaard beleid moe-
MON01 PAG 22-23
30-01-2007
17:14
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH FOCUS
tegen diabetes
THUISZORG Diabetesverpleegkundige Hanneke Hortensius ziet het liefst dat mensen met diabetes zo zelfstandig mogelijk met hun ziekte omgaan. “Maar soms is dat niet goed mogelijk. Vooral voor oudere mensen kan een bepaalde behandeling te ingewikkeld zijn om zelf uit te voeren. Misschien is het dan verstandig om terug te gaan naar een wat eenvoudigere behandeling.” Vaak wordt de thuiszorg ingeschakeld, die de patiënt een bezoek aan huis brengt. Zo’n bezoek geeft veel informatie: hoe is de thuissituatie? Is de patiënt in staat om de behandeling zelf uit te voeren? Is er een partner die steun kan bieden? Hortensius: “Zeker bij oudere diabetespatiënten is de vraag ‘welke behandeling ga je voorschrijven en hoe ga je controleren of het goed gaat?’ heel belangrijk. We zijn bezig om met de thuiszorg een netwerk op te bouwen zodat oudere, kwetsbare diabetespatiënten ook goed worden begeleid als ze uit het ziekenhuis komen. Verder werken we nauw samen met huisartsen, de thuiszorg, de GGD en personeel van verzorgings- en verpleegtehuizen om de zorg voor diabetespatiënten zo goed mogelijk op elkaar aan te sluiten.”
is. Het gaat er meer om dat de patiënt verstandig eet. Dat wil zeggen: niet te veel en vooral gezond. En voldoende bewegen. Ik besef heel goed dat dit voor veel mensen makkelijker gezegd is dan gedaan. Zeker oudere mensen leven al tientallen jaren volgens een bepaald patroon. Dat verander je niet zomaar. Ondersteuning van de omgeving om vast te blijven houden aan het dieet en te blijven sporten of bewegen is daarom enorm belangrijk.” Glucosespiegel
ten worden om alle patiënten voor de operatie te screenen op suikerziekte. Dan kunnen we, zeker bij grotere operaties, een eerlijker beeld geven over de mogelijke kans op een complicatie gerelateerd aan diabetes mellitus.” Hanneke Hortensius: “Inmiddels is er al veel bekend hoe je diabetes moet
behandelen en begeleiden. Daardoor kunnen veel complicaties tegenwoordig worden voorkomen of uitgesteld. Door regelmatige controle en tijdige behandeling door een oogarts komt blindheid bijvoorbeeld veel minder voor dan vroeger.” In het algemeen is het terugdringen
van het overgewicht door minder en verstandiger te eten en door meer te bewegen een stap in de goede richting. Hortensius: “Vroeger moesten diabetes patiënten een streng dieet volgen en werd bij wijze van spreken ieder aardappeltje gewogen. Inmiddels weten we dat dat echt niet nodig
Een dieet en meer bewegen is meestal niet voldoende om de klachten te laten verdwijnen. Vaak schrijft de arts ook medicijnen voor. Vroeger was de behandeling vrijwel volledig gericht op het corrigeren van de glucosespiegel in het bloed. Dat is inmiddels wel veranderd. Hortensius: “De behandeling is veel breder geworden. Zo worden de nadelige effecten van diabetes op de bloedvaten verkleind door andere risicofactoren, zoals een te hoge bloeddruk, roken, of te veel ongezonde vetzuren in het bloed, ook aan te pakken. Patiënten krijgen bloeddrukverlagende medicijnen en het advies om gezond te eten en te stoppen met roken.” ■ MONITOR
feb/mrt 2007
23
MON01 PAG 20-21-24-25
31-01-2007
Tekst: Joop van de Leemput
10:48
Pagina 4
Beeld: Levien Willemse
Den stercken Mensch Wetenswaardigheden over ouder worden en gezond blijven ‘Boeren en buitenlui’: alert op huidvlekjes Binnen tien jaar zal het aantal mensen met huidkanker met 75% zijn gestegen. Vooral senioren worden getroffen. Dat komt doordat huidkanker een traag voortschrijdende ziekte is. Esther de Vries bracht de toename van huidkanker in kaart. Zij is hierop gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. KWF Kankerbestrijding betaalde haar onderzoek. De kwaadaardigste vorm van huidkanker heet ‘melanoom’. De minst kwaadaardige vorm heet ‘basaalcelcarcinoom’. Van alle sterfgevallen aan melanoom in Nederland is de helft voor rekening van mannen van middelbare leeftijd en ouder. Campagnes voor tijdige opsporing moeten zich vooral op deze groep richten. Wie zichzelf in het verleden overmatig heeft blootgesteld aan de zon, denk aan alle mensen die grotendeels buiten werken zoals boeren en buitenlui, kan dat niet meer terugdraaien. Waar men wel invloed op heeft, is het moment van ontdekking. De overleving van mensen met een melanoom is de afgelopen decennia sterk toegenomen dankzij vroege opsporing en snelle behandeling. Een gemiddelde huisarts, die nu drie tot zes maal per week een consult besteedt aan huidkanker, zal in 2015 wekelijks tien tot twintig consulten hierover hebben, voorspelt de werkgroep ‘Prevalentie van Kanker’. Ook dermatologen gaan het veel drukker krijgen. Proefschrift: 'Trends en risicofactoren voor het melanoom van de huid in Europa', Esther de Vries, december 2004.
GRIEPPRIK HELPT ECHT Ouderen die zich ieder jaar opnieuw laten vaccineren tegen griep hebben een kwart (24%) lagere kans om te overlijden dan ouderen die dat niet doen. Al de eerste vaccinatie laat de kans op sterven met 10% dalen. Deze conclusies trekt Bettie Voordouw, die op de griepprik promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Omgerekend betekenen de uitkomsten dat per iedere driehonderd gevaccineerde personen van 65 jaar of ouder het overlijden van één dame of heer wordt voorkómen. Naast een lagere sterftekans blijken mensen met een relatief betere gezondheidstoestand die zich jaarlijks laten vaccineren een tot 33% verminderde kans te hebben om lagere luchtweginfecties te ontwikkelen. De kans op een longontsteking halveert zelfs bij hen. Proefschrift: 'Influenza Vaccination in Community Dwelling Elderly Persons', Bettie Voordouw, november 2005. 24
feb/mrt 2007
MONITOR
Op de foto’s: samen gymmen Niet alleen geestelijk, ook lichamelijk gaat het goed met mevr. Janny Ruygers (90) uit Rotterdam. Ze gymt elke week, al 29 jaar lang. Tot haar 85-ste heeft ze reizen gemaakt, tot in Zwitserland toe, waar ze in de bergen ging wandelen. “Ook nadat mijn man was overleden, heb ik reizen gemaakt. Alleen, ja. Dat vonden sommige mensen wel vreemd. Maar ik ontmoette in de bus altijd leuke mensen.” Mevr. Ruygers heeft een gehoorapparaat en één been is stijf, maar ze beschouwt zich desgevraagd als gezond. Voor haar goede gezondheid heeft ze geen verklaring. Ze vindt allerlei dingen leuk, is positief ingesteld en dagelijks actief. Dat alles helpt wel, denkt ze. De dood van haar man was een klap, maar ze zakte niet weg. Ze herinnert zich een uitspraak van haar moeder: ‘Het leven gaat altijd door.’ Dat haar christelijke geloof een gunstige invloed op haar leven uitoefent, vindt ze wel aannemelijk. Als ze één mooi ding ziet, is haar dag goed. Soms zit ze op de bank te genieten van de reusachtige wolken die voorbij drijven. Ze duikt in allerlei dingen, zoals een probleem van de buurvrouw die geen raad wist met een brief van UPC. Technisch is ze behoorlijk bij de tijd: ze kan het geluid van haar radio en tele-
visie via een ringsysteem direct in haar gehoorapparaat krijgen. “Alleen aan een computer begin ik niet meer. Was ik tien jaar jonger, dan deed ik dat wel.” Oud worden zit niet bij haar in de familie. Meerdere mannen zijn op jonge leeftijd aan hartkwalen overleden. Haar moeder en oma haalden niet de negentig, net zo min als haar broers en zussen. Ze komt niet uit een hoge welstandsklasse, waar de mensen doorgaans ouder worden: “Mijn vader moest als 9-jarige van school om voor 2,5 cent bij de boer te gaan werken. Maar hij heeft het geschopt tot de politie. Daar had hij een vast inkomen; ‘vaste armoede’ noemden we dat, ha ha.” Evenmin lijkt haar goede gezondheid te danken aan de voeding: ze omschrijft zichzelf als ‘een slechte eter’, al neemt ze wel geregeld fruit. “Ik eet weinig, bij de kokschool kan ik maar de helft van het bord op.” Maar recent is ontdekt dat weinig eten een gunstige invloed heeft. Op pagina 6, 7, 8 legt prof. Jan Hoeijmakers uit hoe gematigd eten levensverlengend werkt. Toch kleeft ook aan gezond oud worden een nadeel: “Ik ken niemand meer. Ik vermaak me best hoor, alleen: alles valt weg. Dat vind ik heel jammer.” Niettemin blijft het leven leuk, benadrukt ze: “Ik verveel me nooit, heb altijd wat te doen. Ik denk nooit: bah, alweer een dag. Nee eerder: goh, de week is alweer voorbij.” Mevr. Ruygers staat ook op de foto’s op pagina 20 en 21.
MON01 PAG 20-21-24-25
31-01-2007
10:49
Pagina 5
DEN OUDEN MENSCH FOCUS CLICHÉ: DEPRI ACHTER DE GERANIUMS “Nadere diagnostiek en behandeling van affectieve stoornissen bij depressieve ouderen blijft achterwege.”
Hulpmiddelen thuis besparen amper De inzet van handige hulpmiddelen bij 75-plussers thuis, zoals een toiletverhoging, douchezitje, wandstang of looprek, leidt nauwelijks tot besparingen in thuiszorg. Eind jaren tachtig besloot de overheid om senioren te stimuleren zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Hierbij kreeg bevordering van ‘thuiszorgtechnologie’ voorrang. Idee hierachter was dat allerlei handige hulpmiddelen de zelfredzaamheid vergroten. Hierdoor zou het beroep op de thuiszorg verminderen, zo nam de overheid aan. Mirjam de Klerk ontdekte dat dit een illusie is. Zij promoveerde hierop aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hulpmiddelen worden niet in plaats van, maar aanvullend op thuiszorg gebruikt. De thuiszorg helpt vooral bij activiteiten waarvoor nauwelijks hulpmiddelen beschikbaar zijn, zoals iemand uit bed halen en aankleden Hulpmiddelen bieden steun bij bezigheden waarvoor geen thuiszorg beschikbaar is, zoals lopen. Alleen voor wassen bestaan hulpmiddelen en aanpassingen die de druk op de zorg verlichten. Het is immers gemakkelijker om iemand te helpen met wassen in een volledig aangepaste badkamer. Toch maakt zo'n aangepaste badkamer de verpleging nog steeds niet overbodig. Daarbij komt dat werkers in de thuiszorg belangrijke functies vervullen die hulpmiddelen nooit kunnen overnemen: aandacht, afleiding, gezelligheid, steun, advies. Veel hulpbehoevende senioren maken niet optimaal gebruik van de hulpmiddelen. Dat is te wijten de gebrekkige bekendheid ervan. Ook kennen ouderen en hun verwijzers de mogelijkheden tot financiële vergoeding onvoldoende. Dit hangt samen met allerlei sterk verbrokkelde wetten en regels. Het is allemaal onoverzichtelijk en ingewikkeld. Uit de studie bleek ook dat senioren zich vaak schamen om een hulpmiddel te gebruiken omdat anderen dan kunnen zien dat zij 'oud en hulpbehoevend' zijn. Mirjam de Klerk heeft voor haar onderzoek ruim zeshonderd alleenstaande 75-plussers mondeling geënquêteerd. Daarnaast is een schriftelijke enquête bij negentig hulpverleners in de thuiszorg afgenomen. Proefschrift 'Het gebruik van ADL-hulpmiddelen door ouderen’, Mirjam de Klerk, februari 2005.
Naar ouderen en depressie is volop onderzoek verricht. Maar hoe vaak depressie bij hen voorkomt is onduidelijk gebleven, stelt Aartjan Beekman, die hierop is gepromoveerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De onduidelijkheid is te wijten aan verschil van mening over hoe depressie moet worden gedefinieerd en gemeten. Of het clichébeeld van de neerslachtige en lusteloze bejaarde ‘achter de geraniums’ wel op juistheid berust, was dus onduidelijk. Dr. Beekman zocht dit uit. Hij onderscheidt in zijn promotie major depressie en minor depressie, zeg maar: groot en klein. De eerste, ernstige depressie komt bij 2% van de senioren voor, dus één op de vijftig ouderen, zo heeft hij berekend. De tweede, lichtere vorm komt bij 15% voor, dus één op de zeven. Opmerkelijk: zelfs bij ‘grote’ depressie krijgt de overgrote meerderheid van de senioren geen behandeling aangeboden. Dat komt niet doordat de ouderen dit zelf afwijzen. In tegendeel, de meeste senioren waren hiervoor bij hun huisarts geweest. Veel van hen kregen benzodiazepinen voorgeschreven, maar nadere diagnostiek en behandeling van de affectieve stoornis bleef uit. Wie meent dat veel senioren depressief zijn, heeft het bij het verkeerde eind, al is discussie mogelijk over wat ‘veel’ is. Zes van de zeven ouderen hebben deze aandoening in ieder geval niet. Proefschrift: ‘Depression in Late Life: Studies in the Community’, Aartjan Beekman, mei 1996.
Zeg ja tegen ‘senior-APK’ Senioren in verzorgingstehuizen benoemen hun klachten minder makkelijk. Bovendien heeft de omgeving de neiging minder gewicht eraan toe te kennen. De medische sector noemt dit het ‘ijsbergfenomeen’. Hier valt goed iets tegen te ondernemen. Dat ouderen hun klachten niet benoemen, wil niet zeggen dat er geen klachten zijn. Onderzoeker Harald de Burlet bewees dit al vijftien jaar geleden. In zijn onderzoek, waarop hij destijds promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, werden meer dan driehonderd bewoners uit Haarlem en omgeving onderzocht en kwam een waslijst klachten naar de oppervlakte. Er was sprake van 372 ‘signalen’, zoals hij de ongemakken en kwalen noemde. De tot dan onbekend gebleven klachten betroffen (van vaker naar weinig genoemd): het geheugen, medicatie, staan & gaan, bloeddruk, gezichtsvermogen, gewicht, continentie (plassen) en depressie. Illustratief, en ook schokkend, is het voorbeeld van een 85-jarige bejaarde dame die haar plas niet kon ophouden. Ze droeg luiers met scherpe randen, dus die knipte ze af. Het restant wikkelde ze in flanellen lappen. Zij meldde dat ze ’s nachts vier keer nat was, waarschijnlijk door het verknippen. Het verschonen, ook ’s nachts, kostte veel moeite. De huisarts wist van niets. De dame had haar ongemak niet geuit. Zulke ‘signalen’ komen bovendrijven met de ‘gezondheids-APK’. De ondervraagde en onderzochte senioren reageerden positief op de studie. Ze deden graag mee en wensten zelfs dat het medische onderzoek geregeld zou worden herhaald. De ontdekking van meer dan de helft van deze klachten werd door de huisarts als ‘nuttig’ of ‘zeer nuttig’ bestempeld. Toch waren de artsen terughoudend over het nut van de preventieve controle. Maar één op de drie vond dat de senior-APK voortgezet zou moeten worden. De huisartsen vonden dat ze al voldoende op de hoogte werden gebracht van de gezondheid van de ouderen, hetzij via verzorgenden, hetzij via de familie. Met alle zorgelijke debatten over vergrijzing en verwoede pogingen om de kosten van de gezondheidszorg in de hand te houden, lijkt een ‘senior-APK’ verder weg dan ooit. Maar het nut ervan blijft overeind. Proefschrift: ‘Ouderdom: altijd gebreken?’, Harald de Burlet, 1992.
MONITOR
feb/mrt 2007
25
MON01 PAG 26-27
30-01-2007
17:20
Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Schedel niet langer ‘ bla
Op zoek naar voortekenen van dementie of herse Dementie is een ziekte die meestal pas op latere leeftijd optreedt, maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat de ziekte al veel eerder ontstaat. Door MRI-scans van de hersenen te maken, hopen onderzoekers in Rotterdam afwijkingen en veranderingen op te sporen die een voorbode zijn van dementie. e MRI-scanner is een fantastisch apparaat. Vóór de tijd van de MRI was de schedel eigenlijk een ‘black box’, een doos waar je niet eenvoudig naar binnen kon kijken. Dankzij MRI kunnen we nu hersenstructuren en verbindingsbanen bekijken. Ook laesies, dat zijn kleine beschadigingen en kleine herseninfarcten worden zichtbaar.” Aan het woord is prof. Monique Breteler, hoogleraar Epidemiologie en Biostatistiek. Zij doet sinds 1990 onderzoek naar dementie. Binnen Erasmus MC werkt ze hierbij vooral samen met de afdelingen Neurologie en Radiologie. De onderzoeksgroep maakt gebruik van een MRI-scanner, waarmee zeer gedetailleerde beelden van de hersenen gemaakt kunnen
“D
HET NUT VAN SPELLETJES Bridgen, sudoku’s, cryptogrammen, kruiswoordraadsels… helaas blijken spelletjes en puzzels om het geheugen te trainen geen effect te hebben op het voorkomen of vertragen van dementie. Toch zijn dergelijke spelletjes juist voor mensen met dementie zeer zinvol. Ze geven, zeker wanneer ze met een bepaalde regelmaat worden gespeeld, structuur aan het leven en dat is nou net wat er ontbreekt in het leven van een dementerende. Ook het bespreken van gebeurtenissen uit het verleden aan de hand van foto’s zorgt ervoor dat de patiënt zich sociaal betrokken voelt.
26
feb/mrt 2007
MONITOR
worden. Door de scans hoopt men veranderingen in de hersenen te kunnen opsporen die voorboden zijn van dementie of herseninfarcten (schade aan hersenweefsel door een afsluiting van een bloedvat in de hersenen). ERGO
Het onderzoek naar oorzaken van dementie wordt verricht binnen ERGO, het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek. Inmiddels worden voor deze studie zo’n 15.000 mensen van 45 jaar en ouder uit de Rotterdamse wijk Ommoord onderzocht op ziekten die op oudere leeftijd veel voorkomen, zoals hart- en vaatziekten, botontkalking, gewrichtsslijtage, oogziekten en dementie. Prof. Breteler: “In 1990 zijn we begonnen met het ERGO-onderzoek. We hebben toen ook vastgesteld dat 6% van de mensen van 55 jaar en ouder een vorm van dementie heeft. Op 55-jarige leeftijd hadden maar weinig mensen last van dementie, maar met het toenemen van de leeftijd neemt dat percentage snel toe, tot meer dan 35% bij mensen ouder dan negentig jaar. Vanaf het begin van ERGO hebben we ook met MRI-scans geprobeerd de hersenen te onderzoeken. Het eerste MRI-onderzoek betrof honderd mensen uit ERGO. In die eerste studie werden de MRI-scans nog in Utrecht uitgevoerd. We zagen toen al duidelijke veranderingen in de witte stof van de hersenen van mensen met cognitieve problemen en dementie.” Al langer is bekend dat de hippocampus en de amygdala in de hersenen van
Prof. Monique Brekeler (rechts) bestudeert op beeldscherm de MRI-scans.
patiënten met dementie kleiner zijn dan bij gezonde mensen. Deze hersengebieden zijn onder andere belangrijk voor het geheugen en de verwerking van emoties. Bij mensen met dementie krimpen de hippocampus en de amygdala, waardoor functies ook langzaam verloren gaan. Snelle krimp
In 1995 werd het MRI-onderzoek uitgebreid en werden duizend mensen gescand. Ze werden op basis van de grootte van hun hippocampus en
amygdala in groepen verdeeld. Vervolgens werden deze mensen gevolgd op het ontstaan van dementie. Uit het onderzoek bleek dat mensen met een kleine hippocampus en amygdala een grotere kans hadden op dementie dan mensen waarbij deze hersengebieden groter waren. Dit suggereerde dat een snelle krimp van beide gebieden een rol speelt bij het ontstaan van dementie. Op basis van deze eerdere onderzoeksresultaten en plannen voor vervolgonderzoek, ontving prof. Breteler in 2004 een Vici-subsidie van 1,25
MON01 PAG 26-27
30-01-2007
17:20
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH FOCUS
er ‘ black box’
tie of herseninfarct
1700 schedelplaatjes Voor het onderzoek naar dementie wordt het hoofd in ongeveer dertig minuten gescand. De huidige scanprocedure levert ongeveer 1700 plaatjes van de schedel en de hersenen op. Het zou ondoenlijk zijn om al die plaatjes afzonderlijk te bekijken en te beoordelen. Daarom worden de plaatjes opgeslagen in de computer en daar met beeldverwerkingsprogramma’s bewerkt om er zoveel mogelijk informatie uit te kunnen halen. De scanmethode heeft veel voordelen. Zo hoeft er voor een MRI-scan niet geopereerd te worden en omdat gebruikgemaakt wordt van radiogolven en magnetische velden, is de techniek ook niet schadelijk voor de gezondheid.
WAT IS DEMENTIE?
• Dementie, afgeleid van het Latijnse ‘demens’, betekent letterlijk: ont-geesting, het verliezen van de geestelijke vermogens.
• De ziekte van Alzheimer is de belangrijkste oorzaak van dementie. Iemand wordt dement genoemd wanneer er problemen ontstaan met het geheugen en er daardoor beperkingen ontstaan in het dagelijks functioneren. De geestelijke achteruitgang is bij dementie blijvend en wordt vaak met het verloop van de jaren erger.
• Andere vormen van dementie zijn: vasculaire dementie, waarbij bloedvaatjes in de hersenen beschadigd of afgesloten zijn (waardoor bepaalde delen van de hersenen geen bloed krijgen en afsterven), Lewy Body, een ziekte met onbekende oorzaak, en alcohol- of medicijnvergiftiging.
• Kenmerken van dementie zijn: vergeetachtigheid, moeite met oriënteren, problemen met taal en rekenen, moeite met bepaalde handelingen, en soms verandert het karakter.
• In Nederland wordt naar verwachting één op de drie vrouwen en één op de vier mannen na het 65ste jaar dement. Door de langere levensduur zal dit aantal nog verder toenemen. Op dit moment is dementie niet te genezen.
miljoen euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Dit subsidiegeld maakte het mogelijk om samen met de afdeling Radiologie van Erasmus MC het MRI-onderzoek uit te breiden naar tienduizend deelnemers van de ERGO-studie. In augustus 2005 werd speciaal voor het hersenonderzoek een MRI-scanner geplaatst in het Gezondheidscentrum in Ommoord. Het is de bedoeling dat elke deelnemer aan ERGO elke drie jaar gescand wordt, zodat het ontstaan van veranderingen in de hersenen binnen één
patiënt in de tijd gevolgd kan worden. Het ERGO-onderzoek is uniek in de wereld. Niet alleen vanwege het grote aantal mensen dat wordt onderzocht, maar ook omdat vanuit verschillende disciplines naar de ouderdomsziekten wordt gekeken. Zo verwierf dr. André Uitterlinden van de afdeling Inwendige Geneeskunde van Erasmus MC recent een grote subsidie waarmee de ERGO-onderzoekers de verschillen in het DNA, de genetische code, van de deelnemers aan ERGO kunnen gaan bestuderen (zie Monitor nr. 5, 2006). Deze genetische informatie zal ook
gebruikt worden in het onderzoek naar dementie. Prof. Breteler: “In sommige families komt Alzheimer veel vaker en ook op jongere leeftijd voor dan in andere families. Er lijkt in die families wel een erfelijke factor een rol te spelen, maar in het algemeen zullen er ook minder opvallende variaties in het DNA voorkomen die van invloed zijn op het ontwikkelen van dementie.” Eerder scannen
De eerste onderzoeken vonden plaats bij mensen van 55 jaar en ouder, maar vanaf 2006 worden ook mensen van
45 jaar en ouder in de ERGO-studie onderzocht. De onderzoekers verwachten bij deze relatief jonge mensen nauwelijks dementie aan te treffen. Prof. Breteler: “Maar veel ziekten die op latere leeftijd optreden, hebben hun wortels op jongere leeftijd. Er zijn dan meestal nog geen symptomen van dementie zichtbaar, maar vaak zijn er dan al wel veranderingen in het lichaam aantoonbaar die samenhangen met het ontstaan van dementie op latere leeftijd. Hoe eerder we kunnen vaststellen dat iemand dementie gaat ontwikkelen, hoe eerder we kunnen ingrijpen om het proces te stoppen.” ■ MONITOR
feb/mrt 2007
27
MON01 PAG 28-29
31-01-2007
Tekst: Monique Hamerslag
11:14
Pagina 2
Beeld: Levien Willemse
Vervaagde wereld, veranderd Nel en Reinder van Raalte zijn 74 en 78 jaar. Ze zijn al meer dan vijftig jaar gelukkig getrouwd, hebben kinderen en kleinkinderen. De laatste jaren is de relatie veranderd: Reinder lijdt aan dementie. einder is een vriendelijke, verzorgde man. Hij zit bij het raam dat uitziet over de haven en het centrum van Schiedam. Op het eerste gezicht valt niets vreemds op. Maar als Nel een chocolaatje bij de thee aanbiedt, en het schaaltje bij hem op tafel zet, blijft hij dooreten. Hij is niet verslaafd aan chocola, maar vergeet direct dat hij een bonbon at.
R Boer
Nel vertelt het verhaal dat Reinder niet meer kan verwoorden. “Mijn man is opgegroeid in Schiedam, maar in de vakanties logeerde hij altijd bij een tante in Groningen. Daar raakte hij geboeid door het boerenleven. Hij wilde boer worden, en doorliep met succes de hogere landbouwschool. Het lukte niet een boerenbedrijf over te nemen. Hij vond werk in Dokkum en verbleef in de vakanties bij zijn ouders in Schiedam. Daar hebben wij elkaar ontmoet, want ik was een vriendin van zijn zus. Het was liefde op het eerste gezicht. Echte liefde, want hij kwam voor mij in Schiedam wonen. Hij had een aantal betrekkingen. Rond 1967 werd hij directeur Groenvoorziening in Den Haag, waar hij bleef tot zijn pensioen. Zo was hij toch bezig met wat groeit en bloeit.”
Mevr. Nel van Raalte probeert met foto’s het geheugen van haar man te prikkelen
was lid van de Rotary, verzorgde rondleidingen door Schiedam en het Gedistilleerd Museum, zat in allerlei besturen en leidde tijdens verkiezingen altijd een stembureau.” Van dat actieve leven bleef niets over.
Rotary
Nel werkte met plezier als telefoniste voor de PTT. “Ik heb na Reinders pensionering nog een paar jaar gewerkt. Hij bleef ook actief. Reinder 28
feb/mrt 2007
MONITOR
‘Een sociaal leven is moeilijker geworden’
Nel blikt terug: “Ik merkte voor het eerst dat iets niet klopte op de bridgeclub, zeven jaar geleden. Reinder begon spelregels te vergeten. Thuis kon hij agressief reageren om niets. Het waren de eerste tekenen.” Achteraf denkt Nel dat die boosheid voortkwam uit onmacht, hij voelde dat er iets mis was, maar kon er niets mee. “Hij kreeg ook allerlei vage klachten en pijntjes. Ik besloot een afspraak te maken met de huisarts, en
Reinder ging zonder tegensputteren mee. Dat was ook raar.” De huisarts herkende het beeld niet, en stuurde Reinder naar huis met het advies te stoppen met roken. Reinder vond het allemaal best en maakte zich vreemd genoeg absoluut niet druk om de reactie van de huisarts. Sirene
Terwijl Nel vertelt, klinkt op straat een sirene. Reinder veert op, steekt
MON01 PAG 28-29
31-01-2007
11:15
Pagina 3
DEN OUDEN MENSCH FOCUS
anderde relatie
‘Ik mis Reinder als gesprekspartner’ “Hij is als een kind geworden. Hij hobbelt achter me aan. Ik prak zijn eten voor hem, zodat hij goed eet. Onze relatie is veranderd. We zijn niet meer als man en vrouw, mijn gevoelens voor hem zijn nu eerder moederlijk. Ik mis hem ook als gesprekspartner. Hij gaat nu twee dagen per week naar dagopvang. Het is fijn die dagen echt voor mezelf te hebben, maar ik ben 's avonds zo blij als hij thuiskomt. In december kregen we bericht dat er definitief plaats voor Reinder is in een verpleegtehuis. Ik heb er een nacht niet van geslapen. Ik kan hem nog niet missen.“
gevraagd als gids. En hij taalde er ook niet meer naar.” Dat er iets ernstig mis was, bleek overduidelijk tijdens een ziekenhuisopname wegens hartklachten. Reinder was onrustig, ging telkens zijn bed uit en trok steeds de slangen en draadjes weg. Geheugenpolikliniek
“Op een dag las ik over de ‘geheugenpolikliniek’, van de poli Geriatrie in Erasmus MC. Daar kun je in een paar weken een diagnose krijgen. We maakten een afspraak. Tijdens alle gesprekken keek Reinder míj aan als hem een vraag gesteld werd. Aan het eind van de laatste testdag zei de dokter: ‘Ik heb een treurige mededeling voor u.’ Ik was onderhand wel voorbereid op de diagnose Alzheimer, maar mijn dochter die er bij was niét.” Reinder is nu onder behandeling bij dr. Van der Cammen. Zijn dementie is al vergevorderd. Er bestaan nog geen medicijnen die Alzheimer genezen. Wel krijgt hij Ebixa voorgeschreven. Dit middel kan enig effect op de achteruitgang hebben. Nel zegt een positief resultaat ervan te bespeuren. Apies kijken
een vinger in de lucht, zegt “heeeee” en kijkt Nel aan met een blij verrast gezicht. Alsof hij zich opeens een naam herinnert die hij even kwijt was. Nel glimlacht. “Ik ben nog eens meegegaan met een rondleiding”, vervolgt ze haar verhaal. “Zijn vaste uitleg lukte nog, maar op vragen kon hij niet meer goed ingaan. Dat was een pijnlijke ervaring. Je stopt dat weg, wilt het gewoon niet zien. Hij werd al gauw niet meer
Tegenwoordig kan Reinder vrijwel niets zelfstandig. Nel helpt met aanen uitkleden, naar de wc gaan, scheren, gebit uitdoen. Hij heeft geen belangstelling voor zijn omgeving. Nel geeft een voorbeeld: “Als vroeger de tweeling, onze kleinkinderen, op bezoek kwamen, gingen ze in een fotoboek ’apies kijken’. Maar je zag zijn aandacht steeds meer verslappen, en nu is het helemaal voorbij. Als de kleinkinderen komen zie je nog wel een blik van herkenning, maar hij weet hun namen niet meer. Iedere patiënt is anders. Sommigen gaan terug naar het verleden. Reinder vergeet het recente en verre verleden. Zijn wereld vervaagt.” Terwijl Nel spreekt, begint haar man
‘Ik prak zijn eten voor hem, zodat hij goed eet’
rusteloos door de kamer te lopen. Hij stopt bij de salontafel en maakt een vragend gebaar met zijn armen. Nel: “Wil je de kopjes naar de keuken brengen?” Reinder buigt naar de tafel. Nel grijpt nog net in voordat hij met twee handen vol in de vlammetjes van de waxinelichtjes grijpt. Ze geeft hem de kopjes en Reinder verlaat de kamer. Nel kijkt hem na. “Hij raakt woorden en begrippen kwijt. Hij begrijpt veel niet meer. Als ik hem vraag een beker naar de badkamer te brengen, kan ik die beker later in de wastafel van de wc vinden. Hij weet niet meer wat de badkamer is.” Genieten
Door de ziekte van Reinder is het wereldje van het echtpaar kleiner geworden. “Een sociaal leven is moeilijker geworden”, zegt Nel. “Mensen vinden het moeilijk omgaan met hem, ze weten er geen raad mee en blijven weg. Dat is jammer.” “Onze dochters wonen ver weg. Met de trein kunnen we er niet meer naartoe, want de toiletten in de trein zijn zo klein dat ik hem niet kan helpen. Dat zijn van die dingen waaraan je de achteruitgang merkt. Autorijden met hem durf ik niet meer, zeker niet op de snelweg. Hij zit overal aan, bijvoorbeeld de versnellingspook. Bij mijn zoon heeft hij een keer onder het rijden de deur open gedaan.” “Toch proberen we van alles nog te genieten. Samen naar La Venezia een kopje koffie drinken, naar de inloopconcerten hier in de Grote Kerk. Tot voor kort gingen we elke vrijdag naar de markt, maar dat valt steeds zwaarder. Van de zomer was ik hem zelfs een keer kwijt.”
Trouw
Nel zegt steun te hebben aan de coach, een medewerkster van de thuiszorg. “Zij belt regelmatig op, komt ook langs, vraagt hoe het gaat, of ik het een beetje kan redden. Daar kan ik mijn verhaal goed kwijt, net als op de bijeenkomsten voor mantelzorgers.” “Ook mijn zus en zwager staan altijd klaar voor ons. In december namen ze ons mee naar een levende kerststal, en daarna uit eten. Het was een heerlijke dag.” “In 2003 waren we vijftig jaar getrouwd, en ik ben zo blij dat we het gevierd hebben. We hebben elkaar trouw beloofd. Mensen vinden het knap dat ik dit volhoud. Maar het is toch helemaal niet bijzonder? Als ik dit had, zou ik het ook fijn vinden als iemand voor me zou zorgen?” ■
MONITOR
feb/mrt 2007
29
MON01 PAG 30/31
31-01-2007
15:09
Pagina 2
REAGEERBUIS Tekst: Kees Vermeer
Beeld: Levien Willemse
Prof. Ewout Steyerberg (39 jaar, geboren in Delft) is afgelopen november benoemd tot hoogleraar Medische Besliskunde, in het bijzonder prognostische modellering. Dat vakgebied houdt zich bezig met het nut van medisch handelen, zoals diagnostische tests en behandelingen. Centraal staat de vraag: waarom zouden artsen het één moeten doen en niet het ander? In de nabije toekomst zal de computer artsen steeds meer ondersteunen met op de patiënt toegesneden adviezen, verwacht prof. Steyerberg.
Prof. Ewout Steyerberg beperkt vakgebied. De laatste tijd houd ik mij meer bezig met veelvoorkomende kankers en hart- en vaatziekten. Dat heeft wetenschappelijk meer impact.” Welke ontwikkeling zet uw vakgebied op z’n kop?
“Er komen steeds gemakkelijker en steeds meer gegevens beschikbaar om analyses mee te doen. Bovendien krijgen computers steeds meer rekenkracht. We kunnen dus betere prognostische modellen ontwikkelen, en de resultaten daarvan zullen dichter bij de praktijk komen. In de toekomst zal de arts per patiënt beslissen over de behandeling, op grond van kenmerken van die patiënt en met een advies van de computer. Deze zogeheten evidence-based behandelplannen, toegesneden op de individuele patiënt, bestaan al voor sommige ziekten. Maar ik denk dat artsen in de toekomst op veel meer gebieden geautomatiseerde ondersteuning zullen krijgen.” Welke eigenschap die u mist, bewondert u in collega’s?
“Ik waardeer mensen die hoge wetenschappelijke kwaliteit kunnen combineren met ordelijkheid, zoals een opgeruimd bureau. Zelf spring ik makkelijk naar de volgende klus, zonder eerst de vorige helemaal netjes af te ronden.” Hoe bent u in dit vakgebied verzeild geraakt?
“Het waarom van medisch handelen heeft me altijd getrokken. Ik heb in Leiden Biomedische Wetenschappen gestudeerd, waarbij ik me ben gaan bezighouden met medische statistiek en voorspellende modellen. In 1991 kwam ik bij de Rotterdamse medische faculteit, bij het toenmalige Centrum voor Klinische Besliskunde.” Welke recente kwestie trof u zeer?
“We hebben begin 2005 meegewerkt aan een advies van de Gezondheidsraad over het nut van tetanusvaccinatie na een ongeval. Die vaccinatie wordt uit voorzorg gegeven, maar heeft volgens ons heel weinig nut. In 1955 is in Nederland het Rijksvaccinatieprogramma ingevoerd en sindsdien wordt vrijwel 30
feb/mrt 2007
MONITOR
iedereen als kind al tegen tetanus gevaccineerd. De vaccinatie na een ongeval is alleen nuttig voor mensen die vóór 1955 zijn geboren, of die zeker niet zijn gevaccineerd. Hier zie je dus een heel groot contrast tussen de dagelijkse praktijk en het medisch bewijs daarvoor.” Die extra tetanusvaccinatie wordt dus meteen afgeschaft?
“Nee, dat kan nog wel even duren, denk ik. Zelfs een advies van de Gezondheidsraad heeft niet direct effect op de medische praktijk. Dat is wel eens frustrerend, maar hoort er nu eenmaal bij. Het duurt soms meer dan tien jaar voordat protocollen en leerboeken voor artsen worden aangepast. Dat komt onder andere doordat eerst aanvullend en bevestigend onderzoek nodig is.” Van welke beslissing heeft u spijt?
“Ik ben begonnen met onderzoek naar modellen voor mannen met testiscarcinoom (zaadbalkanker). We behaalden mooie resultaten, maar toch voor een
Wat doet u met tegenzin, maar is toch nodig?
“Administratie rond subsidieaanvragen. Binnen Erasmus MC werken we gelukkig met aanvragen van slechts zo’n vier pagina’s. Dat vind ik goed. Maar ik heb wel eens een aanvraag voor een klein bedrag herschreven tot veertig pagina’s. Ik vraag me af of dat zin heeft. En dan is er ook nog de eindrapportage van een gesubsidieerd onderzoek. Of een subsidie goed is besteed, blijkt volgens mij uit de wetenschappelijke artikelen die uit het onderzoek voortkomen. Ik vind dat een subsidiegever zich daar op moet richten, en niet op eindverslagen. Het schrijven daarvan is een onnodige belasting.” ■
‘Frustrerend: soms vergen veranderingen meer dan tien jaar’
MON01 PAG 30/31
31-01-2007
15:09
Pagina 3
AGENDA Door: Brenda Kartowikromo,
[email protected]
COLOFON Monitor is het blad voor externe relaties van het Erasmus MC. Oplage: 9000 exemplaren. Abonnementen:
[email protected]
CONGRESSEN • ORATIES • PROMOTIES • SEMINARS
Promoties, oraties, lezingen, symposia: voor actuele gegevens zie de website van Erasmus MC: www.erasmusmc.nl, klik op 'actueel', daarna op 'agenda'. Promoties vinden plaats in Collegezaal 7 van Erasmus MC, faculteitsgebouw, ingang Dr. Molewaterplein 50 te Rotterdam tenzij hieronder anders vermeld.
Redactie-adres: Erasmus MC, Sector Communicatie, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam, Bezoekadres: Dr. Molewaterplein 50, Telefoonnummer: 010 - 463 50 90, E-mail: j.vandeleemput@ erasmusmc.nl
12 FEBRUARI ■ Afdeling Hematologie organiseert seminar ‘Molecular and cellular characterization of leukaemia stem cells’. Spreker: Brain Huntly, University of Cambridge. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Afdeling Hematologie, faculteitesgebouw. Meer informatie:
[email protected]
Hoofdredactie: Majella de Spaey Eindredactie: Joop van de Leemput, Emile Hilgers Aan dit nummer werkten mee: Gert-Jan van den Bemd, Nynke Feenstra, Gemeentearchief Rotterdam, Monique Hamerslag, Cindy Juinen, Brenda Kartowikromo, Connie Meilof, Kees Vermeer, Helen van Vliet, Zorggroep STR Services Fotografie: Levien Willemse Art-direction: Ditems Media BV. Bert van der Ryd, Kim Brinkkemper Drukwerkcoördinatie: Baillien & Maris, Hasselt (België)
13 FEBRUARI ■ Molecular Medicine Postgraduate School organiseert bridge meeting on Bio Informatics: ‘The Biological Clock & Update on Research on Aging’. Spreker: Dr. Bert van der Horst, afdeling Klinische Genetica Erasmus MC. Tijdstip: 11.00-12.30 uur (inclusief lunch). Locatie: Josephine Nefkens Instituut, faculteitsgebouw. Meer informatie: Joris Lenstra of Frank van Vliet, telefoon 010 4087518, www.molmed.nl
Overname artikelen: Artikelen mogen alleen worden overgenomen met bronvermelding: Monitor, Erasmus MC. Een bewijsnummer wordt op prijs gesteld.
14 FEBRUARI ■ Promotie S.A. Mohammedamin. Titel proefschrift: ‘Infectious skin diseases in children in general practice epidemiology and management’. Tijdstip: 11.45 uur ■ Promotie mw. B.M. Wammes. Titel proefschrift: ‘Evaluation of a nationwide mass media campaign aimed at prevention of weight gain in Dutch young adults’. Tijdstip: 13.45 uur 15 FEBRUARI ■ Molecular Medicine Postgraduate School organiseert ‘11th Annual Molecular Medicine Day’. Tijdstip: 8.00-18.30 uur. Locatie: Congrescentrum Engels, Rotterdam. Meer informatie: Joris Lenstra, telefoon 010 4087518, www.molmed.nl 21 FEBRUARI ■ Promotie mw. S.W. Loudon. Titel proefschrift: ‘Improvement of therapy for amblyopia’. Tijdstip: 15.45 uur
Erasmus MC maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). De NFU is een samenwerkingsverband van de acht universitair medische centra (UMC’s) in Nederland en heeft als algemene doelstelling het behartigen van de gezamenlijke belangen van de UMC’s. Naast Erasmus MC maken van de NFU deel uit: AMC, azM, LUMC, UMCG, UMC St Radboud, UMC Utrecht en VU medisch centrum. In totaal zijn 60.000 medewerkers verbonden aan de acht UMC’s. Bij Erasmus MC werken meer dan 11.000 mensen, die zich inzetten voor de drie kerntaken: onderzoek, onderwijs, patiëntenzorg.
22 FEBRUARI ■ Promotie H. Hoek. Titel proefschrift: ‘Governance & Gezondheidszorg Private, publieke en professionele invloeden op zorgaanbieders in Nederland’. Tijdstip: 11.00 uur. Locatie: Senaatszaal, Erasmus Universiteit 26 FEBRUARI ■ Afdeling Hematologie organiseert seminar: ‘Amplification of p53 induced signature genes in cells transformed in vitro’. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Afdeling Hematologie, faculteitsgebouw. Meer informatie:
[email protected] ■ Afdeling Genetica organiseert: Wetenschapscafé ‘Over Verveling’. Spreker: A.W. Prins. Tijdstip: 19.30 uur. Locatie: Doelencafé, Rotterdam. Meer informatie: Jasperina Erades, telefoon 010 4087199, www.reflexie.org 28 FEBRUARI ■ Promotie mw. F. Berkhoff. Titel proefschrift:
‘Evasion of influenza A viruses from human T-cell immunity’. Tijdstip: 11.45 uur ■ Promotie E.J. Hoorn. Titel proefschrift: ‘Water and salt: from renal mechanisms to clinical disorders’. Tijdstip: 13.45 uur 28 FEBRUARI ■ JNI Oncology Lectures presenteert lezing: ‘Clinical proteomics: application to early disease detection and personalized therapy’. Sprekers: Emanuel F. Petricoin, George Mason University, Manassas, USA. Tijdstip: 15.30 uur. Locatie: Josephine Nefkens Instituut, faculteitsgebouw. Meer informatie:
[email protected] 2 MAART ■ Promotie K.L. Wu. Titel proefschrift: ‘New genetic insights and therapy in multiple myeloma’. Tijdstip: 13.30 uur. Locatie: Senaatszaal, Erasmus Universiteit ■ Oratie prof. dr. C.J.J. Avezaath. Titel oratie: ‘Gewikt en Gewogen’. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Senaatszaal, Erasmus Universiteit 7 MAART ■ Promotie mw. M.R. van Dijk. Titel proefschrift: ‘Methodological Aspects of Prognostic Classifications: Applications in testicular cancer’. Tijdstip: 11.45 uur ■ Promotie G. Grech. Titel proefschrift: ‘Controle van mRNA translatie in de rode bloedcelvorming’. Tijdstip: 13.45 uur ■ Promotie P.R. Rijnbeek. Titel proefschrift: ‘Automatic Interpretation of Pediatric Electrocardiograms’. Tijdstip: 15.45 uur ■ JNI Oncology Lectures presenteert lezing: ‘Role of interleukin-23 in inflammation and tumor development’. Sprekers: Rob A. Kastein, Schering-Plough Biopharma, Palo Alto, USA. Tijdstip: 15.30 uur. Locatie: Josephine Nefkens Instituut, faculteitstgebouw. Informatie:
[email protected] 8 MAART ■ Oratie mw. prof. dr. M.P.G. Koopmans. Titel proefschrift: ‘Bolletjes slikken’. Tijdstip: 16.00 uur 8-10 MAART ■ Molecular Medicine Postgraduate School organiseert: ‘Get Out of Your Lab Days 2007’ voor PhD-studenten en postdocs van Erasmus MC. Locatie: Stayokay Heemskerk. Meer informatie: Joris Lenstra, telefoon 010 4638053, www.molmed.nl 13 MAART ■ Molecular Medicine Postgraduate School organiseert bridge meeting on Bio Informatics: ‘Expression Data of Germline Tumors’. Spreker: Leendert Looijenga, afdeling Pathologie. Tijstip: 11.00-12.30 uur (incl. lunch). Locatie: Josephine Nefkens Instituut, faculteitsgebouw. Meer informatie: Joris Lenstra of Frank van Vliet, telefoon 010 4087518, www.molmed.nl ■ Afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten organiseert bijeenkomst: ‘Maag-, Darm- en Leverziekten’. Onderwerpen: Buikpijn bij schoolgaande kinderen; hepatitis C; Rol verpleegkundigen in diagnostische endoscopie en gastroenterologie; screening gaat sterfte coloncarcinoom sterk verminderen. Tijdstip: 17.30-21.30 uur. Locatie: Nederlands Architectuur Instituut, Rotterdam. Meer infor-
matie: Linda Visser, telefoon 010 4632792, l.visser @erasmusmc.nl of www.gastrolab.nl 14 MAART ■ Afdeling Kindergeneeskunde organiseert: 2nd Pompe Disease expert day. Informatie: Willy Atema, telefoon 010 4636755,
[email protected], www.sophiakinder geneeskunde.nl (scholing/sophiareeks/programma’s) 19 MAART ■ Afdeling Hematologie organiseert seminar: ‘CD4 + CD25+ regulatory T-cells in allogenetic SCT’. Spreker: Matthias Edinger, University Hospital Regensburg, Duitsland. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Afdeling Hematologie, faculteitsgebouw. Meer informatie:
[email protected]
23 MAART ■ Het Congresbureau organiseert Zorg Podium congres: ‘Lef en Liefde in de Zorg: nieuwe impulsen voor het werk van professionals en managers in de zorg’. Hoe kunnen verpleegkundigen, verzorgenden, (para)medici en leidinggevenden in de zorgsector nieuwe impulsen geven aan de kwaliteit en organisatie van de zorg? Daarover gaat dit congres: met lef en liefde werken aan vernieuwing van de werkvloer. Sprekers zijn: Margo Trappenburg, universitair hoofddocent bij de USBO en bijzonder hoogleraar bij het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg Erasmus MC; Mathieu Weggeman, hoogleraar Technische Universiteit Eindhoven en chef innovatie bij de Baak; Jos Werner, voorzitter CDA-fractie Eerste Kamer en oud-bestuurder in de gezondheidszorg; Leen Zevenbergen, oprichter en CEO van Escador en schrijver van ‘En nu laat ik mijn baard staan’. Tijdstip: 9.00-17.00 uur. Locatie: Erasmus Universiteit, Rotterdam. Meer informatie: Marie Louise Bot, telefoon 010 4089462, www.zorgpodium.com
26 MAART ■ Afdeling Genetica organiseert: Wetenschapscafé ‘De tijd van je leven’. Spreker: Dr. Bert van der Horst, afdeling Klinische Genetica Erasmus MC. Tijdstip: 19.30 uur. Locatie Doelencafé, Rotterdam. Meer informatie: Jasperina Erades, telefoon 010 4087199, www.reflexie.org 1-4 APRIL ■ Het Congresbureau organiseert conferentie: ‘Initiating a European Platform Organ Transplantation: Ethical, Legal and Psychological Aspects Towards a Common European Policy’. Locatie: World Trade Center, Rotterdam. Meer informatie: Susan Dijkstra, telefoon 010 4087880,
[email protected], www.hetcongresbureau.nl 10 APRIL ■ Molecular Medicine Postgraduate School organiseert bridge meeting on Bio Informatics: ‘Intestinal Tumors’. Spreker: Riccardo Fodde, Claudia Gaspar en Renée de Menezes, afdeling Pathologie Erasmus MC. Tijdstip: 11.00-12.30 uur (incl. lunch). Locatie: Jospehine Nefkens Instuut, faculteitsgebouw. Meer informatie: Joris Lenstra of Frank van Vliet, telefoon 010-4087518, www.molmed.nl
MONITOR
feb/mrt 2007
31
MON01 PAG 32
31-01-2007
11:22
Pagina 1
Het Erasmus MC is het meest veelzijdige universitair
Binnen de filosofie van het Erasmus MC staat de hele
medisch centrum van Nederland. Waar onderzoek,
mens centraal. Omdat een mens nu eenmaal meer is
onderwijs en patiëntenzorg zijn samengebracht.
dan alleen een lichaam. Erasmus MC. Daar komt alle
Waar gewerkt wordt in de geest van samen denken
kennis bij elkaar. Daar is alle kunde onder één dak. En
en vooral: samen doen.
daar, wordt iedereen beter van.
Moeder & Kind Centrum www.erasmusmc.nl