Lesbrief “Nationale vuurwerkshow” - 2011 Inhoud o Waarom voorlichting? o Wat doet Halt? o Opbouw en inhoud vuurwerkvoorlichting o Achtergrondinformatie vuurwerk o Veiligheidstips o Wetten en regels o Websites Deze lesbrief is door Halt gemaakt voor onder andere docenten die aan groepen op scholen voorlichting geven over vuurwerk. Jongeren in de leeftijd van 10 tot 14 jaar vormen de doelgroep. Met het lesmateriaal kunnen verschillende aspecten rondom het afsteken van vuurwerk aan bod komen, zoals veiligheid, regelgeving en gedrag. Het is bedoeld om jongeren voor te lichten over de risico’s en de gevolgen van het onverantwoord omgaan met vuurwerk en om ze te wijzen op hoeveel overlast vuurwerk kan veroorzaken. In de lesbrief vindt u suggesties en praktische ideeën voor de opzet van een voorlichtingsles. De ervaringen die leerlingen zelf hebben met vuurwerk vormen het vertrekpunt. Ook is achtergrondinformatie opgenomen. Wij wensen u veel succes bij de voorbereiding en uitvoering van uw voorlichtingen!
Waarom voorlichting? Rond de jaarwisseling veroorzaken jongeren vaak overlast met vuurwerk doordat ze ermee gooien of het laten knallen in tunnels en onder viaducten. Ook oudere mensen, kinderen en dieren zijn nogal eens het mikpunt. Verder wordt met het tot ontploffing brengen van vuurwerk veel schade toegebracht aan gebouwen en openbare voorzieningen (prullenbakken, brievenbussen, enzovoort). Naast de overlast, vinden er helaas nogal wat ongelukken plaats met vuurwerk. Vaak zijn hier jongeren bij betrokken. Vuurwerkslachtoffers jaarwisseling 2010 – 2011 o 710 mensen lieten zich met vuurwerkverwondingen behandelen op de spoedeisende hulpafdeling van een ziekenhuis. o 17% van de slachtoffers werd in het ziekenhuis opgenomen. Voor zover bekend zijn er 2 dodelijke slachtoffers gevallen. o Bijna de helft van de slachtoffers (37%) was tussen de 10 en 19 jaar oud. o 29% had oogletsel, 15% had verwondingen aan het aangezicht. o 45% van de slachtoffers werd geraakt door siervuurwerk (bijv. vuurpijlen). o Zeker 37% van de slachtoffers werd geraakt door vuurwerk dat door een ander werd afgestoken. (Bron: stichting Consument en Veiligheid) Wat doet Halt? In Nederland zijn 16 Halt-bureaus. Zij zijn actief op het terrein van preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit door: o o o
het uitvoeren van de Halt-afdoening; het uitvoeren van een breed scala aan preventietaken, waaronder voorlichtingen; signalering en advies.
Jongeren van 12 tot 18 jaar die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten van 'relatief geringe ernst', krijgen de kans deze fout weer goed te maken zonder tussenkomst van Justitie. De politie verwijst bijvoorbeeld bij diefstal, vandalisme of een vuurwerkovertreding door naar Halt. Daar worden afspraken gemaakt om bepaalde werkzaamheden te verrichten en de eventueel aangerichte schade te herstellen of te vergoeden (dit vormt samen de zogenaamde Halt-afdoening). Wanneer de jongere instemt met deze afspraken en de Halt-afdoening goed doorloopt, gaat er geen proces-verbaal naar de officier van Justitie
en vindt daar ook geen registratie plaats. Als de Halt-afdoening mislukt, wordt het proces-verbaal ingestuurd en kan het Openbaar Ministerie alsnog tot strafvervolging overgaan. Kijk voor meer informatie over Halt en de Halt-afdoening op www.halt.nl of op de site van uw regionale Halt-bureau (voor contactinformatie zie halt.nl). DVD “de Nationale vuurwerkshow” Desgewenst kunt u het materiaal uitbreiden door gebruik te maken van de voorlichtingsfilm “de Nationale vuurwerkshow” (duur: 13.34 minuten). De kracht van de film is dat de film is gemaakt voor en door jongeren. Ook jongeren die slachtoffer zijn geweest van vuurwerk spelen in deze film een rol. De jongeren die in de film voorkomen zijn échte slachtoffers van vuurwerk. Ze worden geïnterviewd en doen hun verhaal. We hopen dat de film een aanzet geeft tot bewustwording en discussie tussen jongeren en tussen jongeren en opvoeders. De film is in opdracht gemaakt van GGD Fryslân, Brandweer Fryslân en Politie Fryslân. Deze film kunt u voor € 9,00 per stuk (excl. verzendkosten) bestellen via Fred Geerlings, mail:
[email protected]. Ook is de dvd te bestellen via de volgende website: http://www.frame2frame.nl/index.php/actueel.
NB: Tevens kunt u het filmpje terugvinden op http://www.youtube.com/watch?v=fUmnLlZkYA0 .
Inhoud film “Nationale vuurwerkshow” De meisjes in de film zijn bang, maar sterretjes, dat is toch ook wel wat saai.. Bang zijn is eigenlijk een heel goed signaal wat je waarschuwt voor gevaar en het is goed om daar naar te luisteren. Als je jong bent heb je behoefte aan spannende dingen en soms verlies je daarbij je eigen veiligheid en die van anderen uit het oog. Bij drie van de vier ongelukken in de film hadden de slachtoffers wat gedronken, niet veel, maar toch. Alcohol maakt dat je wat minder oplet en wat meer durft en in combinatie met vuurwerk is dat niet handig. Wat ook mee speelt bij vuurwerk ongevallen is stoer doen, als je met een groepje samen bent en je verveelt je dan kan het gebeuren dat je iets doet wat je anders niet zou durven, een carbidbus aansteken met vuurwerk, of stunten met illegaal vuurwerk bijvoorbeeld. Maar wist je dat je ook een oog kwijt kunt raken door die onschuldige sterretjes. Koud vuur bestaat namelijk niet en ook zo'n klein vonkje kan je oog beschadigen. Marinda raakte gewond door een lawinepijl die in de grond was vastgezet. Zo'n pijl wordt in de bergen gebruikt om met de harde knal ervan een sneeuwlawine te veroorzaken. Die knal hoort hoog in de lucht te gebeuren en zeker niet op de grond. En dan is er nog het illegale vuurwerk, de vlinderbom die Elske een oog kostte bestaat uit een stuk vuurwerk met daaromheen een laagje beton, de splinters ervan vliegen bij de explosie alle kanten op. Een groot aantal ernstige ongelukken is het gevolg van zelf gemaakt vuurwerk. Soms zien jongeren indrukwekkende explosies op internet van mensen die zelf een vuurwerkbom hebben gemaakt en dat na gaan doen. Vorig jaar viel er een dode omdat iemand een met kruit gevulde buis dicht probeerde te slaan met een hamer, een klein vonkje is er maar nodig voor een hele harde knal. We hebben in Nederland een mooie traditie met het knallen van carbid in een oude melkbus, maar het gas wat daarbij gebruikt wordt zie je niet. Tot slot nog een tip van Sijbrand: steek carbid altijd aan met een fakkel aan een lange stok of beter nog met een elektrische bougie. Invloed van een groep Het grootste deel van de Halt-delicten wordt gepleegd in groepsverband. In zo'n groep zijn aanstichters en meelopers. Het kan veel jongeren overkomen dat ze in zo'n groep bijna ongemerkt mee gaan doen aan het plegen van een strafbaar feit. Dit speelt natuurlijk ook bij het afsteken van vuurwerk. In een groep kan het jongeren ook overkomen dat ze bijna ongemerkt verzeild raken in risicovolle situaties. Groepsdruk kan ervoor zorgen dat kinderen dingen doen die ze liever niet willen of waarvan ze weten dat het een risico in zich draagt. Betrek dit aspect bij de les: hoe ontstaat zo’n groepssfeer, hoe belangrijk is die en hoe kan je je daaraan onttrekken zonder gezichtsverlies te leiden? Hoe doe je dat? Je kunt bijvoorbeeld: o weglopen (niet 'stoer', maar nog altijd beter dan iets strafbaars tegen je zin in doen); o je mening geven en een bondgenoot zoeken in de groep; o je mening geven en proberen discussie in de groep te krijgen; o voorstellen om wat heel anders te gaan doen. “Nee zeggen” vereist moed, het is niet iets wat je makkelijk doet. Dat is ook begrijpelijk. Maar het belangrijkste is dat je op komt voor wat je zelf wel (of niet) wilt.
Suggesties voor een voorlichtingsopbouw Opzet bepalen Voorlichting geven over vuurwerk, de risico’s en overlast die ermee gepaard kan gaan, is alleen effectief als u aansluit bij ervaringen die de leerlingen al hebben en de informatie daarop afstemt. Het kan voorkomen dat u voor een klas staat die weinig concrete ervaringen heeft met het thema. Maar het is ook mogelijk dat er binnen een groep heftige incidenten met vuurwerk hebben plaatsgevonden. Dit heeft consequenties voor de aanpak. Het onderwerp kan ook aanleiding geven tot stoer gedrag in de klas. Leerlingen die tegen elkaar opboksen in het opdissen van sterke verhalen. Kies afhankelijk van de sfeer en de voorkennis in de groep voor een bepaalde opzet. Inleiding (circa 10 minuten) Inventariseer bij de leerlingen hun kennis van en houding tegenover vuurwerk. Het gaat erom zo goed mogelijk zicht te krijgen op wat ze al dan niet over vuurwerk weten en wat er qua gedrag speelt wat betreft dit onderwerp. Bij leerlingen die zelf nog weinig vuurwerk hebben afgestoken, kunt u vragen stellen zoals: o Waarom steken we vuurwerk af? o Waar is het van gemaakt? o Is vuurwerk veilig? o Hoe moet je vuurwerk afsteken? o Waar moet je rekening mee houden bij het afsteken van vuurwerk? o Heb je wel eens iets vervelends meegemaakt met vuurwerk? Aan leerlingen die al meer met vuurwerk te maken hebben gehad, kunt u specifiekere vragen stellen over hun kennis, houding en gedrag. U kunt vragen stellen als: o Wat vind je van vuurwerk? o Hoe kwam je aan het vuurwerk? o Hoe heb je het aangestoken (met aansteeklont, aansteker, sigaret)? o Met wie was je toen je het vuurwerk afstak (vrienden, ouders, alleen)? o Heb je wel eens iets vervelends meegemaakt met vuurwerk? Schrijf opvallende uitspraken of tegengestelde meningen op het bord. U kunt hier in het kerngedeelte op terugkomen. Kern (circa 30 minuten) In dit gedeelte kunt u ingaan op die onderwerpen waarvan u vindt dat ze bij deze groep aandacht vragen, zoals wet- en regelgeving, overlast, veiligheid en groepsgedrag. Wet- en regelgeving Stel de leerlingen de volgende vragen: o Wanneer mag je vuurwerk kopen? o Waar mag je vuurwerk kopen? o Hoe oud moet je zijn om vuurwerk te mogen kopen? o Wanneer mag je vuurwerk afsteken? o Wat gebeurt er als je door de politie wordt aangehouden in verband met een vuurwerkdelict? o Waarom zou je liever naar Halt gaan dan naar de officier van Justitie? Bespreek de antwoorden en schrijf ze kort op het bord. Overlast en groepsgedrag Laat de leerlingen nadenken in groepjes of bespreek ze de vragen klassikaal: o Gevaarlijk of gaaf? Siervuurwerk of knalvuurwerk, waar houd jij van? o Vuurwerkgevecht. Meedoen of niet? Ken je nog meer vormen van overlast? o Waar moet je allemaal aan denken als je veilig vuurwerk wil afsteken? o Is vuurwerk voor iedereen leuk? Noem een paar voorbeelden van overlast door vuurwerk.
o o o o
Heb je wel eens overlast meegemaakt? Zat je in de groep die overlast veroorzaakte of werd je lastig gevallen met vuurwerk? Zouden jongeren ook overlast veroorzaken of dingen vernielen met vuurwerk als ze alleen zijn? Wat zou je kunnen doen als je vrienden iets strafbaars willen doen en jij vindt dat eigenlijk niks?
Veiligheid Vraag de leerlingen: o Wat het verschil is tussen legaal en illegaal vuurwerk? o Hoe steek je veilig vuurwerk af? o Waarom mag je geen vuurwerkresten afsteken? o Waarom is illegaal vuurwerk eigenlijk verboden? o Hoe kan je ongelukken met (illegaal) vuurwerk voorkomen? Bespreek de antwoorden en schrijf ze kort op het bord. N.B. Benadruk dat: o Er veel slachtoffers vallen onder omstanders en niet onder mensen die vuurwerk afsteken. o Bijna de helft van de slachtoffers tussen de 10 en 19 jaar oud is. Afsluiting (circa 10 minuten) Herhaal kort de regels en de consequenties van het overtreden van de regels.
Achtergrondinformatie vuurwerk Waar komt vuurwerk vandaan? Al honderden jaren wordt er in Europa vuurwerk afgestoken als er grote feesten worden gevierd. Maar vuurwerk werd al veel eerder gebruikt voor het verdrijven van geesten en om oorlog mee te voeren. Vuurwerk is waarschijnlijk ontdekt door de Bengalen (het woord 'Bengaals vuurwerk' verwijst nog naar het land Bangladesh), maar werd pas op grote schaal gebruikt door de Chinezen, aan het begin van onze jaartelling. Zij gebruikten het bij religieuze gebeurtenissen om boze geesten te verdrijven. Militairen gebruiken vuurwerk ook wel eens voor verlichting van terreinen of het geven van signalen. De Chinezen beschikten zeker vanaf de vroege 13e eeuw over buskruit, het belangrijkste bestanddeel van vuurwerk. Vlak nadat de Chinezen het buskruit hadden ontdekt, deden ze er al proeven mee. Uit de proeven kwamen verschillende soorten vuurwerk voort. Vuurwerk vond na de ontdekking snel zijn weg naar Europa. In de Middeleeuwen werd het in oorlogen gebruikt. Men maakte in die tijd bommen om kasteelmuren te bekogelen en vuurpijlen om de vijand af te schrikken. Het beroep van vuurwerkmaker was toen belangrijk en vol risico; er zijn heel wat vuurwerkmakers de lucht in gevlogen. In Europa vond men vuurwerk niet alleen geschikt voor de oorlogsvoering. Aan de koninklijke en keizerlijke hoven, zoals het Hof van Versailles, werden grote spektakels met vuurwerk opgevoerd. Hoe werkt het? De verschillende soorten vuurwerk hebben één overeenkomst: er zit kruit in dat explodeert. Het aansteken van vuurwerk veroorzaakt een explosieve verbranding van het mengsel van vaste stoffen in het vuurwerk. Die vaste stoffen (waaronder het kruit) zijn zeer fijn gemalen en goed vermengd in een buisje geperst. Bij de explosie komt plotseling veel gas vrij, waardoor de stoffen niet meer in het buisje passen en het vuurwerk afgaat. De explosies kunnen een verschillend effect opleveren. Is het buisje potdicht, dan wordt de druk zo groot dat het vuurwerk uit elkaar spat. Zit er onder in het buisje een gat, dan spuit het gas eruit en stijgt het vuurwerk op, net zoals bij een raket of straalvliegtuig. Zitten er in de bodem een paar kleine gaatjes in plaats van één groot gat, dan geeft dat een fluitend geluid. Aan het kruit worden soms chemische stoffen toegevoegd voor de kleur- en lichteffecten.
Illegaal vuurwerk Illegaal vuurwerk is onbetrouwbaar: het voldoet niet aan de wettelijk in Nederland gestelde eisen en er is géén controle op de productie en de verkoop. Je loopt dus het risico rommel te kopen en dat is dan weggegooid geld. Maar wat nog erger is: door gebruik van te veel of ander kruit, of van een 'inwendige' lont blijkt illegaal vuurwerk vaak veel gevaarlijker te zijn. Soms lijken het wel bommen. Als er iets misgaat, zullen de gevolgen veel ernstiger zijn dan bij legaal vuurwerk. Denk aan gehoorbeschadiging, brandwonden, verwondingen aan ledematen of nog erger. Strijkers Gebruik van illegaal vuurwerk kan heel risicovol zijn. Alle soorten strijkers - dus ook de allerkleinste babystrijker - zijn per definitie gevaarlijk omdat ze geen uitwendig lont hebben, maar een strijkkop met een inwendig lont. Je kunt van buitenaf niet zien hoelang het duurt voor het kruit ontbrandt en de strijker knalt. Veiligheidstips o vuurwerk moet op een veilige, droge plek worden bewaard, het liefst in een metalen trommel met een deksel. Zorg ervoor dat kleine kinderen er niet bij kunnen; o draag dikke kleding van wol en niet van kunststof. Dikke wollen kleding vat minder snel vlam en is makkelijker te blussen. Kunststof brandt snel en smelt vast op je huid; o stop het vuurwerk nooit in de zakken van je kleding, maar in een (stoffen) tas of een doosje. Mocht er iets misgaan dan kan je het snel weggooien. Wanneer het in je zakken zit, kom je er niet meer vanaf; o lees voor het afsteken van het vuurwerk de gebruiksaanwijzing. Niet ieder stuk vuurwerk wordt op dezelfde manier aangestoken; o gebruik een aansteeklont. Een aansteeklont gloeit en je kunt hem tegen het begin van de vuurwerklont houden tot die begint te gloeien. Steek vuurwerk nooit af met een aansteker of met lucifers. De kans bestaat dat de hele lont tegelijk verbrandt en het vuurwerk ontploft terwijl je er nog naast staat; o voorkom oogletsel en draag een vuurwerkbril; o zet vuurpijlen in een fles die stevig rechtop staat en voor 1/3 is gevuld met los zand; o zorg dat siervuurwerk stevig staat. Zet het klem tussen twee stenen of gebruik een vuurwerkklem; o steek vuurwerk af op een rustige open plek. Sommige mensen en veel dieren zijn bang voor vuurwerk. Houd daar rekening mee. Zorg ervoor dat niemand wordt geraakt door je vuurwerk; o houd afstand. Ga na het aansteken direct zes flinke stappen naar achteren; o laat vochtig en oud vuurwerk liggen. Kapot vuurwerk kan kruit lekken en dit kan ook ontploffen; o vuurwerk dat niet is afgegaan, noem je een weigeraar. Steek weigeraars niet opnieuw af; de lont is heel kort geworden of bijna verdwenen. Steek je een weigeraar toch aan dan is de kans groot dat hij direct ontploft, vóórdat je op veilige afstand bent; o bewaar geen vuurwerk tot het volgende jaar. Vuurwerk kan door verschillende oorzaken ontploffen. Door vuurwerk te bewaren, neem je het risico dat er in huis iets ernstigs gebeurt. Wetten en regels Voor het kopen en afsteken van vuurwerk zijn wettelijke regels vastgesteld. Deze hebben tot doel de veiligheid te waarborgen en overlast te voorkomen. Hieronder vindt u de regels die gelden voor het kopen en afsteken van consumentenvuurwerk. Vuurwerk kopen o vuurwerk mag alleen worden gekocht bij een erkend verkoopadres. Deze adressen zijn op te vragen bij de gemeente; o vuurwerk mag alleen worden gekocht door personen van 16 jaar en ouder; o alleen de laatste drie werkdagen van het jaar (in 2011: donderdag 29, vrijdag 30 en zaterdag 31 december) is het toegestaan vuurwerk te kopen en in bezit te hebben; o het is niet toegestaan illegaal vuurwerk te kopen of in bezit te hebben. Vuurwerk afsteken Vuurwerk mag alleen worden afgestoken op de wettelijk toegestane tijden. Dit is vanaf 31 december om 10.00 uur ’s ochtends tot 1 januari 02.00 uur ’s nachts. Buiten deze tijden is het afsteken dus strafbaar.
Overtredingen Voor de volgende vuurwerkovertredingen kunnen jongeren bij Halt terechtkomen: o het bezit van illegaal vuurwerk; o het bezit van vuurwerk buiten de periode dat vuurwerk mag worden verkocht; o het bezit van meer dan 10 kilo vuurwerk; o het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijd; o strafbaar baldadig gedrag met vuurwerk. Bij overige overtredingen volgt een afhandeling via Justitie.
Websites Voor meer informatie over vuurwerk kunt u onder andere terecht op de volgende websites: o www.halt.nl. Bezoekers van de Halt-sites kunnen vanaf begin november 2011 ook terecht op een speciale Halt-vuurwerksite; o www.politie.nl; o www.veiligheidshuisfryslan.nl; o www.veiligheid.nl. Op de site van Consument en Veiligheid vindt u veiligheidstips en informatie over wettelijke afspraken en voorschriften; o www.vuurwerktribunaal.nl, voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en www.vuurpeil.nl voor leerlingen van het basisonderwijs.