LEADER ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
Opgesteld door Plaatselijke Groep Noordwest Overijssel
29 mei 2007
INHOUD
VOORWOORD ........................................................................................................................................ 3 1.
GEBIEDSBESCHRIJVING NOORDWEST OVERIJSSEL ............................................................. 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
2.
VISIE EN STRATEGIE................................................................................................................... 13 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3.
INLEIDING .................................................................................................................................. 24 SELECTIECRITERIA .................................................................................................................... 24 PRIORITEITSCRITERIA ................................................................................................................ 25 CRITERIA VOOR SAMENWERKINGSPROJECTEN............................................................................. 25
FINANCIËLE TABEL..................................................................................................................... 26 4.1 4.2 4.3
5.
INLEIDING .................................................................................................................................. 13 VISIE EN DOELSTELLING HUIDIG BELEID ....................................................................................... 13 STRATEGIE ............................................................................................................................... 15 IMPLEMENTATIE STRATEGIE........................................................................................................ 18 RELATIE STRATEGIE MET POP2 ................................................................................................. 19 VERWACHTE RESULTATEN ......................................................................................................... 20
SELECTIECRITERIA LEADER PROJECTEN.............................................................................. 24 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
GEBIEDSAFBAKENING .................................................................................................................. 4 RUIMTELIJKE STRUCTUUR ............................................................................................................ 5 DEMOGRAFISCHE KENMERKEN ..................................................................................................... 6 ECONOMISCHE STRUCTUUR ......................................................................................................... 8 LEEFBAARHEID .......................................................................................................................... 10 SWOT ANALYSE ....................................................................................................................... 12
INLEIDING .................................................................................................................................. 26 UITGANGSPUNTEN FINANCIËLE TABEL ......................................................................................... 26 FINANCIËLE TABEL ..................................................................................................................... 27
ORGANISATIE EN UITVOERING................................................................................................. 28 5.1 INLEIDING .................................................................................................................................. 28 5.2 PG NOORDWEST OVERIJSSEL ................................................................................................... 28 5.2.1 Samenstelling PG Noordwest Overijssel ......................................................................... 28 5.2.2 Gebiedscoördinator Noordwest Overijssel ...................................................................... 29 5.3 ACTIVITEITEN PG ...................................................................................................................... 29 5.3.1 Taken en verantwoordelijkheden PG .............................................................................. 29 5.3.2 Randvoorwaarden om vernieuwing tot stand te brengen................................................ 31 5.4 BEOORDELINGSPROCEDURE VAN PROJECTEN ............................................................................. 32 5.5 VOORLICHTING EN PUBLICITEIT................................................................................................... 33
BIJLAGE A:
OVERIGE CRITERIA................................................................................................... 34
VOORWOORD
Als voorzitter van de Plaatselijke Groep (PG) Noordwest Overijssel heb ik de eer U namens de PG ons LEADER Ontwikkelingsplan voor de periode 2007-2013 te presenteren. LEADER is een Europees initiatief naar een duurzame ontwikkeling van het platteland. Op het platteland in Noordwest Overijssel bestaat een voortdurende zorg om het behoud van het voorzieningenniveau. Dit komt door verschillende ruimtelijke, demografische, sociale en economische factoren. Het vertrek van hoger opgeleide jongeren en een vergrijzing van de bevolking, de dalende werkgelegenheid in de landbouw en de afname van het voorzieningenniveau in de kleine kernen zullen nu en in de toekomst van invloed zijn op de inrichting van het platteland, het welzijn van haar bewoners en het economische bedrijfsleven. Het platteland kent echter voldoende kwaliteiten en heeft potenties om die kansen te benutten. Dit ontwikkelingsplan kent de bedreigingen, maar gaat vooral uit van die mogelijkheden die dit gebied bezit. Dit voorliggende ontwikkelingsplan zien wij als basis om met behulp van Europese financiering impulsen te geven aan de ontwikkeling van het gebied. De uitdaging (en meerwaarde) van LEADER is om te komen tot experimentele projecten door middel van een bottom up en integrale aanpak. De leden van onze PG zitten allen op persoonlijke titel in de PG, maar beschikken over een zeer groot netwerk en bestuurlijke ervaring. Tevens hechten ze sterk aan samenwerking. Deze Plaatselijke Groep is een prima instituut om het draagvlak voor nieuwe initiatieven aan te jagen en/of te verbeteren, de regionale samenhang te versterken door project ideeën te stimuleren en de bevolking enthousiast te maken voor dit Ontwikkelingsplan. LEADER biedt opnieuw goede mogelijkheden om in een tijd van toenemende mondialisering aandacht te besteden aan eigen gebiedskenmerken.
Dhr. Jan Ensing. Voorzitter Plaatselijke Groep Noordwest Overijssel
Mei 2007
1.
1.1
GEBIEDSBESCHRIJVING NOORDWEST OVERIJSSEL
Gebiedsafbakening
Het LEADER+ gebied Noordwest Overijssel heeft een oppervlakte van ongeveer 410 km² en er wonen ruim 64.990 mensen. Het gebied omvat vele landbouwgebieden, grote natuurgebieden en diverse kleine kernen. Het gebied bestaat uit de gemeenten Zwartewaterland en Steenwijkerland. De vele kernen binnen Steenwijkerland verschillen onderling van karakter, onder meer door verschillen in omvang, ligging, woningvoorraad en oriëntatie. De gemeente Steenwijkerland ontstond in 2001 door samenvoeging van de gemeenten Steenwijk, Brederwiede en IJsselham. De gemeente Zwartewaterland is in dat zelfde jaar ontstaan uit samenvoeging van de gemeenten Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis. De oude Zuiderzee haventjes Vollenhove, Blokzijl, Blankenham en Kuinre hebben een grote cultuurhistorische waarde. Noordwest Overijssel bezit twee grootschalige natuurgebieden met veel water, die onder de ecologische hoofdstructuur vallen. Dit zijn het Nationaal Park de WeerribbenWieden i.o. en een gedeelte van de IJsseldelta. Samen met de naburige Rottige Meenthe (Friesland) en de Olde Maten (Staphorst) vormen deze natuurgebieden één van de grootste laagveenmoerassen van Europa. Het gebied kent veel waterwegen voor recreatievaart. Beoordeling kritische massa Een belangrijk toetscriterium voor het ministerie van LNV is de vraag of het gebied voldoende kritische massa heeft om de strategie uit te voeren. Hierin zijn twee elementen te onderscheiden: o het gebied voldoende financiën voor de cofinanciering kan genereren; minimaal 50% van de financiën dient opgebracht te worden door de regionale en lokale overheid o het gebied een zodanige combinatie van bevolkingsdichtheid en sociaaleconomische samenhang kent dat daarmee voldoende zelforganiserend vermogen wordt gegenereerd voor het opstellen van een ontwikkelingsstrategie en de uitvoering daarvan in maatregelen en projecten Het LEADER+ ontwikkelingsplan is de afgelopen periode een groot succes geweest in Noordwest Overijssel, onder andere door het grote zelforganiserend vermogen van de mensen en de aanwezigheid van een kritische massa. Dit laatste blijkt bijvoorbeeld uit de cofinanciering die door de lokale publieke en private partijen is ingebracht. Ook voor de toekomst is de cofinanciering voor een belangrijk deel geregeld; niet alleen de provincie heeft haar bijdrage toegezegd, ook de twee deelnemende gemeenten hebben hun financiële participatie voor de nieuwe periode bekrachtigd. De samenstelling van de ‘nieuwe’ PG is vergelijkbaar met de samenstelling van de ‘oude’ PG, hetgeen getuigt van grote betrokkenheid en vertrouwen in een nieuwe succesvolle periode. Dit is een belangrijke graadmeter voor de kritische massa. Ten aanzien van de gebiedsafbakening tot slot is vermeldenswaardig dat hier aansluiting is gezocht bij het gebied zoals dat door de provincie is aangewezen in het kader van het gebiedsgericht werken. De reeds bestaande samenwerking zal dan ook verder geïntensiveerd worden. Overigens is niet
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
4
alleen de samenwerking ín het gebied goed, ook de samenwerking met organisaties buiten het gebied is zeer positief. Meerwaarde ten opzichte van andere samenwerkingsverbanden De belangrijkste meerwaarde van de PG ten opzichte van andere samenwerkingsverbanden is dat alle relevante organisaties vertegenwoordigd zijn. Niet alleen publieke partijen, maar ook private partijen en sociaal-maatschappelijke denkrichtingen. Deze brede vertegenwoordiging is noodzakelijk om het brede ‘terrein’ van plattelandsontwikkeling te kunnen bedienen. Daarin is de PG onderscheidend ten opzichte van andere samenwerkingsverbanden en structuren. Een andere belangrijke meerwaarde zit in de werkwijze, waarbij een aantal kernwaarden centraal staan: bottom up, innovatief, doortastend en resultaatgericht.
1.2
Ruimtelijke structuur
Noordwest Overijssel grenst aan de provincies Friesland, Drenthe en Flevoland. De ruimtelijke structuur van het gebied wordt gekenmerkt door een behoorlijke spreiding van dorpen en kernen. In het gebied ligt de delta van Drentse en Overijsselse beken en rivieren. Het grootste deel van het gebied bestaat uit landbouw en waterrijke natuurgebieden. Bij de grotere kernen liggen omvangrijke haven- en industriegebieden. Een groot gedeelte van het oppervlak van het zuidelijk deel van het gebied bestaat naast landbouwgrond uit water-, haven- en industriegebied. Het woongebied maakt een kleiner gedeelte uit van het totale oppervlakte. Het wegennet in Noordwest Overijssel is over het algemeen sterk; door en rondom het gebied lopen enkele snelwegen (A28, A6 en A32) en in Steenwijk is een intercitystation. Deze ontsluiting is erg belangrijk voor het gebied. In Noordwest Overijssel bevinden zich veel waterwegen en het gebied is dan ook vanuit alle windstreken bereikbaar over water. Dit geldt ook voor de drie bedrijventerreinen in Zwartewaterland en bijvoorbeeld het bedrijventerrein Groot Verlaat. Zwolle vervult voor het gebied een belangrijke rol als dichtstbijzijnde woon-, werk- en voorzieningenstad. Dit geldt ook voor Kampen en Meppel. De kernen in het gebied fungeren veelal als woonplaatsen voor forensen die in deze steden werken. Het landschap in Noordwest Overijssel is zeer divers en omvat grote bosgebieden, het slagen- en kraggen-landschap, rivierdal- en polderlandschap. Verder liggen één van Europa’s grootste laagveen gebieden – het Nationaal Park de Weerribben-Wieden i.o.– en deels het Nationaal Landschap de IJsseldelta in Noordwest Overijssel. In de zuidwesthoek van het gebied ligt het keileemplateau van het Hoge Land van Vollenhove met zijn kleinschalig landschap. Het hoog gelegen Drents plateau loopt door tot Steenwijk, Steenwijkerwold en Paasloo. Dit landschap is gelegen op de stuwwallen uit de ijstijd. Daartussen loopt het beekdallandschap van de Linde en Steenwijker Aa. De stuwwal gaat scherp over in de laagveengebieden. Op het lage veengebied volgt het voormalige kustlandschap. De oude kust is nog herkenbaar aan de lage stuwwal bij Vollenhove en het getijdenafzettingsvlakte met de voormalige zeedijk tussen Vollenhove en Kuinre. Het gebied heeft ook enkele toeristische trekpleisters. Naast de eerder genoemde natuurgebieden is een andere bekende trekpleister ‘het Venetië van het Noorden’: Giethoorn. Het staat bekend om zijn bruggetjes, waterwegen en punters en de rieten daken. Het (watersport)toerisme neemt in het gebied een belangrijke plaats in. In het gebied is een breed aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen aanwezig. Naast Giethoorn is het gebied rijk aan zeldzame flora en fauna. Enkele kernen hebben een historisch stadsgezicht, zoals Genemuiden, Hasselt, Vollenhove en Blokzijl. In het gebied zijn diverse musea aanwezig.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
5
Het schrijversfestival, de gondelvaarten, de bloemencorso’s, de havendagen, de sleepbootdagen, Hassailt en het straatfestival zijn bekende evenementen in het gebied. Noordwest Overijssel heeft veel te bieden op het gebied van natuur, watertoerisme en cultuurhistorie. Onder het kopje economie zal nader worden ingegaan op de toeristisch-recreatieve sector in het gebied. Riet (en rietteelt) is kenmerkend voor het landschap en de cultuur van het gebied. Het aandeel cultuurrietlanden (percelen waar riet geteeld wordt) is van groot belang voor de rietcultuur. Rietlanden zijn bovendien van belang voor de waterkwaliteit van het gebied, omdat rietlanden het water zuiveren. Nieuwe mogelijkheden liggen verder in de omzetting van riet naar duurzame brandstof. Het behoud van het landschap en versterking van de rietcultuur staan dan ook centraal.
1.3
Demografische kenmerken
Het LEADER gebied Noordwest Overijssel telt in totaal 64.990 inwoners (CBS, 2007). De gemeente Steenwijkerland heeft 43.120 inwoners, de gemeente Zwartwaterland 21.870 inwoners. De grootste kern is Steenwijk met ruim 16.600. Andere stadjes in het gebied zijn Genemuiden (9.180), Hasselt (6.480), Zwartsluis (4.770) en Vollenhove (4.050). Daarnaast kent het gebied diverse andere kleine dorpen en buurtschappen. De ontwikkeling van de bevolkingsomvang (zie figuur 1) in Noordwest Overijssel laat zien dat de bevolking in het gebied naar verwachting afneemt tot 2020, terwijl in Nederland en in de provincie Overijssel de bevolking naar verwachting groeit (indexjaar = 1995). Dit wordt vooral veroorzaakt door een verwachte sterke afname in de gemeente Steenwijkerland, hetgeen een gevolg is van de sterke vergrijzing in deze gemeente (zie ook tabel 1). De gemeente Zwartewaterland laat nog wel een lichte stijging zien. Deze gemeente (met name Genemuiden) is een van de qua leeftijd jongste gemeenten in Nederland. Dit is een opvallende conclusie: daar waar de bevolking in de gemeente Steenwijkerland naar verwachting af zal nemen (door vergrijzing), groeit de bevolking in de gemeente Zwartewaterland (door verjonging). Figuur 1 Groei Bevolkingsomvang 112% 110% 108% 106% 104% 102% 100% 98% 96% 94% 1995
2000
2003
2005
Noordwest Overijssel
Steenwijkerland
Overijssel (PV)
Nederland
2007
2020
Zwartewaterland
Bovenstaande figuur is gebaseerd op cijfers van CBS en laat met name voor de gemeente Steenwijkerland een forse daling van het aantal inwoners tot 2020 zien. Enige nuancering hierbij is op zijn plaats, blijkt uit de woonvisie van de gemeente. De dalende trend wordt vooral veroorzaakt door
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
6
het grote aantal 65+’ers in het gebied (zie ook toelichting onder tabel 1). Daarnaast echter blijkt de gemeente ook bij starters in trek te zijn, zo blijkt uit de woonvisie van 2007. Tussen 2015 en 2020 blijft deze jongste groep huishoudens ook redelijk stabiel. De ontgroening en daling van de bevolking is in die periode dan ook minder sterk dan figuur 1 doet vermoeden. Naast de ontwikkeling van de totale bevolking is ook de ontwikkeling van de diverse leeftijdsgroepen een belangrijke indicator (tabel 1).
Tabel 1: Percentage Leeftijdsgroep van totaal 2003 < 20 20-65 >65 Noordwest Overijssel 28% 58% 14% 26% 59% 16% Steenwijkerland 33% 57% 10% Zwartewaterland Overijssel 26% 60% 14% 2007 < 20 Noordwest Overijssel Steenwijkerland Zwartewaterland Overijssel
27%
20-65 >65 58% 15%
25% 32%
58% 57%
17% 11%
26%
60%
14%
2010 < 20 Noordwest Overijssel Steenwijkerland Zwartewaterland Overijssel
27%
20-65 >65 57% 16%
24% 31%
58% 57%
18% 12%
25%
60%
15%
2020 < 20 Noordwest Overijssel Steenwijkerland Zwartewaterland Overijssel
25%
20-65 >65 55% 21%
22% 29%
55% 55%
23% 17%
24%
58%
18%
Uit deze tabel blijkt dat de samenstelling van de bevolking in Noordwest Overijssel over het algemeen overeenkomt met het provinciale gemiddelde. Opvallend is dat het aandeel >65 op dit moment gelijk is, maar in de toekomst deze bevolkingsgroep in het gebied naar verwachting sterker stijgt dan in de provincie als geheel (in 2020 respectievelijk 21% en 18%). Deze vergrijzing is kenmerkend voor plattelandsgebieden in Nederland. Verder is opvallend dat de gemeente Steenwijkerland relatief veel 65-plussers herbergt, met name in vergelijking met de gemeente Zwartewaterland. In 2020 is het aandeel 65-plussers in Steenwijkerland gestegen naar 23%, 5% boven het Overijssels gemiddelde. Deze vergrijzing wordt vooral veroorzaakt door de vestiging van veelal oudere mensen van buiten het gebied. In de gemeente Zwartewaterland is de bevolking gemiddeld jonger; hier is van vergrijzing nog nauwelijks sprake, al loopt het aandeel 65-plussers op naar 17% in 2020. Dit is nog altijd lager dan het gemiddelde van het gebied en van de provincie als geheel. Over het geheel genomen, kan geconcludeerd worden dat in Noordwest Overijssel sprake is van vergrijzing in de gemeente Steenwijkerland en verjonging in de gemeente Zwartewaterland. Deze
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
7
ontwikkelingen kunnen een bedreiging voor het gebied vormen (bijvoorbeeld vraag naar voorzieningen voor ouderen), maar kunnen ook een kans zijn (verjonging leidt tot aanwas beroepsbevolking).
1.4
Economische structuur
Werkgelegenheid en werkloosheid De werkgelegenheid in het gebied is de afgelopen jaren gestegen. In de grootste gemeente van het gebied (Steenwijkerland) is in de periode 2001-2005 de werkgelegenheid toegenomen met 1.600 1 arbeidsplaatsen, een stijging van ruim 3,2% per jaar. In de gemeente Zwartewaterland nam het aantal arbeidsplaatsen in de periode 2002-2006 toe van 9.829 naar 10.017, een gemiddelde groei van gemiddeld 0,5 % per jaar. Figuur 2 toont de werkgelegenheid naar sector in het gebied (bron: CBS). Figuur 2
W e rkgele ge nheid naa r se ctor - Noordw e st-Overijsse l - 2006
Landbouw en visserij; 8%
Niet-commerciële dienstverlening; 20%
Nijverheid; 24%
Zakelijke diensten; 6%
Financiële diensten; 2% Vervoer, opslag en communicatie; 5% Horeca; 5%
Bouwnijverheid; 12% Handel en reparatie; 18%
In het gebied bevindt zich een uitgestrekt platteland met een sterke landbouwsector, gedomineerd door de extensieve, vaak duurzame rundveehouderij en in mindere mate akkerbouw. In Noordwest Overijssel neemt de landbouw en visserij 8% van de werkgelegenheid voor zijn rekening (figuur 2). 2 Het aantal landbouwbedrijven in het gebied vertoont echter een lichte teruggang . Vaak wordt de vrijgekomen grond echter weer benut door andere agrariërs, waardoor naast deze teruggang wel een zekere schaalvergroting plaatsvindt. In Noordwest Overijssel zijn de veehouderij, visserij, tapijtindustrie en ook rietteelt van oudsher belangrijke economische pijlers. Qua werkgelegenheid zijn op dit moment handel, niet-commerciële dienstverlening, nijverheid/industrie (o.a. kunststofindustrie) en de transportsector met enkele grote spelers de belangrijkste sectoren. Zie hiervoor figuur 2. Met name in de gemeente Zwartewaterland is de nijverheid en vooral de bouwnijverheid sterk vertegenwoordigd. In Genemuiden is van oudsher de tapijtindustrie van groot belang. Optimalisatie, schaalvergroting en specialisatie zijn al jaren geleden in gang gezet en dit zal naar alle waarschijnlijkheid voortduren. Hier doet zich tegelijkertijd een belangrijk dilemma voor: economische groei kan op gespannen voet staan met behoud en versterking van natuur en landschap. 1 2
Bron: CBS. Bron: website provincie, CBS.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
8
In Noordwest Overijssel ligt het percentage niet-werkende werkzoekenden met 6,8% lager dan het landelijk gemiddelde van 8,3% en het provinciaal gemiddelde van 8,6%. In heel Noord-Overijssel is de werkloosheid de afgelopen jaren toegenomen. Dat geldt ook voor Noordwest Overijssel, hoewel deze toename niet hoger is dan elders in de provincie. Deze toename is vooral een gevolg van de 3 economische teruggang in omliggende gemeenten waar inwoners uit het gebied werken . Het aandeel lager opgeleiden onder de niet-werkende werkzoekenden is fors: 45% van het totaal aantal NWW-ers is laag opgeleid. Bedrijfsstructuur Gemeten naar het aantal bedrijfsvestigingen is de landbouw tezamen met jacht, bosbouw en visserij nog steeds een belangrijke sector in Noordwest Overijssel. Figuur 3 toont de bedrijfsstructuur van Noordwest Overijssel. Figuur 3 Aantal be drijfsv e stiginge n in Noordwe st-Ov e rijsse l (2006)
Gezondheids- en Cultuur, recreatie en welzijnszorg Openbaar bestuur, ov. dienstverl. 4% onderwijs 7% 3% Verhuur en zakelijke dienstverlening 12% Financiële instellingen 2%
Vervoer, opslag en communicatie Horeca 4% 6% Detailhandel (incl. reparatie) 13%
Landbouw, jacht, bosbouw, visserij 20%
Nijverheid 8% Bouwnijverheid 11% en rep. van GroothandelHandel en motorrijtuigen handelsbemiddeling 3% 7%
De kunststofindustrie en watergebonden bedrijvigheid (zoals scheepsbouw- en reparatiebedrijven) wegenbouw, huizenbouw, metaal- en transport bedrijven spelen een grote rol in het gebied. Vooral in het zuiden van het gebied is de nijverheid en industrie erg belangrijk. In de kern Genemuiden is de 4 oppervlakte van de industriegebieden zelfs groter dan dat van het woongebied . In Zwartsluis zijn vooral de voedingsmiddelenindustrie en de transportsector van belang. De ontwikkeling in het aantal bedrijfsvestigingen (figuur 4) laat vooral zien dat het aantal vestigingen in de landbouw, jacht, bosbouw en visserij in Noordwest Overijssel tussen 1995 en 2006 relatief sterk is gedaald, van 31% naar 21%. Dit verlies is vooral opgevangen door de sector ‘overig’ waartoe onder andere de toeristische sector, zakelijke dienstverlening en verhuur behoren.
3 4
http://provincie.overijssel.nl/beleid_en_documenten/cijfers_en_kaarten/werkgelegenheid/steenwijkerland Provincie Overijssel, cbs landbouwstatistiek
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
9
Figuur 4 Noordwest Overijssel Aantal vestigingen naar bedrijfssector
90%
5% 3% 3% 6%
5% 3% 3% 6%
7% 4% 3% 6%
80%
14%
13%
13%
25%
21%
100%
70% 60%
31%
50% Cultuur, recreatie en ov. dienstverl.
40% 30% 20%
37%
44%
47%
Gezondheids- en welzijnszorg Openbaar bestuur, onderwijs Horeca
10%
Detailhandel (incl. reparatie)
0%
Landbouw, jacht, bosbouw, visserij 1995
2000
2006
Overig
De groei van de sector ‘overig’ kan deels worden toegekend aan de toeristische sector. Uit 5 onderzoeksgegevens blijkt dat in de Kop van Overijssel het aantal vakanties tussen 2005 en 2006 met 8% is toegenomen. De jaren daarvoor was het aantal vakanties in het gebied gedaald. Het aantal overnachtingen is zelfs toegenomen met 21%. Deze stijging heeft vooral betrekking op de lange vakanties (> 4 dagen). Uit dit onderzoek blijkt over het algemeen dat het toerisme (overnachtingen, bestedingen, vakanties) sinds 2005 een stijgende lijn heeft ingezet, nadat het tot 2005 een aantal jaren licht was gedaald.
1.5
Leefbaarheid
De aanwezigheid van maatschappelijke voorzieningen bepaalt voor een belangrijk deel de leefbaarheid van een gebied. Elementaire voorzieningen zoals een deugdelijk vervoerssysteem, een basaal winkelaanbod, sport-, culturele en recreatieve voorzieningen en basisonderwijs spelen hierbij een cruciale rol. Het voorzieningenniveau schiet wel eens te kort, met name in landelijke gebieden. De kleine kernen in Noordwest Overijssel zijn afhankelijk van de voorzieningen in de grotere kernen. Bovendien geldt dat veel inwoners voor bepaalde voorzieningen (o.a. onderwijs, gezondheidszorg) zijn aangewezen op grotere gemeenten/steden buiten het gebied. De grootste kern in het gebied is Steenwijk, waar ook een bijbehorend voorzieningenniveau aanwezig is. In de middelgrote kernen zijn minder voorzieningen aanwezig. De voorzieningen in de kleinere kernen zijn beperkt, veelal niet onderscheidend en het draagvlak staat onder druk. De kleinere kernen richten zich van origine ook op 6 de omliggende gemeenten . Zo zijn de kleine kernen op het gebied van onderwijs, sport en cultuur bijvoorbeeld middelbare scholen, muziekschool, theater - aangewezen op omliggende gemeenten. De afstanden tot de omliggende gemeenten en infrastructurele voorzieningen maken dat de inwoners in deze gebieden toch een half uur tot een uur moeten rijden om een voorziening te bereiken. Ook inwoners van het gebied die van het openbaar vervoer afhankelijk zijn, ondervinden problemen. Het openbaar vervoer in het gebied is slecht. Er is een intercitystation in Steenwijk, maar deze ligt aan de rand van het gebied.
5
Continue Vakantie Onderzoek (CVO) over de periode oktober 2005-september 2006 (Kop van Overijssel betreft hier de gemeenten Zwartewaterland, Steenwijkerland, Kampen en Zwolle) Visiedocument revisie 05 "Naar een SteenRijkerland" 12 december 2006,.
6
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
10
Elseviers vergelijking van beste gemeenten laat een vrij lage score op voorzieningen (in regionaal verband) zien. Deze zijn veelal wel aanwezig in de buurgemeenten (bijvoorbeeld het ziekenhuis te Meppel)7. Noordwest Overijssel telt ongeveer 35 basisscholen verspreid over diverse dorpen en drie instellingen voor voortgezet onderwijs. Ook worden scholen voor voortgezet onderwijs bezocht in Meppel, Emmeloord, Zwolle, Kampen en in Wolvega. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor winkelvoorzieningen en zorginstellingen. Wat zorg en ziekenhuizen betreft, zijn de inwoners van het gebied aangewezen op de ziekenhuizen vlak buiten het gebied (Meppel, Heerenveen, Zwolle en Emmeloord/Lelystad). In Steenwijk is wel een polikliniek en zijn faciliteiten voor thuiszorg aanwezig. Bij gebrek aan een gedegen openbaar vervoer netwerk bestaan voor vervoer op dit vlak verschillende stichtingen op vrijwillige basis zoals Stichting Vrijwillige Hulpdienst Steenwijk en Omstreken, Stichting Aangepast Vervoer In Brederwiede (Stavib) en Vereniging Gehandicaptenvervoer Steenwijk en Omstreken. De kleinschalige gezondheidsvoorzieningen in de kleine kernen, zoals de huisartsenpraktijk, staan onder druk en inwoners zijn steeds meer gebonden aan voorzieningen buiten het gebied. In het gebied zijn diverse Kulturhusen of andere multifunctionele centra aanwezig waar regelmatig evenementen en activiteiten georganiseerd worden, zoals lezingen, cursussen of exposities, maar ook muzikale optredens. Daarnaast hebben veel dorpen een gemeenschapshuis. Deze zijn ongeveer 30 jaar geleden gebouwd en ondertussen toe aan een renovatie of upgrading naar de normen en behoeften van deze tijd. In Steenwijkerland is bovendien een theater. Verder zijn in het gebied 9 bibliotheken, 15 musea en 6 zwembaden aanwezig. Deze voorzieningen staan onder druk door de hoge kosten van onderhoud. Noordwest Overijssel biedt in het algemeen een goed woonklimaat en een leefomgeving die sterk gewaardeerd worden door de mensen. In het gebied is wel sprake van een tekort aan woningen voor ouderen en starters. Aangezien de mensen in het gebied een sterke kernbinding hebben en vergrijzing op komst is, is een woonvisie ontwikkeld die aandacht besteed aan starters, senioren en 8 het aantrekken van gezinnen . De sociale samenhang in dorpen en kernen is ook van belang om de leefbaarheid van een gebied te bepalen. Het gebied kent een sterk verenigingsleven. De samenhang voor de breedte van het verenigingsleven en het onderwijs is, vooral in Zwartewaterland, vaak verbonden met de levensovertuiging maar niet minder door het Plaatselijk Belang welke een belangrijke plaats inneemt 9 in de kernen . De sociale samenhang staat echter onder druk, vooral door de ‘import’ van mensen uit andere gebieden. Deze mensen hebben minder binding met de streek en de mensen. Een ander probleem is dat veel woningen intussen als tweede woning worden gebruikt. Deze zijn dus niet meer permanent bewoond, maar hebben een recreatieve functie, hetgeen niet bevorderlijk is voor de sociale samenhang.
7 8 9
Visiedocument revisie 05 "Naar een SteenRijkerland" 12 december 2006, Een Wijde Blik op Steenwijkerland, Woonvisie 2007-2010 Website gemeente Zwartewaterland.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
11
1.6
SWOT analyse
De belangrijkste bevindingen uit de gebiedsbeschrijving zijn samengevat in onderstaande SWOT tabel.
Sterkten • • • • • • • • •
Lagere werkloosheid dan landelijk gemiddelde Aanwezigheid bekende toeristische trekpleisters Aanwezigheid cultuurhistorische waarden Aanwezigheid van grote natuurgebieden Sterke sociale cohesie met sterk verenigingsleven (Plaatselijk Belang), met name in kleine kernen Aanwezige ruimte Veel productiebedrijven, van belang voor lokale werkgelegenheid Gastvrijheid lokale bevolking Goede bereikbaarheid van het gebied (van buitenaf)
Kansen • • • • • •
• • • •
Algemene werkgelegenheidsgroei Toename (verblijfs)recreatie Groei in werkgelegenheid en bedrijfsvestigingen in sectoren cultuur, recreatie en dienstverlening Combinatie van cultuur(historie) en natuur Duurzame, extensieve landbouw door krimp agrarische sector Benutten van gebiedsspecifieke landschapselementen als ‘uniek verkoopargument’ Kansen om toerisme te ontwikkelen (water, natuur, cultuur) Opschalen sociale samenhang tussen kleinere kernen en grotere dorpen Ontwikkeling ICT en kennisintensieve bedrijvigheid Aantrekkelijk woonklimaat voor mensen van buitenaf, ook ouderen
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
Zwakten • • •
•
Veel laagopgeleide werkzoekenden Weinig kennisintensieve bedrijven Afhankelijkheid van kleine kernen van voorzieningen in grotere kernen, ook buiten het gebied Slecht ontwikkeld openbaar vervoer; slechte bereikbaarheid binnen het gebied
Bedreigingen • • • • • • • •
Toenemende vergrijzing in het gebied Verwachte afname bevolking Vertrek van (geschoolde) jongeren Demografische ontwikkelingen kunnen leiden tot lager aanbod op arbeidsmarkt Sociale cohesie staat onder druk Verzorgingsstructuur in gebied staat onder druk Niveau en kwaliteit van bestaande voorzieningen; veel voorzieningen zijn toe aan renovatie Recreatief gebruik woningen vervangt permanente woonfunctie
12
2.
2.1
VISIE EN STRATEGIE
Inleiding
In het eerste hoofdstuk is een kernachtige beschrijving van het gebied Noordwest Overijssel opgenomen. Deze beschrijving vormt een belangrijke basis voor de strategie van ons LEADER ontwikkelingsplan. Bij het formuleren van onze visie en strategie is daarnaast rekening gehouden met ervaringen uit het verleden met LEADER+ en ontwikkelingsperspectieven die voor (delen van) het 10 gebied beschikbaar zijn . Belangrijk ijkpunt voor de strategie is het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2), waar de LEADER as uit gefinancierd wordt. In dit hoofdstuk wordt onze LEADER strategie voor de nieuwe periode uitgewerkt. Daartoe wordt allereerst in paragraaf 2.2 onze visie voor de toekomst gepresenteerd. Paragraaf 2.3 omvat de strategie en geeft antwoord op de vraag op welke wijze we LEADER in willen zetten om onze visie te bereiken. De visie en strategie worden geïllustreerd met succesvolle LEADER+ projecten uit ons gebied. De implementatie van de strategie staat centraal in paragraaf 2.4. De relatie van de strategie met het POP2 programma is uitgewerkt in paragraaf 2.5 waarna paragraaf 2.6 tot slot ingaat op de verwachte resultaten van onze strategie.
2.2
Visie en doelstelling huidig beleid
Uit de diverse streek- en beleidsplannen komt een aantal centrale lijnen naar voren: • • • • • •
De lokale voorzieningen staan door verschillende oorzaken onder druk, met name in de dorpen; Het gebied is belangrijk voor recreatie en toerisme en heeft op dat vlak nog ontwikkelpotentieel; De (groei van de) werkgelegenheid in het gebied staat onder druk; Het gebied kenmerkt zich door sterke netwerken, samenwerking en gemeenschapszin in dorpen en kernen; Het gebied heeft kenmerkende natuurwaarden en cultuurwaarden, water is daarin belangrijk; De regio beschikt over een aantal specifieke sectoren die bepalend zijn voor het economisch profiel: toerisme/recreatie, industrie, extensieve landbouw, rietteelt en visserij.
Op basis hiervan worden in het gebiedsgericht beleid de volgende beleidsdoelen onderscheiden: • • • •
Duurzame ontwikkeling van landbouw, schaalvergroting en verbreding; Behoud en versterking natuur en cultuurlandschap, door verbinden, verbeteren natuurgebieden en aanleg nieuwe natuur, rietlandbeheer; Economische vitaliteit door versterken groei in toeristisch-recreatieve bedrijvigheid; Versterking sociale vitaliteit en leefbaarheid, behouden leefbaarheid in kernen.
Deze lijnen, tezamen met de kenmerken en krachten van het gebied vormen de basis voor onze ontwikkelingsvisie. Centraal in onze visie en strategie van het LEADER programma voor de toekomstige ontwikkeling van Noordwest Overijssel staat het zoeken naar samenhang en afstemming tussen de drie componenten 10
Gebiedsperspectief Noordwest Overijssel uit 1997 en update maart/april 2007; Nationaal Landschap IJsseldelta Ontwikkelingsperspectief uit 2006.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
13
‘mens’, ‘economie’ en ‘natuur en cultuur’. Welzijn en welvaart moeten hand in hand gaan in Noordwest Overijssel. Een duurzame ontwikkeling creëert de mogelijkheid dat leefbaarheid en economie zich ontwikkelen in samenhang met de natuurlijke waarden die de regio rijk is. Het gebied staat voor twee belangrijke uitdagingen: Mensen: behoud en ontwikkeling van de leefbaarheid Voor de regio staan in dit kader de volgende thema’s centraal: • Stimulering van sociale en economische samenhang en integratie; • Realiseren van een hoog niveau/aanbod van sociale en culturele voorzieningen; • Stimuleren eigen initiatief en actieve participatie van burgers. Leefbaarheid is een breed begrip dat betrekking heeft op woonklimaat, sociaal klimaat, voorzieningenniveau, veiligheid en bestaanszekerheid. Het woonklimaat in Noordwest Overijssel is goed, dit trekt ook veel mensen van buitenaf aan. Echter, landelijke gebieden hebben specifieke leefbaarheidproblemen en dit vergt dan ook een specifieke aanpak. Belangrijk aspect betreft de aanwezigheid, kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen. Voor het gebied staat het behoud van een elementair voorzieningenniveau centraal, waarbij kwaliteitsverbetering en verbreding van het aanbod essentieel zijn. Veel voorzieningen (onderwijs, cultuur, gezondheidszorg) staan onder druk en inwoners zijn steeds meer aangewezen op voorzieningen buiten het gebied. Specifiek vermeldenswaardig is het slechte openbaar vervoer binnen het gebied. Met name jongeren en ouderen krijgen een extra accent als het gaat om leefbaarheid. De vergrijzing in delen van het gebied neemt toe en dit vraagt om specifieke voorzieningen. In andere delen neemt de verjonging toe; deze ontwikkeling biedt kansen voor het gebied, maar dan is het van belang dat de jongeren worden gebonden aan de streek. Een kwantitatief en kwalitatief voldoende aanbod van voorzieningen is hierbij essentieel. Het gebied wordt gekenmerkt door sterke sociale verbanden en gemeenschapszin, met name in de kleine kernen. Dit is een belangrijk aspect van de cultuur van het gebied en moet worden aangewend om een duurzame sociaal-economische ontwikkeling te stimuleren. Deze sociale samenhang staat echter onder druk, met name door de toenemende import van mensen van buiten het gebied (bijvoorbeeld door bezitters van tweede woningen. Samenwerking tussen (professionele) organisaties op het gebied van welzijn, sociale economie, zorg, gezondheid, veiligheid, bestuur en cultuur is daarin essentieel en moet mensen dichter bij elkaar brengen.
Muziekkoepel Steenwijkerwold
Economie: benutten en versterken aanwezige potenties Eén van de belangrijkste opgaven is een ontwikkeling die gelijktijdig de economische, sociale en ecologische vooruitgang bevordert. De regio beschikt over een aantal sectoren met potentie: recreatie en toerisme, landbouw, rietteelt (in dienst van natuurbeheer), industrie en dienstverlening. Dit betekent overigens niet dat overige sectoren bij voorbaat worden uitgesloten. Het gaat hier om sectoren die sterk ontwikkeld zijn en goede kansen hebben om kwalitatief en/of kwantitatief verder te groeien en daardoor een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de invulling van de visie. Een grote uitdaging voor het gebied is het ontwikkelen van meer kennisintensieve industrie en een bredere toepassing van ICT. De partners in de regio kiezen er voor om de inzet van middelen voor een groot deel geconcentreerd in te zetten op de ontwikkeling van die sectoren die
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
14
belangrijk zijn voor onze regio en potentie hebben. Zij moeten mede zorgen voor voldoende economische draagkracht in het gebied om sociale en culturele voorzieningen in stand te houden. Het toekomstperspectief voor de landbouw wordt gezocht in schaalvergroting en het verbreden van de activiteiten van bestaande agrarische bedrijven. Daarnaast wordt gestreefd naar het realiseren van extra werkgelegenheid in de recreatieve sector. Het toeristisch/recreatief product natuur, water en landschap is een belangrijke pijler voor de economie in het gebied. Daarom wordt ingezet op het behoud van bestaande natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten en het waar mogelijk maken van een verbinding en kwaliteitsslag in de overgangsgebieden tussen de bebouwde kom en de landbouw en natuur. Het toeristisch product kan nog beter ‘vermarkt’ worden. Om bedrijvigheid en werkgelegenheid te behouden en aan te trekken, is het noodzakelijk om niet alleen te investeren in het bedrijfsleven zelf maar ook in de economische en natuurlijke omgevingsfactoren en het menselijk kapitaal. Bedrijven vestigen zich niet alleen in regio’s waar het goed werken is, maar ook waar het goed wonen is en waar de gevraagde arbeidskrachten beschikbaar zijn. Ons gebied beschikt over een aantal belangrijke vestigingsplaatsfactoren die verder benut kunnen worden. Denk daarbij aan de aanwezigheid van ruimte, natuur en water.
2.3
Strategie
In de vorige paragraaf is onze ontwikkelingsvisie voor het gebied uiteengezet, daarbij rekening houdend met diverse relevante beleidskaders en uitgangspunten. Deze visie vormt het uitgangspunt voor de doelstelling en strategie voor het LEADER programma voor Noordwest Overijssel. Strategisch kader Bij de keuze voor de inhoudelijke speerpunten van ons LEADER ontwikkelingsplan is rekening gehouden met een aantal overwegingen en keuzemomenten. De belangrijkste zijn: •
•
•
•
•
•
We hebben grote ambities met ons gebied (zie bovenstaand), maar beseffen tegelijkertijd dat we met LEADER – ook gelet op het beperkt budget – niet alle bovenstaande ambities kunnen realiseren; Belangrijke waarden uit het vorige LEADER programma waren het stimuleren van samenhang in fysiek, sociaal en economisch opzicht en het genereren van eigen kracht door het mobiliseren van eigenwaarde en investeringskracht in het gebied. Deze waarden blijven ook in dit ontwikkelingsplan overeind; De provincie Overijssel heeft aangegeven met LEADER vooral in te willen zetten op de thema’s ‘sociale vitaliteit’ en ‘economische vitaliteit’. Een nadere uitwerking van deze thema’s is aan onszelf, maar aansluiting bij deze thema’s is gewenst; Het relatief beperkte budget motiveert ons ook om LEADER eveneens in te zetten voor kleinschalige projecten die elders moeite hebben om financiering te vinden. Daarnaast ligt de nadruk ook op uitvoeringsgerichte initiatieven die daadwerkelijk tot resultaat leiden, die echt vernieuwend/innovatief zijn voor het gebied en projecten die bijdragen aan samenwerking in het gebied; Hoewel we op dit moment niets uit willen sluiten, is het niet onze intentie om fysieke maatregelen te financieren waar elders ook financiering voor is, bijvoorbeeld via het pMJP en/of andere Europese programma’s; LEADER willen we voornamelijk aanwenden om sociaal-economische projecten te financieren, met als uitgangspunt samenwerking, via actieve participatie van belanghebbende partijen en doelgroepen. Om sprake te laten zijn van een duurzame ontwikkeling in een regio als Noordwest Overijssel moeten verbindingen worden gelegd en barrières opgeheven tussen mensen, organisaties en bedrijven.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
15
Op basis van de visie en uitgangspunten is voor het LEADER ontwikkelingsplan voor Noordwest Overijssel 2007-2013 de volgende doelstelling geformuleerd: Realiseren van een duurzame sociaal-economische ontwikkeling en sociale samenhang in het gebied door:
o
Formatted: Font: Bold
o het versterken van de leefbaarheid en economische vitaliteit het benutten en stimuleren van de gebiedseigen identiteit en culturele waarden
Vanuit de beschreven visie en doelstelling willen wij de komende jaren inzetten op thema’s die de identiteit en culturele waarden van de streek versterken en deze thema’s aanwenden om binnen het gebied een duurzame sociaal-economische ontwikkeling te stimuleren. Daartoe is een strategie opgesteld die wordt vorm gegeven in twee centrale thema’s als de speerpunten van beleid: Thema 1:
Stimulering leefbaarheid door versterking van natuurlijke, sociale en culturele gebiedswaarden
Dit thema omvat alle activiteiten die bijdragen tot een Project ‘Hangplek voor ouderen en anderen’ betere sociale vitaliteit en sociale cohesie op het Op het marktplein in Oldemarkt is een overdekte hangplek gemaakt voor met name ouderen. Op platteland en in de dorpen. Initiatieven gericht op het verzoek van het verenigingsleven komt op het behouden van de bijzondere verwevenheid en marktplein ook een podium waar allerlei samenhang in het gebied passen binnen dit thema. In dit optredens en concerten kunnen worden verzorgd. Ook andere voorzieningen zoals bankjes, verband is de specifieke ruimtelijke structuur in de twee beplanting en een jeu de boules-baan worden gemeenten van belang. Steenwijkerland met haar vele aangelegd. Door dit project kunnen in Oldemarkt de sociale contacten tussen verschillende dorpen en kernen streeft naar het instandhouden en leeftijdsgroepen worden versterkt. versterken van de dorpen en de onderlinge samenhang daartussen. Zwartewaterland met haar drie centrale kernen richt zich voornamelijk op het creëren van een kwaliteitsimpuls van deze kernen. Leefbaarheid wordt immers mede bepaald door de kwaliteit van de leefomgeving. De leefbaarheid van de kernen en buurtschappen is een belangrijke toetssteen bij het maken van keuzes voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dit thema omvat daarom ook activiteiten gericht op het behoud cq. verbeteren van schone kwaliteit van het gebied in termen van milieu, ecologie en landschap. Jongeren en ouderen zijn specifieke doelgroepen als het gaat om behoud en versterking van leefbaarheid.
Uitwerking: • Instandhouden en verbeteren voorzieningenniveau in plattelandskernen, alsmede bereikbaarheid voorzieningen; • Versterken sociale samenhang en integratie; • Verbeteren zorg- en welzijnsstructuren in kleine kernen; • Opwaarderen streekeigen producten; • Behoud kwaliteit woongenot, met name voor jongeren en ouderen.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
16
Denkrichtingen: • Ontwikkelen (openbaar) vervoersmogelijkheden en verbeteren mobiliteit specifieke doelgroepen; • De doelgroepen ouderen en jeugd krijgen een extra accent, door onder andere het realiseren van voorzieningen voor deze doelgroepen; • Realiseren van voorzieningen, faciliteiten voor vrijwilligers(organisaties); • Initiatieven ter behoud, bevordering en versterking van het verenigingsleven en sociale verbanden in de kernen; • Projecten gericht op promoten en integreren van water als essentiële factor voor diverse toeristische functies in het gebied; • Projecten die verbindingen leggen tussen activiteiten gericht op versterken van de natuurlijke, sociale en culturele waarden in het gebied; • Behouden, bundelen en ontwikkelen van kleinschalige multifunctionele voorzieningen en gebundelde diensten op het gebied van recreatie, muziek, cultuur, sport gekoppeld aan doelgroepen (jeugd, ouderen); • Projecten die bijdragen aan het creëren van verbindingen met omliggende natuurgebieden; • Verbeteren ruimtelijke kwaliteit van dorpen; • Experimenten gericht op samenhang van het gebied met aangrenzende gebieden voor bezoekers/recreanten; • Initiatieven gericht op samenhang en samenwerking tussen diverse maatschappelijke sectoren en organisaties en de overheid.
Thema 2:
Economische vitaliteit: gebiedsgebonden stimulering bedrijfsleven
Dit thema omvat alle activiteiten die bijdragen tot het vasthouden van voldoende economische draagkracht in het gebied en het bevorderen van sociale innovatie en integratie/samenwerking in het bedrijfsleven. Innovatie, samenwerking en ICT zijn hiervoor sleutelbegrippen en kunnen verder versterkt worden. Innovatie vergt vaak niet alleen technologische doorbraken, maar heeft ook een sociale kant, bijvoorbeeld flexibel organiseren, netwerkvorming, dynamisch managen en slimmer werken. Dit kan worden samengevat in de term 'sociale innovatie'. Sociale innovatie verbetert bedrijfsprestaties en daarmee de productiviteit, economische groei en dus de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Naast sociale innovatie richt dit thema zich op activiteiten die bijdragen aan het creëren van gunstige productiefactoren voor het regionale bedrijfsleven en activiteiten die agrarische bedrijven in het gebied helpen te anticiperen op de veranderde ruimtelijke en economische omstandigheden. De natuur in de regio is uniek en een goed ‘verkoopargument’ voor de toeristisch-recreatieve sector. Verdere ontwikkeling van het toerisme heeft dan ook hoge prioriteit, bijvoorbeeld door het stimuleren van cultuurtoerisme en watertoerisme en het ontwikkelen van vormen van extensief recreatief gebruik van natuurgebieden.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
Project ‘Monumenten in de Kop’ De VVV heeft drie zuilen geplaatst in Noordwest Overijssel en wel in Kalenberg, Ossenzijl en Vollenhove. Deze bieden aan toeristen informatie over een aantal historische, markante panden. De zuilen zijn eenvoudig te bedienen en kunnen op deze wijze voorbijgangers van informatie voorzien. Bovendien bestaat voor iedereen de mogelijkheid om door middel van de zuilen te internetten en e-mails te versturen. De eerste zuil is geopend in het voorjaar 2006 te Kalenberg.
17
Uitwerking: • Stimuleren sociale innovatie in het bedrijfsleven, met nadruk op het gebiedseigen bedrijfsleven; • Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van de recreatieve sector; • Versterken productiefactoren en verdere professionalisering keten regionale producten (riet en agrarische producten), met nadruk op marketing en promotie; • Ontwikkelen gemeenschappelijke faciliteiten en diensten om combinaties van functies mogelijk te maken en samenwerking tussen ondernemers te stimuleren; • Behoud kwaliteit woongenot, als vestigingsplaatsfactor voor bedrijven; • Stimulering activering/participatie ouderen; • Behoud werkgelegenheid, met name voor jongeren.
Denkrichtingen: • Uitbouw recreatief netwerk; • Voor andere sectoren: bedrijfsverzamelgebouwen voor micro ondernemingen, of dienstencentrum; • Samenwerking tussen bedrijfsleven en samenwerking met kennisinstellingen; • Stimuleren toepassing ICT in bedrijven; • Innovatie in streekprodukten: nieuwe producten met het kwaliteitslabel van Noordwest Overijssel; • Gebiedswinkels, met mensen uit zorg, verkoop van streekeigen producten, mogelijk gekoppeld aan VVV informatie; • Realiseren van voorzieningen, faciliteiten voor gebiedseigen/streekgebonden toeristische evenementen en mogelijkheden tot professionalisering/opschaling daarvan; • Kleinschalige verbeteringen toeristisch-recreatieve voorzieningen; • Initiatieven gericht op samenwerking overheid, bedrijfsleven en scholen om regionale economie te ontwikkelen; • Vergroten mogelijkheden verblijfsrecreatie.
2.4
Implementatie strategie
‘Leefbaarheid’ en ‘economische vitaliteit’ zijn de centrale thema’s van onze strategie. De implementatie van onze strategie vindt plaats door enerzijds lokale projecten in ons eigen gebied en anderzijds door samenwerkingsprojecten. Daarnaast reserveren we een budget voor uitvoeringskosten. Daarmee wordt ook aansluiting gezocht met de onderdelen/maatregelen die binnen POP2 openstaan voor de implementatie van LEADER. Hier wordt een verdeling gemaakt in drie onderdelen:
1. Uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën Binnen dit onderdeel stimuleren we lokale projecten die inhoudelijk aansluiten bij onze twee centrale thema’s. Criteria waaraan deze projecten moeten voldoen, zijn opgenomen in hoofdstuk 3. 2. Uitvoering van samenwerkingsprojecten Naast lokale projecten stimuleren we ook samenwerkingsprojecten met PG’s uit andere gebieden in Overijssel, Nederland of andere gebieden in Europa. Met onze ligging nabij andere plattelandsgebieden biedt samenwerking goede kansen om gezamenlijk projecten uit te voeren en kennis uit te wisselen. Daarbij willen we voortbouwen op reeds ontstane samenwerkingsverbanden uit de LEADER+ periode. De inhoud van onze strategie is leidend
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
18
voor de samenwerking. De PG zal bestaande contacten actief benaderen voor nieuwe samenwerkingsprojecten en daarnaast alert zijn op nieuwe kansen tot samenwerking. We streven in totaal naar zes samenwerkingsprojecten gedurende de programmaperiode. Op dit moment denken we heel concreet al aan de volgende mogelijkheden voor samenwerking: • • • •
Flevoland: samenwerking op het gebied van toerisme en recreatie; Grensgebied Overijssel-Friesland-Drenthe: samenwerking op het gebied van toerisme en recreatie; Zuidwest Drenthe: samenwerking op het gebied van toerisme en recreatie; Spreewald (D): samenwerking op het gebied van toerisme en recreatie en streekproducten.
3. Beheer van de plaatselijke groep Dit onderdeel is bedoeld om de PG te faciliteren in de uitvoering van het ontwikkelingsplan. De implementatie van lokale ontwikkelingsplannen en andere acties van LEADER groepen vereisen kennis, vaardigheden en deskundigheid om enerzijds de inhoudelijke doelstellingen te kunnen realiseren en anderzijds de specifieke LEADER aanpak te kunnen garanderen. Natuurlijk geldt dat de PG reeds in de periode 2000-2006 veel heeft geïnvesteerd in het verwerven van kennis en deskundigheid en hier ook de komende periode de vruchten van kan plukken. De PG zal het budget benutten voor de volgende activiteiten (conform maatregelfiche 431): • • •
• •
2.5
Studies over het betreffende gebied; Activiteiten om voorlichting over het gebied en over het plaatselijk ontwikkelingsplan te geven; De opleiding/training van betrokkenen bij de opstelling en de uitvoering van een plaatselijk ontwikkelingsplan. Dit is tevens mogelijk onder dienstverlening (technische hulp) van het Nationaal Netwerk; Dynamiseringsacties en de opleiding van personen met een dynamiseringstaak; Uitvoering van plannen van andere publiek-private partnerschappen (geen LEADER ervaring of LEADER aanpak), maar dat wel aansluit bij de doelstellingen van as 3.
Relatie strategie met POP2
Introductie De uitvoering van onze ontwikkelingsstrategie moet bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen zoals geformuleerd in een of meer van de in het POP2 onderscheiden assen. As 1 en 2 zijn vooral gericht op ondernemers in de landbouw en bosbouwsector terwijl as 3 meer gericht is op plattelandsontwikkeling in ruime zin van het woord. As 1. Verbetering van het concurrentievermogen en de land- en de bosbouwsector Concurrentieverbetering kan worden nagestreefd op verschillende niveaus: regionaal, landelijk of op de Europese en wereldmarkt. Aangezien maatwerkoplossingen per regio kansrijk zijn en innovatie centraal staat in deze as is het van groot belang om vanuit de kracht van het gebied gezamenlijk een strategie te bepalen volgens welke de landbouw specifiek versterkt kan worden. Hiertoe dienen kleinschalige pilots (innovatie, kraamkamerprojecten op gebied van innovatieve landbouwpraktijken, bedrijfsvoering, ondernemerschap en bedrijfsopvolging) en samenwerkingsrelaties (tussen landbouwers onderling in de streek, maar ook tussen landbouwers en andere actoren in het veld; producentengroepen, ketens etc.) opgezet of versterkt te worden om de krachten te bundelen en het
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
19
menselijk potentieel te versterken. Hierbij hoort ook de uitwisseling van ervaringen en de bedrijfsvoering tussen Nederlandse regio’s en over de grens binnen de EU (via de prioriteit samenwerking). As 2. Verbetering van het milieu en het platteland Het leggen van verbindingen tussen landbouw, natuur, milieu en water biedt perspectieven voor duurzame oplossingen. Groene en blauwe diensten waarin deze integratieslag zichtbaar wordt, vormen voorbeelden van samen optrekken in zowel de inhoudelijke sfeer als m.b.t. doelgroepen en nieuwe organisatieverbanden op gebiedsniveau. As 3. De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie De hoofddoelstelling van deze as komt voor een groot deel overeen met de hoofddoelstellingen van het LEADER programma en de meeste maatregelen binnen deze as lenen zich goed voor een aanpak via de LEADER werkwijze. Maatregelen op het gebied van zowel de verbetering van de leefkwaliteit, de diversificatie van de plattelandseconomie als de instandhouding van het landelijk erfgoed zijn bijna per definitie het best uitvoerbaar via het gebiedsgerichte spoor. Positieve ervaringen dienaangaande in LEADER zijn breed verspreid en gedragen in Nederland. In de meeste LEADER gebieden zal de inzet naar alle waarschijnlijkheid vooral op de sociaal-economische vitalisering liggen. Relatie met POP2 Onze strategie draagt vooral bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen van as 3: verbetering leefbaarheid en diversificatie van de plattelandseconomie. Ons eerste hoofdthema is geheel gericht op een verbetering van de leefbaarheid. Thema 2 is vooral economisch van aard en hoewel mogelijkheden bestaan voor landbouwbedrijven (as 1) is ook dit thema vooral gericht op andere sectoren, zoals het lokale MKB en toerisme en recreatie. Deze focus op as 3 sluit overigens perfect aan op de provinciale visie dat LEADER gericht moet zijn op de sociale en economische vitaliteit van het platteland.
2.6
Verwachte resultaten
De verwachte inhoudelijke resultaten van onze LEADER strategie worden gekwantificeerd aan een aantal indicatoren. Bij de selectie van de indicatoren is vooral een relatie gezocht met de indicatoren uit het POP2. Enerzijds de indicatoren die van toepassing zijn op de LEADER as, anderzijds de indicatoren uit de maatregelfiches uit as 1 en 3 die inhoudelijk raakvlakken vertonen met onze strategie. De indicatoren uit as 4 en de inhoudelijk relevante indicatoren uit as 1 en 3 zijn onderstaand opgenomen en voorzien van een streefwaarde. Elk project zal moeten scoren op één of meerdere van de genoemde indicatoren. De indicatoren zijn gebaseerd op de in voorliggend plan gepresenteerde uitgangspunten. De PG wil de midterm evaluatie aangrijpen om de indicatorenset en de streefwaarden nader onder de loep te nemen en eventueel aan te passen en/of het aantal indicatoren te reduceren. Vanzelfsprekend zal de PG de voortgang van de score op de indicatoren continue monitoren.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
20
•
Algemene Indicatoren voor As 4 (Leader benadering) Subthema / indicator
Streefwaarde
41 Invoering Leader benadering en plaatselijke groepen Aantal Leader-groepen gerealiseerd: • Nieuwe Leader groepen • Bestaande Leadergroepen (gesteund in de periode 2000-2006) • Totale oppervlakte van de Leader-gebieden (km2) • Totale omvang van de bevolking in Leader-gebieden • Het aantal gerealiseerde projecten dat experimenteel van karakter is, ‘bottom up’ tot stand is gekomen of een multisectoraal karakter heeft • De mate waarin private cofinanciering is gerealiseerd (= “multiplier”, d.w.z. de factor waarmee EUgeld wordt vermeerderd met nationaal publiek en privaat geld) 411 Concurrentiekracht; 412 Milieu / Landbeheer; 413 Kwaliteit leefomgeving / diversificatie Aantal projecten dat volgens de Leaderaanpak tot stand is gekomen, onderverdeeld naar projecten die: • aansluiten bij de doelstelling as 1, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig • aansluiten bij de doelstelling as 2, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig • aansluiten bij de doelstelling as 3, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig De totale omvang van de steun die door elke Leadergroep is verleend.
1 410 69.990 41 2,85
35 8 0 27
Het aantal eindbegunstigden, onderverdeeld naar • personen onderverdeeld in geslacht, leeftijd boven de 25 of 25 of jonger • private sector • publieke sector • * Leadergroep Het aantal gerealiseerde projecten dat experimenteel van karakter is, ‘bottom up’ tot stand gekomen of een multisectoraal karakter hebben 421 Uitvoering van samenwerkingsprojecten
35
Aantal gerealiseerde samenwerkingsprojecten Onderverdeeld in: • inter-territoriale samenwerking • transnationale samenwerking
6
en : • aansluiten bij de doelstelling as 1, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig • aansluiten bij de doelstelling as 2, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig • aansluiten bij de doelstelling as 3, zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig Aantal deelnemende Leadergroepen bij de samenwerkingsprojecten 431 Beheer van de plaatselijke groep, verwerving van vakkundigheid en de dynamisering van het gebied Aantal ondersteunde projecten Onderverdeeld naar: • studies over het desbetreffende gebied • activiteiten om informatie over het gebied en het de lokale ontwikkelingsplan te verschaffen • training van de stafleden die betrokken zijn bij voorbereiding en implementatie van een lokaal ontwikkelingsplan • promotie-activiteiten • * andere
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
35
4 2 1 1 4 15
5
21
•
Indicatoren uit as 1 en 3 Subthema / indicator
Streefwaarde
121 Modernisering landbouwbedrijven Aantal ondersteunde landbouwondernemingen onderverdeeld in: • geslacht • natuurlijk persoon/rechtspersoon • leeftijd (<40; >= 40) • type investering (landverbetering; machines; gebouwen; andere investeringen) • landbouwbranche (akkerbouw, tuinbouw, wijn, permanente gewassen; melk; weidevee (m.u.v. melk); varkens en pluimvee; gemengd) uitgesplitst naar biologisch en anderen doel (vitaliteit; duurzaamheid) Totale volume van de investeringen: onderverdeeld in: • type investering (landverbetering; machines; gebouwen; andere investeringen) • landbouwbranche (akkerbouw, tuinbouw, wijn, permanente gewassen; melk; weidevee (m.u.v. melk), schapen, geiten; varkens en pluimvee, konijnen; gemengd) uitgesplitst naar biologisch en anderen duurzaamheidsdoel 124 Samenwerking bij innovatie
4
€ 300.000
Aantal ondersteunde samenwerkingsinitiatieven: onderverdeeld naar: • Sector (landbouw/voedingssector/ beide voorgaande/bosbouw) • Soort samenwerkingsinitiatief (ontwikkeling nieuw product/ nieuwe proces/nieuwe technologie/ gemengd) 311 Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten
4
Aantal begunstigden
8
Totaal aan investeringen in euro’s (totaal materieel en immaterieel) Aantallen diversificatieacties onderscheiden naar: − toerisme − ambachtelijke activiteiten − energieproductie − zorgverlening − overig
€ 300.000 8
312 Steun voor de oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen Aantal nieuwe of bestaande begunstigde micro-ondernemingen die steun ontvangen: − Aantallen nieuw opgerichte bedrijven − Aantallen bedrijven waar verbeteracties plaatsvinden 313 Bevordering van toeristische activiteiten
5
Aantal activiteiten gericht op de bevordering van toeristische activiteiten
14
Totaal van alle investeringen (totaal privaat en publiek)
€ 1.600.000
Toeristische infrastructuur aangelegd: fietspaden wandel/ruiterpaden paden vaarroutes
4 km
Toeristische infrastructuur verbeterd: fietspaden wandel/ruiterpaden paden vaarroutes
4 km
321 Basisvoorzieningen voor de economie en de plattelandsbevolking Aantal ondersteunde acties
8
Totaal investeringsvolume
€ 800.000
Aantallen gerealiseerde diensten (stuks)
4
Aantallen gerealiseerde fysieke voorzieningen (stuks)
4
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
22
322 Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling Aantal kernen die steun hebben ontvangen voor investeringen gerelateerd aan vernieuwing en ontwikkeling Totaal van private en publieke investeringen
6
€ 600.000
Realisatie wegen (km)
0
Realisatie paden (km)
0
Verbetering van objecten, inclusief terreinen (stuks)
3
323 Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed Aantal ondersteunde acties voor investeringen voor het behoud en de opwaardering van het landelijk erfgoed − Totaal investeringsvolume − Ingerichte natuurgebieden (ha) − Ecologische verbindingszone (km) − Aantal cultuurhistorische objecten (stuks) 341 Verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie Aantal ondersteunde acties gericht op verwerving van deskundigheid en dynamisering van een gebied Aantal ondersteunde publiek-private partnerschappen (PPP) die in het kader van Leader worden opgericht. Aantal deelnemers in deze projecten
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
4
4 2 8
23
3.
3.1
SELECTIECRITERIA LEADER PROJECTEN
Inleiding
Voor de beoordeling van de projecten heeft de PG een aantal criteria geformuleerd. Deze criteria zijn het resultaat van een analyse van de eisen die LEADER stelt en de ervaringen die we met LEADER+ hebben opgedaan. Onze criteria zijn ingedeeld in algemene criteria (paragraaf 3.2) – criteria waaraan hoe dan ook voldaan moet worden – en prioriteitscriteria (paragraaf 3.3). Dit zijn criteria waarop extra positief gescoord kan worden. Daarnaast zijn criteria voor samenwerkingsprojecten geformuleerd. We kiezen ervoor om op dit moment vrij algemene criteria te formuleren, omdat we kiezen voor een brede inhoudelijke invulling van ons programma. We staan er open voor om de criteria gedurende de uitvoering nader aan te scherpen indien blijkt dat dit bij kan dragen aan een betere kwaliteit van projecten. Bij besluit kan de PG afwijken van onderstaande criteria.
3.2
Selectiecriteria
Inhoudelijke toets (door de PG) De PG hanteert een aantal criteria die zij kenmerkend acht voor haar visie en werkwijze. De criteria sluiten aan bij de LEADER aanpak en stellen de volgende eisen aan projecten: •
•
• • • • • •
•
Het project moet innovatief en/of experimenteel zijn. Dit is het geval indien het project: o nieuwe samenwerkingsverbanden tot gevolg heeft en/of; o nieuwe producten/resultaten oplevert (product/resultaat) en/of; o wordt gekenmerkt door een innovatieve aanpak (proces) en/of; o nieuwe doelgroepen benadert (doelgroep) en/of; o nieuw is in het betreffende LEADER gebied (regio). Projecten moeten duurzaam zijn, waaronder wordt verstaan dat in principe geen bijdrage zal worden verstrekt aan éénmalige activiteiten/evenementen, ofwel activiteiten die naar verwachting geen structureel karakter hebben of structurele effecten genereren, tenzij de activiteiten een aanjaagfunctie vervullen; Projecten moeten bottom-up tot stand komen. Projecten moeten in voldoende mate worden gedragen door locale actoren. Professionele ondersteuning is wel mogelijk; Projecten moeten een meerwaarde voor het gebied hebben ten aanzien van de inhoud of de samenwerking; Het project c.q. de effecten van het project worden uitgevoerd binnen, respectievelijk hebben betrekking op het LEADER gebied Noordwest Overijssel; Het project past inhoudelijk binnen de thema’s van voorliggend ontwikkelingsplan; Het project scoort op minimaal één van de inhoudelijke indicatoren; Het project levert een bijdrage aan de economische en/of sociale ontwikkeling van het gebied en is verantwoord in termen van "value for money". Het project draagt bij voorkeur bij aan behoud van bestaande of creatie van nieuwe werkgelegenheid; Het project is nieuw of een verantwoorde uitbreiding (in termen van beschikbaar gestelde middelen, in aanmerking komende activiteiten of geografische gebieden) van een bestaand project.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
24
Technische, financiële en juridische toets (door provincie en DLG) De provincie zal in samenwerking met DLG een technische toets op alle aanvragen uitvoeren. De criteria die hierbij in acht worden genomen, zijn opgenomen in bijlage A:
3.3
Prioriteitscriteria
Indien voldoende financiële middelen binnen het ontwikkelingsplan aanwezig zijn en een project voldoet aan de hiervoor genoemde criteria vindt geen prioriteitsafweging plaats. Afweging/prioritering dient plaats te vinden indien meer projecten ingediend zijn dan budget voorhanden is. Naast algemene criteria waar projecten aan moeten voldoen, heeft de PG dan ook een aantal prioriteitscriteria geformuleerd waar projecten ‘extra’ op kunnen scoren. Voorkeur wordt gegeven aan projecten die: • • • • • • • • • • • •
3.4
Gericht zijn op gelijke kansen voor mannen en vrouwen; Gericht zijn op jongeren; Leiden tot een hogere arbeidsparticipatie; Bijdragen aan het versterken van de kwaliteiten en/of het imago van het (deel)gebied; Samenwerking tussen lokale actoren en gebieden versterken; Kleinschalig zijn; Een bovenregionaal belang hebben; Zich kenmerken door een integrale en structuurversterkende aanpak; Een spin-off effect hebben. Niet alleen een voorbeeldfunctie, maar ook de start vormen voor veranderingen; Leiden tot een verbetering van de leefbaarheidsituatie op het platteland; Leiden tot een verbetering van het imago van het (deel)gebied; Bij sociaal-maatschappelijke projecten wordt de voorkeur gegeven aan projecten die: o kwetsbare groepen activeren in het sociale en economische leven; o bijdragen aan het terugdringen van de langdurige werkloosheid; o leiden tot een hogere arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen; o bijdragen aan het opvullen van nog openstaande vacatures en; o een innovatief karakter hebben en een voorbeeldfunctie hebben voor andere gebieden.
Criteria voor samenwerkingsprojecten
Voor de uitvoering van samenwerkingsprojecten wordt verwezen naar de criteria uit maatregelfiche 421 van het POP2. Deze criteria voor samenwerkingsprojecten zijn opgenomen in bijlage A en zijn aanvullend op de hiervoor gepresenteerde selectie- en prioriteitscriteria. Algemeen uitgangspunt is dat samenwerkingsprojecten inhoudelijk aansluiten bij een van onze centrale thema’s.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
25
4.
4.1
FINANCIËLE TABEL
Inleiding
In dit hoofdstuk presenteren we onze financiële ambities. Deze ambitie sluit aan bij de strategische en inhoudelijke ambities die we in voorgaand hoofdstuk hebben gepresenteerd. De financiële tabel is samengesteld op basis van richtlijnen van het ministerie van LNV. Alvorens we deze tabel presenteren (paragraaf 4.3), geven we allereerst inzicht in overwegingen die we hebben genomen om tot deze keuze te komen (paragraaf 4.2).
4.2
Uitgangspunten financiële tabel
Bij het opstellen van de financiële tabel hebben we rekening gehouden met een aantal formele (door de EU, ministerie en/of provincie opgelegde) uitgangspunten en daarnaast heeft de PG eigen overwegingen en keuzes gemaakt. Deze staan hieronder weergegeven. Formele uitgangspunten: • •
•
Voor de financiële tabel is het format gebruikt zoals dat door LNV beschikbaar is gesteld. De budgetten zijn verdeeld over de relevante maatregelfiches uit as 4. De systematiek van POP schrijft voor dat Europese financiering wordt verstrekt indien er voor tenminste eenzelfde bedrag aan nationale publieke cofinanciering beschikbaar is. De nationale cofinanciering bestaat uit publieke middelen van Rijk, provincie, gemeenten, waterschappen en andere als (semi-)overheid erkende instanties. De verhoudingen in de financiële tabel gelden op programmaniveau. Per project kunnen afwijkende percentages gehanteerd worden.
Overwegingen en keuzes van de PG: •
•
•
De LEADER+ periode is voor de PG Noordwest Overijssel heel succesvol geweest. Voor de nieuwe periode is naar verwachting een totaal budget van ongeveer € 1 miljoen per jaar beschikbaar. Deze € 1 miljoen bestaat uit de Europese, nationale en private bijdrage. Uitgaande van een looptijd van zeven jaar en een Europese bijdrage van ongeveer 1/3 betekent dat een totale Europese bijdrage van € 2,3 miljoen. Uitgaande van een (publiek) cofinancieringpercentage van 50% betekent dit tevens een nationale/regionale publieke bijdrage van € 2,3 miljoen. Op basis van ervaringen met het huidige LEADER+ programma verwachten we verhoudingsgewijs eenzelfde bijdrage van private partners voor de lokale projecten en samenwerkingsprojecten. Voor technisch beheer van de PG is geen private bijdrage voorzien. De totale investeringsimpuls is dan ruim € 6,6 miljoen. Het meeste budget willen we reserveren voor lokale projecten in het eigen gebied, in feite onderdeel 1 van de strategie (zie paragraaf 2.4). Hiervoor reserveren we 70% van het budget. Voor de onderdelen 2 en 3 reserveren we elk 15% van de Europese bijdrage.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
26
•
4.3
Het budget binnen de drie onderdelen is indicatief verdeeld over de maatregelfiches uit het POP2. Deze maatregelfiches bevatten het doel, soort activiteiten en budget per maatregel en de LEADER strategie sluit inhoudelijk aan bij deze maatregelfiches (zie ook hoofdstuk 2). Financieel gezien is het budget indicatief verdeeld over deze maatregelen waardoor inzichtelijk wordt op welke inhoudelijke thema’s we het meest inzetten. Uit onze strategie en de financiële tabel blijkt dat we LEADER vooral in willen zetten ter ondersteuning van de doelen uit as 3: diversificatie, nieuwe economische dragers, toeristische ontwikkeling, en leefbaarheid.
Financiële tabel
Op basis van deze uitgangspunten ziet de financiële tabel er als volgt uit.
De cofinanciering door de gemeenten Zwartewaterland en Steenwijkerland is inmiddels geregeld en vindt plaats volgens de verhouding 1/3 – 2/3. Daarnaast kan op projectniveau cofinanciering plaatsvinden door andere lokale publieke organisaties, zoals kennis- en onderwijsinstellingen. De PG gaat er overigens van uit dat de financiële tabel enige flexibiliteit biedt en dat enige flexibiliteit voorbehouden is, alsmede een mogelijkheid om gedurende de looptijd van het programma de uitgangspunten en de tabel te heroverwegen. De in de tabel opgenomen Europese financiering en cofinanciering betreffen de middelen die de PG voornemens is om in te zetten in het kader van as 4 van het POP2, betreffende LEADER. Daarnaast leent de LEADER aanpak zich uitstekend om ook andere middelen in te zetten, gericht op ontwikkeling van het landelijke gebied in Noordwest Overijssel. Daarbij wordt concreet gedacht aan middelen in het kader van de reconstructie alsmede andere middelen uit het POP2, in het bijzonder as 3. De provincie heeft aangegeven dit een reële mogelijkheid te vinden die nader zal worden onderzocht. De PG werkt hier vanzelfsprekend graag aan mee. Het zou een belangrijke aanvulling zijn op de in de bovenstaande tabel genoemde investeringsimpuls.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
27
5.
5.1
ORGANISATIE EN UITVOERING
Inleiding
In hoofdstuk 2 is de visie beschreven van de PG Noordwest Overijssel. Aan de hand van deze visie zijn de doelstelling en strategie toegelicht die centraal staan in voorliggend ontwikkelingsplan. Concrete projecten moeten vorm gaan geven aan deze doelstelling en strategie. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe deze strategie in de praktijk wordt gebracht. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan de rol van de PG. In paragraaf 5.2 wordt ingegaan op de samenstelling van onze PG waarna in paragraaf 5.3 de taken en verantwoordelijkheden van de PG worden beschreven. Een van de belangrijkste taken van de PG heeft betrekking op projectontwikkeling, -selectie en -beoordeling. Het traject van projectaanvraag tot en met projectbeoordeling en de rol die de PG daarbij speelt, worden daarom uitgebreid aan de orde gesteld in paragraaf 5.4. Paragraaf 5.5 tot slot gaat in op voorlichting en publiciteit.
5.2
PG Noordwest Overijssel
5.2.1
Samenstelling PG Noordwest Overijssel
Binnen het LEADER gebied Noordwest Overijssel wordt een PG samengesteld die verantwoordelijk is voor de implementatie van het door hen opgestelde ontwikkelingsplan. Om voor steun in aanmerking te komen, moet de PG aan een aantal criteria voldoen. Deze criteria staan verwoord in het POP2 en de hiervoor van toepassing zijnde maatregelfiche 41. Hierin staat te lezen dat de plaatselijke groep bestaat uit een representatieve vertegenwoordiging van de in het betreffende gebied aanwezige actoren en, op besluitvormingsniveau, moeten de sociaaleconomische partners en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, zoals landbouwers, plattelandsvrouwen, jongeren en hun verenigingen ten minste 50% van het plaatselijke partnerschap uitmaken. De plaatselijke groep moet aantonen in staat zijn een plan voor het gebied te ontwikkelen en uit te voeren. De PG moet zo veel mogelijk aansluiten bij gebiedsgerichte processen en structuren; de kennis- en ervaringsuitwisseling kan o.a. ook via het landelijke netwerk georganiseerd worden. De PG moet zich richten op activiteiten die niet strijdig zijn met het reguliere beleid. Bij de samenstelling van onze PG zijn de hiervoor genoemde criteria en uitgangspunten in acht genomen en is gezocht naar partijen die direct of indirect belang hebben bij de gekozen thema’s. Daarbij is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de samenstelling van de LEADER+ PG, omdat deze mensen ervaring hebben met de werkwijze en netwerken in het gebied hebben. De samenstelling van onze PG is als volgt: • Dhr. Jan Ensing Voorzitter • Mevr. Erica Zwanenburg Natuurbescherming en educatie • Mevr. Marry Gorte Landbouw en plattelands vrouwenorganisatie • Mevr. Thea Wisniewski Bestuurlijke kwaliteit, visserij, gehandicapten • Mevr. Wil van Noort Onderwijs en plattelandsvrouwenorganisatie • Dhr. Nico Slot Financiën en economie
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
28
• • • • • • • • • •
Dhr. Jan Scherpenkate Mevr. Alice Douma Dhr. Eric Regeling Dhr. Jaap Otten Dhr. Henk Boxum Dhr. Jan Willem Wiggers Dhr. Paul Louwerse Dhr. Rein Jonkhans Dhr. Alex Dzuba Dhr. Cristophe Meijer
Jeugd Landbouw Kunst en cultuur Recreatie en toerisme Wethouder Steenwijkerland Wethouder Zwartewaterland Medewerker provincie Overijssel Medewerker provincie Overijssel Medewerker gemeente Steenwijkerland Medewerker gemeente Zwartewaterland
In de loop van de programmaperiode kan de samenstelling van onze PG veranderen, waarbij vanzelfsprekend wel de bestaande criteria in acht zullen worden genomen. Het streven is om het aantal leden van de PG op het bestaande niveau te handhaven. De PG acteert niet alleen passief (beoordeling van projecten), maar zal zich ook actief opstellen in het zoeken naar en ontwikkelen van ideeën, het aangaan van netwerken en het delen van ervaringen. De PG leden gaan dan ook zelf actief ‘het gebied in’. 5.2.2
LEADER coördinator Noordwest Overijssel
Eén van onze PG-leden is de LEADER coördinator Noordwest Overijssel (adviserend lid). Deze coördinator treedt op als secretaris van de PG en ondersteunt de PG in de praktijk in belangrijke mate bij de uitvoering van haar taken. De LEADER coördinator ondersteunt ons enerzijds bij de contacten met de provincie, o.a. op het gebied van financieel en inhoudelijk beheer, rapportages e.d. Anderzijds verzorgt de LEADER coördinator in de dagelijkse gang van zaken de contacten met (potentiële) projectindieners. Tot de taken van de LEADER coördinator behoren onder meer: • • • • • • •
Eerste aanspreekpunt van het LEADER ontwikkelingsplan; Het initiëren van projecten en ondersteuning bieden bij het zoeken naar partners in de markt; Ondersteunen bij de ontwikkeling en het begeleiden van projecten; Optreden als intermediair tussen de PG en initiatiefnemers; Op weg helpen van indieners, met name bij administratieve vereisten; Ondersteuning bieden en informatie overdragen aan partijen in de regio, de provincie en de PG; Zorgdragen voor de secretariaatsvoering van de PG.
5.3
Activiteiten PG
5.3.1
Taken en verantwoordelijkheden PG
Eén van de kenmerken van LEADER is de bottom-up benadering. Deze benadering krijgt vorm in de samenstelling van de PG (lokale actoren). Zoals gezegd, zijn wij als PG verantwoordelijk voor de implementatie van het ontwikkelingsplan. Zo spelen wij bijvoorbeeld een belangrijke rol in het proces van indiening van project tot goedkeuring van project. Als PG Noordwest Overijssel hebben wij de volgende taken en verantwoordelijkheden: •
Opstellen ontwikkelingsplan Om in aanmerking te komen voor Europese subsidie uit POP2 voor de implementatie van LEADER zal een PG allereerst een ontwikkelingsplan moeten schrijven dat aan een aantal eisen moet voldoen. In dit plan moet worden aangegeven op welke wijze het beschikbare budget kan
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
29
bijdragen aan ontwikkeling van het platteland. ontwikkelingsplan van de PG Noordwest Overijssel.
Voorliggend
document
betreft
het
Het ontwikkelingsplan is tot stand gekomen door de inbreng van alle PG leden met elk een groot netwerk en specialisme. Hierdoor heeft het plan duidelijk een multisectoraal karakter gekregen en zijn zoveel mogelijk belangen behartigd. Alle PG leden zijn ook betrokken bij de uitvoering van het plan waardoor dit criterium ook in de toekomst gewaarborgd blijft. •
Initiëren en stimuleren van projecten De PG zal in het gebied actief op zoek gaan naar nieuwe en goede ideeën en initiatieven. De PG leden zullen mensen en organisaties met elkaar in contact brengen en advies geven over de aanpak. De PG zal actief het gebied ingaan om nieuwe ideeën van de grond te krijgen.
•
Toetsen en beoordelen van projecten Lokale initiatiefnemers (projectindieners) kunnen een project indienen. De PG moet toetsen of het project inhoudelijk past binnen het goedgekeurde ontwikkelingsplan van de PG en het POP2. Overigens worden wij als PG bij de toetsing van projectaanvragen in belangrijke mate ondersteund door de provincie, waar de provinciale coördinator – in samenwerking met provinciale projectondersteuners en andere beleidsmedewerkers – projectaanvragen zal beoordelen. De provincie zal bij iedere projectaanvraag een pre-advies aan de PG formuleren alsmede samen met de LEADER coördinator een lijst van geprioriteerde projecten opstellen ten behoeve van de PG. Een gedetailleerde beoordelingsprocedure is opgenomen in paragraaf 5.4.
•
Het volgen van projecten tijdens de uitvoering De PG vindt het belangrijk om ook na goedkeuring van een project zicht te hebben op de uitvoering en op projectniveau het proces te kunnen evalueren. Niet alleen is dat voor de PG van belang, ook richting aanvrager werkt het stimulerend indien regelmatig interesse wordt getoond. Hoewel de provincie projecten ook volgt en evalueert, is het voor de PG een extra middel om tussentijds te beoordelen of het project voldoet aan de visie en wensen van de PG. Indien dit niet het geval is, kan de PG hierover een advies afgeven aan de provincie.
•
Het verzorgen van rapportages Indien een project wordt goedgekeurd, is de subsidieaanvrager verplicht om inhoudelijk en financieel verslag te doen aan de provincie om zodoende de voortgang van het project te kunnen bewaken. Indien de PG optreedt als subsidieaanvrager, zal de PG deze rapportages verzorgen.
•
Het nakomen van verplichtingen inzake voorlichting en publiciteit Een belangrijke eis waaraan wij als PG ook aandacht moeten besteden, zijn communicatie activiteiten. Het doel van deze verplichtingen is om op lokaal niveau bekendheid te geven aan het LEADER ontwikkelingsplan. In paragraaf 5.5 is meer aandacht besteed aan de communicatiestrategie.
Voor deze en andere taken die wij als PG moeten uitvoeren voor een succesvolle uitvoering van het ontwikkelingsplan, kan een budget ‘Beheerskosten’ worden gereserveerd. Binnen dit budget hebben we de mogelijkheid om advies van externe organisaties in te huren of activiteiten uit te besteden. De omvang van dit budget is afhankelijk van het EU-budget dat wordt toegekend. Zoals eerder vermeld, zal de LEADER coördinator een spilfunctie innemen als het gaat om de taken van ons als PG. De hiervoor genoemde taken en activiteiten zullen in de praktijk dan ook in belangrijke mate worden uitgevoerd door de LEADER coördinator. Dit gebeurt uiteraard in nauwe samenspraak met ons als PG.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
30
5.3.2
Randvoorwaarden om vernieuwing tot stand te brengen
Wij hebben als PG de voorname taak om vernieuwende initiatieven in het gebied te stimuleren, die bijdragen aan de beoogde duurzame veranderingen. Om deze stimulans te geven zullen wij – wederom met operationele ondersteuning van de LEADER coördinator – een aantal acties ondernemen en/of randvoorwaarden scheppen. Als mogelijkheden kunnen bijvoorbeeld worden genoemd: a. b. c. d. e. f.
Uitnodigen van mensen en organisaties om ideeën te ontwikkelen; Ondersteuning van mensen die rondlopen met ideeën (kennis, begeleiding); Leggen van dwarsverbanden tussen ideeëndragers; Ruimte binnen het gemeentelijke beleid stimuleren om verandering te realiseren; Leggen van relaties tussen initiatiefnemers en financiële bronnen; Stimuleren van beschikbaarheid van innovatiegelden.
Ad a. Uitnodigen van mensen en organisaties om ideeën te ontwikkelen Belangrijk is dat mensen in het gebied zich uitgenodigd voelen om ideeën te ontwikkelen. PR speelt hierin een belangrijke rol. Daarnaast is het van belang dat initiatiefnemers een beroep kunnen doen op enthousiaste en integere mensen die even mee willen denken, door kunnen verwijzen en contacten kunnen leggen. Ad b. Ondersteuning van mensen die rondlopen met ideeën (kennis, begeleiding) We kiezen voor een democratische benadering waarbij we zoveel mogelijk kennis aan elkaar beschikbaar willen stellen (voor zover dat niet in strijd is met privacy of economische belangen). Door deze kennisuitwisseling alsmede begeleiding willen we ideeëndragers ondersteunen. Ad c. Leggen van dwarsverbanden tussen ideeëndragers Het is van belang dat initiatiefnemers van elkaars ideeën op de hoogte zijn en eventueel samenwerking zoeken. Dit zal de PG stimuleren. Juist in de samenhang van initiatieven kan innovatieve kracht ontstaan. Ad d. Ruimte binnen het overheidsbeleid stimuleren om verandering te realiseren Een aantal vernieuwingen zal slechts tot stand kunnen komen als er steun of ruimte is binnen het gemeentelijk en provinciaal beleid. De ervaring leert dat sommige goede initiatieven in eerste instantie in strijd lijken met provinciaal of gemeentelijk beleid of vastlopen op bepaalde procedures. De PG streeft ernaar om in deze situaties in gesprek te gaan met de betreffende overheid om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Ad e. Leggen van relaties tussen initiatiefnemers en financiële bronnen De innovatiegelden zullen gevonden worden in het LEADER ontwikkelingsplan. Mogelijk bestaan ook andere fondsen die in dit kader aangesproken kunnen worden. Initiatiefnemers die geen beroep kunnen doen op gelden uit de LEADER as zullen worden ondersteund in het zoeken van geschikte middelen. Ad f. Stimuleren van beschikbaarheid van innovatiegelden De beschikbaarheid van middelen is van belang om innovatieve initiatieven te stimuleren. We zullen ons inspannen om de toegankelijkheid van middelen voor innovatieve projecten te vergroten. In dat kader zal ook getracht worden om grootschalige implementatie mogelijk te maken van ideeën die uitgeprobeerd zijn in het kader van LEADER.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
31
5.4
Beoordelingsprocedure van projecten
Het succes van het ontwikkelingsplan is grotendeels afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit van de projecten die worden ingediend en goedgekeurd. De PG speelt hierbij een belangrijke rol. Onderstaand wordt in een aantal stappen dit proces in samenvatting beschreven en wordt de rol van de PG in dit proces verduidelijkt Stap 1: Eerste oriëntatie door PG Wij zullen als PG op een actieve wijze potentiële projectindieners benaderen om projecten in te dienen. De PG wil in een vroeg stadium betrokken zijn bij de ontwikkeling van initiatieven, ook om op die manier de eisen van LEADER en de verwachtingen van de PG te waarborgen. Op deze wijze kan het project daar waar nodig en mogelijk bijgestuurd worden. De PG wil voorkomen dat indieners rechtstreeks hun project bij de provincie indienen, zonder dat het project bekend is bij de PG. Voor alle partijen (aanvrager, PG en provincie) is deze oriënterende fase dan ook van belang. Bovendien kan in dit stadium al aansluiting worden gezocht bij het gemeentelijk beleid en gezocht worden naar eventuele gemeentelijke cofinanciering voor het project. In de praktijk zal de LEADER coördinator bij deze activiteiten overigens een prominente rol vervullen door de activiteiten van de PG te coördineren en in belangrijke mate zelf waar te nemen. Daarbij zal de LEADER coördinator – in samenwerking met de PG – ook zoeken naar aansluiting bij bijvoorbeeld het gebiedsgericht beleid alsmede bij diverse organisaties die een intermediaire positie vervullen. Op die wijze moet uitwisseling plaatsvinden van (kennis over) projectinitiatieven en worden verschillende projectinitiatieven in het gebied op elkaar afgestemd. Stap 2: Eerste toetsing projectvoorstel door provincie Op het moment dat het projectvoorstel gereed is, zal de provincie – onder aansturing van de provinciale coördinator – het voorstel toetsen. Deze toets zal onder andere ingaan op de volgende vragen: • • • •
Is de vereiste co-financiering op de juiste wijze verzekerd? Zijn de genoemde kostensoorten subsidiabel volgens de Europese richtlijnen? Is het project niet in strijd met regionaal, nationaal en Europees beleid? Past het project binnen het POP2 of bestaat er een betere afstemming met één van de andere in het gebied operationele Europese programma’s?
De toets op EU-conformiteit wordt verricht door betaalorgaan DLG en de juridische, financiële en beleidsmatige toets wordt door de provincie uitgevoerd. Op basis van deze toets schrijft de programmacoördinator bij ieder voorstel een preadvies. Daarnaast stelt zij samen met de LEADER coördinator een geprioriteerde lijst van de binnengekomen projecten op. Stap 3: Beoordeling projectvoorstel door PG De geprioriteerde lijst van projecten alsmede de preadviezen worden door de provincie naar de PG verzonden. Tijdens het overleg zal aan de hand van de geldende criteria een definitieve beoordeling van de projecten worden gegeven. Goedkeuring vindt plaats bij meerderheid van stemmen. Dit zal in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd. Het zwaarwegend advies van de PG zal aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie worden toegestuurd, waarna GS een formeel besluit nemen over het projectvoorstel. Stap 4: Definitieve beoordeling projectvoorstel GS Overijssel zullen uiteindelijk het projectvoorstel met het daarbijbehorende zwaarwegende advies van de PG beoordelen. Alleen op formele gronden kunnen GS afwijken van het advies van de PG. De provincie zal de PG op de hoogte brengen van het besluit. Bij definitieve goedkeuring of afwijzing door
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
32
GS zal een positieve respectievelijk negatieve beschikking worden afgegeven aan de projectindiener. Tegelijkertijd met de beschikking ontvangt de projectindiener alle (financiële) voorwaarden waaraan voldaan moet worden.
5.5
Voorlichting en publiciteit
Informatievoorziening en publiciteit rond het LEADER ontwikkelingsplan voor Noordwest Overijssel vormt een essentiële voorwaarde voor de uitvoering van de gebiedsstrategie en het bereiken van de doelstellingen. In de LEADER+ periode is een actieve communicatiestrategie gevoerd hetgeen mede heeft geleid tot het succes van LEADER in het gebied. Aansluitend bij onze strategie zetten we in onze communicatie activiteiten nadrukkelijk in op jongeren en ouderen. De communicatiestrategie heeft meerdere doelen, zoals: • Informatieverstrekking om ideedragers bekend te maken met het ontwikkelingsplan en te stimuleren om projecten te ontwikkelen; • Doelgroepen bekend te maken met de gebiedsstrategie en relevante netwerken, organisaties en personen; • Tonen van behaalde (project)resultaten aan inwoners, lokale overheden, bedrijfsleven en andere geïnteresseerden; • Een positieve grondhouding (draagvlak en daadkracht) te genereren voor de uitvoering van het ontwikkelingsplan en daaraan verbonden activiteiten; • Kennis te ontwikkelen en te verspreiden binnen en buiten het eigen gebied; • Een groter publiek bewustzijn te creëren van de bijdrage van de Europese Unie en andere financiers. De taken op het gebied van promotie en publiciteit worden uitgevoerd door de LEADER coördinator op basis van een communicatiestrategie. Concreet denken we op dit moment aan de volgende activiteiten: • een eigen website, eventueel in samenwerking met het Nationaal Netwerk LEADER; • een LEADER brochure voor het gebied; • artikelen in huis aan huis bladen met projectbeschrijvingen, interviews, etc.; • jaarverslag waarin de inhoudelijke en financiële resultaten worden vastgelegd; • mailing naar betrokken en belanghebbende organisaties (potentiële projectindieners); • organisatie van projectbezoeken, werkbezoeken (landelijke seminars/bijeenkomsten) en ‘open dagen’; • tussentijdse evaluatie met publieksvriendelijke versie; • overige activiteiten. De PG streeft ernaar om binnen drie maanden na goedkeuring van het ontwikkelingsplan een communicatiestrategie gereed te hebben.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
33
BIJLAGE A: OVERIGE CRITERIA
Technische, financiële en juridische toets (door provincie en DLG) De provincie zal in samenwerking met DLG een technische toets op alle aanvragen uitvoeren. De criteria die hierbij in acht worden genomen, zijn: •
• • •
• •
Projecten passen binnen het POP2 en Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO); Projecten zijn in overeenstemming met de vigerende communautaire, nationale, regionale en lokale beleidskaders c.q. wet- en regelgeving; Projecten dienen vóór 31 december 2015 door de eindbegunstigden financieel te zijn afgewikkeld; De subsidieaanvrager of instelling die voor een bijdrage in aanmerking wil komen is een geaccepteerde en controleerbare publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon of instelling; De financiering is rond, als aangetoond kan worden dat door de bijstandsaanvragen een sluitende financiering wordt bereikt en aan de cofinanciering is voldaan; Europese bijstand is noodzakelijk voor de realisatie van het project en maakt een substantieel deel uit van de totale projectbegroting. Er mag geen substitutie van overheidsgelden plaatsvinden.
Criteria voor samenwerkingsprojecten •
•
•
•
•
Samenwerkingsprojecten die ondersteund kunnen worden zijn: o projecten gericht op interterritoriale samenwerking, d.w.z. samenwerking binnen Nederland; o projecten gericht op transnationale samenwerking, d.w.z. samenwerking met gebieden in andere EU-lidstaten en met gebieden in derde landen. Uitgaven binnen de LEADER-as zijn alleen subsidiabel binnen lidstaten van de EU. De samenwerking dient tenminste één plaatselijke groep die onder de LEADER as geselecteerd is te bevatten en de samenwerkingsactie dient plaats te vinden onder de verantwoordelijkheid van de coördinator van de betreffende plaatselijke groep; Samenwerking kan plaatsvinden met plaatselijke groepen en met vergelijkbare partnerschappen die aan de volgende voorwaarden voldoen; o een lokale groep die beschikt over de capaciteit om een ontwikkelingsplan voor een duidelijk gedefinieerd gebied uit te kunnen voeren; o de organisatie van deze groep is gebaseerd op partnerschap van locale actoren. Het samenwerkingsproject moet gericht zijn op de uitvoering van een gezamenlijke actie van de betrokken plaatselijke groepen. Binnen deze maatregel komen alleen de uitgaven voor de samenwerkingsactie zelf voor steun in aanmerking, d.w.z. het opzetten van een gezamenlijke structuur en de voorbereidende technische ondersteuning (coördinatie) van de samenwerkingsactie. Het Nationale Netwerk kan de samenwerkingsactie ondersteunen door voorbereidende werkzaamheden op het gebied van ‘partner search’ te verrichten of ondersteuning te bieden aan de inhoudelijke opzet van de samenwerkingsactie. Activiteiten verricht door het Netwerk zijn subsidiabel als technische hulp van het Nationaal Netwerk. Investeringen en studies voortkomend uit de samenwerkingsactie dienen gesubsidieerd te worden vanuit een van de andere assen (1, 2 of 3); De samenwerkingsprojecten moeten zijn opgenomen in het ontwikkelingsplan van de PG;
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
34
•
• •
•
Indien het samenwerkingsproject geen deel uitmaakt van het ontwikkelingsplan dient de beheersautoriteit dit goed te keuren. In dit geval dienen de samenwerkingsprojecten te worden ingediend voor 31 december 2013; Het Nationaal Netwerk zal de plaatselijke groepen ondersteunen in de eerste stappen in de ‘partner search’; Het Nationaal Netwerk zal een procedure opstellen voor de selectie van transnationale samenwerkingsprojecten welke omvat; o een inventarisatie van potentiële transnationale samenwerkingsprojecten inclusief potentiële partners in Nederland en binnen de EU; o een tijdsplanning; o objectieve criteria voor de selectie van samenwerkingsprojecten. Deze procedure zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Europese Commissie; De Europese Commissie zal worden geïnformeerd over de in de ontwikkelingsplannen opgenomen samenwerkingsprojecten.
LEADER Ontwikkelingsplan Noordwest Overijssel
35