Bruin&Wit Klaar, ik ben bruin en ik ben wit
Bruin en Wit
Amani is een meisje van zes uit een multicultureel gezin. Ze heeft een blanke vader en een zwarte moeder. Ze voelt zich nogal eens onzeker, omdat ze niet weet of ze nou zwart of blank is. Mensen spreken haar vaak aan als “buitenlandse”. Dat gebeurt ook op haar eerste schooldag na de zomervakantie. Daardoor gaat ze zich nog onzekerder voelen. Maar Amani leert ermee om te gaan, gaat haar “dubbele afkomst” zien als positief en gebruikt die in haar voordeel. Mireille de Vries-Numbi beschrijft de verandering in Amani’s gedrag op een onbevangen manier. Het verhaal maakt duidelijk hoe Amani, samen met haar ouders en begeleiders op school, zichzelf leert kennen en hoe haar zelfvertrouwen groeit. “Bruin en Wit” geeft op een plezierige manier een uitstekende indruk van een kind dat multicultureel opgroeit in een samengesteld gezin.
Concept en tekst Mireille de Vries-Numbi
Illustraties Tineke Carli-Liewes
Klaar, ik ben bruin en ik ben wit
Mireille de Vries - Numbi
Blauwwaterland Uitgevers www.blauwwaterland.org
Bruin&Wit
Mireille de Vries - Numbi
A
mani zit nog even bij haar papa. Ze hebben net twee
geweldige vakantieweken met elkaar doorgebracht. Ze zijn tien dagen naar Afrika geweest. De papa van Amani heeft lekkere hapjes gemaakt voor hij haar weer naar haar mama terugbrengt. “Papa, wat voor lekkers heb je klaargemaakt?” “Jouw favoriete snacks: kaasblokjes, stukjes komkommer, alle kleuren paprika en augurkjes in plakjes ham.” “Mmmm…, dat is lekker, papa! Goed gedaan, papa!”
5
A
mani eet van alles, maar heeft geen één augurkje
geproefd. Haar papa, die heel even weg was om alvast de spullen van Amani in de auto te zetten, komt terug in de eetkamer. “Je hebt goed gegeten, Amani. Maar ik zie nog een paar augurkjes staan. Vind je die niet lekker, schat?” “Nee papa, augurkjes zijn voor witte mensen, zoals jij, papa. ‘Wij’ bruine mensen eten die niet. Mama maakt ze nooit klaar. Dus, jij moet ze zelf opeten, papa.” De papa van Amani kan een enorme glimlach niet onderdrukken. Hij eet de augurkjes allemaal op dan gaan ze snel met de auto naar de moeder van Amani.
6
A
mani zit stil in de auto. Ze is blij dat ze haar mama weer
gaat zien, maar ze vindt het ook weer moeilijk om afscheid van haar papa te moeten nemen. Maar ja, zo gaat het al een tijdje, want haar ouders zijn gescheiden. Amani woont met haar moeder en haar stiefvader. Ze zijn nu aangekomen bij haar moeder. Als Amani haar mama ziet, is ze niet meer verdrietig! Ze geeft haar wel duizend kusjes en een dikke knuffel. Ze kan niet wachten om over Afrika te vertellen. Ze neemt eerst afscheid van haar vader. “Dag lieve papa!”, zwaait de kleine meid. “Dag mijn engeltje! En tot over tien nachten!”, zegt haar vader.
9
A
mani gaat naar binnen en hup… ze springt in de nek van
haar stiefvader Paul. Ze geeft hem ook een dikke kus en begint haar mooie vakantieverhalen te vertellen. “Paul, mama…, mensen noemen mij ‘mzungu’ in Afrika. Weten jullie wat dat betekent? Dat is Swahili, de taal van mama. Toch mama?” “Natuurlijk is Swahili mijn taal”, zegt haar mama trots. Dat betekent ‘blank’. En ‘Amani’ is ‘vrede’ in het Nederlands. Vinden de mensen in Kenia jou blank?” “Ja, mama… In Afrika ben ik wit. Grappig, hè! Alle mensen zijn daar veel donkerder dan ik. De kinderen liepen achter mij aan en riepen allemaal: ‘Mzungu! Mzungu!’ Ik vond dat geweldig, mama!”
10
E
n zo vertelt Amani nog meer verhalen aan haar moeder en
Paul tot het bedtijd is. Vóór ze naar bed gaat, kijkt ze eerst nog even bij haar konijn Flappie, die ze ook al twee weken niet heeft gezien. “Dag Flappie! Heb je mij ook een beetje gemist? Hier…, een worteltje helemaal uit Afrika voor jou meegenomen. Eet maar lekker op, Flappie!”
13
H
aar moeder brengt haar naar bed. Amani heeft een
echte prinsesjesslaapkamer: wit en roze met een blauw plafond vol met sterretjes. Het zijn eigenlijk kleine lampjes en ze geven nog een beetje licht als ze slaapt, zoals echte sterren aan de hemel. De sterren staan voor mensen die allemaal van Amani houden. En als ze slaapt, zijn al die mensen ook een beetje bij haar. Dat is een mooie gedachte om mee in slaap te vallen. “Morgen ga je weer naar school. De eerste dag moet je zeker fit zijn. Ik leg je kleren voor morgen hier klaar. Je nieuwe tas, broodtrommel en drinkbeker staan al in de keuken. Nu nog even twee vlechten in je haar.”
14
D
e moeder van Amani pakt de grote blauwe kam en de roze
borstel. Ze loopt even met Amani naar de spiegel in de badkamer. Amani schudt haar hoofd. “Nee, dat hoeft niet mama. Witte mensen hoeven dat niet. Alle mzungu’s slapen met hun haar los.” “Leuk geprobeerd, Amani, maar we gaan je haar toch in twee vlechten verdelen. Dan kunnen we het morgenvroeg gewoon weer zonder veel gedoe kammen.”
“Nee, nee, dat is niet nodig mama... Ik ben blank! Mijn oma doet nooit voor het slapen d’r haar in een vlecht, hoor”, verzet Amani zich.
17
“M
aar dat doen we altijd, lieverd. Als we ‘t niet doen,
komen er miljoenen klitten en knoopjes in die mooie krullen. Niet alleen zal het morgenochtend ontzettend veel pijn doen om ze er weer uit te kammen, maar we zijn ook heel veel tijd kwijt om het weer klittenvrij te krijgen! Met het risico dat we te laat komen op je eerste schooldag! Dat moeten we absoluut niet hebben!”, sluit de moeder van Amani de discussie. Amani werkt netjes mee, maar ze is niet erg blij. Haar moeder maakt twee hele grappige vlechten. Aan het eind van de vlechten draait ze twee mooie, gouden elastiekjes.
18
A
mani heeft haar Afrikaanse pyjama aan. Zóó veel dieren
staan er op. Een olifant, een leeuw, een giraffe, een gorilla, een buffel, een struisvogel, een krokodil, een luipaard, een nijlpaard, een schildpad, een okapi... Maar ook de gewone dieren zoals een koe, een hond en een kat. “Kijk die dieren, mama… Ik heb ze bijna allemaal gezien in het wild. Dat is zó anders dan in de dierentuin. Wist je dat, mama? In Afrika kun je op safari. Dan kom je allerlei dieren tegen die vrij rond kunnen lopen. “Ja, dat weet ik schat. Ik ben vroeger ook een paar keer op safari geweest, met opa en oma. Later ook nog wel, toen ik wat ouder was, maar dan ging ik alleen met vrienden.” 21