Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
1
Kies voor beter onderwijs, kies voor de mediatheek! De titel van deze presentatie is niet toevallig gekozen; het is geen loze kreet, maar een bewust geformuleerde uitroep die waarmaakt waar het voor staat. Een bewuste keuze voor de mediatheek is namelijk een bewuste keuze voor goed onderwijs. Diverse onderzoeken tonen het aan: mediatheken bevorderen de prestaties van leerlingen! En daar wil ik het vanmorgen graag met u over hebben. Het onderwijs mag zich verheugen in een grote belangstelling van een breed publiek. Bijna dagelijks is er wel iets te lezen in de krant of te horen op de radio en te zien op tv over leerlingen, leraren en de onderwijsresultaten en dat is niet verbazingwekkend. Het belang van goed onderwijs is ieders belang. Het is van belang voor onszelf, onze kinderen en de samenleving. Alle acties die worden ondernomen om het onderwijs te verbeteren en leerlingen beter te laten presteren verdienen het om nader bekeken te worden. Dit geldt uiteraard ook voor de rol van mediatheken in het onderwijs en de positieve impact die zij hebben op de onderwijsprestaties van leerlingen. Het is daarom opmerkelijk te moeten constateren dat ondanks meer dan 40 jaar onderzoek in Europa, de VS, Canada en Australië met positieve uitkomsten voor de rol van mediatheken, deze toch nauwelijks worden genoemd als het gaat om onderwijsvernieuwingen, de inzet van technologie en de verbetering van onderwijsprestaties. Om de een of andere reden, lijkt het lastig om de rol van de mediatheek in het onderwijsleerproces voor het voetlicht te krijgen. Waar ligt dit aan? Omdat ik al zo lang in het mediatheekvak zit, behoud ik me het recht voor hierover een mening te hebben. Een mening die is gebaseerd niet alleen op dertig jaar ervaring, de nodige vakkennis, maar zeker ook ‘benchmarking’. Een moderne methode om prestaties te toetsen op basis van de prestaties van anderen. En voor wat betreft mediatheken kijk ik daarom niet alleen naar mediatheken in Nederland, maar trek ik vergelijkingen met mediatheken in andere landen, zowel binnen als buiten Europa. Om te beginnen lijken we in Nederland maar niet tot overeenstemming te kunnen komen over de naam. We kennen vooral in het voortgezet onderwijs, een grote diversiteit aan termen die allemaal een omgeving aanduiden die grote overeenkomsten vertoont in uiterlijk. De vraag is echter geldt dit ook voor de werkwijze, de organisatie, samenstelling en competenties van het personeel en de uitgevoerde activiteiten? Kortom zijn we allemaal bezig met dezelfde doelstelling, en wat is dan die doelstelling? Laten we eens nader kijken naar het mediatheekpersoneel. In de afgelopen dertig jaar heeft een bonte stoet aan personen de mediatheek bevolkt: van bibliothecarissen tot conciërges, van leraren tot biebmoeders en van ict-ers tot secretaresses. Velen van hen noemden en noemen zich mediathecaris, een titel die al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw ontstond, maar ook nu nog steeds tot onduidelijkheid of zelfs onbegrip leidt. Want wat houdt het beroep nu eigenlijk in? Wat zijn de taken van een mediathecaris en hoe moet zijn functie worden omschreven. Ook wat dit betreft vond een vorm van benchmarking plaats en dat resulteerde in het Beroepsprofiel (LWSVO, 2004) voor de mediathecaris in het voortgezet onderwijs van de LWSVO (de beroepsverenging van mediathecarissen in het voortgezet onderwijs). De eerste serieuze poging, althans in Nederland, om het beroep van mediathecaris te beschrijven en daaraan competenties en vaardigheden te koppelen. Dit beroepsprofiel verscheen in 2004 en was en is nog steeds een belangrijk beleidsdocument. Maar is er ook een obstakel: zolang een dergelijk beroepsprofiel niet nationaal wordt geaccepteerd en geïmplementeerd, zal er geen overeenstemming zijn over het beroep van mediathecaris en wat van deze functionaris mag worden verwacht. Ook is het niet mogelijk om resultaten naar aanleiding van de Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
2
inzet van deze functionarissen te meten of te vergelijken en dus eventuele positieve effecten te kapitaliseren. Er zijn dus in ieder geval twee redenen waarom de mediatheek nog steeds in het verdomhoekje zit: de onduidelijkheid over wat een mediatheek nu eigenlijk is en welke rol deze speelt in het onderwijsleerproces en wat de positie en taken van de mediathecaris zijn. Voor enig begrip van deze situatie hierbij nog een klein stukje geschiedenis. In het pre-digitale tijdperk was de mediatheek een leenbibliotheek gericht op leesbevordering, meer specifiek het lezen voor de lijst. Decennia’s later kwam daarbij de ondersteuning van lessen door middel van boeken, tijdschriften en avm en soms ook bibliotheeklessen. In een aantal landen werden nationale richtlijnen opgesteld om deze taken van de mediatheek te onderstrepen en te formaliseren, echter in Nederland zijn er nooit nationale normen of richtlijnen vastgesteld. Het ontbreken van een nationale, gemeenschappelijke interpretatie van de rol van de mediatheek in het onderwijs leidde ertoe dat er een grote variëteit aan typen mediatheken met even zoveel namen ontstond. Ook waren er scholen die helemaal geen mediatheek ontwikkelden. In het basisonderwijs is dit overigens nog steeds in belangrijke mate het geval. Om de actuele situatie te kunnen begrijpen zal ik kort ingaan op een aantal zaken die de ontwikkelingen in het onderwijs en de mediatheek hebben beïnvloed. Kent u haar nog: de bibliothecaresse met brilletje, knot, te lange rok, parelketting en de vinger aan de lippen om tot stilte te manen? Niet alleen ons onderwijs is veranderd, vooral ook de leerling is veranderd en daarmee ook de mediatheek. Ik weet zeker dat de moderne mediathecaris niet met dit typje vergeleken wil worden. We leven in een revolutionaire tijd: een revolutie in de digitale technologie met ongeëvenaarde impact op de maatschappij, de economie, persoonlijke ontwikkeling, leermethoden en de schoolomgeving. We hebben te maken met een complexiteit aan veranderingen die elkaar beïnvloeden en/of versterken. Het nieuwe leren wordt mede gestimuleerd door het gebruik van digitale technologie. En digitale technologie heeft weer een enorme aantrekkingskracht op jongeren. ‘nieuw’, ‘nieuw’, ‘nieuw’ het lijkt wel een reclameslogan, want er is sprake van nieuw leren, nieuwe leeromgevingen met E-learning en M-learning en razendsnelle ontwikkelingen in apparatuur en applicaties. In hoeverre is dit van belang voor mediatheken en mediathecarissen? Het nieuwe leren is zeker van belang; dit containerbegrip omvat een veelheid aan didactische modellen, van authentiek leren tot betekenisvol leren en vele anderen. Deze modellen sluiten aan bij de diversiteit aan leerstijlen van individuele leerlingen, en omvatten zelfstandig werken en leren, overal en altijd, dus zowel binnen als buiten het klaslokaal en/of de school. Dit heeft uiteraard invloed op de mediatheek en het werk van de mediathecaris. De vernieuwingen op technologisch gebied vinden nog bijna dagelijks plaats en de ene uitvinding volgt de andere in razendsnel tempo op. Wie zou ooit gedacht hebben dat pc’s ons leven zo drastisch zouden veranderen? In ieder geval niet Bill Gates zelf, die in 1981 zei: ‘640K, that should be enough for anyone’. Maar nu kunnen we ons geen pc’s meer voorstellen met minder dan 2 Gigabyte.
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
3
Kent en begrijpt u werkelijk de moderne, digitaal-gefocuste en op innovatie gerichte leerling? Weet u wat zij voelen, wat ze denken en wat zij belangrijk vinden? Realiseert u zich dat zij geen idee hebben wat een platenspeler is, dat ze nog nooit een telefoon met een draaischijf hebben gezien en een mobiele telefoon voor hen standaard uitrusting is? Zij vergelijken een tv zonder afstandsbediening met een auto zonder stuur en maken hun huiswerk terwijl ze tegelijkertijd naar muziek luisteren en gamen. Bovendien beschouwen ze SMS en MSN als de ultieme vorm van communicatie. Dat zijn de mensen waar we in het onderwijs mee werken, door Wim Veen ook wel de Homo Zappiens (Veen, 2000) genoemd: de zappende student die veel dingen tegelijkertijd kan doen, switchend van de ene elektronische omgeving naar de andere, informatie verzamelend en uitwisselend. Zij gebruiken en verwerken informatie niet alleen op een andere manier maar hebben ook geen klaslokaal of schoolgebouw meer nodig: leren kan altijd en overal. Het enige dat ze nodig hebben is een pc met de juiste applicaties en e-learning en m-learning. Zo’n omgeving is flexibel en biedt een scala aan mogelijkheden om te ontmoeten, te leren, te oefenen, te communiceren met de docent en klasgenoten. We hebben het dus niet alleen over nieuwe didactische modellen en leerstijlen; we hebben het over een totaal nieuwe leeromgeving, die inspireert, uitdaagt en stimuleert. Een voorbeeld van zo’n leeromgeving, is het project notschool van Stephen Heppell (Heppell, S.l.) . Hij heeft een project opgezet voor drop-outs; leerlingen die eigenlijk al waren afgeschreven door het schoolsysteem. Maar hij bood ze een digitale leeromgeving aan die leerlingen aansprak en met zeer veel succes. Heppell ontwikkelde daarbij ook een innovatieve visie op de mediatheek. We hebben tot nu toe vastgesteld dat het onderwijs sterk verandert, de leerlingen veranderen en de manier waarop zij leren verandert. Individualisering speelt een belangrijke rol: leerlingen werken steeds vaker zelfstandig (individudeel of in groepjes) aan opdrachten en frontaal lesgeven is slechts een van de didactische modellen. Digitale leermiddelen en e-learning komen in de plaats van lesboeken en het is opvallend om vast te stellen dat de positie van leerlingen en leraren in deze nieuwe leeromgevingen wordt erkend, zonder dat wordt ingegaan op de rol en positie van de mediatheek. Al deze ontwikkelingen rechtvaardigen ook de vraag ‘hebben we nog een mediatheek nodig?’ . De mediatheek is niet meer de enige plaats waar je kunt lezen, informatie kunt zoeken, vinden en verwerken als onderdeel van het lesprogramma. Leren en werken kan altijd en overal! Wat we dus moeten uitvinden is, of mediatheken nog een rol hebben en welke rol dat is. In tijden waarin economische indicatoren belangrijke factoren zijn bij het maken van keuzes, zal kritisch gekeken worden naar de opbrengsten van investeringen. Dit geldt niet alleen voor het bedrijfsleven maar in toenemende mate ook voor het onderwijs. Als we praten over de mediatheek moeten we dus concreet de vraag stellen: ‘wat is de meerwaarde van de mediatheek’? Leveren investeringen in collecties, faciliteiten, apparatuur en vooral ook personeel, genoeg op om dergelijke investeringen te verantwoorden? Gelukkig is het niet moeilijk om deze vraag te beantwoorden. Hierop kan een volmondig JA worden uitgesproken. Een groot aantal studies heeft namelijk aangetoond dat mediatheken de studieprestaties van leerlingen bevorderen en dat de mediathecaris hierbij een essentiële rol speelt.
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
4
Leerlingen die goed presteren en betere resultaten behalen leveren niet alleen een bijdrage aan hun persoonlijke ontwikkeling maar hebben ook een positieve impact op de samenleving en dat past weer prima in de kenniseconomie waar Nederland voor staat. Laat ik beginnen met een wellicht bij u aanwezig misverstand weg te nemen: als we het hebben over studies en onderzoek bedoel ik niet alleen de onderzoeken van de laatste 10-15 jaar. Al in 1963 (Gaver, 1963) werd in een onderzoek aangetoond dat schoolbibliotheken een positieve bijdrage leveren aan de onderwijsresultaten. Dit onderzoek vond overigens plaats in de VS. Sinds die datum is er een keur aan research gedaan, niet alleen in de VS, maar ook in Canada, Australië en Europa. Veel van de onderzoekresultaten van deze studies zijn terug te vinden op de website van IASL. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken de belangrijkste resultaten van deze onderzoeken met u te delen (Lance, 2005), (Loertscher, 2003): de leesvaardigheid en academische vaardigheden van leerlingen verbetert sterk door de inzet van professioneel en voldoende personeel in de mediatheek de grootte en inhoud van de collectie de grootte van het budget de mate waarin er toegang is tot andere collecties en bronnen buiten de school oftewel, meer is beter! de inzet van professioneel en voldoende personeel leidt tot ruimere openingstijden meer betrokkenheid van het mediatheekpersoneel bij onderwijsactiviteiten intensiever gebruik van de mediatheek door leerlingen en daardoor betere eindresultaten Uit alle studies komt het volgende naar voren: om maximale resultaten te kunnen behalen moet geïnvesteerd worden in: een omgeving met ruime toegang tot een brede variëteit aan bronnen; fictie en non-fictie, papier en digitaal, fysiek en virtueel de inzet van niet alleen goed opgeleid, maar vooral ook voldoende personeel; dit personeel behoort te beschikken over de juiste competenties en vaardigheden. Dat zijn niet alleen bibliotheektechnische en pedagogisch-didactische competenties, maar ook management- en ict-vaardigheden; een ander belangrijk aandachtspunt is dat het mediatheekpersoneel moet kunnen samenwerken niet alleen binnen de school met docenten en niet lesgevende collega’s maar ook daarbuiten. Het aangaan van en leiding geven aan samenwerkingsovereenkomsten met partners die een bijdrage kunnen leveren aan de effectiviteit van de mediatheek speelt daarbij in toenemende mate een belangrijke rol.
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
5
Investeringen in o.a. budget, collectie en personeel zullen leiden tot goede en enthousiaste lezers informatievaardige leerlingen docenten die graag samenwerken met mediathecarissen om te komen tot inspiratierijke leeromgevingen, en dit kan leiden tot 10 - 20 % betere resultaten dan scholen die bovengenoemde investeringen achterwege laten. Deze getallen zijn interessant omdat ze enkel en alleen terug te voeren zijn op investeringen m.b.t. de mediatheek. Dat betekent dus dat deze cijfers los staan van andere factoren zoals competenties van leraren, de klassengrootte en de afkomst van de leerlingen. In de literatuur verschenen over de impact van mediatheken op de leerprestaties van leerlingen wordt uitvoerig ingegaan op alle ins en outs. Welke factoren zijn het belangrijkste? Welke acties moeten worden ondernomen om de genoemde resultaten te behalen en in welke volgorde moeten de verschillende stappen worden genomen? De sleutelwoorden hierbij zijn: collectie personeel samenwerking De collectie is de basis van het bouwwerk. Het is als met een winkel. Als er niets in de etalage en de schappen ligt, komen er geen klanten en is er geen omzet. De collectie van de mediatheek heeft de afgelopen jaren een transformatie ondergaan. Van boeken via audiovisuele media naar multimedia en meer. Want de technische mogelijkheden zijn eindeloos voor wat betreft de toegang tot informatie en bronnen. Naast de fysieke eigen collectie die toegankelijk is door middel van de catalogus, is er via het internet toegang tot een gigantische hoeveelheid informatie en dat is nog niet alles. Commerciële en niet-commerciële partijen anticiperen op de behoefte aan gedigitaliseerde informatie door een breed aanbod aan databestanden. Denk hierbij bijvoorbeeld eens aan de Krantenbank. Het brede en goed georganiseerde netwerk van bibliotheken in Nederland biedt bovendien toegang tot een nog breder aanbod aan fysieke en virtuele bronnen. Veel van die bronnen zijn ofwel rechtstreeks ofwel via inter bibliothecair leenverkeer toegankelijk. Innovatieve ict-applicaties maken het mogelijk dat leerlingen altijd en overal kunnen leren, ook wel M-learning (Clyde, 2004) genoemd. De mediatheek is dus meer dan enkel een ruimte in de school: het is de toegangspoort tot een wereld aan informatie, literatuur, beeld en geluid. Deze rol van ‘portal’ moet door de mediatheek worden opgepakt en ook waargemaakt. Dat vereist veel inzet, visie, strategie en organisatietalent. Leerlingen en leraren moeten ervaren dat de mediatheek de beste toegang biedt tot de veelheid aan informatie, niet alleen door het aanbod zichtbaar en toegankelijk te maken, maar vooral ook door meerwaarde te bieden in de vorm van ondersteuning en coaching. En hiermee zijn we aangeland bij het personeel van de mediatheek. In alle publicaties met uitkomsten van de research naar de effectiviteit van de mediatheek speelt de inzet van het mediatheekpersoneel een cruciale rol. Steeds duidelijker wordt dat de mediatheek meer is dan een facilitaire voorziening: de mediatheek maakt onderdeel uit van het primaire leerproces en speelt een onmiskenbare rol in de leerweg die leerlingen doorlopen naar het einddoel, nl. het behalen van het diploma en de voorbereiding op een-leven-lang-leren.
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
6
Uit het voorgaande kunnen we opmaken dat er nogal wat wordt vereist. Het is de vraag of het mogelijk is en/of we kunnen verlangen dat deze complexiteit aan rollen is verenigd in een enkele persoon. Naast de vaststelling die hiervoor al werd gedaan dat de mediatheek moet kunnen beschikken over professioneel en voldoende personeel, is mijn conclusie als volgt: de veelheid aan activiteiten, taken en rollen van de mediatheek vraagt om een mediatheekteam met een diversiteit aan competenties. Naast informatiespecialisten, moeten we dus ook denken aan ict-specialisten, tutors, onderwijsassistenten en administratief personeel. Dit team zal moeten worden geleid door een functionaris met de titel en het beroepsprofiel van de mediathecaris. Een beroep dat dan ook enkel kan worden uitgevoerd door mensen die beschikken over een opleiding op HBO+ niveau. Een opleiding overigens die nog zal moeten worden ontwikkeld, omdat deze op dit moment in Nederland niet bestaat. Heel actueel is de ontwikkeling dat er door enthousiaste mediathecarissen in Nederland en o.a. Italië wordt overlegd over de mogelijkheid om tot internationaal erkende opleidingseisen en programma’s te komen. Vooralsnog zijn er slechts enkele e-learning programma’s beschikbaar o.a. aan de Charles Sturt University in Australië alwaar een opleiding kan worden gevolgd die voldoet aan de genoemde criteria. Ik wil hier tevens een sterk pleidooi houden voor het opstellen van een nationaal geformuleerde en geaccepteerde set van competenties, waaraan iemand moet voldoen voordat hij zich mediathecaris mag en kan noemen. De tot stand koming van een dergelijke set van beroepscompetenties is niet alleen een belang van de beroepsgroep zelf maar een nationaal belang, omdat de rol van de mediathecaris in het hele proces zo cruciaal is dat hieraan niet voorbij kan worden gegaan. Samenwerken met docenten is het derde sleutelwoord. De mediatheek kan zijn rol slechts waarmaken als er een mediatheekprogramma wordt ontwikkeld dat een zo breed mogelijk aantal samenwerkingsmodellen tussen mediatheek en docenten en mediatheek en externen omvat. Hoe zo’n mediatheekprogramma zou kunnen worden gedefinieerd ziet u hier: Een effectief mediatheekprogramma vormt een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces waarin de missie van de school wordt vertaald naar mediatheekbeleid, waarin ICT en multimedia instrument èn doel zijn, leesplezier wordt bevorderd, de ontwikkeling van academische vaardigheden wordt gestimuleerd en informatievaardigheden zijn geïntegreerd in het curriculum. Terug naar samenwerken. David Loertscher (Loertscher, 2000) heeft een taxonomie ontwikkeld van samenwerkingsvormen op 10 verschillende niveaus. Het hoogste niveau beschrijft de betrokkenheid van de mediatheek bij curriculumontwikkeling. Interessant is het dat Loertscher aangeeft dat dit hoogste niveau niet alleen zaligmakend is: alle niveaus hebben hun eigen waarde binnen het mediatheekprogramma en bieden mogelijkheden voor mediatheekpersoneel met verschillende opleidingsniveaus en achtergronden. Op basis van de taxonomie van Loertscher heeft Patricia Montiell-Overall 4 samenwerkingsmodellen beschreven die ik hier kort wil toelichten. (Montiell-Overall, 2005) Samenwerking tussen mediatheekpersoneel en docenten In model A en B speelt de mediatheek slechts een ondersteunende rol. In model A faciliteert de mediatheek een specifiek onderdeel van het curriculum met als doel de geplande activiteiten zo soepel mogelijk te laten verlopen. Deze activiteiten zijn niet direct gericht op de verbeteringen van de onderwijsprestaties van de leerlingen. Als Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
7
voorbeeld kan genoemd worden het aanschaffen van boeken ter aanvulling van de collectie. In model B gaat de samenwerking iets verder. De mediatheek is meer betrokken bij de uitvoering van projecten en curriculumonderdelen maar draagt hierbij geen eigen verantwoordelijkheid. De mediatheek ondersteunt dus wel de onderwijsdoelen, maar heeft geen bepalende rol in het educatieve proces. Een voorbeeld hiervan is samen met een docent een collectie bronnen samenstellen ten behoeve van een project. In model C en D heeft de mediatheek een educatieve rol: In model C werken docenten en het mediatheekpersoneel gezamenlijk aan de planning en uitvoering van geïntegreerde instructie, gebaseerd op een gezamenlijk vastgestelde eindterm en met evenredig gedeelde verantwoordelijkheid. De verbetering van de prestaties van de leerlingen is hierbij het doel van de samenwerking. Een voorbeeld hiervan is een les aan 4-Havo leerlingen over secundaire literatuur. Model D is een verdere uitwerking van model C naar het totale curriculum, voor alle leerlingen van alle klassen en voor alle vakken, gedurende het gehele schooljaar. De bemoeienis van de schooldirectie hierbij, is van groot belang. Zij ondersteunen de ontwikkeling van deze ultieme vorm van geïntegreerde instructie door te zorgen voor tijd, geld, faciliteiten en deskundigheidsbevordering van zowel docenten als mediatheekpersoneel. De directie beschouwt docenten en mediatheekpersoneel als gelijkwaardig en gebruikt hun beider expertise ter verbetering van de samenwerking en de eindresultaten. Als het gaat om samenwerking tussen docenten en mediatheek wil ik graag ook nog even ingaan op het belang van het aanleren van informatievaardigheden. Er wordt momenteel veel over gesproken en geschreven. Er verschijnen programmaatjes op het internet om leerlingen stap voor stap informatievaardig te maken en op individueel niveau werken scholen aan allerlei verschillende informatievaardigheids-trajecten. Wat opvalt is, dat de mate waarin de mediatheek wordt betrokken bij dit informatievaardighedenonderwijs, beperkt is. Blijkbaar is onvoldoende duidelijk wat de rol van de mediatheek en het mediatheekpersoneel hierbij is. Maar ook wat dit betreft laat de research er geen misverstanden over bestaan; informatievaardighedenonderwijs is succesvol mits gekozen wordt voor een geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak waaraan mediatheek en docent ieder hun eigen specifieke bijdrage levert. Een dergelijke aanpak is dus ook veel breder dan het leren zoeken en vinden van informatie op het internet; het is meer dan knoppenkennis en het is zeker meer dan het simpel kunnen kopiëren en plakken van teksten en plaatjes. Opgemerkt moet overigens nog worden dat uit onderzoek ook is gebleken dat docenten zelf onvoldoende informatievaardig zijn en dat dus ook op dit punt nog deskundigheidsbevordering noodzakelijk is. Uit het voorgaande kan worden opgemerkt dat de rol van het mediatheekpersoneel niet simpel en eenduidig is. Zij zijn niet alleen intermediair tussen aanbod en vraag, maar ook initiator en katalysator van processen en acties en bovenal zijn ze helper en coach. Deze constatering ondersteunt de conclusie eerder verwoord: er is meer behoefte aan een team van experts dan aan een factotum, een soort superman of -woman als opvolger van ‘de knot met parelketting’.
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
8
Een van de onderzoekers die de afgelopen jaren erg actief is geweest is Dr. Ross Todd (Todd, 2005)) van Rutgers University in Ohio, VS. Aan de hand van zijn uitgebreide research waarin hij ondermeer 13.000 leerlingen uit het voortgezet onderwijs heeft ondervraagd, geeft hij aan dat onderwijsprestaties verbeteren door investeringen in mediatheken en mediathecarissen. Ross toont aan dat mediatheken vooral een positieve impact hebben op de leerprestaties van leerlingen, specifiek in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Voorwaarde voor deze positieve resultaten is de inzet van een professionele mediathecaris, een informatie-onderwijs-specialist, zoals hij het noemt, die actief is betrokken bij het informatievaardighedenonderwijs aan zowel klassen, groepen en individuele leerlingen. Dr. Ross Todd en zijn collega Dr. Carol Kuhlthau, auteur van het standaardwerk ‘Seeking meaning’(Kuhlthau, 2004), hebben een innovatief didactisch concept ontwikkeld, ‘guided inquiry’ genoemd. Dit concept is gebaseerd op de research van beide onderzoekers. In dit concept werken leraren en mediathecarissen nauw samen. In Todd’s visie schuift de rol van de mediatheek hiermee op van aloude leenbibliotheek naar een onderwijswerkplaats. De mediatheek is dus niet slechts een bronnen-paradijs maar een informatie- en leercentrum. Een centrum waar naast alle middelen ook professionele hulp aanwezig is in de vorm van de mediathecaris. Alle genoemde research, ook die van Todd, is bijzonder van belang voor de ontwikkeling van de mediatheek en de professionele ontwikkeling van het mediatheekpersoneel. De meerwaarde van de mediatheek is hierbij namelijk vast komen te staan. En is er nog iets duidelijk geworden. Efficiënt en effectief gebruik van bronnen en faciliteiten binnen het onderwijs is niet zozeer afhankelijk van fraaie ruimtes en systemen maar zoals te zien is aan de statements van deze leerlingen vooral van de wijze van coaching en van de coaches. De mediatheek en de mediathecaris zijn volledig opgenomen binnen het ‘guided inquiry’ concept. De mediatheek is niet slechts een ruimte met pc’s en boeken en het is ook niet alleen een plek waar leerlingen zelfstandig werken en leren. De mediatheek speelt een essentiële rol in het primaire onderwijsleerproces. Om het in andere woorden te zeggen: ‘het gaat niet om een mediatheek in het onderwijs, maar onderwijs in de mediatheek’. Als u zich als leraar zorgen gaat maken over uw positie, kan ik u gerust stellen. Zoals we ook al in de modellen hebben gezien, gaat het om ‘samenwerken’, waarbij leraar en mediathecaris ieder hun eigen rol hebben in het educatieve proces. De mediathecaris is een perfecte partner van de leraar, met eigen specifieke competenties. Mediathecarissen nemen niet de plaats in van de leraar, maar ondersteunen, assisteren en vullen aan! Docent en mediathecaris samen leveren een onmisbare bijdrage aan het onderwijs en werken aan de verbetering van de onderwijsprestaties van de leerlingen. Er is Veel onderzoek gedaan in het buitenland. Gebeurt er in Nederland dan niets? Jazeker wel. In 1996 publiceerde Albert Boekhorst een eerste onderzoek naar schoolbibliotheken in Nederland.(Boekhorst & van Veen, 1996). Dit onderzoek vond een vervolg in een onderzoek dat in 2006 werd uitgevoerd door het Ruud de Moor Instituut van de Open Universiteit in samenwerking met de LWSVO en onderzoekster en mediathecaris Helen Boelens van het Kalsbeek College in Woerden. (Open Universiteit, 2006).
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
9
De cijfers van dit onderzoek laten zien dat in Nederland nog geen sprake is van een voor alle leerlingen gedurende alle leerjaren ontwikkelde geïntegreerde instructie. Slechts 3.25 % van de respondenten geeft aan dat leerlingen jaarlijks een vorm van mediatheekinstructie ontvangen. De inhoud van deze instructie is overigens voornamelijk gericht op het instrueren in catalogusgebruik (85.78%), het uitleggen van de huisregels van de mediatheek (94.79%) en het zoeken met internet (75.36%). Bijna de helft van de respondenten geeft instructie in het formuleren van zoekvragen (49.29%) en nog geen 20 % in het evalueren van het informatie zoeken. Ruim 65 % van de respondenten geeft aan dat zij niet op de hoogte zijn van alle opdrachten die leraren aan leerlingen geven, terwijl de helft wel betrokken is bij begeleiding van de leerlingen als zij aan opdrachten werken. Geconcludeerd mag dus worden dat in Nederland nauwelijks sprake is van zoiets als ‘guided inquiry’. Het is ook niet verbazingwekkend te kunnen vaststellen dat ruim 68 % van de respondenten niet tevreden is over de samenwerking met de leraren op hun school. In relatie tot nieuwe ontwikkelingen zoals de mediatheek als portal van informatie en bronnen binnen de school zijn de uitkomsten van dit onderzoek ook relevant. Iets meer dan een derde van de respondenten geeft aan dat de mediatheek over een eigen website beschikt; en maar liefst ruim 85 % geeft aan geen diensten te verlenen aan leerlingen die buiten de school werken. Dus ook voor wat betreft M-learning is er nog een lange weg te gaan. Afgezien van deze concrete cijfers is misschien nog wel het opvallendst dat met de resultaten van dit onderzoek nauwelijks iets is gedaan. Geen vlammende betogen in de krant, geen reacties in de vakpers en geen directe stappen van de beroepsgroep noch van de kant van het onderwijs. Een gemiste kans zou ik zeggen, want de internationale research enerzijds en de resultaten van dit onderzoek anderzijds, biedt voldoende mogelijkheden voor de ontwikkeling van een plan van aanpak en een strategie om het mediatheekwerk in Nederland op de agenda te krijgen met als uiteindelijk doel, een effectieve mediatheek. Naast dit onderzoek vindt op dit moment ook onderzoek plaats door de eerder genoemde mediathecaris Helen Boelens van het Kalsbeek College in Woerden. Helen werkt momenteel aan haar dissertatie ter verkrijging van haar doctoraat. Delen van haar onderzoek zijn al gepubliceerd o.a. op de website van ENSIL, het European Network for School Libraries and Information Literacy (Boelens, 2007). In dit onderzoek met de titel "A new kind of information specialist for a new kind of learning", gaat zij dieper in op de implicaties van innovatieve technologie en nieuwe didactische principes op de rol van de mediathecaris in de toekomst. Tot slot In deze presentatie ben ik ingegaan op de rol en de positie van de mediatheek en de mediathecaris, gebaseerd op onderzoeken naar mediatheken en hun meerwaarde voor het onderwijs, in de afgelopen 40 jaar. Wat in ieder geval duidelijk is geworden is dat als we profijt willen hebben van alle mogelijkheden en de al gedane investeringen en klaar willen zijn voor de toekomst, we moderne, goed uitgeruste mediatheken nodig hebben met professionele mediathecarissen. De inzet die nodig is om te komen tot dergelijke mediatheken is een grote uitdaging voor iedereen die betrokken is bij het Nederlandse onderwijs: mediathecarissen, docenten, schoolleiders en de politiek. We ervaren momenteel wat de impact is van nieuwe didactische modellen en innovatieve technologie op leerlingen. Zij zullen meer en meer zelf hun eigen leerplaats, leermoment en leermethode gaan bepalen. De technologische ontwikkelingen bieden nu eenmaal ongekende mogelijkheden en leerlingen willen die graag benutten. Daarnaast is er nog Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
10
een element dat wat onderbelicht is gebleven. Voor leerlingen is de mediatheek vooral ook een plek om te ontmoeten, te werken, informatie te delen en samen te zijn. Als dit een plek is waar tevens hulp en begeleiding wordt geboden, levert dit een onbetaalbare meerwaarde op. De aangehaalde onderzoeken presenteren duidelijke cijfers. Om met Ross Todd te spreken, er is sprake van onweerlegbaar bewijs: de mediatheek speelt een cruciale rol in de verbetering van de onderwijsprestaties van leerlingen. Bij deze constatering moet het echter niet blijven. Als wij in Nederland dezelfde resultaten willen behalen en de al gemaakte investeringen in mediatheken en innovatieve onderwijsconcepten willen verzilveren, dan zal er actie ondernomen moeten worden. De eerste stap is de ontwikkeling van een heldere visie op een mediatheekconcept voor de 21e eeuw. En deze visie presenteer ik u hierbij. Het is een concept dat gebruikt maakt van alle technologische mogelijkheden en dat anticipeert op nieuwe vormen van onderwijs als E-learning en M-learning. Een concept dat inspeelt op de behoeften van niet alleen leerlingen, maar ook leraren en andere werkers in het onderwijs. Een concept dat maatwerkoplossingen voor de individuele school garandeert en toepasbaar blijft ook bij verdere innovatie in de ict en het onderwijs. Dit concept gaat uit van de mediatheek als functie en beschrijft ‘een mediatheek zonder grenzen’. Een mediatheek die altijd toegankelijk is zowel fysiek als virtueel. Een mediatheek die stimuleert, enthousiasmeert en het leren niet alleen ondersteunt maar vooral ook bevordert. Dit concept sluit aan op actuele ontwikkelingen en biedt voldoende mogelijkheden tot samenwerking met een keur aan partners: onderwijsinstellingen, bibliotheken, musea e.a. maar altijd met de school en het onderwijs als uitgangspunt. Een concept voor een mediatheek met alle bronnen, faciliteiten en mogelijkheden; een mediatheek waar leerlingen en leraren kunnen leren en werken, waar leesbevordering hoog in het vaandel staat en informatievaardighedenonderwijs een kerntaak is. Een mediatheek die is getransformeerd van leenbibliotheek tot kenniscentrum en die de basis legt voor een-leven-lang-leren. Ik dank u hartelijk voor uw belangstelling en hoop dat u geïnspireerd bent geraakt en enthousiast aan de slag kunt gaan. Ik wens u daar in ieder geval veel succes bij. Resumé Lourense H. Das is ruim 30 jaar werkzaam als mediathecaris en informatiespecialist in en voor het onderwijs. In 1996 heeft zij Meles Meles Schoolmediatheekdienst opgericht. Zij houdt zich vooral bezig met de ontwikkeling en professionalisering van het onderwijsbibliotheekwerk in zowel het binnen- als buitenland. Kijk voor meer informatie op http://www.smd.meles.nl
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
11
Bibliografie Boekhorst, Albert K. & Maarten J.P. van Veen (1996). Schoolbibliotheken in het voortgezet onderwijs.- (Amsterdam): Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Letteren Boek- en Informatiewetenschap.- (BBI-reeks nr. 5) Boelens, Helen (2007). A new kind of information specialist for a new kind of learning. Te raadplegen op http://www.ensil.eu Clyde, Laurel A. (2004). M-Learning. Teacher Librarian. 32 (1). Te raadplegen op: http://www.teacherlibrarian.com/tltoolkit/info_tech/info_tech_32_1.html Gaver, Mary V. (1963). Effectiveness of centralized library service in Elementary schools.2nd ed.- New Brunswick, NJ: Rutgers University Press. Heppell (S.l.). Notschool.net. Te raadplegen op: http://www.notschool.net/ns/template.php IASL (2007). School libraries make a difference to student achievement. Te raadplegen op: http://www.iasl-slo.org/make-a-difference.html Kuhlthau, Carol Collier (2004).- Seeking meaning: a process approach to library and information services.- 2nd ed.- Westport: Libraries unlimited. Lance, Keith Curry & David V. Loertscher (2005). Powering achievement: school library programs make a difference: the evidence.- 3rd ed.- Salt Lake City: Hi Hillow research & Publishing. Loertscher, D.V. (2000). Taxonomies of the school library media program.- 2nd ed. Salt Lake City: Hi Willow Research & Publishing. Loertscher, David V. & Ross J. Todd (2003). We boost achievement! Evidence-based pratice for school library Media Specialists.- Salt Lake City: Hi Hillow research & Publishing. LWSVO (2004). De schoolmediathecaris in het voortgezet onderwijs : een beroepsprofiel . Te raadplegen op:http://www.lwsvo.nl Montiell-Overall, Patricia (2005). Toward a theory of collaboration for teachers and librarians. School Library Media Research (8). Te raadplegen op: http://www.ala.org/ala/aasl/aaslpubsandjournals/slmrb/slmrcontents/volum e82005/theory.htm Open Universititeit (2006). Onderzoek status Mediatheken, De mediatheek en informatievaardigheden in het onderwijs, 2006. Te raadplegen op: http://www.open.ou.nl/mjv/publications/results_sb.pdf Todd, Ross & Carol Kuhlthau (2005). Student Learning through Ohio School Libraries : The Ohio Research Study. Te raadplegen op: http://www.oelma.org/studentlearning/default.asp Veen, Wim (2000). Flexibel onderwijs voor nieuwe generaties studerenden. Te raadplegen op: http://elearning.surf.nl/docs/e-learning/oratiewimveen2.pdf
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Presentatie Lourense H. Das - NOT 2007
12
Aanbevolen literatuur: Hay, Lynn & Henri, James (1995). Leadership for collaboration: making vision work. In: Proceedings of the IFLA Conference, School Libraries Programme Session, Istanbul, Turkey. Te raadplegen op: http://www.ifla.org/IV/ifla61/61-hayl.htm Henri, James, Hay, Lyn & Oberg, Diane (2002). The school library – Principal relationship: Guidelines for research and practice. (IFLA Professional reports; no. 78). The Hague: IFLA. Lance, K.C. (2001). Proof of the power: recent research on the impact of school library media programs on the academic achievement of U.S. public school students. ERIC Digest. EDO-IR-2001-05 October 2001. Te raadplegen op: http://www.ericdigests.org/2002-2/proof.htm Lonsdale, M. (2003). Impact of school Libraries on Student Achievement: a Review of the research Report for the Australian School Library Association. Melbourne: Australian Council of Educational Research. Te raadplegen op: http://www.asla.org.au/research/index.htm Lowe, Carrie A. (2000). The role of the school library media specialist in the 21st century. ERIC Digest ED446769. 2000-11-00. Te raadplegen op: http://www.ericdigests.org/2001-3/21st.htm Williams, D. & Wavell, C. (2001). The impact of the school library resource center on learning: a report on research conducted for resource. Aberdeen, Scotland: The Robert Gordon University, The Council for Museums, Archives and Libraries. (Library and Information Commission Research Report 112).
Meles Meles Schoolmediatheekdienst - © 2007
Kies voor beter onderwijs, kies voor de mediatheek! NOT 2007 Hal 8, stand E037 Lourense H. Das Meles Meles SMD www.smd.meles.nl
Babylonische spraakverwarring mediatheek, (school)bibliotheek, open leer centrum, studiehuis, infotheek, infocentrum, studielandschap, leeractiviteitencentrum,….
Nieuw, nieuw, nieuw…. Technologische ontwikkelingen
Mediathecaris?
‘het nieuwe leren’ Rol van de digitale technologie in het leven van jongeren
1
Een ‘nieuw’ proces…
Onderzoek naar de impact van mediatheken op leerprestaties Keith Curry Lance Ken Haycock Dorothy Williams Michele Lonsdale Ross Todd
leesvaardigheid en academische vaardigheden van leerlingen verbetert sterk door
de inzet van professioneel en voldoende personeel de grootte en inhoud van de collectie de grootte van het budget collecties en bronnen buiten de school
meer is beter!
2
Inzet van professioneel en voldoende personeel leidt tot
ruimere openingstijden meer betrokkenheid van het mediatheekpersoneel bij onderwijsactiviteiten intensiever gebruik van de mediatheek door leerlingen en daardoor
Sleutelwoorden Collectie Personeel Samenwerken
betere eindresultaten
Wat is een mediatheekprogramma? Een effectief mediatheekprogramma vormt een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces waarin de missie van de school wordt vertaald naar mediatheekbeleid, waarin ICT en multimedia instrument èn doel zijn, leesplezier wordt bevorderd, de ontwikkeling van academische vaardigheden wordt gestimuleerd en informatievaardigheden zijn geïntegreerd in het curriculum.
Taxonomie van Loertscher 10 verschillende niveaus waarop de mediatheek kan worden betrokken bij het onderwijsleerproces: van geen betrokkenheid tot deelname aan curriculumontwikkeling.
3
4 modellen van samenwerken Model A:
Model C:
Coördinatie
Geïntegreerde instructie
Model B:
Model D:
Samenwerking in een partnerschap
Geïntegreerd curriculum
Dr. Ross Todd, 4/1/2003 "13,000 Kids Can't be Wrong"
(Montiel-Overall, 2005) http://www.ala.org/ala/aasl/aaslpubsandjournals/slmrb/slmrcontents/volume82005/theory.htm
Guided Inquiry “Guided Inquiry is carefully planned, closely supervised targeted intervention of an instructional team of school librarians and teachers to guide students through curriculum based inquiry units that gradually lead towards independent learning. Students actively engage with diverse and often conflicting sources of information and ideas to discover new ones, to build new understandings, and to develop personal viewpoints and perspectives”
Uitspraken van de ondervraagde leerlingen: “Another good thing was that there was always help available from the teachers and librarians” “I got to spend quality time with my teacher and librarian” “I also liked the help the librarians provided”
4
‘geen mediatheek in het onderwijs, maar onderwijs in de mediatheek’
Onderzoek status Mediatheken De mediatheek en informatievaardigheden in het onderwijs, 2006. http://www.open.ou.nl/mjv/publications/results_sb.pdf
Mediatheekconcept voor de 21e eeuw
Hartelijk dank voor uw aandacht! Deze presentatie is te downladen via www.smd.meles.nl Wilt u meer weten? Kom dan naar onze stand in Hal 8, E037 Meles Meles Schoolmediatheekdienst
5