Kerity jekino EDUCATIE
Film en Educatie ...
Inhoudstafel
... in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant-en-klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
Wie deze film maakte...................................... 6 Regie: Dominique Monféry Scenario naar een boek van Anik Le Ray Animatie: Rebecca Dautremer De samenwerking tussen regisseur en animator Opdrachten voor de leerlingen
jekino EDUCATIE
www.opendoek.be
www.jekino.be
www.lesseninhetdonker.be
Doelgroep KERITY: vanaf 6 jaar
Filmfiche........................................................... 4 Synopsis Technische kaart Perscitaten Voor de film begint
Verzamelen van reacties................................. 12 De personages................................................. 14 Een sprookje vol sprookjes Focus op het sprookje..................................... 18 Een modern sprookje Verloop van het verhaal Moraal Een fabel Vragen en opdrachten Andere aspecten van de film.......................... 30 2D Animatie Decors & kleuren Bijlagen
Online filmfiche! Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. De fiches zijn een digitale, meer visuele uitdieping van deze lesmap met trailers, foto’s en interessante achtergrondinfo.
2
3
Filmfiche
Perscitaten
Synopsis
“Rebecca Dautremer imprime sa marque visuelle au long métrage de Monféry et impose au cinéma un univers délicieusement original. “ Le Parisien
Er was eens… een 7-jarig jongetje dat niet kon lezen. Wanneer tante hem een rijk gevulde bibliotheek nalaat, weet hij niet wat ermee te beginnen. Al gauw ontdekt Natanaël het geheim van de bibliotheek, wanneer alle sprookjesfiguren tot leven komen en hem smeken hen te helpen opdat de sprookjes niet voorgoed zouden verdwijnen. Enkel wanneer Natanaël zijn grootste angst onder ogen durft zien, kan hij de sprookjesfiguren verlossing brengen. Kent ook dit sprookje een happy end?
Technische kaart Frankrijk – 2009 – 80 min OV Nederlands gesproken
KERITY Internationale titel: Eleanor’s Secret Regie: Dominique Monféry Scenario naar een sprookje van Anik Le Ray Animatie: Rebecca Dautremer Muziek: Alexandre Révérend Distributeur: Cineart
4
“C’est sans doute l’un des films les moins attendu de la fin de l’année et pourtant l’un des plus réussis.” Première
“Une histoire animée, 100 % française, pleine de merveilleux, d’intelligence et de sensibilité, qui fait référence aux contes de notre enfance. “ La Figaroscope
Voor de film begint Om het jonge publiek voor te bereiden op de filmvertoning is het handig om ze alvast de titel van de film mee te geven en ze even rond te leiden door de wonderlijke wereld van KERITY, een wereld waarin ook heel veel sprookjespersonages opdraven. Pols even naar hun kennis van sprookjes. Welke verhalen kennen ze? Welke beroemde sprookjesfiguren? Denken ze dat die figuur ook in de film te zien zal zijn? Vraag hen eventueel om zoveel mogelijk sprookjesfiguren uit de film te onthouden, zodat ze je na de vertoning een opsomming kunnen geven. Toch gaat KERITY niet in de eerste plaats over sprookjes, maar wel over een klein jongetje dat Natanaël heet. Natanaël heeft moeilijkheden met lezen. Kan het publiek zelf al lezen? KERITY is een tekenfilm die gemaakt werd op de ‘ouderwetse’ manier: er werd gekozen voor 2D animatie die nog grotendeels met de hand werd getekend door een bekende Franse illustratrice. In plaats van 3D animatie die met de computer wordt gemaakt, zit je bij KERITY te kijken naar tekeningen die vaak herinneren aan illustraties uit prentenboeken. Het is een andere stijl van tekenfilms, maar wel ontzettend mooi! Misschien kan je de affiche van de film tonen (je vindt ze achteraan deze lesmap). Zo raken ze vertrouwd met de sfeer en stijl van de film.
5
Wie deze film maakte Regie: Dominique Monféry De Franse regisseur Dominique Monféry was lang verbonden aan de Disney Studio’s. Hij werkte mee aan o.a. THE HUNCHBACK OF NOTRE DAME, HERCULES, TARZAN, ATLANTIS THE LOST CITY en THE EMPEROR’S NEW GROOVE. Maar zijn meesterstuk was het afwerken van DESTINO: in 1946 begon Disney aan een filmproject samen met de surrealistische kunstenaar Salvador Dali. Het project werd afgeblazen, maar in 2003 haalde Monféry de schetsen vanonder het stof en voltooide de film, die genomineerd werd voor de Oscar van ‘Beste Korte Animatiefilm’. In 2006 draaide Monféry FRANKLIN ET LE TRESOR DU LAC, het verhaal van een kleine schildpad die op zoek gaat naar de talisman die zijn oma kan genezen. Ook in KERITY vertelt hij het verhaal van een zoektocht.
6
Scenario naar een boek van Anik Le Ray Voor het verhaal van ‘Kérity, la maison des contes’ werd auteur Anik Le Ray geïnspireerd door het jongetje Natanaël, dat haar op een dag zijn grootste geheim toevertrouwde: iedereen rondom hem kon lezen, maar hij wist nog steeds niet hoe het moest. Het jongetje was er rotsvast van overtuigd dat er iets aan hem scheelde… hoewel hij nog maar 3 jaar oud was. De bekentenis van Natanaël vormde, samen met de sprookjes uit haar kindertijd, de basis voor het scenario van KERITY.
Animatie: Rebecca Dautremer Nog opvallender dan het originele verhaal van KERITY zijn de wondermooie, stijlvolle tekeningen die de kijker meevoeren naar een heel nieuwe wereld. De tekeningen werden gemaakt door Rebecca Dautremer, één van de bekendste Franse illustratrices. Nadat ze via reclamecampagnes (o.a. voor Kenzo) haar eerste stapjes zette als grafisch vormgeefster, werd ze vooral bekend met haar illustraties in (kinder)boeken. Dautremer lijkt een zwak te hebben voor sprookjes. Alvorens zich vast te bijten in KERITY voorzag ze de verzamelde sprookjes van de Franse schrijver Jean de La Fontaine van illustraties. Momenteel werkt ze aan een geïllustreerde versie van ‘Alice in Wonderland’, de klassieker van Lewis Caroll.
7
De samenwerking tussen regisseur en animator Liefst werkt Dautremer alleen in haar atelier. Maar voor KERITY maakte ze een uitzondering: regelmatig ging ze samen zitten met regisseur Monféry. Ze maakte schetsen en samen brachten ze verbeteringen aan om de sprookjeswereld echt tot leven te wekken. Zo bespraken ze uitgebreid: • de setting van het verhaal: “De crew investeerde veel tijd in details: de juiste timing voor het opkomen en ondergaan van de zon, de plaatsing van de huizen, enz. Ik tekende een kaart waarop de zee, de gebouwen, de bomen, enz. een exacte plaats kregen. Zo kregen we een beter beeld van de manier waarop de kleine sprookjesfiguren hun tocht zouden ervaren.” Dautremer maakte ook maquettes om alle details zo duidelijk mogelijk voor te stellen. •
de personages: de sprookjesfiguren mochten er niet clichématig uitzien. Dautremer baseerde zich enkel op de informatie die ze terugvond in de originele sprookjes. “Daarom heeft de gelaarsde kat geen pluim op z’n hoed. In KERITY leiden de sprookjesfiguren een dubbelleven, een beetje zoals toneelspelers. In hun verhaal bevinden ze zich op de scène, maar wanneer het werk erop zit, leiden ze een eigen leven. Zo zijn de Boze Wolf en Roodkapje in ‘het echte leven’ niet langer elkanders aartsvijanden maar beste maatjes.”
Dat maakt de sprookjesfiguren tot realistische personages: ze leiden een normaal leven en dreigen nu hun job te verliezen.
8
9
Opdrachten voor de leerlingen
10
•
Wie tekent er een mooi sprookjesfiguur? Teken allemaal hetzelfde sprookjesfiguur (bijvoorbeeld Assepoester, de Gelaarsde Kat, Pinokkio,…). Hoewel het telkens dezelfde figuur is, zien ze er bij elke tekenaar toch anders uit. Zo moest ook de regisseur van de film beslissen wat voor tekeningen het best pasten bij zijn verhaal. En hij praatte uren lang met de tekenaars om te beslissen hóe er precies getekend moest worden.
•
Teken een kaart van de plek waar de film zich afspeelt. Plaats het huis, het strand, de winkel, de trap, enz. allemaal op de kaart en zet er eventueel nog andere details bij (bomen, wegen, andere huizen,…). Klopt de kaart met de locaties in de film? Dat hoeft niet, maar het moet er wel sprookjesachtig uitzien!
11
Verzamelen van reacties Vlak na de vertoning kan je al enkele reacties sprokkelen bij de leerlingen. Zo kunnen ze even ‘stoom aflaten’… dat is misschien wel nodig na zo lang stilzitten. Er zijn verschillende manieren om naar hun mening te polsen. Zo vind je achteraan in de bijlage een invulblad dat je eventueel kan kopiëren en uitdelen aan de leerlingen. Lees de vragen voor en laat ze al dan niet een sterretje kleuren bij de antwoorden van hun keuze. (Zie bijlage) Je kan het verhaal ook bespreekbaar maken via…
* De 5 ‘W’ vragen Je kan het verhaal kort samenvatten door een antwoord te geven op de 5 ‘W’-vragen: • • • • •
Over WIE gaat het verhaal? WAAR speelt het verhaal zich af? WANNEER speelt het verhaal zich af? Over WAT gaat het verhaal? WAAROM krijgt het verhaal een wending (of waardoor)?
bepaalde
Je kan de letter W op het bord schrijven en de kinderen zelf de vraag(woorden) laten zoeken aan de hand van deze beginletter. Als het wat stroef verloopt, kan je hen met een voorbeeld op weg helpen. Laat de kinderen vervolgens de vragen beantwoorden. Zo brengen ze alle belangrijke informatie uit de film overzichtelijk samen.
12
13
De personages Natanaël is een dapper, ietwat verlegen, maar vooral ook heel eenzaam kind. Vanwege z’n leesproblemen heeft hij het eerste jaar op school moeten overdoen. Woorden maken hem bang, maar verhalen niet. Rondom hem ontmoeten we een heleboel personages. In sprookjestermen spreken we vaak over ‘de goeden’ en ‘de slechten’. Die indeling vind je ook terug in het sprookje KERITY.
De goeden De ouders van Natanaël
De sprookjesfiguren Voor de sprookjesfiguren is Natanaël de reddende engel. Allemaal krijgen ze een plaatsje in het verhaal en dragen op hun manier een steentje bij aan de goede afloop. Enkel zo kan Natanaël hen redden van de eeuwige verdwijning. Meer dan 40 sprookjesfiguren maken hun opwachting in de film, maar toch blijft het verhaal steeds focussen op Natanaël en de missie die hij moet volbrengen.
+/- Angélica Angélica bengelt tussen de goeden en de slechten. Ze is een typische grote zus. Ze doet werkelijk alles om haar broer te plagen en hem eraan te herinneren dat hij niet kan lezen. Maar op het beslissende moment wil ze hem wel helpen.
De ouders van Natanaël zijn de steun en toeverlaat van hun kinderen. Het geluk van hun zoon en dochter komt op de eerste plaats. Ze vinden het vreselijk dat Natanaël zo lijdt onder het feit dat hij niet kan lezen. Ze blijven hem aansporen om de boeken uit de bibliotheek een kans te geven.
Eléonore Tante Eléonore belichaamt ‘de ziel van de literatuur’. Ze was een gracieuze vrouw, die vaak voorlas voor de kleine Natanaël. Een vrouw met een vriendelijk, rond gezicht en droevige ogen. Vooral tijdens de zomervakantie leest ze voor de jongen verhalen uit haar bibliotheek: avontuurlijk, mythisch, fantasierijk,… Ze zijn voor Natanaël een grote bron van inspiratie. Ze is steeds blijven geloven in Natanaëls talent; daarom heeft ze hem de bibliotheek nagelaten.
Adrien Eléonore’s beste vriend Adrien is vriend aan huis bij Natanaëls familie. Hij is een creatieve man met het hart op de juiste plaats; hij zou geen vlieg kwaad doen. Hij wil de herinnering aan Eléonore levendig houden via souvenirs, inclusief de sprookjes en verhalen die opgeborgen liggen in de bibliotheek.
14
15
De slechten De letters Hoofdletters, kleine letters, klinkers, leestekens,… vormen voor Natanaël één grote bedreiging. In zijn nachtmerries wordt hij letterlijk opgeslorpt en overspoeld door de vele tekens en ook in de bibliotheek lijkt de kleine jongen te versmachten. Letters kunnen je beste vriend zijn wanneer je ze op correcte wijze kan ontcijferen. Maar als je niet kunt lezen, maken ze je gek: het zijn er zoveel en ze zijn zo moeilijk te begrijpen.
Pictou Voor Pictou hebben spullen enkel een geldwaarde. Zijn enige doel is om de boeken voor een goede prijs te verkopen. De waarden en wijsheden die schuilen in de verhalen, hebben voor hem geen enkele betekenis.
De krab Wat op een zonnige dag op het strand een onschuldig schaaldier lijkt, transformeert voor de sprookjesfiguren tot een niet te verslagen monster. De krab is één van de vele obstakels in het verhaal en dwingt Natanaël in een heldenrol.
Een sprookje vol sprookjes In sprookjes passeren de wonderlijkste figuren de revue… In KERITY draven ze allemaal samen op, van Alice (Alice in Wonderland) tot Kapitein Haak (Peter Pan). Net zoals dat eerder al gebeurde in films zoals SHRECK, ENCHANTED en HAPPILY NEVER AFTER. Dat is niet zonder risico… We hebben allemaal onze eigen, kinderlijke voorstelling van deze personages en wie hen in een verhaal wil verwerken, moet dat met het nodige respect doen. Daarom behouden alle bekende sprookjesfiguren in KERITY hun eigen identiteit en hun karaktertrekken uit het oorspronkelijke sprookje: Alice is nieuwsgierig, de Gelaarsde Kat is razend sluw, de Boze Fee is verbitterd. Maar wanneer ze ‘hun sprookje verlaten’ zijn ze plots vrij om ook andere dingen te doen en anders te reageren. Wanneer het sprookjesuniversum in KERITY tot leven komt, blijken die verhalen en hun bekendste personages absoluut onverwoestbaar.
Opdracht Verdeel een blad papier of het bord in twee delen. Plaats aan de ene kant de positieve personages uit KERITY, aan de andere kant de negatieve. Laat de kinderen de personages opnoemen en zeggen aan welke kant ze thuishoren. Eventueel kunnen ze hetzelfde doen met bekende sprookjesfiguren (bvb de figuren die in de film voorkwamen): Wie is goed? Wie is slecht? Is er ook een ‘grijze zone’? Hoe lossen we dat op? En hoe zit dat in het werkelijke leven? Zijn er mensen die 100 % ‘goed’ zijn? En mensen die 100 % ‘slecht’ zijn?
16
17
Focus op… het sprookje “Er was eens…”, “Il y avait une fois…”, “Once upon a time…”, “Cera una volta…” overal ter wereld worden sprookjes verteld. Ze beginnen en eindigen vaak op dezelfde manier en worden van generatie op generatie doorgegeven. Doorheen de jaren evolueerden sprookjes. De eerste versies van sprookjes werden geschreven voor volwassenen en bevatten vaak schunnige hoofdstukken (niet bedoeld voor kinderen) en op het einde werden de boosdoeners op vreselijk wreedaardige manieren gestraft. Soms veranderden details naargelang de cultuur waarin het sprookje verteld werd. Maar de essentie van het verhaal bleef altijd en overal dezelfde, tot op de dag van vandaag.
Achter het rode gordijn liggen oude boeken, stoffig en vergeeld. De ‘drager’ is ouderwets maar de inhoud is nog steeds actueel. Sprookjes zijn universeel en boeien ook vandaag nog kinderen. In de slotscène zweven we de
18
wereld rond en overal weerklinken sprookjes, in allerlei talen. Je komt dezelfde verhalen tegen in de meest verschillende landen en culturen. Ook wij zijn vertrouwd met sprookjes uit verre landen. In KERITY ontmoeten we zowel Roodkapje en ‘haar’ Boze Wolf als Ali Baba en Aladin.
Een modern sprookje KERITY heeft alle ingrediënten in huis om van een echt sprookje te spreken. De typische kenmerken van sprookjes zijn ook van toepassing op dit verhaal. •
Sprookjes spelen zich steeds af op een onbekende, onbestemde plek. “In een land ver hier vandaan…” KERITY speelt zich af in een land bij de zee, maar waar het precies ligt, daar hebben we het raden naar.
•
Sprookjes worden bevolkt door koningen, prinsen en prinsessen, elfen, kabouters, draken, heksen, feeën, tovenaars en sprekende dieren. In KERITY komen die allemaal aan bod! De Gelaarsde Kat is een sprekend dier, Carabosse is een fee, de Oger is een fabelwezen, enz.
•
Een sprookje gaat over een conflict of een opdracht waarbij de held een reeks hindernissen moet overwinnen om zijn doel te bereiken. Ook in KERITY kan Natanaël zijn doel enkel bereiken wanneer hij zijn grootste angst onder ogen durft zien: lezen! Slechts door het overwinnen van dit obstakel, kan hij de sprookjesfiguren redden. Er moeten nog meer obstakels overwonnen worden. Elke overwinning brengt hem een stapje dichter bij zijn doel.
19
Verloop van het verhaal Een sprookje wordt altijd opgebouwd in 5 dezelfde stappen. En zo gaat het ook met KERITY.
1. Beginsituatie - Er was eens…
•
In een sprookje wordt het goede beloond en het kwade bestraft. Op die manier geeft elk sprookje een levensles of moraal mee. In KERITY worden Natanaëls moed en doorzettingsvermogen beloond. Slechts dankzij deze twee kwaliteiten kan hij zijn leesangst overwinnen. De gave van het lezen is zijn grootste beloning. Dat betekent dus: een happy end!
• Sprookjes: Bij aanvang van het sprookje krijgen we een blik op het leven van het hoofdpersonage, dat vaak worstelt met een grote wens of een diep verlangen. • KERITY: Er was eens… een 7-jarig jongetje dat niet kan lezen. Het jongetje is erg teleurgesteld wanneer hij van zijn tante een bibliotheek vol oude boeken erft. Maar die erfenis wordt het begin van een groot avontuur dat zal leiden tot de vervulling van zijn ultieme droom…
2. Wijziging van het verhaal - Sesam, open u… • Sprookjes: Het leven van het hoofdpersonage wordt plots op z’n kop gezet. Er gebeurt iets waardoor hij/ zij een missie of queeste moet ondernemen, met een duidelijk doel voor ogen. • KERITY: Wanneer Natanaël voor de eerste maal het mysterieuze gordijn in de bibliotheek opent, stapt hij een nieuwe wereld binnen. De sprookjesfiguren die ’s nachts tot leven komen, smeken om hen te helpen. Natanaël begint aan zijn missie met twee doelen voor ogen: leren lezen en de sprookjesfiguren redden.
20
21
3. Transformatie - Hoop doet leven • Sprookjes: Een doel bereik je niet zo maar. Er moeten eerst obstakels overwonnen worden. Dat vraagt om moed en volharding. Het hoofdpersonage moet deze eigenschappen bij zichzelf ontdekken. • KERITY: Ook Natanaël blijft niet gespaard van obstakels. Zijn ‘leesangst’ bezorgt hem nachtmerries. En op het strand moeten Natanaël, Alice & co vele hindernissen overwinnen: ze moeten zich een weg banen door het labyrint en voorbij de gigantische, moordlustige krab.
4. Oplossing - De magische formule • Sprookjes: Nadat alle hindernissen overwonnen werden, ligt de weg naar het einddoel wijd open. Alleen de ‘oplossing’ moet nog gevonden worden: de sleutel die op de schatkist past, de kus die Doornroosje wekt uit haar slaap, enz. • KERITY: Natanaël heeft een lange weg afgelegd en is klaar om zijn opdracht te voltooien… als hij maar kon lezen! Die gave heeft hij nodig om de sprookjesfiguren te redden.
22
5. Een happy end - Ze leefden nog lang en gelukkig. • Sprookjes: “En ze leefden nog lang en gelukkig.” Een sprookje eindigt altijd met een happy end. Na veel zwoegen en zweten heeft het hoofdpersonage zijn doel bereikt. • KERITY: Natanaël slaagt er in om de magische formule te lezen. Hij heeft zijn leesangst overwonnen en de sprookjes zullen altijd blijven voortbestaan.
Lezen ‘Maan’, ‘Roos’, ‘Vis’,… Het zijn de eerste woordjes die we leren lezen. Toch is lezen niet voor iedereen even makkelijk. Natanaël is geen uniek geval; hij vertegenwoordigt tal van mensen over de hele wereld. Zo kan 1 op 7 volwassen Vlamingen onvoldoende lezen of schrijven en waren er volgens de UNESCO in 2002 ongeveer 875 miljoen laaggeletterden. Sommige kinderen beginnen al met een flinke achterstand aan de eerste leeslesjes. Naarmate ze opgroeien wordt het voor hen steeds angstaanjagender om een boek ter hand te nemen. Maar KERITY toont dat zij de moed niet mogen opgeven! “Lezen is een uitnodiging om te dromen,” zegt KERITY-schrijfster Anik Le R
23
Moraal Alle sprookjes bevatten een moraal of levensles. Met het hoofdpersonage als voorbeeld leert de luisteraar / lezer hoe hij zich moet gedragen en leert hij het verschil tussen goed en kwaad, tussen eerlijk en oneerlijk. Ook KERITY geeft de kijker enkele wijze lessen mee. Bijvoorbeeld: avons tous besoin d’un rêve.” * “Nous Of “Jamais personne peut vivre sans rêve.”
(We hebben allemaal een droom nodig. Niemand kan leven zonder een droom.) Hopen en dromen doen leven, zelfs in de meest ellendige omstandigheden. Veel sprookjes sporen je aan: geloof in jezelf, geloof in jouw droom. Enkel zo kan je die droom misschien ooit verwezenlijken. Het is Natanaëls droom om te kunnen lezen. Dankzij zijn geloof in eigen kunnen, lukt hij er stapje voor stapje in om die droom waar te maken.
n’est pas parce que c’est inventé * “Ce que ça n’existe pas.” (Het is niet omdat het verzonnen is, dat het niet zou bestaan.)
In een rationele wereld lijkt er nauwelijks nog plaats voor fantasie. Voor velen is fantasie een nutteloos kinderspel dat niets toevoegt aan de realiteit. Maar fantasie doet hopen, en hoop doet leven. Dingen die leven in onze fantasie, vormen ook een belangrijk onderdeel van ons leven; ze ‘bestaan’ evenzeer als de werkelijke dingen. Zodra Natanaël het roodfluwelen gordijn van de oude bibliotheek opentrekt, laat hij de realiteit achter zich en stapt een fantastische wereld binnen. In de echte wereld wordt Natanaël (vooral door zijn zus) een nietsnut genoemd. Maar in de sprookjeswereld is hij een held… een fantasieheld!
“Notre trésor se cache à l’intérieur.” * (Onze schat zit aan de binnenkant verborgen, m.a.w. schoonheid zit vanbinnen.) In deze wereld staat het uiterlijk vaak voorop; iedereen wordt op z’n uiterlijk beoordeeld en de maatschappij telt veel mensen die hun status enkel op basis van hun uiterlijke ‘schoonheid’ verwierven. Veel mensen krijgen geen kans om hun talenten te tonen en hun schat – hun innerlijk, hun karakter – met anderen te delen. Dat is jammer!
24
25
Een fabel
Vragen bij ‘De krekel en de mier’
De Franse sprookjestraditie gaat ver terug in de tijd. In de 17de eeuw schreef Jean de la Fontaine zijn beroemde fabels: het waren korte sprookjes, verhalen met pratende dieren in de hoofdrol. Door te schrijven over dieren in plaats van over mensen kon de la Fontaine vrijuit kritiek geven op de wereld waarin hij leefde. Ook zijn fabels waren een bundeling ‘wijze lessen’. De bekendste voorbeelden zijn ‘De vos en de raaf’ en ‘De krekel en de mier’…
De fabels van Jean de La Fontaine vertellen op een luchtige manier een belangrijke les. • • •
Wie vond je het leukst: de krekel of de mier? Waarom? Wat is volgens jou de boodschap van deze fabel? Vind je het leuk om zo’n verhaal te lezen? Waarom (niet) ?
De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was, Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door ‘t gras “Ik vrolijk je wat op,” zei hij. “Kom, luister naar mijn lied.” Zij schudde nijdig met haar kop: “Een mier die luiert niet!” Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op. Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop. Doorkoud en hongerig kroop hij naar ‘t warme mierennest. “Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug, Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe ‘k niet vlug!” “Je weet dat ik aan niemand leen,” Zei buurvrouw mier toen heel gemeen. “Wat deed je toen de zon nog straalde En ik mijn voorraad binnenhaalde?” “Ik zong voor jou,” zei zacht de krekel. “Daaraan heb ik als mier een hekel! Toen zong je en nu ben je arm. Dus dans nu maar, dan krijg je ‘t warm!”
26
27
onenstaak Jaap en de B
uim pje
Kle in D
Repelsteeltje
De Visser en
Door
je nroos
Blauwbaard
De 3 Broers Du imelijntje s
etje Ala Drie Bigg e D de din e Wo n nd erl ses n i am r P e D p De Rattenv
zijn Vrouw
Pin ok k
anger van
Vrouw Holle op de Er w t
Koning Lijsterb aard
Hamelen
Het Dappere Kleermakertje
lstokjes e v a w Z e d t e m Het Meisje Sn e e u w witje & R o z e nr De Gelaa De Ni ood euwe rsde K Kl
Hansje io De Bremer Stadsmuzik en Grietje anten
f l o W e d n Peter e
Tafeltje D ekje
28
gaal
n e v a R 7 e D
Slimme Hans De Wol f en de 7 Geitje s Assepoester ad an b m Sin Zee de
se Nachte
Kapj e
De Japan
Rood
Het Tinnen Soldaatje
Goudlokje
D e K le
eren v an de Keize r
at
vers o R 0 4 e d n e a b Ali Ba
ine Ze
eme e
rmin
Sneeuw witje
Het Lelijke Jonge Eendje
Je vindt een lijst van de 100 bekendste sprookjes uit de hele wereld + extra informatie op http:// www.beleven.org/verhalen/top100/ Kennen de kinderen deze verhalen? Laat ze uit de lijst hun favoriete sprookje kiezen. Als ze één van de verhalen willen lezen, kan je doorklikken op de titels.
29
Vragen & opdrachten * Sprookjes raden Zijn de kinderen nog vertrouwd met de klassieke sprookjes? Je kan het testen door hen sprookjes te laten raden (herkennen) aan de hand van een voorwerp (bijvoorbeeld appel = Sneeuwwitje, Erwt = De prinses op de erwt, Laarzen = De gelaarsde kat, Lantaarn = Aladin en de wonderlamp, enz.) of aan de hand van een tekening. Je vindt in deze map een lijst met sprookjes waar je gebruik van kan maken. Probeer niet enkel de gekende Disney-verhalen te gebruiken, maar grijp ook terug naar klassieke sprookjes van de Gebroeders Grimm, Hans Christian Andersen of Charles Perrault (Moeder de Gans). •
In sprookjes komen vaak de vreemdste figuren voor, van dwergen en heksen tot pratende wolven en draken. Laat de kinderen zoveel mogelijk gekke wezens opnoemen die ze kennen uit sprookjes.
•
Hebben alle sprookjes een happy end? Hoe eindigen de bekendste sprookjes? Op welke manier worden de problemen van de bekende sprookjesfiguren opgelost? Hoe kunnen ze hun ‘vijand’ (tegenstander) verslaan?
* Sprookjestocht Je kan een ‘doe-parcours’ bouwen rond het thema ‘sprookjes’. De kinderen doorlopen samen – onder begeleiding – alle etappes. Benodigdheden: (oud) brood, een bank of bok uit de gymzaal, enkele grote laarzen, bezems, touw, peperkoek, (stoep)krijt, appels, een blokfluit,… Tijdsduur: +/- 50 min. 1. Laat de kinderen zoals Hans en Grietje broodkruimels op de grond volgen vanaf de klas tot aan een bank/ bok. Dat is het kasteel dat we – net zoals in het verhaal van Doornroosje – moeten beklimmen.
30
2. Achter het kasteel liggen grote laarzen klaar. Net zoals Klein Duimpje zetten we de tocht verder met zevenmijlslaarzen aan. 3. Verderop liggen er enkele bezems. Net zoals Assepoester moeten we van de luie stiefmoeder en stiefzusters poetsen. Iedereen veegt een stukje van de speelplaats schoon. 4. We zetten de tocht verder tot aan het peperkoeken huisje van de boze heks. Hier mogen we smullen van peperkoek. Maar pas op: we mogen onze handen niet gebruiken en happen met de mond naar de peperkoek die aan een touw hangt. 5. Even verderop is er op de grond met krijt een doolhof getekend. Door dit bos gaan we net zoals Roodkapje op zoek naar grootmoeders huis. Maar pas op dat je niet de verkeerde weg neemt en bij de boze wolf eindigt! 6. De kinderen doen allen één schoen uit. Die worden 10 à 15 meter verder op een hoop gelegd. Net als Assepoester moeten we ons “muiltje” terugvinden. Wie kan er als eerste vanachter de streep op één been hinkelend zijn schoen terugbrengen? 7. Op de grond ligt een blokfluit. Wie op de fluit blaast, krijgt net zoals de Rattenvanger van Hamelen alle kinderen achter zich aan. Zo lopen we verder achter elkaar. 8. Daar ligt Sneeuwwitje te slapen naast een mand met appelen. De enige manier om haar weer te wekken, is allemaal een appel eten! Proficiat! Iedereen heeft de sprookjestocht goed afgelegd! Je kan tijdens de tocht voortdurend zelf de verwijzingen naar de bedoelde sprookjes maken, of de kinderen laten raden naar welk sprookje er bij elke etappe verwezen wordt.
31
* Boekenzoekbezoek Ga met de kinderen naar de plaatselijke bibliotheek en laat ze elk een sprookjesboek kiezen. Later kunnen ze in de klas vertellen welk sprookje ze het mooist vonden / wat ze van het boek vonden.
* Een sprookje maken Laat de leerlingen, alleen of in groep, zelf een sprookje maken. Zorg er bij deze opdracht wel voor dat de leerlingen een overzichtsblad ter beschikking hebben waarop alle kenmerken en het verloop van een sprookje te vinden zijn. Kenmerken: • onbestemde locatie • er doen rare wezens in mee • een held moet een grote opdracht uitvoeren • het goede wordt beloond, het kwade bestraft Verloop van het verhaal: • Beginsituatie • Wijziging = een missie • Obstakels overwinnen • Oplossing • Happy end Overloop dit blad eerst aan de hand van een voorbeeldsprookje zodat de leerlingen duidelijk de structuur begrijpen. Je kan het resultaat van hun fantasie – een nieuw sprookje – in de klas laten voorbrengen.
* Sprookjesmengelmoes Eventueel kan je een heleboel bestaande sprookjes door elkaar mengen. Laat de figuren van het ene sprookje figureren in een ander sprookje.
staan; zij brengen vaart in het verhaal.) Eén kind zet het verhaal in en wijst dan een vriendje aan dat de draad van het verhaal moet oppikken… door een nieuw figuur / sprookje te introduceren. Hoe gekker, hoe beter. Je kan het concept voor oudere kinderen uitbreiden naar een creatieve toneel- en improvisatieopdracht, op voorwaarde dat de kinderen de sprookjes voldoende kennen. Duid een aantal kinderen aan die toneel zullen spelen en deel de kaartjes uit. Daarop staat het personage dat het kind moet uitbeelden (en zich min of meer aan het verhaalverloop houden). Laat de kinderen zo samen een verhaal vertellen en uitbeelden. Wanneer Roodkapje onderweg naar grootmoeder wordt overvallen door de boze heks uit Sneeuwwitje omdat die dringend een appel nodig heeft, en Hans en Grietje haar in de oven duwen omdat ze zich van heks vergist hebben, maar de oven al bezet is door een peperkoeken mannetje… dan geef je de authentieke sprookjes natuurlijk wel een héél nieuwe wending!
* Maak een Peperkoeken Huisje Met peperkoek en allerlei snoepgoed kan je zelf een peperkoeken huisje maken. Benodigdheden: peperkoek, snoep, eieren en poedersuiker Maak met opgeklopt eiwit en poedersuiker een stevige suikerlijm. Lijm de plakken peperkoek aan elkaar en bouw zo een huisje. Smeer daarna voorzichtig de peperkoek in met suikerlijm en plak het snoepgoed erop. Laat dit drogen tot het stevig is. Daarna: smullen maar! Smakelijk!
* Zoek de 7 verschillen In bijlage vind je 2 afbeeldingen van KERITY. Kopieer ze en deel ze uit aan de leerlingen. Vind jij alle 7 verschillen? Op een aparte pagina in bijlage is de oplossing bijgevoegd.
Zet namen van een hele reeks sprookjes of sprookjesfiguren op kaartjes en laat de kinderen elk een kaartje trekken. (Zorg dat er op de kaartjes ook voldoende ‘slechteriken’
32
33
Andere aspecten van de film 2D Animatiefilm KERITY is een animatiefilm. Dat betekent dat het verhaal niet wordt geacteerd door levende mensen, maar dat de personages en decors getekend en geknutseld werden. De term ‘animatie’ komt van het Latijnse woord animo, wat ‘ziel’ betekent. In een tekenfilm is het immers alsof de filmmaker ‘leven’ geeft aan zijn tekeningen en de personages ‘bezielt’. Een animatiefilm wordt beeld per beeld opgenomen. Zo kunnen levenloze dingen (bvb tekeningen, poppen, foto’s, plasticine figuren, snippers, voorwerpen,…) tot leven (beweging) worden gebracht. In elk opeenvolgend filmbeeldje laat de animator zijn tekening een heel klein beetje verschillen van het vorige beeld. Als je zo’n reeks beelden heel snel na elkaar bekijkt (zoals bij een film, waarin je ongeveer 24 beeldjes per seconde te zien krijgt), lijkt het alsof de figuren op de tekening echt bewegen. Bioscopen worden overspoeld door animatiefilms die in 3D werden gemaakt: werken met de nieuwste computertechnieken beperkt het eindeloze tekenwerk en biedt spectaculaire technische mogelijkheden. Het lijkt alsof de klassieke 2D-animatiefilm voor goed tot de verleden tijd behoort. Maar sommige animatiefilmers hebben hun hart verpand aan het traditionele handwerk, waarin je vaak een grote liefde voor details en een
34
‘ouderwetse’ charme terugvindt. Ook KERITY werd op die manier gemaakt: Dautremar tekende elk personage met de hand. De inbreng van computertechniek werd tot een minimum beperkt. Daaraan dankt de film zijn nostalgische toon en zijn liefde voor kleuren en details.
Decors & kleuren Aan de locaties en decors werd veel aandacht besteed. Alles moest kloppen, er werd geen detail over het hoofd gezien. Daarom ogen de decors in KERITY heel bijzonder. Bijvoorbeeld: * De bibliotheek: is het hart en de ziel van de film. Een mysterieus rood gordijn scheidt de echte wereld van dit magische sprookjesland. Hier worden de souvenirs van tante Eléonore netjes bewaard en elk boek heeft er zijn plaatsje. Natanaël lijkt niet thuis te horen in deze kamer tussen al die stoffige, oude boeken. Ook de inrichting van de bibliotheek – in donkere rode kleuren – lijkt niet op kindermaat gemaakt. De eindeloos hoge en brede boekenrekken confronteren Natanaël nadrukkelijk met zijn onkunde. De omgeving maakt een diepe indruk op het kind. Tekenaar Rebecca Dautremer: “In de bibliotheek moest een speciale gloed hangen. Daarom werkte ik met verschillende tinten rood, van roze tot magenta. Bijvoorbeeld wanneer Natanaël thuiskomt en tot zijn ontzetting de bibliotheek ontdekt, gebruik ik een hard soort rood, ruw en agressief. Wanneer de grote zus de lege bibliotheek ziet, hielden we de kleuren zachter en neutraler, kaki met een vleugje oranje.”
35
* De hangar van Pitou: In tegenstelling tot de ordelijke bibliotheek van Eléonore is de antiekwinkel van Pitou een echte ‘zwijnenstal’. De spullen die je er vindt, hebben elke emotionele waarde verloren; enkel hun financiële waarde telt nog. Dat geldt ook voor de boeken die op stapels liggen te wachten op een koper. In de bibliotheek werden de sprookjes met zorg en respect behandeld; hier zijn het enkel nog stoffige restanten zonder eigen identiteit.
* Het strand: op deze plek liggen de grootste uitdagingen
voor de jonge avonturiers. De sprookjesfiguren zijn niet groter dan een schelp; zelfs het kleinste obstakel wordt voor hen gigantisch groot. Daarom zijn op deze locatie de verhoudingen, de verschillen tussen groot en klein heel belangrijk. De trap naar de bibliotheek is een onbeklimbare vesting geworden.
36
* Het huis van Eléonore lijkt niet bestand tegen de zware storm. Overal zitten houten planken los; de bouwvallige constructie staat schots en scheef. Maar achter deze versleten planken ligt een ware schat aan rijkdom en schoonheid verborgen: de souvenirs en boeken van tante Eléonore. Daarom is ‘de binnenkant hier veel belangrijker dan de buitenkant’.
Rebecca Dautremer: “Wat me erg interesseert is het licht. Ik wou speciaal licht, reflecties en ‘doorschijnende’ delen om de tekeningen compleet te maken. Het is het licht dat volume geeft aan de dingen. Daarom wilde ik sommige zaken heel helder, en andere wat vager. Sommige achtergronden vragen om een warm kleurenpalet, in de stijl van een prentenboek. Op andere momenten kozen we voor een heel andere vorm van belichting, schaduwen en compositie.”
Op de volgende pagina vind je de lesbrief voor de leerlingen. Je kan ze voor hen kopiëren en samen met hen de opdrachten uitvoeren. Of je kan ook naar de online lesfiche van de film, via onze websites.
37
Er was eens… een 7-jarig jongetje dat niet kon lezen. Wanneer tante hem veel boeken schenkt, weet hij niet wat hij er mee moet doen. Tot de jongen het geheim van de boeken ontdekt. Al de figuren uit de verhalen leven echt! Maar als de jongen ze niet snel helpt, verdwijnen de figuren voor altijd.
Hou jij van sprookjes? Ken je veel sprookjes? Mijn lievelingssprookje is:…………………..
Kan jij ook een kaart tekenen van een sprookjesland? Hoe ziet jouw sprookjesland er uit?
Toch gaat KERITY niet alleen over sprookjes, maar wel over een klein jongetje dat Natanaël heet. Natanaël kan niet goed lezen. Kan jij al lezen?
ook wel leuk vinden.
10. Ik denk dat mijn mama en papa de film
9. Ik vond het verhaal leuk bedacht.
8. Ik heb iets geleerd uit de film.
vriendinnetjes.
mijn klasgenootjes, vriendjes en
7. Ik zou de film aanraden aan
6. Ik wil de film nog een keer zien!
5. Ik vond de film mooi getekend.
4. Ik heb me niet verveeld tijdens de film.
3. Ik vond het een spannende film.
2. Ik vond de film grappig.
1. Ik vond het een leuke film.
Op deze bladzijde vind je 10 uitspraken over de film. Wanneer je het eens bent met een uitspraak, kleur je het sterretje geel.
Tijdens de tocht naar de bibliotheek heeft de goede fee heel wat van haar sterretjes verloren. Jij kan de goede fee helpen haar sterretjes terug te verdienen.
1. Verzamelen van reacties
Bijlagen
2. Zoek de 7 verschillen
2. Zoek de 7 verschillen: OPLossing
3. Filmaffiche