Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018
1
Inhoudsopgave Pag. Hoofdstuk 1. 1.1 Hoofdstuk 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.7 2.8
Inleiding Leeswijzer
3 3
De regionale prioriteiten Geweld Woninginbraken Jeugdoverlast- en criminaliteit Ondermijning Overige prioriteiten ‘’overlast en maatschappelijke onrust’’ Rol gemeente Oegstgeest Rol veiligheidspartners
Hoofdstuk 3. De lokale prioriteiten 3.1 Aanpak High impact crime 3.1.1 Woninginbraken
4 4 6 7 8 9 10 11 12 12 12
3.2 Onveiligheidsgevoelens 3.2.1 Alcohol – en druggerelateerde overlast 3.2.2 Doelgroep ouderen
13 13 14
3.3
15
Crisisbeheersing ‘bevolkingszorg op orde’
2
Hoofdstuk 1. Inleiding In dit document wordt op basis van de veiligheidsanalyse een prioritering aangebracht. De prioritaire thema’s komen na vaststelling van de raad centraal te staan in de uiteindelijke Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018 en in het uitvoeringsplan. De thema’s die niet zijn geprioriteerd, raken overigens niet ‘uit beeld’. Denk bijvoorbeeld aan de uitvoering van wet BIBOB, jeugdoverlast en het Keurmerk Veilig Ondernemen. Deze worden in het veiligheidsplan en uitvoeringsplan opgenomen onder : ‘overige strategische thema’s’. De prioritering leidt in essentie tot een verdeling van de veiligheidsthema’s in enerzijds prioritaire en anderzijds overige strategische thema’s. Belangrijk verschil tussen de prioriteiten en de overige strategische thema’s is dat de prioriteiten het visitekaartje van de gemeente zijn in het nieuwe veiligheidsbeleid. 1.1 Leeswijzer In dit document zullen zowel de regionale als de lokale prioriteiten worden besproken voor de jaren 2015 -2018. Het Regionaal Beleidsplan 2015-2018 van de politie eenheid Den-Haag legt vijf regionale prioriteiten vast. Per prioriteit zal een korte samenvatting worden gegeven van de reden en de focus op de aanpak. In hoofdstuk 3 zullen de lokale prioriteiten van de gemeente Oegstgeest naar voren komen. Bij elke prioriteit is aangegeven welke overwegingen hebben gespeeld bij de voorgestelde prioriteiten. Daarnaast wordt voor elke prioriteit het beoogde effect en de accenten qua maatregelen beschreven.
3
Hoofdstuk 2. De regionale prioriteiten Niet alleen op lokaal niveau, maar ook op regionaal niveau worden gezamenlijke doelstellingen en prioriteiten gesteld. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanpak van de regionale prioriteiten en de rol die de gemeente Oegstgeest daarin vervuld. Deze prioriteiten zijn gepresenteerd in het Regionaal Beleidsplan 2015-2018. Het Regionaal Beleidsplan 2015-2018 is een plan van de gemeenten, Openbaar Ministerie en de politie in de regionale eenheid Den-Haag. De in het RBP benoemde prioriteiten zullen niet in alle gemeenten dezelfde mate van urgentie kennen. De gezamenlijke prioriteiten op regionaal niveau betreffen veiligheidsvraagstukken die in meerdere gemeenten spelen, waarop een integrale aanpak noodzakelijk is en waarvoor bestuurlijk draagvlak is om hierop regionaal niveau afspraken over te maken. Voor 2015-2018 is dit de aanpak van:
Geweld Woninginbraken Jeugdoverlast- en criminaliteit Ondermijning Overlast en maatschappelijke onrust
Onderstaand wordt een korte samenvatting gegeven van de integrale aanpak per prioriteit.
2.1 Geweld De aanpak van geweld in het publieke en/of private domein heeft hoge prioriteit, omdat deze vorm van criminaliteit veel impact heeft op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de directe slachtoffers, hun omgeving en de samenleving. Gemeenten, OM en politie leggen de komen de jaren focus op aanpak van: Geweld in algemene zin (mishandeling, bedreiging en openlijke geweldpleging Overvallen (m.n. op woningen en winkels) en straatroof (gewelddadige vermogenscriminaliteit) Uitgaansgeweld Huiselijk geweld en kindermishandeling.
1 2 3
4 5 6
7 8 9 10 11 12
Regionale activiteiten geweld 2015-2018 Algemeen Gezamenlijke, regionale publieks/voorlichtingscampagne op specifieke thema’s. Uitwisseling kennis en ervaringen t.a.v. burgerparticipatie via het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). Delen van betekenis/meerwaarde en benutten nieuwe wetgeving (wet MBVEO, DHW, Wet Middelentest, etc.) via het RSIV. Overvallen en straatroof Uitvoeren gezamenlijk actieprogramma (Donkere Dagen Offensief). Uitwisseling en uitrol best-practices rond vergroting heterdaadkracht via het RSIV. Evaluatie en actualisatie van het model (oud HGL) voor de gemeentelijke nazorg na overvallen op bedrijven en woningen. Afhankelijk daarvan wordt eventuele regionale uitrol besloten. Geweld rond uitgaan Opstellen van een regionaal kader uitgaansgeweld, ondersteund door het RSIV. Maken van regionale afspraken over de inzet van camera’s en de daarmee gemoeide kosten, ondersteund door het RSIV. Uitwisseling van ervaringen, aanpak en resultaten “Veilig Stappen” via het RSIV. Huiselijk geweld en kindermishandeling Doorontwikkeling ketenaanpak; een samenhangend aanbod van preventie, vroegsignalering, repressie, adequate opvang, hulpverlening en nazorg voor slachtoffers, plegers en omstanders. Benutting ZSM. Consequente én bredere toepassing Wet tijdelijk huisverbod (preventief, m.n. bij kindermishandeling en geweld tegen ouders/ouderen). Vormgeven systeemgerichte manier van werken.
4
14 15 16 17 18
Geweld in het maatschappelijk verkeer (Veilige Publieke Taak, Verkeersveiligheid, Geweld tegen LHBT’s, Geweld en Sport) Consequent melding maken en registreren van incidenten, stimuleren van een actief aangifte- en vervolgingsbeleid. Optimaliseren van de bekendheid, uitvoering en borging van protocollen Veilige Publieke Taak, via het RSIV. Uitwisseling van kennis en ervaringen rond de aanpak, delen van best-practices, via het RSIV. Werknemers toerusten op de werking van social media. Informatie-uitwisseling tussen partners en het organiseren van aanspreekpunten bij betrokken organisaties als het gaat om veiligheid in het OV, via het RSIV.
5
2.2 Aanpak woninginbraken Woninginbraken is een delict met een grote impact op de slachtoffers (een ‘high impact crime’). Het idee dat iemand in je huis is geweest, soms zelf terwijl je sliep, is voor veel mensen erg aangrijpend en voelen zich hierdoor langere tijd onveilig. Na een forse toename van het aantal woninginbraken in de periode 2005-2011, zowel landelijk als in de eenheid Den Haag, is in 2012 en 2013 een daling ingezet. Om deze daling te doen doorzetten en structureel te maken is het tegengaan van woninginbraken weer als prioriteit opgenomen in het Regionaal Beleidsplan 2015-2018. Ook op lokaal niveau is de aanpak van woninginbraken om deze reden opgenomen als prioriteit. Onderstaand worden de regionale activiteiten met voor het tegengaan van woninginbraak kort samengevat. In hoofdstuk wordt nader ingegaan op het thema woninginbraak op lokaal niveau. Regionale activiteiten woninginbraak 2015-2018 1
2
3 4
5 6 7 8
Vormgeven van een integrale, probleemgerichte aanpak rond hotspots, hotshots / -groups, hottimes (conform ‘the Best of Three Worlds’). Op basis van de plannen van aanpak die op districtsniveau zijn opgesteld, zal door het RSIV een ‘toolkit’ woninginbraak worden ontwikkeld. Bij een piek in het aantal woninginbraken worden door gemeenten, OM, politie en andere (in)direct betrokken (voorlichtings)activiteiten ontplooid, om burgers te stimuleren alert te zijn op hun woonomgeving, melding te doen van verontrustende situaties, preventiemaatregelen te treffen en deel te nemen aan burgeractiviteiten zoals buurtpreventieteams e.d. (ijzer smeden als het heet is). Gemeenten streven ernaar het percentage woningen met het KVW in hun gebied te verhogen. Concretisering van deze ambitie vindt plaats op lokaal niveau. De politie zet in op het vergroten van de pakkans van daders van woninginbraken, o.a. door het vergroten van de heterdaadkracht door het gebruik van real time intelligence, social media, Burgernet en innovatieve toepassingen. De politie doet onderzoek naar dadergroepen en hun methoden en stelt deze kennis, o.m. via het RSIV, ter beschikking aan de andere partners. De politie organiseert minimaal twee keer per jaar een grootschalige interventie, gericht op mobiel banditisme. Mogelijke uitrol Digitaal Opkoperregister (DOR) in de eenheid Den Haag, op basis van de resultaten van de pilot in de gemeente Den Haag en bestuurlijke besluitvorming hieromtrent. De gemeenten spannen zich in om de gelegenheidsstructuur rond mobiel banditisme te doorbreken. Kennis en ervaringen hieromtrent worden regionaal uitgewisseld via het RSIV
6
2.3 Jeugdoverlast- en criminaliteit Met de meeste jongeren in onze regionale eenheid gaat het gelukkig goed. Een relatief klein gedeelte zorgt echter voor overlast of belandt in de criminaliteit. Dit risico is het grootst bij jongeren die te maken hebben met een combinatie van risicofactoren, zoals spijbelen, geen startkwalificatie hebben, geen werk, laag inkomen, schulden, alcohol- en drugsgebruik, beperkte verstandelijke vermogens en gezinsproblematiek. Overlastgevend gedrag speelt zich af de openbare ruimte en ligt op het grensgebied tussen hinderlijk gedrag dat niet strafbaar is, en strafbaar gedrag dat niet altijd wordt bestraft. Bij het strafbare gedrag gaat het vooral om lichtere en middelzware vormen van regelovertredingen zoals vernielingen, vuiloverlast, intimiderend gedrag en overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarnaast kan sprake zijn van (overmatig) alcohol- en/of drugsgebruik, wat naast overlast en veiligheidsrisico’s ook risico’s voor de gezondheid van de jongeren met zich meebrengt. Bij de aanpak van overlast en criminaliteit door jongeren is het van groot belang om aan de voorkant van het probleem te komen, in plaats van alleen reactief op te treden. . Een integrale en sluitende aanpak bestaande uit proactieve, preventieve, repressieve maatregelen en nazorg - is hierbij essentieel, zowel vanuit de invalshoek veiligheid als vanuit onderwijs, zorg en welzijn.
1
2
3 4
5
6
Regionale activiteiten Jeugdoverlast en Jeugdcriminaliteit 2015-2018 Jaarlijks (minimaal) wordt het aantal problematische jeugdgroepen geïnventariseerd, zolang nog niet voorzien is in een dynamisch systeem dat recht doet aan het actuele beeld. In de lokale driehoek of het districtscollege wordt besloten over de prioritering. De politie voert Probleemgerichte Dadergroepanalyses (P-DGA) en een Tactische Dadergroepanalyses (T-DGA) uit op geprioriteerde jeugdgroepen en deelt deze informatie met de betrokken partners ten behoeve van de integrale aanpak. Er wordt (landelijk) een nieuwe methodiek ontwikkeld om problematische jeugdgroepen in kaart te brengen. Er wordt in de regio verder gewerkt aan het realiseren van een gedegen, sluitende ketenstructuur van waaruit de aanpak van hinderlijke, overlastgevende en criminele jongeren structureel wordt vormgegeven. Daarbij is sprake van een snelle en complete informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners, heldere samenwerkingsverbanden en een adequate aansluiting op elkaars taken en bevoegdheden. Basis vormen de Veiligheidshuizen en lokale casusoverleggen. Intensivering gebruik van de Wet MBVEO. Veiligheidspartijen en ketenpartners maken afspraken over de informatie-uitwisseling voor dossieropbouw met het oog op het nemen van maatregelen op grond van deze wet. Gemeenten voeren de in 2014 vastgestelde preventie- en handhavingsplannen Drank- en Horecawet uit. Waar mogelijk wordt samengewerkt in de uitvoering van de handhaving van de DHW en worden best practices uitgewisseld (via het RSIV).
7
2.4 Ondermijning Ondermijning is een containerbegrip waar diverse vormen van georganiseerde misdaad onder geschaard worden. Wat zij gemeen hebben, is dat er een sterkte verwevenheid tussen “bovenwereld” en “onderwereld” bestaat en dat de criminele activiteiten een corrumperend en ondermijnend effect op de samenleving en haar instituties hebben. De georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in Nederland is een florerende industrie waar miljarden euro’s in omgaan. Criminelen verdienen geld aan onder meer hennepteelt, mensenhandel, milieucriminaliteit, fraude en witwassen en schuwen het gebruik van grof geweld niet. Maar zonder hulp van de bovenwereld, geen succesvolle onderwereld. Criminele ondernemers zijn voor hun business afhankelijk van allerlei legale voorzieningen en sectoren in de bovenwereld. Georganiseerde criminaliteit wordt veelal niet gepleegd door strak georganiseerde hiërarchische organisaties, maar door gelegenheidsstructuren die dan weer in de ene en dan weer in de andere samenstelling opereren . De aanpak richt zich vooral op sleutelfiguren, sleutelplaatsen en sleutelspecialismen. Door cruciale personen of plekken ‘uit te schakelen’ wordt getracht meerdere gelegenheidsstructuren te ontwrichten. Onderstaand wordt de regionale- en integrale netwerkaanpak van verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit voor 2015-2018 schematisch weergegeven:
1 2 3 4
5
6
7 8
Activiteiten Ondermijning 2015-2018 Algemeen Jaarlijks wordt een Bestuurlijke Criminaliteitsbeeldanalyse opgesteld door het RIEC, waarin steeds een ander thema wordt uitgediept. Verbreding van de aanpak afpakken naar integraal afpakken (strafrechtelijk, fiscaal, bestuurlijk). Intensiever gebruik van de Wet Bibob bij het verlenen van vergunningen, toewijzen van subsidies en gunnen van aanbestedingen. Vergroting van de awareness rond ondermijnende criminaliteit bij zoveel mogelijk spelers in het publieke domein, dus ook wijkagenten, BOA's, bouw- en woningtoezicht, burgers, etc. OMG’s Voeren van een integrale aanpak tegen OMG’s. Onderzoeken en uitvoeren van bestuurlijke maatregelen om ride-outs en andere evenementen door OMG’s te voorkomen. Mensenhandel en prostitutie Opstellen regionaal handhavingsarrangement op het terrein van prostitutie en escortservices, ondersteund door het RSIV. Hennepteelt Intensivering integrale aanpak hennepteelt. Fraude Verder vormgeven integrale aanpak fraudebestrijding.
8
2.5 Overlast en maatschappelijke onrust Binnen het werkgebied van de eenheid Den Haag doen zich diverse fenomenen voor die leiden tot overlast of maatschappelijke onrust. Hoewel deze zich niet altijd vertalen in criminaliteitscijfers, hebben deze wel invloed op de gevoelens van onveiligheid. In gevallen waar deze een regionale uitstraling (kunnen) hebben, worden de krachten van de veiligheidspartners zoveel mogelijk gebundeld om de problematiek effectief te lijf te gaan. De krachten worden gebundeld als het gaat om de bestrijding van:
1
2 3
4 5
6
7 8 9
Overlast Druggerelateerde overlast Aanpak hulpverlening/GGZ Terugkeer delinquenten Radicalisering en polarisatie Discriminatie
Activiteiten Overlast en maatschappelijke onrust 2015-2018 Overlast Opstellen en proefdraaien met diverse modellen t.b.v. de intensivering van de samenwerking boa’s – politie, ondersteund door het RSIV. Drugsgerelateerde overlast Regionale uitwisseling kennis, aanpak en ervaringen en verkenning evt. regionale aanpak, via het RSIV. Hulpverlening GGZ/Verwarde personen Integraal vormgeven van de opvang van verwarde personen. Monitoring van ervaringen met de OVP in Den Haag, onderzoek naar behoeften aan - en mogelijkheden van dergelijke voorziening elders in de regio. Terugkeer (zeden)delinquenten Regionale uitwisseling kennis, aanpak en ervaringen via het RSIV. Polarisatie en radicalisering Vormgegeven integrale aanpak politie, OM, gemeenten en de NCTV (via Veiligheidshuis in Den Haag). Waar nodig, afsluiten van convenanten. Verbreding netwerken en vroegsignalering. Discriminatie Consequent melding maken en registreren van incidenten, stimuleren van actief aangifte- en vervolgingsbeleid. Uitvoering van aanwijzing Discriminatie. Politie geeft vorm aan programma Gelijkwaardigheid en Diversiteit. Evenementen en Jaarwisseling Opstellen van regionale beleidsuitgangspunten en tolerantiegrenzen bij grootschalige evenementen als EK en WK, koningsdag alsmede de Jaarwisseling (ter vaststelling in driehoek of districtscollege). Regionale samenwerking en afstemming rond evenementenbeleid, via Veiligheidsregio’s en RSIV. Jaarlijkse actualisatie beleidsuitgangspunten. Uitwisseling ervaringen actieve inzet burgers en evt. uitrol succesvolle initiatieven, via het RSIV en de Veiligheidsregio’s.
9
2.6 Rol gemeente Oegstgeest Het Regionaal Beleidsplan 2015-2018 is een plan van gemeente, Openbaar Ministerie (OM) en de politie in de regionale eenheid Den Haag. De gezamenlijke missie van deze partijen is om samen te werken aan ‘Veiligheid en Vertrouwen’. De veiligheidspartners dragen elk vanuit hun eigen specifieke verantwoordelijkheid en positie bij aan de realisatie van de gezamenlijke doelen. In dit hoofdstuk wordt de rol van gemeenten besproken bij de realisatie van deze gezamenlijke missie. De gemeente Oegstgeest heeft de taak om regie te voeren op het lokale veiligheidsbeleid; daarbij heeft zij de taak om ‘lokale daadkracht’ binnen het veiligheidsnetwerk te organiseren. Hiertoe wordt, in samenwerking met verschillende partners daarom nu gewerkt aan de Kadernota Integrale Veiligheid 20152018. Daarnaast is de gemeente ook nog verantwoordelijk op het gebied van onder andere jeugd, verkeer, wonen en welzijn. Een belangrijke sleutel om veiligheidsproblemen slagvaardig aan te pakken, ligt in de bundeling van interventies op de diverse beleidsterreinen. De gemeente Oegstgeest houdt zich daarom bezig houden met het:
Leggen van verbinding tussen de diverse beleidsterreinen (Openbare orde en Veiligheid, welzijn, sport, jeugd, crisisbeheersing etc.) Coördineren van overleggen/samenwerkingsverbanden met onder andere - Het Veiligheidshuis - Keurmerk Veilig Ondernemen - Ambtelijk overleg Omnibus onderzoek - MOV overleg - Ambtelijk district college Doen uitvoeren van verdiepende probleemanalyses en onderzoeken Signaleren en adviseren in een veiligheidsnetwerk Delen van informatie met partners. Maken van afspraken met maatschappelijke partners, zoals scholen, sportverenigingen en woningcorporaties ter voorkoming van criminaliteit. Handhaven door goa’s (op het vlak van o.a. leefbaarheid en toezicht, parkeren, bouwen en wonen) Geven van publieksvoorlichting, organiseren van informatiebijeenkomsten voor (kwetsbare) burgers en ondernemers. Toepassen van bestuurlijke maatregelen (wegnemen van onveilige plekken), bijvoorbeeld d.m.v. infrastructuur, straatverlichting, groenvoorzieningen, cameratoezicht Deel nemen aan gebiedsgerichte of collectieve aanpakken zoals Keurmerk Veilig Ondernemen Tegengaan van misbruik van legale voorzieningen (bijvoorbeeld op het vlak van vergunningverlening, infrastructuur, woonvoorzieningen etc.) en van identiteitsfraude.
2.7 Rol partners De verantwoordelijkheid voor een veilige en leefbare samenleving ligt niet uitsluitend bij de gemeentelijke overheid. Ook de politie, Openbaar Ministerie, brandweer en diverse maatschappelijke organisaties hebben hierin hun verantwoordelijkheid. Uiteraard is de burger hier zelf ook verantwoordelijk voor. De gemeente heeft wel de regie in het veiligheidsbeleid. Onderstaand worden de rollen van de verschillende veiligheidspartners beschreven.
Burgers Burgers zijn belangrijke partners in de integrale gemeentelijke veiligheidszorg. Zij hebben niet alleen recht op veiligheid, maar ook de verantwoordelijkheid om de veiligheid te waarborgen. Zij kunnen waarden en normen uitdragen en de openbare ruimte beschermen. Daarnaast signaleren zij vaak als eerste bepaalde problemen op het terrein van veiligheid en leefbaarheid. Doordat burgers vervolgens ook vaak betrokken zijn bij deze problemen kunnen zij ook mogelijke oplossingsrichtingen aandragen. Door andere partners in te schakelen, zoals de politie, woningbouwcorporatie of de gemeente, kunnen problemen op deze manier effectief en efficiënt worden aangepakt. De gemeente Oegstgeest heeft haar inwoners dus hard nodig om de aantrekkelijke woon-,werk- en leefklimaat van Oegstgeest in stand te houden en waar nodig te verbeteren. Hierin wil de gemeente een rol vervullen als actieve meewerkkracht, die alle betrokken partijen motiveert, faciliteert en ondersteunt om het potentieel van ons dorp aan te wenden. Politie en Openbaar Ministerie De politie staat voor de bescherming van waarden van de democratie, het handhaven van de wet en is het gezag op straat. De politie verleent hulp wanneer dat nodig is en in noodsituaties grijpt zij in. Dit verhaalt zich in activiteiten als: Houden van toezicht in de openbare ruimte, handhavend optreden Opnemen van aangiften, registreren van meldingen en andere signalen Verrichten van opsporingsonderzoeken Het samenwerken met burgers, bijvoorbeeld in buurtpreventieteams en ‘’de buurt bestuurd’ Verzamelen en delen van informatie over risico’s, dadergroepen en hot spots, hot times en hot shots. Adviseren van gemeenten en anderen partners in hun voorwaardenscheppende rol Persoonsgerichte aanpak van daders Informatieverstrekking aan slachtoffers en nazorg aan betrokkenen van ernstige misdrijven Doorverwijzing naar hulpverlening Informeren publiek, leveren van een bijdrage aan preventieactiviteiten zoals voorlichtingsbijeenkomsten Het Openbaar Ministerie zorgt voor opsporing en vervolging van strafbare feiten en streeft naar zichtbare, merkbare en herkenbare interventies voor slachtoffers, daders en omgeving. Hiertoe stelt het OM zich proactief op in de samenwerking met ketenpartners en de verbinding met de maatschappij. Bijvoorbeeld door: Input te leveren bij de opstelling van integrale plannen van aanpak, gebiedsscans etc. Begeleiding te bieden aan slachtoffers Adviseren van partners over de ontwikkeling van innovatieve interventie strategieën en het tegengaan van ongewenste gelegenheidsstructuren. Ontnemen van crimineel vermogen.
11
Brandweer De meest bekende activiteit van de brandweer is het blussen van branden. Maar de brandweer doet veel meer. De brandweer is op alle mogelijke manieren actief op het gebied van brandveiligheid en rampenbestrijding. Van controle op en advies over bouwvoorschriften en brandveiligheidsverordeningen tot het geven van voorlichting. De taken van de brandweer zijn te verdelen in vijf schakels: 1. Pro-actie 2. Preventie 3. Preparatie 4. Repressie 5. Nazorg Samen vormen deze groepen de zogenoemde 'Veiligheidsketen'. Voor meer informatie over de veiligheidsketen kunt u kijken op de website van de brandweer: http://www.brandweer.nl/organisatie/brandweer-doet/taken Keurmerk Veilig Ondernemen Het Keurmerk Veilig Ondernemen verbetert op een gestructureerde manier de veiligheid van winkelgebieden en bedrijventerreinen te verbeteren. Een duurzame samenwerking met ondernemers, politie en brandweer staat hierbij centraal. In een KVO-project slaan ondernemers, de politie, maar ook bewoners en vastgoedeigenaren de handen ineen voor een veilig, schoon en heel winkelgebied. Het Keurmerk Veilig Ondernemen maakt het gezamenlijk organiseren van veiligheidsmaatregelen mogelijk. De basis is een goede samenwerking tussen de gemeente, ondernemers, politie, brandweer en andere betrokken organisaties. Iemand moet hierin het voortouw nemen en al die partijen enthousiasmeren voor de samenwerking. Zo’n projectleider fungeert als aanjager van het proces en draagt onder andere zorg voor advisering en begeleiding van de werkgroep bij de opstart en de implementatie van het KVO-traject en voor structurele bijeenkomsten en voortgangscontrole. Bevolkingszorg Regio Leiden (samenwerking op het gebied van crisisbeheersing, voorheen genoemd GRIP5). Binnen de veiligheidsregio zijn er verschillende samenwerkingsverbanden van gemeenten op het terrein van de gemeentelijke crisisbeheersing. Zo werkt de gemeente Oegstgeest samen met leiden, Leiderdorp, Voorschoten en Zoeterwoude . Dit samenwerkingsverband is in 2010 vastgesteld door de deelnemende gemeenten. Uitgangspunt voor de samenwerking is het kunnen voldoen aan de Wet Veiligheidsregio’s en aan het Regionaal Normenkader . De gemeente Oegstgeest is momenteel druk bezig medewerkers uit de crisisorganisatie meer en doelgerichter op te leiden, te trainen en te oefenen. Daarnaast worden er ook regelmatig testen uitgevoerd met het alarmeringssysteem OOV Alert. Onlangs is er een opkomstoefening gehouden. Dit allemaal om paraat te kunnen zijn bij calamiteiten binnen de gemeente. Maatschappelijke organisaties Gemeenten hebben de afgelopen jaren de regie gekregen in het vormgeven en uitvoeren van het lokale veiligheidsbeleid. Vanuit allerlei beleidsterreinen zijn er maatschappelijke partners actief op het gebied van veiligheid. Het handhaven van de openbare orde en de algemene leefbaarheid vraagt ook om een gezamenlijke inspanning van maatschappelijke partners. Zij hebben ieder hun eigen kennis en ervaring op dit terrein. Denk bijvoorbeeld aan woningcorporaties die door middel van buurtbemiddeling, brandpreventiemaatregelen en samenwerking in onder andere zorgnetwerken bijdragen aan een schone, veilige en leefbare woonomgeving. Het accent van veiligheid is verschoven naar preventie en maatschappelijke organisaties dragen hier aan bij, o.a. te weten:
Sportverenigingen Welzijnsorganisaties Buurt- en wijkverenigingen Woningcorporaties en particuliere VVE’s. 12
Hoofdstuk 3. Lokale prioriteiten De raad bepaalt wat de prioriteiten van het te voeren veiligheidsbeleid zouden moeten zijn. Op basis van de veiligheidsanalyse wordt een voorzet gegeven van de vast te stellen prioriteiten. Op basis van de veiligheidsanalyse zijn drie prioriteiten geselecteerd, te weten: ‘high impact crime, ‘onveiligheidsgevoelens’ en ‘crisisbeheersing’. Onderstaand zijn de prioriteiten uitgewerkt. Bij elke prioriteit is aangegeven welke overwegingen hebben gespeeld bij de voorgestelde prioriteiten. Daarnaast wordt voor elke prioriteit de beoogde effecten en de accenten qua aanpak beschreven. Na vaststelling van de prioriteiten kunnen strategische doelstellingen en de aanpak worden bepaald. Deze doelstellingen en aanpak worden nader uitgewerkt in de Kadernota Integrale Veiligheid 2015 - 2018. 3.1 Aanpak ‘high impact crime’ Binnen de nationale politie bestaat het project effectievere aanpak ‘high impact crime’ (HIC). In dit project is besloten dat de focus ligt op overvallen, straatroof en woninginbraak. Dit landelijk project heeft een doorlooptijd tot 2015. Voor de gemeente Oegstgeest ligt de focus en prioriteit op de aanpak van woninginbraken. 3.1.1 woninginbraken Overweging Woninginbraak is een delict met een grote impact op de slachtoffer (een ‘high impact crime’). De aanpak van woninginbraken stond in de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015, ook opgenomen als één van de prioriteiten. Politiegegevens laten zien dat het aantal woninginbraken in de gemeente Oegstgeest de afgelopen jaren is gedaald. Uit de veiligheidsmonitor blijkt echter dat in Oegstgeest inwoners vaker dan gemiddeld slachtoffer zijn van een vermogensdelict/woninginbraak. Om de dalende trend betreft het aantal woninginbraken door te zetten wordt de aanpak van woninginbraken weer opgenomen als prioriteit in de Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018. De aanpak van woninginbraken heeft materiële en emotionele schade. Het heeft in bredere zin impact op het veiligheidsgevoel van inwoners. Het raakt niet alleen direct getroffenen maar ook familie, buren en vrienden. Om deze reden wordt woninginbraak weer als één van de prioriteiten geschaard. Door een gezamenlijk aanpak samen met onder andere de politie en woningcorporaties wil de gemeente Oegstgeest het aantal woninginbraken terugdringen. Enerzijds door middel van preventie om zo bewoners bewust te maken van hun eigen rol en de kans op een woninginbraak te verkleinen. Ook wil de gemeente Oegstgeest hen stimuleren extra alert te zijn en wellicht op die wijze bij te dragen aan het oplossen of voorkomen van een inbraak. Beoogde effecten - Tegengaan van woninginbraken - Veiligheidsgevoel van inwoners verhogen - Materiele schade beperken - Het vergroten van alertheid en waakzaamheid onder inwoners - Inwoners motiveren om preventieve maatregelen te nemen Mogelijke accenten in de aanpak - Doelgerichte en effectieve communicatie. - Pro actie, preventie; inwoners én ondernemers duidelijk wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid en meer informeren over - en het weerbaar te maken tegen – veelvoorkomende criminaliteit waarbij we verder kijken dan alleen woninginbraken. - Regionale samenwerking bij beleidsvorming - Meer promoten en ondersteunen Politiekeurmerk Veilig Wonen(PKVW)
13
3.2 Onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsgevoelens, ook wel subjectieve veiligheid is de mate waarin iemand zich in zijn of haar leefomgeving (on)veilig voelt. Bij onveiligheidsgevoelens staat de persoonlijke angst voor criminaliteit centraal. De feitelijke criminaliteit en overlast zijn hier slechts voor een beperkt deel verantwoordelijk voor. De angst kan zijn ingegeven door wat bewoners zelf meemaken in hun buurt, maar ook door hoe ze ontwikkelingen in de samenleving beoordelen. Uit de Integrale Veiligheidsmonitor 2013 blijkt dat inwoners van Oegstgeest zich over het geheel genomen relatief veilig voelen in de eigen woonbuurt. Daar staat tegenover – en dat is opvallend - het relatief aandeel inwoners dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt (41%). Inwoners van Oegstgeest voelen zich in het algemeen vaker onveilig dan andere inwoners van de regio Hollands Midden. Dit algemene onveiligheidsgevoel heeft dus hoogstwaarschijnlijk betrekking op plekken buiten de eigen buurt. Dit kan zowel in Oegstgeest als daarbuiten zijn. Om de subjectieve veiligheid binnen de gemeente Oegstgeest te verhogen is het thema onveiligheidsgevoelens als prioriteit geselecteerd om op te nemen in het veiligheidsbeleid. 3.2.1. Alcohol- en druggerelateerde overlast Overweging Jongeren vormen een belangrijke risicogroep voor het ontwikkelen van alcohol- en druggerelateerde problemen en overlast. Het lichaam van een jongere is nog niet volgroeid en daardoor extra gevoelig voor middelengebruik. Behalve gevolgen voor de persoonlijke gezondheid en het risico van verslaving bij langdurig gebruik, kan onverantwoord gebruik van alcohol en drugs veel schade aanrichten in de openbare ruimte (vandalisme, agressie, overlast en geweld). Het aantal geregistreerde incidenten qua handel en overlast in/van drugs in de gemeente Oegstgeest is toegenomen. Dit heeft mede te maken met het toenemende aantal controles van politie op dit gebied. Desalniettemin is het tegengaan van drugsincidenten en drugsoverlast mede gelet op de geluiden daarover in de samenleving ook een punt om stevig aan te pakken als gemeente. Daarnaast blijkt uit de gezondheidspeiling 2013 die door GGD Hollands-midden onder scholieren van 11-18 jaar is gehouden dat in Oegstgeest schadelijk alcoholgebruik nog steeds aan de orde is. Net als leeftijdgenoten in andere regio’s drinken veel jongeren te jong, te vaak en te veel. Alcohol- en drugsincidenten kunnen leiden tot onveiligheidsgevoelens onder de bewoners. Op basis van deze signalen wordt voorgesteld dit onderwerp als prioriteit op te nemen in de kadernota. De gemeente Oegstgeest heeft op het gebied van alcoholmatiging (én accenten in preventieve zin voor het tegengaan van drugsgebruik) op 26 juni 2014 het Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2014-2016 vastgesteld. In dit document geeft de gemeente op een doelmatige manier richting aan zowel de preventie, toezicht en handhaving van alcohol gerelateerde problemen.
Beoogde effecten - Tegengaan van drank- en druggerelateerde overlast - Veiligheidsgevoel van inwoners verhogen - Tegengaan van vernielingen Mogelijke accenten in de aanpak - Preventie, pro-actie en doelgerichte en effectieve communicatie - Aansluiten bij het Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2014-2016 - Er kunnen specifieke bevoegdheden en strafbepalingen worden opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) - Toezicht houden op de Drank- en Horecawet 14
-
Om een zuiver beeld van het aantal vernielingen in Oegstgeest moeten ook de vernielingen aan gemeentelijke eigendommen geregistreerd worden Samenwerking tussen veiligheidspartners
3.2.2 Doelgroep ouderen Overwegingen Veiligheid is een absolute voorwaarde om ervoor te zorgen dat senioren actief mee blijven doen in de samenleving. In de veiligheidsanalyse is naar voren gekomen dat ouderen in de gemeente Oegstgeest zich onveiliger voelen in hun eigen woonomgeving en zelfs in hun eigen woning. Oorzaak hiervan is dat ouderen het gevoel hebben vaker slachtoffer te worden van een misdrijf. Dit gevoel wordt sterk gevoed door berichtgeving in de media. De gemeente Oegstgeest wil zich inzetten om ervoor te zorgen dat ouderen in de gemeente Oegstgeest zonder onveiligheidsgevoelens de straat op kunnen en zich ook thuis veilig kunnen voelen in hun eigen gemeente. Daarom is het thema ‘ouderen en veiligheid’ als prioriteit geselecteerd in de nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2018. Veiligheid voor ouderen kent meerdere gezichten. Over het algemeen wordt er allereerst gedacht aan de veiligheid in de openbare ruimte. Dit heeft betrekking op criminaliteit, overlast en verkeer. Maar daarnaast levert de fysieke veiligheid in en om het huis voor ouderen natuurlijk ook een belangrijk aandeel aan het zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen. Naast fysieke veiligheid moet voor ouderen nog aan één voorwaarden worden voldaan wil zij zich veiligheid voelen in de gemeente Oegstgeest, namelijk sociale veiligheid. De aanpak richt zich dus zowel op de fysieke veiligheid als op de sociale veiligheid van ouderen, de mate waarin ouderen zich in zijn of haar woonomgeving veilig voelt. De politiecijfers van de politie (2010-2013) laten zien dat de onveiligheidsgevoelens van ouderen in de gemeente Oegstgeest niet geheel onterecht zijn . Door analyse van de objectieve veiligheid van ouderen (65+) blijkt dat ouderen bij een aantal incidentsoorten inderdaad vaker slachtoffer zijn dan andere leeftijdsgroepen. In de gemeente Oegstgeest is 18,7% van alle inwoners 65+. Ouderen (65+) vormen dus een kleine bevolkingsgroep in de gemeente Oegstgeest. Toch is bij 46,5% van alle zakkenrollerijen een persoon ouder dan 65+ slachtoffer. Bij woninginbraken en oplichtingen blijkt ook een groot deel van de ouderen slachtoffer te zijn. Bij 37,5 % van alle woninginbraken in de gemeente Oegstgeest is het slachtoffer > 65+. Bij oplichting is dit 31,1%. Beoogde effecten - Veiligheidsgevoel van ouderen verhogen. - Objectieve veiligheid van ouderen verhogen. Accenten in de aanpak - Doelgerichte en effectievere communicatie. - Brandveiligheid ouderen; Voor iedereen geldt dat hij of zij rekening moet houden met de gevaren van brand, maar uit onderzoek is gebleken dat ouderen vaker te maken krijgen met brand en daarbij een groter risico lopen. Ouderen wonen daarnaast steeds langer zelfstandig, daarom is het van belang dat de gemeente samen met de brandweer extra aandacht heeft voor brandveiligheid en het risico op brand zo laag mogelijk houdt. - Het informeren om de veiligheidsbeleving positief te blijven ervaren en stimuleren dat deze wordt overdragen aan de minder vitale ouderen. - Het attenderen en het stimuleren van acties/ inzet op het vasthouden van de vitaliteit om de zelfredzaamheid zo lang mogelijk vast te houden. - Het periodiek in beeld brengen van het feitelijke slachtofferschap van criminaliteit van ouderen. Op basis hiervan ondernemen van gerichte gezamenlijke actie voor de doelgroep ouderen. 15
-
Het verzorgen van voorlichting aan ouderen in samenhang met onveiligheidsbeleving ten aanzien van criminaliteit-, overlast- en verkeersaspecten.
16
3.3 Crisisbeheersing ‘bevolkingszorg op orde’ Gemeenten vervullen een essentiële rol in de crisisbeheersing. Naast de verschillende hulpverleningsdiensten zoals politie, brandweer en GHOR zijn gemeenten vanaf het eerste moment na een crisis uitvoerend betrokken, bijvoorbeeld als het gaat om het informeren van verwanten en het opvangen van betrokkenen. Nadat de hulpverleningsdiensten klaar zijn met hun werkzaamheden liggen er voor de gemeenten vaak nog taken in het verschiet, zoals bijvoorbeeld het (laten) organiseren van een stille tocht, het begeleiden van interne/externe onderzoeken en het inventariseren van de schade. Overwegingen Bevolkingszorg is een essentieel onderdeel van de crisisbeheersing. De gemeente Oegstgeest doet zijn uiterste best om de noodzakelijke zorg te bieden aan onze burgers tijdens en na een crisis. In de zomer van 2010 is de 0-meting scan gemeentelijke processen crisisbeheersing uitgevoerd. Op basis van de nulmeting is door de Veiligheidsregio een normenkader vastgesteld voor de gemeentelijke crisisorganisatie. In 2012 is deze 0-meting gevolgd door de 1-meting. Deze scan werd gehouden door middel van een vragenlijst en een gesprek. In het regionaal beleidsplan 2012-2015 van de Veiligheidsregio Hollands Midden is afgesproken dat alle gemeenten op 1 januari 2014 voldoen aan het normenkader. Tevens is afgesproken in 2014 een vervolgmeting uit te voeren van de scan gemeentelijke processen. Het onderzoeksteam heeft na de 2metingscan in januari 2014 een document opgesteld waarin de resultaten worden beschreven. Oegstgeest scoort aanzienlijk beter dan bij de voorgaande twee metingen. Er is dus een stijgende lijn zichtbaar. Om ervoor te zorgen dat de gemeente eind 2014 (en daarna) blijft voldoen aan het door de Veiligheidsregio gestelde normenkader zal de gemeente Oegstgeest op dezelfde weg door moeten gaan met het doelgericht opleiden, trainen en oefenen van de gemeentelijke crisisorganisatie. Om deze reden is ‘crisisbeheersing’ als prioriteit geselecteerd om op te nemen in de Kadernota Integrale Veiligheid 20152018. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie ook aan het veranderen. Vaak wordt nog uitgegaan van een samenleving die in alle opzichten door de overheid geholpen moet worden, terwijl de praktijk juist laat zien dat de samenleving tijdens en na een crisis goed in staat is om voor zichzelf te zorgen. De crisisorganisatie gaat steeds meer uit van de zelfredzaamheid van bewoners. Onder zelfredzaamheid worden de handelingen verstaan die burgers verrichten ter voorbereiding op, tijdens en na acute crises om zichzelf te helpen en de gevolgen te beperken. Als dit handelen niet gericht is op zichzelf maar op anderen wordt dit redzaamheid genoemd. Burgers hebben namelijk tijdens een crises ook een eigen verantwoordelijkheid en moeten deze verantwoordelijkheid ook (kunnen) nemen. Dit betekent onder andere dat gemeenten niet ‘per definitie’ alle verantwoordelijkheid naar zich toe moet trekken, maar vooral daar moet laten waar zij soms ook hoort: bij de burger. Dit past binnen de nieuwe visie van ‘bevolkingszorg op orde’. Deze verandering van de gemeentelijke crisisorganisatie behoeft extra aandacht, ook om deze reden is het thema: ‘crisisbeheersing’ geselecteerd. Beoogde effecten - Meer onderlinge betrokkenheid - Het verhogen van de fysieke veiligheid - Gevoel van urgentie verhogen (het is belangrijk dat burgers iets willen doen) Accenten in de aanpak - Aansturen op de bewustwording van medewerkers t.a.v. de crisisorganisatie (noodzaak van de functie in crisisorganisatie) - Sturen op zelfredzaamheid bij inwoners in het kader van de crisisbeheersing - Aansturen op een intensievere samenwerking met de BRL gemeenten (Bevolkingszorg Regio Leiden, voorheen GRIP 5) op het gebied van crisisbeheersing 1 team bevolkingszorg Samenwerking tussen teams 17
18