Junior College Taal EEN INITIATIEF VAN
Junior College Taal is een initiatief van de KU Leuven en KU Leuven Kulak om wetenschap op hoog niveau tot in de klas te brengen. Dit programma daagt gemotiveerde en getalenteerde leerlingen uit om hun intellectuele grenzen te verkennen en hun belangstelling voor literair-wetenschappelijk, taalkundig en communicatiewetenschappelijk onderzoek te exploreren. Door leerlingen een kans te geven zichzelf, hun interesses en hun eigen potentieel beter te leren inschatten wil Junior College Taal een brug slaan tussen het secundair onderwijs en de universiteit.
Junior College Taal biedt aan de deelnemende scholen: • kant-en-klaar academisch lesmateriaal met bijhorende handleiding, opdrachten en gevarieerde werkvormen, te gebruiken in de lesuren van de vrije ruimte of in te werken in de vaste lestijden. De lessen vinden plaats in de eigen school, gegeven door eigen leerkrachten in het eerste en/of tweede semester; • een start- en afsluitmoment aan de universiteit (Leuven of Kortrijk), in de vorm van universitaire hoorcolleges en lezingen, met mogelijkheid tot contact met wetenschappers van de universiteit; • introductie- en/of ondersteuningssessies voor begeleidende leerkrachten.
Modules literatuurwetenschap
1. De Aankomst
We denken na over wat literatuur is aan de hand van de woordenloze grafische roman De Aankomst. De Aankomst spitst zich toe op de universaliteit van de immigratieproblematiek. Naast het kennismaken met een wereldbreed fenomeen, willen we ook bepaalde standaardopvattingen over literatuur doorbreken. Zo vragen we ons af of zo’n graphic novel ook literatuur is; of we tot een eenduidige genredefinitie kunnen komen; hoe we een onderscheid kunnen maken tussen een realistische en fantastische stijl; of we een dergelijk boek op dezelfde manier kunnen lezen als een ‘gewoon’ boek. 2. Migrantenliteratuur Door de confrontatie met bestaande vooroordelen jegens migrantenliteratuur willen we aan de hand van een aantal fragmenten definities van migrantenliteratuur nuanceren. We bekijken in detail de politiek achter de recensies en literaire prijzen en nemen deze niet zomaar voor waarheid aan. In deze module vergelijken we het statuut van migrantenliteratuur in verschillende culturen. Het Nederlandse taalgebied dient als uitgangspunt, maar wordt aangevuld met talrijke voorbeelden uit de Engelstalige, Franstalige en Spaanstalige literatuur. 3. Vertalingen en meertalige literatuur We onderzoeken de knelpunten bij het vertalen van een- of meertalige literatuur. We bestuderen aan de hand van concrete voorbeelden en toepassingen een aantal vertaaltheorieën. Vervolgens relateren we onze inzichten aan meertalige migrantenliteratuur en proberen we antwoorden te zoeken op vragen als “Is het nodig dat we die ‘vreemde’ woorden allemaal begrijpen?” en “Welke effecten heeft de groeiende literaire meertaligheid op het concept moedertaal?” 4. ‘Belgische’ literatuur Hier vertrekken we van de centrale vraag of er zoiets bestaat als ‘Belgische literatuur’. We vergelijken het Vlaamse/Belgische karakter van De Helaasheid der Dingen (Verhulst) en Teugels’ Gust (Walschap). We hebben aandacht voor literatuurkritiek en vertaaltechnieken.
1. Corpora - (R)evolutie in taalkundig onderzoek We belichten de revolutie die ‘corpora’ hebben veroorzaakt in de taalkunde. Door op systematische wijze elektronische corpora te bestuderen is ons begrip van het taalsysteem veranderd. We vergelijken corpora uit verschillende tijdsfasen en zien hoe talen veranderen doorheen de tijd. We zien ook hoe het gebruik van corpora de hedendaagse taalkunde radicaal heeft veranderd: heel wat centrale grammaticale begrippen zijn fundamenteel herdacht en nieuwe begrippen zijn ingevoerd om te beschrijven wat de corpora ons vertellen over het taalsysteem. De leerlingen leren de basisbegrippen ‘concordantie’, ‘collocatie’ en ‘frequentie’ kennen en kunnen zelfstandig taalkundige informatie verzamelen op basis van concordanties.
Modules taalkunde
2. Taalverandering en taalvariatie - Een diachrone studie van de aanspreekvormen in het Nederlands en het Engels We gaan dieper in op het gegeven dat taal continu in beweging en in verandering is: uitdrukkingen, constructies en betekenissen verschuiven. We onderzoeken zowel ‘synchrone’ als ‘diachrone’ variatie. We bekijken een aantal concrete gevalsstudies, waarbij we de leerlingen stap voor stap doorheen bestaand linguïstisch onderzoek leiden en hen zelf aan het werk zetten en data laten analyseren. 3. Van je familie moet je het hebben - Een inleiding in de vergelijkende taalkunde We denken na over de basisbeginselen van de vergelijkende taalkunde. Deze tak van de linguïstiek stelt zich tot doel om, aan de hand van verschillen en overeenkomsten tussen talen, de talen van de wereld te groeperen in grotere families en stambomen op te stellen die hun precieze herkomst en historische ontwikkeling weergeven. Aan de hand van twee gevalsstudies zetten we het interdisciplinaire karakter van de vergelijkende taalkunde extra in de verf. De leerlingen leren taalkundige kaarten en stambomen interpreteren, bestuderen de basisbeginselen van de comparatieve methode en komen in contact met regels van taalverandering. 4. Door de bomen het bos zien - Typologische categorisering van de wereldtalen We verdiepen ons in de linguïstische typologie en groeperen talen op basis van overeenkomstige eigenschappen. Naast de uitklaring van het concept ‘typologie’, krijgen de leerlingen ook drie typologische classificatiemethoden voorgeschoteld op basis waarvan wereldtalen in groepen met gelijkaardige kenmerken kunnen worden ingedeeld. 5. Niet ‘wat’ maar ‘hoe’: een inleiding in pragmatiek Hier focussen we op de pragmatiek van taalgebruik. We onderzoeken de relatie tussen talige uitdrukkingen en de specifieke situatie waarin deze uitdrukkingen passen. Dit gebeurt op alle niveaus van de taal, gaande van klankniveau tot tekstniveau. De ruimere context waarin de taaluiting plaatsvindt blijkt van groot belang te zijn voor efficiënte communicatie. Pragmatische fouten worden vaker als opzettelijk onbeleefd of onvriendelijk beschouwd en blijken vaak voor problemen te zorgen in interculturele communicatie.
1. Almacht van de Mediatheorie
Modules
We zoomen in op een theorie die uitgaat van een grote en slechte impact van media op het publiek, “De almacht van de media”. Zijn media werkelijk almachtig? En worden wij als passieve ontvangers echt zo sterk gemanipuleerd en beïnvloed door diverse media? Verschillende technieken vertrekken vanuit deze benadering: PR, voorlichting, reclame en propaganda. We staan stil bij propaganda. Wat is propaganda en welke propagandatechnieken bestaan er?
communicatiewetenschappen
2. Uses and Gratificationsbenadering We verschuiven de focus van zender naar ontvanger en vertrekken vanuit het standpunt van het actieve publiek. We nuanceren de almacht van de media. We gaan dieper in op de Uses and Gratificationsbenadering, die stelt dat het publiek aan de hand van de media bepaalde behoeften wil bevredigen. Wat zijn die behoeften en hoe worden ze bevredigd? Wat is publieksactiviteit? Waarom kijken mensen naar soaps, het nieuws, ...? 3. Mediasociologie We nemen verschillende factoren onder de loep die een invloed hebben op ons mediagebruik: gender, sociale klasse, leeftijd, opleiding, ... Op welke manieren worden vrouwen en mannen afgebeeld in advertenties? Welke verklaring is er hiervoor? Is opleiding een beslissende factor wat betreft mediagebruik? Gebruiken ouderen andere media dan jongeren, ...? 4. Mediaverslaving We staan stil bij media-afhankelijkheid en mediaverslaving. Wat verstaan we onder (media)verslaving, wat zijn de psychosociale oorzaken en gevolgen? Concreet kijken we naar tv-verslaving, gameverslaving, internetverslaving en compulsief gebruik van sociale netwerksites.
Overkoepelende module
Daarnaast werd ook een overkoepelende module ontwikkeld waarin de drie disciplines met elkaar interageren rond het onderwerp van de kortfilm Carlo door Michael Roskam.
DIENST COMMUNICATIE Oude Markt 13 bus 5005 3000 LEUVEN, België tel. + 32 16 32 40 10 • fax + 32 16 32 40 14
[email protected] www.kuleuven.be
www.juniorcollege.be/taal contact voor Leuven en Kortrijk:
[email protected]
DATA LEUVEN: • Inleidend college: woensdag 11 september 2013 • Afsluitend college: dinsdag 22 april 2014 DATA KORTRIJK: • Inleidend college: donderdag 12 september 2013 • Afsluitend college: donderdag 24 april 2014
Praktisch
Is uw school enthousiast over dit project en hebt u met uw klas of meerdere klassen interesse in een van de voorgestelde modules, dan kunt u zich inschrijven via: www.juniorcollege.be/inschrijvingen Meer info: www.juniorcollege.be Contact:
[email protected]
v.u.: Isabelle Van Geet, Oude Markt 13, 3000 Leuven
UITERSTE INSCHRIJVINGSDATUM: 30 juni 2013