Judasevangelie haaks staand op Het Evangelie Sommige artikelen spraken van een Judashype na de publicatie van het Judasevangelie. ‘Elke kwaliteitskrant berichtte hier uitvoerig over.’ Er was een lawine van reacties. We doen daar dus via dit artikel ook aan mee, zij het niet zonder reden; het raakt namelijk Bijbel en Christendom. We gaan uit van de objectieve weergave van feiten van onze Evangeliën; we zien dit evangelie als subjectief naar de eigen groep toe en scheefgetrokken boodschap naar aanleiding van wat de Evangeliën ons zeggen. We waarschuwen tegen artikelen die zeggen dat dit evangelie ‘de mensen iets in handen geeft tegen het kerkelijk dogma, kennis van binnenuit, tegen de gestolde leer’. Gods Woord heeft onze verdediging niet nodig, maar is het wel waard. Dit evangelie bevat vooral dialogen tussen Jezus en Judas. De strekking is dat wanneer het lichaam geofferd wordt, dat dan de innerlijke mens, Jezus’ spirituele Zelf, vrijkomt. Opmerkelijk dat binnen dit geheel ook de bijbelse figuur van Seth goed past, maar Judas blijft de ster van zijn evangelie, die de Zon van Het Evangelie tracht te verduisteren. We komen vanuit de vele krantenartikelen heel veel te weten. Ook zelfs de NRC besteedt hier ruime aandacht aan. Het dagblad Trouw spant de kroon met uitgebreid op het gepubliceerde Judasevangelie in te gaan. Ook het RD is na aanvankelijke aarzeling hier uitvoerig op ingegaan met een artikel van dr. J. Douma en een reactie van prof. J. van Oort; wel gaf het RD al eerder een hoofdredactioneel commentaar. In 2004 publiceerde ds. B. van der Woude al een boek: Judas verrader of vriend? Hij vindt dat Judas verguisd werd en wil zijn imago oppoetsen. De website van de PKN schijnt dit aan te bevelen; Judas was zo verguisd. Een ander spreekt van de esoterische christenen, door new age geïnspireerd; Judas wordt de ware apostel.
Handelswaar We zullen niet breed ingaan op de vele formele kanten van deze zaak en dit geschrift. Dit evangelie is al een dertig jaren bekend en heeft, soms in gedeelten, rondgezworven; men heeft het ontdekt in Egypte en zag er handelswaar en -waarde in. Dat drijft de prijs natuurlijk op. Nu is het zodanig geconserveerd dat publicatie mogelijk werd. Prof. Van Oort uit Nijmegen schrijft hierover als deskundige. Het is spectaculair voor wetenschappers. Overigens is de tekst zwaar beschadigd, maar zo goed mogelijk hersteld. Stukken worden gemist en andere zijn in een ijskast bewaard. De tekst is in de VS geweest en door een Zwitserse stichting gereconstrueerd en zal teruggegeven worden aan de Egyptische overheid. Genoemde hoogleraar heeft de tekst zelf gezien. Er is een voorlopige Engelse vertaling (3000 woorden) van het geschrift. Een eerste Nederlandse vertaling is klaar met een toelichting; prof. Van Oort zegt dat dit veel zal verduidelijken. Het geschrift is geschreven in de taal van de Koptische christenen in Egypte. Het origineel moet echter Grieks zijn geweest. Athanasius De kerkvader Athanasius gebood in een Paasbrief van 367 dat alle niet-canonieke geschriften vernietigd moesten worden; dat is kennelijk niet gebeurd met de Nag Hammadi-vondsten en dit evangelie. Voorts behoort het geschrift tot de familie van de vondsten uit 1945 bij Nag Hammadi; ook de NRC stelt dat met nadruk. Ook het blad Ellips van maart 2006 schreef over deze geschriften; het blad zegt dat gnostiek een verzamelnaam is voor nogal uiteenlopende
stromingen binnen de vroege christenheid. In dit blad wordt gezegd dat de Petrijnse leer het gewonnen heeft: de ware leer, de zuivere belijdenis, de orthodoxie, de strakke structuur en de hiërarchie van de kerk. Dat is dan het verwijt van de gnostici aan de officiële kerk. De andere lijn was die van Maria Magdaléna. Een andere sekte is die van de Kaïnieten, waarin dit evangelie een rol gespeeld kan hebben. Het gaat ook om andere geschriften bij de vondsten uit 1945 en bij dit evangelie. Wellicht komt er later dit jaar nog een Nederlandse vertaling van dit geschrift van 27 pagina’s, de helft van de omvang van het Markusevangelie. Bevrijder Het meest opvallende is wel dat Judas in zijn eigen evangelie geen verrader is, maar juist de enige discipel die Jezus verstond en liefhad en Hem tot Zijn hoge missie bracht. Het gaat om ‘de kus die Jezus bevrijdde’, zo kopt een dagblad. In dit evangelie bevrijdt Judas Christus van Zijn lichaam en is hij een held. Prof. Van Oort vertaalt ‘paradidonai’ dan ook niet met verraden, maar overleveren of overhandigen en hij schermt dat af van verraden. Ook anderen stellen dat nadrukkelijk. Maar inhoudelijk zullen we toch zeker moeten stellen dat het gelijk staat met ‘prodidonai’, verraden. Gnostiek Wat moeten we met dit evangelie aan? Het is duidelijk uit bovenstaande dat dit evangelie in flagrante strijd is met Gods Woord en daarom moeten we dit terzijde leggen. Het weerspreekt het ware Evangelie. Het is een subjectieve visie die voortkomt vanuit een ketterse zijstroom van het Christendom. Het gaat hier om de bekende stroom van de gnostiek uit de eerste eeuwen van het Christendom. Prof. Van Oort zegt dat het kan zijn dat een deel van de zaken die in dit evangelie staan, verbonden kunnen worden met voorstellingen die leefden in de christelijke oergemeente van Jeruzalem. Alleen, zo zeggen we daarbij, dat is niet de gemeente die ons wordt getekend in het boek der Handelingen. Prof. Van Oort vindt echter wel dezelfde zaken in het boek der Handelingen, maar dat berust op verkeerde exegese. Dit evangelie geeft geen aanvullende informatie betreffende Het Evangelie. Dit geschrift is een aanvulling op de kennis van de gnostiek, die het lichamelijke en stoffelijke minacht; altijd is er in de geschiedenis zulk een stroming geweest, onder welke naam dan ook. We kunnen niet meegaan met deze gnostiek, die zowel in het Jodendom als in het Christendom gevonden wordt, waarbij de mens vergoddelijkt wordt. In dit evangelie, schrijft Van Oort, gaat het ook over de verheerlijking van Judas en niet van Christus, hoezeer het evangelie positief over Jezus is, maar deze Jezus is niet de Jezus van het waar zaligmakend geloof. Overigens moeten we bedenken dat het woord evangelie in de eerste eeuwen een soortnaam was; er zijn wel 35 evangeliën bekend; alleen hebben wij er bezwaren tegen dat men deze naam gebruikt voor eigen geschriften, ook al worden ze niet altijd weerlegd door kerkvaders zoals het evangelie van de Nazareeërs. Eerste eeuwen Zeker speelde het gnostische denken een rol in de eerste christelijke gemeenten, maar die rol is onbijbels. Gods Woord kent geen gedachten over tot leven brengen van Goddelijke vonken in de mens. De gnostische en doperse gedachten vinden ook onder ons heden ten dage heimelijk aanhangers, terwijl ze het zich niet bewust zijn. Een theoloog schreef dat het Judasevangelie anti-lichaam (een demoniseren van het lichaam; vijandigheid tegenover seksualiteit; afwezigheid van genezingen van het lichaam) en vrouwonvriendelijk is. De kerk
heeft gekozen voor geschriften die het lichamelijke willen opnemen in het geestelijke en het aardse in het hemelse, zo lezen we; hij zegt dat het evangelie terecht terzijde is geraakt. De NRC stelt zonder bewijzen dat er drie stromingen waren in het vroege Christendom: 1. de Joodse, waarin Jezus een profeet is en niet de Zoon van God Die ook mens is; 2. de gnostische, waarin Jezus een wijsheidsleraar is; 3. de proto-orthodoxe, waarin Christus plaatsvervangend werd gekruisigd. Geen van deze drie was dominant in de tweede eeuw, stelt het dagblad. Medewerker Het zou kunnen dat het 120 jaar na Christus’ geboorte is opgesteld en 60 jaar na het oudste Evangelie van Markus, aldus deskundigen. Deze stroming gaat uit van het feit dat in het innerlijk van de mens een soort Goddelijke lichtvonk zit, die bevrijd moet worden van het materiële lichaam en de kosmos. Zo is het ook bij de Heere. Ook bij Hem zat het spirituele vast in het lichaam en moest ervan bevrijd worden. Judas werkte eraan mee om de Heere Jezus van het lichaam te bevrijden. Dit staat haaks op de reformatorische leer van de borgtocht en plaatsvervanging, van verzoening door voldoening, welke leer zo diep geworteld is in de Schrift. Al zou dit geschrift uit Jezus’ eigen tijd zijn, dan nog zouden we het afwijzen; het is niet naar de Schrift en hoort niet in de Schrift en is geen alternatief hetwelk ons aan het twijfelen moet brengen. Judas moest dienen in de raad van God, maar was geen gelovig medewerker aan de uitvoering van Gods heilsplan! Judas was superster, zo kopt de NRC. Wat Judas aangaat, zegt prof. Van Oort dat hij in de oudste lagen van de bijbelse Evangeliën nog lang niet die gemene en geldzuchtige slechterik is en prototype van de Jood die de latere traditie van hem heeft gemaakt. De woorden ‘oudste lagen van de Evangeliën’ gaan uit van een Bijbelvoorstelling en opvatting die we niet kunnen delen. Voorts willen we Judas geenszins tot prototype van de Joden maken, ook al geloven ze, ten onrechte, niet in Christus. Gods Woord tekent ons niet dat Judas de man is die Jezus als geen ander begreep; of wanneer hij dat wel deed, maar dan geheel anders dan dit evangelie zegt, dat hij dat dan deed in verwerping van de echte Christus der Schriften. We lezen overigens dat de historische verwijzingen in het Judasevangelie vrijwel linea recta uit de bijbelse Evangeliën komen; we kunnen ook zeggen dat ze overeenkomen met de Bijbel. Ireneus Prof. Van Oort is vol bewondering. ‘Op de hele wereld is maar een handvol specialisten die zo’n tekst kunnen verzinnen. Het Judasevangelie is knap ingewikkeld. Bijna niemand kan zo’n verhaal in elkaar zetten.’ Voor ons is dat geen probleem om dat te erkennen en tevens te erkennen dat het niet door Gods Geest geïnspireerd is. Gods Geest leert ons niet dat we door intuïtieve kennis, die ervaren wordt als Goddelijke openbaring, het ware innerlijke zelf van de mens moeten bevrijden. Dat staat, ik herhaal, haaks op het ware Evangelie. Judas kan dan de ster genoemd worden van en in zijn evangelie, maar hij is daar eerder een dwaallicht dan verlichtend. We moeten dit met de kerkvader Ireneus uit Lyon bestrijden. Prof. Van Oort weet niet of hij het zelf las of ervan gehoord heeft via Justinus de martelaar te Rome. Ireneus schrijft wat algemeen en in hoofdlijnen. In het jaar 180 schreef hij een boek tegen de ketterijen. Daar hoort dit geschrift van Judas ook onder. Dr. J. Douma onderschrijft het woord warhoofden van Ireneus; elders wordt het een gevaarlijk bedenksel genoemd. In een artikel lezen we dat Ireneus niet spreekt van wartaal, maar van gefingeerd en verzonnen; overigens kan het woord wartaal slaan op iets wat heel logisch en stijlvol in elkaar zit, maar inhoudelijk dwaalleer is en daarom wartaal genoemd wordt; het brengt in
verwarring. In deze traditie zijn Kaïn, Ezau, Korach en de inwoners van Sódom positief geschetst; ze waren vijanden van de Schepper! Seth Dit evangelie geeft dus geen licht op het oerchristendom, maar op een bepaalde stroming daarbinnen. Ofwel dit evangelie laat zien waar de Kerk geleid door de Heilige Geest niet voor koos en wat ze niet als geloofsinhoud aanvaardde. Een artikel zegt dat de totstandkoming van de kerkelijke canon middellijk te maken had met de veronderstelde authenticiteit, de mate van autoriteit en de theologische inhoud. Het evangelie heeft dan voor ons als Schriftgelovigen geen Schriftrelativerende waarde. Opmerkelijk is ook dat dit evangelie geplaatst wordt in de lijn van de sethiaanse gnostici. Seth wordt dan eigenlijk gelijkgesteld met Christus en is gekeerd tegen de Schepper-God van het Oude Testament. Gnostici zien de Schepper als een kwade god. Hij maakte de materie, de stof. Dat zou een afgescheiden groep gnostici zijn geweest. De kern van dit sethiaanse wereldbeeld wordt Joods en niet Christelijk genoemd. Het is opmerkelijk dat juist het artikel van de NRC ons daarin bevestigt dat we dit evangelie verre van ons moeten werpen: ‘de kruisdood is niet eens de moeite van het vermelden waard.’ Juist daarom besteden we er aandacht aan. Lijdensweken Hoewel ik uitvoerig aandacht besteedde aan dit geschrift omdat het te maken heeft met Gods Woord, of ermee in verband gebracht wordt en handelt over de Persoon van Jezus Christus en de discipelen, kom ik toch tot de conclusie dat we ons niet van streek behoeven te laten brengen. Ik schrijf dat ook ten aanzien van de jongeren en hen die met dergelijke zaken gaan wankelen of menen aan het wankelen gebracht te worden. Ik protesteer, dat wil zeggen ik getuig voor Het Evangelie. De boze heeft altijd geprobeerd het Woord onderuit te halen en mensen te doen twijfelen aan de waarheid van het Woord door alternatieve woorden, exegeses en toepassingen te geven. Opmerkelijk dat dit gepubliceerd wordt in de lijdensweken; de aandacht moet afgewend worden van Sions betalende Borg naar Judas die een held wordt! Hoge plaats Vanuit de nieuwtestamentische periode zijn vele verschillende buitenbijbelse evangeliën bekend, zo worden ze althans genoemd; we kunnen ze ook apocriefen noemen, die de echte Goede Boodschap niet bevatten. Ook zal Judas de schrijver wel niet geweest zijn. Kruisiging en opstanding zijn in feite grote afwezigen in dit evangelie. Eerst heeft Judas Christus verraden, wat tot het kruis leidde; en nu wordt zijn naam gebruikt om een evangelie te schrijven zonder kruis. Hoe ernstig dit is, bleek uit een artikel in het RD, dat zegt dat ook bij bijbelgetrouwe christenen de verzoening uit het gezichtsveld verdwijnt; men wil het kruis niet als symbool van het Christendom; juist het kruis scheidt onder andere de Christenen enerzijds en Joden en Islam anderzijds van elkaar. ‘Die waarheid loslaten is verraad van de kern van het Evangelie.’ Dat is ook de historische juistheid van de Bijbel in deze discutabel stellen. De forensische rechtvaardigmakingsleer, de vergeving door het borgtochtelijk lijden van Christus, waar sprake is van de vreemde gerechtigheid waarvan Luther sprak, wordt hier bestreden. Anselmus leerde in de Middeleeuwen al ‘Waarom Jezus mens werd’. De Reformatie heeft deze lijnen doorgetrokken. Geen theologie erkent Christus’ hoge plaats zozeer als de gereformeerde theologie vervat in de Drie Formulieren van enigheid. Zo leert Gods Geest het de Kerk. Het evangelie van Judas keert zich fel tegen de proto-orthodoxe
Christenen, zo zegt de NRC; terecht; we worden gewaarschuwd, al zal het blad het zo niet bedoelen. Afstand Wat betreft het geloof en het geloofsleven houd ik het bij de bescheiden plaats en vermelding van dit evangelie in de nieuwsvoorziening binnen de reformatorische kringen en kerken. Historici kunnen hier waarde aan hechten; het geloof houdt afstand. ‘Het ware zicht op de Zaligmaker mag niet ter discussie gesteld worden. Het lijkt er niet op dat Christenen veel kunnen leren van dit evangelie.’ In dit geschrift wordt zwart tot wit gemaakt en verraad tot bevrijding, in plaats van middel in Gods ondoorgrondelijke raad. We onderstrepen nogmaals dat dit evangelie van geen belang is voor het geloof. We schrijven dit artikel echter tegenover de nog grotere belangstelling die er verwacht wordt voor dit evangelie en tegenover zijn onbijbelse boodschap. Gnostiek en Christendom staan haaks op elkaar. In onze dagen wordt zelfs de overleden schrijver Gerard van ’t Reve genoemd als gnosticus. We moeten de gnostiek, in welke vorm dan ook en in welke tijd dan ook, op bijbelse gronden verwerpen. Ds. Tj. de Jong (StandVastig juni 2006, p. 10-13)