Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten
Journaal voor de gemeenten Ontwikkelingen die voor alle Zuid-Hollandse gemeenten van belang kunnen zijn
jaargang 2008, nummer 7/8 redactie afgesloten op 29 augustus 2008 AGENDA Woensdag 29 oktober 2008 12.00- 16.00 uur
Lommerrijk Rotterdam Vrijdag 28 november 2008 09.00-13.00 uur Provinciehuis Den Haag
Modernisering sociale werkvoorziening: ruim 9 maanden op weg of ……….? Conferentie van DIGAZ en VZHG over het rapport van de commissie-De Vries over fundamentele herbezinning op de sociale werkvoorziening, tegen de achtergrond van de ervaringen met de modernisering sociale werkvoorziening sinds 1 januari jl. Sprekers: Tof Thissen en Hans Spigt Gespreksleider: Suzanne Mulder De kwaliteit van het lokaal bestuur in Zuid-Holland, afsluiting debatreeks opgezet door VZHG in samenwerking met Provinciebestuur en Vereniging voor Bestuurskunde. Sprekers: Annemarie Jorritsma, Jan Franssen en Roel in ’t Veld. Dagvoorzitter: Victor Deconinck
Colofon Het Journaal voor de gemeenten wordt aan het eind van de maand digitaal aangeboden aan: • de erelieden van de VZHG: Bas Eenhoorn en Ties Elzenga • de gemeentesecretarissen (met verzoek tot doorgeleiding naar de leden van het college); • de griffiers (met het verzoek tot doorgeleiding naar de raadsleden); • de burgemeesters; • de Zuid-Hollandse leden van VNG-commissies; • de leden van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; • de secretarissen van de samenwerkingsorganen /regio’s in Zuid-Holland; • overige belangstellenden. Uitgave VZHG /Postbus 45 / 2800 AA Gouda Tel. 0182-545513 / Fax 0182-545510 e-mail
[email protected] website : www.vzhg.nl
Inhoudsopgave 1.
Bestuurszaken............................................................................................................................. 4 Namens het bestuur verzonden gelukwensen ............................................................................... 4 Nakende vacatures in bestuur VZHG............................................................................................. 4 VZHG website weer in de lucht ...................................................................................................... 4 2 Bestuurskracht ............................................................................................................................ 4 2.1 Verslagen discussiebijeenkomsten nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan” ... 4 2.2 Schriftelijke reacties op nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan” ..................... 5 2.3 Reactie VZHG op nota van de provincie ........................................................................................ 6 2.4 Gedeputeerde en VZHG trekken conclusies uit discussie ............................................................. 6 2.5 Resolutie VNG n.a.v. rapport commissie d’Hondt .......................................................................... 7 2.6 Voorstel Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten .................................................................... 8 2.7 Programma “Krachtig Bestuur” bij Ministerie van BZK................................................................... 8 2.8 VNG- publicatie: Variatie in bestuurskracht.................................................................................... 8 2.9 16 ZH-gemeenten nemen deel aan “Waarstaatjegemeente” ......................................................... 9 3 Provinciaal bestuur..................................................................................................................... 9 3.1 Komende vergaderingen provincie................................................................................................. 9 3.2 Jaarlijkse Statenontmoeting 25 september in Delft ........................................................................ 9 3.3 IPO-jaarcongres 2008 in Den Haag ............................................................................................... 9 4 Bestuurlijke organisatie ........................................................................................................... 10 4.1 Onderzoek provincie naar effecten gemeentelijke herindelingen................................................. 10 4.2 Decentralisatiebeleid van het rijk niet helder en consequent ....................................................... 12 4.3 Evaluatie samenwerking Holland Rijnland-gemeenten ................................................................ 12 5 De VZHG als provinciale afdeling van de VNG ...................................................................... 13 5.1 Extra VNG-ledenvergadering op 26 september ........................................................................... 13 5.2 Tussentijdse vacatures in VNG-bestuur en commissies .............................................................. 13 5.3 Wijzigingen directieraad VNG per 1 september 2008 .................................................................. 13 5.4 Relatie gemeenten - VNG............................................................................................................. 13 6 Overige bestuurlijke aangelegenheden .................................................................................. 14 6.1 VNG-commissie Bestuur en Veiligheid van 4 september 2008.................................................... 14 6.2 VNG-commissie Bestuur en Veiligheid van 26 juni 2008 ............................................................. 15 6.3 Wijziging Gemeentewet i.v.m. evaluatie dualisering .................................................................... 15 7 Gemeentefinanciën ................................................................................................................... 16 7.1 Financieel toezicht op Zuid-Hollandse gemeenten ...................................................................... 16 8 Onderwijs, zorg en welzijn ....................................................................................................... 16 8.1 VNG-commissie Onderwijs, zorg en welzijn................................................................................. 16 8.2 Ondersteuning gemeenten op WMO-terrein door provincie wordt vraaggericht.......................... 17 8.3 VNG vraagt input voor “Jeugd” als strategisch thema 2009......................................................... 17 8.4 “Bende van Bart” steunt wethouders bij vormgeving Centrum voor Jeugd en Gezin .................. 18 9 Werk en Inkomen....................................................................................................................... 19 9.1 VZHG en DIGAZ conferentie Sociale Werkvoorziening op 29 oktober 2008............................... 19 9.2 Overleg cliëntenraden WWB Zuid-Holland: bezwaar tegen stopzetten provinciale bijdrage ....... 19 10 Ruimte en Wonen ...................................................................................................................... 19 10.1 Eerste ervaringen met nieuwe Wet ruimtelijke ordening........................................................... 19 10.2 VNG-commissie Ruimte en Wonen .......................................................................................... 20 10.3 Provinciale Planologische Commissie (PPC)............................................................................ 20 10.4 Samenstelling gemeentelijke delegatie in de PPC ................................................................... 21 10.5 PPC bespreekt Hoofdlijnendocument PSV, Waterplan en Actieplan klimaat en ruimte........... 21 10.6 Mooi Nederland in PPC............................................................................................................. 22 10.7 Provinciaal actieprogramma Mooi Zuid-Holland in PPC. .......................................................... 22 10.8 GS behandelen Structuurplan Haaglanden .............................................................................. 22 10.9 Statencommissie Ruimte en Wonen ......................................................................................... 23 11 Groen.......................................................................................................................................... 23 11.1 Provincie wil samenhang in beheer van natuur en recreatie bevorderen................................. 23 11.2 Statencommissie Groen, Water en Milieu over Midden-Delfland ............................................. 24 12 Water .......................................................................................................................................... 24 12.1 Nationaal Bestuursakkoord Water geactualiseerd.................................................................... 24 12.2 Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-West (kaderrichtlijn water)................................................. 24 1.1 1.2 1.3
2
12.3 Voorbereiding Provinciaal Waterplan........................................................................................ 24 12.4 Uitvoering Provinciaal Grondwaterplan..................................................................................... 25 13 Milieu .......................................................................................................................................... 26 13.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ................................................................. 26 13.2 Commissie-Mans wil verplichte omgevingsdiensten op schaal politieregio’s ........................... 26 13.3 VNG: Commissie Mans slaat de plank mis ............................................................................... 26 13.4 Lian Merkx, wethouder Delft, gemeentelijk klimaatambassadeur duurzame energieproductie 27 13.5 VNG-commissie Milieu en Mobiliteit.......................................................................................... 27
3
1.
BESTUURSZAKEN
1.1
Namens het bestuur verzonden gelukwensen
Brief d.d.
Aan
03-07-2008 03-07-2008 07-08-2008 14-08-2008 18-08-2008 21-08-2008 26-08-2008
Dhr. M. Vissers Dhr. G.A. de Vries Dhr. P. Vink Mw. M.P. Duijnker Mw. S. Korthuis Dhr. C.J.G.M. de Vet Mw. P. van Hemert
1.2
Gelukwens / welkom i.v.m. benoeming tot Wethouder van Noordwijkerhout Wethouder van Pijnacker-Nootdorp Griffier van Rijswijk Wethouder van Bernisse Portefeuillehouder Zuid-Holland bij VNG Lid directieraad VNG Gemeentesecretaris van Lisse
per 19-06-2008 01-07-2008 01-08-2008 15-07-2008 01-09-2008 01-09-2008 01-09-2008
Nakende vacatures in bestuur VZHG
Per 1 januari a.s. gaan de gemeenten Alkemade en Jacobswoude samen in de gemeente Kaag en Braassem. Mevrouw Maria Wiebosch, burgemeester van Jacobswoude is bestuurslid van de VZHG, namens de gemeenten met minder dan 15.000 inwoners. De heer Arie Meerburg, burgemeester van Alkemade is bestuurslid van de VZHG op voordracht van de samenwerkingsorganen in Zuid-Holland. o Mevrouw Greet Hommes heeft per 1 maart 2009 ontslag gevraagd als burgemeester van Middelharnis. Zij wordt die maand 65 jaar. Mw. Hommes is sedert 2003 – op voordracht van de samenwerkingsorganen in Zuid-Holland- bestuurslid van de VZHG. In 2006 werd zij door het bestuur benoemd tot vice-voorzitter. Het voorgaande betekent dat er begin volgend jaar drie vacatures ontstaan binnen het VZHG-bestuur, waaronder de twee zetels die zijn gereserveerd voor vertegenwoordigers van de samenwerkingsorganen. De VZHG zal in contact treden met de samenwerkingsorganen over de vervulling van deze vacatures.
o
1.3
VZHG website weer in de lucht
De website van de VZHG is voor de zomer tijdelijk “uit de lucht” gehaald, toen bleek dat bezoekers waarschuwingen kregen over de veiligheid van gebruik. Aangezien de bestaande (goedkope) host dit niet kon oplossen en voorkomen, is overgestapt op hosting door huisbaas ISMH. Inmiddels is de inhoud terug geplaatst op de site en www.vzhg.nl weer veilig bereikbaar.
2 BESTUURSKRACHT 2.1
Verslagen discussiebijeenkomsten nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan”
In juni organiseerden Gedeputeerde Staten en VZHG vier bijeenkomsten over de provinciale discussienota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan”, resp. in Leiden, Gouda, Dordrecht en in Rhoon. Een impressie van de gesprekken was als bijlage toegevoegd aan de vorige VZHG-Journaal voor de Gemeenten (nr. 6 d.d. 30 juni 2008). Inmiddels heeft notuleerbureau De Rondvraag ook de verslagen van de bijeenkomsten uitgebracht. In verband met de omvang (53 pag.) is besloten de verslagen niet toe te zenden, maar op de website te zetten van resp. de provincie Zuid-Holland en de VZHG. Op www.vzhg.nl vindt u ze in de rubriek Actualiteit onder de knop “Bijeenkomsten”. Eén correctie: Voor de vermelding van de aanwezigen is uitgegaan van de aanmeldingen. Enkele gemeentebestuurders
4
die wel het woord hebben gevoerd, staan nu niet als aanwezig genoteerd, terwijl daarnaast sommige “aanwezigen” de vergaderlocatie niet tijdig hebben kunnen bereiken.
2.2 2.2.1
Schriftelijke reacties op nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan” Algemeen
Van de 77 Zuid-Hollandse gemeenten hebben er 68 geparticipeerd in de discussie over de provinciale nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan”, waarvan 34 zowel tijdens de bijeenkomsten als schriftelijk, 21 alleen op de discussiebijeenkomsten en 13 alleen schriftelijk. De schritelijke reacties zijn afkomstig van 47 gemeenten, alsmede van het ISMH, het regiobestuur AlblasserwaardVijfheerenlanden en van de VZHG. Bij de gemeenten gaat het om: Regio HollandRijnland Rijnstreek MiddenHolland Haaglanden Rotterdam Zuid-HollandZuid GoereeOverflakkee
Gemeenten Hillegom, Katwijk, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude Gouda/ Waddinxveen, Bodegraven/ Reeuwijk, Ouderkerk, Vlist en ZevenhuizenMoerkapelle Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer Rotterdam, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Schiedam en Vlaardingen Dordrecht, Giessenlanden, Graafstroom, Hardinxveld- Giessendam, Hendrik-IdoAmbacht, Papendrecht, Zederik en (gezamenlijk) Binnenmaas, Cromstrijen, Strijen, Oud-Beijerland en Korendijk. Dirksland, Goedereede en Oostflakkee
De VZHG heeft een samenvatting gemaakt van alle haar bekende gemeentelijke standpunten. Deze zijn per e-mail aangeboden aan de gemeentesecretarissen en aan de ambtelijke contactpersonen/ scribenten. De VZHG mailt andere belangstellenden graag een exemplaar.
2.2.2
B&W gemeente Rotterdam
B&W van Rotterdam zeggen in hun reactie d.d. 24 juni 2008 graag het debat aan te willen gaan over de kwaliteit van het lokaal bestuur in deze provincie. Het college hecht aan sterke bestuurskracht van gemeenten. Waar daarin verbetering valt aan te brengen, vindt de provincie Rotterdam aan haar zijde. Duidelijk is het college over het provinciale voornemen om in de loop van 2009 in Rotterdam een bestuurskrachtmeting uit te voeren: niet aan de orde. Waarom niet? 1. Een staatsrechtelijk bezwaar. Artikel 124 van de Grondwet laat voor provincies en gemeenten de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding over aan hun besturen. Er is geen legitieme basis om een bestuurskrachtmeting op te leggen aan gemeenten. De claim dat de provincie een algemene eerste verantwoordelijkheid heeft voor de kwaliteit van het lokaal bestuur, gaat te ver. 2. Het Rotterdams gemeentebestuur heeft geen onderzoek nodig om vast te stellen dat het voldoet aan de provinciale definitie van “bestuurskrachtig”. Inhoudelijk is er geen aanleiding om een bestuurskrachtmeting uit te laten voeren. 3. Het college meent voldoende kritisch te zijn op het eigen functioneren en de eigen positie. Gesteund door de raad en de daaraan verbonden Rekenkamer Rotterdam en Gemeentelijke Ombudsman,
5
wordt voortdurend gewerkt aan het stroomlijnen, efficiënter en korter maken van gemeentelijke besluitvormingsprocessen. 4. De voorgestelde bestuurskrachtmeting past niet in de verhouding tussen een grote stad als Rotterdam en de provincie, zeker niet waar de gedeputeerde zegt te streven naar maatwerk per gemeente. Het voorgaande betekent niet dat Rotterdam a fortiori tegen bestuurskrachtmeting is. Aansluiting zou gezocht kunnen worden bij het recente voorstel van de interbestuurlijke taakgroep gemeenten (commissie-d'Hondt) om gemeenten elke bestuursperiode (dus een keer in de vier jaar) een bestuurskrachtonderzoek ‘nieuwe stijl’ te laten uitvoeren ( transparantie over prestaties, benchmarken als verantwoordingsinstrument ). Een dergelijke meting heeft vooral tot doel om te leren en om verantwoording af te leggen aan de inwoners. Rotterdam zal dus niet meewerken aan het bestuurskrachtonderzoek, zoals de provincie dat voorstelt, maar is bereid van gedachten te wisselen over voorstellen om de kwaliteit van het lokale bestuur in ZuidHolland in het algemeen en het Rotterdamse bestuur in het bijzonder nog beter en sterker te maken.
2.3
Reactie VZHG op nota van de provincie
Het bestuur van de VZHG heeft op 7 juli 2008 schriftelijk commentaar gegeven op de provinciale nota « Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan ». Een afschrift is bij brief van 10 juli aangeboden aan de colleges van B&W van de Zuid-Hollandse gemeenten. De volledige brief staat op www.vzhg.nl. Bij het opstellen van de reactie is rekening gehouden met de uitkomsten van de vier discussiebijeekomsten (zie paragraaf 2.1.) en met de ontvangen schriftelijke reacties van gemeenten.
2.4
Gedeputeerde en VZHG trekken conclusies uit discussie
Op maandag 7 juli heeft een VZHG-bestuursdelegatie overlegd met gedeputeerde Martin van Engelshoven-Huls. Hoofdvraag: welke conclusies worden wederzijds verbonden aan de discussie van en met de gemeenten over de nota “Grensoverschrijdend samenwerken en samengaan”?
2.4.1
Analyse en voorlopige conclusies VZHG
Het bestuur van de VZHG had haar analyse op schrift gezet (zie boven) en naar aanleiding van de conclusies een voorstel geformuleerd om -samen met de provincie- een andere weg te gaan bewandelen als het gaat om het bevorderen van gemeentelijke bestuurskracht en kwaliteit. Volgens het bestuur moet vooropgesteld worden dat gemeenten primair zelf verantwoordelijk zijn voor hun bestuurskracht, maar dat er aanleiding is om meer duidelijkheid en kwaliteit in de aanpak van het onderzoek te krijgen, waarbij – naast elementen die overal van toepassing zijn- maatwerk mogelijk is. De VZHG wil de handschoen oppakken om - inhakend op ontwikkelingen op nationaal niveau (VNG-BZK)- met de provincie te gaan stimuleren dat alle Zuid-Hollandse gemeenten werken aan bestuurskracht volgens een methode waarvoor draagvlak bestaat. De VZHG stelt voor om gezamenlijk op het laatste debat in de reeks “Kwaliteit bestuurlijke organisatie Zuid-Holland”op 28 november de aftrap te geven voor die aanpak.
2.4.2
Analyse en voorlopige conclusie provincie
De gedeputeerde heeft geconcludeerd dat er bij gemeenten breed draagvlak bestaat voor bestuurskrachtmeting, ook bij de grote steden Rotterdam en Den Haag. Over de methodiek en de frequentie bestaat discussie, maar hij vindt dat hiermee een grote stap is gezet. Hij begrijpt dat er geen draagvlak is voor het voorstel om het initiatief voor gemeentelijk bestuurskrachtonderzoek bij de provincie te leggen. Een andere gezamenlijke aanpak die tot hetzelfde doel leidt is goed bespreekbaar, als de rol van de provincie daarin duidelijk is. Het provinciebestuur hecht veel waarde aan het feit dat gemeenten zich bezig gaan met hun bestuurskracht volgens een methode die algemeen aanvaard is. Moeilijk heeft
6
hij het met de zich herhalende klacht dat de provincie bestuurskrachtonderzoek bevordert om tot herindeling te komen. Het enige dat hij vraagt van gemeenten is om de mogelijkheid van opschaling niet bij voorbaat uit te sluiten als een van de mogelijke oplossingen bij gebleken lacunes in de bestuurskracht. Met enige verbazing heeft de gedeputeerde kennis genomen van de kritiek van vele gemeenten op de bestuurskrachtmetingen die zij hebben laten doen. De gemeentebesturen waren zelf opdrachtgever.
2.4.3 o
o
o
o
o
o
Afspraken:
VZHG en provincie gaan samen de invoering van een methodiek en systematiek van bestuurskrachtonderzoek in alle gemeenten in Zuid-Holland bevorderen, waarvan het primaat bij de gemeentebesturen ligt. De VZHG is bereid een coördinerende rol in de richting van de gemeenten te vervullen. Gestreefd wordt naar de ontwikkeling van een programma dat er toe leidt dat gemeenten uit zichzelf volgens een methodiek die op een goed draagvlak kan rekenen en met een bepaalde frequentie onderzoek gaan doen en aan de uitkomsten daarvan gaan werken; Bestuurskrachtonderzoek wordt gepresenteerd als een signaal van zelfbewustzijn en transparantie ten opzichte van de burgers en van andere overheden: niet beperkt tot momenten dat er problemen zijn in het bestuur of de dienstverlening en zonder speculaties vooraf over remedies die wel of niet bespreekbaar zijn. Over de methodiek is nader gesprek nodig, zowel inhoudelijk als wat betreft de communicatie met colleges en met gemeenteraden. Daarin komen elementen aan de orde als vergelijkbaarheid versus bruikbaarheid voor individuele gemeenten, relatie met andere kwaliteitsinstrumenten, maatwerk voor groepen van vergelijkbare gemeenten of per regio. Ook ware na te denken over het wenselijke moment van een onderzoek tegen de achtergrond van een bestuursperiode. Zijn er gemeenten die vrijwillig als pilot willen dienen (Zoetermeer, Kaag en Braassem?) Waar mogelijk zal worden aangesloten op de acties die VNG en BZK naar aanleiding van hun bestuursakkoord afspreken als het gaat om gemeentelijke bestuurskracht. De Zuid-Hollandse gemeenten en provincie willen daarbij “in de eerste wagen zitten”. De besluitvorming in VNG-verband (Buitengewone Algemene Ledenvergadering op 26 september a.s. in Apeldoorn) over de resolutie naar aanleiding van het rapport van de commissie d’Hondt en de oprichting van het Kwaliteits Instituut Gemeenten KING wordt op de voet gevolgd. Voor de start van de nieuwe aanpak wordt een nieuw momentum gecreëerd, bij voorkeur op het 9e en laatste debat Kwaliteit Bestuurlijke Organisatie Zuid-Holland op vrijdag 28 november a.s.
2.5
Resolutie VNG n.a.v. rapport commissie d’Hondt
Het bestuur van de VNG heeft op 26 juni 2008 haar reactie op het rapport van de commissie-d’Hondt “Vertrouwen en verantwoorden” bepaald. Het was in de vorm van een concept-resolutie gevoegd bij een ledenbrief d.d. 30 juni 2008 (Lbr. 08/119). Amendementen konden tot uiterlijk 15 augustus jl. worden ingediend bij het bureau van de Vereniging. Het VNG-bestuur komt in extra zitting bijeen op donderdag 28 augustus om hierop een standpunt te bepalen. Op vrijdag 29 augustus worden de voorstellen, amendementen en pre-adviezen naar buiten gebracht, zodat de gemeenten zich daarop kunnen beraden ten behoeve van de bespreking en besluitvorming tijdens de Buitengewone ALV van de VNG op 26 september a.s. in Apeldoorn.
2.5.1
Wat zegt de ontwerp-resolutie over bevordering bestuurskracht?
Ambities vragen bestuurskracht Meer taken en een grotere autonomie vragen om krachtige en transparante gemeenten. Gemeenten moeten sterk genoeg zijn om bestaande en nieuwe taken naar behoren uit te voeren en nemen zelf hun verantwoordelijkheid om de eigen bestuurskracht te versterken. Dit doen ze door: - het ten minste iedere vier jaar uitvoeren van een bestuurskrachtonderzoek;
7
benchmarking door het verplicht deelnemen van alle gemeenten aan www.waarstaatjegemeente.nl; - het werken met onderlinge visitatie. Door het adequaat inzetten van deze instrumenten krijgen gemeenten goed zicht op de eigen prestaties en zijn zij in staat te beoordelen of ze over voldoende slagkracht beschikken om de ambitie van eerste overheid waar te kunnen maken. Het is aan de gemeenten zelf welke vorm zij kiezen om hun bestuurskracht te versterken: via de eigen organisatie, middels vormen van regionale samenwerking, centrum- of gastgemeenteconstructies en/of door herindeling. -
2.5.2
Amendement G4 :meer vrijblijvend formuleren.
Op dit onderdeel van de resolutie is o.a. een amendement binnen gekomen van de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Zij ervaren dat deze tekst naar de letter genomen, gemeenten dwingend voorschrijft wat zij moeten doen (tenminste eens per vier jaar een bestuurskrachtonderzoek uitvoeren, etc.). Autonome gemeenten bepalen zelf hoe zij hun bestuurskracht het beste kunnen versterken. De tekst van het amendement “Dit kunnen ze doen door bijvoorbeeld” is iets vrijblijvender geformuleerd, waarmee men ook op het punt van bestuurskracht recht wil doen aan de autonomie van de gemeenten.
2.6
Voorstel Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
Tijdens het VNG-congres van begin juni is de eerste opzet gepresenteerd van een Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), dat de gemeenten behulpzaam moet zijn bij het waarmaken van hun ambitie van Eerste Overheid. Dat gaat gebeuren op het gebied van dienstverlening door kwaliteitsstandaarden en benchmarking en door het scheppen van voorwaarden voor collegiale visitatie, certificering van het bestuurskrachtinstrumentarium, maar ook het beheer van ICT standaarden en benchmarks. KING gaat zich in eerste instantie richten op drie thema’s: 1. ICT :e-overheid 2. Benchmarking: transparantie en verantwoording 3. Bestuurskracht: visitatie en ontwikkeling eigen instrumentarium. Het oprichtingsvoorstel wordt vrijdag 29 augustus door de VNG aan de gemeenten toegestuurd.
2.7
Programma “Krachtig Bestuur” bij Ministerie van BZK
Per 1 september 2008 gaat mw. Bertine Steenbergen aan de slag als programmadirecteur Krachtig Bestuur bij het Ministerie van BZK. “Krachtig Bestuur” is een nieuwe programmadirectie, die een bijdrage moet leveren “aan de wijze waarop gemeenten kunnen omgaan met de grotere beleidsvrijheid die zij van dit kabinet hebben gekregen”. BZK gaat samen met de gemeenten bevorderen dat deze in staat zijn op effectieve, efficiënte en een door burgers gedragen manier hun (nieuwe) taken uit te voeren. De directie houdt zich ook bezig met de vraag hoe het toezicht op de gemeentelijke taakuitvoering moet worden ingevuld. Bestuurskundige mevrouw Steenbergen is momenteel projectleider Cultuurontwikkeling bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Haag. Eerder was zij o.a. werkzaam voor het interdepartementale programma Andere Overheid en op het Ministerie van Financiën.
2.8
VNG- publicatie: Variatie in bestuurskracht
De VNG heeft op 19 augustus jl. de publicatie “Variatie in bestuurskracht uitgebracht”, verslag en analyse van drie expertmeetings die dit voorjaar zijn gehouden. De VNG voert de discussie over de inhoud van het begrip bestuurskracht met gemeenten. Het gaat in dit kader dan al gauw over schaal, herindeling en intergemeentelijke samenwerking. De publicatie is een uitgave van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in samenwerking met het Actieprogramma Lokaal Bestuur. De auteurs zijn dr. M.J.E.M. van Dam en dr. P.G. Castenmiller. De tekst is te raadplegen op www.vng.nl
8
2.9
16 ZH-gemeenten nemen deel aan “Waarstaatjegemeente”
Volgens de site www.waarstaatjegemeente.nl doen er op dit moment 16 Zuid-Hollandse gemeenten mee aan dit benchmarkhuis van de VNG, gericht op het inzichtelijk maken van gemeentelijke prestaties. Volgens het bureau van de VNG is de lijst recent bijgewerkt. Deelnemers aan ‘Waarstaatjegemeente.nl’ leveren jaarlijks de gegevens van 30 indicatoren aan, waarvan gegevens niet centraal voorhanden zijn. Die zestien gemeenten zijn: Alkemade, Alphen aan den Rijn, Den Haag, Dordrecht, Gouda, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Oegstgeest, Papendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Rotterdam, Schiedam, Strijen, Waddinxveen en Zoetermeer.
3 PROVINCIAAL BESTUUR 3.1
Komende vergaderingen provincie
Op 10 september: Op 17 september: Op 17 september Op 24 september: Op 8 oktober:
3.2
Statencommissie Ruimte en Wonen (zie paragraaf 10.9) Statencommissie Groen, Water en Milieu (GWM) Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie (MKE) Statencommissie Bestuur en Middelen. Provinciale Staten.
Jaarlijkse Statenontmoeting 25 september in Delft
Het provinciebestuur van Zuid-Holland organiseert jaarlijks de zgn. Statenontmoeting; een informele bijeenkomst met vertegenwoordigers van andere overheden en maatschappelijke organisaties. Dit jaar wordt de ontmoeting gehouden op donderdagavond 25 september in de Oude Kerk in Delft. Onderdeel van het programma is een optreden van Dario Fo, ook wel aangeduid als ‘de meest getalenteerde politieke clown van Europa'.
3.3
IPO-jaarcongres 2008 in Den Haag
Het IPO-Jaarcongres wordt dit jaar op dinsdag 30 september en woensdag 1 oktober in Den Haag gehouden. Op de woensdag vindt het eigenlijke congres plaats in het Circustheater te Scheveningen. Het thema is ‘Ruimte voor de provincies'. In het recente bestuursakkoord tussen rijk en provincies worden de contouren geschetst van een steviger rol van de provincies als regisseur van gebiedsontwikkeling. Het rijk geeft de provincies met de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet Inrichting Landelijk Gebied en de nieuwe Waterwet sterkere sturingsinstrumenten in handen. Met deze nieuwe gereedschapskist vol instrumenten en bevoegdheden liggen de grootste uitdagingen voor de provincies op het terrein van houding en gedrag. Wat verandert er nu concreet in de rol en werkwijze van de provincies? Nemen de provincies de ruimte die ze als regionale autoriteit krijgen? En wat gaan de aanwezige bestuurders met deze ruimte doen? Dagvoorzitter Anita Witzier interviewt naast IPO-voorzitter Jan Franssen verschillende sprekers: mevrouw Ter Horst, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Wientjes, voorzitter van VNO/NCW, mevrouw Jorritsma, voorzitter van de VNG, de heer Veerman, voorzitter van Natuurmonumenten en mevrouw Piët directeur van een adviesbureau in communicatiestrategie en emotiemanagement. Hoe kijken zij vanuit hun achtergrond aan tegen de rol en de ruimte die provincies als regionale autoriteit hebben. Hoe spelen zij hun eigen rol. Ook zal aan de orde komen hoe de verschillende overheden en samenwerkingspartners als een winnend team kunnen opereren, gericht op het gezamenlijke doel een betere samenleving voor mens en bedrijf.
9
Op de voorafgaande dinsdagavond biedt de provincie Zuid-Holland de collega provinciebestuurders een avondvullend programma aan in het provinciehuis. De avond staat in het teken van ontmoetingen tussen statenleden, gedeputeerden, commissarissen der Koningin, topambtenaren en IPO-adviseurs.
4 BESTUURLIJKE ORGANISATIE 4.1 4.1.1
Onderzoek provincie naar effecten gemeentelijke herindelingen Berenschot brengt eerste deelrapport uit
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 15 juli 2008 het eerste deelrapport openbaar gemaakt van het onderzoek naar de effecten van herindelingen. Het is uitgevoerd door Berenschot en de Rijksuniversiteit Groningen. De onderzoekers hebben gesprekken gevoerd met alle colleges van B&W van de 12 (nieuwe) gemeenten en twee groepsgesprekken gehouden, waarvoor externe adviseurs waren uitgenodigd, enkele gemeentelijke managers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Er is geen meting gedaan onder burgers, die zowel met de nieuwe als met de oude gemeente te maken hebben gehad, of onder bestuurders en ambtenaren van buurgemeenten, die de verschillen gemerkt zouden moeten hebben. Het onderzoek heeft zich geconcentreerd op de tien gemeenten die zijn ontstaan in of na 2002: Leidschendam-Voorburg (2002), Pijnacker-Nootdorp (2002), Zwijndrecht (2003), Westland (2004), Midden-Delfland (2004), Teylingen (2006), Katwijk (2006), Binnenmaas (2007), Nieuwkoop (2007) en Lansingerland (2007). Van de herindelingen uit de vorige eeuw (Jacobswoude /1991 en Rijnwoude /1991) viel veel moeilijker informatie te vergaren; de fusiegemeenten Zevenhuizen-Moerkapelle (1991) en Liemeer (1991) zijn buiten beschouwing gelaten. Aan deze rapportage worden deze zomer nog twee deelrapporten toegevoegd, waarin respectievelijk het proces en het doelbereik van herindelingen aan de orde komen. De onderzoekers gebruiken de periode tot het uitbrengen van het eindrapport ook om in samenwerking met Jacobswoude en Rijnwoude te proberen de benodigde gegevens te vergaren, zodat deze fusies in het eindrapport alsnog compleet kunnen worden meegenomen. GS willen het eindrapport in september aanbieden aan Provinciale Staten.
4.1.2
Conclusies onderzoek naar effecten herindeling..
De onderzoekers hebben de centrale onderzoeksvraag (Wat zijn de effecten van herindeling geweest?) in 5 deelvragen gesplitst: a) Gevolgen voor de betrokkenheid van burgers bij het lokaal bestuur. Het vertrouwen in de gemeente en de belangstelling voor de gemeentepolitiek is afgenomen volgens de respondenten. Die visie wordt ondersteund door de opkomstcijfers bij lokale verkiezingen. De participatie in het bestuur is echter toegenomen, evenals de bereidheid zich in te spannen om dorpen en wijken schoon en veilig te houden. Dit is mogelijk het gevolg van extra inzet van de nieuwe gemeenten om inwoners langs andere weg bij het beleid te betrekken. b) Gevolgen voor de dienstverlening De inwoner is als klant beter af na herindeling, hierover is het oordeel van de respondenten duidelijk. De zittende colleges van B&W vinden dat de professionaliteit van de dienstverlening is verbeterd, de klantgerichtheid en de snelheid. De website van de nieuwe gemeente is toegankelijker, overzichtelijker en interactiever dan die van de oude gemeenten. Berenschot heeft zelf vastgesteld dat de openingstijden van het gemeentehuis verruimd zijn. De fysieke afstand naar het gemeentehuis is uiteraard toegenomen. Gemeenten proberen dat op te vangen met servicepunten, die in de meeste gevallen weer dichtgaan, omdat uiteindelijk toch gekozen wordt voor centrale huisvesting en burgers er niet op grote schaal gebruik van maken.
10
Gevoelsmatig en symbolisch blijkt deze schaalvergroting een probleem. Berenschot spreekt hier van een lastige paradox. De vraagt blijft over of de toename van de benaderbaarheid opweegt tegen de toename van de afstand. c) Gevolgen voor de financiële lastendruk Gemiddeld hebben de herindelingen niet geleid tot extra verhoging (of verlaging) van de gemeentelijke tarieven. In Zwijndrecht en Midden-Delfland zijn de tarieven van de afvalstoffenheffing en de bouwleges fors verhoogd; in Teylingen en Leidschendam-Voorburg is een daling waargenomen. d) Gevolgen voor het publieke voorzieningenniveau Ook op middellange termijn zijn er geen gevolgen voor het voorzieningenniveau. Berenschot heeft gekeken naar zwembaden en sporthallen. Van Jacobswoude en Rijnwoude waren geen gegevens beschikbaar. e) Gevolgen voor bestuurskracht en capaciteit van de ambtelijke organisatie. Berenschot benadrukt dat dit geen bestuurskrachtonderzoek is geweest, zodat men voorzichtig is op dit punt. Afgaand op het oordeel van de geënquêteerden (in meerderheid leden van zittende colleges van B&W ) zouden de heringedeelde gemeenten stevig aan bestuurskracht hebben gewonnen. Berenschot geeft een samenvatting van al die positieve meningen (meer professioneel, meer specialisaties, minder kwetsbaar, effectiever, meer strategische denkkracht, betere kwaliteit van de wethouders en van de raad, een burgemeester die zich kan focussen op zijn kerntaken, meer invloed in de regio en bij de provincie), maar laat die voor rekening van de respondenten. Wel worden twee aandachtspunten gesignaleerd als het om bestuurskracht gaat: 1. De verwachting dat een gemeente na herindeling een betere positie heeft op de arbeidsmarkt, is niet uitgekomen. 2. De financiële positie na herindeling behoeft aandacht. Er is sprake van forse tegenvallers door zowel de fusie van meerdere apparaten als door structureel minder inkomsten uit het Gemeentefonds. De onderzoekers komen uit op de spagaat van de herindeling. In navolging van de WRR wordt onderscheid worden gemaakt tussen de institutionele logica van de overheid (die groeit na herindeling) en de vraaglogica van de burger (uitgaand van betrokkenheid en bereikbaarheid) die daalt. Beide logica’s moeten worden samen gebracht. Nieuwe gemeenten hun inwoners laten zien hoe zij profiteren van herindeling en ingaan op aandachtspunten. Tot slot stellen de onderzoekers vast dat sommige gemeenten sterk hebben geprofiteerd van herindeling (Westland), terwijl het bij andere veel moeizamer is gegaan. De effecten verschillen onderling behoorlijk. Bureau Berenschot veronderstelt dat dit te maken heeft met a) het proces van voorbereiding; b) het motief/doel van de herindeling en c) het draagvlak. Dit wordt onderzocht in de tweede fase van het onderzoek.
4.1.3
Conclusie Gedeputeerde Staten: mensen beter geholpen en anders betrokken na herindeling
De provincie concludeert in een persbericht van 15 juli 2008 op grond van het eerste deelrapport dat na herindeling mensen beter geholpen en anders betrokken zijn. Er blijken volgens GS meer mensen te participeren in het nieuwe gemeentebestuur en actiever mee te werken aan inspanningen om dorpen en wijken veilig en schoon te houden. Dat compenseert naar het oordeel van GS het feit dat mensen na herindeling minder vertrouwen hebben in hun gemeente en minder belangstelling voor de gemeentelijke politiek. De gemeentelijke dienstverlening wordt na herindeling beter: professioneler, sneller, klantgerichter. De bereikbaarheid (openingstijden) en toegankelijkheid (website) gaat erop vooruit, maar de fysieke afstand tot het gemeentehuis neemt toe. De herindelingen hadden geen effect op het publieke voorzieningen niveau. Herindeling zorgt –gemiddeld genomen- ook niet voor hogere of lagere tarieven. GS concluderen dat de bestuurskracht na herindeling toe neemt, omdat het ambtelijk apparaat
11
professionaliseert en minder kwetsbaar wordt voor uitval; ook wordt het beleid effectiever. Daarentegen verbetert de concurrentiepositie als werkgever niet na herindeling, terwijl de nieuwe gemeenten de eerste jaren te kampen hebben met forse financiële tegenvallers.
4.2
Decentralisatiebeleid van het rijk niet helder en consequent
Op 18 juni jl. heeft het Ministerie van BZK het evaluatierapport openbaar gemaakt dat het Bureau Strategische Kennisontwikkeling van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur heeft opgesteld van het decentralisatiebeleid van het rijk over de periode 1993 -2008. De afgelopen tien jaren hebben diverse decentralisatie-impulsen plaatsgevonden. Deze decentralisatieoperaties stonden wel steeds op zichzelf. Er was geen sprake van een kenbaar, eenduidig en doordacht decentralisatiebeleid. Steeds stonden de probleemdefinities van de afzonderlijke departementen centraal. Dat heeft voor gemeenten problemen opgeleverd. Met de bestuurskracht van gemeenten is weinig rekening gehouden. Gemeenten zijn overigens wel in staat gebleken de overgedragen taken uit te voeren., zelfs als de implementatie al weer werd ingehaald door beleidswijzigingen of door nieuwe decentralisatieoperaties. De gemeentelijke veerkracht is aanzienlijk gebleken, zowel bij grote als bij kleine gemeenten. gemeenten zijn goed in staat met outsourcing, inhuur van externen of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden de voor de uitvoering van een taak benodigde uitvoeringscapaciteit te realiseren. “Decentralisatieoperaties blijken (….) op verschillende manier een impuls te geven aan de versterking van de gemeentelijke bestuurskracht” (blz. 35) . Met andere woorden: bestuurskracht is geen voorwaarde voor decentralisatie; decentralisatie zorgt voor bestuurskracht!
4.3
Evaluatie samenwerking Holland Rijnland-gemeenten
Begin juli is de zogeheten externe evaluatie van start gegaan van de samenwerking van de gemeenten in de regio Holland-Rijnland. Hiervoor is het bureau Holland Consultancy in de arm genomen. Het bureau is aangesteld door de commissie die de externe evaluatie begeleidt. Deze commissie bestaat uit de heren A. Mans (burgemeester Hillegom), J.W.M. Stuijt (wethouder in Zoeterwoude), J.G. den Hollander (fractievoorzitter CDA in Teylingen) en R. Mauer (gemeentesecretaris in Oegstgeest). Holland Consultancy gaat interviews houden op de gemeentehuizen in de regio, om de meningen over de intergemeentelijke samenwerking te peilen. De evaluatie is gericht op vier hoofdthema's: de inhoudelijk bereikte resultaten, de bestuurlijke relaties, het functioneren van de gemeenschappelijke regeling en een actueel beeld van de bestuurskracht van het samenwerkingsorgaan. Deze evaluatie volgt op het recente onderzoek dat leden van het dagelijks bestuur van Holland-Rijnland deden via een rondgang langs de colleges en gemeenteraden van de twaalf gemeenten. De resultaten van beide onderzoeken, het interne van het Dagelijks Bestuur en het externe van Holland Consultancy moeten eind september 2008 op tafel liggen. Het besluit tot evaluatie van de samenwerking werd eind 2007 genomen tegen de achtergrond van het verzoek van de gemeenten in de Rijnstreek (Alphen aan den Rijn, Jacobswoude, Nieuwkoop en Rijnwoude) tot aansluiting bij Holland Rijnland. Een aantal gemeenten in de regio Holland-Rijnland wilde daarover pas praten als er duidelijkheid was over het huidige functioneren van de samenwerking in hun regio. De samenwerkingsorganen Holland Rijnland en Rijnstreekberaad organiseren op woensdag 3 september een informatie- en dialoogbijeenkomst voor raadsleden uit de betrokken gemeenten van de twee regio's. De bijeenkomst is bedoeld om de dialoog in en tussen de gemeenteraden te ondersteunen. Tijdens de bijeenkomst geven de voorzitters van beide samenwerkingsverbanden een toelichting op het concept van de contourenschets/vervlechtingsonderzoek.
12
5 DE VZHG ALS PROVINCIALE AFDELING VAN DE VNG 5.1
Extra VNG-ledenvergadering op 26 september
De VNG houdt op vrijdag 26 september 2008 een Buitengewone algemene ledenvergadering (Buitengewone ALV) in theater Orpheus te Apeldoorn. Onderwerpen zijn: o de oprichting van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), o de resolutie met de reactie van de VNG op het rapport van de Taakgroep Gemeenten o de invulling van een aantal vacatures in bestuur en vaste beleidscommissies van de VNG. Aansluitend aan de Buitengewone ALV vindt een debat plaats tussen journalisten met als thema “Algemene nabeschouwingen voor de gemeenten”, waarin de gevolgen van Prinsjesdag voor de gemeenten worden belicht.
5.2
Tussentijdse vacatures in VNG-bestuur en commissies
In aanvulling op de vacatures die in juni bekend werden gemaakt (zie VZHG-Journaal nr. 6, paragraaf 5.1) heeft de VNG bij ledenbrief van 1 juli (nr. 08/120) nog twee tussentijdse vacatures voor vervulling open gesteld. In alle gevallen ging het om vacatures die waren ontstaan door het vertrek van bestuurders die elders in het land actief waren. De VZHG heeft bij brief van 16/21 juli 2008 gebruik gemaakt van het recht van voordracht door de zgn. shortlist (aangemaakt na de raadsverkiezingen van 2006) opnieuw aan te bieden aan de speciale adviescommissie van de VNG. Bijzonder was deze keer de vacature van voorzitter VNG-commissie Milieu en Mobiliteit, tevens bestuurslid van de VNG. Een van de twee zittende Zuid-Hollandse leden van die commissie, de heer Teunis Stoop, wethouder van Hendrik-Ido-Ambacht, heeft zich voor deze functie kandidaat gesteld. Na overleg met het andere zittende Zuid-Hollandse lid, mevr. Lian Merkx, wethouder van Delft, heeft de VZHG de kandidatuur van de heer Stoop gesteund. De VNG-adviescommissie heeft op 12 augustus jl. een enkelvoudige voordracht opgesteld voor alle actuele vacatures. Elk lid van de VNG kan –met de steun van 10 andere gemeenten- tot uiterlijk 5 september a.s. tegenkandidaten stellen. De adviescommissie heeft geen enkele voordracht van de VZHG overgenomen. In de vacature van voorzitter Commissie Milieu en Mobiliteit draagt de VNG de heer Aalderink voor, burgemeester van Bronckhorst (Gelderland) en aldaar portefeuillehouder bestuurlijke zaken, recreatie en toerisme.
5.3
Wijzigingen directieraad VNG per 1 september 2008
Met de komst van drs. C.J.G.M. (Kees Jan) de Vet op 1 september a.s. is de directieraad van de VNG weer compleet. De portefeuilleverdeling wordt iets gewijzigd. De heer De Vet wordt o.a. verantwoordelijk voor de beleidsvelden Ruimte en Wonen, Werk en Inkomen en voor het expertisecentrum Gemeenterecht. Hij krijgt ook vier provinciale afdelingen “in portefeuille”, maar niet Zuid-Holland. De VZHG gaat per 1 september a.s. over naar de portefeuille van directieraadslid mw. Sandra Korthuis. Het bestuur heeft haar van harte welkom geheten in die nieuwe rol.
5.4
Relatie gemeenten - VNG
Bij ledenbrief nr. 134 (d.d. 23 juli 2008) presenteerde de VNG de uitkomsten van twee onderzoeken, waarin de relatie en de wisselwerking tussen de VNG en haar leden aan de orde kwam. In het kader van de actie “VNG in ’t land” hebben VNG-medewerkers bijna driehonderd gemeenten bezocht. Daarnaast werd –zoals ieder jaar- het gestructureerde onderzoek “VNG Gemeten” gehouden. De gemeenten geven de VNG voor de derde keer achtereen een 6,7 als algemeen rapportcijfer. Op de kernwaarden “dienstbaar” en “betrouwbaar” wordt onveranderd hoog gescoord. Een stijging doet zich
13
voor in de waardering, als het gaat om “trendsettend” zijn; een behoorlijke daling echter waar het gaat om de kernwaarde “samenwerking”. Bij het opstellen van de VNG agenda 2009 zal hier extra aandacht aan worden besteed. Tijdens de actie “VNG het land in” is met name gevraagd naar dienstverlening en informatievoorziening, naar de platformfunctie en naar de belangenbehartiging. Hoewel de informatie van de VNG-website zeer wordt gewaardeerd, blijkt toch dat de VNG de gemeenten niet altijd goed bereikt, terwijl ook de gemeenten (met name de raadsleden) de VNG niet altijd goed weten te vinden. De informatiestroom moet meer behapbaar worden door maatwerk voor doelgroepen; terwijl de bereikbaarheid van het VNG informatiecentrum punt van aandacht blijft. Naarmate er contactpersonen bij de gemeenten bekend zijn, verloopt de ontsluiting van VNG-informatie beter. Een groot aantal gemeenten pleit voor het opnieuw aanstellen van contactfunctionarissen bij de VNG, zodat de VNG meer actief is in het land. Aan het organiseren van regionale bijeenkomsten bestaat duidelijke behoefte. Een goede landelijke spreiding is essentieel. In aanvulling op de internetfora denkt de VNG aan “internetfora” om de leden te betrekken bij standpuntbepaling. In het kader van belangenbehartiging blijkt dat de VNG soms niet tegemoet komt aan specifieke wensen en behoeften. Met name kleinere gemeenten maken zich zorgen over de aanpak van decentralisatie, zowel wat betreft het inhoudelijk resultaat als wat betreft het proces van standpuntbepaling en besluitvorming. Veel gemeenten willen meer aandacht voor de organisatorische en uitvoeringstechnische gevolgen van nieuw beleid. Een aantal gemeenten ziet de gemeenten nog teveel als een “Haagse club”. De directieraad somt in de ledenbrief een aantal bestaande acties op, die reeds als antwoord kunnen worden gezien op behoeften en vragen van de leden. Andere suggestie worden nader bezien, omdat ze een breuk met het huidige organisatiemodel betekenen, óf om een contributieverhoging vragen, óf slechts door een deel van de achterban worden gesteund. Voorbeelden hiervan: - Maatwerk in de belangenbehartiging naar gemeentegrootte; - Maatwerk in dienstverlening naar gemeentegrootte; - Het (opnieuw) aanstellen van de contactfunctionaris en van accounthouders bij het VNG-bureau. De positie van de provinciale afdelingen komt in de ledenbrief niet aan de orde.
6 OVERIGE BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN 6.1
VNG-commissie Bestuur en Veiligheid van 4 september 2008
De VNG-commissie Bestuur en Veiligheid komt bijeen op donderdag 4 september 2008. Op de agenda: o Inrichting verkiezingsproces o Informatiepositie burgemeester met betrekking tot (ex) gedetineerden Dit gedeelte van de vergadering wordt bijgewoond door procureur-generaal mr H.J. Moraal o Bevoegdheden burgemeester a. Doorzettingsmacht b. Stand van zaken ontwikkelen visie/voorbereiding ronde tafel bijeenkomst 1 oktober o Interbestuurlijk toezicht o Naleving Europese regelgeving medeoverheden (wet NERMO) o Nationaal Urgentie Programma e-overheid o Antwoord2 (Presentatie) o Mededelingen/stand van zaken/korte bespreekonderwerpen: Bestuurlijke boete Commissie Overlast Jaarwisseling
14
Stand van zaken registratie niet-ingezetenen Regierol gemeenten op het terrein van veiligheid Bestuurlijke boete: Op 22 juli hebben de ministers van Justitie en BZK een brief aan alle burgemeesters en korpsbeheerders gestuurd, waarin wordt voorgesteld de vergoedingen voor bestuurlijke boetes, c.q. strafbeschikking te bepalen op €25 (parkeren) en €40 (overlast). De VNG vindt dit niet toereikend. Er wordt overlegd over de te nemen volgende stappen. Overlast jaarwisseling: De commissie “Overlast jaarwisseling”, ingesteld door de minister van BZK, heeft haar vooronderzoek afgerond. Meer dan tachtig gemeenten hebben informatie aangeleverd. De commissie bespreekt nu de bevindingen en zal eind september, begin oktober haar aanbevelingen voor de aanpak van de jaarwisseling rapporteren aan de minister.
6.2
VNG-commissie Bestuur en Veiligheid van 26 juni 2008
De vorige vergadering van de commissie was vlak voor de zomer. Toen is o.a. gesproken over: o Horizontaal toezicht: De commissie stemt in met de brief aan de staatssecretaris van BZK waarin wordt verzocht de regelgeving inzake de rechtmatigheidscontrole van de jaarrekening aan te passen. Het burgerjaarverslag moet worden toegevoegd aan het instrumentarium overzicht. De commissie is bereid medeopdrachtgever te zijn van een onderzoek naar de kosten van de gemeentelijke controletoren. o Kraakverbod: De commissie ziet niets in het concept initiatiefvoorstel van de Kamerleden Jan ten Hoopen (CDA), Brigitte van der Burg (VVD) en Arie Slob (CU), dat onder meer een algeheel kraakverbod inhoudt. Het biedt noch een oplossing voor de openbare ordeproblematiek noch voor die van de leegstand. De brief van de G4 aan de initiatiefnemers wordt gesteund. o BTW Veiligheidsregio’s: De commissie stemt in met de brief aan de minister van Financiën. waarin een oplossing wordt bepleit voor de het probleem dat veiligheidsregio’s ten gevolge van de in de Wet op de Veiligheidsregio’s neergelegde structuur geen recht meer hebben op BTW-compensatie. o Openbaarmaking gegevens van raadsleden. De commissie is het eens met de Vereniging van Griffiers dat het standpunt van het College Bescherming Persoonsgegevens inzake de openbaarmaking van gegevens van raadsleden, in relatie met hun bijdragen aan vergaderingen van de raad of commissies, zich niet verdraagt met het principe van ons parlementaire stelsel dat vergaderingen van vertegenwoordigende organen openbaar zijn.
6.3
Wijziging Gemeentewet i.v.m. evaluatie dualisering
Op 1 juli stemde de Tweede Kamer in met een aantal wijzigingen van de Gemeentewet die verband houden met de evaluatie van de dualisering. Het voorstel om het aantal gemeenteraadsleden en wethouders terug te dringen gaat echter niet door. De belangrijkste wijzigingen: o Ook in gemeenten met minder dan 18.000 inwoners mag straks de gemeenteraad per wethouder vaststellen hoe groot de individuele tijdbestedingsnorm is. Wethouders hoeven dan niet langer allemaal dezelfde tijdbestedingsnorm te hebben. o De verantwoording van de besteding van fractievergoedingen wordt wettelijk verplicht. o Wethouders zullen na inwerkingtreding van de wetswijziging van de Gemeentewet altijd toegang hebben tot de vergaderingen van de raad en kunnen deelnemen aan de beraadslagingen.
15
7 GEMEENTEFINANCIËN 7.1
Financieel toezicht op Zuid-Hollandse gemeenten
Op 1 juli jl. hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het Jaarverslag 23007 van het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen uitgebracht. Hierin wordt verslag gedaan van de bevindingen bij de beoordeling van de begroting 2008. GS gaan in op de ontwikkelingen bij de financiële positie van gemeenten, in het bijzonder de reserves en voorzieningen en op de belastingcapaciteit. Verder komen de lokale lasten aan de orde (OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten) en worden algemene ontwikkelingen aangestipt. Dit jaar staan 9 van de 77 gemeenten onder preventief financieel toezicht. Voor drie gemeenten geldt is de financiële situatie de oorzaak: Boskoop, Nieuwkoop en Ouderkerk. Vijf gemeenten vallen automatisch onder dit regime, omdat zij in een procedure van herindeling zitten: Alkemade, Jacobswoude, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen-Moerkapelle. De gemeente Alblasserdam tenslotte was te laat met het insturen van de begroting 2008. Van de gemeenschappelijke regeling staat alleen het Werkvoorzieningschap Binnenhof om fianciele redenen onder preventief toezicht. Maar liefst 7 regelingen slaagden er niet in hun begroting tijdig op het provinciehuis te krijgen: de SW-bedrijven Avelingen Groep en Drechtwerk, de GGD Rotterdam-Rijnmond, de Logopedische Dienst kring Sliedrecht, het Streekarchief Midden-Holland, het Woonwagencentrum rayon Leiden en het Openbaar voortgezet onderwijs Wadddinxveen-Boskoop. Het totale budget van de Zuid-Hollandse gemeenten is in 2008 met 2,3 % gestegen tot bijna € 12,5 miljard. Aan het begin van het begrotingsjaar beschikten zij samen over € 5,9 miljard aan reserves; een stijging ten opzichte van het vorig jaar met 7,4 %. Daarnaast beschikten de gemeenten nog over € 2,5 miljard aan voorzieningen voor de afdekking van verplichtingen en gecalculeerde tekorten. Dit was 4,3% meer dan het jaar ervoor. Het belastingniveau van de Zuid-Hollandse gemeenten samen ligt € 44,6 miljoen hoger dan het zogeheten redelijk peil dat de beheerders van het Gemeentefonds hanteren als minimumniveau voor artikel 12-gemeenten. Naar aanleiding van het rapport van de commissie-Oosting concluderen GS dat er geen aanleiding is om te komen tot aanpassing van het bestaande stelsel van financieel toezicht van de provincies op de gemeenten. Wat betreft gemeenschappelijke regelingen zijn GS van oordeel dat de deelnemende gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken. Op termijn wordt daarom het (verticale) toezicht van de provincie afgeschaft. Gekeken wordt naar pilots in Noord-Brabant en Limburg, gericht op het versterken van de financiële functie van gemeenschappelijke regelingen , waarmee het zicht van de deelnemers wordt verbeterd.
8 ONDERWIJS, ZORG EN WELZIJN 8.1
VNG-commissie Onderwijs, zorg en welzijn
De commissie komt bijeen op donderdagmorgen 4 september a.s. Op de agenda: o Decentralisatie Regionaal Historische Centra/Archieven naar Provincies. o Bekostiging lokale omroepen o Doordecentralisatie onderhuisvesting naar schoolbesturen VO o Kwaliteitskader Wmo o Toekomstvisie op Publieke Gezondheid
16
o o o o o o
Ondertekening Convenant depressiepreventie Reactie VNG wetsontwerp CJG Voorbereiding wetstraject harmonisatie voorschoolse voorzieningen Wmo Berichtenverkeer Psychisch kwetsbare burger in de Wmo: visiedocument GGZ Nederland Korte bespreekpunten, stand van zaken: Wmo, onderwijs en opvang, project invoering CJG, Project Beter Voorkomen, cultuur en media.
8.2
Ondersteuning gemeenten op WMO-terrein door provincie wordt vraaggericht.
Op 15 juli jl. hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland schriftelijke vragen van het Statenlid Iris Meerts (PvdA) beantwoord over het onderwerp “Ondersteuning gemeenten op het gebied van de WMO”. Mw. Meerts had de vragen gesteld naar aanleiding van de eind mei door Tympaan uitgebrachte “Quick Scan Wmo in uitvoering” en de “Monitor cliëntenparticipatie WMO”. Naar de indruk van mw. Meerts hebben gemeenten twijfels over de kwaliteit van de provinciale ondersteuningsinstellingen, die zijn ingezet om de gemeenten te ondersteunen. GS geven aan dat zij in mei en juni in het verband van de Regionale Agenda Samenleving (RAS) overleg met gemeenten hebben gevoerd over de provinciale ondersteuning ten behoeve van het versterken van preventief jeugdbeleid, cultuurbereik en sociale infrastructuur voor de periode 2009-2012. In deze overleggen is inderdaad naar voren gekomen dat de huidige wijze van ondersteuning door de organisaties niet voldoet aan de wensen en ideeën van de wethouders. In essentie is de klacht dat de ondersteuningsinstellingen vooral aanbodgericht zijn en dat zij onvoldoende inspelen op de vraag van de gemeenten. Het college wil hier op korte termijn hier verandering in brengen en is hierover in overleg met de ondersteuningsorganisaties. Provinciale Staten ontvangen in september het vervolg op de notitie Maatschappelijke Participatie. Daarin staat welke afspraken zijn gemaakt met de ondersteuningsorganisaties.
8.3
VNG vraagt input voor “Jeugd” als strategisch thema 2009
In de VNG-agenda 2009 wordt “Jeugd” aangewezen als een van de zgn. strategische thema’s. De VNG wil gemeenten gaan ondersteunen bij het waarmaken van de regiefunctie op de verschillende deelterreinen van jeugdbeleid, ‘van administratie naar actie’. De nadruk ligt op de mogelijkheden van gemeenten om hun jongeren (-9 mnd. tot en met 23 jr) de ruimte te geven zich te ontwikkelen. Vanuit de verantwoordelijkheden van gemeenten wordt gekeken naar de nadere invulling van de regierol, uitgaande van een positieve benadering, waarin de ontwikkeling van jongeren centraal staat. Ter invulling van het thema en het bepalen van de breedte is input vanuit gemeenten van groot belang. Yvonne Dieteren, beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid van de VNG, heeft contact opgenomen met de VZHG met de vraag of zij met Zuid-Hollandse gemeentebestuurders op dit terrein van gedachten kan wisselen over invulling en accentlegging van het thema. Moet de focus liggen op kinderopvang, op overlastgevende jongeren, op veilige scholen, op het Centrum voor jeugd en gezin, op de afstemming met de provinciale jeugdzorg, etc.? Namens Harmen Akkerman, VZHG-portefeuillehouder Jeugd en wethouder van Gorinchem is een voorlopige reactie gegeven.
Oproep aan (regionale) portefeuillehoudersoverleggen Jeugd. Er bestaat er in Zuid-Holland geen overleg van portefeuillehouders Jeugd op provinciale schaal. Mevr. Dieteren wil ook graag haar licht opsteken bij overleggen op regionale schaal. Zij zal op 11 september a.s aanwezig zijn bij het portefeuillehoudersoverleg Jeugd van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
17
Aan andere regionale portefeuillehoudersoverleggen waar het thema Jeugd een wezenlijk punt van discussie is, vragen wij om in contact te treden met Yvonne Dieteren (
[email protected] ; 0703738865 )
Inhoudelijke reactie o
o
o
Het ligt bij de invulling van het VNG-thema minder voor de hand om de aandacht te focussen op een concreet deelaspect. Kenmerkend voor de regiefunctie van de gemeente is dat zij juist de samenhang in al die aspecten van jeugdbeleid weet aan te brengen. De focus zou dus gericht moeten worden op het aanbrengen van samenhang en het vervolgens bijsturen van de inzet van partners die niet goed sporen met de afgesproken doelen. Het thema Centrum voor Jeugd en Gezin komt waarschijnlijk genoeg aan bod. De VNG plant dit najaar landelijke werkconferenties: CJG & Onderwijs (op 30 oktober), CJG & 1e lijns gezondheidszorg en CJG & Opvoedingsondersteuning zijn in voorbereiding. Bovendien is in juli de "Bende van Bart" van start gegaan, een groep bestuurders die collega’s wil bijstaan bij de invoering van hun CJG (zie hierna). Een specifiek Zuid-Hollands aandachtspunt betreft het effect van het voornemen van de provincie (Mevr. Van de Vondevoort, provincie-nieuwe-stijl) om zich terug te trekken op haar kerntaken. Dat betekent in concreto dat nogal wat taken die de provincie Zuid-Holland nu doet (of betaalt) op het bordje van de gemeente komen. De gemeenten moeten hun preventieve taken meer dan nu waarmaken.
8.4
“Bende van Bart” steunt wethouders bij vormgeving Centrum voor Jeugd en Gezin
De VNG heeft op 28 juli 2008 de start bekend gemaakt van de “Bende van Bart”, een team van bestuurders die collega bestuurders gaat stimuleren en helpen bij de realisatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De Bende wordt aangevoerd door Bart Eigeman, wethouder in Den Bosch en voorzitter van de VNG-commissie Onderwijs, Zorg en Welzijn. De bendeleden zijn bestuurders uit het hele land, allemaal met het CJG in portefeuille. De bende is wisselend van samenstelling en geeft regelmatig het stokje door aan een nieuw lid. In de eerste lichting zitten vier Zuid-Hollandse bestuurders: 1. Harmen Akkerman; wethouder van Gorinchem en portefeuillehouder Jeugd van de VZHG. Hij gaat met collega’s graag nader in op aspecten als: • De rol van onderwijs en onderwijs in het CJG • Samenwerking in jeugdzorg • Samenwerking CJG centrumgemeente en regio • Jeugdzorgcentrum vertalen naar frontoffices in de regio • CJG met jeugdgezondheidscentrum als backoffice 2. Michiel van der Vlies, wethouder van Hendrik-Ido-Ambacht. Hij helpt collega’s graag met: • Zorgnetwerken en integrale samenwerking in relatie tot de regierol van de gemeente • Voor wie is het CJG en hoe bereik je ze? • Voorkomen voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkeloosheid • Relatie ontwikkeling jeugd en inrichting woonomgeving • Rol overheid versus samenleving • CJG en welzijnswerk: herzien? 3. Aart-Jan Moerkerke wethouder van Capelle aan den IJssel 4. Rik Buddenberg, burgemeester van Pijnacker- Nootdorp Het profiel van de twee laatstgenoemde bestuurders wordt nog bekend gemaakt. Verdere info via
[email protected]
18
9 WERK EN INKOMEN 9.1
VZHG en DIGAZ conferentie Sociale Werkvoorziening op 29 oktober 2008
Op woensdag 29 oktober a.s. van 12.00 – 16. 00 vindt in Lommerrijk te Rotterdam (adres: Straatweg 99, 3054 AB Rotterdam) een bijeenkomst plaats onder de titel “Modernisering sociale werkvoorziening ruim 9 maanden op weg of ……? “. Centraal bij deze bijeenkomst staat het rapport van de commissie de Vries, dat aanvankelijk voor de zomer zou uitkomen, maar dat nu half oktober verwacht mag worden. PROGRAMMA 12.00 – 13.00 gelegenheid tot lunch 13.00 – 14.45 aanvang en toelichting door Tof Thissen, gevolgd door commentaar vanuit de gemeentelijke hoek door Hans Spigt en commentaar vanuit Cedris 14.45 – 15.00 Pauze 15.00 – 16.00 discussie in groepen rond het thema “regie bij de gemeenten/samenwerking” 16.00 – 17.00 afsluiting Gespreksleider is Suzanne Mulder. De uitnodiging wordt in september verstuurd.
9.2
Overleg cliëntenraden WWB Zuid-Holland: bezwaar tegen stopzetten provinciale bijdrage
In een brief aan gedeputeerde mw. Van de Vondervoort d.d. 18 augustus 2008 maakt de voorzitter van de stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden Zuid-Holland bezwaar tegen het voornemen (in het kader van Provincie Nieuwe Stijl) om de provinciale bijdrage van € 20.000 vanaf 2010 stop te zetten. Zij doet dit namens de 42 gemeentelijke en/of regionale cliëntenraden voor de Wet Werk en Bijstand, die in ZuidHolland voor 53 gemeenten werkzaam zijn. De stichting organiseert jaarlijks zo’n 10 themabijeenkomsten en overleggen, waarin vertegenwoordigers van cliëntenraden elkaar informeren en stimuleren ten behoeve van een goed gemeentelijk sociaal beleid. De afgelopen jaren is aandacht besteed aan o.a. arbeidsadviseurs, re-integratie, bijzondere bijstand, work-first en overleg met de gemeenteraad. Het bestuur van de stichting heeft nog geen partij gevonden die deze taken kan overnemen. Mede gezien de aanpak in de provincies Noord-Brabant, Friesland, Limburg en Noord-Holland roept de voorzitter de gedeputeerde op niet de verkeerde keuzes te maken.
10 RUIMTE EN WONEN 10.1
Eerste ervaringen met nieuwe Wet ruimtelijke ordening
10.1.1 Oproep: melden van positieve en negatieve ervaringen Per 1 juli jl. is de wijziging van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Alle betrokkenen zijn geïnteresseerd in de eerste ervaringen. Op woensdag 17 september a.s. komen de gemeentelijke en provinciale ambassadeurs op verzoek van het ministerie van VROM bijeen om daarover te praten. Melding van positieve en negatieve ervaringen wordt op prijs gesteld, Gemeentelijk ambassadeur voor Zuid-Holland is Rens van de Berg van de gemeente Hendrik-IdoAmbacht: E-mail:
[email protected] ; 078-6843265.
19
10.1.2 Planschadeverhaalsovereenkomsten op grond van art.19 lid 1 of 2 onverbindend? Ondertussen heeft de VNG een eerste “gat in de wet” gesignaleerd. In het weekbericht van 21 augustus jl. wordt het probleem gemeld van de planschadeverhaalsovereenkomsten, die op of na 1 juli 2008 zijn of worden gesloten op grond van artikel 19, eerste of tweede lid van de Wet Ruimtelijke Ordening. Deze zijn hoogstwaarschijnlijk onverbindend! Meerdere gemeenten hebben kort voor 1 juli te maken gehad met een stortvloed aan vrijstellingsverzoeken, waarvoor in alle gevallen een verhaalsovereenkomst zal worden gesloten. Dit leidt tot vragen als: o Wat is de reactie van het ministerie van VROM? Wordt het gat in de wetgeving gedicht? o Wat vindt het ministerie van het advies van de VNG (opnemen opschortende voorwaarde)? Is dit voldoende? o Wat te doen met reeds gesloten overeenkomsten? Partijen zullen niet gauw bereid zijn een nieuwe overeenkomst (mét opschortende voorwaarde) te sluiten of een verzoek om toepassing artikel 19 WRO in te trekken (verlies rechten - projectbesluit in veelal geen aantrekkelijk alternatief voor vrijstelling artikel 19 WRO).
10.1.3 Gemeenteraden vaak slecht voorbereid? Tijdens de vakantieperiode werd de uitkomst bekend van een onderzoek dat bureau SGBO had gedaan naar de kennis bij gemeenteraden van de nWro. Hieruit kwam naar voren dat bijna de helft van de gemeenteraden matig tot slecht is voorbereid op de gewijzigde wet. 55 % van de ondervraagde fractievoorzitters achtte zichzelf matig tot slecht voorbereid op de wet. 10 % wist zelfs niet dat de wet gewijzigd was. Het noemen van een belangrijke wijziging was voor een derde van de fractievoorzitters een probleem. Meer dan de helft wist niet dat de gemeente niet langer leges mag heffen wanneer een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar. In een grote groep gemeenten was de bevoegdheid om een projectbesluit te nemen nog niet gedelegeerd aan het college, zodat de raad daar alle projectbesluiten zelf moet nemen, dus ook bijvoorbeeld voor dakkapellen.
10.2
VNG-commissie Ruimte en Wonen
De commissie is bijeen geweest op 28 augustus. Op de agenda: o Thema: nieuwe Huisvestingswet, presentatie door de heer Pieter Elsinga van het Ministerie van VROM directie Wonen, Wijken en Integratie o VNG-visie op de fysieke leefomgeving (eindbeeld Wabo) o Windenergie o Stedenbeleid o Akkoord van Apeldoorn (landschapsmanifest) en Agenda Landschap o Ontwikkeling Algemene Maatregel van Bestuur AMvB Ruimte o Ter kennisname/ Hamerstukken: Afkoop oude subsidieregelingen, stand van zaken commissie Ruimte en Wonen, Handreiking Sociaal fysiek: spoorboekje voor maatschappelijke voorzieningen; Congres gebruiksbesluit en Portefeuilleverdeling commissieleden. o Ingekomen brieven en mededelingen: brief gemeenten Vlaardingen en Maassluis van 25 juni 2008 m.b.t. stedelijke vernieuwing/gemeentefonds over de financiële gevolgen van herstructurering; Ministeriële regeling maximering plankosten naar verwachting eind 2008 gereed
10.3 Provinciale Planologische Commissie (PPC) Soort PPC-commissie PPC-Advies / Overleg
Datum 04-09-2008
Agendapunten (planning) o Vastgesteld Regionaal Structuurplan Haaglanden, toelichting door Arno Lammers en Laurens van Herpt op de vaststelling en de doorwerking in het kader van het nWRO overleg.
20
Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen en kantoren, toelichting door Arend de Jong o Structuurvisie Hoeksche Waard, ontwerp ruimtelijk plan, presentatie door Commissie Hoeksche Waard Regiobezoek Groene Hart o
PPC-Avies/ Overleg
25-09-2008
PPC Advies/ Overleg
02-10-2008
10.4
o o
Merwedezone (Karen Raap) Ontwerp Provinciale Structuurvisie (Agnes Wittink)
Samenstelling gemeentelijke delegatie in de PPC PPCadvisering
functie
telefoon
e-mailadres
Lid
Frank Koen
0183-35 65 43
[email protected]
Plv.
Wouter van Putten
Burgemeester van Zederik Wethouder van Rijswijk functie
070-326 18 48
[email protected]
telefoon
e-mailadres
Burgemeester van Binnenmaas Wethouder van Lansingerland
078-676 44 33
burgemeester@binnenmaa s.nl
[email protected]
PPC-Overleg Lid
André Borgdorff
Plv.
Naushad Boedhoe
10.5
PPC bespreekt Hoofdlijnendocument PSV, Waterplan en Actieplan klimaat en ruimte
010-800 40 69
Op 3 juli jl. heeft de PPC “Advisering ruimtelijke plannen” geadviseerd over het zgn. Drieluik, het hoofdlijnendocument van de provincie Zuid-Holland dat op 25 juni 2008 door Provinciale Staten is vastgesteld. Het hoofdlijnendocument is bedoeld om samenhang aan te brengen tussen de Provinciale structuurvisie (op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening), het provinciaal waterplan en het Actieplan klimaat en ruimte. Mevrouw Wittink (projectleider Structuurvisie) gaf een presentatie. Zij ging in op de samenhang tussen de drie plannen en de inhoud van het hoofdlijnendocument: bestaand beleid tot 2020, Voorloper Groene Hart, en een nieuwe opgave met doorkijk tot 2040. Vervolgens ging mevrouw Wittink in op de uitgangspunten voor het provinciaal belang, het provinciaal belang zelf en de inzet van instrumenten. Spreker gaf een toelichting op de bestuurlijke aspecten en de verdere procedure. Na de zomer vindt de eerste discussie plaats over het provinciaal belang en de uitvoering. Volgens de planning wordt de Provinciale Structuurvisie eind 2009 vastgesteld. Vanuit gemeentelijke kring ging de heer Koen (burgemeester van Zederik) akkoord met de procedure. Afstemming met gemeenten en regio’s is nodig; zij gaan graag het gesprek met de provincie aan. Gemeenten en regio’s zijn bezig met Regionale Structuurvisies. Spreker pleitte ervoor die te gebruiken bij de Provinciale Structuurvisie. Hetzelfde geldt voor de Voorloper Groene Hart en het interprovinciaal belang. Als derde punt ging de heer Koen in op de belangen van rijk, provincie en gemeente. In ZuidHolland spelen majeure rijksbelangen. Hoe moet dan het provinciale belang worden onderscheiden? In het Hoofdlijnendocument wordt een veilige leefomgeving genoemd als provinciaal belang. Goed wonen is ook essentieel voor de burger, maar dat is dan weer niet expliciet een provinciaal belang. Dit alles benadrukt de noodzaak om adequaat met elkaar in gesprek te komen en te blijven. Het is de vraag of de
21
provincie alle rijksbelangen in de provinciale Structuurvisie moet opnemen. De heer Koen pleitte ervoor de komende maanden het gesprek met elkaar aan te gaan.
10.6
Mooi Nederland in PPC
In de PPC voor Overleg inzake de ruimtelijke ordening is op 3 juli jl. van gedachten gewisseld over resp. Mooi Nederland. De heer Stigter (VROM) gaf een presentatie over Mooi Nederland. Hij ging in op de vraag wat verrommeling is en gaf een toelichting op het stimuleren van duurzaam en efficiënt ruimtegebruik voor wonen en werken, met de bijbehorende producten. Vervolgens ging spreker in op het behouden en versterken van de openheid van het landschap met de bijbehorende producten, en op windenergie. Hij ging dieper in op de thema’s bedrijventerreinen, nationale landschappen en snelwegpanorama's. Tot slot meldde de heer Stigter dat de nieuwe architectuurvisie door de Ministerraad is vastgesteld en dat het Innovatie programma Mooi Nederland in 2009 van start gaat. Vanuit gemeentelijke kring gaf de heer Borgdorff (burgemeester van Binnenmaas) aan het -in verband met de uitwerking Nationaal Landschap- opvallend te vinden dat er sprake is van een aanbod van het rijk aan de provincie voor ondersteuning bij het ontwikkelen van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap. Spreker pleitte er voor ook aan de gebieden zelf te denken. Als voorbeeld noemde hij de Hoeksche Waard, waar de streek in het kader van een structuurvisie bezig is met duurzame ruimtelijk kwaliteit. Er is behoefte aan interactie van het rijk met het gebied zelf. Van belang is het gezamenlijk optrekken van de drie bestuurslagen. Daarnaast ging de heer Borgdorff in op de snelweg panorama's. Die moeten niet alleen leuk zijn voor de automobilist, het is ook van belang hoe mensen die daar wonen en werken er tegenaan kijken. Om die gebieden duurzaam te houden, is het van belang om rekening te houden met de mensen die er wonen. Spreker noemde als voorbeeld de casus windmolens in Woerden. De heer Koen (burgemeester van Zederik) onderschreef het pleidooi van de heer Stigter over het te voeren gesprek. Hij vroeg zich af hoe men bij VROM het integraal proces ziet, bijvoorbeeld bij het Nationaal Landschap in het kader van de Wro.
10.7
Provinciaal actieprogramma Mooi Zuid-Holland in PPC.
In de PPC voor Overleg inzake de ruimtelijke ordening is op 3 juli jl. van gedachten gewisseld over het Actieprogramma Mooi Zuid-Holland. Mevrouw Den Heijer gaf een presentatie. Zij ging in op de aanleiding (maatschappelijk onbehagen, afspraken zoals het coalitie akkoord en de ambities), de randvoorwaarden en de ambitie van het Actieprogramma. Vervolgens gaf zij een toelichting op de quickscan die is gedaan door de bureaus West 8 en Lola. Op basis van de suggesties van de bureaus zijn kansrijke projecten voor het Actieprogramma geformuleerd, zoals : Hollandse meesters, molens, nieuw Friesland (verbinding van waterwegen) en volle bossen. Uiteindelijk zijn drie kansrijke projecten geselecteerd: o De Groene Uitweg route en de Dammen route, o De kwaliteit van bedrijventerreinen o De Provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit.. Vanuit gemeentelijke kring gaf de heer Koen aan dat er sprake is van een discrepantie tussen het ambitieniveau op basis van de analyse en het voorstel aan GS. Dat laatste bevat maar enkele punten. Spreker verzocht om aan te geven of deze punten terug komen in de Provinciale Structuurvisie of in andere beleidsdocumenten.
10.8
GS behandelen Structuurplan Haaglanden
Op 15 juli jl. hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het Regionaal Structuurplan van stadsgewest Haaglanden (RSP) behandeld. GS hebben het structuurplan beoordeeld op basis van het streekplan Zuid-Holland West (2003). Op enkele onderdelen stemt het college niet in. Goedkeuring is onthouden aan het afwegingskader om stedelijke ontwikkelingen mogelijk te maken buiten de geldende bebouwingscontouren. Het college voegt daaraan toe dat het ruimtelijke interim-beleid (tot eind 2009) van de provincie wel enige ruimte biedt om gemotiveerd af te wijken van de bebouwingscontouren. Het
22
college onderschrijft de ambitie en inzet om zich als stadsgewest te positioneren als een internationaal sterke regio. Daarbij worden drie grote gebiedsontwikkelingen onderscheiden: Het World Forum Den Haag (zone voor internationale organisaties op het gebied van vrede en recht), de Binckhorst Den Haag (transformatie van bedrijventerrein) en het Technologisch Innovatief Complex Delft. Het structuurplan is aangemerkt als bouwsteen voor de Provinciale Structuurvisie (PSV) die op grond van de gewijzigde Wet ruimtelijke ordening vastgesteld moet worden.
10.9
Statencommissie Ruimte en Wonen
De Statencommissie komt bijeen op 10 september a.s. Op de agenda: o Samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone De samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten tussen de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Rijnwoude, Alphen aan den Rijn en Bodegraven, het Hoogheemraadschap van Rijnland en de Minister van VROM. Partijen leggen hiermee vast uitvoering te geven aan het programma Oude Rijnzone zoals beschreven in de Transformatievisie 2020, binnen het kader van de Streekplannen Zuid-Holland Oost en West. De overeenkomst is een voorwaarde voor een succesvolle aanvraag op het budget van de nota Ruimte o Actieprogramma Mooi Zuid-Holland Het Actieprogramma is de uitwerking van de afspraak uit het Coalitieakkoord 2007- 2011 om verrommeling van het Zuid-Hollandse landschap tegen te gaan. Deze hoofdlijnen van provinciaal beleid voor ruimtelijke kwaliteit worden verwerkt in de Provinciale Structuurvisie. o Voortgangsrapportage 2008 provinciale woonvisie In de commissievergadering van 18 juni jl. is naar aanleiding van de bespreking van de Kadernota en de Voorjaarsnota een discussie gevoerd over de woningbouwproduktie in Zuid-Holland. Besloten is om deze gedachtewisseling voort te zetten aan de hand van de Voortgangsrapportage. o Ter kennisname: 1. Brief van GS aan PS inzake knelpuntenprocedure Hoeksche Waard 2. Aanbiedingsbrief GS aan de Statencommissie inzake brief aan gemeenten Goeree-Overflakkee 3. Brief aan de gemeenten van Goeree-Overflakkee 4. Besluit van GS inzake het bestemmingsplan "integrale zoetwatervoorziening" 5. Concept-Voorloper Groene Hart
11 GROEN 11.1
Provincie wil samenhang in beheer van natuur en recreatie bevorderen
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 15 juli jl. een “Visie beheer groene ruimte” vastgesteld. De provincie is nu op twee manieren betrokken bij beheer van de groene ruimte: als subsidiegever en als recreatiebeheerder. GS willen die rollen beter op elkaar afstemmen. o •Voor de subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer, onderdeel van de afspraken met het Rijk over de Investeringsregeling Landelijk Gebied (ILG), gaat in 2010 een nieuwe vorm gelden. o •Als recreatiebeheerder heeft de provincie eigen recreatiegebieden (met natuurwaarden) en neemt zij deel in Natuur- en recreatieschappen. Deze directe betrokkenheid wordt afgebouwd. GS willen zich meer op afstand en op hoofdlijn met het beheer bezig houden. Bij het beheer van de groene ruimte zijn zeer veel verschillende partijen betrokken, zowel private als publieke. Deze situatie is historisch gegroeid en heeft gezorgd voor een versnippering van eigendom en beheeractiviteiten. Daarom is er meer behoefte aan een provincie die de samenhang in het beleid en de aansturing van het beheer gaat bevorderen.
23
De visie wordt ter vaststelling voorgelegd aan Provinciale Staten.
11.2
Statencommissie Groen, Water en Milieu over Midden-Delfland
De Statencommissie heeft een extra vergadering belegd op 3 september a.s. die speciaal gewijd is aan het gebied Midden-Delfland. Op 10 juli heeft een afvaardiging van de Statencommissie overleg gevoerd met vertegenwoordigers van het gebied. Toen is afgesproken de statencommissie te vragen zich uit te spreken over het belang van een duurzaam authentiek agrarisch Midden-Delfland. Aan de commissie wordt voorgesteld om onderling en met GS van gedachten wisselen over de problematiek Midden Delfland met als doel: • Het doen van een richtinggevende uitspraak over het belang van het behouden van het authentieke agrarische landschap in Midden-Delfland. • Het doen van een richtinggevende uitspraak over de in te zetten marsroute voor het veiligstellen van het authentieke agrarische landschap in Midden-Delfland. De vergadering volgt op de themadag duurzaamheid van 3 september. De eerstvolgende reguliere vergadering wordt op 17 september a.s. gehouden.
12 WATER 12.1
Nationaal Bestuursakkoord Water geactualiseerd
Het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 het Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel (NBW-Actueel) ondertekend. In een ledenbrief d.d. 13 augustus 2008 (Lbr. 08/142) licht de VNG toe waarom actualisatie nodig was (o.a. uitwerking Europese Kaderrichtlijn Water, nieuwe klimaatscenario’s en overgang van planvorming naar uitvoering.) In de brief wordt ingegaan op de onderdelen van het NBW-actueel die voor de gemeenten relevant zijn. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.
12.2
Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-West (kaderrichtlijn water)
12.2.1 Toekenning gelden voor KRW-synergieprojecten De beoordelingscommissie synergiegelden KRW heeft begin juli het Synergieprogramma voor het stroomgebied Rijn-West beoordeeld. Zie voor de projecten in Zuid-Holland het VZHG-Journaal voor de Gemeenten 2008 nr. 5, paragraaf 13.1. Voor de zgn. 100% variant zijn de financiën nu definitief toegezegd. In Zuid-Holland betreft dat in totaal 7 projecten: Verbetermaatregelen Nieuwkoopseplassen, Baggerwerk Polder Stein, Bochtafsnijding Schie (Spaanse Bocht), Kadeverbeteringsprojecten Commandeurspolder, Kralingse Plas, Krimpenerwaard samen naar goed water en Nieuwe Dordtse Biesbosch. De Kadeverbeteringsprojecten Vlaardingsekade zijn aangehouden door de Commissie, omdat de raming niet duidelijk onderbouwd was.
12.3
Voorbereiding Provinciaal Waterplan
12.3.1 : Strategische Wateragenda besproken in BBC Op dinsdag 1 juli jl. is in het provinciehuis de 4e bijeenkomst gehouden van de Bestuurlijke Begeleidingscommissie (BBC) van het Provinciaal Waterplan. De gemeentelijke delegatie bestond deze keer uit Gert Jan van der Valk (wethouder van Oostflakkee) en Gert Jan Jansen (secretaris VZHG). Op de agenda stond het 2e concept van de zgn. Strategische Wateragenda, waarin o.a. de opmerkingen
24
waren verwerkt die op 23 juni jl. waren gemaakt tijdens een extra ambtelijke ronde gevolgd met vertegenwoordigers van de waterschappen, waterleidingbedrijven en een viertal gemeentelijke waterambassadeurs. Alle partijen toonden zich tevreden met de maakte tussenstap, waardoor het draagvlak zeker bij de waterschappen aanzienlijk is toegenomen. Discussie deed zich voor over de optie om voor GoereeOverflakkee en Voorne-Putten uit te gaan van “verzilting”. Volgens de gedeputeerde moet de provincie hier kabinetsbeleid ( dat zal worden onderstreept door de Deltaraad) volgen, terwijl het voor de waterschappen en betrokken gemeenten geen uitgemaakte zaak is. Een ander aandachtspunt betrof het feit dat Provinciale Waterstaat, de uitvoerende dienst van de provincie zelf, nagenoeg buiten spel blijft in de strategie. Van gemeentelijke zijde werd geconstateerd dat de woorden “provincie-nieuwe-stijl” nog steeds niet zijn opgenomen. Bepleit werd om niet alleen te verwijzen naar het coalitie-akkoord- maar ook aan te geven hoe waterplan en strategische agenda zich verhouden tot PNS, het NBW-actueel, het bestuursakkoord rijk-provincies en het hoofdlijnendocument drieluik en aan te geven wat de beoogde status als structuurvisie in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening inhoudt. De gedeputeerde gaf aan dat de paragraaf over de sturingsfilosofie “Sturen, verleiden en experimenteren” nog wat helderder geformuleerd zal moeten worden. Alle partijen zijn uiteraard benieuwd naar het andere deel van het plan, de Operationele Wateragenda. Het vervolgtraject ziet er als volgt uit. Op 8 juli stond een oriënterende bespreking in GS gepland van de Ontwerp Strategische Wateragenda (80%). Gedeputeerde Dwarshuis gaf aan de opmerkingen uit de BBC te verwerken in haar presentatie in GS. Vervolgens zal het document verder worden uitgewerkt. Belangrijke input voor de Strategische Wateragenda zijn ook de streefbeelden voor 2040 uit het concept Nationaal Waterplan voor de deelgebieden de Kust, de Delta en het Groene Hart. Deze streefbeelden van het rijk zijn in juli in concept gereed. Het (complete) Ontwerp Provinciaal Waterplan staat op de agenda van de GS-vergadering van 16 september. De provincie moet eind dit jaar het ONTWERP-Waterplan vaststellen conform de termijnen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarna moet het minimaal 6 weken ter visie worden gelegd. De definitieve vaststelling van alle Provinciale Waterplannen en van het Nationale Waterplan volgt in 2009.
12.3.2 Volgende vergadering BBC De volgende bijeenkomst van de Bestuurlijke Begeleidingscommissie van het Provinciaal Waterplan vindt plaats op dinsdagmiddag 21 oktober 2008. Dan staat het Voorontwerp Provinciaal Waterplan ZuidHolland 2010-2015 centraal. .De bespreking in de BBC wordt ambtelijk voorbereid met de gemeenten op dinsdag 7 oktober, met de drinkwaterbedrijven op woensdag 8 oktober en met de waterschappen op donderdag 9 oktober.
12.4
Uitvoering Provinciaal Grondwaterplan
De provincie Zuid-Holland organiseert op dinsdagmiddag 7 oktober a.s. in het provinciehuis in Den Haag een werkbijeenkomst in het kader van de uitvoering van het Provinciaal Grondwaterplan 2007-2013. Hiervoor zijn uitgenodigd: gemeenten, waterschappen en drinkwaterleidingbedrijven. Hier worden o.a. de 9 projecten besproken die zijn of worden opgestart in het kader van het uitvoeringsprogramma: o Evaluatie Provinciale Milieuverordening; o Afwegingskader ondergronds ruimtegebruik; o Attributie grondwatertaken o Robuustheidsstudie o Regionale invulling standstill o Verzilting aan het maaiveld; o Beleid bodemdaling; o Grondwater randvoorwaarden ruimtelijke ordening o Gebiedsgericht beheer grondwaterkwaliteit.
25
De uitnodiging is op naam verstuurd naar ambtenaren van 38 Zuid-Hollandse gemeenten en 5 samenwerkingsorganen, waarvan contactpersonen op dit terrein bij de provincie bekend zijn. Info en aanmelding:
[email protected] of 070-4417404.
13 MILIEU 13.1
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
13.1.1 Behandeling door Eerste Kamer uitgesteld tot na zomerreces De behandeling van de Wabo door de Eerste Kamer is uitgesteld tot september. De inbreng voor het nader voorlopig verslag van de Eerste Kamercommissie Ruimtelijke Ordening heeft plaats gevonden op 24 juni 2008. Er is inbreng geleverd door de fracties van CDA (Janse de Jonge), VVD (HuijbregtsSchiedon), PvdA (Meindertsma), SP (Meulenbelt), GroenLinks (Laurier), en CU mede namens SGP (De Boer). De commissie heeft besloten af te zien van het voornemen de plenaire behandeling op 8 juli 2008, nog voor het zomerreces, te laten plaatsvinden. In het nader voorlopig verslag zullen vragen opgenomen worden met betrekking tot de verdere tijdsplanning van dit wetsvoorstel.
13.1.2 Invoering Wabo uitgesteld Minister Cramer heeft begin juli bekend gemaakt dat de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is uitgesteld. De nieuwe richtdatum is 1 januari 2010.
13.2
Commissie-Mans wil verplichte omgevingsdiensten op schaal politieregio’s
De handhaving van regels op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu door gemeenten, provincies en waterschappen moeten worden georganiseerd in verplichte omgevingsdiensten. Deze diensten kunnen het best op het niveau van de bestaande 25 politieregio's worden georganiseerd om korte lijnen te realiseren. Dit zegt de commissie Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgeving (de commissie Mans) in een advies dat zij op 10 juli 2008 heeft gepresenteerd. Minister Cramer (VROM) en minister Hirsch Ballin (Justitie) gaven de opdracht om na te gaan hoe de organisatie van handhaving en toezicht van de VROM-regels op decentraal niveau verbeterd zou kunnen worden. De commissie adviseert daarnaast om de bestuursrechtelijke handhaving te verbreden met instrumenten als de bestuurlijke strafbeschikking en de bestuurlijke boete. De strafrechtelijke handhaving moet worden beperkt tot de zwaardere zaken. In een eerste reactie gaf minister Cramer aan positief tegenover het voorstel te staan, maar eerst met IPO, de VNG en de Unie over het rapport te willen spreken voor ze tot een definitief oordeel komt. Minister Hirsch Ballin ondersteunt dat. "Omgevingsdiensten passen in het kabinetsbeleid om terughoudendere wetgeving te maken met minder gedetailleerde normering en meer algemene regels."
13.3
VNG: Commissie Mans slaat de plank mis
Op 11 juli 2008 heeft de VNG gereageerd op het advies van de commissie-Mans. Het instellen van verplichte ‘omgevingsdiensten’ voor gemeenten is de verkeerde oplossing voor een complex probleem: het gebrek aan samenhang in bestaande en nieuwe wetgeving waarin beleidsdoelen, vergunningverlening en handhaving onlosmakelijk met elkaar verbonden zouden moeten zijn. De commissie Mans gaat in haar advies alleen in op de achterkant van het proces, de handhaving. De vergunningverlening wordt overgeslagen De VNG pleit voor een logische volgorde: eerst een duidelijk
26
wettelijk kader scheppen en daarna naar het systeem van vergunningverlening en handhaving kijken. De afgelopen jaren is veel nieuwe wetgeving op het gebied van milieu, bouwen en wonen tot stand gekomen, waarbij vergunningen moeten worden verleend, meldingen moeten worden gedaan en waarop moet worden gehandhaafd. Echter de samenhang ontbreekt veelal. De VNG ziet verplichte omgevingsdiensten, zoals voorgesteld door de Commissie Mans, als een oneigenlijk en te zwaar instrument voor een kwaliteitslag in het stelsel van handhaving. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om de uitvoering van de vergunningverlening en handhaving op een goed kwalitatief niveau te laten plaatsvinden. Daarmee is het ook aan de gemeenten om keuzen te maken over de organisatie daarvan: alleen, in samenwerking met andere gemeenten of door middel van inkoop van kwaliteit en capaciteit. Rijk, provincies en gemeenten hebben net een intensief en succesvol traject voor de professionalisering van de milieuhandhaving achter de rug. Ongeveer 40 % van de gemeenten heeft toen opgeschaald en 60 % koos voor verbreding. Ook heeft de VNG grote twijfels bij het advies van de commissie Mans dat qua schaal moet worden aangesloten bij de politieregio’s. Het is tenslotte aan de gemeenten zelf om te bepalen welk schaalniveau zij willen hanteren bij samenwerking. De VNG benadrukt dat het voorstel van de commissie Mans haaks staat op de uitwerking van de commissie Oosting, die adviseerde om per beleidsterrein één toezichthoudende instantie te hebben, óf de provincie, óf het rijk. Door de provincie in de omgevingsdienst te plaatsen, worden ze zowel toezichthouder als vergunningverlener. Uit het voorstel van commissie Mans blijkt dat zowel de VROM-Inspectie als de provincie een handhavingstaak behouden. De VNG vindt dit een inconsistente benadering, en pleit voor een heldere splitsing van taken tussen handhavers aan de ene kant, en uitvoerders van interbestuurlijk toezicht aan de andere kant. De VNG komt na de zomer samen met het IPO met háár visie op een verbetering van de handhaving en de kwaliteit van de leefomgeving bij gemeenten. Uitgangspunt is dat gemeenten zelf keuzes moeten maken om te komen tot een betere kwaliteit. Dit kan eventueel leiden tot het oprichten van omgevingsdiensten met gemeenten die dit samen willen doen, maar ook andere oplossingsrichtingen zijn mogelijk.
13.4
Lian Merkx, wethouder Delft, gemeentelijk klimaatambassadeur duurzame energieproductie
Eind vorig jaar sloten de gemeenten (VNG) en het rijk (minister Cramer) een klimaatakkoord, waarbij zij verklaarden zich samen te gaan inspannen voor een schoner, duurzamer en zuiniger Nederland. Om uitvoering te geven aan dit klimaatakkoord zijn vijf themateams opgericht, die elk een ambassadeur hebben, afkomstig uit gemeenten die hun sporen op het gebied van klimaatbeleid hebben verdiend. De vijf thema’s zijn: duurzame energieproductie, duurzame overheid, schone en zuinige mobiliteit, energietransitie gebouwde omgeving en duurzame bedrijven. Op 1 juli jl. werden de namen van de gemeentelijke klimaatambassadeurs bekend gemaakt. Een van hen is Lian Merkx, wethouder van Delft, tevens lid van de VNG commissie Milieu en Mobiliteit. Zij gaat zich als ambassadeur bezig houden met het thema duurzame energieproductie. De themateams zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeenten, het klimaatverbond en vertegenwoordigers van diverse departementen. Ze zijn zo samengesteld dat al lopende initiatieven met deze nieuwe themateams door kunnen gaan. Niet dubbel dus, maar versnellen. De themateams richten zich op het realiseren van de operationele doelen uit het klimaatakkoord, het verspreiden van kennis naar andere gemeenten en ze doen voorstellen voor productontwikkeling. De ambassadeurs spelen een belangrijke rol in het uitdragen van de noodzaak om in actie te komen voor het klimaat.
13.5
VNG-commissie Milieu en Mobiliteit
De commissie komt bijeen op 4 september a.s. in Eindhoven. Op de agenda: o Visie VNG op uitvoering leefomgevingstaken
27
o o o o o o o o
o
Wetsvoorstel kilometerprijs Voortgang uitwerking intentieverklaring bodem Geluid Toekomst Convenant Nationaal Antennebeleid Verpakkingen Financiering EV na 2010 Windenergie Hamerstukken: a. Anders organiseren wegbeheer en de Commissie Ruding; b. Uitbreiding 2e fase activiteitenbesluit; c. Bestuurlijke afvaardiging Regiegroep NME; d. Parkeerbeleid “Stilstaan bij parkeren”; e. Eindevaluatie Luchtkwaliteit; f. Aanscherping doelstelling verkeersveiligheid 2020; g. brandbrief gemeente Tholen Stukken ter kennisname: Stand van zaken uitvoering klimaatakkoord; Brief aan minister Cramer over IPPC; Terugblik AO ABvM met opcententabel; Terugblik NMB’s 16 en 26 juni; Brief aan minister Cramer over uitkomst ledenraadpleging verpakkingen; Terugkoppeling Europese lobbydossiers; Structuurvisie buisleidingen
28