Jaarverslaglegging 2014
vastgesteld op 18 mei 2015
Inhoud
1.
UITGANGSPUNTEN VOOR DE JAARVERSLAGGEVING
3
2.
PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
4
2.1. 2.2. 2.3.
2.4. 3. 3.1. 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4. 4.1 4.2.
4.3
4.4.
4.5. 5.
Algemene identificatiegegevens Structuur van de organisatie Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebied Samenwerkingsrelaties BESTUUR, TOEZICHT, BEDRIJFSVOERING EN MEDEZEGGENSCHAP Normen voor goed bestuur Raad van Bestuur Verslag van de Raad van Toezicht Bedrijfsvoering Verslag van de Cliëntenraad Verslag van de Ondernemingsraad BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES 2014: overgangsjaar naar transities Beleidsthema’s in 2014 4.2.1 Versterking basiszorg 4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte 4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid 4.2.4 Transities langdurige zorg 4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid Kwaliteitsbeleid 4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello 4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg 4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen 4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen Personeel en opleidingen 4.4.1 Personeelsbeleid 4.4.2 Opleidingsbeleid Financieel beleid JAARREKENING
4 4 6 6 6 6 6 9 9 10 10 13 14 16 17 17 18 18 19 21 23 25 27 27 28 30 33 34 34 37 39 43
pagina 2
1.
Uitgangspunten voor de jaarverslaggeving
Zorginstellingen zijn verplicht om elk jaar voor 1 juni verantwoording af te leggen over de manier waarop zij hun geld besteed hebben. Voor de verantwoording is het nodig een jaarrekening met accountantsverklaring te deponeren bij het CIBG, maar ook te rapporteren over onderwerpen als bestuur, bedrijfsvoering, financiën, personeel en productie. Naast het verstrekken van de wettelijk verplichte gegevens levert Cello ook een jaarverslag als onderdeel van de jaarverslaggeving. Als maatschappelijke organisatie wordt het belang onderkend verantwoording af te leggen over het in het verslagjaar gevoerde beleid en de wijze waarop dat beleid bijdraagt aan de door Cello geformuleerde uitgangspunten. De jaarrekening – als onderdeel van de jaarverslaggeving 2014- is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (Wet toelating Zorginstellingen) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De gegevens die voortvloeien uit de invoering van de WNT (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector) zijn opgenomen volgens de ten tijde van publicatie van toepassing zijnde wettelijke beleidsregels. Het jaarverslag is samengesteld met de bedoeling dit verenigbaar te laten zijn met de jaarrekening. Zowel op financieel als niet financieel vlak worden de prestaties benoemd die geleverd zijn om gestelde doelen te realiseren. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen. Er is rekening gehouden met de verplichtingen vanuit wet- en regelgeving. Naast de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is ook een relatie gelegd met andere op zorginstellingen van toepassing zijnde wetten, zoals Kwaliteitswet zorginstellingen, Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen en Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen. Daarnaast onderschrijft Cello de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor zorgvuldig bestuur en de borging daarvan. De in deze code genoemde zaken die relevant zijn voor het jaarverslag zijn eveneens meegenomen. Met deze jaarverslaggeving wordt getracht alle belanghebbenden zo volledig mogelijk te informeren over de kwaliteit van de door Cello geboden zorgverlening en de financiering hiervan.
pagina 3
2.
Profiel van de organisatie
2.1.
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Rechtsvorm Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina 2.2.
Cello Stichting De Ring 14 5261 LM Vught 088-3451000 17141865
[email protected] www.cello-zorg.nl
Structuur van de organisatie
Het bestuur van de stichting ligt statutair bij de Raad van Bestuur, terwijl de Raad van Toezicht belast is met het toezicht op het bestuur. In de besturingsfilosofie hanteert Cello integraal management als uitgangspunt. Cello kent een platte organisatie met korte lijnen. De sturing van de uitvoering ligt primair bij de clustermanagers, terwijl een strategische en tactische bestuurslaag gevormd wordt door de bestuurders en het managementteam. Aan het eind van 2014 is een beweging in gang gezet om binnen het primaire proces te komen van vijf naar vier sectoren. Met de gekozen nieuwe organisatie-indeling wordt aansluiting gezocht bij de maatschappelijke vraagstelling en bij datgene wat de cliënten van Cello vragen. Daarbij is het centrale ijkpunt dat er meer regie is voor de cliënt en dus voor de professional in de uitvoering. Cello wil zorgvuldig aanpassen en afslanken, zonder grote ingrepen in de structuur te doen of geforceerd te saneren. De drie lagen structuur (raad van bestuur – sectormanager – clustermanager) en de besturingsfilosofie van integraal management blijft behouden. Het bestuur, de sectoren en enkele stafdiensten worden ondersteund door de diensten Personeel en Opleiding, Facilitair Bedrijf, de Economisch Administratieve Dienst en Huisvesting. De dienst Inhoudelijke Ondersteuning en Expertise heeft een ondersteunende functie, maar kent ook een eigen (behandel)aanbod. Integrale managers dragen op het eigen niveau en voor de eigen eenheid, met inachtneming van vooraf afgesproken doelen en kaders, verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg, productie, personele en financiële zaken en huisvesting en middelen.
pagina 4
pagina 5
2.3.
Kerngegevens 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering
Cello is een zorgorganisatie die zorg en begeleiding biedt aan mensen met een verstandelijke beperking en op basis van het Besluit zorgaanspraken AWBZ is toegelaten voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. Met uitzondering van forensische zorg staat Cello open voor cliënten met elke vraag naar zorg en ondersteuning, ongeacht de leeftijd en bijkomende problematiek. Elke cliënt moet – binnen de doelstelling van Cello – kunnen rekenen op een passend antwoord op zijn vraag. Cello richt zich in haar ondersteuning op alle levensdomeinen: wonen, dagbesteding en werk, behandeling en vrije tijd. 2.3.2
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens per 31 december 2014 2014 Aantal cliënten met zorg en verblijf Aantal extramurale cliënten Aantal dagen met zorg en verblijf in verslagjaar Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Aantal uren extramurale productie in verslagjaar Personeelsleden in loondienst Gemiddeld aantal personeelsleden fulltime-eenheden Totale bedrijfsopbrengsten in euro’s Waarvan wettelijk budget voor AWBZ in euro's Waarvan overige bedrijfsopbrengsten in euro’s
1.120 858 413.845 113.282 109.244 2.563 1.547 114.152.737 106.702.816 7.449.921
2013 1.143 845 426.096 107.998 110.922 2.601 1.641 111.757.014 104.304.690 7.452.405
De in de kerngegevens genoemde aantallen en bedragen worden –voor zover van belang- onder de verschillende van toepassing zijnde paragrafen van het jaarverslag en in de jaarrekening nader toegelicht. 2.3.3
Werkgebied
Cello kiest voor beperking van het werkgebied, omdat overzicht en nabijheid belangrijke elementen vormen in de beleving van gemeenschappelijkheid en betrokkenheid. Het werkgebied van Cello concentreert zich op de stad ’s-Hertogenbosch en de omliggende gemeenten in het noordoosten van Noord-Brabant en zuidwesten van Gelderland (Bommelerwaard). Cello valt onder de zorgkantoorregio Noordoost Brabant, waar de functie van zorgkantoor wordt uitgevoerd door Zorgverzekeraar VGZ. Voor 14 plaatsen (Molenstraat te Best) wordt in de zorgkantoorregio Zuidoost Brabant een productieafspraak gemaakt met Zorgverzekeraar CZ.
2.4. Samenwerkingsrelaties Cello wil in goede samenwerking met andere regionale partners meerwaarde bieden aan vragen van cliënten en inspelen op maatschappelijke behoeften. Daarbij heeft men te maken met andere zorgaanbieders en organisaties die betrokken zijn bij de cliënten van Cello en onderdelen van het
pagina 6
totale zorgarrangement leveren. Daar waar het de kwaliteit van de zorg en de keuzemogelijkheden van cliënten ten goede komt, wordt op diverse beleidsterreinen samenwerking gezocht met andere partijen. Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning(Wmo) is de samenwerking met andere partijen geïntensiveerd. Zo leidde dat in 2013 tot de ondertekening van het Manifest Zorgzaam ’s-Hertogenbosch door een 15-tal woningcorporaties, welzijns- en zorgorganisaties. In 2014 heeft Zorgzaam ’s-Hertogenbosch het aanbod gedaan om, ieder vanuit de eigen organisatie, in gezamenlijkheid de Wmo-taken in ’s-Hertogenbosch Zuidoost te gaan organiseren. Daarnaast is er in 2014 de oprichting geweest van Zorgzaam Boxtel, een samenwerkingsverband tussen gemeente, zorg- en welzijnsaanbieders in Boxtel. Een convenant is daarvoor getekend op 11 juni 2014. De gemeente Oss heeft in 2014 de aanbesteding van de jeugdzorg georganiseerd voor de 20 gemeenten in Brabant-Noordoost. De samenwerking tussen de jeugdzorgaanbieders in dit gebied, heeft geleid tot de oprichting van JES (Jeugd Express Samen), waartoe een convenant is ondertekend op 25 september 2014. De organisaties willen in gezamenlijkheid beter kunnen inspelen op de transities in de Jeugdzorg. Strategische samenwerkingsvormen zullen in de toekomst aan belang toenemen. Hieraan zijn niet alleen kansen verbonden, maar ook voorwaarden en verplichtingen. Contracten met samenwerkingspartners zijn centraal vastgelegd om zodoende op efficiënte wijze naleving van afspraken en verplichtingen te kunnen bewaken. Verdeeld naar de verschillende taakgebieden kan de volgende opsomming worden gemaakt. Zorg Ambitie: samenwerking met ORO, SWZ en Lunet zorg op het gebied van arbeidsintegratie voor mensen met een beperking. Regionaal samenwerkingsverband Autisme Noordoost-Brabant: intersectorale- en regionale samenwerking ten behoeve van zorg voor mensen met een aandoening in het spectrum van autistische stoornissen. Dit samenwerkingsverband is opgeheven per 1 maart 2015. Bartiméus, Koninklijke Kentalis en Koninklijke Visio: Inzet van specifieke kennis en deskundigheid voor mensen met een visuele en/of auditieve handicap. Uitvoeren van screenings. Integrale Vroeghulp regio ’s-Hertogenbosch en Noordoost Brabant: samenwerkingsverband voor advies en ondersteuning aan ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand of ontwikkelingsstoornis. Juvans-Mee-Cello: samenwerkingsafspraken inzake de hulp- en dienstverlening aan MultiProbleem-Huishoudens. Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg: door de gemeente ’s-Hertogenbosch geïnitieerd samenwerkingsverband van Juvans, Novadic Kentron, Reinier van Arkelgroep, Cello en Stichting Maatschappelijke Opvang. Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ): overeenkomst met betrekking tot AVG-poli tussen Zelfstandig Behandelcentrum JBZ, Koninklijke Kentalis en Cello. Tolbrug Specialistische Revalidatie (JBZ): samenwerkingsverband met Cello Kindercentrum de Elzengaard. Liliane Fonds en Colourful Children: samenwerking t.b.v. kinderen met een beperking in Zuidoost India. Konya: samenwerking t.b.v. kinderen met een beperking in Turkije. MFC: van Reinier van Arkel groep, Cello en Koraal groep werken samen in het MultiFunctioneel Centrum, gericht op de (poli)klinische behandeling van kinderen / jongeren met een lichte verstandelijke beperking en psychiatrische problemen.
pagina 7
Raamovereenkomst inzake de samenwerking tussen Cello en de Reinier van Arkelgroep. NAH Noordoost Brabant: een samenwerkingsverband tussen Brabant Zorg, Cello, Zorggroep Elde, GGZ Oost Brabant, JBz, Mee, Pantein, RvA, Tolbrug, Van Neynselgroep, Vivent, SWZ, Visio, Zorggroep Dorus, Professionals in NAH, Zorgbelang Brabant voor de ontwikkeling van een gezamenlijk zorgprogramma voor mensen met Niet-Aangeboren Hersenletsel. William Schrikker Stichting Pleegzorg: samenwerking in het begeleiden van pleegouders. Palliatief adviesteam voor transmurale consulatie. Stichting Huifbed de Meierij: intentieovereenkomst om te komen tot bevordering van de bestaande faciliteiten voor ruitersportactiviteiten. Platform EMB: deelname aan activiteiten op gebied van informatieverstrekking, ontmoeting & uitwisseling en inhoudelijke verdieping.
Onderwijs Ato, Signum: organisaties voor primair onderwijs en kinderopvang, opererend in de regio ’sHertogenbosch. Educatienetwerk: kwaliteitsverbetering en afstemming van vraag en aanbod in het educatieaanbod voor mensen met een beperking. Kinderexpertisecentrum Atlent waarin mytylschool Gabriël: school voor leerlingen met lichamelijke of meervoudige handicap. ROC’s Koning Willem I en de Leijgraaf. Cello–Kleur-ZML Noordoost Brabant: ontwikkelen en aanbieden van onderwijs-zorgarrangementen voor kinderen en jongeren met complexe problematiek waarvoor zowel extra inzet vanuit zorg als onderwijs nodig is. Overige ketenpartners Met diverse zorgaanbieders en organisaties wordt verder op verschillende niveaus samengewerkt, zonder dat de samenwerking geformaliseerd is in een overeenkomst. Het betreft onder andere Dichterbij, Prisma, Kempenhaege, Bureau Jeugdzorg en Humanitas. Daarnaast liggen er goede contacten met de belangrijkste gemeenten in het werkgebied van Cello. Verder onderhoudt Cello bijzondere relaties met enkele stichtingen en verenigingen. Het betreft hier veelal aan Cello gelieerde rechtspersonen. De belangrijkste zijn: Stichting Gemeenschapshuis De Meent en In de Roos: exploitatie van een lunchcafé en zalenverhuur. In de Roos is bestuurlijk gelieerd aan Cello; de voorzitter van de raad van bestuur van Cello is voorzitter van het bestuur. Stichting 2 Live: “Kamers voor Kansen-project” te ’s-Hertogenbosch: een woonvorm waarbij jongeren op maat worden ondersteund in wonen en werken. Lid raad van bestuur van Cello is voorzitter van de raad van aangeslotenen. Stichting Beheer Brede School de Waluwe: de gemeente Zaltbommel, Kinderopvang Catalpa en Cello zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Een groep van KC de Elzengaard is gevestigd in de brede school. Stichting Beheer Bewonersgelden Cello (SBBC): door veranderde wet- en regelgeving op het gebied van beheer van cliëntgelden ziet SBBC zich genoodzaakt te stoppen met de administratieve dienstverlening. In de loop van 2014 heeft overdracht aan wettelijk vertegenwoordigers plaatsgevonden. In 2015 zal SBBC worden ontbonden. Stichting Onderbewindstelling Gelden Cliënten Cello (SOGCC): deze rechtspersoon is in 2014 ontbonden, omdat men niet kan voldoen aan de gewijzigde wettelijke regels (Nieuwe Wet Wijziging Beschermingsbewind, Curatele en Mentorschap). Kantongerecht heeft Saam Thuisbegeleiding benoemd tot bewindvoerder.
pagina 8
Stichting Vrienden van Cello: het doel is financiële steun te verlenen aan projecten en activiteiten die het leven van cliënten veraangenamen. De stichting richt zich daarbij op zaken die niet uit de reguliere middelen gefinancierd kunnen worden of waarvoor deze middelen ontoereikend zijn. Lid van de raad van bestuur van Cello heeft zitting in het bestuur. Federatie Godshuizen; Federatief samenwerkingsverband voor gezondheidszorg, ouderenzorg en welzijnszorg. De federatie bestaat uit de volgende aangesloten instellingen: Jeroen Bosch Ziekenhuis, Cello, Zorggroep Elde, Van Neynselgroep, Oosterpoort, Reinier van Arkel Groep en Vivent. Voorzitter raad van bestuur is voorzitter Godshuizen sinds 1 juni 2014. Ziekenhuisapotheek Noordoost-Brabant (Zanob): Zanob is een samenwerkingsverband op het terrein van de geneesmiddelenvoorziening van instellingen voor gezondheidszorg in de regio. GHOR Brabant-Noord: samenwerkingsafspraken over zorgcontinuïteit bij crises.
Ouder- en wooninitiatieven Samenwerkingsovereenkomsten zijn er ook gesloten met ouder- en wooninitiatieven. Voor professionele ondersteuning op het gebied van de zorgverlening is door onderstaande rechtspersonen samenwerking gezocht met Cello. Stichting ‘t Bomanshuis: in woningen aan de Willem Elsschotstraat in Rosmalen wordt huisvesting geboden aan 11 mensen met een verstandelijke beperking. Stichting Van Zessen Klaar: groepswoning voor 7 personen met een ernstig meervoudige beperking aan de van Hoftenstraat in ’s-Hertogenbosch. The Mansion: 12 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg. Locatie: wijk Deuteren te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: mensen met een licht verstandelijke beperking. Stichting B-complex: grondgebonden woningen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg aan de Johannes Brahmsstraat te ’s-Hertogenbosch. Hier wordt zorg geboden aan 16 zelfstandig wonende mensen met schizofrenie. Vereniging de Loopplank.13 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg aan de Eerste Donk te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: normaal begaafden met autisme. Stichting Buiten Gewoon: 10 woningen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg. Doelgroep: 2 meervoudig beperkten en 8 matig verstandelijk beperkten. Locatie: Beekstraat, Berlicum. Stichting Salemanders: 9 appartementen met een inloopruimte op basis van verblijf. Doelgroep: licht tot matig verstandelijk beperkten. Locatie: Schoolstraat, Berlicum. Stichting Molenhuis: 14 appartementen met inloopruimte in Best. Doelgroep: mensen met een lichte tot matige verstandelijke beperking.
3.
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
3.1.
Normen voor goed bestuur
Cello onderschrijft de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor zorgvuldig bestuur en de borging daarvan. Bestuur en toezicht zijn zich ervan bewust dat naleving van de Governancecode niet alleen handelt om regels, maar ook om de intentie dienstbaar te zijn aan de maatschappelijke doelstelling van Cello. Bij het afleggen van openbare verantwoording over haar beleid en activiteiten wijkt Cello niet af van de hieraan in de Zorgbrede Governancecode gestelde normen. Het betrekken van belanghebbenden bij het beleid gebeurt door bestuur en toezichthouders vanuit een open en
pagina 9
actieve relatie. Naast raadpleging van belanghebbenden of hun vertegenwoordigers speelt hierbij ook adequate informatieverstrekking een belangrijke rol. Jaarlijks wordt aan alle rechthebbenden en belangstellenden verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en over de in dat jaar geleverde prestaties. 3.2
Raad van Bestuur
Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2014 Naam
Bestuursfunctie
M/V
Nevenfuncties
F.H.J.M. van Beers
Voorzitter raad van bestuur
M
A.J.H.A. van der Pol
Lid raad van bestuur
M
Voorzitter Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum Overloon Voorzitter Stichting Historisch Materieel NOVM Overloon Voorzitter Brabants Kennisnetwerk Zoönosen Lid AB HEADvereniging Voorzitter sectorbestuur HEAD Docent AdCare Lid bestuur City Change Center Lid Raad van Toezicht Joris Zorg Oirschot Lid Raad van Advies Van Campen Consultancy Zaltbommel
De bestuurders genieten op geen enkele wijze, rechtstreeks of zijdelings, persoonlijk voordeel uit leveringen van derden aan Cello. Er wordt ten minste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek met (een delegatie van) de Raad van Toezicht gehouden, waarbij men inzicht geeft in nevenfuncties. De beide bestuurders zijn alleen zelfstandig bevoegd. Door volledige waarneming van elkaar kan de continuïteit intern en extern eenvoudig worden geregeld.
3.3
Verslag van de Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2014 Naam Functie M/V Hoofd- en nevenfuncties drs. J.Th.H.M. Blox voorzitter M Directeur Blox Consultancy Eerste benoeming: 2008 Lid Raad van Toezicht GGZ –Oost Lopende termijn: tot 01-01-2016 Brabant Lid Bestuur Antonius Stichting Helmond Lid Raad van Toezicht Maasstad Ziekenhuis Rotterdam ing. M.F.F.M. van der Linden viceM Lid Raad van Toezicht Thomas Bouw voorzitter Stichting en Thomas Stichting voor Eerste benoeming: 2011 Jongeren
pagina 10
Herbenoembaar tot 01-01-2019
G.P. van den Anker Eerste benoeming: 2008 Einde termijn: 31-12-2014
lid
M
A.S.M. Deutekom, MBA Eerste benoeming: 2008 Lopende termijn: tot 01-01-2016
lid
M
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM Eerste benoeming: 2011 Herbenoembaar tot 01-01-2019
lid
V
M.M. Hanssen-Ruyten Eerste benoeming 2012 Lopende termijn: 01-01-2016
lid
V
Lid Raad van Commissarissen woningcorporatie Casade Waalwijk Bestuurslid Stichting Beschermers Nationaal Museum Kamp Vught Lid Commissie Ruimtelijke Zaken Gemeente Bernheze Wethouder en loco burgemeester van de gemeente Maasdriel Lid Raad van Commissarissen OFHverzekeringen Voorzitter woningbouwvereniging De Goede Woning Neerijnen Voorzitter klachtencommissie woningcorporatie Brabant Wonen Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Maasveren Directeur/bestuurder woningstichting GoedeStede in Almere Lid van het bestuur van de VMCA Lid van het Algemeen Bestuur van Aedes tot 1-11-2014 Lid raad van toezicht Bureau Jeugdzorg Flevoland Lid van het bestuur van de Stichting Han Lammers Leerstoel Eigenaar YtB-Consultancy Directeur bestuurder SWV De Meierij PO Lid Raad van Toezicht Stichting Heide Lid Raad van Toezicht Prokino / Meander Lid Raad van Toezicht Stichting Reumazorg Zuid -West Nederland Voorzitter bestuur Marikenhuis (vrijwilligers- organisatie) Voorzitter bestuur Best Buddies Nederland (vrijwilligersorganisatie) Voorzitter begeleidingscommissie uitvoering WMO Breda Voorzitter Platform Wooninitiatieven Zuid-Nederland Lid regionale (BOPZ)klachtencommissie Zorginstellingen West-Brabant
pagina 11
De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 5 keer bij elkaar om te vergaderen met de Raad van Bestuur. Deze vergaderingen werden steeds vooraf gegaan door een kort vooroverleg van de Raad van Toezicht, buiten de aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht vergaderingen werden voorbereid door de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Daarnaast werden vergaderingen bijgewoond met de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad. Ook werden gedurende het verslagjaar bijeenkomsten bijgewoond met het managementteam en afvaardigingen van de OR en de CCR. In de vergadering waarin de jaarrekening werd vastgesteld was ook de accountant van de stichting aanwezig. Ook bezochten delegaties uit de Raad van Toezicht diverse bedrijfsonderdelen en gaven zij acte de préséance bij diverse feestelijke gebeurtenissen. Gedurende het verslagjaar traden geen wijzigingen op binnen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Eind 2014 nam de Raad van Toezicht afscheid van zijn lid, de heer G. van den Anker, vanwege het bereiken van de overeengekomen zittingstermijn. De raad dankt de heer Van den Anker voor zijn inzet en zijn bijdragen aan de werkzaamheden van de Raad. Om in de ontstane vacature te voorzien is in de mei vergadering besloten om een open procedure te starten voor het werven van een nieuw lid. In de vergadering van december heeft de Raad besloten de heer R. van Zijl per 1-1-2015 te benoemen als nieuw lid van de Raad van Toezicht. De Raad werkt volgens de uitgangspunten van de Zorgbrede Governancecode. In de uitoefening van de toezichthoudende rol heeft de Raad van Toezicht van Cello dan ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de uitgangspunten die in de Zorgbrede Governancecode zijn geformuleerd over goed bestuur en toezicht. Regelingen, procedures en normen gericht op verantwoording en transparantie zijn in de afgelopen jaren in nauw overleg met het bestuur aangescherpt, verduidelijkt en met de belanghebbenden gecommuniceerd. In de vergadering van maart is het nieuwe gecompleteerde reglement Raad van Toezicht ondertekend. Conform de Governancecode evalueert de Raad jaarlijks zijn werkwijze. Dit jaar heeft die evaluatie door volle agenda’s echter niet plaatsgevonden, maar is verschoven naar de vergadering van februari 2015. Voor alle leden van het toezichthoudend orgaan geldt dat er geen directe belangen zijn bij de instelling. In het kader van deskundigheidsbevordering werd door leden van de Raad van Toezicht deelgenomen aan een drietal relevante congressen en symposia. Een lid van de Raad van Toezicht nam deel aan een meerdaagse leergang financiën. Voor deze deskundigheidsbevordering is binnen Cello ook een budget vrijgemaakt. Met betrekking tot de honorering van de toezichthouders van Cello is besloten deze in het verslagjaar niet te indexeren. De honorering van de Raad valt ruim binnen de norm die gehanteerd wordt in de adviesregeling “honorering van raden van toezicht van zorginstellingen” van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders. De bezoldiging van de toezichthouders wordt openbaar gemaakt in de jaarrekening van Cello. De Raad van Toezicht kent drie commissies: de auditcommissie, die vanuit de raad speciaal is belast met het toezicht op de financiën en het vastgoed; de commissie kwaliteit en veiligheid en de remuneratiecommissie. De auditcommissie kwam in het verslagjaar 2 maal bij elkaar, eenmaal in bijzijn van de accountant. De commissie kwaliteit en veiligheid vergaderde 3 keer. De remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar 2 maal vergaderd.
pagina 12
Thema’s die in dit verslagjaar extra aandacht kregen in de Raad van Toezicht vergaderingen waren: herijking van het Meerjarenbeleid als gevolg van de voorgenomen veranderingen vanwege de transities van AWBZ naar Wlz, JW en WMO; beleid met betrekking tot huisvesting, verhuizingen, waaronder Klinkerbuurt, en de verkoop van Haarendael. Ook de onderwerpen Brandveiligheid, Strategische personeelsplanning en Ontwikkelingen LVB+ werden uitgebreid besproken. Belangrijke besluiten die door de Raad zijn genomen betreffen: het goedkeuren van de Jaarrekening 2013 in mei 2014; vaststellen van het nieuwe reglement Raad van Toezicht; het goedkeuren van de Begroting 2015; het benoemen van een nieuw lid van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht dankt alle medewerkers en vrijwilligers van Cello voor hun grote inzet in het vorige jaar en hoopt ook in de toekomst op hen te mogen rekenen. 3.4 Bedrijfsvoering De beleidscyclus is een continu proces van voorbereiding, besluitvorming, uitvoering, evaluatie, en verantwoording van het beleid dat binnen Cello gevoerd wordt om aan de doelstelling te voldoen. Om besluitvorming snel te reconstrueren en beoordelen, dient over adequate documentatie beschikt te worden. Vanuit de planning en control cyclus zijn de kaderbrief van het bestuur, de beleidsplannen, de begroting, de managementinformatie en de jaarrekening belangrijke documenten ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. Om te anticiperen op de krimpscenario’s waarmee Cello te maken krijgt, werd de begrotingssystematiek in 2014 gewijzigd. Daar waar eerder historische cijfers mede bepalend waren voor het financieel kader werd nu de met het zorgkantoor afgesproken productie leidend. Om verzekerd te blijven van een gezonde bedrijfsvoering worden opbrengsten gemaximeerd en dient actief beleid gevoerd te worden op kostenreductie. Deze aanpak betekent dat er van het management extra inspanningen gevraagd worden om ervoor te zorgen dat de financiële huishouding op orde blijft. Een sluitende exploitatie is van essentieel belang om de organisatie stuurbaar te houden en voor te bereiden op jaren waarin we te maken krijgen met lagere opbrengsten vanwege de transities en inperking van de verblijfcapaciteit. Goede en toegankelijke sturings- en verantwoordingsinformatie tot op het laagste niveau is van belang voor bestuur en management. Vanuit de behoefte aan meer samenhangende managementinformatie is in 2014 een BI-tool van Infent geïmplementeerd om uit de onderliggende informatiesystemen de benodigde stuurinformatie voor het management te halen. In de loop van 2014 zijn de bronsystemen opeenvolgend via de BI-tool ontsloten: financieel pakket (Bomas), productieregistratie (Care4) en het personeelsinformatiesysteem (Beaufort), roosterpakket (SPExpert). Als laatste wordt in 2015 ook kwaliteitsinformatie (vanuit Infolandapplicaties en Care4) via de BI-tool beschikbaar gesteld. De koppeling van al die verschillende bronsystemen is een complexe operatie gebleken, die niet zonder vallen en opstaan is verlopen. De essentiële informatie is nu ontsloten, maar de gebruikersvriendelijkheid van de BI-tool vraagt nog om verbetering.
pagina 13
3.5
Verslag van de Cliëntenraad
Vormgeving medezeggenschap Cello heeft de formele medezeggenschap van cliënten neergelegd op twee niveaus binnen de organisatie: lokaal (locatie, cluster of combinaties van clusters) en centraal voor Cello als geheel. De lokale cliëntenraden bestaan uit een deelraad cliënten en een deelraad vertegenwoordigers. Clusters met cliënten met (zeer) ernstige beperkingen hebben een cliëntenraad met alleen vertegenwoordigers. Cello kent geen medezeggenschapstructuur op sectorniveau. Wanneer er binnen een sector sprake is van cluster overstijgende onderwerpen die voor advies in aanmerking komen, kan een tijdelijke adviesgroep cliëntenraden worden ingesteld, waarbij de sectormanager het aanspreekpunt is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij omvangrijke nieuwbouwprojecten. Ook de medezeggenschap van de cliënten uit de voormalige sector Jeugd en Gezin is geregeld op sectorniveau. Ondersteuning cliëntenraden Het functioneren van de cliëntenraden wordt ondersteund door een medewerker cliëntenparticipatie voor 12 uur per week. De deelraden die bestaan uit cliënten worden in hun werkzaamheden ondersteund door coaches, die hiervoor vier uur per vergadering beschikbaar hebben. Er is een helpdesk ingericht bij het cursuscentrum Eigenwijze van Cello voor praktische handreikingen en hulpmiddelen. Dit cursuscentrum voor cliënten biedt ook cursussen medezeggenschap aan voor cliënten. Alle cliëntenraden beschikken over een eigen budget om hun reguliere activiteiten te bekostigen en voor tegemoetkoming in de onkosten van de leden. De centrale cliëntenraad beschikt daarnaast over een budget voor het organiseren van grotere / bijzondere activiteiten. Elke lokale cliëntenraad kan daar een beroep op doen. Centrale cliëntenraad De samenstelling van de CCR is 2014 door de toetreding van één nieuw lid gewijzigd. Elk lid van de CCR fungeert als contactpersoon voor de lokale cliëntenraden van bepaalde clusters. In 2014 heeft de CCR zeven keer vergaderd. Naast de reguliere vergaderingen was er de jaarlijkse bijeenkomst met de raad van toezicht, de raad van bestuur, het managementteam en de ondernemingsraad. Daarnaast werd met twee leden van de raad van toezicht gesproken over communicatie en procedure rondom het sluiten van woningen en over de kwaliteit van de basiszorg. Gegeven positieve adviezen Begroting en Jaarstukken: betreft begroting 2015 en jaarverslaggeving 2013 Ouderenbeleid: op basis van een beleidsnotitie met gedane aanbevelingen en een bijbehorend plan van aanpak is positief geadviseerd. De CCR blijft de voortgang volgen Cliëntervaringsonderzoek (CEO): De CCR was met twee leden vertegenwoordigd in de werkgroep die de voorbereidingen voor het clientervaringsonderzoek trof. Sluiting woningen: De CCR heeft een kritische houding aangenomen naar de Raad van Bestuur met betrekking tot de handelswijze en de communicatie betreffende de voorgenomen sluiting van de Klinkerbuurt. Dit heeft alsnog geresulteerd in een officiële adviesaanvraag aan de CCR. De CCR heeft besproken wat de herplaatsingsmogelijkheden zijn of kunnen worden voor de EMB cliënten en heeft onder voorwaarden een positief advies gegeven. De CCR blijft het proces rondom de communicatie en de herplaatsing cliënten volgen.
pagina 14
Sluiting speelhal locatie de Binckhorst: nadat ingegaan was op het verzoek van de CCR om aan te tonen dat er voldoende alternatieven voor sport- en spelmogelijkheden waren, werd positief geadviseerd. Het huisvestingsplan van november 2013 is opnieuw besproken in december 2014. De CCR heeft op de hoofdlijnen een positief advies gegeven. Lokale veranderingen met betrekking tot huisvesting moeten worden voorgelegd aan de lokale raden. Deze procedure heeft de CCR al eerder gevolgd bij de sluiting van de woning Esscheweg. Nieuwe sectorindeling: De CCR heeft positief advies gegeven bij de uitgangspunten voor de overgang van vijf naar vier sectoren. Daar waar er lokaal veranderingen zijn, wordt er op lokaal niveau advies gevraagd.
Overige onderwerpen WMO/ Jeugdwet/WLZ: De CCR is regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen in de transities van AWBZ naar WLZ-Jeugdwet-WMO en de gevolgen hiervan voor Cello. Een intensief inkoopproces heeft uiteindelijk geleid tot met gemeenten afgesloten contracten voor zorgverlening in het kader van WMO en Jeugdwet. Veiligheid: De CCR heeft vragen gesteld over de toename van het aantal incidenten als gevolg van agressie en vanwege weglopen en/of vermissing van cliënten. De incidenten zullen nauwkeuriger worden omschreven om te komen tot een duidelijkere registratie en rapportage. De CCR heeft laten controleren of de bij Cello in gebruik zijnde blusdekens voldoen aan de veiligheidseisen van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) Wie betaalt wat/Financiën De tarieven “Wie betaalt wat” (aanvullende dienstverlening) zijn voor 2014 in overleg met de CCR vastgesteld. De kosten voor de individuele aansluiting op het centrale antennesysteem behoren niet tot de zorgkosten. Voortaan zullen deze kosten worden doorberekend aan cliënten. De CCR heeft Cello verzocht de hoogte van de administratiekosten bij automatische incasso te bespreken met Regiotaxi. Evaluatie sociaal statuut: De CCR geeft aan dat het sociaal statuut cliënten niet wordt nageleefd. Er wordt een werkgroep gestart die de opdracht krijgt dit sociaal statuut te herzien in het licht van de huidige ontwikkelingen waar er ook sprake kan zijn van mogelijke sluiting van locaties. Uitgangspunt is dat er een haalbaar sociaal statuut komt dat door iedereen moet worden gebruikt. Andere onderwerpen: Vervoer van cliënten naar werk en dagbesteding, het personeelsbeleid en de afspraken rondom ziekenhuisopname van cliënten. Gevraagd is om het stemmen door cliënten (of via volmacht) bij landelijke of gemeentelijke verkiezingen te promoten. CCR heeft positief gereageerd op de voordracht van een nieuwe kandidaat voor de Raad van Toezicht.
pagina 15
3.6 Verslag van de Ondernemingsraad De ondernemingsraad heeft zeven overlegvergaderingen gevoerd met de raad van bestuur. In juli is er een overlegvergadering gewijd aan de algemene gang van zaken waarbij ook een lid van de raad van toezicht aanwezig was. In deze vergadering werd teruggekeken op het beleid van het afgelopen half jaar en vooruitgeblikt op beleidsveranderingen. Besproken onderwerpen zijn onder andere: De gedeelde zorgen over de gevolgen van de WMO en de WLZ. Het belang van de balans tussen kwaliteit van zorg, kosten van zorg en het werkplezier van de medewerkers. Maar ook de communicatie tussen medewerkers van Cello in alle functies. Het naleven van de werktijdenregeling. Veiligheid van medewerkers en cliënten. De grootte van contracten en de instroom van jonge medewerkers. In december is er een bijeenkomst geweest waarbij de raad van toezicht, de raad van bestuur, het managementteam, de centrale cliëntenraad en de ondernemingsraad aanwezig waren. Er is gesproken over de sociale wijkteams in Den Bosch, Familienet en over de pilots WMO en kanteling van de zorg. Met de managers werden de jaarplannen 2014 besproken. Er werden vragen gesteld en er werd meegedacht, vervolgafspraken gemaakt en teruggekeken op het verloop van de jaarplannen 2013. Commissies: om alle onderwerpen zo efficiënt mogelijk te behandelen heeft de ondernemingsraad een commissiestructuur opgezet. De volgende commissies zijn actief: Organisatieontwikkeling, Veiligheid-Gezondheid-Welzijn-Milieu (VGWM), Sociaal Beleid, Financiën, Participatie, WMO. Advies- en instemmingaanvragen Aan de ondernemingsraad werd door de Raad van Bestuur in 2014 over de volgende onderwerpen advies gevraagd en door de OR positief advies gegeven: Kandidaat lid Raad van toezicht Hoofdindeling in vier sectoren en procedure Concernbegroting 2015 Wijziging in de inrichting van de dienst P&O/Integraal HR Beleid Locatieonafhankelijk werken Wasserij De Binckhorst Wijziging in de organisatie van vastgoed en vastgoedontwikkeling De volgende adviesaanvraag werd tot nader bericht aangehouden: Ambulante woonbegeleiding en procedure Een verzoek tot instemming werd voorgelegd ten aanzien van de volgende onderwerpen: Sociaal Statuut: verlenging (was 2013) en aanpassing Hiervoor geldt dat de ondernemingsraad zijn instemming heeft verleend aan het aangeboden instemmingsverzoek.
pagina 16
Andere onderwerpen Naast voornoemde advies- en instemmingsaanvragen ging de aandacht onder andere ook uit naar: Evaluatie verzuimbeleid, toekomst facilitair bedrijf, werktijdenregeling, jaargesprekken, participatie, sluiting woongroepen Klinkerbuurt, positie OR-leden. 4.
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 2014: overgangsjaar naar transities Het meerjarenbeleid van Cello voor de periode van 2012-2015 staat in belangrijke mate in het teken van de voorbereidingen op de transities in de langdurige zorg. Daarbij was 2014 het laatste overgangsjaar voor de beleidsveranderingen die in 2015 zijn ingegaan. Voor alle partijen is het een zoektocht geweest om aan het beleid invulling te geven en dat is het in 2015 nog steeds. Het thema van de kaderbrief voor 2014 was: “Kantelen én evenwicht bewaren, samen werken aan verandering”. Er is het besef dat de transities vragen om echte veranderingen in de zorg. Er is maatschappelijk een roep om meer eigen regie en verantwoordelijkheid voor cliënten met een groter beroep op het eigen sociale netwerk. De zorg moet ‘kantelen’. Tegelijk moet er stevig worden bezuinigd om de kosten beheersbaar te houden. Het is de uitdaging voor Cello om deze omslag samen te maken met onze cliënten, medewerkers en vrijwilligers én om als organisatie in balans te blijven. De constatering in de kaderbrief was dat we daarbij kunnen vasthouden aan de hoofddoelstellingen uit het meerjarenbeleid. Alleen de beperkte groeidoelstelling is in tijden van krimp niet haalbaar. De omvang van de bezuinigingen is zodanig dat er met ingang van 2015 naar verwachting -in elk geval voor enkele jaren- sprake zal zijn van krimpend budget en personeelsformatie. Dat stelt andere eisen aan de financiële sturing en het strategisch personeelsbeleid. De conclusie was ook dat Cello goed gepositioneerd is om die omslag te kunnen maken: Cello is financieel gezond. Cello heeft een stevige basis in de intramurale zorg, die voor een belangrijk deel binnen de WLZ blijft. De eerste bezuinigingen treffen de onderdelen die over zijn gegaan naar WMO en Jeugdwet. Dat is voor Cello een relatief beperkt deel van de omzet. De echte bezuiniging op de WLZ is pas voor 2017 aangekondigd. Dat geeft Cello de mogelijkheid om hier gefaseerd naar toe te groeien en maatregelen te treffen. Onze basis is de langdurige zorgrelatie met onze cliënten. Dat geeft ons de mogelijkheid om de vereiste omslag samen met onze cliënten te maken. In dialoog met cliënten en in samenwerking met andere lokale organisaties willen we zoeken naar nieuwe (en goedkopere) manieren om de vereiste ondersteuning vorm te geven. Cello kiest er dan ook niet voor om zich als gespecialiseerde zorgaanbieder terug te trekken op de intensieve zorg in de WLZ. Onze inzet is erop gericht om ons present te blijven stellen voor een brede doelgroep en samenhangende ondersteuning te blijven bieden in alle levensfasen en op alle levensgebieden. Juist in deze overgangsfase hebben cliënten behoefte aan vertrouwde ondersteuning, ook bij hun participatie in de samenleving. Voor 2014 werden in de kaderbrief de volgende onderwerpen genoemd die extra aandacht vragen in de jaarplannen van onderdelen:
pagina 17
Toegroeien naar de nieuwe werkelijkheid in de extramurale zorg. Cliënten lokaal goed blijven bedienen met minder middelen vraagt om nieuwe vormen van ondersteuning. Het gesprek daarover en de aanzet in die richting moeten al in 2014 gebeuren. Ook intramuraal moeten we zoeken naar manieren om de kosten te drukken en tegelijk de kwaliteit van zorg en leven voor cliënten overeind te houden. Dat kunnen we niet alleen. We zullen deze zorg (nog) meer moeten gaan delen met het sociale netwerk van de cliënten. De kostenbesparing raakt ook de ondersteunende diensten. Cello wil zo min mogelijk snijden in het primaire proces en de omvang van het ondersteunend apparaat zal moeten meebewegen met de budgettaire ontwikkelingen en met veranderende eigen regelruimte van teams en locaties. Het terugdringen van de (interne) bureaucratie blijft daarbij een voortdurend aandachtspunt. “Meer doen met minder kan alleen anders!”. De beleidsveranderingen en de bezuinigingen vormen ook een prikkel om te komen tot vernieuwing. Cello wil innovatie gericht stimuleren door ruimte te creëren en een platform te bieden voor de vernieuwende krachten die binnen de organisatie aanwezig zijn. Daarbij hoort ook de toepassing van nieuwe technologische hulpmiddelen. Het versterken van de specialistische zorg en behandeling voor specifieke doelgroepen dient krachtig te worden doorgezet, aangezien daar de basis ligt voor het bestaansrecht van ‘2 e lijnszorgorganisaties’ als Cello.
4.2. Beleidsthema’s in 2014 De doelstellingen uit het meerjarenbeleid en de kaderbrief zijn in de jaarplannen van de sectoren en ondersteunende diensten verder opgepakt. De belangrijkste onderwerpen met een bredere impact worden hieronder kort beschreven onder de noemers van de doelstellingen uit het meerjarenbeleid.
4.2.1 Versterking basiszorg In veel clusters was de verbetering van de basiszorg ook in 2014 onderwerp van bespreking in teams en met cliëntenraden of huiskameroverleggen. Daarbij werden verbeterpunten vanuit het cliëntervaringsonderzoek meegenomen. In het licht van de kostenbesparingen verschuift de aandacht naar het blijven waarborgen van de basiszorg door verbetering van de efficiëntie, gericht op zoveel mogelijk directe, cliëntgebonden inzet van formatie. Verbetering effectiviteit binnen primair proces Door het bureau Accezz wordt binnen enkele locaties onderzocht hoe de personeelsinzet beter (en efficiënter) kan aansluiten op de vragen van de cliënten. Na een vooronderzoek binnen een zevental woningen is in september 2014 een pilot gestart met vervolgonderzoek en implementatie van verbetermaatregelen binnen twee woningen op de Wijngaert in Haaren. Er wordt in samenspraak met de teams gezocht naar mogelijkheden tot verbetering binnen het primaire proces. Hoewel het project nog doorloopt in 2015, zijn de eerste resultaten positief. Het betrekken van het team bij de effectiviteitsverbetering leidt ook tot meer werkplezier / voldoening bij de medewerkers. De bedoeling is om deze aanpak in 2015 breder door te voeren.
pagina 18
Vernieuwing OP en ECD De laatste jaren zijn er steeds meer geluiden dat het ondersteuningsplan (OP) en de overlegstructuur rond het OP te ingewikkeld en arbeidsintensief zijn geworden. Er ligt een nadrukkelijke wens om het werkproces en opzet van het OP van Cello te vereenvoudigen. In 2014 is de werkwijze geëvalueerd en de conclusie was dat de efficiëntie en de kwaliteit van het OP kunnen worden verbeterd. Ook gezien de bezuinigingen is het behalen van productiviteitswinst van groot belang. Minder tijd voor opstellen en bijwerken van het OP resulteert in meer directe cliëntgebonden tijd. De inhoudelijke vernieuwing van het OP wordt opgepakt in samenhang met een vernieuwing van het elektronisch cliëntdossier (ECD) van Cello. Ook het ECD - Cello gebruikt daarvoor Care4 is toe aan vernieuwing. De applicatie wordt door de leverancier in co-creatie met een aantal organisaties, waaronder Cello, grondig gemoderniseerd. In een pilot is door ambulante begeleiders al de eerste ervaring opgedaan met vernieuwde onderdelen van Care4 en met het mobiel werken met tablets in de begeleiding. Door een goede workflow-ondersteuning in te bouwen in het ECD, met meer voorstructurering van het OP, worden begeleiders beter ondersteund. De vernieuwing van OP en ECD wordt in 2015 in een groot project opgepakt. Doelstelling is om de nieuwe werkwijze in 2016 breed te kunnen implementeren. Versterking eigen regie In diverse projecten is gewerkt aan versterking van de eigen regie van cliënten. Er zijn hulpmiddelen uitgewerkt om de inbreng van de cliënt bij de OP-bespreking te vergroten. Dit aspect wordt nadrukkelijk meegenomen bij de vernieuwing van het OP. Betrekken sociale netwerk In veel clusters is projectmatig gewerkt aan het meer betrekken van het sociale netwerk bij de zorg voor hun verwant. Daarbij zijn ook meer contacten gelegd in de wijk met als resultaat dat het aantal vrijwilligers dat betrokken is bij activiteiten in en om de woning is uitgebreid. Met ondersteuning vanuit het landelijke project “In voor mantelzorg” is binnen enkele clusters een project ‘Samen staan voor zorg’ gestart. In 2015 ligt daarin de nadruk op het samen met familie invulling geven aan de vrije tijdsbesteding. Een groot deel van de clusters maakt inmiddels gebruik van de web-applicatie Familienet. Vooral in woningen met cliënten die zelf moeilijk kunnen communiceren, heeft dit hulpmiddel duidelijk een meerwaarde. 4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte In de besturingsvisie wil Cello meer ruimte maken voor het maatschappelijk ondernemerschap tot op het laagste niveau. Het flexibel inspelen op de vragen van cliënten en op de lokale situatie vraagt om meer eigen regelruimte op lokaal niveau. Versterking operationele stuurkracht. Eind 2013 is het proces gestart om te komen tot een herijking van de functie van clustermanager, een scharnierfunctie binnen onze organisatie. In 2014 heeft dit aanleiding gegeven tot een meer fundamentele beschouwing op besturingsfilosofie van Cello. De veranderende omgeving vraagt om meer eigen regelruimte op het niveau van de teams en versterking van de eigen professionele verantwoordelijkheid van de medewerkers. Het streven is te komen tot ‘vitale teams’ die flexibel
pagina 19
kunnen inspelen op de vraag van de cliënten.in een dynamische omgeving. Daarbij wordt een belangrijke rol toebedeeld aan de clustermanagers om teams en medewerkers te coachen bij het invulling geven aan die regelruimte. Het versterken van de clustermanager in deze rol vraagt om een samenhangende aanpak op verschillende niveaus. De invulling van de functie clustermanager kan niet worden losgezien van het samenspel in de lijn en met de ondersteunende diensten. Ook de rolverdeling met (coördinerend) begeleiders en DIO is daarbij aan de orde. Die samenhangende aanpak krijgt vorm in het project “Versterken operationele stuurkracht”. Aanpassing organisatie-indeling In dit project kwam ook de vraag aan de orde hoe de organisatie het beste ingericht kan worden. De conclusie was dat Cello niet gebaat is bij ingrijpende organisatieverandering die leidt tot onrust en discontinuïteit. De bestaande gelaagdheid wordt gehandhaafd. Er is met ingang van 2015 wel een herindeling van de sectoren en een aantal clusters doorgevoerd. De positie van een vertrekkende sectormanager is niet opnieuw ingevuld en Cello is teruggegaan naar vier sectoren. Bij de herindeling is meer focus aangebracht in de gerichtheid op specifieke doelgroepen en dienstverlening in het gemeentelijke domein: WMO en Jeugdwet. In de verdeling van de clusters is alle specialistische (behandel)zorg gericht op gedragsproblematiek (inclusief ‘LVB-plus’) bij elkaar gebracht binnen één sector. Ook de specifieke woningen voor kinderen zijn daarin ondergebracht. De teams die zich richten op ambulante begeleiding (WMO) zijn meer gebundeld om zich op de betreffende gemeenten te kunnen focussen. Alle extramurale kindzorg (Jeugdwet) is geconcentreerd binnen twee clusters, die zich gezamenlijk naar alle gemeenten in de regio presenteren. Naar vitale teams De teams vormen de basisbouwsteen in de organisatie. Zij geven vorm aan de ondersteuning van cliënten en het samenspel tussen de medewerkers met het sociale netwerk en zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering binnen de gegeven kaders. De komende jaren zullen veel inspanningen zijn gericht op het vergroten van die ‘teamvitaliteit’. Innovatie Voortbouwend op de ervaringen met het innovatieplatform is in 2014 gezocht naar manieren om innovatiekracht van Cello meer structureel te versterken. Daarbij is het besef dat vernieuwing vooral van onderop moet komen en dat het meer gaat om gericht stimuleren en ondersteunen van de al aanwezige innovatieve krachten. In samenwerking met het bureau Learning Spirit is een traject uitgezet om uit de vernieuwende initiatieven meer te leren. Wat werkt wel of niet? Wat zijn de succesfactoren? Waar ervaren mensen belemmeringen voor vernieuwing? Ook gaat het er om te beoordelen welke initiatieven het meeste bijdragen aan de organisatiedoelstellingen van Cello. Innovatie is immers geen doel op zich. Dit traject loopt door in 2015 waarbij veel aandacht wordt gegeven aan het delen van de ervaringen. Dat is in 2014 ook al gebeurd bij de vernieuwende initiatieven in het kader van de WMO. Dat heeft stimulerend gewerkt. Eind 2014 is MPower als project afgesloten. In dit innovatieve project zijn drie E-learning programma’s voor cliënten ontwikkeld op gebied van zelfstandig wonen (koken, de was doen etc.). Het Opleidingscentrum beschikt nu over de kennis, kunde en templates om zonder hoge
pagina 20
kosten verdere modules te produceren. Voor 2015 staat de ontwikkeling van twee nieuwe modules gepland. Facilitaire dienst, decentralisatie In de afgelopen jaren is kritisch gekeken naar de dienstverlening van de facilitaire dienst. Het uitgangspunt daarbij is ‘decentraal waar het kan, centraal waar dit meerwaarde heeft’. Dat heeft stapsgewijs geleid tot het decentraliseren van een aantal diensten: (delen van) de wasvoorziening, schoonmaak, onderhoud zijn inmiddels teruggelegd bij de woningen / locaties. In 2014 heeft op zes woningen van locatie De Binckhorst een pilot plaatsgevonden waarbij nagenoeg geen gebruik meer gemaakt wordt van de facilitaire dienstverlening (met uitzondering van warme maaltijden en verzorging platgoed). Het doel was om naast kostenreductie ook verder invulling te geven aan het wonen en leven in een zo normaal mogelijke omgeving. Resultaat was dat op het gebied van inkoop de woningen zelf een actieve rol gaan spelen. Dat heeft gevolgen voor het voortbestaan van de afdeling inkoop / magazijn. Het facilitair bedrijf onderzoekt in 2015 of het magazijn als concurrerende leverancier binnen Cello bestaansrecht houdt. De wasserij op de Binckhorst is ontmanteld en deze activiteiten worden nu op de woongroepen uitgevoerd. Een andere uitkomst van de pilot is dat woningen in hun wasverzorging minder beroep gaan doen op het extern bedrijf voor de levering van linnenpakket, omdat ze dit zelf gaan wassen. De verdere afbouw van centrale facilitaire dienstverlening vraagt om een nieuwe organisatieopzet, die met ingang van 2015 vorm krijgt. 4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid Zorgprogramma’s Het werken met zorgprogramma’s kent inmiddels een historie van zo’n 10 jaar binnen Cello. In de loop van de jaren zijn er zorgprogramma’s gemaakt voor vijf groepen cliënten met complexe begeleidingsvragen die Cello bedient: autismespectrumstoornis (ASS) ernstige meervoudige beperking (EMB) dementie LVB SGEVG Voor al deze specifieke doelgroepen functioneren er kennisteams, die in de loop van de tijd veel kennis hebben verzameld over de afzonderlijke doelgroepen. In de zorgprogramma’s is beschreven wat goede zorg is voor de betreffende doelgroep. Er zijn voorkeursmethodieken gekozen, die we bij deze cliënten toepassen. Dat heeft geleid tot een betere afstemming tussen de (bij)scholing en de toepassing van de kennis. Die focus op specifieke doelgroepen met eigen methodieken, begeleidingsvisie en terminologie werkt goed in categorale groepen, maar veel minder goed in heterogene groepen. Het werken vanuit meerdere zorgprogramma’s is voor de begeleiding verwarrend, waardoor die moeilijk te implementeren zijn. Deze ervaring heeft in 2014 geleid tot een heroriëntatie met betrekking tot de zorgprogramma’s. Constatering was dat er behoefte is aan een explicietere beschrijving van de onderliggende ‘basismethodiek’ en grondhouding van de medewerkers, waarbinnen zo nodig een specifiekere inkleuring naar de samenstelling van de cliëntengroep op de locatie / woning kan
pagina 21
plaatsvinden. Daarbij kan natuurlijk gebruik worden gemaakt van de methodieken uit de zorgprogramma’s. In 2015 wordt dat integrale zorgmodel verder uitgewerkt. Ouderen De stuurgroep ouderenbeleid heeft begin 2014 een rapport uitgebracht over de ontwikkeling van de zorg voor ouderen binnen Cello. De toekomstige vraag is in kaart gebracht en vertaald naar aanbod op het terrein van wonen, dagbesteding en behandeling. Dat heeft geleid tot een plan van aanpak. Er ligt een grote uitdaging op het terrein van aangepaste dagbesteding. Het plan van aanpak voorziet in de uitbreiding van dagactiviteiten in of in nabijheid van de woning. De voorbeeldprojecten, zoals De Misse op De Binckhorst krijgen ook op nadere locaties navolging. Voor oudere cliënten die in de wijk wonen, krijgen de dagactiviteiten lokaal in WMO-verband invulling in samenwerking met andere organisaties in de wijk, bijvoorbeeld in de vorm van trefpunten. Wat betreft het wonen zijn prognoses voor de vraagontwikkeling afgezet tegen de beschikbare huisvestingscapaciteit. De conclusie was dat door de vernieuwde huisvesting van Cello - ook bij een toenemende zorgbehoefte door vergrijzing- voldoende woningen geschikt zijn voor cliënten met een verzorgingsprofiel. Er zal wel een (geleidelijke) verschuiving plaatsvinden in het bewonersprofiel van de woningen. Ook het competentieprofiel van de medewerkers, met meer nadruk op verzorging, dient daarin mee te groeien. De stuurgroep blijft de voortgang met betrekking tot het plan van aanpak ook in 2015 volgen. Professionalisering zorg voor LVB-plus De bundeling van het aanbod voor deze doelgroep en de gerichte aandacht voor methodiekontwikkeling en scholing hebben tot goede resultaten geleid. Begin 2015 zijn die gepresenteerd op een kennismarkt LVB-plus. Op twee middagen hebben ruim 300 medewerkers van Cello en andere betrokkenen aan deze uitwisseling deelgenomen. Het model Bruininks voor de behandeling / begeleiding op LVB-groepen is in de loop van 2014 overal doorgevoerd, in combinatie met het competentiegericht werken. Het vraagt wel blijvende coaching om die kennis en aanpak levend te houden. In alle locaties / woningen wordt op basis van een aangereikt format lokaal een veiligheidsplan gericht op het omgaan met agressie uitgewerkt. Dat gebeurt overigens op alle locaties waar men geconfronteerd wordt / kan worden met agressie. De ambulante begeleiding aan LVB-plus cliënten is ook in 2014 sterk gegroeid. Een groot deel van die groei komt terecht bij een specifiek team voor complexe ambulante begeleiding. Cello heeft zich regionaal nadrukkelijk present gesteld voor deze doelgroep en wil –met uitzondering van de meer forensische zorg- een samenhangend aanbod bieden van verblijf met behandeling t/m ambulante begeleiding gericht op maatschappelijke participatie. De groei is een erkenning voor het gespecialiseerde aanbod, maar het is een grote uitdaging om dit structureel gefinancierd te krijgen binnen alle transities. Het bevindt zich op het grensvlak van diverse sectoren en wettelijke kaders. Vanaf 1 januari 2014 is de samenwerking met het CvTB (Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg) geïntensiveerd. Cello is vanaf die tijd een van de vijf partners, naast Novadic-Kentron, GGZ
pagina 22
Reinier van Arkel, SMO en Juvans. Er is nu een medewerker van Cello werkzaam bij het CVTB. Het is de bedoeling dat dit in de loop van de jaren wordt uitgebreid. Vanaf 1 januari 2015 kent Cello ambulante (spoed)zorg door inzet van een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige (SPV). In 2015 wordt aan de functie van SPV verder inhoud en vorm gegeven binnen Cello. In 2014 is het Cello-beleid uitgewerkt ten aanzien van het gebruik van verdovende middelen door cliënten. Aangegeven is welke rol Cello in de begeleiding wel en niet kan vervullen. Ook zijn de grenzen aangegeven van wat hanteerbaar en toelaatbaar wordt geacht binnen de locaties van Cello. De visie vindt ook zijn vertaling in concrete begeleidingsdoelen en ondersteuningsperspectieven in het ondersteuningsplan van de cliënt. Medische zorg en diagnostiek De vakgroep artsen heeft een traject bij de VGN afgerond en haar beleid ten aanzien van de invulling van de medische zorg voor onze cliënten opnieuw geformuleerd De inzet is dat elke cliënt moet kunnen beschikken over goede huisartsenzorg én specialistische AVG-zorg. In 2015 krijgt dit verder gestalte. Voor de invulling van de huisartsenzorg wordt nadrukkelijk de samenwerking gezocht met de reguliere huisartsenpraktijk. De AVG-poli wordt ook in 2015 verder voortgezet onder verantwoordelijkheid van Cello en niet langer als samenwerkingsproject met Kentalis en Jeroen Bosch Ziekenhuis. De vakgroep gedragskundigen is in 2014 gestart met een diagnostiekloket. Vragen voor onderzoek van externe cliënten worden hier opgepakt, alsook specialistische diagnostiekvragen van interne cliënten. In 2015 wordt dit uitgebreid met andere disciplines. 4.2.4 Transities langdurige zorg Inkoopbeleid gemeenten In 2014 is er veel geïnvesteerd in de voorbereidingen op de invoering van WMO en Jeugdwet die vanaf 1 januari 2015 van kracht zijn geworden. Van april tot eind 2014 is veel aandacht gegaan naar de diverse inkooptrajecten met gemeenten. De insteek van Cello daarbij was om in elk geval zoveel mogelijk de huidige cliënten van Cello goed te blijven bedienen op basis van het overgangsrecht. Cello richt zich daarbij in hoofdzaak op elf kerngemeenten, te weten ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Sint Michielsgestel, Schijndel, Vught, Haaren, Heusden, Best, Zaltbommel, Maasdriel en Oss. Omdat gemeenten de inkooptrajecten vaak via regionale samenwerkingsverbanden vormgeven, was er sprake van diverse, deels overlappende inkooptrajecten voor zowel Wmo als Jeugdwet. De belangrijkste regio’s betreffen Meierij (Wmo), NO-Brabant (Jeugdwet), Rivierenland (Wmo & Jeugdwet) Hart van Brabant (vooral Heusden; Wmo & Jeugdwet), BOV: Best, Oirschot, Veldhoven (Wmo). Deze inkooptrajecten hebben extra bestuurlijke en beleidsmatige aandacht gevraagd vanwege de grote verscheidenheid aan contractvoorwaarden die nadere (risico)analyse, strategische positionering en onderhandelingen vereisten. Zo is er in de regio Meierij (Wmo) en NO-Brabant (Jeugdwet) gekozen voor zogenaamde lumpsum financiering waarbij grote aanbieders jaarlijks een vast bedrag krijgen waarvoor zij alle huidige en nieuwe cliënten (binnen een overeengekomen
pagina 23
bandbreedte) moeten bedienen. Ook de wijze van aanbesteden door gemeenten - van onderhands aanbesteden tot bestuurlijk aanbesteden - vroeg daarbij om extra aandacht in verband met de vaak zeer strakke planning van informatie-, onderhandelings- en gunningsfase. Uiteindelijk hebben de aanbestedingen geleid tot het sluiten van de contracten; de opgave voor 2015 is, om de gemaakte afspraken binnen de budgetten te kunnen realiseren. Structurering offerte-trajecten en contractbeheer Er is werkenderwijs de nodige ervaring opgedaan met de verschillende inkoop- en offertetrajecten. Voor alle partijen was het nog een zoektocht. In 2015 zal dit proces op basis van de opgedane ervaringen meer gestructureerd opgepakt dienen te worden. Een belangrijke constatering is geweest dat Cello meer behoefte heeft aan juridische expertise op het terrein van contracten. Ook het contractbeheer vraagt extra aandacht: wat is met wie afgesproken, onder welke voorwaarden en met welke verantwoordingseisen. Administratieve lasten De administratieve lasten zijn door de decentralisaties sterk toegenomen. De regelruimte voor gemeenten heeft geleid tot uiteenlopende registraties en verantwoordingseisen. De landelijke standaarden zijn lang niet overal gevolgd, of hebben een eigen inkleuring gekregen. Er is sprake van een veelheid aan systemen. Dat vereist de nodige aanpassingen van het werkproces van Cliëntenservice en van de cliënten- en productieregistratie. De aanpassing van de software en de inrichting van de applicatie kosten veel inspanning van Cello en van de softwareleverancier. Het is van vitaal belang dat we in deze dynamische omgeving kunnen beschikken over adequate sturingsinformatie. Relatiebeheer In 2014 is veel aandacht besteed aan het relatiebeheer met gemeenten. In alle genoemde ‘kerngemeenten’ is gewerkt aan het versterken van de samenwerkingsrelatie en heeft Cello bijgedragen aan het beleid van gemeenten via werkgroepen en klankbordgroepen. Eind 2015 zijn enkele clustermanagers als accountmanager benoemd, zij onderhouden op uitvoeringsniveau de relatie met gemeente en lokale partners. Cello participeert in diverse lokale samenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders en eerste-lijnorganisaties. Ook ten aanzien van het werken in samenwerkingsverbanden is Cello lerend. Een netwerkorganisatie vraagt andere vormen van coördinatie en sturing. Vernieuwing dienstverlening Er is ingezet op het vernieuwen van dienstverlening via kleinschalige lokale pilots en via enkele bestuurlijke samenwerkingsverbanden zoals Zorgzaam ’s-Hertogenbosch, Zorgzaam Boxtel en Zorgzaam Netwerk Rosmalen. Begin 2014 is aan de hand van de notitie ‘Beleid Pilots Cello In De Wijk’ een impuls gegeven aan vernieuwing vanuit diverse teams, in samenspraak met cliënten, familieleden en buurtbewoners. Hieruit zijn diverse lokale samenwerkingsverbanden ontstaan waarbij woningen en dagbestedingslocaties zich steeds meer openstellen voor en verbinden met de buurt. Er zijn diverse inspiratie-bijeenkomsten gehouden om elkaar te informeren over kansrijke nieuwe initiatieven en creatieve vormen van ondersteuning. Communicatie Cello heeft in 2014 veel aandacht besteed aan het informeren van de betrokkenen over de komende veranderingen. De informatiecampagne vanuit de overheid liet lang op zich wachten en
pagina 24
blijft vervolgens erg algemeen. Wat de verandering concreet voor cliënten en hun omgeving betekent, wordt pas in gesprek over de individuele situatie duidelijk. Dat gesprek is vooral door de begeleiders met cliënten en vertegenwoordigers gevoerd. In 2014 hebben zij al samen gezocht naar manieren om de ondersteuning op andere manieren en met minder inzet van uren professionele begeleiding invulling te geven. Ook voor de medewerkers in de extramurale zorg zijn het onzekere tijden. De communicatie was er vooral op gericht om hen goed te informeren over de komende veranderingen en onrust te voorkomen. Het informeren van de cliënten zal ook grotendeels via de medewerkers gebeuren. Er zijn diverse speciale nieuwsbrieven verschenen. Herpositionering dagbestedingsaanbod De extramurale dagbesteding komt door de invoering van WMO en Participatiewet in een nieuw speelveld. Met het oog daarop werd in 2014 de campagne ‘Dagbesteding werkt’ gevoerd. Daarmee werden de volgende doelen beoogd: Een betere profilering van de dagbesteding: intern en extern Het versterken van de verbindingen binnen de sector, Het stimuleren van de overgang naar ‘anders’ werken in tijden van verandering. De dagbesteding heeft in diverse gemeenten en wijken een stevige positie. Waar zich kansen aandienen wordt een proactieve rol gepakt en zijn er diverse projecten om de maatschappelijke betekenis en zichtbaarheid van de dagbesteding te vergroten. Voorbeelden van dergelijke initiatieven zijn de Buurtsuper in Maliskamp, het Participatiehuis in Best en De Raadskelder in ’sHertogenbosch. Vervoer De bezuinigingen op het vervoer hebben ook geleid tot heroverweging van het dagbestedingsaanbod. Er is in 2014 ruim € 1 miljoen bezuinigd door een volledige reorganisatie van het woon-werkverkeer van de dagbesteding. Er zijn nieuwe, scherpe vervoerscontracten afgesloten, deels met inzet van andere vervoersmiddelen. Het betekent ook concentratie van activiteiten en soms leidt het tot sluiting (op termijn) van locaties. Herordening ambulante teams Ter voorbereiding op de WMO zijn de ambulante teams die woonbegeleiding bieden opnieuw ingedeeld. Daarbij is aangesloten bij de indeling van gemeenten / wijken. Naast de zes teams met een lokale oriëntatie blijven er twee specialistische teams die zich meer (sub)regionaal richten op een bijzondere doelgroep. 4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid Herinrichting afdeling Vastgoed Na de afronding van de grote bouwprojecten is de afdeling Vastgoed in een nieuwe fase gekomen. De organisatie is daar op aangepast. De afdelingen Vastgoedontwikkeling en Vastgoedbeheer zijn per 1 maart 2014 samengevoegd in één afdeling Huisvesting, die als een interne corporatie gaat opereren en zich gaat richten op de ‘eigenaarsverantwoordelijkheden’ voor de huisvesting. De ‘huurdersverantwoordelijkheden’ inclusief het klein onderhoud en de bijbehorende financiële middelen zijn decentraal neergelegd op clusterniveau. Met ingang van 2015 is de scheiding tussen verhuurdersonderhoud en huurdersonderhoud volledig doorgevoerd. De werkzaamheden van de huismeesters worden voortaan door de clustermanagers gestuurd.
pagina 25
In de financiële rapportage is de zorgexploitatie nadrukkelijk gescheiden van de vastgoedexploitatie. De afdeling Huisvesting heeft de onderhoudscontracten kritisch doorgelicht. Door bundeling en heronderhandeling zijn besparingen gerealiseerd. In verband met de extramuralisering gaat Cello vaker optreden als verhuurder. Er is extra aandacht besteed aan de inrichting van het verhuurproces, inclusief de beschrijving van de verantwoordelijkheden. Er is inmiddels een aantal woningen verhuurd op basis van scheiden wonen en zorg. Extramuralisering: versnelling De gefaseerde afbouw van verblijfscapaciteit voor de ZZP’s 1, 2 en deels 3 krijgt zijn uitwerking in een beperking van de contracteerruimte van het zorgkantoor. Voor de gehandicaptenzorg wordt de afbouw door het zorgkantoor uitgesmeerd over een periode van 10 jaar. Vertaald naar Cello kan dat oplopen tot een capaciteitsreductie van 200 intramurale plaatsen in 10 jaar. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor het vastgoedbeheer en het ‘strategisch voorraadplan huisvesting’. Gezien de wachtlijstdruk lag het afbouwtempo in 2013 en 2014 lager dan de voorziene 20 plaatsen per jaar, maar dat moet in daaropvolgende jaren worden ingehaald. In 2014 zijn opnieuw enkele woningen gesloten. Dat betrof woningen met een minder courante huisvesting en/of een moeilijk sluitend te maken exploitatie. Ook in 2014 konden de betreffende cliënten en medewerkers op een goede manier worden herplaatst. De inventarisatie van woningen die in aanmerking komen voor scheiden van wonen en zorg is geactualiseerd. Waar zich kansen aandienen, bijvoorbeeld door verhuizing van cliënten uit geclusterde appartementen, is steeds de optie van extramuralisering aan de orde. Een grote belemmering voor het overgaan tot scheiden van wonen en zorg vormt de beperkte financiële draagkracht van cliënten. Voor veel cliënten zijn de beschikbare appartementen onbetaalbaar. Klinkerbuurt De versnelling in de extramuralisering en capaciteitsreductie heeft ertoe geleid dat de plannen voor nieuwbouw van de Klinkerbuurt (onderdeel terrein Binckhorst) moesten worden herzien. Voor een groot deel van deze cliënten kan geen vervangende nieuwbouw meer worden gerealiseerd, maar zal in de nabije toekomst een geschikte plaats moeten worden gevonden binnen de bestaande woningen van Cello, verspreid over diverse locaties. Het betreft voor een groot deel kwetsbare cliënten met ernstige meervoudige beperkingen (EMB). Dat ingrijpende besluit heeft in 2014 voor de nodige onrust gezorgd bij de betrokken ouders / vertegenwoordigers. Bij hen was op basis van de oude plannen de verwachting gewekt dat er nieuwbouw zou komen voor de bestaande groepen en dat zij desgewenst op De Binckhorst konden blijven wonen. Dat heeft geleid tot de nodige gesprekken met de betrokken cliëntenraden, inclusief de CCR en met ouders / vertegenwoordigers. Er is een herplaatsingsplan uitgewerkt, met waarborgen voor een zorgvuldig verloop van dit proces, dat enkele jaren gaat beslaan. Nachtzorg en zorgcentrale De zorgcentrale vervult een steeds grotere rol bij de nachtzorg voor de woningen in de wijk. Na Vught en Haaren is ook in ’s-Hertogenbosch een pilot gestart met ambulante inzet van nachtzorg, op geleide van signalering vanuit de zorgcentrale. De insteek blijft om de kwaliteit van de nachtzorg en veiligheid te verbeteren. Eventuele efficiencywinst door vermindering van slaapdiensten kan binnen het primaire proces worden ingezet. In Den Bosch is het project Zorg in Beeld afgesloten. Door technische problemen heeft dit project vertraging opgelopen en heeft het niet tot de gewenste resultaten geleid. De betrokken partijen
pagina 26
(Van Neynselgroep, Brabant Zorg, Reinier van Arkel en Cello, aangevuld met Vivent en SWZ) hebben afgesproken de samenwerking in een aangepaste vorm door te zetten. In 2015 start een tweejarig project, met externe ondersteuning, om te komen tot een zorgcirkel in Den Bosch, gericht op samenwerking in nachtzorg en ondersteuning thuis. Het project sluit aan op het voorbeeld van een zorgcirkel in Eindhoven. 4.3
Kwaliteitsbeleid
4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello HKZ-certificering Cello is vanaf 2008 HKZ gecertificeerd. Besloten is om vanaf 2014 opnieuw voor één cyclus van drie jaar door te gaan met het HKZ-certificaat en met DNV als certificerende instelling. De langdurige zorg maakt grote veranderingen door. De kwaliteitseisen vanuit de nieuwe wettelijke kaders (WMO, Jeugdzorg) en gemeenten moeten nog verder invulling krijgen. In de inkoopeisen van gemeenten wordt certificering als een soort minimumeis gehanteerd. In februari 2014 is door DNV een audit uitgevoerd ten behoeve van de her-certificering. Daarbij werden 11 locaties bezocht en 30 interviews gehouden met uitvoerend medewerkers, clustermanagers, sectormanagers en leidinggevenden van ondersteunende diensten. Naast de nodige positieve feedback werden zeven verbeterpunten (‘non-conformities, categorie 2) geconstateerd, die vervolgens aan de hand van een plan van aanpak zijn opgepakt. Cello heeft in mei 2014 opnieuw voor drie jaar het HKZ-certificaat gekregen. Dat geeft Cello de ruimte om te bezien of het kwaliteitsbeleid en kwaliteitsmanagementsysteem fundamenteel moet worden herzien. In maart 2015 is als start van die herijking een werkconferentie gehouden waaraan alle geledingen van Cello hebben deelgenomen. Daar kwam de boodschap uit naar voren om het kwaliteitsbeleid van Cello meer te benaderen vanuit de kernwaarden / de ‘bedoeling’ van de organisatie. Centraal staat de beleving van kwaliteit in de dagelijkse situatie. De nadruk moet liggen op ‘merkbare’ in plaats van ‘meetbare’ kwaliteit. Kwaliteit van zorg wordt gerealiseerd in de driehoek van cliënt – familie / netwerk – begeleiders. De processen in de organisatie moeten de voorwaarden scheppen dat de dialoog in die driehoek op een goede manier kan plaatsvinden. Deze benadering wordt in 2015 verder uitgewerkt en verbonden met de andere vernieuwingsprocessen binnen Cello als die van besturingsfilosofie en ondersteuningsplan. Directiebeoordeling Een belangrijk instrument bij het onderhouden van het kwaliteitsmanagementsysteem is de jaarlijkse ‘systeembeoordeling’, ook wel ‘directiebeoordeling’ genoemd. Een van de bevindingen van de HKZ-audit was dat de directiebeoordeling onvoldoende systematisch gebeurde en niet alle (verplichte) aandachtsgebieden bestreek. Naar aanleiding daarvan is de werkwijze en het format voor de directiebeoordeling aangepast. Hij bevat een duidelijker beoordeling van urgentie en impact van de verbeterpunten. Ook de voortgang kan beter worden gevolgd. De ervaring in 2014 met die werkwijze is positief. Interne audits De werkwijze voor de interne audits is aangepast. Met ingang van 2014 hebben die een thematische insteek gekregen. De werkwijze, de samenstelling van het auditteam en de rapportage worden steeds specifiek gericht op één bepaald onderwerp, waardoor de toetsing meer diepgang
pagina 27
krijgt. In de auditteams wordt inhoudelijke deskundigheid gekoppeld aan auditervaring. In 2014 zijn interne audits uitgevoerd naar: medicatieveiligheid in woningen in de wijk veiligheid rolstoelvervoer kwaliteit van de afzonderingsruimtes toepassing van dwangbehandeling De ervaringen met de nieuwe werkwijze zijn positief en die wordt in 2015 gecontinueerd. 4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg Het landelijke kwaliteitskader als bron voor kwaliteitsinformatie kent drie ‘pijlers’: 1 2.a 2.b 3
Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau Cliëntervaringsgegevens Gegevens m.b.t. relatie cliënt-professional (nog nader uit te werken)
Voor de onderdelen 1 en 2a heeft Cello in 2014 voor de derde keer de gegevens aangeleverd. De cliëntgegevens voor Pijler 2a hebben alleen betrekking op de cliënten met een ZZP-indicatie of met de indicatie Behandeling Groep. Voor het gemeentelijke domein geldt het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg niet. Gemeenten zijn elk voor zich bezig om hun kwaliteitseisen te formuleren en op te nemen in hun inkooptrajecten. Daarbij is het streven naar meer outcome-georiënteerde indicatoren als doelrealisatie, klanttevredenheid. De kwaliteitsgegevens vanuit het kwaliteitskader worden door de zorgkantoren gebruikt in hun inkoopbeleid. De resultaten worden hiertoe vergeleken met het gemiddelde voor de branche. Een beneden gemiddelde score op bepaalde onderdelen kan leiden tot een korting op de tarieven. Dat was voor Cello bij de inkoop voor 2015 niet aan de orde. Vanuit de branche is de nodige kritiek op het gebruik van het kwaliteitskader als vergelijkingsinformatie. Het kwaliteitskader is primair ingericht op het genereren van verbeterinformatie. Pijler 2b: cliëntervaringsonderzoek (CEO) Door de VGN is een ‘Waaier’ van geschikte instrumenten opgesteld die kunnen worden ingezet om het cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. Cello was verplicht om in 2014 een CEO uit te voeren met gebruikmaking van een van de goedgekeurde instrumenten uit de Waaier. In samenwerking met de CCR is in het najaar van 2013 een werkgroep ingesteld om tot de keuze van een instrument te komen en de uitvoering van het onderzoek te begeleiden. De voorkeur ging in eerste instantie uit naar een instrument dat organisch kan worden ingebouwd in de cyclus van het ondersteuningsplan. Na een grondige oriëntatie was de conclusie dat de beschikbare instrumenten onvoldoende aansluiten bij de werkwijze binnen Cello. Bovendien zou het grote inspanningen vragen om er beleidsinformatie uit te kunnen genereren. Keuze voor CEO van Effectory De werkgroep heeft daarop het MT geadviseerd om te kiezen voor een pragmatische insteek, met een periodieke meting die bruikbare verbeterinformatie oplevert op de verschillende niveaus en die weinig belastend is qua uitvoering voor de organisatie. Op basis van de bijgestelde criteria is toen gekozen voor het CEO van Effectory. Effectory voert ook het medewerkerstevredenheidsonderzoek bij Cello uit en dit geeft de mogelijkheid om de informatie uit beide onderzoeken te
pagina 28
combineren. Effectory is het meest gebruikte instrument uit de ‘Waaier’, waardoor ook benchmarkinformatie beschikbaar is. De werkgroep is betrokken geweest bij de aanpassing van het onderzoek aan de situatie van Cello. Er is gekozen voor drie varianten van de vragenlijst: volwassen cliënten, ouders / vertegenwoordigers van volwassen cliënten en ouders / vertegenwoordigers van thuiswonende cliënten < 18 jaar. De uitvoering van het CEO heeft in juni 2014 plaatsgevonden en de resultaten zijn in augustus gepubliceerd. Overigens heeft Effectory begin april 2015 bekend gemaakt dat zij stoppen met de uitvoering van cliëntervaringsonderzoek in de gehandicaptensector. Zij konden onvoldoende garanties krijgen dat hun instrument in de definitieve ‘Waaier’ wordt opgenomen en hebben toen besloten niet langer te investeren in doorontwikkeling van het instrument. Voor Cello betekent dit dat de organisatie op zoek moet naar een ander instrument en ook dat er opnieuw geen goede vergelijkingsinformatie met de voorgaande metingen beschikbaar komt. Resultaten CEO De resultaten zijn over het geheel positief. Belangrijk was dat we met behulp van dit instrument voor het eerst ook cliënten zelf konden bevragen. De eerdere interne cliënttevredenheidsonderzoeken waren alleen op ouders / vertegenwoordigers gericht. De algemene tevredenheid van cliënten lag net iets beneden de benchmark. Die van medewerkers en ouders / vertegenwoordigers was bovengemiddeld, voor ouders / vertegenwoordigers van thuiswonende cliënten van Cello zelfs ver boven het gemiddelde.
De respons (37,4%) was beduidend lager dan bij de eerdere interne cliënttvredenheidsonderzoeken. Dat maakt dat de betrouwbaarheid van de resultaten bij kleinere eenheden lager is. Dat moet bij de bespreking van de resultaten op niveau van clusters of locaties worden meegewogen. De resultaten zijn op de verschillende niveaus besproken in de teams en in het overleg met de cliëntenraden om te kijken naar mogelijke verbeterpunten. Het algemene oordeel over het CEO was dat het minder bruikbare informatie oplevert dan het eerdere interne CTO. De eigen vragenlijsten van Cello waren situatie-specifieker en gaven meer stof tot bespreking. De lage respons vormt een belangrijk aandachtspunt. Ook de overzichtelijkheid van de Effectory-rapportages kan worden verbeterd. Nu Effectory heeft besloten te stoppen, zullen we deze ervaringen meenemen bij de instrumentkeuze. Voor het kwaliteitskader ligt er de verplichting het CEO elke drie jaar uit te voeren. Dat geeft Cello tot midden 2017 de tijd. Vanuit de gemeenten wordt echter ook gevraagd om klanttevredenheidsonderzoek. In sommige contracten wordt gesproken over een jaarlijkse of zelfs doorlopende meting. Het heeft de voorkeur van Cello met één instrument te werken om intern over vergelijkbare verbeterinformatie te kunnen beschikken.
pagina 29
4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen Klachtopvang Bij Cello zijn er verschillende mogelijkheden om een klacht op te pakken. Dat is vastgelegd in de klachtenregeling. 1. ‘Klagen in de lijn’: ter plekke bespreken en oplossen van de klacht met de direct betrokken medewerkers en/of leidinggevenden. Deze route heeft vanzelfsprekend de voorkeur. Wanneer de direct betrokkenen de klacht niet tot een oplossing kunnen brengen, kan de aanpak worden ‘geëscaleerd’ in de lijn. 2. Cliëntvertrouwenspersonen: De klager kan een beroep doen op een van de drie cliëntvertrouwenspersonen van Cello voor advies en bemiddeling bij klachten. Er bestaat ook de mogelijkheid om een externe mediator in te schakelen. 3. Klachtopvang algemeen: De kwaliteitsfunctionarissen van Cello fungeren als (plaatsvervangend) secretaris van de klachtencommissie en verzorgen de eerste opvang van binnengekomen klachten. Wanneer een klacht binnen komt, nemen zij contact op met de klager om verduidelijking te krijgen over de aard van de klacht, wat de klager ermee beoogt en om de verschillende manieren van klachtbehandeling te bespreken. Vaak leidt dit op verzoek van de klager tot een vorm van klachtbemiddeling. 4. Behandeling klacht door de klachtencommissie ‘Formele klacht’ die schriftelijk wordt ingediend en volgens de procedure afgehandeld door de klachtencommissie. 5. De informatie over de klachtopvang binnen Cello staat op de website en in een brochure die is opgenomen in de informatiemap die alle cliënten en/of vertegenwoordigers ontvangen bij de start van de dienstverlening. In afwachting van de nieuwe wet Kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) blijft de klachtencommissie in de huidige vorm bestaan. De kracht van de huidige klachtoplossing ligt in het snelle en serieuze reageren naar klager, al dan niet in samenspraak met betreffende clustermanager, sectormanager en cliëntvertrouwenspersonen. Klachtencommissie In 2014 zijn er 16 klachten ingediend bij de klachtencommissie. Geen van deze klachten heeft geleid tot een hoorzitting. Een BOPZ- klacht is afgehandeld op basis van de schriftelijke stukken. Deze klacht is gegrond verklaard. Alle binnengekomen klachten zijn opgelost in een of meerdere gesprekken met direct betrokkenen, al dan niet met behulp van bemiddeling. Klachtencommissie Cello Aantal binnengekomen klachten, waarvan: WKCZ klacht beoordeeld in hoorzitting WKCZ klacht behandeld aan de hand van schriftelijke stukken
Niet ontvankelijk verklaard
Opgelost door klachtopvang (in de lijn) en/of bemiddeling BOPZ-klacht behandeld aan de hand van schriftelijke stukken BOPZ-klacht beoordeeld in hoorzitting
2014 16
2013 5
2012 18
2011 10
2010 7
0
0
2
0
0
0
0
2
1
1
2
0
2
0
0
13
5
10
9
6
1 0
0 0
1 1
0 0
0 0
pagina 30
Evenals in 2012 zijn er in 2014 relatief veel klachten ingediend. Een mogelijke verklaring daarvoor is de onrust die de geplande bezuinigingen met zich meebracht. Bij vijf van de 16 klachten lag de aard van de klacht in de ‘personele bezetting’. Overigens is het beeld, dat ongeacht de specifieke aard van de klacht de oorzaak van de onvrede bijna altijd op het vlak van communicatie ligt. Dat geldt zowel voor de klachten die binnenkomen bij de klachtencommissie als voor de klachten in de lijn. Ondanks de piek in het aantal klachtmeldingen, blijft het aantal klachten dat de klachtencommissie bereikt gezien de omvang van de organisatie beperkt. Op basis van de voortgangsrapportages van de managers is het beeld dat er weinig klachten de klachtencommissie bereiken doordat in het primaire proces / in de lijn al aandacht is geweest voor onvrede en de klachten daar zijn opgelost. Dat is wel een subjectief beeld omdat er geen goed overzicht is van de klachten in de lijn. Incidenten Het melden van incidenten en risicovolle situaties (MIRS) met als doel te leren van fouten en onveilige situaties, is binnen Cello gemeengoed. Er is sprake van een laagdrempelige en open meldcultuur. Het belangrijkste doel van de MIRS-systematiek is om kort-cyclisch tot verbeteracties te komen. De melding komt rechtstreeks binnen bij de leidinggevende. Die beoordeelt of er direct actie ondernomen moet worden en ook zorgt dat de meldingen periodiek besproken worden binnen de teams. Daarnaast is er een MIRS-commissie ingesteld met als opdracht het analyseren van (trends in) de gemelde incidenten en risicovolle situaties en het geven van beleidsadviezen, gevraagd en ongevraagd (signalering). Een specifieke taak van de commissie betreft het uitvoeren van onderzoek ten behoeve van de melding van ernstige incidenten / calamiteiten aan de Inspectie Gezondheidszorg en maakt hierbij, onder andere, gebruik van de PRISMA-analyse. Aantal meldingen per incidentcategorie, periode 2010-2014 Alle meldingen Cello
2014 aantal
2013 %
aantal
2012 %
aantal
2011 %
aantal
2010 %
aantal
%
Medicijnvergissingen
1646 14,6
1826 15,0
1565 14,1
1596 14,7
1595 16,5
Agressie-incident
7117 63,0
8361 68,6
7184 64,9
7107 65,6
5964 61,9
Ongeval
767
Bijna-ongeval/onveilige sit.
6,8
735
6,0
1157 10,2
747
6,2
751
5,9
1219 11,0
579
5,3
1124 10,4
587
6,1
1090 11,3
Verslikking/verstikking
68
0,6
63
0,5
70
0,6
50
0,5
40
0,4
Eten niet eetbaar voorwerp
65
0,6
32
0,3
41
0,4
38
0,4
45
0,5
366
3,2
241
2,2
271
2,5
241
2,5
Vermissing eigendommen
57
0,5
42
0,3
36
0,3
24
0,2
33
0,3
Brand/brandgevaar
58
0,5
52
0,4
52
0,5
40
0,4
47
0,5
Weglopen/vermissing cliënt
320 2,6
Totaal 11301 100 12178 100 11159 100 10829 100
9642 100
pagina 31
Voor het eerst in jaren is sprake van een duidelijke afname van het aantal MIRS-meldingen, terwijl het aantal cliënten nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2013. 2014 Verschil t.o.v. het voorafgaande -7,3% jaar
2013 +9,1%
2012 +2,2%
2011 +12,3%
2010 +10,7%
De afname doet zich vooral voor bij de agressie-incidenten (min 1244). Van die daling wordt een aanzienlijk deel (45%, 559 meldingen) veroorzaakt door het invoeren van een zogenaamde ‘melddrempel agressie-incidenten’ voor een 13-tal cliënten. Bij deze cliënten kan, onder voorwaarden, per cliënt afgesproken worden bepaalde uitingen van bekend probleemgedrag niet langer als afzonderlijke agressie-incidenten te melden. Over dit gedrag van de cliënt wordt al op andere manieren gerapporteerd, vaak in de vorm van een scorelijst op basis van het signaleringsplan. Ook los van die melddrempel is sprake van een behoorlijk daling. Het is nog te vroeg om die daling al toe te schrijven aan specifieke beleidsmaatregelen, zoals de bijscholing gericht op preventie of de invoering van het locatie-specifieke veiligheidsplan met betrekking tot agressie. Ook het aantal medicatievergissingen is ten opzicht van 2013 behoorlijk gedaald en zit weer nagenoeg op het stabiele niveau van de jaren daarvoor. De uitgebreide interne audit naar medicatieveiligheid in woningen in de wijk wordt in april 2015 afgerond met een rapportage en verbetervoorstellen. Een sterke stijging zien we bij de meldingen van onveilige situaties en bijna ongevallen. Er is sprake van een grote diversiteit bij deze meldingen. Enerzijds komen de meldingen vanuit alertheid voor onveilige situaties die preventief worden gemeld en opgepakt. Anderzijds zijn het signalen dat men zich onveiliger voelt. Het vaker alleen werken geeft een kwetsbaarder gevoel. Inspectiebezoek dwangbehandeling BOPZ Op 5 november 2013 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden in het kader van de individuele toetsing van dwangbehandelingen op basis van de BOPZ. Op 3 januari 2014 ontving Cello de rapportbrief naar aanleiding van dit inspectiebezoek. Op enkele punten voldeed de zorg niet aan de eisen vanuit het normkader dat al is geënt op de nieuw in te voeren wet Zorg en Dwang. Dat betrof in het bijzonder het uitvoeren van een second opinion door een niet bij de behandeling betrokken behandelaar bij de beslissing tot het inzetten of voortzetten van een vorm van dwangbehandeling. Op grond van deze bevindingen heeft de inspectie Cello verzocht op dit onderwerp vóór 1 april 2014 een plan van aanpak in te dienen. In het plan van aanpak is, naast enkele individuele maatregelen een opzet voor het uitvoeren van de second opinion uitgewerkt. Verder werd toegezegd om vóór 1 juli 2014 een inhaalslag te maken wat betreft de uitvoering van een second opinion bij alle cliënten met ingrijpende vormen van vrijheidsbeperking. Ten slotte werd gemeld dat de afspraken met betrekking tot het vragen van een second opinion ook in het individuele Behandelplan geborgd worden. Op 10 juni 2014 heeft de Inspectie een hertoetsingsbezoek gebracht. De Inspectie constateerde een aantal verbeteringen, maar wees Cello er op dat niet voor alle locaties van Cello waar sprake is van dwangbehandeling een BOPZ-aanmerking is afgegeven. De dwangbehandelingen zelf waren overigens naar het oordeel van de inspectie zorgvuldig uitgevoerd.
pagina 32
Seksueel misbruik, mishandeling Vanaf juli 2013 geldt de wettelijke verplichting om de ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in te voeren. Cello heeft die meldcode ingebouwd in de bestaande procedure ‘Melding misbruik / mishandeling cliënten’. Om de signalering en eerste intercollegiale weging van mogelijk misbruik / mishandeling te verbeteren, zijn alle clustermanagers en gedragskundigen geschoold in het gebruik van het ‘vlaggensysteem’. Dat is een praktische methode uit de jeugdhulpverlening om signalen en vermoedens van misbruik meer systematisch te wegen. Binnengekomen meldingen bij meldingscommissie
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Seksueel misbruik Mishandeling of verwaarlozing Totaal misbruik / mishandeling
27
26
24
17
24
21
23
23
-
2
4
4
1
5
8
9
27
28
28
21
25
26
31
32
Het aantal meldingen van seksueel misbruik blijft over de jaren vrij stabiel, terwijl het aandeel van mogelijke ‘risico-cliënten’ binnen Cello wel toeneemt. Landelijke cijfers laten zien dat de LVB-groep extra kwetsbaar is op dit terrein. Mogelijk heeft het hanteren van het vlaggensysteem tot gevolg dat een signaal zorgvuldig, multidisciplinair wordt gewogen zonder dat dit leidt tot melding bij de commissie. De meldingscommissie heeft verzocht om ook alle wegingen met het vlaggensysteem ter registratie door te geven aan de meldingscommissie. Dan blijft er een vollediger beeld bestaan. Het aantal meldingen van mishandeling / verwaarlozing neemt wel wat toe. Dat doet zich vooral voor in het cluster dat is gericht op multiproblem-huishoudens, waarvan ook het aantal cliënten groeit. Cello participeert in het regionale signaleringssysteem ‘Zorg voor jeugd’, waarmee vroegtijdig signalen vanuit verschillende hoeken kunnen worden gecombineerd om eerder te kunnen komen tot ingrijpen. Bij 50% van de meldingen betreft de vermoedelijke pleger een andere cliënt. Bij 44% gaat het om iemand uit het eigen gezin of een andere bekende en in 6% betreft het een medewerker van Cello. Rondom de meeste meldingen worden externe instanties betrokken. In 18 gevallen was sprake van contact met politie en in 6 gevallen met het AMK. 4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen Terugdringen vrijheidsbeperking Binnen Cello wordt al geruime tijd gewerkt aan het terugdringen van vrijheidsbeperkingen. In de eerste jaren lag daarbij de focus sterk op het terugdringen van het gebruik van onrustbanden. Daarbij zijn goede resultaten bereikt. Na een lichte stijging in 2013 is het in 2014 gelukt om de neergaande lijn weer door te zetten. In de resterende situaties is afbouw gecompliceerd. Het betreft cliënten met ernstige vormen van automutilatie, bij wie het moeilijk is om goede alternatieven te vinden. Ook zijn wettelijk vertegenwoordigers gezien de ervaringen in het verleden erg huiverig voor het afbouwen van de fixatie.
pagina 33
Aantal cliënten met onrustbanden Bratexband Zweedse Band Totaal onrustbanden
31-122008 78 43 121
31-122010 39 13 52
31-122011 17 5 22
31-122012 11 2 13
31-122013 13 0 13
31-122014 7 0 7
Vanaf 2012 is de aandacht sterker gericht op het terugdringen van afzondering en separeren. Door het MT is het voornemen uitgesproken om te komen tot sluiting van alle separeer- en afzonderingsruimtes binnen Cello. Het afbouwen van afzondering vraagt om een plan van aanpak per individuele situatie en per ruimte. In 2013 is hier een flinke stap in gezet. In 2014 is het aantal ruimtes gelijk gebleven. Het aantal cliënten dat hier gebruik van maakt is wel afgenomen. De inzet van de commissie blijft ook in 2015 gericht op verdere afbouw. Afzonderings- en separeerruimtes Afzonderingsruimtes wonen Afzonderingsruimtes dagbesteding Separeerruimtes ( 2x2) Totaal aantal ruimtes Gebruik afzonderingsruimtes: aantal cliënten Gebruik separeerruimtes: aantal cliënten Totaal aantal cliënten
2012 9 3 4 16 15 7 22
2013 5 1 4 10 11 5 16
2014 5 1 4 10 9 6 15
Afbouwplannen per cluster In 2014 is door alle clusters (Wonen en dagbesteding) een plan van aanpak opgesteld voor het terugdringen van vrijheidsbeperking. De plannen zijn divers qua doelstellingen en werkwijze, wat logisch is gezien de sterk verschillende cliëntengroepen. Bij de locaties waar BOPZ-middelen en maatregelen worden toegepast heeft het terugdringen van vrijheidsbeperking over de hele linie al veel aandacht gekregen. Clustermanagers geven daar meer concrete doelstellingen aan voor afbouw van vrijheidsbeperking, in de vorm van individuele plannen van aanpak voor cliënten. Bij de clusters waarin geen sprake is van BOPZ-middelen en maatregelen ligt de nadruk op een grotere bewustwording en vergroten van de kennis van wet- en regelgeving. Zo hebben enkele clusters de bestaande huisregels en regels en afspraken onder de loep genomen en plannen opgesteld om onnodige regels af te bouwen of naar alternatieven te zoeken. 4.4.
Personeel en opleidingen
4.4.1 Personeelsbeleid Op 3 juni 2014 heeft de ondernemingsraad ingestemd met het sociaal statuut. Hierna zijn de eerste ervaringen opgedaan met de toepassing er van. Over het algemeen lijken de afspraken helder en praktisch toepasbaar. Natuurlijk zijn er altijd onvoorziene situaties die om maatwerk vragen. Binnen de afspraken die tussen de raad van bestuur en de ondernemingsraad zijn gemaakt, is ook ruimte om maatwerk dat meer dan incidenteel wordt toegepast, om te zetten in een praktische afspraak. Een voorbeeld hiervan zagen we eind 2014, toen we problemen verwachtten bij de vaststelling van boventalligheid. Hiervoor is begin 2015 een oplossing gecreëerd die voor alle partijen helder is en past binnen de afspraken en uitgangspunten van het sociaal statuut.
pagina 34
Strategische personeelsplanning In 2014 is veel aandacht geweest voor het volgen van de ontwikkelingen van de personele formatie. Naast de reguliere aandacht voor een kwalitatief goede en financieel gezonde organisatie, zijn er continu analyses gemaakt van de personele formatie. Het hierbij gehanteerde doel is afkomstig uit het in 2013 vastgestelde strategisch personeelsplan. Nu, begin 2015, hebben we kunnen vaststellen dat de ontwikkeling (afname) van de personele formatie volgens plan verloopt. De verplichtingen (contracten voor onbepaalde tijd) die Cello heeft, blijven onder het niveau van wat we kunnen financieren. Naast deze verplichtingen, worden medewerkers ingezet binnen de zogenaamde flexibele schil. Hierdoor wordt de zorg die cliënten nodig hebben, conform de afspraken verleend, zonder dat Cello voor de langere termijn verplichtingen aangaat die ze, na de invoering van de WMO en de WLZ, misschien niet meer kan nakomen. Het totaal van deze twee soorten van personele inzet (vast en flexibel) komt financieel op het niveau uit dat binnen de exploitatie aan kosten te verantwoorden is; de inkomsten en uitgaven zijn dus in evenwicht. Het totaal aantal medewerkers in vaste dienst op 31 december 2014 bedroeg 2.047 en zij bezetten 1.388 fte, tegenover resp. 2.127 en 1.445 fte op 31 december 2013.
Arbo en verzuim In 2014 zijn we een samenwerking aangegaan met een nieuwe bedrijfsarts. De afgelopen jaren is een dalende trend in het gemiddelde ziekteverzuimpercentage te vinden. Zie tabel hieronder. Tot 2013 lagen de gemiddelde ziekteverzuimcijfers bij Cello hoger dan het branchegemiddelde. In 2014 is Cello daar echter onder gedoken. Ook bij het verzuim door arbeidsongeschiktheid (excl. zwangerschap) is bij Cello een dalende lijn waar te nemen. Branche Cello landelijk 5,52% 4,91% 2012 4,92% 4,58% 2013 4,61% 4,71% 2014 Jaargesprekken Van 37% van de medewerkers binnen Cello is bekend dat zij een jaargesprek hebben gehad. Dat percentage betreft het percentage van medewerkers waarvan de gesprekken geregistreerd zijn bij P&O. Niet alle gesprekken zijn gemeld. Ook worden medewerkers met 2 of 3 dienstverbanden als 2 of 3 medewerkers meegerekend. Daar waar zij meerdere leidinggevenden hebben is dat ook terecht. Daar waar het eenzelfde leidinggevende betreft echter niet. Het percentage gesprekken is daarmee negatiever uitgevallen dan het in de werkelijkheid zal zijn, maar evengoed vrij laag. Het format voor de jaargesprekken wordt in 2015 geëvalueerd en herzien. Voor de registratie worden de mogelijkheden in Youforce onderzocht. De gedachte is dat de medewerker en leidinggevende, tijdens of vlak na het gesprek, via Selfservice het verslag kunnen maken en
pagina 35
accorderen, waarna het wordt opgenomen in het digitale dossier van de medewerker. Daarmee zou de tussenkomst van P&O overbodig worden. Voorwaarde daarbij is dat het inzicht in de registratie kan plaatsvinden om rapportages zoals deze te kunnen genereren. Arbo en veiligheid Het nazorgteam is in 2014 27 keer ingeschakeld voor de volgende incidenten. Incident Agressie Bijtincident Zien van huiselijk geweld Seksuele benadering Bedreiging vanuit familie Plotseling overlijden Medische calamiteit Zelfdoding cliënt
Aantal 12 5 1 1 1 3 1 2
De aanvragen waren in 2014 afkomstig van medewerkers van woningen in de wijk (4), van wonen op een terreinlocatie (19), waarvan 14 op de Binckhorst en 5 op de Wijngaert) en vanuit dagbestedingslocaties (4). Het aantal nazorgaanvragen na bijtincidenten is dit jaar opvallend. Ook zien we een aantal gevallen waarbij huishoudelijk medewerkers ingrijpende incidenten hebben meegemaakt. Het nazorgteam is in 2014 4 keer bijeen geweest, met als doel van elkaar te leren en feedback te geven/krijgen op de aanpak van de gespreksvoering en de handelwijze van het nazorgteam. In 2014 zijn de eerste resultaten beschikbaar gekomen van de evaluatieformulieren nazorgtraject. De resultaten laten uitsluitend positieve feedback zien. BHV en brandveiligheid In 2014 heeft een externe opleider alle BHV-scholingen uitgevoerd. Halverwege 2014 zijn twee nieuwe BHV-instructeurs aangetrokken. Zij zijn gestart met een door het NIBHV erkende opleiding tot instructeur BHV en het verzorgen van BOE-trainingen. De veiligheidsfunctionaris ontvangt regelmatig vragen over brandveiligheid en BHV van de aandachtsfunctionarissen BHV van de woon- en werklocaties en ondersteunt hen onder andere op de aanvraag bij het zelf organiseren van oefeningen. Er is in nauwe samenwerking met de afdeling Huisvesting en Nachtzorg een brandveiligheidsnotitie opgesteld. Daarbij is specifiek aandacht geweest voor de zelfredzaamheid van cliënten en de implicaties daarvan voor het ontruimen van een locatie in geval van brand. Zorgcontinuïteit De veiligheidsfunctionaris heeft in het kader van de zorgcontinuïteit deelgenomen aan bijeenkomsten van de GHOR. In januari is er een incident geweest op de Binckhorst waarbij een gaslek bij de medische dienst -ontstaan door werkzaamheden- aanleiding was voor het ontruimen van meerdere panden. De veiligheidsfunctionaris heeft een intern onderzoek uitgevoerd om het verloop van het incident in beeld te brengen en de crisisorganisatie te evalueren. Leerpunten zaten in de criteria voor opschaling en communicatie en coördinatie rondom het incident. In september is door de Raad van Bestuur deelgenomen aan een crisiscommunicatieoefening vanuit de GHOR.
pagina 36
Het betrof een fictieve evacuatie van een Cello-locatie. De alarmeringsprocedure, het contact met het Actiecentrum van de GHOR en het snel beschikbaar stellen van adequate informatie zijn daarin beoefend. Deelname aan commissies/(kennis)netwerken De arbocoördinator heeft zitting in de MIRS-commissie van Cello. Daarnaast wordt deelgenomen aan het arbo- en ergocoachnetwerk van Transvorm. Er is regionaal overleg met collegaarbocoördinatoren binnen de gehandicaptenzorg en wordt deelgenomen aan onder andere de themabijeenkomsten VGN rondom arbo-onderwerpen. Dat is extra prettig aangezien de arbocoördinator een solistische functie heeft binnen Cello. Ten slotte wordt deelgenomen aan bijeenkomsten van de GHOR met betrekking tot zorgcontinuïteit en de Werkgroep Veiligheid Zorgpark Voorburg. 4.4.2 Opleidingsbeleid De ontwikkelingen in de zorg vragen om medewerkers die in staat zijn om de cliënt in zijn kracht te zetten en daar het netwerk en eventueel maatschappelijke organisaties bij te betrekken. Het leerbeleid heeft deze ontwikkelingen ondersteund. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor het ondersteunen van leerprocessen dicht bij de dagelijkse praktijk. Door o.a. deelname in de verschillende kennisteams en andere commissies wordt het leeraspect al vroeg in een veranderingsproces meegenomen. Ook is met de ontwikkeling van e-learning de toegankelijkheid van het leren verder vergroot. Leren kan steeds meer plaats vinden op de tijd en de plaats dat het nodig is. Een ander mooi voorbeeld is het leertraject voor coördinerend begeleiders die zelf vaststellen wat zij willen leren. Managers leren dicht bij hun praktijk door procesbegeleiding bij innovatieprojecten. De cliëntenscholing is steeds minder direct op de cliënt gericht en steeds meer op de ondersteuning van het netwerk van de cliënt. Hoe kunnen zij de cliënt ondersteunen in zijn leervraag? De training ‘ontwikkelingsgericht begeleiden’ voor beroepskrachten sluit goed aan op het ‘in de kracht zetten’ van de cliënt. Deze is regelmatig uitgevoerd. Om medewerkers van Cello aan het werk te houden bij afnemende inkomsten is mobiliteit van belang. Vanuit P&O is hierop ingespeeld door trajecten te ontwikkelen die de mobiliteit ondersteunen. Er zijn onder andere bijeenkomsten voor medewerkers georganiseerd om mee te denken in het versterken van de mobiliteit en er is een tweetal trainingen ontwikkeld die medewerkers ondersteunen bij loopbaan en mobiliteitsvragen. Hieronder volgt een aantal vormen waarin het leren bij Cello is ondersteund. Beroepspraktijkvorming (BPV) Traditioneel is Cello een organisatie die open staat voor mensen die een beroepsopleiding volgen en daarnaast in de praktijk het vak leren via een BOL of een BBL-traject. De CAO geeft het advies om te streven naar minimaal 6% van de formatie. In 2014 zat Cello op ongeveer 10% BOL – stagiaires en BBL – leerlingen. Omdat er gekrompen moet worden in de formatie van Cello is besloten om eenmalig in 2014 geen leerlingen aan te nemen. Daarmee is het aantal leerlingen in 2014 ongeveer gehalveerd. Het aantal stagiaires is toegenomen.
pagina 37
Naast individuele leerplekken zijn er ook ‘leerafdelingen’ bij Cello. We spreken over ‘Leer-en doe-routes’: meerdere BOL stagiaires en/of BBL-leerlingen werken op één afdeling waarin onderwijs en praktijk nóg beter op elkaar zijn afgestemd. Open inschrijving Een bijzondere vorm van open inschrijving is het ‘open aanbod’. Dit aanbod heeft tot doel medewerkers, ouders/vertegenwoordigers en vrijwilligers die verbonden zijn aan Cello te prikkelen om zich te ontwikkelen door cursussen en trainingen die leerzaam, leuk en zorg gerelateerd zijn. Onder andere op het gebied van ontspanning, persoonlijke ontwikkeling en computervaardigheden. Training op maat Maatwerkscholing is er voor groepen en individuen. Er kan sprake zijn van een teamontwikkelingsvraag, ook kan het om een individuele coaching of supervisie gaan. De leervragen worden ondersteund door een opleidingsadviseur. Deze zoekt samen met de vrager naar een passend antwoord dicht bij de dagelijkse praktijk. Veel terugkerende onderwerpen waren het betrekken van het netwerk, van zorgen voor naar zorgen dat, ontwikkelingsgericht begeleiden, de veranderingen in het WMO domein en innoveren. Externe dienstverlening en symposia Jaarlijks organiseert Opleidingscentrum Cello symposia en workshops voor beroepskrachten in de gehandicaptenzorg. De symposia hadden als thema Emotionele ontwikkeling bij mensen met autisme, Autisme en puberteit, Autisme als contextblindheid, Autisme en depressie (met aansluitende workshop) en Werken met ervaringsordening. Ook was er een interactieve training ‘Het signaleren en meten van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’. Management- en talentontwikkeling Op het gebied van managementontwikkeling heeft er een verandering plaatsgevonden. Waar er eerst vooral een trainingsaanbod was, wordt de ontwikkeling nu vooral gekoppeld aan de praktijk. In 2013 heeft daartoe een innovatieplatform vorm gekregen. Een vijftal projecten met elk een eigen klankbordgroep werkte met externe ondersteuning aan hun projectdoelen. De projecten liepen door tot begin 2014. Op deze manier werken aan vernieuwing met aandacht voor de rol van de manager hierin heeft veel opgeleverd. Onder andere dat er breder in de organisatie naar vernieuwers moet worden gezocht. In 2014 is een nieuw profiel voor de manager ontwikkeld. In 2015 krijgt de manager de gelegenheid om zich te spiegelen aan dit profiel en zich te ontwikkelen waar nodig. Een andere vorm van talentontwikkeling is de scholing voor coördinerend begeleiders. In leergroepen die zijn samengesteld rondom het type cliënten waar ze mee werken, bepalen ze zelf de inhoud van een viertal bijeenkomsten. Dit levert mooie resultaten op en is een goed voorbeeld van meer eigen regie dicht bij de dagelijkse praktijk. Cliëntenscholing In de visie van Cello op mensen met een verstandelijke beperking staat dat zij gewoon burgers van deze samenleving zijn. ‘Gewoon’ betekent onder andere dat men zich kan ontplooien en vaardigheden kan ontwikkelen. Waar dit niet binnen de reguliere educatieve voorzieningen kan, biedt Cello deze mogelijkheid met het cursuscentrum EigenWijze.
pagina 38
Naast het verzorgen van scholing wordt door het cursuscentrum steeds meer tijd besteed aan advies en ontwikkeling. Er worden instrumenten en werkwijzen ontwikkeld die de cliënt en zijn netwerk ondersteunen in het vergroten van de zelfredzaamheid. Power, e-learning voor mensen met een verstandelijke beperking, is daar een goed voorbeeld van. Naast de module ‘de was doen’, zijn in 2014 de modules ‘koken’ en ‘schoonmaken’ ontwikkeld. Hier volgt een greep uit de activiteiten in 2014: Individuele en groepstrainingen hebben plaats gevonden op uiteenlopende gebieden, onder andere: fietsen, training van de medewerkers van een nieuwe buurtwinkel, natuurbeleving voor mensen met een EMB, tillen op het werk, vriendschap en seksualiteit, veiligheid, koken, weerbaarheid, ontruimingsoefeningen in samenwerking met de brandweer. Grotere bijeenkomsten zoals ‘Drie maal daags één tablet’: een bijeenkomst voor en door mensen met een verstandelijke beperking over het gebruik van computer en tablet in het dagelijks leven. Een symposium over klantvriendelijkheid ter ere van het 10-jarig bestaan van het lunchcafé. Cursussen in de vrije tijd: In de regio ’s-Hertogenbosch wordt samengewerkt met reguliere onderwijsinstellingen in het Educatie Netwerk. Jaarlijks wordt er een cursusaanbod gedaan op het gebied van vrije tijd voor mensen met een verstandelijke beperking. 4.5. Financieel beleid Belangrijke pijlers in het financieel economisch beleid vormen een sluitende exploitatie en een gezonde financiële positie. Er moet sprake zijn van een evenwichtige verhouding tussen inkomsten en uitgaven, behoorlijke reserves dienen te zijn aangelegd voor mindere tijden en het is gewenst over voldoende liquiditeiten te beschikken om steeds aan de korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen. Door de veranderingen in de wet- en regelgeving krijgt Cello te maken met een dalende omzet. Voor zorg met verblijf dient de capaciteit te worden afgebouwd, terwijl voor andere zorgprestaties tariefverlagingen van toepassing zijn. Bovendien dient rekening gehouden te worden met de landelijke kortingen die binnen de Wet Langdurige Zorg aangekondigd zijn en die met ingang van 2015 zijn doorgevoerd onder de WMO en de Jeugdwet. In 2014 werd door Cello een traject van kostenreductie in gang gezet. Hiermee werd in de kostensfeer voorgesorteerd op de toekomstige krimp van budgetten. Het terugbrengen van de personele formatie is onderdeel van dit beleid. De gemiddelde personele formatie in 2014 (1.547 fte) is ten opzichte van 2013 (1.641 fte) met 94 fte afgenomen. Cello hanteert vanaf 1 januari 2014 een gescheiden zorg- en huisvestingsbegroting. De aan Huisvesting toe te rekenen opbrengsten bestaan uit de normatieve huisvestingscomponent (opbouwend als onderdeel van het zorgzwaartepakket), de nacalculatie (afbouwend tot en met 2017) en een percentage of dagdeelvergoeding over de extramurale prestaties. De kosten bestaan uit rente, afschrijving en huur. Met het oog op de vrije onderhandelbaarheid van de NHC in het ZZP-tarief en de verwachte tariefdalingen (lage rentestand en generieke kortingen WLZ) zal het kapitaallastenresultaat in de jaren 2015 tot en met 2017 vooralsnog niet ingezet worden voor uitgaven in de zorgexploitatie.
pagina 39
Jaarrekening 2014 Vanuit de beschreven onderwerpen in deze financiële paragraaf dient een relatie gelegd te worden met de jaarrekening 2014. Specifiek wordt ingegaan op met het resultaat samenhangende onderdelen, de liquiditeitspositie en de ontwikkeling van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves en voorzieningen zijn vooral toegelicht in de jaarrekening zelf. Resultaat Het exploitatieresultaat over 2014 laat een positief saldo zien van € 4,4 miljoen. Het totale positieve resultaat wordt beïnvloed door een aantal incidentele baten en lasten. Door deze posten uit het resultaat te elimineren wordt gekomen tot een genormaliseerd resultaat.
Positief resultaat boekjaar Af: Winst bij verkoop panden Bij: Impairment vastgoed Bij: Transitievergoeding langdurig zieken Af: Na-indexatie tarieven AWBZ 2014 Af: Aanvullend toegekende middelen extramurale zorg Genormaliseerd positief resultaat 2014
€ 4.419 -/777 + 530 + 214 -/381 -/798 3.207
In de jaarrekening is inzichtelijk gemaakt welk gedeelte hiervan gerelateerd kan worden aan Huisvesting en welk deel aan Zorg. Voor het positieve resultaat op Huisvesting wordt een bestemmingsreserve gevormd. De opgebouwde bestemmingsreserve zal als onderdeel van het strategische vastgoedbeleid worden ingezet. Het positieve resultaat op Huisvesting is € 1,8 miljoen, waarvan € 1,6 miljoen structureel en € 0,2 miljoen incidenteel. Het andere gedeelte van het genormaliseerd resultaat van € 1,6 miljoen (€ 3,2 miljoen minus € 1,6 miljoen) kan worden toegerekend aan de zorgexploitatie en kan worden verklaard door een combinatie van stijgende opbrengsten (o.a. indexering van de tarieven) en verlaging van de kosten. De personele lasten zijn met € 0,6 miljoen afgenomen, terwijl de materiele kosten ten opzichte van 2013 circa 1,2 miljoen lager waren. Ontwikkeling productie 2014 De productieafspraak voor het reguliere verblijf (inclusief kort verblijf en crisisopvang) bedroeg 415.152 dagen, waarvan er 413.845 werden gerealiseerd, waarmee het bezettingscijfer uitkomt op 99,7% op ZZP intramuraal. Met de verzwaring van de zorgzwaartepakketten (zorgzwaartemix) was een bedrag van € 0,5 miljoen gemoeid. Cello heeft van het zorgkantoor circa 1,1 aanvullend budget toegekend gekregen ter dekking van een deel van de overproductie. Na deze verruiming van het productieplafond is over 2014 op extramurale prestaties een overproductie van € 532.000 gerealiseerd. Deze niet gehonoreerde AWBZ-overproductie is ten laste van de gevormde bestemmingsreserve ‘intramurale/extramurale productie’ gebracht.
pagina 40
Liquiditeitspositie Door de vlottende activa te delen door de vlottende passiva wordt een kengetal verkregen om de mate van liquiditeit uit te drukken. Het verloop van deze grootheden is als volgt: 2011 Cello Sector
0.3 0.6
2012 0.2 0.7
2013 1.5 0.9
2014 1.8
De liquiditeit van Cello bevindt zich boven het gemiddelde van de sector. In 2013 liet het werkkapitaal een scherpe stijging zien als gevolg van het aantrekken van drie nieuwe langlopende leningen voor een totaalbedrag van € 50 miljoen (consolidatie voorfinanciering bouw). In 2014 bedroegen de positieve kasstromen uit de reguliere bedrijfsvoering 14,6 miljoen. De positieve kasstroom is voor € 3,7 miljoen benut om investeringen te financieren en voor € 3,8 miljoen voor de aflossing van langlopende leningen. De vrij beschikbare banktegoeden zijn in 2014 met € 7,7 miljoen toegenomen. Eigen vermogen De vermogenspositie is opnieuw verbeterd. Tegen de achtergrond van de vele ontwikkelingen en onzekerheden over de overheidsbezuinigingen en de daarmee samenhangende financiële risico’s blijft het van belang over een solide eigen vermogen te beschikken. Negatieve exploitatieresultaten dienen voorkomen te worden en dus blijft een strakke bijsturing en monitoring van de exploitatie noodzaak. Het percentage weerstandsvermogen wordt berekend door het totale eigen vermogen te delen door de som van de bedrijfsopbrengsten.
Cello Sector
2011 26,9% 18,6%
2012 25,3% 19,7%
2013 24,1% 20,9%
2014 27,5%
Als deelnemer van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) legt Cello jaarlijks ook verantwoording af over de ontwikkeling van de vermogenspositie en het verloop van de exploitatie. Het WFZ staat borg voor de door Cello aangetrokken langlopende leningen. Naar aanleiding van de uitkomsten van de jaarlijkse herbeoordeling is door het WFZ verklaard dat de financiële positie, alsook de sturing en beheersing, van voldoende niveau is. Met een percentage weerstandsvermogen van 27,5% voldoet Cello ruimschoots aan de norm (tussen 10 en 15% die WFZ hieraan stelt. Huisvesting Omdat de vergoeding voor de kapitaallasten van vaste activa niet langer gebaseerd is op een risicoloos systeem van nacalculatie wordt vanaf 2012 jaarlijks getoetst of de boekwaarden realiseerbaar zijn. Jaarlijks dient de boekwaarde van de gebouwen te worden afgezet tegen de bedrijfswaarde. Deze zogenaamde impairmenttoets is in 2014 geactualiseerd aan de hand van een bedrijfswaardeberekeningsmodel.
pagina 41
Uit de resultaten blijkt dat de bedrijfswaarde van de sectoren Wonen, Wonen en Jeugd, Wonen en Specialistische Zorg, Dagbesteding en Welzijn en Behandeling en ondersteunende diensten 14,6 miljoen hoger ligt dan de boekwaarde. In 2014 is er daarom geen sprake van impairment, In de jaarrekening is overigens wel een ‘bijzondere waardevermindering’ van € 530.000 verwerkt. Deze afwaardering van vastgoed had betrekking op het voor de verkoop bestemde vastgoed (Tempeliersweg en Allure) en gebouwen die buiten gebruik zijn gesteld (Ploosche Hof en Achter de Boogaard). Door verkopen van onroerend goed (Akkerstraat 52-54 en Andre Visserstraat te Haaren, Lidwinastraat 50 te Vught en van Hornstraat 21 te Boxtel werd een totale boekwinst van € 776.000 gerealiseerd. Wet normering Topinkomens Binnen Cello zijn de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht aangemerkt als topfunctionaris in de zin van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). In het kader van deze regeling heeft de Raad van Toezicht in 2014 een onderzoek naar de klasseindeling van Cello uitgevoerd. Mede op basis van dit onderzoek heeft de Raad van Toezicht vastgesteld dat klasse F van toepassing is voor Cello. Het bezoldigingsmaximum van deze klasse bedraagt € 170.578. De bezoldiging van bestuurders en toezichthouders van Cello is afgeleid van het bezoldigingsmaximum en voldoet in 2014 aan de wettelijke normen.
pagina 42
5.
Jaarrekening
pagina 43
Jaarrekening 2014
Stichting Cello
18-5-2015
1
Stichting Cello, jaarrekening 2014
INHOUDSOPGAVE 5.1
Pagina
Jaarrekening 2014 5.1.1
Balans per 31 december 2014
4
5.1.2
Resultatenrekening over 2014
5
5.1.3
Kasstroomoverzicht over 2014
6
5.1.4
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
7
5.1.5
Toelichting op de balans per 31 december 2014
11
5.1.6
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
19
5.1.7
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten
24
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2014
25
5.1.9
Toelichting op de resultatenrekening over 2014
26
5.1.10 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders 5.2
34
5.2.1
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening
36
5.2.2
Statutaire regeling resultaatbestemming
36
5.2.3
Resultaatbestemming
36
5.2.4
Gebeurtenissen na balansdatum
36
5.2.5
Controleverklaring
37
18-5-2015
2
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1 JAARREKENING 2014
18-5-2015
3
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1
JAARREKENING 2014
5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (NA RESULTAATBESTEMMING) ACTIVA
Ref.
31-12-2014 €
31-12-2013 €
1. 2.
83.587.576 212.664
87.772.909 426.905
83.800.240
88.199.814
1 2.113.962 706.073 26.215.009
1 1.976.647 2.765.886 18.555.917
29.035.045
23.298.451
112.835.285
111.498.265
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen
3. 4.
5. 6.
Totaal vlottende activa Totaal activa
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Bestemmingsreserves Bestemmingsfonds Algemene en overige reserves
Ref.
31-12-2014 €
31-12-2013 €
7.
140.341 5.111.366 24.986.077 1.187.986
140.341 3.781.369 21.931.327 1.153.384
31.425.770
27.006.421
Totaal eigen vermogen Voorzieningen
8.
7.143.989
6.726.052
Langlopende schulden
9.
58.065.548
61.836.031
10.
16.199.978
15.929.761
16.199.978
15.929.761
112.835.285
111.498.265
Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
18-5-2015
4
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2014
Ref.
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
13.
106.702.816
104.304.690
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
14.
4.665.642
5.485.290
Subsidies
15.
551.418
438.640
Overige bedrijfsopbrengsten
16.
2.232.861
1.528.394
114.152.737
111.757.014
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
17.
77.473.104
78.058.878
Afschrijvingen op materiele vaste activa
18.
7.334.702
7.334.333
Bijzondere waardevermindering van vaste activa
19.
530.116
948.534
Overige bedrijfskosten
20.
22.317.250
23.850.977
107.655.172
110.192.722
6.497.565
1.564.292
2.078.216-
2.310.883-
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
21.
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING
4.419.349
746.591-
RESULTAAT BOEKJAAR (winst/verlies)
4.419.349
746.591-
Het resultaat is als volgt verdeeld: Bestemmingsfonds Bestemmingsreserve inventarissen Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Bestemmingsreserve huisvesting Algemene reserve
18-5-2015
2014 €
2013 €
3.054.750 53.647 532.8501.809.200 34.602 4.419.349
485.637 193.9231.071.89933.594 746.591-
5
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2014
Kasstroom uit operationele activiteiten €
Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
2014 €
6.497.565
7.864.817 417.937
1.564.292
8.282.867 2.290.583 8.282.754
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
2013 €
€
10.573.450
137.3152.059.812
764.681 2.225.857
270.217
2.808.1192.192.714
- ontvangen intrest - betaalde intrest
152.006 2.230.222-
182.419 3.760 2.314.643-
2.078.216Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Mutatie leningen u/g
2.310.883-
14.894.817
4.239.688560.207 214.241 -
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
10.009.279
13.014.5486.312.363 33.831 3.465.240-
6.668.354-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
3.770.483-
50.000.000 3.770.483-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
3.770.483-
46.229.517
Totale kasstroom
7.659.094
49.570.441
18.555.917 26.215.009 7.659.092
31.014.52418.555.917 49.570.441
Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode
18-5-2015
6
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Algemeen- vestigingsplaats Zorginstelling Cello is statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch. De belangrijkste activiteiten zijn: het bieden van zorg, begeleiding en ondersteuning aan en het bevorderen van het maatschappelijk functioneren van mensen met een verstandelijke en mensen met een meervoudige handicap. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Continuïteitsbeginsel Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar. Vergelijkende cijfers De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken. Verbonden rechtspersonen Stichting Cello heeft de volgende verbonden stichtingen die niet in de consolidatie betrokken zijn. - Stichting Gemeenschapshuis de Meent en In de Roos. - Stichting Vrienden van Cello. De Stichting Gemeenschapshuis de Meent en In de Roos is statutair gevestigd in Den Bosch. De Stichting exploiteert een Lunchroom. De Stichting is verbonden aan Cello omdat Cello invloed van betekenis kan uitoefenen op het beleid. Het eigen vermogen van de Stichting per 31-12-2013 bedraagt € 698.376. Het exploitatieresultaat over 2 013 bedraagt € 1.465 positief. De Stichting Vrienden van Cello is statutair gevestigd in Den Bosch. De Stichting verzamelt gelden om daarmee een fonds te vormen. De Stichting is verbonden aan Cello omdat Cello invloed van betekenis kan uitoefenen op het beleid. Het eigen vermogen van de Stichting per 31-12-2014 bedraagt € 150.594. Het exploitatieresultaat over 2 014 bedraagt € 3.936 negatief.. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld worden activa en passiva opgenomen voor geamortiseerde kostprijs. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zicht bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassingen van grondslagen en gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
18-5-2015
7
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de liniaire methode op bais van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vast activa wordt niet afgeschreven. Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages wordt verwezen naar de verloopoverzichten materiële vaste activa.
In de investeringen is een bedrag aan geactiveerde rente(bouwrente) opgenomen van € 995.330. De totale boekwaarde van de geactiveerde rente bedraagt ultimo boekjaar € 27 2.602. Groot onderhoud: Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. Financiële vaste activa Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen. Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een afctief te vergelijken met de geschatte contante waarden van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarden. Cello heeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014. De uitgangspunten die Cello hanteert bij de bepaling van de contante waarde van de toekomstige kasstromen zijn uitgewerkt in een position paper die de Raad van Bestuur van Cello heeft vastgesteld. Hierin komt onder meer aan bod welke uitgangspunten Cello hanteert als het gaat om de extramuralisering, het tempo, leegstand, vermogensvoet, toekomstige indexen en kortingspercentages wmo/jeugdwet. De voornaamste uitgangspunten zijn hieronder toegelicht: • De vergoeding voor kapitaallasten in de omzet prestatiebekostiging voor de WMO en Jeugdwet wordt in meerjarenperspectief afgebouwd overeenkomstig de verwachting van Cello. Cello gaat hierbij uit van de tarieven in de contracten 2015 en verwacht een afbouw van 15% voor 2016. • Een economische levensduur van de gebouwen van 30 jaar. Voor gebouwen waarvan een renovatie gepland is, wordt uitgegaan van een economische levensduur van 20 jaar na renovatie. • De uitgaande kasstromen in de bedrijfswaardeberekening betreffen uitgaven voor cyclisch onderhoud en algemeen beheer van het gebouw. Deze zijn gebaseerd op het huisvestingsplan en betreffen vaste bedragen per vierkante meter. • De uitgaande kasstromen worden jaarlijks geïndexeerd met 2%. • De inkomende kasstromen worden voor wat betreft de NHC jaarlijks geïndexeerd met 2,5% tot en met 2017 (garantieregeling VWS) en met 1,75% vanaf 2018. • Kasstromen worden contant gemaakt tegen een percentage van 4,5%. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Voor twee van deze, voor de verkoop beschikbare, activa is de verwachte opbrengstwaarde lager dan de boekwaarde. Deze verwachte opbrengstwaarde is ontleend aan taxaties door onafhankelijke externe taxateurs, uitgaande van verkoop in lege staat en kosten koper. Op grond hiervan is een waardevermindering van circa € 530.000 verwerkt. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. De voorraden aanwezig binnen Cello zijn gering van omvang en derhalve gewaardeerd op € 1,00. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Cello heeft geen afgeleide financiële instrumenten in bezit (zoals renteswaps). Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening is statisch bepaald. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
18-5-2015
8
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De gehanteerde discontovoet is, net als voorgaand jaar, 4%. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is bepaald op basis van de verplichting die betrekking heeft op werknemers die langdurig ziek zijn. Van iedere werknemer kan in redelijkheid worden aangenomen dat deze te zijner tijd zal instromen in de WIA. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorziening sociale verplichtingen De voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aan het IZZ in het kader van de privatisering. Verder voorziet de voorziening in kosten van non-activiteitsregelingen en uitbetaling van garantiesalarissen als gevolg van organisatie-ontwikkelingen. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op een leeftijd (einde dienstverband) van 62,5 jaar. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. De blijfkans is hierbij ingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4% CW, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar en een vertrekkans. Voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) De voorziening persoonlijk budget levensfase betreft een voorziening uit hoofde van een cao verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de cao-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De gehanteerde discontovoet bedraagt 4%. Schulden Onder de langlopende schulden worden de schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden opgenomen bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
18-5-2015
9
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Opbrengsten De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat, dit indien aan de volgende voorwaarde is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijlijke economische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; en d. gemaakte kosten en kosten die nog gemaakt moeten worden kunnen betouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengsten slechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening). Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met na-indexering. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Personele kosten Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten worden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemer, aan de fiscus voor wat betreft sociale lasten danwel aan het pensioenfonds voor wat betreft pensioenlasten. Pensioenen Stichting Cello heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Cello. De verplichtingen, welke voortvoeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Cello betaalt hiervoor de premies waarvan de helft van de kosten voor de werkgever wordt gedragen en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geindexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van de pensioenfonds 102%. Het pensioenfonds voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Cello heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Cello heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en aan derden betaalde (te betalen) interest. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakt kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt geen segmentatie van de resultatenrekening opgenomen omdat Stichting Cello geen onderscheid maakt in de aansturing van de verschillende activiteiten binnen de stichting. 5.1.4.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten. 5.1.4.6 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
18-5-2015
10
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-12-2014 €
31-12-2013 €
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen ,technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
59.420.285 14.762.406 7.576.391 388.530 1.439.964
61.975.902 15.360.269 8.669.425 265.670 1.501.643
Totaal materiële vaste activa
83.587.576
87.772.909
Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
2014 €
2013 €
Boekwaarde per 1 januari Bij : investeringen Af : afschrijvingen Af: extra afschrijvingen als gevolg van schattingswijziging wordt niet door NZA vergoed Af: bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
87.772.909 6.303.941 6.638.940 695.761 530.116 2.624.457
89.353.591 13.014.548 6.599.569 734.764 948.534 6.312.363
Boekwaarde per 31 december
83.587.576
87.772.909
125.660.732 42.073.156
125.233.534 37.460.625
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. De 'niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa' betreffen objecten die niet (meer) in gebruik zijn en bestemd zijn voor de verkoop (locatie Haarendael en locatie Tempeliersweg).
18-5-2015
11
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 ACTIVA
2. Financiële vaste activa
Saldo per 01-01-14 €
Dotatie
378.543 48.362 426.905
24.650 24.650
€
Onttrekking
Saldo per 31-12-14 €
€
De specificatie is als volgt: Rekening Courant SBBC Bijdrage inventaris cliënten Cello Totaal financiële vaste activa
3. Voorraden De specificatie is als volgt:
200.000 38.891 238.891
31-12-2014 €
178.543 34.121 212.664
31-12-2013 €
Voorraden
1
1
Totaal voorraden
1
1
Toelichting: Gezien de vrij geringe omvang van de voorraden en de beperkte invloed van de voorraadmutaties zijn de voorraden opgenomen tegen het symbolische bedrag van € 1,- -.
4. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: Vorderingen op debiteuren Vorderingen op debiteuren verbonden Dubieuze debiteuren Overige vorderingen Overige vorderingen verbonden partijen
Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen
Totaal vorderingen en overlopende activa
18-5-2015
31-12-2014 €
31-12-2013 €
465.803 705 50.000416.508 107.630 524.138
469.771 36.232 50.000456.003 80.960 536.963
838.807 751.017
831.137 608.547
1.589.824
1.439.684
2.113.962
1.976.647
12
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 ACTIVA
5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot Toelating Cello
2013 €
Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot Voorziening onzekere budgetposten Sub-totaal
2.765.886 2.765.886
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Mutaties voorziening Sub-totaal mutatie boekjaar
6.8952.758.9912.765.886-
Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Voorziening onzekere budgetposten Totaal Statium van vaststelling
2014 € -
c
Totaal € 2.765.886 2.765.886
706.073 706.073
706.073 6.8952.758.9912.059.813-
706.073 706.073
706.073 706.073
a
a = interne berekening b = overeenstemming met zorgkantoor c = definitieve vaststelling met Nza Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil
Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging
2014 €
2013 €
106.709.712 106.003.639 -
104.304.822 101.538.936 -
706.073
2.765.886
2014 €
2013 €
Vordering uit hoofde van financieringstekort
706.073
2.765.886
Totaal vordering uit hoofde van financieringstekort
706.073
2.765.886
2014 €
2013 €
Schulden uit hoofde van bekostiging Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
-
-
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging Toelichting: De jaarlagen tot en met 2013 zijn geheel afgewikkeld. De nacalculatie AWBZ 2013 is in 2014 definitief vastgesteld door de NZa en geldelijk afgewikkeld. Op grond van de definitieve vaststelling 2013 is een nagekomen budgetcorrectie van € 6.895 verwerkt.
18-5-2015
13
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 ACTIVA
6. Liquide middelen
31-12-2014 €
31-12-2013 €
ABN/Amro ING bank Rabobank Kassen
5.948.971 20.231.048 34.990
15.038 10.105 18.482.401 48.373
Totaal liquide middelen
26.215.009
18.555.917
Toelichting: De banktegoeden staan ter vrije beschikking van Stichting Cello, met uitzondering van een bedrag van circa € 200.000 dat minimaal dient te worden aangehouden ter dekking van door Cello verstrekte bankgaranties aan derden. Deze bankgaranties zijn nader gespecificeerd onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen in deze jaarrekening.
18-5-2015
14
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 PASSIVA 7. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-12-2014 €
31-12-2013 €
Kapitaal Bestemmingsreserves Bestemmingsfonds Algemene en overige reserves
140.341 5.111.366 24.986.077 1.187.986
140.341 3.781.369 21.931.327 1.153.384
Totaal eigen vermogen
31.425.770
27.006.421
Overige mutaties €
Saldo per 31-12-2014 €
Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2014 €
Resultaatbestemming €
Kapitaal
140.341
-
-
140.341
Totaal kapitaal
140.341
-
-
140.341
Bestemmingsreserves Het verloop is als volgt weer te geven:
Bestemmingsreserve inventarissen/vervoermiddelen Bestemmingsreserve huisvesting Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Totaal bestemmingsreserves
Bestemmingsfonds Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2014 €
3.181.369 600.000 3.781.369
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
53.647 1.809.200 532.8501.329.997
-
Reserve aanvaardbare kosten
Saldo per 01-01-2014 € 21.931.327
Resultaatbestemming € 3.054.750
Totaal bestemmingsfonds
21.931.327
3.054.750
Algemene reserves Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2014
Resultaatbestemming
1.153.384
34.602
Algemene reserves
18-5-2015
-
Overige mutaties
-
Overige mutaties
Saldo per 31-12-2014 €
3.235.016 1.809.200 67.150 5.111.366
Saldo per 31-12-2014 € 24.986.077
24.986.077
Saldo per 31-12-2014 1.187.986
15
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Toelichting: Bestemmingsreserve Inventarissen/vervoermiddelen/computerapparatuur Cello kent sinds 2003 een zogenaamd investeringsplafond ten behoeve van inventarissen. Het investeringsplafond is gelijk aan de norm zoals deze in de rekenstaten is opgenomen. Deze bedraagt voor 2014 € 1.886.815. Het verschil tuss en de norm en de werkelijke uitgaven, wordt gemuteerd op deze bestemmingsreserve.
Bestemmingsreserve huisvesting: In de exploitatie wordt onderscheid gemaakt tussen Zorg en Huisvesting. Het exploitatieresultaat op huisvesting is het verschil tussen de opbrengsten uit Nhc/kapitaallasten extramurale zorgopbrengsten en de kosten, zoals rente,afschrijvingen en huur. Het in 2014 gerealiseerde positieve resultaat (€ 1.809.200) op huisvesting wordt bestemd voor de met toekomstige investeringen samenhangende kosten. Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Met het zorgkantoor zijn in het verleden afspraken gemaakt over de financiering van extramurale overproductie .Voor door het Zorgkantoor niet vergoede overproductie 2014 (€ 53 2.850) wordt de bestemmingsreserve aangewend. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit voordelige exploitatieresultaten van niet-AWBZ gefinancierde activiteiten en saldi van de pre awbz-periode. In 2014 is 3,0% rente toegevoegd aan de reserve.
8. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2014 €
Dotatie Onttrekking €
€
Saldo per 31-12-2014 €
Voorziening langdurig zieken Voorziening uitgestelde beloningen Voorziening sociale verplichtingen Voorziening persoonlijke levensfase budget
539.227 856.332 292.493 5.038.000
409.311 88.733 1.555.723
189.893 125.693 37.521 1.282.723
758.645 819.372 254.972 5.311.000
Totaal voorzieningen
6.726.052
2.053.767
1.635.830
7.143.989
31-12-2014 € Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 5 jr.)
392.392 6.751.597 1.021.343
Voorziening langdurig zieken In deze voorziening zijn de te betalen WIA-suppleties en de doorbetalingsverplichting inzake langdurig zieken opgenomen waarvan wordt verwacht dat deze medewerkers niet zullen terugkeren in het arbeidsproces. In het kader van Wet Werk en Zekerheid(WWZ) is voor die langdurig zieken die in aamerking kunnen komen voor een transitievergoeding een bedrag van € 213.891 toegev oegd aan deze voorziening. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. De blijfkans is hierbij ingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4 %, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar. Voorziening sociale verplichtingen De voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aan het IZZ in het kader van de privatisering van Groote Cingels en de toekomstige uitbetaling van garantiesalarissen als gevolg van verdere organisatieontwikkeling en het daarbij behorende sociaal plan. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op een pensioengerechtigde leeftijd van 62,5 jaar. Voorziening persoonlijke levensfase budget De voorziening persoonlijke levensfase budget is in 2014 gevormd op basis van de nog niet opgenomen meer-uren ultimo 2014 en de eenmalige storting van 200 uur van de overgangsregeling van de medewerkers als ze 55 jaar worden.
18-5-2015
16
Stichting Cello, jaarrekening 2014
9. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:
31-12-2014 €
31-12-2013 €
Schulden aan kredietinstellingen
58.065.548
61.836.031
Totaal langlopende schulden
58.065.548
61.836.031
Het verloop is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen komend boekjaar Af: extra aflossingen Stand per 31 december
2014 € 61.836.031 3.770.483 58.065.548
2013 € 15.606.514 50.000.000 3.770.483 61.836.031
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
31-12-2014 €
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jr.)
3.770.483 54.295.065 39.876.663
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen, onder 5.1.8. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
10. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31-12-2014 €
31-12-2013 €
Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen
778.569 3.770.483 3.170.602 1.287.998 801.775 2.440.003 604.195
738.367 3.770.483 2.589.199 1.533.981 953.139 2.654.095 721.652
Overige schulden: Nog te betalen kosten Nog te betalen verbonden kosten Vooruitontvangen opbrengsten Overige overlopende passiva
2.184.067 6.376 197.388 958.522
1.695.647 527 266.301 1.006.370
16.199.978
15.929.761
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Toelichting: Door de Rababank 's-Hertogenbosch zijn de volgende kredietfaciliteiten verstrekt: - werkkapitaalkrediet van € 6 miljoen - revolverende investeringsfaciliteite van € 2 milj oen Voor deze kredietfaciliteit gelden de volgende zekerheden: negative pledge, positive pledge, Pari Passu clausule, Cross Default, Material Adverse Change clausule.
18-5-2015
17
Stichting Cello, jaarrekening 2014
11. Financiële instrumenten Stichting Cello maakt in haar bedrijfsvoering gebruik van financiële instrumenten. Deze financiële instrumenten zijn op de balans opgenomen, zoals vorderingen, schulden, leningen en geldmiddelen. Stichting Cello maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten ('derivaten'). Voor een nadere toelichting op de financiële instrumenten van Cello wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening.
12. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Cello heeft een niet uit de balans blijkende latente verplichting van € 1.696.000,--. Dit betreft een o bligoverplichting voor Cello aan het WFZ. Het obligo, drie procent over de boekwaarde van geborgde leningen bij het WFZ wordt slechts ingeroepen in het uitzonderlijke geval het WFZ te weinig vermogen heeft. Het obligo wordt weer terugbetaald zodra het vermogen van het WFZ weer op niveau is. Locatie Haarendael is nog in bezit van Cello. Cello heeft de verplichting om de locatie bij de Gemeente Haaren aan te bieden ter koop, op grond van het recht dat de gemeente heeft gevestigd op basis van de Wet Voorkeursrecht Gemeente. De verwachte verkoopopbrengst zal meer dan toereikend zijn om de resterende boekwaarde en projectmatige kosten te kunnen financieren. Cello heeft lopende huurverplichtingen van € 4.865.0 72,-- op jaarbasis. Huurverplichting t/m 5 jaar (2015-2019) € 22.100.000,-Huurverplichting langer dan 5 jaar € 34.500.000,-Cello heeft de bij de Rabobank de volgende garanties verstrekt aan derden: € 195.581,10 t.b.v. F.J.G.M en F.N.M. en F.W.G.M en J.B.B. Groenewoud inzake huurovereenkomst kantoorgebouw in Businesspark Vught, de Ring 14, 5261 LM Vught. € 5.724,-- t.b.v. Stichting Woonlinie inzake huurov ereenkomst bedrijfsruimte Brede School de Waluwe.
18-5-2015
18
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.0 Mutatieoverzicht materiële vaste activa
Bedrijfsgebouwen en terreinen
Machines en installaties €
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €
€
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
87.962.602 25.986.700
19.017.611 3.657.342
Boekwaarde per 1 januari 2014
61.975.902
15.360.269
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen - extra afschrijving bijz.waardevermindering
2.527.999 3.619.402 694.202 227.523
545.927 1.107.468 1.559 17.045
790.579 1.883.613 -
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
1.936.982 1.936.982
68.071 68.071
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
1.049.136 506.647 542.489
16.181.985 7.512.560
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa €
1.707.551 205.908
125.135.419 37.362.510
1.501.643
87.772.909
2.187.110 -
252.326 28.457 285.548
6.303.941 6.638.940 695.761 530.116
635.743 635.743
-
-
2.640.796 2.640.796
24.446 6.728 17.718
-
2.064.250 2.064.250
-
3.137.832 513.375 2.624.457
8.669.425
265.670 -
Totaal € €
265.670
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -2.555.617
-597.863
-1.093.034
122.860
-61.679
-4.185.333
Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
87.504.483 28.084.198
19.471.021 4.708.615
16.336.821 8.760.430
388.530 -
1.959.877 519.913
125.660.732 42.073.156
Boekwaarde per 31 december 2014
59.420.285
14.762.406
7.576.391
388.530
1.439.964
83.587.576
0,00%
0,00%
Afschrijvingspercentage
18-5-2015
0,0%,2%,2,5%,5% 10%,
5%,10%
10%,20%
19
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa Grond €
Wegen en tuinaanleg €
Permanente gebouwen €
Sociowoningen €
Verpleegstershuisvesting €
Verbouwingen €
Installaties
Woningen
Bouwrente
€
€
€
Onderhanden projecten €
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa €
Subtotaal vergunning €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
6.619.142 -
7.610.995 1.109.386
39.096.708 9.642.036
335.147 125.714
64.584 64.584
13.963.669 4.860.999
18.435.657 3.317.631
-
929.002 627.379
2.810 -
879.085 114.508
87.936.799 19.862.237
Boekwaarde per 1 januari 2014
6.619.142
6.501.609
29.454.672
209.433
-
9.102.670
15.118.026
-
301.623
2.810
764.577
68.074.562
24.805 22.928 -
1.985.139 -
252.326 14.346
4.822.724 3.298.427 695.761 231.851
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering
-
1.322.753 392.029 3.066 16.281
338.486 836.410 686.490 189.032
9.827 1.536-
363 363-
378.093 956.129 15.3849.493
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
207.837 207.837
458.255 458.255
1.050 1.050
-
283.175 283.175
60.481 60.481
-
5.3985.398-
725 711 14
158.213 155.530 2.683
1.719 812 907
64.542 64.542 -
47.326 24.871 22.455
24.446 6.728 17.718
-
1.619 1.275 344
-
-
-
-
-
-
-
9.198-
-
-
48.077-
2.810-
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
45.378 45.378
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
45.378-
911.363
1.376.129-
Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
6.573.764 -
8.725.186 1.312.214
38.818.726 10.740.183
332.378 132.143
Boekwaarde per 31 december 2014
6.573.764
7.412.972
28.078.543
200.235
3,3%/2,5%/2,% 33,33%
2,5% / 2,0%
Afschrijvingspercentage
18-5-2015
0,0%
5,0%
545.927 1.063.519 1.559 17.045
594.600-
42 42 2,5%
553.914-
999 999-
-
1.987.949 1.987.949
1.005.400 1.005.400
2.331.917 254.469 2.077.448
-
-
-
237.980
1.480.763-
14.011.261 5.503.191
18.896.657 4.332.545
-
932.781 679.235
-
1.131.411 128.854
89.422.206 22.828.407
8.508.070
14.564.112
-
253.546
-
1.002.557
66.593.799
5%,10% 5%,10%
2,5%
2,5%
0,0%
20
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa
Niet aan het bedrijfsproces Instandhouding €
Onderhanden projecten €
Subtotaal €
Trekkingsrechten €
Onderhanden projecten €
Subdienstbare totaal materiële activa € €
Subtotaal meldingen €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.094.315 3.258.787
262.860 -
5.357.175 3.258.787
3.707.208 1.112.162
-
3.707.208 1.112.162
828.466 91.400
9.892.849 4.462.349
Boekwaarde per 1 januari 2014
1.835.528
262.860
2.098.388
2.595.046
-
2.595.046
737.066
5.430.500
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering
367.256 444.590 2.834
201.971 -
569.227 444.590 2.834
185.360 -
-
185.360 -
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
789.559 789.559
-
789.559 789.559
-
-
-
789.559 789.559
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
58.009 43.825 14.184
76.301 76.301
134.310 43.825 90.485
-
-
-
134.310 43.825 90.485
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
94.352-
-
125.670
31.318
185.360-
-
185.360-
14.111 285.548
0
0 -299.659
569.227 644.061 288.382
453.701-
Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
4.614.003 2.872.827
388.530 -
5.002.533 2.872.827
3.707.208 1.297.522
-
3.707.208 1.297.522
828.466 391.059
9.538.207 4.561.408
Boekwaarde per 31 december 2014
1.741.176
388.530
2.129.706
2.409.686
-
2.409.686
437.407
4.976.799
Afschrijvingspercentage
18-5-2015
10,0%
0,0%
5,0%
0,0%
21
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.3 WMG gefinancierde materiële vaste activa Installaties €
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Automatisering €
Onderhanden projecten €
Subtotaal WTG €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
304.623 147.649
11.286.838 4.620.916
567.373 315.631
2.487.976 1.667.931
-
14.646.810 6.752.127
Boekwaarde per 1 januari 2013
156.974
6.665.922
251.742
820.045
-
7.894.683
30.462 -
664.667 1.129.947 -
11.294 107.816 -
67.631 458.796 -
-
743.592 1.727.021 -
360.788 360.788
38.644 38.644
236.311 236.311
-
635.743 635.743
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
-
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
-
96.522-
91.632-
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
30.462-
465.280-
983.429-
Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
304.623 178.111
11.590.717 5.390.075
540.023 384.803
2.319.296 1.890.416
-
14.754.659 7.843.405
Boekwaarde per 31 december 2013
126.512
6.200.642
155.220
428.880
-
6.911.254
20,0%
20,0%
Afschrijvingspercentage
18-5-2015
10,0%
10,0%
0,0%
22
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.4 Kleinschalige woonvoorzieningen Grond € Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2014
172.754 172.754
Wegen en tuinaanleg €
Permanente gebouwen €
Verbouwingen €
Installaties
153.272 53.476
2.999.834 1.381.471
4.367.931 1.698.903
277.331 192.062
2.785.492 2.009.873
1.839.798 908.082
62.549 41.930
-
99.796
1.618.363
2.669.028
85.269
775.619
931.716
20.619
46.987 187.054 -
€
Instandhouding €
Inventaris €
Bouwrente Onderhanden Subtotaal projecten niet WTZi/WTG € € €
Totaal materiële activa € 125.135.419 37.362.510
-
12.658.961 6.285.797 6.373.164
1.563 -
-
168.398 969.431 9.883
6.303.941 6.638.940 695.761 530.116
87.772.909
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering
-
7.113 -
2.597 71.760 -
18.450 412.927 9.883
13.487 -
100.364 275.527 -
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
96.751 96.751
7.590 7.590
105.753 105.753
-
-
-
210.094 210.094
2.640.796 2.640.796
40.142 23.185 16.957
-
10.719 10.113 606
-
-
-
671.605 215.081 456.524
3.137.832 513.375 2.624.457
-
-
-
-
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo - overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in de boekwaarde
113.141 113.141
22.039 17.081 4.958
113.141-
12.071-
485.564 164.702 320.862
390.025-
421.317-
13.487-
175.769-
140.067-
-
-
1.563-
-
1.267.440-
4.185.333-
Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
59.613 -
131.233 43.508
2.516.867 1.288.529
4.249.488 2.001.777
269.741 197.959
2.769.384 2.169.534
1.886.785 1.095.136
62.549 43.493
-
11.945.660 6.839.936
125.660.732 42.073.156
Boekwaarde per 31 december 2014
59.613
87.725
1.228.338
2.247.711
71.782
599.850
791.649
19.056
-
5.105.724
83.587.576
2% / 2,5% / 10%
5%,10%
5% / 10%
Afschrijvingspercentage
18-5-2015
0,0%
5,0%
10,0%
10,0%
2,50%
0,0%
23
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.7
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
Projectgegevens Nr.
Briefnr.
Datum
Omschrijving
Vergunningsplichtige projecten: 01578 EB-U-2699350 12-07-2006 Herstructurering terrein BR Overige projecten 2012 ,2013 en 2014 Totaal onderhanden projecten
Investeringen 2014 €
t/m 2014 gereed onderhanden € €
Nominaal bedrag €
Goedkeuringen Aangepaste Index goedkeuring € €
WTZi-type
t/m 2013 €
WTZi
2.810 262.860
1.985.139 201.971
1.987.949 76.301
388.530
22.059.539 -
-
22.059.539 -
265.670
2.187.110
2.064.250
388.530
22.059.539
-
22.059.539
WTG
Overige €
Jaar van oplevering
2014
Toekomstige lasten Investeringsbedrag Afschrijving € €
Rente 5% €
388.530
38.853
19.427
388.530
38.853
19.427
5.1.7.2 Specificatie in het boekjaar gereed gekomen projecten Projectgegevens Nr. Briefnr.
Datum
Omschrijving
Activapost
Vergunningsplichtig Trekkingsrechten Instandhouding RKW Totaal tijdens boekjaar gereed gekomen projecten
18-5-2015
Investeringen WTZi €
€
2.062.093 2.157 -
-
-
2.064.250
-
-
Toekomstige lasten Totaal Afschr. WTZi Rentekosten € € € 2.062.093 2.157 2.064.250
103.105 216 103.320
5.155 11 5.166
24
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.8 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2014 Leninggever
Datum
Soort lening
Werkelijke rente (%)
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen
15-12-1989
4.537.802
40
onderh.
3,50
1.815.120
113.445
1.701.675
1-03-1987
2.268.901
30
onderh.
2,75
263.190
54.454
208.736
-
4 Lineair
54.454 Waarborgfonds Zorg
25-01-2002
512.999
onderh.
2,98
230.849
25.650
205.199
76.949
8 Lineair
25.650 Garantie Staat der Nederlanden
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen
2-10-1989
9.075.604
40
onderh.
4,50
3.630.242
226.890
3.403.352
2.268.901
15 Lineair
226.890 Garantie Staat der Nederlanden
Bank Nederlandse Gemeenten
1-07-2003
Rabobank
16-1-2008
7.334.223
20
onderh.
4,19
3.667.113
366.711
3.300.402
1.466.846
9 Lineair
366.711 Waarborgfonds Zorg
6.000.000
10
onderh.
4,57
3.000.000
600.000
2.400.000
-
4 Lineair
600.000 Waarborgfonds Zorg
Rabobank
2-11-2009
5.000.000
10
onderh.
3,275
3.000.000
500.000
2.500.000
-
5 Lineair
500.000 Waarborgfonds Zorg
Rabobank
12-6-2013
13.000.000
20
onderh.
2,94
650.000
28 Lineair
650.000 Waarborgfonds Zorg
30-4-2013
22.000.000
30
onderh.
3,34
733.333
12.350.000 21.266.667
9.100.000
Rabobank
13.000.000 22.000.000
17.600.000
28 Lineair
733.333 Waarborgfonds Zorg
Rabobank
12-12-2013
15.000.000
30
onderh.
3,41
15.000.000
500.000
14.500.000
12.000.000
28 Lineair
500.000 Waarborgfonds Zorg
3.770.483
61.836.031
43.647.146
ING Bank Bank Nederlandse Gemeenten
Totaal
Hoofdsom
84.729.529
Af: Aflossingsverplichtingen voor komend boekjaar zijn opgenomen onder kortlopende schulden:
18-5-2015
Totale looptijd
20
Restschuld 31-12-2013
65.606.514
Nieuwe leningen in 2014
-
Aflossing in 2014
Restschuld 31-12-2014
Restschuld over 5 jaar
1.134.450
Resterende looptijd in jr. eind 2014
Aflossingswijze
15 Lineair
Aflossing 2015
Gestelde zekerheden
113.445 Garantie Staat der Nederlanden
3.770.483
3.770.483 58.065.548
25
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN
13. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt: Wettelijk budget aanvaardbare kosten
2014 €
2013 €
106.702.816
104.304.690
Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties: In 2014 is een nagekomen budgetcorrectie over 2013 van € 6.895,-- verwerkt. De toename van het budget 2014 is te danken aan extra toegekend budget in de herschikkingsronde in 2014 en indexering van de tarieven.
14. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Zorgprestaties cliënten Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige zorgprestaties
98.602 3.059.177 1.507.863
134.346 2.664.092 2.686.852
Totaal niet-gebudgetteerde zorgprestaties
4.665.642
5.485.290
Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties: In 2013 zijn de incidentele posten bonusgelden, frictiegelden en intensiveringsmiddelen van invloed geweest op de hoogte van het bedrag. De overige zorgprestaties in 2014 zijn nagenoeg op hetzelfde niveau als 2013. 2014 €
2013 €
551.418 551.418
571 438.069 438.640
15. Toelichting subsidies De specificatie is als volgt: Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder zorgopleidingen AVG-artsen) Overige subsidies(waaronder VWS stagefonds)
Toelichting Subsidies: In 2014 heeft Cello een bedrag van ongeveer € 150.0 00 ontvangen van VWS voor "praktijkleren". Deze subsidie is in 2014 in de plaats gekomen van de Wet Vermindering Afdracht (WVA) onderwijs.
16. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Overige dienstverlening Overige opbrengsten
1.103.176 1.129.685
1.275.691 252.703
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
2.232.861
1.528.394
Toelichting overige bedrijfsopbrengsten: In "overige opbrengsten" zijn de in 2014 behaalde winsten op de verkoop van panden geboekt voor een bedrag van € 776.000.
18-5-2015
26
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
17. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten
59.244.957 9.887.292 5.089.963 2.599.023
58.147.439 8.860.114 5.157.498 5.022.762
Sub-totaal Personeel niet in loondienst
76.821.235 651.869
77.187.813 871.065
Totaal personeelskosten
77.473.104
78.058.878
1.547,2
1.640,9
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
Toelichting Personeelskosten: Lonen en salarissen: Door de jaren heen is een groot aantal plusuren opgebouwd en niet uitbetaald of opgenomen. In de jaarrekening 2014 zijn deze uren als last opgenomen onder brutosalarissen (€ 643.000,--). Sociale lasten: Het sociale lasten percentage is t.o.v. 2014 gestegen (2014 = 34,86% en in 2013 = 33,43%). Daarnaast heeft Cello in 2013 een bedrag terugontvangen van de belastingdienst van € 360.000. Andere personeelskosten: De mutatie op de "voorziening budget levensfase" wordt geboekt op andere personeelskosten. In 2014 is een fors aantal PBL-uren uitbetaald, wat er toe heeft geleid dat de mutatie op de voorziening € 2.075.000 lager was da n in 2013. Ook zijn de opleidingskosten en de inhuur van externe docenten (opleidingscentrum) gedaald (€ 295.000) .
18. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa
3.298.427
3.173.806
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa meldingen - materiële vaste activa RKW gefinancierd - materiële vaste activa wtg gefinancieerd - materiële vaste activa extra
644.061 969.431 1.727.022 695.761
679.959 986.464 1.748.288 745.816
Totaal afschrijvingen
7.334.702
7.334.333
Toelichting afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa: Vanaf 2011 zijn de afschrijvingspercentages binnen Cello herzien, met name de afschrijvingstermijnen op gebouwen zijn verkort van 40/50 naar 30 jaar.
18-5-2015
27
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa
2014 €
Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa Afschrijving WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa Afschrijving WTG gefinancierde materiële vaste activa Afschrijving RKW gefinancierde materiële vaste activa Afschrijving niet WTZi gefinancierde materiële vaste activa
3.298.427 644.061 1.727.022 969.431 695.761
Totaal afschrijvingen volgens mutatieoverzichten
7.334.702
Totaal afschrijvingen volgens resultatenrekening (exclusief dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijving)
7.334.702
19. Bijzondere waardevermindering van vaste activa Bijzondere waardevermindering van: - materiële vaste activa
2014 € 530.116 530.116
2013 € 948.534 948.534
Toelichting bijzondere waardevermindering van vaste activa: In 2014 heeft Cello opnieuw de contante waarde van de toekomstige kasstromen van zorgvastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014. Dit heeft geen impairment tot gevolg gehad. De bijzondere afwaardering in 2014 heeft betrekking op het voor de verkoop bestemde vastgoed en buiten gebruik gestelde gebouwen.
20. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Doorberekende kapitaallasten Dotaties en vrijval voorzieningen Overige bedrijfskosten Totaal bedrijfskosten
2014 €
2013 €
6.120.247 5.216.201 2.266.749 3.665.183 4.833.397 3.946219.419 -
7.628.597 5.238.484 2.340.408 3.569.584 4.673.419 3.38847.733 356.140
22.317.250
23.850.977
Toelichting Overige bedrijfskosten: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Onder de post voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn onder andere vervoerskosten opgenomen. In 2013 en begin 2014 zijn de vervoerskosten onderzocht en fors verlaagd. Dit heeft tot een kostenverlaging van € 1.200.000 geleid.
18-5-2015
28
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
21. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: Rentebaten Sub-totaal financiële baten
2014 €
2013 €
152.006152.006-
3.7603.760-
Rentelasten Sub-totaal financiële lasten
2.230.222 2.230.222
2.314.643 2.314.643
Totaal financiële baten en lasten
2.078.216
2.310.883
Toelichting financiële baten en lasten: De rentebaten hebben betrekking op rente over gestalde overtollige liquiditeiten.
18-5-2015
29
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 22 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Welk bestuursmodel is van toepassing?
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht
Wat is de samenstelling van het bestuur?
Tweehoofdig met voorzitter
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt: 1.
A.J.H.A. van der Pol
F.H.J.M. van Beers
sinds 01-03-2012
sinds 15-8-2012
ja
ja
Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie ?
2.
Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit
3.
Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder
4.
Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst
5.
Wat is de aard van de (arbeids) overeenkomst?
1
1
6.
Welke salarisregeling is toegepast ?
1
1
van het bestuur ?
werkzaam in uw organisatie ?
7.
Wat is de deeltijdfactor ? (percentage)
8.
Beloning (Incl. salaris,vakantiegeld,eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
111%
111%
124.878
128.241
a. Waarvan: verkoop verlofuren
0
0
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
0
0
9.
Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
5.070
12.411
10.
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
3.750
3.750
11.
Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
9.485
9.485
12.
Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn 13.682
14.315
156.865
168.202
(o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, a aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering,) 13.
Winstdeling en bonusbetalingen
14.
Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
15.
Totaal bezoldiging(8 t/m 14, excl 8a en b) Toelichting:
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt: naam
functie
drs. J.Th.H.M. Blox
voorzitter
M.F.F.M. van der Linden
vice-voorzitter
Bezoldiging 11.391 9.493
G.P. van den Anker
lid
7.594
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM
lid
7.594
A.S.M. Deutekom MBA
lid
7.594
M.M. Hanssen-Ruyten
lid
7.594
Deze bedragen betreffen de bruto-bezoldiging exclusief BTW.
18-5-2015
30
Stichting Cello, jaarrekening 2014
23 Publicatie van informatie op grond van de WNT A.J.H.A. van der Pol 1. 2. 3. 4. 5.
Functonaris(functienaam) In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bijtelling privégebruik auto en andere vaste toelagen) 6. Winstdelingen en bonusbetalingen 7. Totaal beloning (5 en 6) 8. Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 9. Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) 10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €) Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 10)
Lid Raad van Bestuur 1-3-2012 n.v.t. 111% 129.948 129.948
140.652 140.652
3.750 13.682
3.750 14.315
147.380
158.717
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:
1.
Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2. Is de persoon in het veslagjaar voorzitter van de Raad van Toezicht geweest. 3. Nevenfuntie(s) 4. Beloning (incl/salaris, vakantiegeld,eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 5. Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)? 6. Vaste en variabele onkostenvergoedingen 7. Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8. Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn ( o.a. werkgeversbijdrage pensioen,VUT,FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 9. Winstdeling en bonusbetalingen 10. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 11. Totaal bezoldiging (4 /m 10)
18-5-2015
F.H.J.M. van Beers Voorzitter Raad van Bestuur 15-8-2012 n.v.t. 111%
-
JTHM Blox MFFM van der Linden GP van den Anker YJM ten Brummelhuis ASM Deutekom MM Hanssen-Ruyten 1-10-2007 1-1-2011 1-10-2007 1-1-2011 1-10-2007 1-1-2012
Ja Voor de nevenfuncties zie jaarverslag 11.391
9.493
7.594
7.594
7.594
7.594
11.391
9.493
7.594
7.594
7.594
7.594
31
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Binnen Cello zijn de leden van de Raad van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht 'topfunctionarissen' in de zin van de WNT. Hun bezoldigingsinformatie is hierboven opgenomen, gespecificeerd naar de eisen die de WNT daaraan stelt. Opgemerkt wordt, dat het bruto-inkomen van de Raad van Bestuur volgens bovenstaande opstelling (punt 5) afwijkt van het bruto-inkomen dat is weergegeven in het model bezoldiging bestuurders (kopje 20, punt 8). Dit wordt veroorzaakt doordat de bijtelling voor het privégebruik van de lease-auto onder de WNT dient te worden meegenomen in de publicatie van het bruto-inkomen, terwijl dit in het model bezoldiging bestuurders separaat dient te worden weergegeven. Voor sociale lasten geldt dat deze niet gepubliceerd hoeven te worden onder de WNT,terwijl in het model bezoldiging bestuurders(kopje 20, punt 11) de werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies wel vermeld dient te worden. In 2014 is door de Raad van Toezicht de klasse-indeling WNT vastgesteld. Voor Cello is klasse-indeling F van toepassing op basis van een totaalscore van 5 voor de functiezwaarte en de omzetcategorie (van 60 tot 150 miljoen). Bij klasse F behoort een bezoldigingsmaximum van € 170.578. Het honorarium van de heer Van der Linden in 2014 overschrijdt de bij zijn functie behorende norm van klasse F. Deze norm is € 8.528 zijnde 5% van het be zoldigingsmaximum voor een bestuurder behorend bij klasse F. Doordat de honorariumafspraken zijn gemaakt vóór de bekendmaking van de Regeling Bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector en in 2013 de bezoldiging van de heer Van der Linden niet boven de in 2013 geldende norm van € 228.599 viel, is het over¬gangsrecht van de WNT met ingang van 1 januari 2014 van toepassing
Voor een toelichting op de door Cello gehanteerde uitgangspunten in dit overzicht, wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening.
18-5-2015
32
Stichting Cello, jaarrekening 2014
24 Honoraria van de accountant Hieronder volgt een specificatie van de honoraria van de accountants en diens organisatie die aan Cello in rekening gebracht zijn (bedragen inclusief BTW):
Controle van de Jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
2014
2013
40.747 23.142 -
39.749 13.250 3.004 -
63.889
56.003
25 Transacties met verbonden partijen: Er hebben geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.
18-5-2015 33
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.10
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS Ondertekening bestuurders
F.H.J.M. van Beers
A.J.H.A. van der Pol
Ondertekening toezichthouders
drs. J.Th.H.M. Blox
M.M. Hanssen-Ruyten
drs. R.R.A. van Zijl RA RO
A.S.M. Deutekom MBA
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM
M.F.F.M. van der Linden
18-5-2015
34
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.2 OVERIGE GEGEVENS
18-5-2015
35
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.2
OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van bestuur van Stichting Cello heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 18 mei 2015. De Raad van toezicht van de Stichting Cello heeft de jaarrekening 2014 goegekeurd in de vergadering van 19 mei 2015. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. Zie 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum. 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
18-5-2015
36