Raadsavond Agendapunt Registratienummer Portefeuillehouder(s) Opsteller E-mail Telefoon
: : : : : : :
18 mei 2015 15.033 F.M. Schoonderwoerd Leon Beernink/Virginia Schouten
[email protected] 06-22443597
Onderwerp: Beleidsplan Rijnstreek Werkt Beslispunten: 1. Het beleidsplan 'Rijnsteek werkt 2015-2016' vast te stellen. 2. Voor de arbeidsinschakeling van de reguliere groepen te kiezen voor scenario B: Kracht van het aantal. 3. De doelgroep 'arbeidsbeperkten' zoveel als mogelijk te bemiddelen naar de beschikbare garantiebanen. 4. ‘Nieuw beschut werk’ inrichten voor de groep inwoners die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat een plek bij een reguliere werkgever niet mogelijk is. En deze arbeidsplekken in de periode 2015-2018 als volgt te maximaliseren: Jaar
Aantallen Rijnstreek
2015 2016 2017 2018
5 15 23 31
Aantallen Kaag en Braassem 1 1,5 2 3
5. Extra te investeren op het zogenaamde zittend bestand (de inwoners die nu reeds een uitkering ontvangen) door hen fasegewijs op te roepen voor een gesprek, tijdens het gesprek te arbeidsmogelijkheden te inventariseren en vervolgens passende oplossingen te zoeken voor (regulier) werk en/of participatie. Achtergrond Gemeente verantwoordelijk voor nieuwe doelgroep Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 is de gemeente ook verantwoordelijk voor de arbeidsinschakeling van inwoners die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen als gevolg van lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen. Dit is de groep die tot en met 2014 onder de Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) of Wsw (Wet sociale werkvoorziening) viel. De sociale werkvoorziening is gesloten voor nieuwe instroom, een Wajongindicatie wordt alleen nog afgegeven aan inwoners die volledig arbeidsongeschikt zijn. Andere ondersteuningsvraag en nieuwe instrumenten Mensen met een arbeidsbeperking hebben in algemene zin een bredere ondersteuningsvraag dan de mensen die nu al bij de gemeente komen, omdat bij de arbeidsinschakeling en de 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 1 van 8
uiteindelijke werkplek rekening gehouden moet worden met hun beperkingen. De Participatiewet kent nieuwe voorzieningen ofwel instrumenten voor arbeidsinschakeling voor deze doelgroep. Budgetten veranderen De Participatiewet wordt door de overheid bekostigd door de volgende twee geldstromen: 1. Uitkeringen die verstrekt worden op grond van de Participatiewet, IOAW (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers), IOAZ (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en Bbz-starters (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen voor startende ondernemers) worden bekostigd uit de rijksvergoeding budget BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorziening Gemeenten). 2. De bekostiging van begeleiding en re-integratietrajecten (ofwel arbeidsinschakeling) komen uit het participatiebudget. De omvang van rijksvergoeding BUIG en het participatiebudget: 2014 Participatiebudget Rijksvergoeding budget BUIG
€ 166.700 € 2.069.400
2015
Verandering 2015 t.o.v. 2014 € 136.924 -18% € 2.547.351 + 23%
De rijksvergoeding BUIG 2015 stijgt door het toenemende aantal uitkeringen (zowel landelijk als in Kaag en Braassem). Het participatiebudget daalt met bijna 18%. In dit nieuwe, lagere budget zitten al de extra rijksmiddelen voor de nieuwe doelgroep, de inwoners met een arbeidsbeperking. Stijging bestand uitkeringsgerechtigden Het aantal uitkeringsgerechtigden laat over een periode vanaf het begin van 2014 een stijgende lijn zijn, maar het budget om onze inwoners aan het werk te helpen (het participatiebudget) daalt. Daarom zal de gemeente prioriteiten moeten stellen bij de besteding van het participatiebudget. Immers, hoe effectiever we dit participatiebudget inzetten des de meer inwoners we naar regulier werk kunnen begeleiden. Daarmee proberen we ook te voorkomen dat er een tekort wordt gerealiseerd op de rijksvergoeding BUIG 2015. Publiekssamenvatting Met de invoering van de Participatiewet in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor nieuwe doelgroepen, zijn nieuwe instrumenten voor arbeidsinschakeling beschikbaar en is de omvang van de budgetten gewijzigd. Deze veranderingen vragen om aanvullende beleidskeuzes die we met dit beleidsplan aan de gemeenteraad voorleggen. De gemeente gaat aan inwoners die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, ondersteuning aanbieden bij het vinden en/of behouden van een garantiebaan. Voor inwoners die niet bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen bestaat er de mogelijkheid van een beschutte werkplek. Voor andere inwoners die een beroep doen op de gemeente bij zowel het vinden van werk als het voorzien in levensonderhoud met een bijstandsuitkering wordt door middel van arbeidsinschakeling ingezet op uitstroom naar een (reguliere) baan. Voor inwoners die geen arbeidsrelevante opleiding hebben bestaat deze ondersteuning bijvoorbeeld vooral uit het opdoen van relevante ervaring door stages of leerwerkplekken, training en scholing. Voor inwoners die niet zelfstandig de weg naar de arbeidsmarkt vinden is er onder meer ondersteuning bij solliciteren, actieve bemiddeling naar werk en proefplaatsingen. Inleiding De drie veranderingen – nieuwe doelgroep, nieuwe instrumenten en het veranderende budget vragen om nieuwe beleidskeuzes. Om deze beleidskeuzes te kunnen maken hebben de Rijnstreekgemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem verschillende mogelijkheden verkend en uitgewerkt in scenario’s. 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 2 van 8
Stap 1: indeling groepen Als eerste hebben we de verschillende doelgroepen van de Participatiewet onderscheiden door de nieuwe instroom (aantal inwoners die naar verwachting in 2015 een uitkering aanvragen) in te delen door middel van een tweetal kenmerken, de mate van eigen kracht en of iemand kansrijk is op de arbeidsmarkt. Op die manier ontstaan vier doelgroepen: Groep 1: kansrijk op de arbeidsmarkt en veel eigen kracht; Groep 2: veel arbeidspotentieel maar minder eigen kracht; Groep 3: er moet nog gewerkt worden aan de kansen op de arbeidsmarkt, maar de eigen kracht is aanwezig; Groep 4: de kansen op de arbeidsmarkt zijn minimaal en er is nog veel ondersteuning nodig. Naast deze vier doelgroepen onderscheiden we ook specifiek de doelgroep “jongeren” (groep 5) en de doelgroep ”arbeidsbeperkten” (groep 6). Deze bevinden zich in de groepen 1 tot en met 4. Plaatje: indeling doelgroepen
Stap 2: in te zetten instrumenten Er zijn verschillende soorten instrumenten voor arbeidsinschakeling. Instrumenten die de Rijnstreekgemeenten inzetten staan vermeld in bijlage V (blz. 36) van het (concept)beleidsplan. Voor iedere groep worden eigen specifieke instrumenten ingezet, zie bijlage VI (blz. 46) van het (concept)beleidsplan. Zo wordt voor de groep jongeren het instrument ‘starthulp eigen bedrijf’ niet ingezet en het instrument ‘leerwerkplek’ juist wel. En precies andersom is ‘starthulp eigen bedrijf’ wel een instrument voor inwoners in groep 1. Voor deze groep wordt het instrument ‘leerwerkplek’ weer niet ingezet. Stap 3: verschillende scenario’s Vervolgens hebben we verschillende scenario’s opgesteld. Een scenario bestaat uit een of meerdere groepen en de bij die groep in te zetten instrumenten. Elk scenario kent een andere combinatie van de groepen. In elk scenario wordt de doelgroep zes, de arbeidsbeperkten, op een zelfde manier bediend. De volgende scenario’s zijn beschreven en doorgerekend: Scenario A; Jeugd voorop B; Kracht van het aantal C; Werkkansen D; Jeugd en werkkansen 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
Groepen Alle jongeren Groepen 2 en 3 Groepen 1 en 2 Jongeren, groep 1 en 2 18 mei 2015
Bereik 25 personen 64 personen 24 personen 42 personen Pagina 3 van 8
E; Sterke combinatie
Jongeren, groepen 1, 2 en 3
75 personen
We zijn er daarbij van uitgegaan dat er in de Rijnstreek in 2015 25 garantiebanen beschikbaar komen voor de doelgroep arbeidsbeperkten en dat er in 2015 vijf plekken voor beschut werken worden gecreëerd in de Rijnstreek. De inzet van instrumenten in de verschillende scenario’s worden beperkt door de beschikbare middelen. In de scenario’s gaan wij uit van een instroom van 96 uitkeringsgerechtigden in Kaag en Braassem in 2015. De inzet van de instrumenten in elk scenario wordt bekostigd vanuit het participatiebudget. Uitstroom uit de uitkering staat vermeld als een besparing op de rijksvergoeding budget BUIG. Zoals beschreven heeft het participatiebudget een omvang van € 136.924 in 2015. Instroom Scenario A Scenario B Scenario C Scenario D Scenario E Garantiebanen Beschut werk
25 64 24 42 75 2,3 1
Uitstroom
Kosten P-budget € 70.127 € 113.757 € 64.496 € 96.623 € 144.741 € 29.496 € 8.973
15 29 22 28 30 2,3 1
Saldo op BUIG door uitstroom € 91.362 € 214.050 € 161.643 € 205.716 € 220.410 € 6.611 - € 4.605
NB: een plus in het schema staat gelijk aan lagere uitgaven, een min staat gelijk aan hogere uitgaven.
De in het bovenstaande schema weergegeven aantallen zijn gebaseerd op basis van verwachtingen. In de tweede en derde kolom is beschreven hoeveel inwoners met een uitkering worden bediend met specifieke instrumenten voor arbeidsinschakeling (de instroom) en welk deel hiervan ook wordt geplaatst op een baan (de uitstroom). Wanneer meer inwoners worden bediend nemen ook de kosten uit het p-budget toe (vierde kolom). Dat leidt vervolgens wel weer tot een hoger positief saldo op BUIG (vijfde kolom) omdat er ook meer inwoners zijn uitgestroomd naar werk. Uit het schema volgt dat de scenario’s B en E de grootste groep inwoners met specifieke instrumenten voor arbeidsinschakeling bediend. Het gaat om respectievelijk 64 en 75 inwoners met een bijstandsuitkering. Door de inzet van deze instrumenten stromen er in 2015 in scenario B naar verwachting 29 inwoners uit naar een baan en in scenario E gaat het om naar verwachting 30 inwoners. Degene niet uitstroomt naar een baan zit in een traject en stroomt mogelijk op een later moment uit. Omdat in deze twee scenario’s de grootste groep inwoners wordt bediend en uitstroomt zijn de besparingen op de rijksvergoeding BUIG ook het grootst, namelijk € 214.050 (scenario B) en € 220.410 (scenario E). Ten opzichte van scenario B worden in scenario E ook de jongeren in groep 4 bediend. Het huidige participatiebudget is voor dit scenario echter niet voldoende. Inzet van re-integratiemiddelen voor jongeren in groep 4 blijkt nauwelijks effectief. Deze groep jongeren is meer gebaat bij brede ondersteuning en eventueel hulpverlening. Als een jongere een positieve groei in de ontwikkeling vertoont, stroomt de jongere door naar groep 3 en valt dan automatisch in scenario B. Wanneer een jongere niet kan doorstromen naar een andere groep zijn er andere structurele ondersteuningsmogelijkheden waarop een beroep gedaan kan worden, zoals Tom in de buurt. Beoogd resultaat 1. Passende arbeid bij een reguliere werkgever voor zoveel mogelijk inwoners die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen als gevolg van lichamelijk, psychische of verstandelijke beperkingen en; 2. Het realiseren van de hoogst mogelijke uitstroom van inwoners met een bijstandsuitkering door effectieve arbeidsinschakeling. 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 4 van 8
Argumenten Gevraagd beslispunt 1: Het beleidsplan 'Rijnsteek werkt 2015-2016' vaststellen. Het bestaande beleid voldoet niet Het Beleidskader en het uitvoeringsplan ‘Rijnstreek werkt’, vastgesteld in respectievelijk februari/maart en september 2013, anticiperen niet op deze nieuwe doelgroepen en voorzieningen. Dat maakt het noodzakelijk om nieuw beleid vast te stellen waarin alle groepen die onder de Participatiewet vallen worden beschreven, de arbeidsinschakeling en de financiële vertaling. Gevraagd beslispunt 2: Voor de arbeidsinschakeling van de reguliere groepen kiezen voor scenario B: Kracht van het aantal. Beperkt budget vraagt scherpe keuzes met betrekking tot de nieuwe instroom Met de Participatiewet is het beschikbare participatiebudget door het rijk gekort terwijl de instroom toeneemt. Om verantwoorde keuzes te maken met betrekking tot de verschillende doelgroepen zijn scenario’s opgesteld en ontwikkeld. Wij stellen voor te kiezen voor scenario B. Bij deze keuze worden de twee groepen die wel potentie hebben maar nog ondersteuning behoeven maximaal ondersteund bij arbeidsinschakeling. Scenario B levert een hoge uitstroom op en heeft de grootste besparing op de kosten voor levensonderhoud (rijksvergoeding budget BUIG). Gevraagd beslispunt 3: De doelgroep 'arbeidsbeperkten' zoveel als mogelijk bemiddelen naar een garantiebaan. Uitvoering Sociaal Akkoord bepalend voor de kansen van arbeidsbeperkten De groep arbeidsbeperkten is veelal aangewezen op een zogenaamde garantiebaan. De doelgroep arbeidsbeperkten bestaat uit inwoners die door hun beperking niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, maar met ondersteuning wel bij reguliere werkgevers aan de slag kunnen. Garantiebanen zijn banen die specifiek voor deze doelgroep zijn bedoeld en ingevuld moeten worden. Dat kunnen bestaande banen zijn, maar het kunnen ook nieuw gecreëerde banen zijn. Werkgevers hebben zich via het Sociaal Akkoord gecommitteerd om voor de Rijnstreek in 2015 25 garantiebanen te creëren. Deze banen komen er niet vanzelf, via gerichte samenwerking met werkgevers moet dit tot stand komen. Landelijk is bepaald dat de inwoners die op de wachtlijst staan van de sociale werkvoorziening voorrang krijgen, dit zijn nu 51 mensen voor wie de Rijnstreekgemeenten verantwoordelijk zijn. Bij plaatsing op een garantiebaan ontvangt de werkgever een loonkostensubsidie. Met deze loonkostensubsidie wordt de werkgever gecompenseerd voor de beperktere productiviteit van deze doelgroep. Deze subsidie komt ten laste van de rijksvergoeding budget BUIG. Door deze constructie belandt deze persoon niet in de uitkering. De verwachting is dat in Kaag en Braassem in 2015 twee of drie personen geplaatst kunnen worden op een dergelijke garantiebaan. Gevraagd beslispunt 4: ‘Nieuw beschut werk’ inrichten voor de groep inwoners die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat een plek bij een reguliere werkgever niet mogelijk is. En deze arbeidsplekken in de periode 2015-2018 als volgt te maximaliseren: 2015 - 5 plaatsen Rijnstreek/ 1 plaats Kaag en Braassem 2016 - 15 plaatsen Rijnstreek/ 1,5 plaats Kaag en Braassem 2017 - 23 plaatsen Rijnstreek/ 2 plaatsen Kaag en Braassem 2018 - 31 plaatsen Rijnstreek/ 3 plaatsen Kaag en Braassem Uitstroom SWA en instroom (nieuw) beschut werk in evenwicht 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 5 van 8
Landelijk wordt het uitgangspunt gehanteerd dat een derde deel van de populatie van de sociale werkvoorziening valt onder de indicatie beschut werk. Voor de Participatiewet betekent dit dat een derde deel van de uitstroom uit de sociale werkvoorziening opnieuw ingevuld kan worden met (nieuw) beschut werk. Voor de Rijnstreek sluiten we aan bij de geprognotiseerde uitstroom van SWA, een derde hiervan vullen we in met (nieuw) beschut werk. Door deze aantallen nu ook voor deze jaren vast te leggen bieden we duidelijkheid. In het eerste kwartaal van 2018 zal op basis van de ervaringen en de nieuwe uitstroomprognose de aantallen voor de jaren daarna bepaald kunnen worden. Bij plaatsing op een beschutte werkplek ontvangt de kandidaat het minimumloon. Deze kosten komen ten laste van de rijksvergoeding budget BUIG. De besparing BUIG bestaat uit het wegvallen van de bijstandsuitkering. Omdat het minimumloon hoger is dan de gemiddelde bijstandsuitkering, is er sprake van een negatief saldo. Beschut werk geeft dus een extra druk op de rijksvergoeding budget BUIG. Gevraagd beslispunt 5: Met de huidige bijstandsontvangers (zogenaamde zittend bestand) gesprekken voeren en daarbij toetsen op rechtmatigheid, en de mogelijkheid van re-integratie of sociale activering en hierbij ondersteuning aanbieden in overeenstemming met scenario B. Inzet op het zittend bestand verbetert het persoonlijk welbevinden en verhoogt de uitstroom Naast een aanpak voor de nieuwe instroom wijst het beleidsplan ook op vernieuwde aandacht voor het zogenaamde zittend bestand. Het zittend bestand zal fasegewijs opgeroepen worden voor een gesprek. Deze gesprekken richten zich op toetsing van de rechtmatigheid, bepalen arbeidsmogelijkheden door een indeling in de geformuleerde doelgroepen en het inventariseren van eventueel andere ondersteuningsvragen. Bij het opstellen van het plan is de capaciteit in het Serviceplein en het beschikbare budget bepalend. De gerichte ondersteuning van het zittend bestand is door de cliëntenraad WWB expliciet als aandachtspunt benoemd. Het kosten voor deze aanpak worden geprognosticeerd op € 30.000. Financiële consequenties Prognose participatiebudget en rijksvergoeding budget BUIG De verschillende beslispunten zorgen elk voor financiële consequenties met betrekking tot zowel het participatiebudget als de rijksvergoeding budget BUIG. Zoals beschreven worden de kosten voor re-integratie betaald uit het participatiebudget en de uitkeringen (als ook de salarissen voor nieuw beschut werken) worden betaald uit de rijksvergoeding budget BUIG. Beslispunten
Uitname participatiebudget
Beslispunt 1 Beslispunt 2 Beslispunt 3 Beslispunt 4 Beslispunt 5 Subtotaal
n.v.t. € 113.757 € 29.496 € 8.973 € 30.000 € 182.226
Effect op uitgaven budget BUIG n.v.t. € + 214.050 € + 6.611 € - 4.605 n.v.t. € 216.056
NB: een plus in het schema staat gelijk aan lagere uitgaven, een min staat gelijk aan hogere uitgaven.
Participatiebudget In 2015 heeft het participatiebudget een omvang van € 136.924. De beschreven aanpak in dit beleidsplan leidt tot een uitname uit het participatiebudget van € 182.226. Uit bovenstaande overzichten en uit de verantwoording van de doelgroepen en scenario’s (bijlage) blijkt dat het financieel lonend is om te investeren in arbeidsinschakeling van doelgroepen die een reële kans op werk hebben. Daarbovenop heeft werk een sociaal-maatschappelijke waarde en een positieve invloed op het welbevinden van mensen. Dit maakt het zinvol de ondersteuning niet financieel te begrenzen door het participatiebudget. Om deze reden is het 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 6 van 8
verantwoord zonodig meer te investeren in re-integratie en het daarvoor beschikbare budget incidenteel te overschrijden op de voorwaarde dat dit minimaal gecompenseerd wordt door een structurele afname van de uitgaven uit de rijksvergoeding budget BUIG. Rijksvergoeding budget BUIG Door de inzet van arbeidsinschakeling wordt naar verwachting en positief effect op de uitgaven BUIG bereikt van € 216.056. Eind maart 2013 bedroeg het aantal uitkeringen 203. Ondanks de inzet die wordt gepleegd in dit beleidsplan (zie hiervoor ook de beslispunten) en de daaraan gekoppelde uitstroom is de verwachting dat dit aantal eind 2015 zal stijgen tot 225 uitkeringen. Deze stijging zal naar verwachting een tekort geven op de begroting van ongeveer € 190.000. Overigens is het tekort op de rijksvergoeding groter, namelijk ongeveer € 600.000. Dat komt omdat de rijksvergoeding lager is dan de begroting. In de interne maandelijkse rapportages zal gemonitord worden in hoeverre de geraamde kosten met betrekking tot zowel het participatiebudget als het aantal uitkeringen daadwerkelijk gemaakt worden en of dit ook daadwerkelijk tot de geprognotiseerde uitstroom dit leidt. Indien noodzakelijk zullen tekorten (en afwijkingen) worden opgenomen in de reguliere rapportages conform de P&C cyclus. Met de invoering van de Participatiewet is ook een nieuw stelsel ingevoerd voor een aanvulling op de rijksvergoeding budget BUIG. De incidentele en meerjarige aanvullende uitkering zijn vervallen. Hiervoor in de plaats geldt in 2015 een vangnetuitkering met treden. Elke trede heeft een afzonderlijk eigen risico. 1. Bij een tekort van 7,5% of minder wordt niet gecompenseerd, het eigen risico is 100%. 2. Bij een tekort vanaf 7,5% en tot 12,5% wordt de helft gecompenseerd en bedraagt het eigen risico 50%. 3. Bij een tekort van meer dan 12,5% wordt het tekort volledig gecompenseerd en is er geen eigen risico. Mocht het geraamde tekort van € 600.000 op de rijksvergoeding uitkomen, dan wordt het tekort dus deels gecompenseerd. Draagvlak Het conceptbeleidsplan is voor advies voorgelegd aan de Cliëntenraad WWB van Alphen aan den Rijn; WSW-raad (Alphen aan den Rijn) en; Wmo-adviesraad van Kaag en Braassem en Nieuwkoop Naar aanleiding van de adviezen van de WWB cliëntenraad en de WSW raad is de tekst over jongeren, niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) en het zittend bestand uitgebreid en verduidelijkt. De adviezen en de beantwoording door ons college zijn als bijlagen bijgevoegd. Kader Participatiewet Notitie 'De toekomst van de Participatiewet in de Rijnstreek'; vastgesteld in het college op 8 juli 2014 Beleidskader ‘Rijnstreek werkt’ 2013-2016; raad 11 maart 2013 Raadsakkoord ‘Anders denken, anders doen’; 18 april 2014 Maatschappelijke agenda en MAG/ 3D; 24 februari 2014 Maatschappelijke agenda; 8 oktober 2012 Risico’s In het conceptbeleidsplan nemen we maatregelen gebaseerd op aannames voor wat betreft de instroom en de uitstroom. Wij gaan werken conform een nieuwe werkwijze. Aannames kunnen afwijken van de werkelijkheid, omgevingsfactoren zoals groei van de werkgelegenheid liggen 15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 7 van 8
buiten onze invloedssfeer. Monitoring van het verloop van de instroom, de doorlooptijd van de uitkering en de uitstroom zijn daarom de belangrijkste indicatoren om de prognose te analyseren en bij te stellen. Communicatie Voor de uitvoering van dit beleidsplan zal een communicatietraject opgestart worden met en voor de direct betrokkenen. Realisatie Aanpassen verordening Met het vaststellen van dit beleidsplan is een aanpassing van de Verordening Sociaal Domein noodzakelijk. Deze wijziging zal zo spoedig mogelijk aan uw raad worden voorgelegd. Monitoring en verantwoording De uitvoering van het beleidsplan zal gemonitord worden. De resultaten worden verantwoord in de rapportage sociale agenda en in de reguliere p&c cyclus. In 2016 zal het beleidsplan geëvalueerd en zonodig aangepast worden. In 2018 wordt het aantal arbeidsplaatsen beschut werk voor de jaren na 2018 vastgesteld.
Roelofarendsveen, 21 april 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting
Bijlagen behorend bij het voorstel Beleidsplan Rijnstreek werkt 2015-2016 Bijlagen ter inzage Advies Wmo adviesraad en reactie college Advies Wmo adviesraad (Nieuwkoop) Advies WWB-cliëntenraad (Alphen aan den Rijn) Advies WSW raad (Alphen aan den Rijn)
15.033 Rvs Beleidsplan Rijnstreek Werkt 2015-2016
18 mei 2015
Pagina 8 van 8