Instituut Asbestslachtoffers
Verslag over 2012
INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS (IAS) Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers IAS publicatie 2013/1 Redactie Simone Aarendonk Derk Morreau Machiel van der Woude Druk en vormgeving Elan Strategie & Creatie BV April 2013
Inhoudsopgave • Voorwoord
2
• Het IAS in 2012
4
• Juridische ontwikkelingen
28
- Aansprakelijkheid voor blootstelling in de jaren ’50 - Aansprakelijkheid bij mogelijk geringe
- Resultaten bemiddeling en advies
blootstelling
- Symposium Het IAS anno 2012 - Onderzoek
- Illegale asbestverwijdering loont vaak niet
- Voorlichting
- Rechtsgang Regeling TNS wordt aangepast aan TAS
- Asbestose - IAS Uitreiking Job de Ruiterprijs
6
- Asbestrisico’s en eigendom onroerend goed
- In memoriam Jan Christoffel Gmelich Meijling
7
• IAS Monitor
- Ronde Tafelgesprek IAS Monitor
17
- TAS/TNS
16
- Klanttevredenheid
18
- Sectoren
20
- Beroepen
22
10
- Bronnen van asbestblootstelling
26
• Kerncijfers IAS 2012 - Instroom, uitstroom, voorraad
• Interviews
- Regeling TAS en Regeling TNS - Afgewikkelde aanvragen
- Nicoly Vermeulen
- Resultaten 2000-2012
- Jan van den Bos
• Epidemiologische ontwikkelingen
15
- Aantal mensen met mesothelioom in Nederland
3 9
- Nellie Martens
19
- Fred Bruin
23
- Marjon Pierik
27
- Marieke Beugel
31
- Kenmerken asbestslachtoffers IAS • Nieuws • Nederlandse asbestontwikkelingen
21
- Politiek
8
• Personalia
30
• Financieel verslag over 2012
32
- Asbestdrama Kanaleneiland - Waarom zoveel asbestpaniek • Internationale ontwikkelingen
24
- Asbestproductie en gebruik - Vergoedingsregelingen - Internationale ontwikkeling asbestziekten
• Controleverklaring onafhankelijke accountant
1
42
• Missie, taken en werkwijze
43
• Summary
44
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Voorwoord Op 2 juni 2012 overleed Jan Gmelich Meijling, sinds 2004 voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies (RTA) van het Instituut Asbestslachtoffers( IAS). Jan was een daadkrachtige voorzitter, met hart voor de slachtofferproblematiek. Tot op het laatst zette hij zich op een bewonderenswaardige wijze in voor het instituut. De RTA, het bestuur en de medewerkers van het IAS bewaren aan Jan Gmelich Meijling de beste herinneringen. Wij zullen zijn inbreng zeer missen. Op pag. 7 wordt verder stilgestaan bij het overlijden van de heer Gmelich Meijling. De heer Woltmeijer, RTA-lid voor het CNV, functioneerde in de tweede helft van 2012 als waarnemend voorzitter. In 2012 nam de stroom aanvragen helaas niet af. Het jaarlijkse aantal mesothelioomslachtoffers stabiliseert de laatste jaren rond de 550. Het merendeel van deze asbestslachtoffers weet het IAS te vinden. Het stemt tevreden dat in 2012 een belangrijk deel van deze slachtoffers een schadevergoeding heeft ontvangen, ondanks de nog steeds bestaande juridische knelpunten en de meestal lange tijd tussen blootstelling en manifestatie van de ziekte. Nog belangrijker is misschien het gegeven dat bijna 90% van alle aanvragen resulteerde in een schadevergoeding of tegmoetkoming bij leven. In dit jaarverslag wordt, naast een groot aantal andere onderwerpen, weer veel aandacht besteed aan kenmerken en ontwikkelingen in het aantal mesothelioomslachtoffers. Dit in nauwe samenwerking met de onderzoeksafdeling van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Onder de knop IAS Monitor vindt u op de website van het IAS o.a. informatie over aantallen mesothelioomslachtoffers, leeftijdsverdeling, man-vrouw verhouding en in welke regio mesothelioom het meest voorkomt. Daarnaast wordt ingegaan op de oorzaken van de asbestblootstelling: wat zijn de meest risicovolle sectoren en beroepen en waarin verschillen werknemers en niet-werknemers met mesothelioom. Van belang is dat de ontwikkeling van het datamateriaal plaatsvindt in samenspraak met de gebruikers. In dit verband is het verheugend dat de overheid de gegevens van de IAS Monitor gebruikt in de inspectieprogramma’s. (Zie ook het interview met de inspecteur-generaal SZW op pag. 9) Tot slot past een woord van dank aan de organisaties waarmee het IAS al geruime tijd intensief en vruchtbaar samenwerkt, in het bijzonder de SVB in het kader van de uitvoering van de TAS- en TNS-regeling en BSA Schaderegeling, welk bedrijf de dossierbehandeling verricht en de medische panels van pathologen (NMP) en longartsen ( NVALT). Met elkaar zetten wij ons in om de zo zwaar getroffen mesothelioomslachtoffers zo goed mogelijk van dienst te zijn. Dat was in 2012 zo en dat is ook het streven in de komende jaren. Het is belangrijk werk dat al deze aandacht verdient. 2
M.R. van der Heijden, voorzitter
M.A. van der Woude, directeur
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Nicoly Vermeulen, voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank
De SVB zet zich achter de schermen maximaal in voor de asbestslachtoffers ‘Vanaf het eerste begin zijn we nauw betrokken bij de uitvoering van de TAS- en TNS-regeling. Dat zal bij velen niet bekend zijn. Het ‘grote’ publiek kent de Sociale Verzekeringsbank vooral van de AOW en de kinderbijslag. Daar zijn wij direct in contact met en zichtbaar voor onze klanten. Dat is geheel anders bij de asbestslachtoffers voor wie het IAS bemiddelt. Die merken nauwelijks iets van ons bestaan. En dat hoeft ook niet wat ons betreft; wij doen ons werk voor hen graag in de luwte. Hun leed is al groot genoeg, teveel betrokkenheid van verschillende instituties zal dit niet verzachten. Voor hen zijn de contacten met het IAS van wezenlijk belang. Al werken we achter de schermen, we voelen ons zeker niet minder verbonden met deze groep mensen. Wij proberen dat in onze dienstverlening tot uiting te brengen door snel, zonder verdere formaliteiten, correct en geruisloos de uitkering te verstrekken nadat het IAS ons zijn advies hierover heeft gegeven. Binnen een dag kan de betaling geregeld zijn. Daarmee wordt definitief het leed erkend van het betrokken slachtoffer. Letterlijk en figuurlijk vormt de SVB dus het sluitstuk in de dienstverlening die het IAS aan de inmiddels duizenden erkende asbestslachtoffers biedt. Dat is bijzonder dankbaar werk, kan ik u zeggen. In de afgelopen jaren is op die manier in totaal circa 50 miljoen euro uitgekeerd door de overheid. Dat geld proberen we zo mogelijk weer te verhalen op de betrokken werkgevers en producenten. Dat is geen eenvoudige opgave – soms bestaan de werkgevers niet meer of is de bewijslast moeilijk rond te krijgen – maar deze inspanningen zijn wel nodig en heel belangrijk voor het draagvlak voor de regeling. Het IAS en de SVB trekken daartoe samen op, een samenwerking die is gebaseerd op onderling respect en waardering. Zo merken wij dat wij een zinvolle bijdrage kunnen leveren door onze ervaringen met ruim 5 miljoen klanten in te brengen als het gaat om het verbeteren van de dienstverlening. Het IAS neemt onze adviezen op dat terrein ook ter harte. Tegelijkertijd is er veel waardering van onze kant voor de niet aflatende inzet van het instituut om het belang van deze regelingen blijvend onder de aandacht te brengen van de beleidsmakers. Dat het IAS er nu in is geslaagd de convenantspartijen en de minister van SZW te overtuigen om op korte termijn het convenant en de TAS- regeling uit te breiden voor asbestose-patiënten verdient in onze ogen een compliment. Ook in de toekomst willen we voor hen er zijn en zullen we geruisloos ons werk blijven doen. ‘
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
3
Het IAS in 2012 Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) ontvangt in 2012 weer veel aanvragen. Veel van deze en iets oudere aanvragen worden in dit jaar afgehandeld met een financieel resultaat voor het slachtoffer. Van een daling van het aantal slachtoffers met mesothelioom (longvlies- en buikvlieskanker), ooit voorspeld, is helaas geen sprake. Op 26 januari bestaat het IAS 12 jaar. Op deze dag wordt in de Raadzaal van het SERgebouw een Symposium georganiseerd onder de titel Het IAS anno 2012. Belangrijk onderdeel vormt de uitreiking van de prof. Job de Ruiterprijs, genoemd naar de geestelijke vader van het IAS. In 2012 wordt ook veel aandacht geschonken aan onderzoek en voorlichting. Verder richt de aandacht zich op een andere asbestziekte, te weten asbestose. Het ligt in de bedoeling dat asbestoseslachtoffers in 2013 gebruik kunnen maken van een regeling, conform de regeling voor werknemers met mesothelioom .
Resultaten bemiddeling en advies Het IAS neemt in 2012 578 aanvragen in behandeling en wikkelt 546 aanvragen af. In totaal zijn in de afgelopen 13 jaar 5834 aanvragen in behandeling genomen. Deze groep bestaat vrijwel geheel (ca. 90%) uit mannen. Meer dan driekwart is boven de 65 bij aanmelding. Aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden in 2012 533 adviezen gegeven in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming van € 18.626,- (2012) in het kader van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS): 403 voor een TAS en 130 voor een TNS. Het IAS adviseert de SVB voor 469 aanvragen de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 349 (74,4%) positieve adviezen voor een TAS- en 120 (25,6%) voor een TNS. 63,7 % van de in 2012 afgewikkelde bemiddelingen voor werknemers of huisgenoten resulteert in een schadevergoeding voor de aanvrager (€ 59.536,-) conform de normbedragen. Dit schadebedrag omvat immateriële schade, alsmede forfaitaire bedragen voor materiële kosten en overlijdensschade. Het bedrag omvat niet de eventueel geleden bovennormatieve schade. De resultaten van het belevingsonderzoek laten zien dat de slachtoffers, nabestaanden of contactpersonen de werkwijze van en benadering door het IAS goed beoordelen. Ook het huisbezoek wordt op prijs gesteld. Op pag. 18 worden deze resultaten toegelicht.
Symposium Het IAS anno 2012 Op 26 januari wordt voor de tweede keer de prof. Job de Ruiterprijs uitgereikt. In 2010 gaat deze prijs, bedoeld voor iemand die zich heeft onderscheiden op het terrein van asbestonderzoek en asbestbeleid, voor het eerst naar de naamgever, prof. Job de Ruiter, die in 1997 in zijn baanbrekende advies Asbestslachtoffers een lans breekt voor een instituut als het IAS teneinde de juridische lijdensweg van asbestslacht4
offers drastisch te verkorten. De heer De Ruiter overhandigt op zijn beurt de prijs aan TNO-onderzoeker Jan Tempelman, die in een reeks van jaren zeer belangrijk werk heeft verricht op asbestgebied. Op pag. 6 wordt hieraan meer aandacht geschonken. Voorafgaande aan deze prijsuitreiking vindt een compact symposium plaats onder de titel Het IAS anno 2012. Verschillende sprekers geven hun visie op het vigerende asbestbeleid en de ontwikkelingen op het terrein van het asbestonderzoek. In haar toespraak staat mevrouw Hilgersom, Directeur-Generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, stil bij de verscherping van het beleid met betrekking tot malafide asbestbedrijven: de strengere sancties bij overtreding van de regels in dit kader en de bijdrage die het ontwikkelde Landelijke Asbestvolgsysteem (LAV) gaat leveren. Na mevrouw Hilgersom, spreekt de heer Stoové, bestuursvoorzitter van de SVB en president van de International Social Security Association (ISSA), over proactieve en preventieve sociale zekerheid in de 150 landen die zijn aangesloten bij de ISSA. Ondanks dat er op wereldschaal nog hele grote JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
stappen zijn te maken is er op het gebied van preventie ook sprake van vooruitgang in de traditioneel risicovolle sectoren, zoals de bouw en de mijnbouw. Na deze inleiding onderstreept IAS-medewerker Simone Aarendonk de kennisfunctie van het IAS met een presentatie, waarin o.a. de belangrijkste asbestrisicoberoepen per sector worden benoemd en de beroepen worden gerelateerd aan het type mesothelioom. De laatste bijdrage is van een dan nog niets vermoedende Jan Tempelman, die een uitgebreid overzicht geeft van het asbestbeleid en asbestonderzoek in Nederland van 1967 tot 2012.
Onderzoek Het Medisch Onderzoeksprogramma IAS (MOPI), uitgevoerd door het Julius Centrum van de Universiteit Utrecht en gefinancierd door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Defensie, is in 2012 afgerond. Het programma omvat drie projecten: 1. de ontwikkeling van een database, 2. de evaluatie van het protocol diagnostiek maligne mesothelioom en 3. het onderzoek naar asbestgerelateerde longkanker. Onderzoeker Sjoukje van der Bij promoveert op 6 december op het in het kader van MOPI uitgevoerde onderzoek. De titel van haar proefschrift luidt “Malignant mesothelioma and asbestos-related lung cancer; diagnosis, prognosis and burden”. Op het gebied van dataontwikkeling wordt nauw samengewerkt met de SVB. Bij dit project worden de gegevens uit de dossiers van het IAS en de Nederlandse Kankerregistratie verwerkt in de IAS Monitor. De resultaten worden gepresenteerd op de website van het IAS en vormen de input voor een Ronde Tafelgesprek tussen asbestdeskundigen ten behoeve van vervolgonderzoek dat in de tweede helft van 2012 plaatsvindt. (zie ook pag. 17 en een uitgebreid verslag op de IAS-website). Voorts wordt een begin gemaakt met de ontwikkeling van een Asbest Blootstellings Register (ABR), waar mensen die zijn blootgesteld aan asbest en nog niet ziek zijn hun blootstelling kunnen laten registreren.
Voorlichting Het IAS verricht in 2012 allerlei voorlichtingsactiviteiten, zowel voor haar primaire doelgroep, de asbestslachtoffers, als voor ander betrokkenen. Er verschijnen vier elektronische nieuwsbrieven met nationaal en internationaal nieuws op epidemiologisch-, juridisch-, medisch- en politiek terrein. Een nieuwe patiëntenfolder wordt gemaakt en gedistribueerd naar de longartsen en longpoli’s van alle ziekenhuizen in Nederland. Verder wordt een algemeen informatieboekje verspreid met o.a. de werkwijze van het IAS en enkele persoonlijke verhalen van asbestslachtoffers en hun werkgever/verzekeraar. Voorts worden verschillende spreekbeurten gehouden voor brancheverenigingen en overheidsdiensten.
Asbestose
5
Na een principe toezegging van de convenantpartijen heeft demissionair staatssecretaris De Krom in 2012 besloten dat ook wat hem betreft de openstelling van het IAS voor asbestoseslachtoffers gestalte kan krijgen. De financiële dekking voor een uitbreiding van de bestaande TAS-regeling is hiervoor gereserveerd. In de tweede helft van 2012 is een groep bestaande uit medewerkers van het ministerie van SZW, SVB en IAS aan het werk gegaan om genoemde uitbreiding in 2013 te realiseren, alsmede de bemiddeling door het IAS handen en voeten te geven.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS Uitreiking Job de Ruiterprijs Tijdens het IAS Anno 2012 symposium wordt op 26 januari de prof. Job de Ruiterprijs voor de tweede maal uitgereikt. De eerste keer gebeurde dit op het 10-jarig lustrumcongres van het Instituut Asbestslachtoffers in 2010 aan de heer de Ruiter zelf. Dit voor het gegeven dat hij aan de wieg stond van het IAS met zijn baanbrekende advies Asbestslachtoffers, opgesteld in opdracht van de toenmalige Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Frank de Grave. De wisselprijs die om de twee jaar wordt uitgereikt, is bedoeld voor iemand die zich bijzonder heeft onderscheiden op het terrein van asbest, veiligheid en gezondheid. De prijs betreft een bronzen beeld van de bekende beeldhouwer Kees Verkade voorstellende “een gebogen man die een vrouw draagt”. De man staat, zo zou je kunnen zeggen, voor het IAS, de vrouw voor het asbestslachtoffer. Ditmaal koos het bestuur van het IAS voor Jan Tempelman, werkzaam bij TNO: een man wiens gehele beroepsleven in het teken staat van asbestonderzoek en het ontwikkelen van methoden hiervoor, het communiceren over de ernstige gevaren van asbest voor de gezondheid, en het adviseren over de verwijdering van asbest. Jan Tempelman wordt altijd, bijna automatisch ingeschakeld, ook in het buitenland, als er sprake is van een asbestprobleem. Wanneer er bijvoorbeeld asbest is vrijgekomen na brand of een explosie, als er onderzoek gedaan moet worden naar asbest in de bodem, als er een norm moet worden opgesteld met betrekking tot de eindcontrole voor de verwijdering van asbest. Jan Tempelman is iemand die zich met veel verve heeft ingezet om de samenleving te behoeden voor nog meer asbestslachtoffers. Tekenend is dat hij bij zijn 40-jarig jubileum zelf geen cadeaus wilde maar in plaats daarvan een donatie voor de Asbestslachtoffers Vereniging Nederland. Een man ook waar het IAS altijd een royaal beroep op kan doen.
6
Uitreiking Job de Ruiterprijs aan Jan Tempelman door Prof. Job de Ruiter
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
In memoriam Jan Christoffel Gmelich Meijling Op 2 juni 2012 overlijdt Jan Christoffel Gmelich Meijling op 76-jarige leeftijd. Sinds 2003 was hij voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies (RTA) van het IAS. Hij volgde in dat jaar Wim Bunnik op als voorzitter van de RTA van het IAS. Daarmee bleef het voorzitterschap min of meer gekoppeld aan het ministerie van Defensie, want ook Wim Bunnik was werkzaam bij dit ministerie. Toeval was dit beslist niet. Door het intensieve gebruik van asbest in schepen werd het ministerie van Defensie in de loop der tijd steeds vaker geconfronteerd met asbestslachtoffers. In een interview bij zijn aantreden als RTA-voorzitter merkt Jan op dat in zijn actieve tijd als marineman tussen 1961 en1970 niemand op de hoogte was van de gevaren van asbest. Dat wordt anders als hij burgemeester is van marinestad Den Helder met zijn grote scheepswerf en vooral tijdens zijn staatssecretariaat van 1994 tot 1998. Met name de asbestproblematiek bij de Cannerberg is in deze periode een groot en gevoelig thema. In deze oude mergelgroeve wordt in 1955 een ‘NATO Joint Operation Centre’ gevestigd. Tussen 1967 en 1971 worden de leidingen van de airconditioning geïsoleerd door ze te bespuiten met asbestcementspecie. In de loop der jaren verspreiden de asbestvezels zich in de grot en richten grote gezondheidsschade aan bij de aldaar werkzame medewerkers. In 1992 wordt het NAVO-centrum gesloten. Staatssecretaris Gmelich Meijling schrijft in 1998 aan een gealarmeerde en strijdbare Tweede Kamer dat Defensie zorgvuldiger had kunnen handelen ten opzichte van het personeel van het NAVO-centrum en trekt het boetekleed aan voor 22 jaar wanbeleid. Jan Gmelich Meijling is dus in 2003 al goed op de hoogte van de gevaren van asbest voor de gezondheid en kent de politieke gevoeligheid rond dit onderwerp. De situatie van de mesothelioomslachtoffers gaat hem ter harte, iets wat hij als staatssecretaris al toont als hij bewerkstelligt dat het ministerie van Defensie en daarmee ook andere sectoren van de overheid in juridische procedures afzien van een beroep op verjaring. Hij is van mening dat ook de werkgevers in het bedrijfsleven dit voorbeeld zouden moeten volgen en draagt dit ook uit in de RTA. Ook met betrekking tot de reikwijdte van het IAS stelt Gmelich Meijling zich ruimhartig op. Zo is hij van mening dat het IAS naast slachtoffers met mesothelioom zich ook open zou moeten stellen voor (oud)werknemers met asbestose. Mede door zijn inzet zal deze doorbraak na een jarenlange discussie tussen de partijen in de RTA binnenkort worden gerealiseerd. Met Jan Gmelich Meijling heeft het IAS een belangrijke bestuurder verloren. Zijn slagvaardige wijze van voorzitten heeft menig ‘polderprobleem’ overwonnen. Hij stond daarbij tot op het laatst zonder voorbehoud achter de doelstelling van het IAS om vanuit een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid het asbestslachtoffer zo goed mogelijk bij te staan in een zeer moeilijke levensfase. Zelf denk ik aan Jan als een zeer prettige en loyale bestuurder, die veel ruimte liet voor nieuwe initiatieven en persoonlijk contact. Machiel van der Woude, directeur IAS
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
7
Nieuws Politiek Nederlandse scholen moeten asbest opsporen Besturen van vóór 1994 gebouwde scholen moeten binnen nu en een jaar hebben geïnventariseerd of de gebouwen asbest be-
2. versterking certificering; 3. afgestemd toezicht en opsporing in de asbestketen. Bron: Rijksoverheid.nl, 23 maart 2012.
van Infrastructuur en Milieu (I&M) hen ver-
Inspectie SZW: stevige aanpak misstanden asbest
plichten tot een asbestinventarisatie. Dat
De Inspectie SZW zet de komende jaren ste-
schrijft hij in januari in een brief aan de
vig in op de aanpak van misstanden in de
Tweede Kamer over de voortgang van de –
asbestsector. De boetes gaan omhoog en er
tot dan vrijwillige – inventarisatie van asbest
worden tien gespecialiseerde inspecteurs
op scholen. Ouders, schoolpersoneel en an-
ingezet die permanent controleren of de re-
dere betrokkenen kunnen vanaf dat moment
gels voor asbestverwijdering worden nage-
op de website www.atlasleefomgeving.nl
leefd. Dit staat in de brochure “Aanpak van
zien of ‘hun’ schoolgebouw al op de aan-
Asbest 2012-2015” die begin mei wordt ver-
wezigheid van asbest is onderzocht.
spreid onder asbestverwijderaars, instellin-
Bron: Rijksoverheid.nl, 26 januari 2012.
gen die hen controleren, werkgevers- en
vatten. Anders wil staatssecretaris Atsma
werknemersorganisaties en andere belang-
Ketenaanpak asbest In een brief aan de Tweede Kamer doet
het onveilig verwijderen van asbest al ver-
staatssecretaris Atsma (I&M) mede namens
dubbeld.
de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Bron: Inspectie SZW, 8 mei 2012.
Werkgelegenheid en de Minister van Veiligen afspraken om de ketenhandhaving rond
Extra subsidie voor verwijdering asbestdaken
asbestverwijdering te versterken. Onder re-
Staatssecretaris Atsma (I&M) trekt 20 mil-
gie van de Inspectie Leefomgeving en
joen euro extra uit voor de verwijdering van
Transport (ILT) zijn afspraken gemaakt om
asbestplaten van boerderijdaken. Voor-
de effectiviteit van het toezicht en de hand-
waarde is wel dat daken van zonnepanelen
having op de asbestverwijderingsketen te ver-
worden voorzien.
sterken. De aanpak loopt langs drie sporen:
Bron: rijksoverheid.nl, 7 september, Boerderij vandaag, 11 september 2012.
heid en Justitie verslag van de vorderingen
8
hebbenden. Begin 2012 zijn de boetes voor
1. verbeteren asbestbewustzijn en ondersteuning bij procedure van asbestverwijdering;
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Jan van den Bos, inspecteur-generaal Inspectie SZW
‘Laat asbest geen nieuwe slachtoffers maken’ ‘Het jaar 2012 was in alle opzichten een dynamisch asbestjaar. Asbest was veelvuldig in het nieuws. Een piek lag in de zomer door de publiciteit over de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Asbest houdt ons allen nog veel bezig. Dat is logisch want in veel gebouwen in Nederland zit deze gevaarlijke stof nog steeds. Soms wordt ze op onverwachte plekken aangetroffen. Voor de Inspectie SZW is het voorkomen van blootstelling aan asbest een speerpunt. Er wordt met asbest nog vaak onveilig gewerkt. En het gaat immers om een levensbedreigend risico. Het aantal doden dat we door asbest te betreuren hebben, neemt voorlopig niet af, zo is de verwachting. De oorzaak is blootstelling die meestal tientallen jaren terug heeft plaatsgevonden. Asbest wordt nog steeds wereldwijd geproduceerd. China, Brazilië en Rusland delven de stof nog volop. De kans is dus reëel dat ook nieuwe producten asbest bevatten. Een voorbeeld daarvan is de scheepsbouw. Veel schepen worden tegenwoordig gebouwd in Azië. Die komen ook in ons land terecht voor onderhoud. Het probleem is dus helaas voorlopig nog niet de wereld uit. Dat merkt u ook als u het internet opgaat. U kunt nog allerlei asbesthoudende producten kopen. De wereld is klein geworden. De Inspectie SZW wil voorkomen dat in de toekomst nieuwe slachtoffers vallen door blootstelling die nu zou kunnen plaatsvinden. We richten ons daarbij op de gecertificeerde asbestverwijderaars; hun mensen werken immers dagelijks met asbest. Maar daarnaast treden we keihard op tegen malafide klussers en aannemers. Het gaat om sjoemelaars die asbest verwijderen terwijl ze daarvoor niet toegerust en bevoegd zijn. En verder zijn we actief in een aantal sectoren buiten de bouw waar werknemers aan asbest kunnen blootstaan. Bedrijven zijn zich daar nauwelijks bewust van de risico’s. Uit de monitorcijfers van het IAS wordt duidelijk dat het daarbij gaat om de installatiebranche en scheepsonderhoud en -reparatie. Op deze sectoren richt de Inspectie in 2013 haar aandacht dan ook. Dat doen we door te inspecteren. Ook gaan we voorlichting geven om bedrijven te motiveren veilig te werken. Bij onze aanpak passen we als Inspectie het principe toe van de wortel en de stok. Sinds begin 2013 is een nieuwe wet van kracht: de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving. Hierdoor kunnen we fors hogere boetes opleggen aan bedrijven die de fout in gaan. Het wordt zelfs mogelijk om de werkzaamheden van het bedrijf 1 tot 3 maanden stil te leggen. Dat is de stok. Aan de andere kant stimuleren we de naleving van de wet door intensief samen te werken. Dat doen we met welwillende asbestbedrijven, sociale partners en collega-toezichthouders. We ontwikkelen verder hulpmiddelen om de naleving te vergroten zoals de ‘Veilig asbest verwijderen test’ (www.zelfinspectie.nl). Een belangrijke taak van het IAS is het geven van voorlichting. Een mooi voorbeeld daarvan is de informatieve website. Dat geldt ook voor het nieuwe informatieboekje van het IAS met verhalen van slachtoffers. Helaas is daar voorlopig nog behoefte aan.’ JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
9
Kerncijfers IAS 2012 Het IAS adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming van € 18.626,– (2012) voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-) werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding van € 59.536,- (2012). Als het slachtoffer overleden is kunnen nabestaanden bemiddeling aanvragen voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade (2012: elk € 2.980). Hierna volgen de belangrijkste cijfers over 2012 inzake de advies- en bemiddelingsactiviteiten van het IAS. Eerst de belangrijkste cijfers met betrekking tot de ontwikkeling in het aantal aanvragen, vervolgens de resultaten van de adviezen richting SVB voor de regelingen TAS en TNS. De bemiddelingsresultaten worden daarna geanalyseerd. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een totaal overzicht van resultaten over 13 jaar IAS.
Instroom, uitstroom, voorraad Het IAS neemt in 2012 578 aanvragen in behandeling, meer dan in 2011 (554) en wikkelt 546 aanvragen af, minder dan in 2011 (587).
Dossierontwikkeling 2012 Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Totaal
Instroom
42
60
52
48
50
53
43
52
40
47
51
40
578
Uitstroom
56
42
59
50
34
45
46
49
45
48
37
35
546
Tabel : totale instroom en uitstroom per maand in 2012
Dossierontwikkeling 2000-2012 Het diagram op de volgende pagina toont de afwikkeling van de instroom sinds de start van het IAS in 2000. Het diagram laat zien dat het aantal aanmeldingen in 2000 exceptioneel hoog is, en in 2003, 2007 en 2008 een sprong maakt. In 2000 is de instroom bijzonder hoog door de ‘oude claims’, die met de komst van het IAS vooral in de eerste maanden ingediend worden (het zgn. stuwmeereffect). De invoering van de voorschotregeling is de meest waarschijnlijke oorzaak van de toename van aanmeldingen in 2003. De stijging van 2007 en 2008 vloeit voort uit de invoering van de TNS-regeling in december 2007 en een algehele toename van het aantal slachtoffers met mesothelioom. In totaal zijn in de afgelopen 13 jaar 5834 aanvragen in behandeling genomen. Eind december 2012 zijn hiervan 5567 dossiers afgewikkeld. 10
De voorraad bedraagt op dat moment 267 dossiers, op een jaarlijkse instroom van tussen de 500-600 dossiers.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
afgerond
700 600
594
601 525
500
500 400
342
300
244
375
343
544
voorraad 533
333
373
260
200 245
100 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
21
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Diagram afwikkeling instroom 2000-2012
Regeling TAS en Regeling TNS Sinds de invoering van de Regeling TAS in 2000 en de Regeling TNS in december 2007 hebben 3814 slachtoffers na een positief advies van het IAS een financiële tegemoetkoming ontvangen in de vorm van een voorschot of eenmalige uitkering. Sinds 2003 wordt de tegemoetkoming in de vorm van een voorschot uitgekeerd. Het voorschot wordt verstrekt op basis van de diagnose maligne mesothelioom en de aannemelijkheid dat het slachtoffer in zijn werk of op andere wijze is blootgesteld aan asbest. Pas daarna vindt het onderzoek in het kader van de bemiddeling tussen de werknemer en de werkgever/ verzekeraar plaats. Vóór 2003 diende eerst bemiddeling plaats te vinden, voordat sprake kon zijn van een tegemoetkoming op basis van de Regeling TAS. De voorschotregeling is ingevoerd omdat veel slachtoffers, ondanks de inspanningen van het IAS, overleden voordat het bemiddelingstraject volledig was afgerond..
Instroom aanvraag tegemoetkoming TAS/TNS De tabel hieronder vermeldt de aanvragen voor een tegemoetkoming sinds de invoering van de voorschotregeling. Uit de gepresenteerde cijfers blijkt dat het aantal aanvragen voor een tegemoetkoming als voorschot in 2012 (524) iets hoger is dan in 2011 (516) en flink hoger dan in 2007 (368). De stijging ten opzichte van 2007 ligt enerzijds in de uitbreiding van de reikwijdte naar alle mensen met de ziekte mesothelioom (sinds december 2007), maar ook in een algehele toename van het aantal aanvragen. Het aantal aanvragen per maand ligt in 2012 tussen de 31 en 55. Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal
jan 21 17 28 28 38 66 45 41 40 45 369
feb 1 26 21 29 22 21 68 33 34 30 39 324
mrt
apr
mei
jun
jul
19 24 20 33 32 47 31 48 43 51 348
21 26 22 28 14 52 33 33 53 42 324
17 23 36 24 32 37 36 35 60 42 342
14 23 34 24 30 45 34 35 41 55 335
31 26 19 36 33 41 34 44 38 39 341
aug 1 38 23 37 30 35 36 64 47 45 49 405
sep
okt
26 29 31 28 22 35 53 49 43 45 361
19 20 26 30 27 39 40 41 38 46 326
Tabel : aanvraag TAS/TNS als voorschot per maand en jaar van instroom JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
nov 1 17 26 28 41 31 36 49 36 46 40 351
dec Totaal 2 5 27 276 18 276 28 338 25 349 53 368 29 531 39 491 60 503 39 516 31 524 351 4177
11
Beslissing op aanvraag tegemoetkoming In 2012 adviseert het IAS de SVB 533 keer in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming in het kader van de TAS- of TNS-regeling: 403 adviezen voor een TAS en 130 voor een TNS. TAS 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal TNS 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal
aantal adviezen 223 293 317 354 371 390 391 394 410 403 3546 aantal adviezen 5 148 90 106 125 130 603
waarvan negatief 85 63 68 63 61 82 76 47 63 54 662 waarvan negatief
38,3% 21,5% 21,5% 17,8% 16,9% 21,0% 19,4% 11,9% 15,4% 13,4% 18,7%
28 18 6 18 10 80
18,9% 20,% 5,7% 14,4% 7,7% 13,3%
%
%
waarvan positief 138 230 249 291 310 308 315 347 347 349 2884 waarvan positief 5 120 72 100 107 120 523
% 61,9% 78,5% 78,5% 82,2% 83,6% 81,1% 80,6% 88,1% 84,6% 86,6% 81,3% % 100,0% 81.1% 80,0% 94,3% 85,6% 92,3% 86,7%
Tabel : verdeling beslissing op aanvraag voorschot
Voor 469 aanvragen (88%) adviseert het IAS de SVB de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 349 (74,4%) positieve adviezen voor een TAS en 120 (25,6%) voor een TNS. Het advies is in 64 gevallen negatief (12%). In de meeste gevallen (57,8%) is de afwijzingsgrond ‘geen mesothelioom’. In 24
4,7% diverse redenen
gevallen (37,5%) gaat het om mensen die al zijn overleden en geen nabestaande hebben in de
37,5% geen nabestaande
zin van de TAS- of/TNS-regeling. De SVB kent in 2012 345 TAS-tegemoetkomingen en 120 TNS-
12
tegemoetkomingen toe. Dit aantal wijkt iets af 57,8% geen maligne mesothelioom
van het aantal positieve adviezen dat het IAS heeft afgegeven. De belangrijkste reden hiervoor is jaaroverschrijding (IAS adviseert in het
Figuur: Reden voor afwijzing tegemoetkoming
ene jaar, SVB beslist in het volgende jaar).
Afgewikkelde aanvragen In 2012 heeft het IAS totaal 528 dossiers financieel afgewikkeld. Na ontvangst van de aanvraag vraagt het IAS aan expertpanels (pathologen en longartsen) om bevestiging van de diagnose mesothelioom. Tegelijkertijd wordt samen met de aanvrager nagegaan hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
en of een (ex-) werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade. Dit resulteert in: 387 loondienstgerelateerde aanvragen voor TAS en bemiddeling van werknemers (384) of huisgenoten (3), 124 niet-loondienstgerelateerde aanvragen voor TNS en 18 aanvragen van nabestaanden voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade.
Resultaten onderzoek werknemers/huisgenoten 73,3% van alle in 2012 afgewikkelde aanvragen betreft loondienstgerelateerde aanvragen van slachtoffers zelf (werknemers of huisgenoten). Bij hen is onderzocht of er recht is op een tegemoetkoming in het kader van de TAS-regeling en, of via bemiddeling met een werkgever c.q. verzekeraar schadevergoeding kan worden verkregen. De tabel hierna vermeldt de resultaten die voor deze groep zijn bereikt, waarbij een onderverdeling is gemaakt naar de groep die niet bemiddelbaar blijkt en de groep die wel voor bemiddeling in aanmerking komt. In de rechterkolom staat de belangrijkste reden voor het niet toekennen van tegemoetkoming of voor het niet verkrijgen van de schadevergoeding. Te zien is dat 63,7% (165) van de groep die bemiddeld kon worden (259) de volledige schadevergoeding van € 59.536,- heeft ontvangen. Resultaat Groep niet bemiddelbaar Geen vergoeding TAS-tegemoetkoming Bemiddelbare groep TAS-tegemoetkoming, maar geen schadevergoeding Volledige schadevergoeding Totaal
Aantal
Aantal 128
50 78
Reden afwijzing Geen mesothelioom Werkgever onvindbaar, failliet
259 Stelplicht, bewijslast onvoldoende ingevuld; discussie over verjaring
94 165 387
Tabel: resultaten werknemers/huisgenoten
Resultaten onderzoek nabestaanden Als het slachtoffer is overleden en zichzelf niet bij het IAS heeft aangemeld, kan zijn nabestaande het IAS verzoeken te bemiddelen voor een vergoeding van ten minste € 2.980,- voor materiële schade en nog eens datzelfde bedrag voor overlijdensschade. In 2012 zijn 18 aanvragen van nabestaanden afgewikkeld. Hieronder de tabel met de verdeling naar financieel resultaat. Meer dan tweederde deel van de groep blijkt niet bemiddelbaar. In de gevallen waarin wel bemiddeling mogelijk was resulteert tweederde deel in schadevergoeding voor de aanvrager. Resultaat Groep niet bemiddelbaar
Aantal
Geen vergoeding
12
Bemiddelbare groep Geen vergoeding Vergoeding materiële en overlijdensschade Totaal
Aantal 12
Reden afwijzing geen mesothelioom, geen bestaande werkgever, geen bewijs dienstverband
6 2
Stelplicht,bewijslast en verjaringsdiscussie
4 18
Tabel: resultaten nabestaanden
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
13
Bodemsanering in Gelderland
Resultaten 2000-2012 In de afgelopen 13 jaar hebben 5834 mensen het IAS weten te vinden. Ondanks de harde eis van zorgvuldigheid zijn de dossiers in de loop der tijd steeds sneller afgewikkeld. Momenteel worden de meeste aanvragen voor een tegemoetkoming binnen twee maanden afgewikkeld. Bemiddelingen met werkgevers/ verzekeraars nemen in het algemeen niet meer dan zes maanden in beslag. Verder ontvangt bijna 90% van de rechthebbenden sinds de komst van de Voorschotregeling in 2003 bij leven een tegemoetkoming. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) kent de afgelopen 13 jaar totaal 3814 maal een tegemoetkoming toe in de vorm van een voorschot op basis van de regeling TAS (sinds 2000) of de regeling TNS (sinds december 2007). Bemiddeling met een werkgever en/of verzekeraar resulteert in 1762 gevallen in een schadevergoeding voor het slachtoffer. De belangrijkste afwijzingsgronden voor tegemoetkoming en/of bemiddeling zijn ‘geen mesothelioom’ en ‘het ontbreken van een aansprakelijke werkgever cq verzekeraar’. De dienstverlening van het IAS wordt gewaardeerd door de mesothelioomslachtoffers, zo blijkt uit het belevingsonderzoek (zie pag. 18). 14
Kerncijfers IAS over 13 jaar Aanvragen Afgewikkelde aanvragen Afgewikkeld: geen financieel resultaat slachtoffer Adviezen richting SVB voor regeling TAS/TNS Toekenning tegemoetkoming TAS (SVB) Toekenning tegemoetkoming TNS (SVB) Afgewikkeld met schadevergoeding % bemiddelingen met schadevergoeding*
Aantal 5834 5452 1235 4535 3294 520 1931 58%
* % bemiddelingen met schadevergoeding heeft betrekking op aanvragen waarbij sprake is van mesothelioom en werkgever/rechtsopvolger
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Epidemiologische ontwikkelingen Aantal mensen met mesothelioom in Nederland Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), registreren jaarlijks het totaal aantal mensen met mesothelioom (longvlies- en buikvlieskanker samen) in Nederland (zie tabel hieronder). Inmiddels is het aantal mensen dat jaarlijks deze ziekte krijgt sinds 1990 bijna verdubbeld (1990:70, 2011: 527). Momenteel ligt dit rond de 500 per jaar. Naar verwachting zal dit aantal voorlopig niet afnemen. De groep mesothelioompatiënten bestaat grotendeels uit mannen. Meer dan driekwart is boven de 65 op het moment dat de diagnose wordt gesteld. Het aandeel jongeren daalt. Dit komt doordat het asbestgebruik in Nederland in de vorige eeuw vanaf eind jaren 70 sterk afnam. Onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) uit het begin van deze eeuw voorspelde dat het aantal sterfgevallen als gevolg van maligne mesothelioom op zal lopen van 65 in 1969 en 265 in 1998 tot 490 in 2017. De cijfers van de NKR laten echter zien dat de piek nu al is bereikt, eerder dan door het EUR-onderzoek voorspeld. Het totaal aantal sterfgevallen wordt in de periode 2000-2028 geschat op meer dan 12.000 mannen en 800 vrouwen (Segura e.a., 2003). Jaar 1990 1995 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
CBS Totaal 273 323 377 325 402 389 401 394 393 398 382 463 470 421 471 481 500
NKR Totaal 270 336 350 346 415 402 402 365 411 447 502 491 462 502 481 529 527
CBS % man 86% 86% 87% 89% 87% 87% 86% 86% 88% 87% 90 % 86% 86% 87% 87% 89% 87%
NKR % man 87% 87% 87% 92% 87% 87% 84% 85% 87% 88% 88% 85% 86% 86% 88% 88% 87%
CBS %<65 jaar 41% 37% 35% 39% 30 % 33% 30 % 33% 25% 30 % 24% 25% 24% 23% 20 % 21% 21%
NKR %<65 jaar 48% 42% 41% 38% 33% 38% 36% 33% 33% 35% 26% 29% 26% 30 % 27% 23% 24%
Kenmerken asbestslachtoffers IAS De groep asbestslachtoffers met recht op een TAS- of TNS-tegemoetkoming bestaat vrijwel geheel uit mannen (ca. 90 %). Meer dan driekwart is boven de 65 (zie pag.16). Zij wonen veelal in gebieden waar in het verleden met asbest is gewerkt op scheepswerven, in asbestproductie, isolatie- en asbestverwerkende bedrijven. Het gaat met name om de havens in Zeeland, Rijnmond en Noord-Oost Groningen, de industrie in Noord Holland, de mijnbouw en chemie in Zuid Limburg en de asbestverwerkende industrie in Twente rond Goor (zie plattegrond binnenkant achteromslag van dit jaarverslag).
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
15
IAS MONITOR Vergelijking werknemers (TAS)/niet-werknemers (TNS) Mannen
1800
Vrouwen
Mannen
160
1600
Vrouwen
140
1400
120
1200
100
1000 80
800
60
600 400
40
200
20
0
<50 jaar
50-64 jaar
65-74 jaar
75-84 jaar
0
>84 jaar
Fig : TAS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding : 2000-2011
<50 jaar
50-64 jaar
65-74 jaar
75-84 jaar
>84 jaar
Fig : TNS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding : 2007-2011
Verdeling TAS/TNS naar geslacht,leeftijd en woonplaats De figuren hierboven tonen een verdeling van aanvragers TAS/TNS per leeftijdsgroep en geslacht over de periode 2000/2007 t/m 2011. Het aandeel vrouwen is in de TNS aanzienlijk hoger dan in de TAS. Opvallend is dat voor TNS op jongere leeftijd een aanvraag wordt ingediend dan voor TAS. Hieronder een verdeling naar woonplaats. Te zien is dat de spreiding van mensen die als werknemer met asbest in aanraking zijn geweest (TAS) voor een belangrijk deel overeenkomt met mensen die op een andere manier door asbest ziek zijn geworden (TNS). Beroepsgerelateerd asbestgebruik lijkt dus ook een belangrijke bron van besmetting voor mensen die geen asbestcontact via hun werk hebben gehad.
16
Fig. 2000-2012: woonplaats TAS-gerechtigden, aantal per 100.000 inwoners
Fig: 2007-2012: woonplaats TNS-gerechtigden, aantal per 100.000 inwoners
De donkerste regio’s hebben het hoogste aantal slachtoffers
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Ronde Tafelgesprek IAS Monitor Op 22 augustus organiseert het IAS een Ronde Tafelgesprek over de IAS Monitor. De IAS Monitor laat op de website van het IAS in de vorm van interactieve figuren (flash) een aantal relevante cijfers zien over het asbestgebruik, de ontwikkeling van de ziekte mesothelioom en specifieke kenmerken van asbestslachtoffers, zowel in Nederland als wereldwijd. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en uit de databanken van het IAS en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Beleidsmakers en experts op het gebied van asbest en gezondheid analyseren op 22 augustus welke onderzoeksvragen op het gebied van asbest en gezondheid relevant zijn, hoe de mesothelioomincidentie zich gaat ontwikkelen, op welke plekken blootstelling voorkomen moet worden en waarin de IAS Monitor verbeterd kan worden. Na een presentatie van de monitor worden aan de hand van stellingen vier thema’s behandeld: 1. Onderschatte en onverwachte beroepsrisico’s (zie ook pag. 22) 2. Milieugerelateerde asbestblootstelling 3. Verhoogd risico door aard van de asbestblootstelling en 4. IAS Monitor en het buitenland In het algemeen is de conclusie dat de IAS Monitor veel gegevens bevat die niet alleen voor de wetenschap, maar ook voor beleidsmakers en uitvoering relevant kunnen zijn. Mogelijk zijn beroepsgroepen en sectoren die, volgens de monitor in het verleden het grootste asbestrisico hadden nog steeds risicovol. Bovendien kan aan de hand van gegevens van milieuslachtoffers (TNS) en slachtoffers die minder verwachte beroepen hadden het risico van incidentele of kortdurende asbestblootstelling nader worden onderzocht.
17
Deelnemers Ronde Tafelgesprek
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Klanttevredenheid Belevingsonderzoek De afgelopen jaren meet het IAS de tevredenheid van de aanvragers, teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te monitoren en daar waar nodig te verbeteren. Zo ook in 2012. Aanvragers ontvangen direct na afronding van hun aanvraag een lijst met vragen over o.a. de kwaliteit van de intake, de informatie over de voortgang van de behandeling en de kwaliteit van het rapport over het arbeidsverleden van het slachtoffer en het contact met de medewerkers. Ruim 67% van de in 2012 verstuurde vragenlijsten wordt aan het IAS ingevuld teruggestuurd. Dit resulteert in 320 lijsten, met de volgende antwoorden. Vraag Gaf het IAS voldoende uitleg bij het invullen van het vragenpakket? Verliep het intakegesprek goed? Werd tijdens de behandeling voldoende informatie verstrekt over de voortgang? Werd de informatieverstrekking over het algemeen als duidelijk ervaren? Was het contact met de medewerkers van het IAS prettig?
Ja % 94 98
Nee % 3 1,5
Geen Mening % 3 0,5
93
5
2
96 97
3 2
1 1
Zeer belangrijk is dat de aanvraag direct na de diagnose bij het IAS wordt ingediend. De behandelend specialist speelt hierbij een cruciale rol. In dit verband werkt het IAS nauw samen met de vereniging van longartsen (NVALT), in de hoop dat de longartsen hun patiënt wijzen op de mogelijkheden van het IAS. Het belevingsonderzoek meet of de specialist heeft gewezen op het belang van een tijdige aanvraag. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is er in de afgelopen jaren sprake van een stijgende tendens. Het aantal specialisten dat niet doorverwees naar het IAS is in de loop der tijd gehalveerd van 134 (37,3%) naar 65 (18,1). Tijdvak Januari 2008 - maart 2009 April 2009 – mei 2010 Juni 2010 – juli 2011 Augustus 2011 – september 2012
Aantal lijsten 375 375 375 375
Aantal antwoorden 359 359 356 359
Ja 225 276 292 294
Nee 134 83 64 65
Huisbezoek De dienstverlening van het IAS biedt ook de mogelijkheid voor huisbezoek. De indiener van een aanvraag 18
wordt altijd gevraagd of een huisbezoek gewenst is. Inmiddels wordt in ruim 78 % van de gevallen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Uit de 2012 gehouden evaluatie van het huisbezoek blijkt dat de asbestslachtoffers of hun contactpersonen tevreden zijn over de wijze waarop het huisbezoek verlopen is. Het onderzoek spitst zich toe op de beleving van het huisbezoek. Is er voldoende tijd genomen voor het bezoek, is het grondig genoeg, hoe wordt het optreden van de IAS-medewerker ervaren? De conclusie is dat het huisbezoek op prijs wordt gesteld. Als rapportcijfer scoort het gemiddeld een 8+.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Nellie Martens, bureausecretaris van het IAS
‘Men is vrijwel altijd tevreden over ons werk’ ‘Toen ik bij het IAS kwam wist ik nog niet zo veel van de asbestproblematiek. Bij mijn eerdere werkgevers had ik met heel andere dingen te maken gehad en ik kende ook niemand in mijn omgeving met een asbestziekte. Maar het belang van het IAS voor asbestslachtoffers werd me al snel duidelijk, ik wilde daar graag op mijn manier een steentje aan bijdragen. In 2004 ben ik hier begonnen in een functie die op dit moment bureausecretaris heet. Het is een zeer gevarieerde baan, waarin ik veel van mezelf kwijt kan. Ik ga geen dag met tegenzin naar het werk, al heb je hier uiteraard wel te maken met dood en verdriet. Een belangrijk aspect van mijn functie is de bedrijfsvoering van het IAS. Dan moet je denken aan alle mogelijke bureauzaken op organisatorisch, administratief en financieel gebied. Ik heb met heel veel mensen contact, ook met de slachtoffers, waar het uiteindelijk natuurlijk allemaal om draait. Die krijg ik als eerstelijns voorlichter van het IAS vaak aan de telefoon. Belangrijk ook is de communicatie met medisch specialisten en dan vooral met de longartsen, omdat zij een belangrijke schakelfunctie vervullen. Zij weten immers of iemand mesothelioom heeft en kunnen die persoon als eerste op het spoor van het IAS zetten. Daarom proberen we de longartsen zoveel mogelijk bij het instituut te betrekken. Zo krijgen zij bijvoorbeeld aan het begin van elk jaar onze folder met actuele informatie over de financiële tegemoetkoming en schadevergoeding bij mesothelioom. De samenwerking met de longartsenvereniging (NVALT) is bij dit alles zeer belangrijk. Waar wij hier veel waarde aan hechten en wat ook tot mijn werkterrein behoort, dat is het tevredenheidsonderzoek onder slachtoffers. Het is voor het IAS uitermate nuttig om te weten of er in de keten van dienstverlening zaken zijn, waar men mogelijk niet tevreden over is. Zo kun je als instelling erachter komen of je misschien procedures moet veranderen en dingen anders moet gaan doen. In de loop der tijd is er zo een aantal veranderingen doorgevoerd. Gelukkig scoren wij in het gehele spectrum hoge cijfers. Zo is vrijwel iedereen die door het IAS is bemiddeld, meer dan tevreden over de huisbezoeken die wij afleggen. Die evaluatie doe ik telefonisch en het is altijd weer fijn om te horen als iemand ons werk waardeert. Mensen zijn vaak dankbaar voor de financiële tegemoetkoming of de schadevergoeding die ze hebben ontvangen. Dat men tevreden over ons is, blijkt ook wel uit de donaties die wij elk jaar mogen ontvangen. Zo gebeurt het geregeld dat iemand bij overlijden geen bloemen wil, maar in plaats daarvan vraagt om een bedrag aan ons over te maken. Dit soort waardering maakt het werk dat ik doe heel waardevol.’
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
19
IAS MONITOR Sectoren Zeker
Misschien
Bouw en installatie Industrie Handel en diensten Transport Defensie Delfstoffen Energie Landbouw 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Figuur: IAS-aanvragers naar sector : 1950-1993. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2011.
Asbestblootstelling naar sector (1950-1993) De figuur hierboven laat zien in welke sectoren IAS-aanvragers sinds 1950 hebben gewerkt en zeker of misschien aan asbest zijn blootgesteld. De belangrijkste tak is de bouwnijverheid (gebouwen en grond-, water- en wegenbouw) en installatiebranche (sanitair, verwarming, electra e.d), gevolgd door de industrie (met name scheepsbouw en metalectro). In de bouw is vooral met asbestcement gewerkt. Veel bouwmaterialen met asbestcement (naar schatting zo’n 65%) zijn gebruikt als dakbedekking en wandmateriaal. In de industrie heeft de asbestblootstelling vooral plaatsgevonden in de scheepsbouw en metaal-, machine- en elektrotechnische industrie (zie figuur hieronder). In de IAS Monitor op de website van het IAS is te zien dat in de omvang van de blootstelling door de jaren heen een verschuiving plaatsvond van de industrie (vooral scheepsbouw) naar de bouw. In de jaren 50 was de Industrie, met name de scheepsbouw verhoudingsgewijs het grootst, in de jaren 70 de bouw en installatie. Als gekeken wordt naar de groep die verklaard heeft zeker in een bepaald dienstverband te zijn blootgesteld, dan hebben de meeste asbestblootstellingen in de jaren 60 en 70 plaatsgevonden (resp 58 en 50%). Zeker
Misschien
bouwmaterialen, aardewerk, glaswerk chemie, kunststoffen, rubber frictiematerialen, auto-, rijwiel, motor
20
industrie overig metalectro scheepsbouw textiel, hout, confectie, papier treinbouw vliegtuigbouw voedings- en genotsmiddelen 0
100
200
300
400
500
600
700
Figuur: IAS-aanvragers naar industriesector : 1950-1993. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2011
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
800
900
Nederlandse asbestontwikkelingen Asbestdrama Kanaleneiland In de Utrechtse wijk Kanaleneiland start op 16 juli de asbestsanering van een flat van woningcorporatie Mitros. Zes dagen later wordt groot alarm geslagen vanwege de vondst van asbest. Bewoners van meerdere flatgebouwen worden geëvacueerd, delen van de wijk afgesloten. In het gebied wordt een noodverordening ingesteld. Bij de bewoners ontstaat enorme onrust, mede gevoed doordat de informatievoorziening schromelijk tekortschiet en doordat deskundigen van velerlei pluimage over elkaar heen tuimelen met vaak divergerende meningen. De eerste bewoners keren in augustus terug, de laatste pas in januari 2013. Na uitgebreid onderzoek meldt TNO op donderdag 16 augustus dat bij de bouw van de flat asbest van het type amosiet is gebruikt om een holle ruimte achter een kitvoeg op te vullen, een zeer ongebruikelijke toepassing die je nooit tegenkomt. Het was dan ook niet te voorzien dat asbest zou vrijkomen. Woningcorporatie Mitros is inmiddels al meer dan vijf miljoen euro kwijt aan het asbestdrama. De corporatie kan dat alleen betalen door geplande renovatie elders in de stad uit te stellen. De evaluatie achteraf was vernietigend. De getroffen maatregelen na de asbestvondst waren disproportioneel en onnodig belastend. Er werd rigoureus ingegrepen, maar de bewoners kregen bijna niets te horen. In paniek werd besloten halsoverkop massaal te evacueren, maar achteraf was die haast niet nodig geweest. Er werd teveel over bewoners gesproken in plaats van met bewoners. Het crisisteam dat de gemeente na de evacuatie instelde, functioneerde slecht. Ook bij het opruimen van het asbest ging van alles mis. Verder was er te weinig toezicht op de sanering.
Waarom zoveel asbestpaniek Waar komt die ‘asbestgekte’ nu eigenlijk vandaan? Voor een deel uit onwetendheid van de risico’s van asbestblootstelling bij bestuurders en burgers. Veel meer dan dat hechtgebonden asbest ongevaarlijk is, als men het maar zo laat zitten komt men over het algemeen niet. Voor een ander deel uit de door de wetenschap gevoede boodschap dat blootstelling aan asbest veel gevaarlijker is dan gedacht. Voor wat betreft dit laatste is het in 2010 gepubliceerde advies van de Gezondheidsraad (GR) maatgevend. Het aantal asbestdoden zou niet 700 maar 1400 per jaar zijn. Op basis hiervan dringt de GR aan op veel strengere blootstellingsnormen, een advies dat inmiddels is overgenomen door de overheid. In de discussie over dit onderwerp zijn vraagtekens gezet bij de hardheid van de empirische gegevens waarop het advies van de GR is gebaseerd. De Gezondheidsraad baseert zich op gegevens van specifieke (buitenlandse) cohorten hoog blootgestelde asbestwerkers, die naar de Nederlandse situatie zijn geëxtrapoleerd. De Raad heeft echter niet gekeken naar de inmiddels bijna 6000 verklaringen van Nederlandse slachtoffers die door het IAS zijn opgetekend. Uitgaande van die verklaringen lijkt het beeld complexer te zijn. Mensen zijn bijvoorbeeld niet alleen maar in één beroep aan asbest blootgesteld, maar hebben in hun leven meerdere, soms verschillende asbestrisicoberoepen gehad en/of zijn ook daarbuiten met verschillende asbestbronnen in aanraking geweest. En bij milieugerelateerde asbestslachtoffers, bijvoorbeeld bij vrouwen met mesothelioom, kan niet zomaar worden aangenomen dat daar sprake is van lage asbestblootstelling. Nederland zat immers vol asbest. Meerdere bronnen kunnen cumulatief voor hoge blootstelling zorgen (meer informatie op pagina 26).
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws en Editorials JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
21
IAS MONITOR Beroepen Nederland/België Zeker
Misschien
Timmerman Monteur Machinebankwerker Verwarmingsmonteur Elektromonteur Loodgieter Lasser Isoleerder Mijnwerker Automonteur Pijpfitter Metselaar Scheepstimmerman Scheepsijzerwerker Scheepswerktuigkundige Bedieningsvakman Vrachtwagenchauffeur Aannemer/uitvoerder bouw Scheepsmachinist Elektriciën 0
200
400
600
800
1.000
1.200
Tabel: top 20 IAS aanvragers naar beroep (1950-1993). Bron : IAS aanvragen 2005 t /m 2011.
Timmerman is het meest voorkomende beroep waarin aanvragers bij het IAS verklaren zeker of misschien aan asbest te zijn blootgesteld (zie tabel hierboven). Timmermannen zijn in de bouw veel met asbest in aanraking geweest. Asbestblootstelling was een gevolg van zagen, slijpen, frezen en boren in asbestcementproducten. In het Ronde Tafelgesprek over de IAS Monitor (zie ook pag. 17) werd instemmend gereageerd op de stelling dat installeerders nog steeds onvoldoende beschermd tegen asbestblootstelling zouden zijn. Controles en maatregelen van de Nederlandse overheid zijn namelijk vooral gericht op asbestinventarisaties en sanering en niet voorafgaand daaraan. Installeerders staan hoog op de lijst van meest risicovolle asbestberoepen in de IAS Monitor. Ook in buitenlandse onderzoeken komen installeerders als beroepen met hoog asbestrisico naar voren. In België staat de loodgieter zelfs op nummer 1 (zie tabel hieronder). Daarnaast constateerden TNO en RIVM dat werknemers uit de installatiebranche in technische zones van gebouwen van vóór 1994 een groot risico lopen, omdat daar vaak niet-hechtgebonden asbestmateriaal aanwezig is (TNO, RIVM, 2010). Uit Brits onderzoek blijkt dat een groot deel van de vaklui in de branche niet weet hoe met asbest om te gaan, dat men in veel gevallen niet op de hoogte is van de risico’s en vaak ook niet weet dat asbest in de gebouwen aanwezig is (British Lung Foundation, 2012). Het is daarom goed dat de Inspectie SZW besloten heeft de installatiebranche in 2013 extra aandacht te geven, aldus inspecteur generaal Jan van den Bos op pagina 9 van dit verslag.
22
Beroep
Aantal Beroep
Aantal
Loodgieters en buizenfitters
56
Bankwerkers, monteurs (uitg. elektr. en precisieapparaten)
10
Handlangers n.e.v.
43
Ambachtslieden, vaklieden en fabrieksarbeiders n.e.v.
9
Beton-, asbest-, cement-, briketten- en kunststeenarbeiders
38
Monteerders, mecaniciens en herstellers van voertuigen
8
Timmerlieden, schrijnwerkers en parketvloerleggers
37
Technici in de industrie
7
Elektriciens, elektriciens-herstellers
34
Opzichters, ploegbazen van arbeiders en soortgelijken
7
Monteurs van ijzeren gebinten en metaalconstructies n.e.v.
32
Bedieners metaalovens tweede smelting en verwarmingsovens
7
Lassers en branders
31
Walsers, bedieners van walsmachines en afwerkers
6
Metselaars en vloerenleggers
31
Electro-mecaniciens, -monteurs en electriciens-afstellers
6
Isoleerders
27
Schilders en behangers (gebouwen)
6
Arbeiders metaalproductie en metaalbewerking n.e.v.
17
Plafonneerders en pleisterwerkers
6
Bedieners van metaalovens
16
Dakdekkers
5
Havenarbeiders, scheepsladers en -lossers
15
Kraan-, hijs- of hefwerktuigbestuurders
5
Plaatwerkers en ketelmakers
12
Bestuurders van laad- en losmachines n.e.v.
5
Tabel: slachtoffers mesothelioom Asbestfonds België: beroepsgroepen met ten minste 5 slachtoffers. Beslissingen Asbestfonds van 1 april 2007 tot 20 augustus 2012.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Fred Bruin, oud verwarmingsmonteur en asbestslachtoffer.
‘We gaan lekker gummen, want die handel moet eruit’ ‘Ik ben bijna 64 jaar oud en zit nu in de VUT, na een leven lang werken als
verwarmingsmonteur. Ik laste cv-installaties in elkaar en deed onderhoud, dat is altijd mijn werk geweest. Ik ben sportief en was altijd goed gezond. Wel rookte ik, maar daar ben ik op mijn 50ste mee gestopt. Op mijn 53ste kreeg ik opeens last van hoestbuien. In het ziekenhuis deden ze onderzoek, maar er was niets te vinden. Achteraf denk je wel eens dat het toen al met asbest te maken had, want mijn klachten gingen nooit helemaal over. In maart/april 2012 ging ik weer heel diep hoesten. Op de foto’s die toen zijn gemaakt was te zien dat er vocht zat achter mijn linker long. En na een kijkoperatie bleek dat het longvlies los lag en dat ik geopereerd moest worden. Die longvliezen zijn weer aan elkaar geplakt en dat heb ik wel geweten, want het was een helse pijn. Even later kwam de uitslag dat ik asbestkanker had. Ik weet nog dat ik tegen mijn vrouw zei ‘zo erg is het niet hoor, ze zitten er gewoon naast’. Maar dat was helaas niet zo. Ik kreeg het aanbod voor vier chemokuren en dat heb ik aangepakt. Ik dacht ‘dat zijn mijn gummen, we gaan lekker gummen, want die handel moet eruit’. Dat is in juli begonnen, de laatste kuur was in oktober. Door die chemo is de tumor gekrompen, maar het heeft me wel enorm uitgeput. Want daarna was mijn energie helemaal weg. Een trapje omhoog voelde alsof ik een marathon had afgelegd. Normaal zwem ik elke week en dan leg ik ongeveer een kilometer af. Dat kon ik totaal niet meer. Maar gelukkig komen de krachten nu heel langzaam terug. Ik heb bij diverse werkgevers met asbest gewerkt. Waar ik mesothelioom heb opgelopen, is dus ook moeilijk te achterhalen. Gelukkig heeft mijn laatste werkgever, waar ik meer dan 30 jaar in dienst was, uiteindelijk aansprakelijkheid erkend. Bij het demonteren en onderhoud van CV-ketels had je altijd met asbest te maken. Asbestkoord bijvoorbeeld en asbesthoudende plaatjes, die je bij het lassen vanwege vonken moest aanbrengen. Dat ging altijd zonder bescherming, van de risico’s had je geen idee. Niemand vertelde je wat, ik geloof ook niet dat mijn werkgevers op de hoogte waren. Veel later hoorde je wel eens wat, maar je dacht nooit dat jou iets zou overkomen. Over hoe het nu verder gaat, daar wil ik eigenlijk niet eens over nadenken. Ik hoef ook echt niet van dokters te horen hoeveel tijd ik nog heb, laat mij maar leven zoals ik nu leef. Ik vecht tegen de ziekte en zit niet bij de pakken neer. Ik doe leuke dingen met mijn vrouw en geniet van mijn kinderen en kleinkinderen. Ik ga voor de honderd. Over het IAS verder niets dan lof, ze hebben mij uitstekend geholpen. De financiële tegemoetkoming en de schadevergoeding na bemiddeling, het was allemaal in no-time geregeld. Mijn vrouw en ik zijn daar heel blij mee.’
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
23
Internationale ontwikkelingen Wereldwijde asbestproductie en gebruik in 2000 en 2011 (productie), gebruik (2010) In volgorde omvang Asbestproductie (in tonnen) Asbestgebruik (in tonnen) 2000 2011 2000 2011 Land Omvang Land Omvang Land Omvang Land Omvang Rusland 750.000 Rusland 1.000.000 Rusland 449.239 China 637.735 Canada 340.000 China 440.000 China 382.315 India 321.803 China 260.000 Brazilië 302.300 Brazilië 172.560 Rusland 251.437 Brazilië 170.000 Kazakhstan 223.100 India 145.030 Brazilië 185.332 Kazakhstan 125.000 Canada 50.000 Thailand 109.600 Kazakhstan 155.166 Zimbabwe 110.000 India 19.000 Japan 85.440 Indonesië 124.049 Griekenland 50.000 Argentinië 300 Oekraïne 80.942 Oezbekistan 17.104 Swaziland 25.000 Kazakhstan 71.737 Thailand 81.378 India 21.000 Vietnam 44.150 Vietnam 60.424 Zuid Afrika 18.909 Oezbekistan 43.374 Oekraïne 55.860 Japan 18.000 Indonesië 42.877 Sri Lanka 61.094 VS 5.260 Iran 40.707 Colombia 20.048 Overig 4.000 Overig 367.179 Overig 95.219 Totaal 1.900.000 Totaal 2.034.700 Totaal 2.035.150 Totaal 2.066.649 Bron : Virta, RL: World Asbestos Supply and Consumption Trends from 1900 through 2003; US. Geological Survey Minerals Yearbook 2000 + 2011 (worksheet for world asbestos consumption calculations)
Asbestproductie en gebruik Ondanks de inmiddels algemeen bekende schadelijke gevolgen zijn productie en gebruik van asbest wereldwijd nog lang niet uitgebannen. Als gekeken wordt naar productie in 2000 en 2011 is te zien dat deze zelfs licht is toegenomen. Door steeds meer asbestverboden heeft de productie zich echter geconcentreerd in enkele landen die meer zijn gaan produceren. Dat geldt met name voor Rusland, maar in mindere mate ook voor China, Brazilië en Kazakhstan. De productie in Canada neemt elk jaar af en is in 2012 zelfs helemaal gestopt. Rusland is verreweg de grootste producent en alleen verantwoordelijk voor bijna de helft van de asbestproductie wereldwijd. De EECCA regio, een blok van 12 landen in Oost Europa, Kaukasus en Centraal Azie, is sterk vertegenwoordigd zowel in productie als in gebruik van chrysotielasbest. De regeringen van deze landen ondersteunen het beleid dat chrysotiel (wit) asbest veilig, onder gecontroleerde omstandigheden gebruikt kan worden. Gebruik van asbest gebeurt vooral in Azië, met 24
name in China en India. Rusland, Kazakhstan en Brazilië zijn zowel grootgebruikers als producenten van grote hoeveelheden asbest, hoewel het gebruik in Rusland en Brazilië sinds 2000 sterk is afgenomen. Asbest wordt vooral in de structuur van woningen, daken en waterleidingen gebruikt en is nog steeds goedkoper dan vervangende materialen als polyproleen of aluminium. Zowel de wereldwijde asbestproductie als het gebruik liggen jaarlijks stabiel rond de twee miljoen ton.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Vergoedingsregelingen Vrouwen en ouderen (75+) met mesothelioom vragen minder vaak schadevergoeding voor hun ziekte dan andere asbestslachtoffers met mesothelioom. Dat blijkt uit Italiaans en Nederlands onderzoek. In Frankrijk is tussen 1999 en 2009 naar schatting 30% van de mesothelioompatiënten een schadevergoeding misgelopen. De voorwaarden voor Japanse werknemers die met spuitasbest of in de asbestvezel- of cementindustrie hebben gewerkt en daardoor longkanker hebben gekregen, zijn in 2012 versoepeld. Ze hoeven alleen nog maar aan te tonen dat ze minimaal vijf jaar op hun werkplek zwaar aan asbest zijn blootgesteld. Die termijn was eerst 10 jaar en daarnaast moest bovendien ook nog sprake zijn van andere asbestgerelateerde afwijkingen als asbestose of pleurale plaques. Sinds 1 april 2012 zijn de eenmalige overheidsuitkeringen voor Britse mesothelioomslachtoffers en hun nabestaanden aanzienlijk verhoogd. Een jong iemand (onder 38) krijgt nu 81.536 pond (was 52.772 pond), een 77-jarige 2.666 pond (was 8.197). Daarnaast hebben de Britse verzekeraars een compensatieregeling voorbereid voor asbestslachtoffers met mesothelioom die geen werkgever, noch verzekeraar meer aan kunnen spreken voor hun ziekte. Het gaat om ongeveer 10% van de slachtoffers. Ten behoeve van deze groep wordt 300 mln pond gereserveerd. Hiermee kunnen de komende 10 jaar 3000 slachtoffers, die anders buiten de boot waren gevallen, toch een schadevergoeding krijgen. Het Belgische Asbestfonds (AFA) heeft sinds april 2007 aan 1505 asbestslachtoffers een vergoeding toegekend. Meest getroffen zijn arbeiders uit de sector die ruwe asbest verwerkte, maar onder de slachtoffers bevinden zich bijvoorbeeld ook loodgieters, metaalarbeiders, lassers of mensen die in de omgeving van een asbestfabriek woonden (zie ook pag. 22). Sinds 2006 hebben in Nieuw Zeeland 537 asbestslachtoffers een eenmalige vergoeding ontvangen van 100.000 dollar (ca. 64.000 euro). Timmerlieden, loodgieters en electriciëns zijn daar de belangrijkste risicogroepen voor asbestziekten. Opvallend tot slot is dat de Australische deelstaat New South Wales, onder voorwaarden, ook bepaalde alternatieve behandelingen voor asbestgerelateerde ziekten vergoedt. Het gaat o.a. om acupunctuur, massagetherapie, dieet-supplementen, traditionele Chinese medicijnen en homeopathie. Deze behandelingen hebben geen aanwijsbaar effect op de overlevingsduur, maar lijken de kwaliteit van leven iets te verbeteren.
25
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS MONITOR Bronnen van asbestblootstelling Nederland/België Nederland december 2007 tm december 2011 Omschrijving
n
n
%
598
67%
2% Zelfstandigen
42
5%
2% Openbare diensten
14
2%
38
2% Openbare bedrijven
34
4%
70
3% Omgeving van asbestfabriek
16
2%
20
2%
Werknemers
1903
Huisgenoten
54
Zelfstandigen
45
doe het zelvers in asbestomgeving geweest onbekend
Belgie april 2007 t/m februari 2012 % Omschrijving
323
78% Werknemers privésector
13% Samenwonend Hobby
30
3%
Anders niet professioneel
87
10%
Niet nader omschreven
46
5%
Tabel: IAS Nederland december 2007 t/m 2011 bron van asbestblootstelling TAS/TNS-gerechtigden; Asbestfonds Belgie 1/4/2007-29/2/2012: bron van asbestblootstelling aanvragers mesothelioom
Bij ongeveer 80% van de mensen met mesothelioom die door het Nederlandse Instituut Asbestslachtoffers en het Belgische Asbestfonds zijn bemiddeld, ligt de belangrijkste oorzaak in beroepsgerelateerde asbestblootstelling (zie figuur hierboven). Werken met asbest speelt echter vaak ook een rol bij de groep die tot de zgn. ‘milieu-gerelateerde’ slachtoffers wordt gerekend ( in Nederland de TNS-groep). Bijvoorbeeld doordat men thuis met asbest kluste of in een omgeving was waar met asbest werd gewerkt. Vrouwen hebben meestal niet professioneel met asbest gewerkt. Toch is ook bij hen vaak een bron in werkgerelateerde asbestblootstelling te vinden doordat ze in een omgeving waren waar met asbest werd gewerkt of geklust. Op pagina 16 van dit verslag is te zien dat de woonplaats van mensen die een TNS-tegemoetkoming hebben gehad voor een belangrijk deel overeenkomt met die van mensen die een TAS-tegemoetkoming hebben ontvangen. Hier is bijvoorbeeld te zien dat beide groepen sterk vertegenwoordigd zijn in gebieden waar vroeger veel asbestverwerkende industrie en scheepsbouw was. De IAS Monitor laat duidelijk zien dat werken met asbest in combinatie met intensieve asbestblootstelling gevaarlijk is en bij verreweg het grootste deel van de slachtoffers dé oorzaak van hun ziekte. Óf en in hoeverre andere vormen van asbestblootstelling ook gevaarlijk zijn, is nog steeds onduidelijk. Mogelijk biedt nader onderzoek van de inmiddels bijna 6000 verklaringen van Nederlandse asbestslachtoffers die door het IAS zijn opgetekend hierover meer informatie.
26
Steekproef TNS -Asbesttoepassing/locatie genoemd december 2007 tm december 2011 Omschrijving Specifiek In huis keuken: oven, fornuis, afzuigkap, kookplaatje vloerbedekking (zeil) kachel, ketel,open haard, schoorsteen plafond, kozijnen, zolder, bloembakken asbestdeur dakbedekking garage/schuur/hok/stal, voorgevel terrein/gebouw bouw/haven/scheepswerf/loods schip, (zink)fabriek, bunker (toneel)school, glasatelier Afval erf, pad, afval Eternit, Asbestona Rampen brand suikerfabriek, loods, oorlog Anders herculesplugwgen, rolhockeybaan Tabel: bronnen van asbestblootstelling genoemd door mesothelioomslachtoffers die een TNS-tegemoetkoming hebben ontvangen.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
9 11 10 16 1
N 47
28 26
20 4 2
Interview Marjon Pierik, over haar schoonzus Frieda Pierik-van der Werff, milieu-slachtoffer
‘Het moet te maken hebben met iets als een besmette boterham ’ ‘‘Mijn schoonzus heeft buikvlies-mesothelioom en kan het op dit moment niet meer opbrengen om aan het jaarverslag mee te werken. Ze heeft mij gevraagd om dat voor haar te doen, want zij vindt het belangrijk om haar verhaal te vertellen.
In oktober is bij Frieda deze ziekte geconstateerd en dat kwam voor haar zelf en ons als familie als een volslagen verrassing. De oorzaak moet asbest zijn, maar voor zover zij weet is ze daarmee thuis of op het werk nooit in aanraking geweest. Een verklaring is dat het met de omgeving te maken heeft. We zitten hier in Twente niet ver af van Goor, waar die asbest- Frieda Pierik-van der Werff fabriek stond en er is in deze regio veel asbest in het milieu terechtgekomen. Waarom de kanker in het buikvlies zit, daar hebben we tot op heden geen goede verklaring voor gekregen. Ik denk zelf dat je dan iets besmets moet hebben gegeten, zoals een boterham waar asbestvezels op zijn gewaaid. Samen met mijn broer Sjoerd, haar man, heeft Frieda altijd ontzettend van het leven genoten. Het zijn ondernemende mensen, met een passie voor motorrijden. Halverwege vorig jaar kreeg ze opeens -en steeds vaker- last van misselijkheid en braken. We dachten dat het misschien iets met stress te maken had, want het was voor haar een hectische tijd. Mijn broer ging op de motor van Enschede naar Kathmandu, en in de voorbereiding was Frieda daar heel druk mee. En in diezelfde periode overleed mijn partner. Frieda heeft toen heel goed voor ons gezorgd, maar dat verdriet kwam er dus ook nog eens bij. Begin augustus vertrok mijn broer naar Kathmandu en Frieda is daar in september heen gegaan om zijn aankomst mee te maken. Bij terugkomst was ze er slecht aan toe en kon ze helemaal geen eten meer binnen houden. Ook was haar buik gegroeid, het leek wel of ze zwanger was. Er moest dus wel meer aan de hand zijn dan een beetje stress. Dat het asbestkanker was bleek uit allerlei onderzoeken in het ziekenhuis. In november heeft Frieda een Hipec-operatie gehad. Daarbij maken ze je helemaal open en worden eventueel aangetaste organen verwijderd. Er bleek een gezwel van 3,5 kg achter haar maag te zitten. Dat is weggehaald en Frieda is behandeld met zware chemo. Hierna heeft ze zich een tijdje iets beter gevoeld, maar uiteindelijk heeft het allemaal niet geholpen. In januari bleek dat er opnieuw allerlei uitzaaiingen waren. Het IAS had intussen voor een TNS-uitkering gezorgd, het was verbazend hoe snel dat geregeld was. Van het geld hebben Sjoerd en Frieda begin februari nog een vakantie geboekt, een cruise vanuit Florida. Helaas hebben ze daar niet echt meer van kunnen genieten. Frieda was de hele tijd ziek. Ze heeft nu besloten, dat ze geen chemotherapie meer wil. Ze is thuis en wordt elke dag zwakker. Het is ongelooflijk hoe deze ziekte een energieke en levenslustige vrouw van bijna 56 jaar (zie foto) in zo korte tijd heeft gesloopt‘.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
27
Juridische ontwikkelingen Aansprakelijkheid voor blootstelling in de jaren ’50 Tot voor kort werd door rechters aangenomen dat bedrijven pas ergens in de jaren ’60 van de vorige eeuw op de hoogte moeten zijn geweest van de alomvattende risico’s van asbest. Sinds die tijd hadden ze dus maatregelen moeten nemen om hun werknemers te beschermen. Dit gegeven speelt een belangrijke rol in zaken waarbij er in principe sprake is van verjaring, maar waarbij de rechter bepaalt dat de werkgever daar geen beroep op mag doen. In 2012 was er een aantal opmerkelijke rechterlijke uitspraken waaruit voorzichtig de conclusie kan worden getrokken dat rechters de lijn nu gaan doortrekken naar nog oudere gevallen. De uitspraken zijn nog niet onherroepelijk, er is cassatie mogelijk bij de Hoge Raad. In de betreffende zaken wordt werkgevers in feite verweten dat ze al in de jaren ’50 geen maatregelen hebben getroffen om asbestbesmetting tegen te gaan. Zo bepaalde het gerechtshof Den Haag dat de Schiedamse scheepswerf Wilton-Fijenoord aansprakelijk was voor ziekte en overlijden van een plaatwerker die tussen 1950 en 1964 bij dit bedrijf werkte en al die jaren aan asbest was blootgesteld (bron: gerechtshof Den Haag, 12 december 2012). In een tweede arrest, eveneens van hetzelfde gerechtshof en van dezelfde datum, ging het om een bankwerker die van 1952 tot 1964 met asbest werkte bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM). In deze zaak betoogde de verzekeraar dat pas sinds 1969, bij de publicatie van een proefschrift van de bedrijfsarts van scheepswerf De Schelde, de asbestrisico’s in volle omvang duidelijk werden. Maar het hof overwoog dat al in 1942 werd gepubliceerd over de risico’s van asbest en dat al sinds 1949 asbestose als beroepsziekte is erkend. Door vanaf 1952 geen beschermende maatregelen te treffen had het bedrijf dus verwijtbaar gehandeld, het beroep op verjaring werd niet gehonoreerd (bron: gerechtshof Den Haag, 12 december 2012). En -toevallig of niet- was er van dezelfde datum een vergelijkbare uitspraak van het gerechtshof Den Bosch. Hier ging het om een werknemer die in de jaren 1959-1967 was blootgesteld aan asbest tijdens zijn werk op scheepswerf De Schelde. Ook hier oordeelde het hof dat een beroep van de werkgever op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was (bron: gerechtshof Den Bosch, 12 december 2012).
Aansprakelijkheid bij mogelijk geringe blootstelling Een vrouw uit Assen overleed in 2009 aan mesothelioom. Zij was tussen 1981 en 1993 werkzaam als administratief medewerkster bij een garage. In de nu volgende aansprakelijkheidsprocedure voerde de werkgever aan dat er geen relevante blootstelling aan asbest kon hebben plaatsgevonden. De vrouw werkte immers op kantoor en had maar nauwelijks contact met de werkplaats waar met asbest werd 28
gewerkt. Volgens de werkgever had hij bovendien voldaan aan zijn wettelijke zorgplicht om gezondheidsschade te voorkomen. Want in de periode dat de vrouw daar werkzaam was, werd al gebruik gemaakt van de zogenoemde ‘natte reinigingsmethode’ om remmen en remvoeringen schoon te maken. Er kon in zijn visie dus geen sprake zijn geweest van besmetting met ronddwarrelende stofdeeltjes. De werkgever stelde dat de vrouw bij een vorige werkgever, dan wel tijdens privé-werkzaamheden moest zijn blootgesteld aan asbest. Volgens de kantonrechter miskende de werkgever hiermee dat naar thans geldende wetenschappelijke inzichten ook een zeer geringe blootstelling aan asbestvezels tot mesothelioom kan leiden. Hij vroeg nader bewijs aan de werkgever om aan te tonen dat hij aan zijn zorgplicht voor een veilige werkplek had voldaan, dan wel dat de schade ook zou zijn ontstaan wanneer hij zijn zorgplicht was nagekomen (bron: kantonrechter Assen, 30 juli 2012).
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Rechtsgang Regeling TNS wordt aangepast aan TAS Gezien de nauwe samenhang tussen de TAS-regeling en de TNS-regeling (beide regelingen zijn complementair) moet in beide categorieën zaken dezelfde rechtsbescherming worden geboden. Dat is tot nu toe niet het geval, omdat de rechtsgang in geval van bezwaarprocedures via verschillende instanties loopt. Er is een voorstel tot wijziging van de Algemene Wet Bestuursrecht en aanverwante wetten in behandeling, waarbij voor besluiten op basis van beide regelingen de rechtsgang hetzelfde wordt. Dit betekent dat de sectoren bestuursrecht van de rechtbanken in eerste aanleg bevoegd zijn en de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep (bron: Rechtspraak.nl, 10 mei 2012).
Asbestrisico’s en eigendom onroerend goed Een ondernemer ondervond de risico’s van het aanschaffen van een pand waarvan niet op voorhand duidelijk is of er asbest in zit. De vondst van asbest kostte hem uiteindelijk 250.000 euro. Hij adviseert nu andere ondernemers om bij koop of huur van een bedrijfspand van voor 1994 aan de verkoper te vragen om een asbestvrijverklaring. Onderzoeksinstelling TNO benadrukt dat goed onderzoek vooraf door gecertificeerde bedrijven veel juridische geschillen over asbest kan voorkomen (bron: FD, 29 september 2012). Ook particulieren die een woning kopen kunnen uiteraard met asbest te maken krijgen. Als de koper een ouderdomsclausule ondertekent, doet hij er goed aan vooraf de woning technisch te laten keuren, onder andere op de aanwezigheid van asbest. Dit om te voorkomen dat hij als koper later moet bewijzen dat de verkoper wist dat er asbest in het pand zat (bron: rechtbank Haarlem, 16 juni 2012).
Illegale asbestverwijdering loont vaak niet In de afgelopen jaren heeft de overheid strengere regels opgesteld voor illegale asbestsloop en zijn de normen voor het werken met (verwijderen van) asbest aangescherpt. Als een en ander niet volgens de regels gaat, kan de rechter behoorlijke straffen opleggen. Zo kregen een vastgoedbeheerder en een onderhoudsbedrijf door de rechtbank Arnhem resp. 50.000 en 10.000 euro boete opgelegd voor het op onjuiste wijze (laten) verwijderen van asbest uit twee kantoorpanden. Er waren geen beschermende maatregelen getroffen voor de betrokken werknemers, noch werd voldaan aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het inventariseren van de asbestrisico’s en het aanvragen van een sloopvergunning. (bron: Nieuwsbank.nl, 12 juli 2012). Een campingbaas in NoordHolland kreeg van de politierechter een boete, omdat hij -slechts in bouwzeil gewikkeld - asbestplaten op de vuilstort had aangeboden, terwijl het verplicht is om die luchtdicht te verpakken. Ook een saneringsrapport van een gecertificeerd bedrijf ontbrak. Het boetebedrag was 5000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk omdat de man geen strafblad had. Als de campingbaas binnen twee jaar opnieuw in de fout gaat, dan kost hem dat opnieuw 2500 euro (bron: Noordhollands Dagblad, 1 december 2012). En een Zwollenaar moest zich voor de politierechter verantwoorden omdat hij vier scholieren zijn schuur met asbest liet slopen. Hij verliet de rechtszaal met een voorwaardelijke celstraf van vier weken en een boete van 13.500 euro, waarvan 10.500 euro voorwaardelijk. De rechter veroordeelde hem wegens milieuverontreiniging, slopen zonder vergunning en slopen zonder asbestinventarisatierapport (bron: De Stentor, 5 december 2012).
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
29
Personalia Het Instituut Asbestslachtoffers is een zelfstandige stichting. De stichting wordt geleid door een onafhankelijk bestuur en een directeur. De stichting werd opgericht op 10 maart 1999 door negen maatschappelijke organisaties, die zijn vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht en Advies.
Bestuur M.R. van der Heijden, voorzitter Drs. W.A. Eshuis, vanaf 1 mei Mr. J.M.J. Hommel, vanaf 1 mei J. van der Linden, tot 1 mei Prof. dr. mr. dr. B.A.J.M. de Mol, tot 1 mei Jhr. mr. J.P.H. Six, tot 1 mei Mr. G.J.H.M. Wagemans
Raad van Toezicht en Advies Drs. J. Gmelich Meijling, voorzitter (tot juni) Drs. A. Woltmeijer (CNV), voorzitter ad interim (vanaf juni) Mr. M. Beugel (Verbond van Verzekeraars) Mr. C.C. de Boer (MHP) Drs. A.W. Hokken (LTO Nederland) Mr. W.M.J.M. van Mierlo (VNO-NCW en MKB-Nederland) Drs. J.H. Paulusma (VSO) Mr. R.F. Ruers (Comité Asbestslachtoffers) Drs. W. van Veelen (FNV)
Bureau Drs. M.A. van der Woude, directeur Drs. S.A. Aarendonk, sr. beleidsmedewerker N. Martens, bureausecretaris
Medisch adviseur Drs. H.A. Voogt 30
Medewerkers* Drs. ing. M.C. Roumen, directeur
F. Madjoe - assistent dossierverantwoordelijke
E.H.J. Joosten, re, directeur
M. Schild - assistent dossierverantwoordelijke
Mr. M. Kuiper, Registermediator Hoofd unit IAS
H. Bout, re - huisbezoek
A.B.M. Fiege - dossierverantwoordelijke
R. Kroezen, re - huisbezoek
Mr. N.J. van Osch LL.B. - dossierverantwoordelijke
J. Koster - huisbezoek
D.M. Valstar LL.B - dossierverantwoordelijke en
G. Vogeler, re - huisbezoek
huisbezoek
Drs. A. van Veen - huisbezoek
Mr. J. Wong Fong Sang - dossierverantwoordelijke
Drs. E. van Doorn - huisbezoek
B. Hinsbeeck - dossierverantwoordelijke
J. Knoben - huisbezoek
A. Angoelal - dossierverantwoordelijke *De medewerkers van BSA Schaderegeling BV, die in 2012 deel uit maakten van de uitvoeringsunit van het IAS. JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Marieke Beugel, Lid Raad van Toezicht en Advies (RTA)
‘Uitbreiding werkingssfeer IAS met asbestose is een goede zaak’ ‘Bij het Verbond van Verzekeraars houd ik mij als jurist bezig met allerlei zaken die te maken hebben met aansprakelijkheid voor schade. Ik ben daar in 2011 komen werken en al snel namens de verzekeraars in de Raad van Toezicht en Advies terecht gekomen. Voor die tijd wist ik niet veel van asbest, anders dan wat je wel eens las in de krant. Ik kende het instituut ook eigenlijk niet. Je kunt wel stellen dat ik onder de indruk ben gekomen van de tragiek en de problematiek van de asbestslachtoffers en de belangrijke taak die het IAS vervult. Dat ik er nu bij betrokken ben geeft voldoening, je bent op een of andere manier toch heel maatschappelijk bezig. Ik ben erbij gekomen op een moment dat zich een interessante ontwikkeling voordeed, namelijk de uitbreiding van de werkingssfeer van het IAS met asbestose. Net als de andere convenantpartijen die bij de oprichting van het IAS betrokken waren, staan wij als verzekeraars achter de plannen om ook voor deze groep slachtoffers iets te gaan doen. Dat is een goede zaak, want die mensen kunnen dan straks ook een uitkering krijgen, zonder dat er allerlei ‘juridisch getouwtrek’ aan te pas komt. Hoe het er precies uit komt te zien, is nog niet helemaal duidelijk. Het zal vergelijkbaar zijn met wat nu al geregeld is voor mesothelioom, maar er zal waarschijnlijk gewerkt gaan worden met verschillende bedragen. Een belangrijk onderscheid met mesothelioom is, dat er nogal wat verschillen zijn in de mate waarin men aan asbestose lijdt. Sommige slachtoffers kunnen er redelijk goed mee leven, andere zijn tot vrijwel niets meer in staat. Het ligt dan niet voor de hand om te werken met vaste bedragen die voor ieder slachtoffer hetzelfde zijn. Over de verdere invulling van de regeling wordt nu overlegd door het IAS en SZW. Ik hoop dat de uitbreiding van de huidige regeling met asbestose in 2013 een feit is. We zijn voorlopig dus nog niet van de asbestzaken af en er is nog steeds ontwikkeling in de wijze waarop we tegen de problematiek aankijken. Niet alleen door de uitbreiding van de werkingssfeer van het IAS naar asbestose, maar bijvoorbeeld ook door ontwikkelingen in de jurisprudentie. Zo zijn er een paar recente arresten van gerechtshoven, waarbij is beslist dat werkgevers die vanaf 1949 geen beschermende maatregelen hebben getroffen, geen beroep mogen doen op verjaring. Het zijn uitspraken die een belangrijke impact kunnen krijgen. Niet alleen voor verzekeraars, maar ook voor werkgevers die niet verzekerd zijn (en zelf de schade moeten dragen) en natuurlijk voor de slachtoffers. Het IAS is voor verzekeraars bij de afhandeling van schadeclaims overigens een uitermate prettige partij om mee samen te werken. Je kunt er als verzekeraar vanuit gaan, dat als er een claim binnenkomt vanuit het instituut, dat daar goed naar gekeken is. Daar hechten verzekeraars enorm veel waarde aan.’
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
31
Financieel verslag over 2012 Jaarrekening Balans (bedragen in euro’s) (Voor resultaatverdeling) Activa Onderhanden werk Debiteuren Belastingen en sociale premies Overige vorderingen Overlopende activa Vorderingen en overlopende activa
31-12-2011
186.372
157.764
127.559 8.936 237.986 38.506
53.126 11.742 240.519 36.634 412.987
342.021
Liquide middelen
381.603
569.668
Totaal activa
980.962
1.069.453
31-12-2012
31-12-2011
Passiva Eigen vermogen Bestemmingsfonds
300.000
300.000 300.000
300.000
0
0
Kortlopende schulden en overlopende passiva Subsidie SZW Subsidie Defensie (R&D) Algemene projectreserve
2.180 240.239 26.200
70.835 340.239 26.200
Crediteuren Belastingen en sociale premies Overlopende passiva
108.166 5.334 298.843
61.442 5.038 265.699
Totaal passiva
980.962
1.069.453
Langlopende schulden
32
31-12-2012
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Winst- & verliesrekening (bedragen in euro’s) 31-12-2012 Gefactureerde omzet Mutatie onderhanden werk Netto omzet
665.355 28.608
31-12-2011 631.305 -20.261
693.963
Uitvoeringskosten Mutatie nog te besteden kosten Kostprijs van de omzet
1.136.988 25.840
Brutomarge Personeelskosten Inhuurkosten Overige algemene kosten Overige bedrijfskosten
611.044 1.178.234 -23.838
1.162.828
1.154.396
-468.865
-543.352
-184.739 -103.719 -146.300
-175.108 -103.418 -157.720 -434.758
-436.246
-903.623
-979.598
Financiële baten en lasten
9.056
12.722
Resultaat voor subsidies
-894.567
-966.876
Bedrijfsresultaat
Incidentele baten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
0 894.567
74.382 892.494 894.567
966.876
0
0
33
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat Tenzij in het navolgende anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden
Toelichting op de balans Onderhanden werk De waardering van het onderhanden werk geschiedt aan de hand van ervaringscijfers. Er wordt bepaald hoeveel procent van de afgesloten dossiers heeft geleid tot een verhaalbare opbrengst. Het gemiddelde percentage voor de jaren 2000 tot en met 2007 is berekend op 44,7%. Als gevolg van de nieuwe overeenkomst met BSA en de neergaande trend van het slagingspercentage in de afgelopen jaren is vanaf 2007 voorzichtigheidshalve een slagingspercentage gehanteerd van 40% (werkelijk percentage 2012: 42,58%). Het op basis van dit percentage berekende aantal lopende dossiers, vermenigvuldigd met het bijbehorende tarief, resulteert in de opbrengstwaarde van de nog te factureren omzet. Hierbij is rekening gehouden met een gemiddelde voortgang van de onderhanden dossiers van 50%. Het aantal dossiers in behandeling is van 230 dossiers ultimo 2011 gestegen tot 262 dossiers ultimo 2012, waarvan 20 dossiers op grond van de TNS-regeling niet zullen leiden tot een verhaalbare opbrengst. De berekening van de opbrengstwaarde is als volgt: • 1 dossier
* € 3.700 *40% * 50% = € 740 (tarief dossiers 2010)
• 21 dossiers
* € 3.760 *40% * 50% = € 15.792 (tarief dossiers 2011)
• 220 dossiers
* € 3.860 *40% * 50% = € 169.840 (tarief dossiers 2012)
Totaal
€ 186.372
Vorderingen en overlopende activa De post vorderingen en overlopende activa is als volgt opgebouwd: 34
31-12-2012 Debiteuren Omzetbelasting Vergoeding uitvoeringskosten SVB Vooruitontvangen SVB Overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
127.559 8.936 894.567 -656.581 38.506
31-12-2011 53.126 11.742 892.494 -651.975 36.634
412.987
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
342.021
In het debiteurensaldo is een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen ad € 12.381 (2011: € 23.541). De overlopende activa bestaat uit opgebouwde rente op banktegoeden (€ 1.809), nog te factureren omzet (€ 23.060) en vooruitbetaalde verzekeringspremies (€ 9.137).
Liquide middelen 31-12-2012 Kas Rabobank rekening-courant Rabobank bedrijfstelerekening Rabobank bedrijfsbonusrekening Totaal liquide middelen
141 33.931 0 347.531
31-12-2011 180 58.719 0 510.769
381.603
569.668
Bestemmingsfonds Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Begin 2004 heeft de directie van het IAS een projectenplan ten behoeve van de besteding van de ontvangen subsidies bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna te noemen: SZW) ingediend. Vervolgens werd door het ministerie van SZW vastgesteld het Instituut een eigen vermogen ad € 300.000 toe te staan. Na opheffing van het IAS en de eventuele afwikkeling van de lopende verplichtingen zal het bedrag ad € 300.000 of het restant hiervan terugvloeien naar het ministerie van SZW. Het verloop van dit fonds is als volgt: 2012 Beginstand Mutatie boekjaar m.b.t. herbestemming Eindstand bestemmingsfonds
300.000 0
2011 300.000 0
300.000
300.000
35
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Kortlopende schulden en overlopende passiva In 2004 heeft het ministerie van SZW het IAS akkoord gegeven op het ingediende projecten bestedingsplan, welke door de directie van het IAS is ingediend. In november 2008 is een Medisch Onderzoeksprogramma (MOPI) gestart dat in 2012 grotendeels is afgerond.
Subsidies SZW
36
2012
Project IAS monitor Beginstand Af: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
33.583 -33.583 0
Project best practices Beginstand Bij: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
0 6.151 -3.544
Project ODIS Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
31.100 -31.209
Project Asbestblootstellingsregister Beginstand Bij: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
0 33.583 -32.451
Projectreserve SZW Beginstand Af: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
6.151 -6.151 -1.450
Totaal toegewezen subsidies SZW
2011
36.220 0 -2.637 0
33.583
0 0 0 2.607
0
69.700 -38.600 -109
31.100
0 0 0 1.132
0
6.151 0 0 -1.450
6.151
2.180
70.835
Betreffende subsidiegelden dienden volgens de subsidieverstrekking vóór 31 december 2012 te zijn besteed. Een bestedingsvoorstel met betrekking tot de resterende subsidie is vooralsnog niet ingediend.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Subsidies Defensie
2012
2011
Project evaluatie protocol diagnose maligne mesothelioom Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand Project asbestkaart 2 Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand Project onderzoek asbestgerelateerde longkanker Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
100.000 -100.000
100.000 0 0
199.904 0
100.000
199.904 0 199.904
40.335 0
Totaal toegewezen subsidies Defensie
199.904
40.335 0 40.335
40.335
240.239
340.239
Voor deze projecten zullen in 2013 nadere bestedingsvoorstellen worden uitgewerkt. Algemene projectreserve
2012
Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Totaal algemene projectreserve
26.200 0
2011 26.200 0
26.200
26.200
Belastingen en sociale premies De post te betalen belastingen en sociale premies bestaat volledig uit loonheffing.
37
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Overlopende passiva Het saldo ultimo boekjaar is als volgt opgebouwd: 31-12-2012 Nog te besteden kosten onderhanden dossiers Reservering uitvoeringskosten NMP/NVALT Geld derden Overige overlopende passiva Totaal overlopende passiva
207.365 50.000 12.977 28.501
31-12-2011 181.525 50.000 10.136 24.038
298.843
265.699
Bij het bepalen van de nog te besteden kosten van de onderhanden dossiers is rekening gehouden met het feit dat 95% van de onderhanden TAS-dossiers in rekening zullen worden gebracht en de gemiddelde voortgang van de dossiers 50% bedraagt. De berekening is dan als volgt: - 242 TAS dossiers * € 1.700 * 95% * 50% = € 195.415 - 20 TNS dossiers * € 1.195 * 50%
€ 11.950
Totaal
€ 207.365
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Vanaf 1 april 2011 is met BSA een contract aangegaan voor een periode van 3 jaren en 9 maanden, derhalve eindigend op 31 december 2014, waarbij door BSA (achteraf ) op basis van afgewikkelde dossiers wordt gefactureerd. Per 1 september 2011 is er een overeenkomst gesloten om de detacheringovereenkomst tussen de Stichting Instituut Asbestslachtoffers en het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid te verlengen. Deze overeenkomst loopt tot 1 mei 2014 en betreft de loonkosten van de directeur IAS. Deze loonkosten zullen één op één worden doorbelast. Ten slotte heeft het Instituut een huurverplichting, welke minstens zes maanden van te voren moet worden 38
opgezegd. De huurprijs op jaarbasis bedraagt circa € 31.000.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Toelichting op de winst- & verliesrekening Algemeen In de winst- & verliesrekening worden baten en lasten verantwoord die gedurende het boekjaar voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten en toerekenbaar zijn aan het boekjaar.
Netto omzet In 2012 is er een netto omzet gerealiseerd van € 693.963. Dit is € 82.919 hoger dan de omzet in 2011. Dit heeft een aantal oorzaken: -
Van de 411 (2011: 444) afgewikkelde dossiers heeft een hoger percentage (42,58%, 2011: 37,84%) geleid tot een bemiddelingsopbrengst. Dit percentage omvat alle aanmeldingen die tot een TASdossier hebben geleid, inclusief de dossiers waar geen werkgever meer bestaat of geen mesothelioom is gediagnosticeerd.
-
Het aantal onderhanden dossiers is in 2012 met 32 stuks toegenomen (2011: afname van 31). De mutatie in de verwachte opbrengsten is tevens opgenomen in de netto omzet.
De werkzaamheden ten behoeve van complex bovennormatieve schadedossiers worden onder verantwoording van het IAS volledig door de uitvoeringsorganisatie BSA verricht. De kosten worden door BSA, voor rekening en verantwoording van IAS, direct in rekening gebracht bij de verzekeringsmaatschappij. Aangezien de hoogte van de opbrengsten gelijk is aan de hoogte van de kosten is ervoor gekozen om zowel de opbrengsten als de kosten niet in de verlies- en winstrekening te verantwoorden. De hiermede gepaard gaande omzet en kostprijs omzet bedroeg aldus over het afgelopen boekjaar € 136.542. (2011: € 114.483), verdeeld over 22 dossiers (2011: 22).
Kostprijs van de omzet De uitvoeringskosten zijn als volgt opgebouwd: 2012 Uitvoeringskosten BSA Korting BSA Uitvoeringskosten NMP/NVALT Overige uitvoeringskosten Totaal uitvoeringskosten
1.040.085 -43.699 111.118 29.484
2011 1.023.361 0 116.773 38.100
1.136.988
1.178.234
BSA heeft afgezien van de indexering van de tarieven waar zij contractueel recht op zou hebben. Het effect van deze tegemoetkoming is in bovenstaand overzicht als Korting BSA weergegeven. De totale uitvoeringskosten van BSA zijn met name gedaald door een afname van het aantal afgewikkelde TAS dossiers (411, 2011: 444). De werkzaamheden betreffende onderzoek van bovennormatieve materiële schade zijn in 2012 door BSA en door ingehuurde expertisebureaus uitgevoerd. Onder de post “uitvoeringskosten overige” zijn de volgende kosten geregistreerd; • Onderzoeken bovennormatieve materiële schades • Aansprakelijkheidsonderzoeken • Expertise uitgaven betreffende beoordeling asbestzaken • Overig (medisch) advies • Uittreksels Kamer van Koophandel JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
39
Personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten De inhuurkosten zijn de kosten van detachering van de directeur van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers, evenals de kosten ten behoeve van managementondersteuning bij het Instituut. De opbouw is als volgt: 2012 Personeelskosten Detacherings- & overige kosten m.b.t. inhuur personeel
184.739
2011 175.108
103.719
103.418 288.458
Voorlichting Kosten juridische vraagstukken Huisvestingskosten Bestuurskosten Administratiekosten Overige algemene kosten
21.922 215 33.402 28.083 15.835 46.843
Totaal personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten
278.526 20.001 3.882 31.730 29.778 16.805 55.524
146.300
157.720
434.758
436.246
Het IAS heeft in 2012 twee medewerkers in dienst, waarvan één bureausecretaris en één senior beleidsmedewerker. Daarnaast is in de loonadministratie van 2012 een supplement van de loonkosten en onkostenvergoedingen van de directeur van het Instituut opgenomen. De gehele administratie wordt door een derde partij uitgevoerd en in de financiële administratie van het Instituut opgenomen. De loonkosten zijn voornamelijk gestegen door de uitbetaling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 van vakantiegeld over het supplement van de directeur van het IAS (incidenteel effect: € 4.115). De kosten voor voorlichting in 2012 betreffen de productie van het jaarverslag en organisatie van bijeenkomsten. De bestuurskosten betreffen met name de vergoedingen, welke op kwartaalbasis aan de bestuursleden 40
en de voorzitter van de RTA van het Instituut worden uitgekeerd. De daling van de overige algemene kosten is met name het gevolg van de lagere dotatie aan de voorziening voor dubieuze debiteuren (€ 7.660, 2011: € 14.291).
Financiële baten & lasten 2012 Bankkosten en provisie Ontvangen bankrente Totaal financiële baten en lasten
-284 9.340
2011 -312 13.034
9.056
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
12.722
Vergoeding uitvoeringskosten IAS door SVB In 2012 is er door de SVB een voorschot aan het Instituut uitbetaald ad € 656.581. De SVB zal het tekort voor de daadwerkelijke uitvoeringskosten nog aanvullen. 2012 Verrekening uitvoeringskosten met voorschotten SVB Tekort uitvoeringskosten Te ontvangen van de SVB
656.581
2011 651.975
-894.567
-892.494 -237.987
-240.519
Verdeling TNS- en TAS-regeling In de jaarrekening van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers zijn de kosten welke gemaakt zijn ten behoeve van de TNS-regeling volledig meegenomen. Naast de direct toerekenbare kosten wordt voor de overige kosten een verdeling gemaakt op basis van het aantal afgewikkelde dossiers van TAS (411 stuks) respectievelijk TNS (130 stuks). Een uitsplitsing van de winst- en verliesrekening tussen TNS- en TAS-regeling is als volgt: TNS
TAS
Totaal
31-12-2012
31-12-2012
31-12-2012
Gefactureerde omzet
0
665.355
Mutatie onderhanden werk
0
28.608
Netto omzet
0
Uitvoeringskosten Mutatie nog te besteden kosten
905.960
0
25.840
Brutomarge
28.608 693.963
231.028
Kostprijs van de omzet
665.355 693.963 1.136.988 25.840
231.028
931.800
1.162.828
-231.028
-237.837
-468.865
Personeelskosten
-44.392
-140.347
-184.739
Inhuurkosten
-24.923
-78.796
-103.719
Overige algemene kosten
-35.156
-111.144
-146.300
Overige bedrijfskosten
-104.471
-330.287
-434.758
Bedrijfsresultaat
-335.499
-568.124
-903.623
Financiële baten en lasten
2.176
6.880
9.056
Resultaat voor subsidies
-333.323
-561.244
-894.567
Incidentele baten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
0
0
0
333.323
561.244
894.567
333.323
561.244
894.567
0
0
0
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
41
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de directie van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers Wij hebben de jaarrekening 2012 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst-en-verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met de door de Stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de Grondslagen voor waardering en bepaling van resultaat van de toelichting van de jaarrekening. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de Stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel is de jaarrekening 2012 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers, in alle van materieel belangzijnde aspecten, opgemaakt in overeenstemming met de door de Stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de Grondslagen voor waardering en bepaling van resultaat op pagina 4 van de toelichting van de jaarrekening. 42
Beperking in gebruik en verspreidingskring De basis voor financiële verslaggeving betreft de door de Stichting gekozen en gehanteerde grondslagen. Dit doet geen afbreuk aan ons oordeel. De jaarrekening 2012 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers en onze controleverklaring daarbij zijn daarom uitsluitend geschikt voor het bestuur en de Sociale Verzekeringsbank en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Den Haag, 24 januari 2013 Ernst & Young Accountants LLP W. Flikweert AA/CA
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Missie, taken en werkwijze Instituut Asbestslachtoffers (IAS) Missie Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) is op 10 maart 1999 opgericht door het Comité Asbestslachtoffers, FNV, CNV, MHP, VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, Verbond Sectorwerkgevers Overheid en Verbond van Verzekeraars. Dit op basis van het Convenant Instituut Asbestslachtoffers, dat naast bovengenoemde organisaties, op 23 november 1998 mede ondertekend werd door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie. Het Convenant omvat afspraken die gericht zijn op de versnelling van de procedures met betrekking tot schadeclaims van asbestslachtoffers met de ziekte maligne mesothelioom. De missie van het IAS is de in het Convenant verankerde procedures zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit door het uitoefenen van vier hoofdtaken: advies, bemiddeling, voorlichting en onderzoek.
Taken van het IAS Advies Mensen met de ziekte mesothelioom kunnen via het IAS een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming van € 18. 626,-*. Het IAS gaat met hen na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). De SVB beslist vervolgens om wel of niet de tegemoetkoming toe te kennen en te betalen. Bemiddeling Het IAS bemiddelt ook tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers of hun huisgenoten over het betalen van een schadevergoeding. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Comité Asbestslachtoffers, organisaties van werkgevers en werknemers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Het IAS heeft als doel deze schadeclaims zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit geldt zowel voor de bemiddeling zelf als voor het hieraan voorafgaande medische en arbeidshistorische onderzoek. De hiermee samenhangende kosten worden bij werkgevers en verzekeraars in rekening gebracht. Voor slachtoffers is de dienstverlening van het IAS daardoor altijd kosteloos. Wel is het van het allergrootste belang zo snel mogelijk de (ex-)werkgever per aangetekende brief aansprakelijk te stellen. Hiervoor kan de aanvrager de tekst van een door het IAS beschikbaar gestelde voorbeeldbrief gebruiken. De (ex-)werkgever of diens verzekeraar betaalt standaard een schadevergoeding van € 59.536,-*. Voorlichting Het IAS vervult een verwijs- en voorlichtingsfunctie voor asbestslachtoffers, werkgevers, verzekeraars en intermediaire organisaties. Via jaarverslagen, brochures, rapporten, de IAS-website (www.asbestslachtoffers.nl), elektronische nieuwsbrief en de Asbestkaart (www.asbestkaart.nl) wordt hieraan invulling gegeven. Onderzoek Het IAS verricht medisch en juridisch onderzoek.
Werkwijze van het IAS 1. Aanmelding De aanvrager meldt zich aan bij het IAS: telefonisch (079-750 71 50), met de antwoordkaart uit de brochure of per e-mail (info @asbestslachtoffers.nl). De medewerker van het IAS vult telefonisch samen met de aanvrager de aanvraagformulieren in. In een tweede gesprek gaat het IAS met de aanvrager na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden. Dat kan telefonisch of bij de aanvrager thuis. Het IAS stuurt daarna de ingevulde formulieren toe. De aanvrager controleert ze en stuurt ze direct ondertekend terug. Ook machtigt hij/zij het IAS om medische informatie op te vragen en de SVB om eventuele schade via de rechter te verhalen. 2. Tegemoetkoming Het IAS vraagt het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP) om bevestiging van de bij de aanvrager gestelde diagnose maligne mesothelioom. Daarna adviseert het IAS de SVB om wel of niet de tegemoetkoming te betalen. Beslist de SVB positief, dan ontvangt de aanvrager € 18.626,-*. Het IAS en de SVB streven ernaar de procedure voor de tegemoetkoming binnen twee maanden af te ronden. 3. Schadevergoeding Als de aanvrager bij een werkgever aan asbest is blootgesteld, stelt hij/zij deze per aangetekende brief aansprakelijk. Hiervoor kan de voorbeeldbrief gebruikt worden die het IAS beschikbaar stelt. Het IAS onderzoekt daarna of de (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade en bemiddelt vervolgens tussen de aanvrager en de (ex-)werkgever of zijn verzekeraar. Als de werkgever of verzekeraar aansprakelijkheid aanvaardt, ontvangt de aanvrager een schadevergoeding van € 59.536,-*. Het IAS streeft ernaar het gehele traject binnen zes maanden af te ronden. * Genoemde bedragen voor schadevergoeding en tegemoetkoming gelden voor 2012 en worden jaarlijks geïndexeerd.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
43
Summary This report for 2012 gives a brief account of the twelfth operational year of the Dutch Institute for Asbestos Victims (IAS). The IAS advises the Social Insurance Bank (SVB) on entitlement to compensation for asbestos victims suffering from mesothelioma. The IAS also mediates between current and former employers and employees about the payment of compensation. The IAS was set up for these purposes in 1999 by employers’ and employees’ organisations, the Asbestos Victims Committee, the Association of Insurance Companies and the government. The Institute has three main tasks: -
to advise the SVB with respect to claims under the Asbestos Victims Compensation Scheme (TAS scheme) and the Compensation Scheme for Victims of Non-work-related Mesothelioma (TNS scheme). The compensation amount is € 18,626 for each scheme;
-
to mediate between asbestos victims with mesothelioma and their employers or former employers to secure compensation for health damage. The standard amount in 2012 was € 59.536;
-
to increase knowledge and provide information on the subject of asbestos and health damage.
Results of mediation and advice In 2012, the IAS started processing 578 claims, and 546 claims were settled. In the 13 years up to the end of 2012, the IAS took on 5834 claims, and succeeded in settling 5567. In 2012, 403 assessment decisions under the TAS scheme and 130 under the TNS scheme were sent to the SVB. Of these, 469 (88%) recommended the award of compensation: 349 (74.4%) awards under the TAS scheme and 120 (25.6%) under the TNS scheme. Since the introduction of the TAS scheme in 2000, and the TNS scheme in December 2007, a total of 3814 people have received financial compensation in the form of an advance payment or a lump-sum payment following a positive recommendation by the IAS. Mediation cases for employees or housemates which were completed in 2012 resulted in 63.7% of clai-mants receiving full compensation.
Other events in 2012 - Symposium The IAS in 2012: on 26 January, the Prof. Job de Ruiter prize was awarded for the second time. The winner this time was TNO researcher Jan Tempelman, who has been carrying out significant work in the field of asbestos for some years. Prior to the award ceremony itself, a brief symposium was held under the title Het IAS anno 2012. - 2012 saw the completion of the IAS Medical Research Programme (MOPI). Researcher Sjoukje van der Bij was awarded a PhD on 6 December for research work carried out under MOPI, resulting in a 44
dissertation entitled: “malignant mesothelioma and asbestos-related lung cancer; diagnosis, prognosis and burden”. - In collaboration with the SVB, the IAS Monitor on the IAS website was updated and extended. Using interactive flash elements, the monitor shows figures relating to asbestos use and the development of malignant mesothelioma in the Netherlands as well as in the rest of the world, and relevant characteristics for asbestos victims such as profession or employment sector. The most common professions are carpenter and mechanic, and the most important sectors are the building trade, fitting and installation, and the industrial sector. With a view to follow-up research, the data shown provided input for a Round Table discussion between asbestos experts which took place on 22 August.
JAARVERSLAG 2012 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2012: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op 31 december 2012. Bron: Sociale Verzekeringsbank, L. van Eekelen, maart 2013
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 - 349 97 54 Fax: 070 - 349 97 96 e-mail:
[email protected]
Uitvoering: Bredewater 6 Postbus 684 2700 AR Zoetermeer Telefoon: 079 750 71 50 Email:
[email protected]