0
INHOUDSTAFEL Persbericht ............................................................................................................................................................ 2 Tekst Curatoren .................................................................................................................................................... 5 Officieel Programma van het Griekse Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie ................... 18 26.01.2014 : Mediterranean Desert ......................................................................................................... 18 04.03.2014 > 09.03.2014: New Greek Cinema ...................................................................................... 18 Focus On Greece : Programma BOZAR .....................................................................................................r19 Praktische Informatie ........................................................................................................................................ 20 Contactgegevens Persdienst.............................................................................................................................. 21
1
PERSBERICHT
Nautilus. Navigating Greece De tentoonstelling brengt een 100-tal historische werken en artefacten bijeen en belicht de rijke Griekse cultuur en beschaving door de eeuwen heen. Deze uitzonderlijke selectie, waarvan de meeste werken voor het eerst buiten Griekenland te bewonderen zijn, wordt aangevuld met hedendaagse kunst. 24.01 > 27.04.2014
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Culturele interacties in het Middellandse Zeegebied vormen een rode draad in het meerjarig tentoonstellingsprogramma van BOZAR. In 2012 voerde Mapping Cyprus. Crusaders, Traders and Explorers o.a. het Frankische rijk van de Lusignans op. In het najaar 2014 volgt een tentoonstelling over de invloed van Byzantijnse schilderkunst op de schilderschool van Siena. En in het voorjaar 2015 staat het Ottomaanse Rijk centraal, gezien door de ogen van kunstenaars uit de renaissance. Het antieke Griekenland mocht vanzelfsprekend niet in dit Europese verhaal ontbreken.
Naar aanleiding van het Griekse Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie organiseert het Paleis voor Schone Kunsten dit voorjaar Focus on Greece, een multidisciplinair programma rond Griekenland. Centraal staat Nautilus. Navigating Greece, in samenwerking met de Griekse Ministeries van Buitenlandse Zaken en van Cultuur en Sport . De tentoonstelling schetst de nauwe band tussen de Grieken en de Middellandse Zee door de eeuwen heen. Aan de hand van zeven thema’s maakt het publiek kennis met de rijke Griekse cultuur en geschiedenis, die mee aan de wieg stonden van de Europese samenleving. Onderwerpen als de natuur, identiteit, religie, handel, immigratie, politiek en mobiliteit komen doorheen het parcours aan bod. De tentoonstelling bevat een 100-tal historische werken en artefacten (bronzen en marmeren sculpturen, aardewerk… ) uit meer dan 30 Griekse musea. Veel van deze werken worden nu voor het eerst buiten Griekenland getoond. Nautilus overspant de periode vanaf de Cycladische kunst (3000 v.C.) en loopt via de Minoïsche, Myceense, Archaïsche en Klassieke periode tot de Grieks-Romeinse beschaving. De historische s tukken worden verder aangevuld met foto’s, schilderijen, installaties en videokunst van 20 hedendaagse Griekse kunstenaars (Nikos Alexiou, Alexandra Athanasiadis, Lizzy Calliga, Vlassis Caniaris, Giorgis Gerolympos, Stratos Kalafatis, Katerina Kaloudi, Afroditi Liti, Nikos Markou, Sokratis Mavrommatis, Aemilia Papafilippou, Rena Papaspyrou, Eftichis Patsourakis, Mary Schina, Marios Spiliopoulos, Spyros
Afbeelding 3
2
Staveris, Leonidas Toumpanos, Stratis Vogiatzis, Manolis Zacharioudakis et Opi Zouni).
Een reis door de tijd Tijdens de tentoonstelling worden zeven thema’s belicht. Historische en hedendaagse kunstwerken wisselen elkaar af en vormen zo een reis doorheen de tijd. Deze reis begint vanzelfsprekend met de “Genesis”-zaal en met een installatie van Aemilia Papafilippou die een baarmoeder of het begin van het leven voorstelt. Met het thema “Ecologie” wordt het accent gelegd op de interactie tussen de mens en zijn omgeving. Deze wordt ook duidelijker door artefacten uit de Cycladische periode en werken van Katerina Kaloudi . De artieste reisde rond op de Cycladen en fotografeerde er details van stenen en rotsen. Deze vergrotingen lijken op gefossiliseerde bossen en belichten de complexe relatie tussen mens en natuur.
Afbeelding 4
In de “Zeeroutes”-zaal wordt de bezoeker ondergedompeld in de Minoïsche en de Myceense beschavingen. Bevolkingen, producten en ideeën die via maritieme wegen in beweging komen, staan hier centraal. Deze problematiek kent Stratis Vogiatzis maar al te goed. Vier jaar lang trok hij door Griekenland, Turkije, Italië, Spanje, Egypte en Frankrijk en fotografeerde hij er de bijzondere wereld van de vissers of de nietigheid van de mens ten opzichte van de grootsheid van de natuur.
Afbeelding 5
Afbeelding 6
De Archaïsche periode wordt dan weer uit de doeken gedaan met de mythische Odysseus. De wil om de zeeën en de wereld te verkennen mag dan al millennia geleden ontstaan zijn, de foto’s van Leonidas Toumpanos bewijzen dat dit verlangen nog steeds actueel is. In de luchthaven van Athene fotografeert hij immigranten uit Pakistan, Bangladesh en Marokko, die al dan niet klaarstaan om naar hun land van herkomst terug te keren.
3
Een tentoonstelling over Griekenland kan natuurlijk niet zonder het legendarische Athene, bron van rijkdom en macht. De beelden van Alexandra Athanasiadis bestaan uit houten wrakstukken van gestrande boten en vormen een opvallende tegenstelling met de marmeren bustes van weleer. Van de zaal “Hegemonie” loopt men door naar “Oecumene” (in de oorspronkelijke Griekse betekenis van “de bewoonde wereld”). Macedonië en Alexander de Grote staan er centraal. Hier valt het werk van Eftichis Patsourakis op. De kunstenaar plaatst zeelandschappen van anonieme schilders naast elkaar, die op deze manier één horizon vormen. Met zijn creatie stelt hij concepten als het collectivisme en de multiculturele vermenging in vraag.
Afbeelding 7
In de laatste zaal vindt de toeschouwer alle bovengenoemde periodes terug, via onderwerpen alsreligie, rituelen en maritieme mythes. Marios Spiliopoulos brengt een eigen versie van het volksgeloof van de zeelui van het eiland Syros, die op de rotsen schreven voor ze aan boord gingen, in de hoop dat het hen geluk zou brengen. In zijn werk worden zowel antieke als 13-de eeuwse byzantijnse opschriften vervat, die steeds naar verschillende benamingen voor “God” verwijzen. Op deze manier analyseert hij de diachronische waarde van het geloof.
Credits : Image 1 Mary Schina, 'Aegean Sea Odes', 2006, installation (detail), courtesy of the artist and the Macedonian Museum of Contemporary Art, Thessaloniki Image 2 The Fisherman fresco, 1600-1500 B.C., Archaeological Museum of Thera Courtesy: Hellenic Ministry of Culture and Sports/General Directorate of Antiquities and Cultural Heritage/ Archaeological Museum of Thera Image 3 Clay rhyton (ritual vessel) from the Palace of Phaistos, 1500-1450 B.C., Archaeological Museum of Herakleion (Inv. P 5832). Courtesy: Hellenic Ministry of Culture and Sports/General Directorate of Antiquities and Cultural Heritage/Archaeological Museum of Herakleion Image 4 Κaterina Κaloudi, «Reflections and Spiritual Fields », photo series, courtesy of the artist Image 5 Leonidas Toumpanos, «The return», photo series, variable dimensions, courtesy of the artist
Image 6 Gold leaf cut-out in the shape of an octopus, 1600-1500 B.C., Athens, National Archeological Museum. Courtesy: Hellenic Ministry of Culture and Sports/General Directorate of Antiquities and Cultural Heritage/National Archeological Museum Image 7 Eftichis Patsourakis, Horizon, 2011, 4 canvases, 305x72 cm (Total Dimension, courtesy of the artist
4
TEKST CURATOREN “Nautilus: Navigating Greece” INLEIDING Met de Nautilus als gids, een Oudgrieks woord dat “zeeman” betekent, maar terzelfdertijd ook de poliepslak met een platte, spiraalvormige schelp (in het Grieks ook Argonaut van de Middellandse Zee genoemd), reist de bezoeker in een tentoonstelling die gewijd is aan de zee en aan Griekenland. Want Griekenland betekent “zee”, de zee die op beslissende manier heeft bijgedragen tot de totstandkoming van de beschavingen die zich, vanaf de verste prehistorie, ontwikkeld hebben rond de kusten en de eilanden van de Egeïsche archipel en de Ionische Zee. De tentoonstelling onderneemt een poging om de politieke, economische, sociale en culturele fenomenen te duiden waarin de zee eeuwenlang een doorslaggevende rol gespeeld heeft, ook na het einde van de Oudheid, in de traditionele samenlevingen van de Middellandse Zee. Vandaag wijzigt die rol zich snel, omdat de postindustriële, digitale en ruimere geopolitieke omgeving tot een nieuwe invulling van de geografische en ruimtelijke gegevens leidt, en nieuwe omstandigheden en culturen creëert. Concepten als ecologie, mobiliteit, communicatie, avontuur, hegemonie, maar ook osmose en eenmaking, die met de zee samenhangen, verbinden de haltes van een traject dat zijn hoogtepunt vindt in de metafysische hoedanigheid van de zee, en in de religiositeit en de spiritualiteit waarvan onze relatie met de zee doortrokken is. De luiken zijn zo opgebouwd, dat ze beantwoorden aan concrete periodes, die karakteristiek zijn voor de cultuurgeschiedenis van de Oudgriekse wereld, maar ook aan hedendaagse problemen die rechtstreeks samenhangen met Europa en met het Europese verhaal. De woorden “genese”, “ecologie”, “zeeroute”, “odysseeën”, “hegemonie”, “oikoumene” (‘onze wereld’, de universele bewoonde wereld van de Oudheid) en “geloof” zijn de gidsen aan de hand waarvan we onze thematiek benaderen, in een rondvaart in het Griekenland van gisteren en van vandaag. In het kader dat deze zeven basisconcepten aanreiken, dialogeren de kunstwerken van de Griekse Oudheid, binnen de luiken, met de hedendaagse Griekse kunst. Deze laatste is, zowel op conceptueel als op morfologisch vlak, met de verschillende facetten van de Oudheid verbonden, wat aan de tentoonstelling een actueel karakter geeft. De blik op de Griekse Oudheid in haar lange duur wordt gecombineerd met het Europa en het Griekenland van vandaag. Het heden, zoals wij dat in ons land beleven, wordt weergegeven aan de hand van persoonlijke, sociopolitieke en culturele problematieken, die een periode van transformaties karakterizeren, waarbij de receptie zelf van de Oudheid een bijzondere plaats inneemt. Op deze wijze geeft de behandeling van een thema, dat Grieks, mediterraan maar ons inziens terzelfdertijd ook universeel en tijdloos is, de bezoeker een beeld van het hedendaagse Griekenland. De tentoonstelling is conceptueel opgebouwd, maar behoudt terzelfdertijd ook een chronologische samenhang, omdat elke periode van de Oudheid een concept representeert. Onze onderneming vertrekt van de eerste reizen in de prehistorische Cycladen, vervolgt haar weg langs de zeeroutes van Minoïsch Kreta, doorklieft zijn opvolger, de Myceense wereld, omvat de odysseeën van de periode van de kolonisatie, vindt haar bekroning in de periode van de hegemonie van Athene, en komt tot haar einde in de hellenistische oikoumene (‘onze wereld’, de universele bewoonde wereld). Dit betekent uiteraard niet dat de concepten hun betekenis zouden verliezen in de loop van de geschiedenis. Wat de verschillende periodes van de Oudheid betreft werd onze methodologische keuze op de eerste plaats bepaald door de beperkte expositieruimte, die het niet mogelijk maakt het voor een volledige illustratie nodige materiaal op te stellen. Het zou tot wetenschappelijke oververeenvoudiging geleid hebben indien we toch besloten hadden om in detail de functie van de specifieke concepten in het geheel van de verschillende periodes aan te tonen. Een andere - even belangrijke - motivatie is het 5
karakter zelf van de tentoonstelling, die zich situeert in het brede veld van de cultuurgeschiedenis, zowel die van de Oudheid als de hedendaagse die nu aan het optreden is. Het principe achter de keuze van de hedendaagse werken van de tentoonstelling is dat ze de existentiële relatie van de mens met de zee en het water illustreren, zowel op het vlak van menselijke activiteiten als van archetypische symbolen en van esthetisch zoeken. Terzelfdertijd is het de bedoeling bij te dragen tot de dialoog met de archeologische voorwerpen, enerzijds door de thematische convergentie op basis van gemeenschappelijke diachronische concepten te belichten, en anderzijds door met de opstelling in de ruimte de historische en chronologische structuur van de archeologische presentatie te doorkruisen, naar aanleiding van gemeenschappelijke morfologische en pictografische verhalen. Deze museologische keuze wordt voor de eerste keer op zo’n schaal gemaakt in het kader van een rondreizende tijdelijke tentoonstelling van het Griekse Ministerie van Cultuur, dat gewoonlijk tentoonstellingen met een zuiver archeologisch karakter organiseert, met de nadruk ofwel op een specifieke periode van de Oudheid, ofwel op de evolutie van een deelthematiek in de tijd. Ook al leidt ze wellicht tot verlies in analytische precisie, toch willen we geloven dat onze keuze tot winst leidt op het vlak van het begrip van de fenomenen, doordat ze gisteren en vandaag met elkaar in verband brengt, commentariëert en contrasteert. Bovendien ontwikkelt zich de laatste decennia een sterke internationale tendens om de relatie tussen Oudheid en heden te herdefiniëren, zowel in het kader van collectievorming als in dat van tijdelijke tentoonstellingen. In ons project wordt de dialoog van het culturele erfgoed met de hedendaagse creatie op drie niveaus gerealiseerd: conceptueel, morfologisch, maar ook museografisch. De confrontatie van de hedendaagse werken met de antieke objecten gebeurt zonder vooroordelen, in termen van synthese, als een brug in de tijd tussen verleden en heden. De specifieke dialectische benadering toont ons inziens aan dat de gepresenteerde kunstwerken van de verschillende periodes vitaliteit, existentiële onrust en nabijheid tot het leven delen. Ze wijst er eveneens op dat we ons kunnen baseren op hedendaagse artistieke creatie om historische werken te kunnen “lezen” en interpreteren, maar ook om ze opnieuw te bevragen. Het verband tussen de kunst van het verleden en die van het heden wordt niet gezien als éénrichtingsverkeer, maar als wederkerig. De belangrijke werken die vandaag gecreëerd worden kunnen ongetwijfeld mee richting geven aan ons inzicht, om de kunst van het verleden dieper te doorgronden. Aan de hand van een op voorhand bepaald traject in de ruimte worden tijdelijke verbanden gelegd en komen onverwachte ontmoetingen en convergenties tot stand, maar ook meervoudige lagen van lectuur in verband met identiteit en historisch geheugen, collectief en individueel. De tentoonstelling kan in dat geval werken als een “archeologie van de zee”, in de Foucaultiaanse betekenis van analyse van het archief van wat gezegd is over de zee. Een onderzoek naar de herinnering, een verkenning van de processen van bemiddeling en van feed-back, die gelaagde betekenissen genereert. Het is evident dat we met dit specifieke “essay” niet proberen een of andere interpretatie op te leggen. Er zijn trouwens heel wat hedendaagse werken die we hadden kunnen opnemen in deze tentoonstelling, indien de beperkingen van verschillende aard (qua ruimte, tijd en financiën) ons dat toegelaten hadden. Maar deze beperkingen bepaalden van meet af aan het domein van onze interventie, voor een tentoonstelling die buiten Griekenland plaatsvindt. Overigens waren we aanvankelijk zinnens ook andere conceptuele domeinen te dekken, zoals “kennis” en “inspiratie”, die een naar onze mening belangrijke bijdrage hadden geleverd tot het eindresultaat. Zoals boven al geïmpliceerd werd gaan onze keuzes niet over kunstenaars maar over werken, die passen in een op voorhand vastgelegd concept, dat evenzeer de archeologische objecten als de hedendaagse kunst moet dekken. De dialoog van het antieke met het hedendaagse is een moeizame onderneming, een experiment, waarover de meningen uiteraard uiteenlopen. Onze benadering is gebaseerd op de pictografische en 6
iconologische analyse van de antieke objecten en de kunstwerken, parallel met archiefonderzoek en een actief curatorschap m.b.t. de hedendaagse creatie, in nauwe samenwerking met de kunstenaars die aan de tentoonstelling deelnemen. Overigens worden in de huidige digitale tijd niet alleen de grenzen van wat kunst is uitgebreid, maar geleidelijk wordt ook de in het verleden vaak felle scheiding tussen wat we “cultureel erfgoed” en “hedendaagse creatie” noemen opgeheven. Het erfgoed wordt hoe langer hoe hedendaagser en terzelfdertijd hoe langer hoe actueler: alles is nu potentiëel erfgoed. De tentoonstelling zelf is een efemere collectie die bestaat uit 92 kunstwerken, in bruikleen gegeven door 29 openbare archeologische musea van het hele land evenals door het Museum van Cycladische Kunst, maar ook werken van 24 hedendaagse kunstenaars uit collecties van musea, van kunstenaars en van particulieren, waaronder twee nieuwe speciale ‘site specific’ producties en een fotothemanummer. De werken die voor presentatie in de tentoonstelling voorgesteld worden zijn afkomstig uit verschillende tendenzen en stromingen van de Griekse beeldende kunst van de laatste jaren. Ze omvatten artistieke creaties die een breed spectrum van expressieve middelen en technieken bestrijken, van fotografie en schilderkunst, gravures, visuele en akoestische effecten en video-art tot sculpturale installaties. Even groot is de variëteit van kunstwerken uit de Oudheid: marmeren beeldjes en sculpturen, aardewerken vazen, zegelringen, muurschilderingen, munten en epigrafische monumenten, evenals voorbeelden van zilver- en goudsmeedkunst, vormen een rijk geheel van stukken uit verschillende streken van de Griekse wereld, die een ruime periode van 3200 tot de tweede eeuw n.Chr. dekken. I.
GENESE
De rondvaart in de tentoonstelling begint bij het luik “Genese”. De hedendaagse mariene biologie beschouwt de zee als matrix van het leven, omdat de meeste levende organismen in het milieu van de zee bevrucht worden en er zich ontwikkelen. Zo verwijst het werk van Emilía Papafilíppou met als titel “Zeetestament Schaakcontinuum” naar de generatieve krachten die zich ontwikkelen in de dialectiek van het universum en de permanente instabiliteit als een voortdurende creatieve actie. Het fantastische milieu dat ze creëert verwijst naar de dieptes van de zee of naar vruchtwater, in Afbeelding 1 een kosmologisch landschap van elkaar aanvullende tegengestelden, waaruit elke vorm van leven voortkomt. De installatie van Papafilíppou fungeert als begin en als einde van de tentoonstelling, die het eerdere met het latere verbindt, de geboorte met de dood. Ze symboliseert de verandering, de opleving na het einde, de transformatie, het punt van overgang naar de voortdurende cyclus van het leven. Dezelfde opvatting over het verband tussen het vloeibare element, meer in het bijzonder het zilte zeewater, en het begin van de wereld, genese en schepping probeerden ook de Presokratische filosofen met hun eerste wetenschappelijke kosmologieën uit te drukken, vanaf het einde van de zevende eeuw v.Chr. Volgens Thales is water het begin van alles; de aarde vormt een schaal die omringd wordt door het water van de Oceaan. Herakleitos van zijn kant verbindt water met instabiliteit en situeert het in de continuïteit van een voortdurende cyclische mutatie van de elementen van de natuur, die ontketend wordt door vuur als energie, waarin de tegengestelden, zee en aarde, elkaar afwisselen. Voor hedendaagse Grieken echter geven de woorden van de dichter Odysséas Elytis, in “Axion Esti”, misschien het duidelijkst de genese van de Griekse archipel weer: “Toen sprak zij en de zee ontstond En ik zag en stond in bewondering En midden in de zee zaaide zij kleine werelden naar mijn beeld en gelijkenis: Stenen paarden de manen rechtop
7
en windstille amforen en gewelfde ruggen van dolfijnen Ios Síkinos Sérifos Mílos”. (Vert. Guido Demoen)
II.
ECOLOGIEËN
In het tweede luik van de tentoonstelling, gewijd aan “Ecologieën”, wordt de totstandkoming van de eerste beschavingen op deze eilanden onderzocht. De relatie van levende organismen met het bezielde en onbezielde milieu en vooral de veelzijdige wisselwerking tussen mensheid en milieu vormt de fundamentele as in de benadering van de Archipel. De dominerende opvatting in de Oudheid, die door de geograaf Strabo in zijn Geografie (2.5.17) geregistreerd wordt, dat nl. de zee “de contouren van het land definiëert en het zijn vorm geeft, door baaien, zeeën, zee-engtes, isthmussen en schiereilanden te vormen”, berust wel op de existentiële relatie van de bewoners van de Egeïsche Zee met de Archipel, vanaf het begin van de Cycladische prehistorie. Op de foto’s van Katerína Kaloúdi geven de geologische formaties en de watermassa’s precies de sculpturaliteit van het Cycladische landschap weer, dat uiteindelijk een organische vorm wordt. Deze specifieke geomorfologie heeft de identiteit en de geschiedenis van zijn bewoners bepaald, die, precies omdat ze op eilanden woonden, zelfbedruipende maar terzelfdertijd ook nauw met elkaar verbonden economieën tot stand brachten. Daarbij maakten ze gebruik van de zeeroutes, en vonden ze een scheepvaartstechnologie uit, waarvan sommige producten gedurende duizenden jaren voortgeleefd hebben in de traditionele samenlevingen van de Egeïsche Zee. De kustvaart langs de kanten kusten van de Cycladen door de eerste avontuurlijke bewoners, en later de oversteek van haven tot haven, in het kader van ruilhandel, vooral van metalen en andere kostbare grondstoffen, leidde al heel vroeg tot het ontstaan van een model van mobiliteit en van Afbeelding 2 netwerking in de Egeïsche ruimte, een model dat ook nu nog, in deze digitale tijd, actueel blijft, al dan niet in de vorm van een utopie. De zee isoleert trouwens evenzeer als ze verbindt, in een permanent proces dat isolement afwisselt met integratie. Parallel daarmee toont de studie van de beschavingen die zich ontwikkeld hebben in het Egeïsche gebied hoe de mens de eilanden vorm heeft gegeven, maar ook hoe tegelijkertijd de eilanden op de mens hebben ingewerkt. Het werk van Giórgos Gryparákis heeft precies betrekking op de levensomstandigheden die vandaag heersen op veel Cycladische eilanden van de zgn. “onvruchtbare lijn” (voor de ferrybootmaatschappijen), waar de afwezigheid van communicatie met de buitenwereld en het gebrek aan tewerkstelling door de hedendaagse reiziger als een Afbeelding 3 onderbreking beleefd wordt, en een gelegenheid tot spiritueel reveil. Het werk loopt uit op de interpretatie van de kunstenaar als een eiland, een zelfbedruipende eenheid, die onophoudelijk creëert in een staat van alertheid die gedicteerd wordt door het isolement van de dagdagelijkse werkelijkheid.
8
En terwijl de prehistorische vaklui met bijzondere sensibiliteit de fascinatie uitdrukten die de wereld van de zee op hen uitoefende, brachten zowel de Cycladische als de Minoïsche beschaving een levenswijze tot stand die gebaseerd was op het idee van coëxistentie met het geheel van de levende wezens, het idee ook van maat en schaal. Deze levenswijze wordt ernstig verstoord door de hedendaagse opvatting van ontspanning en door het toerisme, waarmee heden ten dage de lange Griekse zomer geïdentificeerd wordt, maar ook door de geleidelijke verdwijning van de traditionele eilandgemeenschappen. Dat is de boodschap van de compositie van Giórgos Koumentákis “Middellandse Woestijn”, die ons samen met beeldend kunstenaar Petros Touloudis doet reizen in de klankschappen van mediterrane paradijzen, in een artistieke actie waarbij muzikale ideeën omgezet worden in beelden. Spyros Stáveris benadert, aan de hand van beelden van feest, de voorvaderlijke levenswijze en suggereert dat de “kermis” (het feest van de patroonheilige van een kerk) hedendaagse gemeenschappen verbindt met het verleden en met rituelen die verdwijnen in de diepte van de Minoïsche tijden. III.
Afbeelding 4
ZEEROUTES
“Zeeroutes” zijn het onderwerp van het derde luik. De frase van Braudel, dat “de Middellandse Zee ‘route’ betekent” is de kern van het inzicht in de processen en transformaties die de politieke, economische, sociale en culturele geschiedenis van de mediterrane ruimte sturen. Op dit punt dient aangestipt dat zeeroutes altijd in onmiddellijke samenhang stonden met landroutes, terwijl de eilandenruimte georganiseerd werd in functie van de netwerken die zich ontwikkelden tussen de eilanden en de kust van het vasteland. De mobiliteit van mensen, waren en ideeën, in samenhang met de mogelijkheid tot communicatie die ze impliceert, vormt de kern van onze benadering van de geschiedenis van de eilanden van de Egeïsche Zee gedurende de Oudheid. Geleidelijk aan temmen de Minoërs en na hen de Myceners de woeste zee en heersen ze over de netwerken van communicatie en van de uitwisseling van waren en ideeën in en voorbij de Egeïsche Zee. Volgens Strabo (1.3.2.) bracht koning Minos als eerste een thalassokratie tot stand, d.w.z. een groot maritiem rijk in de Middellandse Zee. Trouwens, zowel de expeditie van de Argonauten als de Trojaanse oorlog zijn echo’s van reële exploratie- en oorlogsoperaties, in Myceense tijden, om de bevoorrading in meer en rijkere grondstoffen veilig te stellen, en terzelfdertijd om nieuwe bondgenootschapen te vestigen en nieuwe handelsroutes uit te stippelen. De toename van de contacten tussen de mediterrane volkeren, van de zuidelijkste kusten van het Aziatische continent tot de noordelijkste randen van het Afrikaanse, en van de zuidelijke stranden van Europa tot de Zwarte Zee, Cyprus en Malta, is duidelijk af te lezen aan de archeologische vondsten. Hun bestudering wijst op de ontwikkeling van de handel in metalen (vooral koper en tin, maar ook goud en zilver) en in zeldzame stenen, stoffen en materialen, zoals barnsteen en ivoor, parfums verpakt in luxueuze vazen, maar ook voedingswaren, zoals wijn en olie. Om dit uitgestrekte netwerk te beveiligen, te steunen en te controleren werd een bureaucratisch systeem ontwikkeld, waarvan vandaag nog de uitgebreide archieven van Lineair-A en -B tabletten getuigen, net als gewichten, zegels en unieke zegelringen, waarvan er vele zeethema’s vertonen.
9
Afbeelding 5
Afbeelding 6
De zee neemt verder een bijzondere positie in, zowel in de Minoïsche als in de Myceense godsdienst; dat blijkt niet alleen uit de pictografie van de rituele voorwerpen en de muurschilderingen, die geïnspireerd is door de zeewereld, maar ook uit het verband tussen de vrouwelijke Minoïsche godheid en rituele scènes die schepen bevatten, en tenslotte ook uit het eerste voorkomen van de naam “Poseidon” op Lineair-B tabletten uit Pylos. Vandaag vervoeren de routes van de Archipel mensen, waren en ideeën, maar ze zijn ook het begin van reizen, zoals degene die Strátis Vogiatzís met zijn lens weergeeft. Tegenover de muurschildering van de visser uit Thera staan de inspanningen van hedendaagse vissers van de Middellandse Zee, de moeite die ze doen om de zee te temmen en om hun geringe kracht tegenover het natuurgeweld te overstijgen. Het zilt plakt aan onze huid, samen met de ervaringen van de diepmenselijke verhalen van de protagonisten. Tegenover deze muurschilderingen vormen de afbeeldingen in materie van Rena Papaspyrou niet gewoon een morfologisch contrapunt, maar ze verwijzen terzelfdertijd naar de archeologische arbeidsmethode van de kunstenares, die de stratigrafie van de materie en de palimpsest van het beeld aan een onderzoek onderwerpt. Tenslotte toont het werk van Giorgis Gerolympos dat de zee het overheersende element is van het Griekse landschap. Met zijn indrukwekkende beelden van de Egeïsche Zee, die over de “zeeroutes” van de geest en de ziel gaan, verwijst hij naar de tijdloze aanschouwing van de open zee, naar een grenzenloze esthetische uitdaging, daar waar zee en hemel één worden, aan de einder.
Afbeelding 8
Afbeelding 7
Afbeelding 9
De geschiedenis van de Egeïsche en de Middellandse Zee is een geschiedenis van afvaart en doorvaart, van vaart van haven tot haven. Deze geschiedenis is verweven met zoeken, exploratie, omzwerving en avontuur. Ze is terzelfdertijd de som van een serie van persoonlijke en collectieve odysseeën, die de reizigers confronteren met vrees voor het onbekende, gevaren van een zee die met scheepswrakken bezaaid is, bedrieglijke charmes van vreemde oorden, en allerhande hindernissen die op hun weg oprijzen. De Laestrygonen, Cyclopen, Sirenen, Scylla en Charybdis zijn enkele van de mythische 10
monsters die Odysseus uitschakelde, en die evenzeer vaklui van de Oudheid en kunstenaars van Renaissance en moderne tijden als hedendaagse ontwerpers geïnspireerd hebben. Tenslotte is de Grote Zee ook verbonden met de thuisreis, het proces van terugkeer naar huis na een lang verblijf elders. IV.
ODYSSEE
In het vierde luik van de tentoonstelling verschijnt de archetypische figuur van de migrant in het emblematische werk van Vlásis Kaniáris, met een duidelijke verwijzing naar de migratie van Griekse kunstenaars in de jaren ’70. De Griekse beeldend kunstenaar, actueler dan ooit, interpreteert het fenomeen van de migratie in zowel economische als culturele termen, in het kader van de relaties tussen Noord- en Zuid-Europa. Parallel daarmee onderzoekt Afrodíti Líti in een reeks werken de tijdloze betekenis van de reis, en drukt haar ongerustheid uit over de hedendaagse wanhopige pogingen van jonge mensen om zich te vestigen in een nieuw land. In de foto’s van Stávros Kalafátis, tenslotte, neemt de zeereis in de Archipel de vorm aan van een esthetische omzwerving en een “odyssee” van poëtische beelden en gevoelens. De zeeroutes hebben een determinerende rol gespeeld bij de migratie, die in de loop van de geschiedenis de enige uitweg was voor de bevolking van de Archipel en van het binnenland, op zoek naar een nieuwe wereld. De opening van de Grieken naar het Westen, in de periode van de Griekse kolonisatie in het eerste Afbeelding 10 Afbeelding 11 millennium v.Chr., is door veel onderzoekers gekarakterizeerd als een uitzonderlijk belangrijk moment niet alleen voor de Westerse beschaving, in eerste instantie de gebieden van het Italiaanse schiereiland waar de kolonisten aanvankelijk infiltreerden, maar ook voor de moedersteden, die op deze manier hun menselijke middelen en hun technische kunde kanaliseerden in het opzetten van een nieuw netwerk van steden met identieke instellingen en ideologie. Handelaars, huurlingen, politieke vluchtelingen, ambachtslui en gelukzoekers behoorden tot de talrijke kolonisten die zich op weg begaven naar alle hoeken en kanten van de Middellandse Zee.
Afbeelding 12
Doordat de nieuwe kolonies levensvatbaar bleken, en door hun goede contacten met de autochtone bevolking in het binnenland, vooral langs de kusten van de Adriatische Zee, van Zuid-Italië en Sicilië, van Zuid-Frankrijk en van het verder afgelegen Iberische schiereiland, maar ook van Noord-Afrika, Noord-Griekenland en de Zwarte Zee, nam de druk op de moedersteden af, die het gevolg was van het tekort aan grondstoffen en voedingswaren (vooral graan), wat hun snelle ontwikkeling mogelijk maakte. Objecten uit Korinthe, Sparta, Beotië en Messenië, maar ook opgravingen op eilanden zoals Euboia, Samos en Rhodos (waarvan geen objecten tentoongesteld worden), vooral van ceramiek en metaalbewerking, zijn uitzonderlijk interessante voorbeelden van een levendige locale identiteit, waarop zich technologische en stilistische invloeden entten die het gevolg waren van een web van commerciële en culturele contacten. Een centrale rol in deze maritieme routes, die overigens grotendeels op oudere Myceense routes gebaseerd zijn, blijven zowel Kreta als Cyprus spelen.
11
Parallel daarmee is de periode van de kolonisatie verbonden met de verbreding van de horizonten die voortvloeide uit de politico-economische veranderingen in de polis (stadstaat). De opeenvolgende overzeese operaties, die hun hoogtepunt kenden in de achtste en de zevende eeuw, maakten het de Griekse steden mogelijk niet alleen hun economische, maar ook hun maatschappelijke en politieke problemen te boven te komen, die te maken hadden met de schaarste van het land en de ontoereikendheid van de middelen. Dit maakte op zijn beurt weer nieuwe veranderingen mogelijk. De versterking van de polis, de ontwikkeling van het bewustzijn van haar burgers, het ontstaan van de filosofie, zijn enkele van de elementen die in de volgende periode het lot van de Griekse steden zullen bepalen. Daarbij speelt het contact met de zee een beslissende rol. Ook in latere tijden was de Middellandse Zee altijd een kruispunt van migratie. Griekenland bleef decennialang een land van emigranten, die, op zoek naar een beter lot omwille van economische of politieke redenen, via de zeeroutes naar dichtbije mediterrane metropolen trokken, maar ook de weidse ruimtes van verre continenten opzochten. Deze menselijke verhalen worden gedocumenteerd aan de hand van foto’s van de emigratiegolf van Grieken naar Amerika in het begin van de twintigste eeuw. Vandaag ontvangt de Egeïsche Zee, de meest oostelijke maritieme grens van Europa, scheepsladingen vol gebroken vluchtelingen en wanhopige economische migranten. De opeenvolgende bloedige conflicten en de harde realiteit van de economische globalisering leveren hen over aan de genade van de Egeïsche golven. Naar deze hedendaagse odysseeën verwijst Leonídas Toumpános, wanneer hij de emoties op het gezicht van de migranten opspoort, tijdens hun terugreis naar hun vaderland. V.
HEGEMONIE
Het vijfde luik van de tentoonstelling behandelt het concept “hegemonie”. De controle over een netwerk van maritieme communicatie, en bijgevolg ook over vervoer en distributie van de bronnen van rijkdom, was in de loop van de geschiedenis de sokkel van de verschillende vormen van hegemonie die zich in de mediterrane wereld en daarbuiten ontwikkeld hebben. De zee als bron voor macht en rijkdom creëert trouwens niet alleen de mogelijkheid voor economische en/of politieke, maar ook voor culturele hegemonie. Overigens, in gebieden als de Egeïsche of de Middellandse Zee, met hun uitgestrekte kustlijnen en fragmentatie in duizenden grote en kleine eilanden, kon alleen een krachtige zeemogendheid op efficiënte manier heerschappij uitoefenen. In het geval van het Oude Athene vond de overgang tot zeemogendheid geleidelijk aan plaats, vanaf de zesde eeuw. Dat proces bereikte zijn hoogtepunt met de gemeenschappelijke aanpak van het Perzische gevaar in de vijfde eeuw v.Chr. De Perzische invasie was de aanleiding voor het bouwen van een sterke vloot, die Athene vervolgens de mogelijkheid gaf om de leiding op zich te nemen van de maritieme operaties in de oostelijke Middellandse Zee, en om voor zichzelf de leidende rol op te eisen toen, voor de eerste keer sinds de Trojaanse oorlog, de Griekse steden gingen samenwerken voor een gemeenschappelijk doel. Het vervolg van de onderneming is bekend: omvorming van de Atheense Bond tot hegemonie van Athene, overbrenging van de gemeenschappelijke kas van Delos naar Athene en naasting van het gemeenschappelijke vermogen, samen met de inkomsten van de mijnen van Lavrion, voor de uitvoering van een uiterst ruim bouw- en stedenbouwprogramma in de stad, waarvan vandaag nog de tempels van de Atheense Akropolis een schitterend getuigenis afleggen. Op deze wijze leverde de leidende stad de voorbeelden op artistiek gebied en oefende ze een onbetwiste culturele hegemonie uit, niet alleen over haar tijdgenoten, maar ook over de latere wereld. Tegelijkertijd leidde de deelname van een brede massa burgers aan de Atheense vloot, die op haar hoogtepunt 400 schepen met bemanningen tot 80000 telde, tot de verdere verankering van de democratie. Deze mannen, die vooral afkomstig waren van de arme bevolkingslagen, verkregen middels deze deelname ook politieke rechten, waardoor ze zowel voor het bestel als voor de stad tot steun werden.
12
Direct verbonden met de democratie is ook het Atheense theater, dat alle burgers het recht gaf tot gratis bijwonen, door middel van het zgn. theorikon (“kijkgeld”: fonds ter bekostiging van vrije zitjes bij theatervoorstellingen), waardoor iedereen gelijkelijk kon deelnemen aan vorming en ontspanning. Het theater zelf behandelt een reeks van blijvend actuele kwesties, bv. de barbaarse, van overzee gebrachte, verraden en diep gekwetste Medea, die tot hybris (“overmoed, aanmatiging t.o.v. de godheid, die ten val brengt”) komt wanneer ze, op het paroxisme van haar wraak, de heiligste familiale banden en instellingen tart. Of Ajax, die door zijn diepe overtuiging dat de Achaiers de wapens van Achilles aan hem hadden moeten geven tot waanzin gedreven wordt. Het verhaal van de strijder die Afbeelding 13 zijn verloren eer en gevoel van eigenwaarde herstelt door zijn zelfmoord, vormt het uitgangspunt voor Sophocles om zijn diepe begrip en medevoelen uit te drukken voor de menselijke conditie. Met zijn stripverhaal leest en herinterpreteert Manólis Zacharioudákis de oude mythe, op de wijze van de hedendaagse verteller en tekenaar. Het gewaad van Medea dat Déni Vachlióti voor Melína Merkoúri ontwierp is een kleine herinnering aan de levende theatertraditie in het hedendaagse Griekenland. De hedendaagse werken van dit luik functioneren als commentaar op het concept “hegemonie” en op de tegengestelde begrippen “hoogtepunt” en “verval”, “logica” en “fantasie”, “eeuwig” en “efemeer”. De fotografische lens van Sokratis Mavrommatis is terzelfdertijd getuige van de veranderingen en medium voor het herstel van het verval, dat de tijd aanricht bij de monumenten. De documentaire dimensie van archeologische fotografie gaat samen met een hedendaagse esthetische blik op het klassieke erfgoed. Rationalisme, Afbeelding 14 wiskundige benadering, droom en fantasie vormen de dominerende elementen die coëxisteren in de artistieke creatie van Opy Zouni, een beeldend kunstenares met invloeden van de klassieke kunst, maar ook passie voor geometrische vormen, monumentale schaal, interpretatie van de ruimte en valorisering van perspectivische toepassingen. De paarden en harnassen van Alexándra Athanassiádi verwijzen naar het heroïsche pictografische vocabularium van de klassieke Oudheid. Maar het materiaal en het fabricageprocédé onderstrepen de broze, voorlopige, kwetsbare aard van de materie. Tot een dergelijke lectuur nopen ook de enigmatische beelden van Nikos Markos. Fotografie wordt een middel voor artistieke expressie, en de werkelijkheid wordt weergegeven via de subjectiviteit van de fotografische lens. Het landschap krijgt een Afbeelding 15 monumentaal karakter en wordt zo tot een document van menselijke geschiedenis.
VI.
‘OIKOUMENE’
Het concept “Oikoumene” (‘onze wereld’, de universele bewoonde wereld van de Oudheid) is het onderwerp van het zesde luik van de tentoonstelling. De Egeïsche en de Middellandse Zee hebben vanaf de dageraad van de prehistorie als smeltkroes gefunctioneerd, waarin, in een voortdurend proces van communicatie, bemiddeling, wisselwerking en osmose, de sterke locale culturen en identiteiten
13
enerzijds wel hun veelvormigheid bewaarden, maar zich anderzijds ook aanpasten aan de nieuwe ideeën die het contact met het nieuwe en het andere met zich meebracht.
Afbeelding 16
De hellenistische periode is een representatief voorbeeld van dat proces, met de totstandkoming van een nieuwe “oikoumene” en het begin van een traject van politieke en culturele eenwording dat weliswaar uitging van Macedonië, maar toch van bij de aanvang in het teken stond van kosmopolitisme en multiculturalisme. De vorming van een gemeenschappelijke politieke ideologie, en de dominantie van een gemeenschappelijke taal en beschaving, maar ook van een gemeenschappelijk artistiek model, stond een vruchtbare dialoog met de diverse locale en nationale idiomen niet in de weg. De marmeren en bronzen beeldhouwwerken in dit luik geven blijk van de specifieke artistieke smaak die ingeburgerd raakte in de late klassieke tijd en de periode die volgde tot de Grieks-Romeinse tijd. Terzelfdertijd probeert dit luik de gemeenschappelijke pictografische taal te ontsluiten, die in deze periode standaard werd, en vervolgens eeuwenlang heerste in de Westeuropese kunst.
Het meest karakteristiek van allemaal is wellicht het voorbeeld van Nike en de scheepstrofee, terwijl ook de thema’s die geïnspireerd zijn door de thuisreis van Odysseus, en samenhangen met de specifieke verspreiding en studie van de homerische epen in de hellenistische periode, als bijzonder interessant beschouwd worden. Op het vlak van de hedendaagse kunst wordt het universele karakter (de “oecumeniciteit”) uitgedrukt door het handwerk van Nikos Alexíou. Dit werk gaat terug naar de bronnen van de traditie, om een specifiek artistiek idioom te creëren, dat de ondeelbare eenheid van alles suggereert, zowel op pictografisch als op technisch vlak. Hij put zijn inspiratie uit het opus sectile (“inlegwerktechniek waarbij stukken van verschillende materialen worden uitgesneden en ingelegd om een figuur te vormen”) van de Romeinse tijd. Deze techniek werd geërfd door Byzantium, in het kader van een voortdurende osmose en bewerking van bestaande vormen en middelen. Terzelfdertijd bewerkt hij zijn thema als een monnik autodidact met een actief mediterraan bewustzijn. Tegenover de onverbrekelijke gansheid van Alexíou creëert Eftychis Patsourákis opnieuw een universeel beeld, dat bestaat uit marines van onbekende en anonieme schilders, die uiteindelijk toch tot een uniforme horizon komen. Zijn werk vormt op die manier een reflectie rond de concepten “nederlaag”, “collectiviteit”, “coëxistentie” en “gemeenschap”. Geheel tegenovergesteld is de benadering van Lízi Callígas, die probeert weer te geven hoe de Middellandse zee overgaat in een heelallandschap, terwijl terzelfdertijd de zwemmers veranderen in ontelbare stipjes in het heelal, die vervolgens één worden met de zee, die naar de woorden van Fernand Braudel “altijd aanwezig is, magnifiek, raadselachtig”. De eindeloze onderzeese wereld wordt behandeld door Mary Schiná, in haar “Odes van de Egeïsche Zee”, met de kernmerken van het voortdurend wisselende oppervlak, maar ook het mysticisme dat vervat is in de rustige kracht van het leven onder het zeeoppervlak. De eenmakende dimensie van de zee, zowel buiten als onder het oppervlak, in het openlijke en het verborgen leven, wordt onderkend zowel op het vlak van de politico-socio-economische processen als op dat van de kunst. In hetzelfde luik delen we tenslotte de installatie in van Aléxandros Psychoúlis, “De kamer”, die tentoongesteld wordt in de ruimtes van het Europees Parlement als onlosmakelijk deel van de tentoonstelling. De golf die de kamer van de kunstenaar vult krijgt een universele dimensie. De zee wordt een bron van inspiratie en esthetisch zoeken, een omzwerving van geest en fantasie, onverbrekelijk verbonden met leven, herinneringen en gevoelens. De hedendaagse “dichter” roept in zijn herinnering het beeld op van een golf en probeert dat te herredigeren met behulp van de virtuele werkelijkheid. De toeschouwer ziet een confrontatie van tegengestelde gevoelens, en beelden die uit het onderbewustzijn komen. Golf en 14
kamer, vloeibaarheid en stabiliteit, twijfel en zekerheid, kortstondigheid van de menselijke natuur en eeuwigheid. De gigantische golf bevriest in de ruimte en wij met hem, aangegrepen door het indrukwekkende beeld en het esthetische resultaat. VII.
GELOOF
Het laatste luik van de tentoonstelling is aan het “Geloof” gewijd, en wel omdat religiositeit, d.w.z. het religieuze gevoel, maar ook iemands zin om te praktizeren, verweven is met de zee. In de Oudheid werd de Egeïsche Zee bewoond door tientallen goden, heroën, demonen, monsters, maar ook door etherische vrouwelijke verschijningen, zoals de Nereïden en de Oceaniden, die de diverse hoedanigheden van de natuur die met de zee in verband staan symboliseerden. In de mythentraditie van de Grieken wordt Poseidon beschouwd als de god bij uitstek van de zee. Aan zijn woede weet het collectieve onderbewustzijn de ongelukken op zee en schipbreuken. Tegelijkertijd bewaarde deze god ook een aards karakter, dat verbonden was met aardbevingen. Men neemt aan dat Aphrodite geboren is uit het schuim van de golven; ze werd aanbeden als godin van de goede vaart, en in de late Oudheid ook als Isis Pelagia (“van de zee”). Maritieme facetten en kenmerken komen trouwens voor bij de meeste goden van de Grieken, zoals bv. bij Apollo Delphinios, beschermgod van de zeelui, of bij Dionysos, die, ook al was hij god van de bloei, toch terzelfdertijd ook Visser en Pelagios (“van de zee”) was, en ook bij Hekate, die haar hoedanigheid van “Thalattios” (Zeegodin) bewaart.
Afbeelding 17
Karakteristiek is het voorbeeld van de zeelui van de late Oudheid, die dat zeepantheon wilden gunstig stemmen of danken, en daarom in de loop van de geschiedenis de rotsen van een gastvrije baai ten noorden van Syros, waar ze aanlegden, met inscripties, wensen en gebeden bedekten. Deze rotsen worden heden ten dage Grammata (“Letters”) genoemd.
Met de zee zijn ook veel rituelen verbonden, aangezien zeewater als reinigend werd beschouwd, maar ook als milieu voor de overgang van de ene toestand naar een andere in de opeenvolgende cycli van een mensenleven. Deze functie hebben trouwens ook de Nereïden, die de stervelingen, zoals Thetis’ zoon Achilles, begeleiden in de cruciale overgang van leven naar dood, op de voorstellingen van zwartfigurige Attische vazen. Daaraan beantwoordt de aardse functie van de Sirenen, die we ontmoeten op grafmonumenten, als klaagvrouwen. De Egeïsche Zee is een Archipel rijk aan geloven, cultussen en rituelen, waarvan sommige hun wortels hebben in een uiterst ver verleden en via een serie transformaties vandaag nog altijd bestaan. Waar in de Oudheid de inwoners van de Cycladen hun marmeren tempels bouwden, ontmoeten we vandaag witte kapelletjes, oorden van spirituele verheffing en hoop. Geloof is het onderwerp van het laatste werk van de tentoonstelling, de video-installatie van Mários Spiliópoulos, met als titel “Theonymia (Godsnamen) + “Grammata””, waar de sporen van de devotie van de zeelui in Grammata op Syros gecombineerd worden, in een tijdloze visie, met de reproductie Afbeelding 18 van de 700 Godsnamen uit het Typikon van keizer Theodoros II Laskaris. Het beeld van de oneindigheid van de zee symboliseert de sporen en de herinnering van de menselijke aanwezigheid tegenover de eeuwigheid. Voor de archetypische kerk waarin de postmoderne mens het vergankelijke overstijgt en oog in oog met het goddelijke komt te staan.
15
Voor het curatorenteam María-Xéni Garézou, archeoloog Spyros Mákkas, kunsthistoricus
CREDITS Afbeelding 1 Aemilia Papafilippou Salt Testament – Chess Continuum, 1989 - 2013, installatie Zout, katoendraad, zwart licht, wasproduct, videoprojectie Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 2 Aardewerken “koekenpan” met voorstelling van een schip Vroeg 2700-2300 v.Chr. Klei H. 0,023, diam. rand 0,18, l. (met steel) 0,267 m. Gewicht 980 g. Syros, Kerkhof van Chalandriani (Graf 289) Athene, Nationaal Archeologisch Museum Π 5053 Afbeelding 3 Giorgos Gyparákis Uit de serie Non-Profit Line, 2012 Polyurethaan, epoxy hars, marmer chips, vishengel, rieten stok, touw, pvc, buis, koper, aluminium Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 4 Beeldje van vrouwelijke figuur. Normaal type, Spedossoort Ca. 2700-2400 v.Chr. Wit marmer H. 0,72 m. Herkomst onbekend Athene, Museum van Cycladische Kunst 598 Afbeelding 5 Eenorige beker 1550-1500 v.Chr. Goud H. 0,135, diam. rand 0,135-0,14, diam. basis 0,11 m. Peristeria (Messenie), koepelgraf 3 Chora, Archeologisch Museum 2634 Afbeelding 6 Eenorige beker 1550-1500 v.Chr. Goud H. 0.085, diam. rand 0,139-0,14, diam. basis 0.079 m. Peristeria (Messenie), koepelgraf 3 Chora, Archeologisch Museum 2635 Afbeelding 7 Rena Papaspyrou Images Through Matter, 1995 Hout, metaal, tegels, interventie met Chinese inkt
145 x 325 cm Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 8 Yiorgis Yerolymbos Uit de fotoserie Mare Liberum Oitylo Manis, 2012, 100 x 165 cm Mytilene, 2013, 100 x 165 cm Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 9 Stratis Vogiatzis People of the Sea, 2013 Video 4΄ Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 10 Afroditi Liti The Treasure Box, 2004 Brons, ijzer en mozaieksteentjes 30 x 40 x 20 cmMet dank aan de kunstenaar Afbeelding 11 Stratos Kalafatis Uit de fotoserie Archipelagos, 2006 Met dank aan de kunstenaar en Kalfayan Galleries, Athene Thessaloniki, Griekenland. Afbeelding 12 Hoofd en deel van de romp van een mannelijke krijgersfiguur, Ca. 500 v.Chr. Marmer H. 0,18, d. 0,09 m. Delphi, Tempel van Athena Pronaia, Schat van Marseille Delphi, Archeologisch Museum 4341,6 Neus, en top van hoofd gebroken Afbeelding 13 Theatermasker, 350-300 v.Chr., Pentelisch marmer H. 0,24 m. Athene, ten westen van Stoa van Attalos Athene, Nationaal Archeologisch Museum 1752 De onderste helft van de mond is aangevuld met gips Afbeelding 14 Nikos Markou 19.10.2004 (Elefsina) Foto 120 x 150 cm Met dank aan de kunstenaar en AD Gallery, Athene, Griekenland Afbeelding 15 Alexandra Athanassiades Horse XCVII, 2012
16
Hout en ijzer 66 x 100 x 30 cm Horse XXVIII, 2012 Hout en ijzer 60 x 84 x 30 cm Met dank aan de kunstenaar Afbeelding 16 Beeldje van Tritonis Begin 2de eeuw v.Chr. Marmer van Doliana H. 0,52 m. Lykosoura (Arkadie), Tempel van de Grote Goinnen
Athene, Nationaal Archeologisch Museum 2171 Afbeelding 17 Statuette of Poseidon 2nd century AD Marber H. 0.86 m Delose, Archeologisch Museum Afbeelding 18 Marios Spiliopoulos TΗΕΟΝYΜIA + “LETTERS”, 2013, installatie Met dank aan de kunstenaar
17
OFFICIEEL PROGRAMMA VAN HET GRIEKSE VOORZITTERSCHAP VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 26.01.2014 : MEDITERRANEAN DESERT Giorgos Koumentakis, Alexandra Papastefanou piano - Dionissis Kostis piano - Maria Apostolidoupiano - Petros Touloudis video installation & performance - Tim Ward soundscape Het multimediale project Mediterranean Desert brengt livemuziek van de hand van de Griekse componist Giorgos Koumentakis, die o.a. de muziek componeerde voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Athene. Het werk, dat vergezeld wordt door projecties, is geïnspireerd op de hedendaagse relatie tussen de mens en de mediterraanse fauna en flora.
04.03.2014 > 09.03.2014: NEW GREEK CINEMA In het kader van het Griekse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie slaan BOZAR CINEMA en CINEMATEK de handen in elkaar om een heus filmfestival voor te stellen rond de nieuwe Griekse film van de voorbije vijf jaar. Want wie dacht dat met de crisis ook het creatieve elan van de Griekse filmmakers gedoofd zou zijn, heeft het mis. Er ontstond een Nieuwe Golf die werd ingezet met Dogtooth van Giorgos Lanthimos (2009) en Attenberg van Athina Tsangari (2010), twee prenten die een belangrijke invloed hebben gehad op een nieuwe generatie van regisseurs. Bij BOZAR CINEMA zullen tussen 04.03 en 09.03 acht onuitgegeven Griekse films te zien zijn; in de meeste gevallen is ook de regisseur zelf te gast. Meer nog, om het BOZAR-luik af te sluiten geeft de bekende filmcriticus Michel Demopoulos een masterclass waarin hij het verband legt tussen de Griekse film van de voorbije vijf jaar en vroeger. Demopoulos was van 1991 tot 2004 directeur van het International Film Festival van Thessaloniki en is actief als programmator en raadgever ‘Fictie’ bij de Griekse openbare omroep ERT. Hij stond dicht bij de briljante Griekse regisseur Theo Angelopoulos, die bij CINEMATEK een retrospectieve krijgt. Ook CINEMATEK heeft trouwens een aanvullend programma in elkaar gestoken, dat loopt van 05.03 tot 20.03.14. 04.03.2014
Opening New Greek Cinema – Zaal M 19:30 The Capsule van Athena Rachel Tsangari 20:30 Wild Duck van Yannis Sakaridis In aanwezigheid van de regisseur
05.03.2014
Studio 19:00 To The Wolf (Sto Lyko) van Aran Hughes & Christina Koutsospyrou 21:00 Kinetta van Yorgos Lanthimos
08.03.2014
Studio 19:00 The Cleaners van Konstantinos Georgousis In aanwezigheid van de regisseur 21:00 Boy Eating the Bird's Food van Ektoras Lygizos In aanwezigheid van de regisseur
09.03.2014
Studio 15:00 Unfair World (Adikos kosmos) van Filippos Tsitos In aanwezigheid van de regisseur 18:00 Masterclass van Michel Demopoulos : Leve de crisis. De Griekse cinema : van Nieuwe Cinema naar Nouvelle Vague 19:30 September van Penny Panayotopoulou In aanwezigheid van de regisseur
18
FOCUS ON GREECE : PROGRAMMATION BOZAR BOZAR THEATRE: 07 & 08.02.2014: BLITZ THEATRE GROUP Op 7 en 8 januari verwelkomt BOZAR THEATRE de Blitz Theatre Group, die hun nieuwe voorstelling Late Night presenteren. Late Night beschrijft het aloude geharrewar van de menselijke bedrijvigheid, die individuen fijnmaalt in een sleur waarop ze geen vat meer hebben, en evoceert zo een Europese samenleving die het noorden kwijt is.
BOZAR EXPO: 27.03.2014 > 03.08.2014: NO COUNTRY FOR YOUNG MEN Vanaf maart ontvangt BOZAR EXPO een tweede Griekse tentoonstelling, No Country for Young Men. Contemporary Greek Art in Times of Crisis (27.03 > 03.08.2014). Deze tentoonstelling, in samenwerking met curator Katerina Gregos verzamelt werk van 25 hedendaagse Griekse kunstenaars die werken rond de impact van de financiële crisis op hun land. Hun werk overstijgt de dagelijkse politieke en economische berichtgeving en geeft een genuanceerde kijk op wat er vandaag gaande is in Griekenland. Niet alleen de negatieve effecten worden in beeld gebracht, maar ook de kansen die de crisis biedt om het land een nieuw elan te geven. Bovendien worden er elke laatste donderdag van de maand (27/03, 24/04,29/05,26/06, 31/07) en op 21 juli gratis rondleidingen georganiseerd.
BOZAR MUSIC: 16.05.2014: SAVINA YANNATOU & PRIMAVERA EN SALONICO Een ander niet te missen evenement is het concert van Savina Yannatou en haar band Primavera en Salonico: Thessaloniki (16.05.2014). Een directere verwijzing naar onze focus op Griekenland is haast onmogelijk. De zangeres en haar band brengen een concert gewijd aan de stad Thessaloniki in de vroege 20e eeuw – een smeltkroes van joden, Grieken, Turken, Bulgaren, Armenen, Albanezen – met liederen van al die verschillende etnische groepen, gearrangeerd door Yannatou en haar band. Voor dit concert wordt hun muziek, die vaak beschreven wordt als adembenemend en met een hoogst unieke sound, vergezeld van visuals die het fascinerende Thessaloniki uit de vroege jaren 1900 oproepen.
19
PRAKTISCHE INFORMATIE Nautilus. Navigating Greece Adres Paleis voor Schone Kunsten Ravensteinstraat 23 1000 Brussel Data 24.01 > 27.04.2014 Openingsuren Van dinsdag tot zondag, 10.00 > 18.00 uur Donderdag: 10.00 > 21.00 uur Gesloten op maandag Tickets Tickets: € 8 - € 6 (BOZARfriends). Meer kortingen: www.bozar.be Combiticket Zurbarán + Borremans + Nautilus : €23 - €21 (BOZARfriends) Catalogus € 25 Hellenic Ministry of Culture and Sports- Archaeological Receipts Fund BOZAR Info & tickets +32 2 507 82 00 –
[email protected] - www.bozar.be Curatoren: Grieks Ministerie van Cultuur en Sport Coproductie: BOZAR, Grieks Ministerie van Cultuur en Sport In samenwerking met: Grieks Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Permanente vertegenwoordiging van Griekenland bij de Europese Unie In het kader van het Griekse Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (01.01 > 31.06.2014)
20
CONTACTGEGEVENS PERSDIENST
Paleis voor Schone Kunsten Ravensteinstraat 23 B – 1000 Brussel Info & tickets: T. +32 (0)2 507 82 00 - www.bozar.be Hélène Tenreira Senior Press Officer BOZAR THEATRE, DANCE, CINEMA, CORPORATE T. +32 (0)2 507 84 27 T. +32 (0)475 75 38 72
[email protected] Déborah Motteux Press Officer BOZAR EXPO T. +32 (0)2 507 83 89 T. +32 (0)471 95 14 60
[email protected] Barbara Porteman Press Officer FESTIVAL, WORLD MUSIC, ARCHITECTURE T. +32 (0)2 507 84 48 T. +32 (0)479 98 66 04
[email protected] Laura Bacquelaine Press Officer BOZAR MUSIC, LITERATURE T. +32 (0)2 507 83 91 T. +32 (0)471 86 22 31
[email protected]
21