Inhoud
Inleiding 5 1
Boekhouden 8
2
Milieukosten en -opbrengsten 60
3
Handel over de grens 78
Trefwoordenlijst 93
INHOUD
7
1
Boekhouden
1.1 Opdracht 1.1
Een kostenoverzicht maken van een bedrijf Doel Na deze opdracht kun je: – verschillende kosten van een bedrijf noemen; – verschillende kosten van een bedrijf verdelen. Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een computer met Word; – een printer. Oriëntatie
Figuur 1.1 Wat voor bedrijfskosten zou een zalmkwekerij hebben?
Het spreekwoord zegt: Voor niks gaat de zon op. En dat is ook zo. Want bij bijna alles wat je doet, maak je kosten. Heb je er weleens over nagedacht wat jij allemaal kost?
8
BOEKHOUDEN
Figuur 1.2
a
Wat is jouw hobby? ................................................
b
Wat heb je allemaal voor je hobby nodig? ................................................ ................................................
c
Hoeveel kost jouw hobby ongeveer per maand? ................................................
d
Aan wat voor dingen geef jij zelf nog meer geld uit? Noem ten minste vijf dingen. ................................................ ................................................ ................................................ ................................................ ................................................
BOEKHOUDEN
9
Bedrijfskosten Ook bedrijven maken kosten. Voordat je als ondernemer je product kunt verkopen, moet je namelijk allerlei dingen betalen. Zoals brandstof, gas en licht, personeel en belastingen. Alle kosten bij elkaar noem je de bedrijfskosten. Je kunt bedrijfskosten verdelen in drie groepen, namelijk kosten voor: – productiemiddelen; – diensten van derden; – belastingen. e Wat is de beste omschrijving van bedrijfskosten? ❏ Kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren. ❏ De kosten die je maakt om een bedrijf te kunnen beginnen. ❏ De kosten van brandstof, gas en licht.
Productiemiddelen Productiemiddelen vormen een kostenpost voor een bedrijf. Het zijn de middelen die je nodig hebt om een product te maken. In deze tabel zie je welke productiemiddelen er zijn. Figuur 1.3
Productiemiddel Grondstoffen Hulpstoffen Machines Arbeid
Voorbeeld van productiemiddelen in een bloemenkas Zaden om bloemen te kweken. Het water en de elektriciteit in de kassen. (Met behulp van water en elektriciteit groeien de bloemen.) Een beregeningsinstallatie en verwarmingsketel. Mensen die in de kassen werken.
Sommige productiemiddelen gaan lang mee. Denk maar eens aan een sorteermachine of een bakoven. Daar heb je jaren plezier van. De koeien van een melkveehouder of de appelbomen van een fruitkweker zijn ook productiemiddelen. Zulke productiemiddelen noem je duurzame productiemiddelen. Bij duurzame productiemiddelen heb je afschrijvingskosten. Een nieuwe auto is meer waard dan een auto van tien jaar oud. Als een nieuwe auto € 30.000,- kost, dan is die na 10 jaar bijvoorbeeld nog maar € 3.000,- waard. Je schrijft elk jaar een deel van deze waardevermindering af. Met de afschrijving bereken je wat het duurzame productiemiddel elk jaar minder waard wordt.
10
BOEKHOUDEN
Figuur 1.4 Drie voorbeelden van een duurzaam productiemiddel: een heftruck, koeien en een opslagloods.
f
Productiemiddel
Bedenk welke productiemiddelen jouw stagebedrijf nodig heeft. Noteer in de tabel bij elk productiemiddel een voorbeeld.
Voorbeeld van productiemiddelen in...
Grondstoffen Hulpstoffen Machines Arbeid
g
Wat is een duurzaam productiemiddel? Kruis het aan. ❏ de stroom van een windmolen ❏ een seizoensarbeider ❏ zaad van éénjarige planten ❏ een kersenboom
BOEKHOUDEN
11
h
Een computer van € 1000,- is na twee jaar nog maar € 500,waard. Elk jaar trek je € 250,- van de oorspronkelijke waarde af. Hoe noem je dit? ................................................
Diensten van derden Een ondernemer maakt ook kosten voor diensten van derden. Dit zijn diensten van mensen die je niet zelf in dienst hebt. Ze zijn in vaste dienst bij een ander bedrijf. Voorbeelden zijn de boekhouding die door een boekhouder wordt gedaan en het vervoer van koeien door een veevervoerbedrijf. Figuur 1.5 Een grondverzetbedrijf dat graafwerk doet voor een hovenier is een voorbeeld van diensten van derden.
i
Maakt jouw stagebedrijf ook gebruik van diensten van derden? Zo ja, van welke? ................................................
Belastingen Bedrijven betalen ook belasting. Voorbeelden zijn: – de onroerend zaakbelasting voor het bedrijfspand; – de motorrijtuigenbelasting voor een trekker; – de loonbelasting voor je loon; – de milieubelasting voor bestrijdingsmiddelen. BTW is ook een soort belasting. Als bedrijf betaal je BTW over goederen of diensten die je koopt. Bovenop de verkoopprijs betaal je dan nog 3, 6 of 19% BTW. Het bedrag dat je aan BTW betaalt, zijn geen echte kosten, omdat ondernemers dat later weer terugkrijgen van de belastingdienst. j Waarom reken je de BTW niet echt tot de kosten van een bedrijf? ................................................
12
BOEKHOUDEN
Uitvoering Je gaat samen met een klasgenoot een kostenoverzicht maken voor een bedrijf. Jullie verzinnen het bedrijf zelf. Dit kan bijvoorbeeld een melkveehouderij zijn, maar ook een tuincentrum, een groentewinkel, een boomkwekerij, een manege of een heel ander bedrijf. 1 Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Overleg over wat voor soort bedrijf jullie het kostenoverzicht gaan maken. Het moet een soort bedrijf zijn waar je al eens stage hebt gelopen. Noteer het bedrijf van jullie keuze. ................................................
3
Verzin een leuke naam voor het bedrijf. Welke naam hebben jullie gekozen? ................................................
4 5
6
Open Word op de computer. Type de naam van het bedrijf op de lege pagina. Maak daaronder een korte beschrijving van jullie bedrijf. • Welke producten verkopen jullie? • Hoeveel personeel werkt er in het bedrijf? • Wat voor machines staan er in het bedrijf? Enzovoort. Maak deze schema's na in Word. Schrijf achter elke kostenpost ten minste drie voorbeelden van de kosten die dit bedrijf maakt. Tip: bel je stagebedrijf en vraag welke kostenposten zij hebben. Je kunt ook een soortgelijk bedrijf opbellen. Vraag of het uitkomt dat je voor school een paar vragen stelt.
Productiemiddel
Voorbeeld van productiemiddelen in...
Grondstoffen Hulpstoffen Machines Arbeid
BOEKHOUDEN
13
Voorbeelden van diensten van derden voor ons bedrijf
Voorbeelden van belastingen voor ons bedrijf
7 8
Print de pagina's uit en doe ze in een mapje. Sla het document zo op dat je het later gemakkelijk kunt terugvinden.
Afsluiting Jullie hebben een kostenoverzicht gemaakt voor jullie bedrijf. Jullie klasgenoten hebben voor hun bedrijf ook een kostenoverzicht gemaakt. a Vorm met een van de andere groepjes een groepje van vier. b Vergelijk jullie kostenoverzicht met het kostenoverzicht van het andere groepje. c Hebben jullie klasgenoten kosten genoteerd die jullie zelf zijn vergeten? Zo ja, welke dan? ................................................ ................................................ ................................................
d
Hebben jullie alle kosten op de juiste plaatsen genoteerd? Zo niet, welke kosten staan dan op de verkeerde plaats? ................................................ ................................................ ................................................
14
BOEKHOUDEN