In deze factsheet wordt puntsgewijs ingegaan op de diverse onderwerpen welke door de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) in hun schrijven van 7 juli 2015 zijn aangedragen ten aanzien van het project Maatwerk in Brandweerzorg. In de beantwoording hieronder is de indeling van de brief van de VBV aangehouden. Algemeen De VBV stelt dat bestuurders en gemeenteraadsleden aantoonbaar onvolledig en onjuist zijn geïnformeerd. In het delen van informatie en richting en inhoud geven van de stukken betreffende het project Maatwerk zijn wij altijd open en transparant geweest. Alle informatie is zo volledig en juist mogelijk gedeeld met u als bestuur, de vrijwilligers en Ondernemingsraad en ook de VBV. Wettelijk kader De VBV stelt dat de wettelijke bepalingen niet worden nageleefd. Ten aanzien van de wettelijke bepalingen leeft de Veiligheidsregio de wet Artikel 3.2.1 na. Daarin wordt gezegd dat wij aan bepaalde opkomsttijden moeten voldoen, maar dat hier beargumenteerd van afgeweken mag worden. De rode draad in het project Maatwerk is om goed beargumenteerd te komen tot de Zeeuwse norm. In het Besluit veiligheidsregio’s is in artikel 3.2.1. lid 1 aangegeven dat het bestuur van de Veiligheidsregio de volgende tijdnormen hanteert bij het vaststellen van de opkomsttijden van een basisbrandweereenheid: a. Vijf minuten bij gebouwen met een winkelfunctie met een gesloten constructie, gebouwen met een woonfunctie boven een gebouw met een winkelfunctie of gebouwen met een celfunctie; b. Zes minuten bij portiekwoningen, portiekflats of gebouwen met een woonfunctie voor verminderd zelfredzamen; c. Acht minuten bij gebouwen met een andere woonfunctie dan bedoeld onder a. en b., of met een winkelfunctie, gezondheidszorgfunctie, onderwijsfunctie of logiesfunctie, en d. Tien minuten bij gebouwen met een kantoorfunctie, industriefunctie, sportfunctie, bijeenkomstfunctie of een overige gebruiksfunctie. In artikel 3.2.1. lid 2 is bepaald dat, indien het bestuur van de Veiligheidsregio voor bepaalde locaties opkomsttijden vaststelt die afwijken van de tijdnormen in het eerste lid, het bestuur de keuze van de locatie en de mate van de opkomsttijdafwijking moet motiveren. Op basis van artikel 3.2.1. lid 3 mag het bestuur van een Veiligheidsregio geen opkomsttijd vaststellen die hoger is dan 18 minuten. VRZ is van mening dat hetgeen in het project Maatwerk wordt voorgesteld als afwijking van de normtijden in het eerste lid van artikel 3.2.1. nog steeds past binnen de bepalingen en de geest van artikel 3.2.1. lid 2 van het Besluit veiligheidsregio’s. Die afwijking is derhalve geenszins te kwalificeren als strijdig met de geldende wetgeving. In het Besluit veiligheidsregio’s is in artikel 3.1.5. bepaald dat het bestuur van een Veiligheidsregio kan besluiten tot een andere samenstelling van basisbrandweereenheden (zoals bedoeld in artikel 3.1.2. eerste lid, namelijk een bevelvoerder, een chauffeur, tevens voertuigbediener en twee ploegen van twee manschappen), mits daarmee wordt voorzien in een gelijkwaardig niveau van
brandweerzorg en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel. VRZ stelt zich op het standpunt dat de Zeeuwse TS weliswaar met een tweetal minder manschappen kan worden ingezet, in vergelijking met de TS6, maar dat gelet op de brandweertechnische specificaties van de Zeeuwse TS en de wijze waarop deze bij incidenten samen met andere brandweereenheden wordt ingezet, zonder meer kan worden beschouwd als een gelijkwaardig niveau van repressieve brandweerzorg, waarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel. Zo wordt bijvoorbeeld bij een maatgevend scenario, zoals woningbrand, altijd een 2e TS ingezet. Die 2e TS kan een Zeeuwse TS zijn of een TS6. In ons huidige dekkingsplan kennen wij het TS4-concept al sinds 2008 waarover een besluit is genomen door het bestuur en gemeenteraden. In dit kader wordt ook gewezen op de landelijke beleidslijn Uitruk op Maat. Die beleidslijn geeft aan VRZ de mogelijkheid om bij kleinere klussen een beperktere slagkracht in te zetten en om de eerst aankomende eenheid voor wat betreft de noodzakelijke slagkracht modulair samen te stellen uit meer voertuigen. De Zeeuwse aanpak maatwerk brandweerzorg is in lijn gebracht met die landelijke beleidslijn. De overige artikelen gaan over het meerjarenbeleidsplan en het mede bepalen in de gemeenteraden. Zij mogen daarop ook hun zienswijze geven. Dat doen wij conform de wet. Daar zijn wij nu volop mee bezig en in het najaar volgen nog een aantal sessies met raden om ze volop te betrekken, zodat zij in het najaar hun zienswijze kunnen geven. TS2 is een ander voertuig dan de beschreven TS6. De TS2 komt daarmee ook niet in plaats van de genoemde TS6, maar is een extra voertuig dat de brandweer meer zichtbaarheid moet geven in drukke periodes en daarbij beschikt over middelen om bij kleine incidenten zelfstandig een begin met bestrijding te maken. Het is een klein voertuig (type bus of pick-up, met 4x4 aandrijving) waarop middelen staan om beginnende branden te bestrijden, voorbereidende werkzaamheden te doen bij andere brandweerincidenten en waarop onder meer middelen beschikbaar zijn om invulling te geven aan de First Responder taak (AED). Bovendien kan het voertuig ondersteuning bieden bij activiteiten in het kader van brandveilig leven (voorlichting, meer rood op straat) en dienen als verkenningsvoertuig in natuurgebieden. Met betrekking tot Uitruk op Maat en RemBrand worden de landelijke richtlijnen omarmd. In de bijlage treft u de Factsheet van het Veiligheidsberaad, waarin juist beschreven wordt om van objectgericht naar gebiedsgericht werken te gaan. Dit wordt ook in het project Maatwerk meegenomen. Visie op Vrijwilligers De VBV schrijft dat er meer vrijwilligers vertrekken dan instromen. Sinds begin 2000 constateren we deze trend al o.a. bevestigd door een nulmeting van 2006. We verbazen ons over deze opmerking. De Tweede kamer heeft ons hierover vragen gesteld. Er vertrekken natuurlijk vrijwilligers i.v.m. verhuizing, pensionering, andere interesses e.d., maar dat vindt overal plaats. Maar er zijn ook mensen die willen stoppen omdat zij de veranderingen door het project Maatwerk niet willen meemaken, maar het project Maatwerk is zeker niet de hoofdreden van het merendeel dat vertrekt. Er zijn ook weer veel nieuwe mensen bij. We kunnen niet zeggen dat dit een trend is in vergelijking met andere jaren. Dit wijkt niet af van het natuurlijk historisch verloop. Alle jaren werven we. Dit jaar voor het eerst een regionale campagne.
De zorg die er is, draait niet alleen om het aantal mensen, maar om de beschikbaarheid van personen i.c.m. een bepaalde functie op een bepaalde tijd van de dag (binnen/buiten kantoortijd).
Uitgangspunten Conform de wet hebben wij gezocht naar een verbetering van de basis brandweerzorg. Daarbij maken wij gebruik van de ruimte van de wet dat wij beargumenteerd mogen afwijken. Wij hebben daarom gezocht naar een Zeeuwse norm, waarbij de Zeeuwse situatie bepalend is voor de Zeeuwse norm. Het zijn dus inderdaad onze uitgangspunten, niet de landelijke uitgangspunten, maar passen en zijn volledig in lijn met RemBrand. Het brandverloop bij het redden van mensen is bij RemBrand ook getoetst en meegenomen en wij zitten in de lijn van RemBrand. Zeeuwse TS Als het gaat om de kosten van de aanschaf van de tankautospuit gaat waarschijnlijk de VBV uit van de kale prijs zonder bepakking. De prijzen die wij hanteren gaan uit van inclusief bepakking. VRZ is daarom in overleg met de leverancier en spreekt de verwachting uit dat de ‘problemen’ deze zomer zijn opgelost. Daarnaast bestaat er binnen VRZ voldoende vertrouwen in de markt dat de Zeeuwse TS door meerdere leveranciers leverbaar is. Belangrijk is om te vermelden dat VRZ nog steeds het vertrouwen heeft in het concept van de Zeeuwse TS zoals dat momenteel voorligt. Voorgesteld is om de leden van het AB periodiek over de voortgang van dit traject te informeren zodat zij op hun beurt hun raden op de hoogte kunnen houden. In aanvulling daarop vermelden wij dat ook de Ondernemingsraad aandacht heeft gevraagd voor de Zeeuwse TS, met name daar waar het opleiding, training en instructie betreft. Alleen door het op goede en nadrukkelijke wijze betrekken van alle betrokken partijen is het mogelijk om dit goed af te ronden. Uiteraard wordt de Zeeuwse TS pas in gebruik genomen als deze getest, goed bevonden is en de mensen opgeleid zijn en u als Raad, Bestuurs of Ondernemingsraad hiermee in kunt stemmen. Ten aanzien van oefenen wordt door VBV gezegd dat het niet in het project Maatwerk is opgenomen. Dit is juist, want deze kosten kunnen uit de lopende begroting worden gedekt. Ten aanzien van de Zeeuwse TS met 6 mensen wordt geschreven dat de Zeeuwse TS niet met 6 mensen kan uitrukken. Aanvankelijk was de Zeeuwse TS bedoeld als TS4, maar juist na gesprekken die wij hebben gevoerd met vrijwilligers, bestuurders en Raden is al in een vroegtijdig stadium besloten om deze geschikt te maken voor 6 personen, inclusief de persoonlijke beschermingsmiddelen. De Zeeuwse TS is landelijk gezien niet uniek, maar door andere technieken en tactieken maken we de Zeeuwse TS effectiever. 75-80% van de incidenten vergen een lagere slagkracht als de standaard TS6. De Zeeuwse TS zal naar verwachting 1.000 liter water bevatten, is er met 2 TS voldoende slagkracht. De standaard tankinhoud van een TS is 1.500 liter. Daarnaast wordt qua bluswatervoorziening in het najaar een voorstel aan het bestuur voorgelegd om met meer bluswaterwagens (minimaal 15.000 liter) en minder brandkranen te werken, waardoor een nadrukkelijke verbetering plaatsvindt. Opkomsttijden Zoals hierboven onder de kop Wettelijk kader al is genoemd, geeft de wet ruimte om aanpassing van opkomsttijden, mits goed onderbouwd. Dat doen we met het project Maatwerk. Kijkende naar onze opkomsttijden dan past dit helemaal in de lijn van de opkomsttijden genoemd in RemBrand.
Het project Maatwerk gaat uit van: - 8 minuten risiconiveau 1. - 10 minuten risiconiveau 2. - 12 minuten risiconiveau 3. Naast dat wij met het project Maatwerk voorstellen doen voor opkomsttijden, Zeeuwse TS en kosten, komen we daarnaast met preventieve maatregelen om de veiligheid voor de burger nog meer te verhogen. Sluiten posten De VBV stelt dat er pas posten gesloten mogen worden als er een nieuw dekkingsplan is. Het project Maatwerk levert ons rechtstreeks een nieuw dekkingsplan. Na vaststelling is het directe gevolg de actualisatie van het dekkingsplan dat in het najaar zal worden aangeboden. Daarmee kunnen we stellen dat er een nieuw geactualiseerd dekkingsplan is, voordat wij overgaan tot het sluiten van posten. Daarnaast is het sluiten van 8 posten niet correct. Er worden 3 posten gesloten, en anderen samengevoegd. Bij de te samenvoegen posten wordt het door de vrijwilligers ook niet als sluiten ervaren, maar als samenvoegen. Bovendien willen we een extra kazerne realiseren en een aantal kazernes strategischer positioneren. Als wij zouden doen wat de VBV eigenlijk aangeeft, dat er pas mag worden uitgerukt met 6 personen, dan zou dat kunnen betekenen dat er overdag naar schatting 40 posten gesloten zouden moeten worden, omdat er niet altijd voldoende slagkracht gegarandeerd aanwezig is. En dat is een niet gewenste situatie omdat de burgers dan meer risico zouden lopen en dit hele traject is juist om zowel Brandweerpersoneel als burger minder risico’s te laten lopen. Vanuit de Regionale visie kan het wel zijn dat voor een heel klein deel van bevolking betekent dat het iets langer duurt voordat de Brandweer er is, maar dit is nog steeds binnen de gestelde norm. Bezuinigingen In deze paragraaf worden een aantal conclusies getrokken die niet zonder meer te trekken zijn op basis van de onderliggende informatie uit begrotingen.
De totale personeelslasten uit de begrotingen 2014 t/m 2016 vormen geen graadmeter aangezien hierin diverse ontwikkelingen in zijn opgenomen zoals een cao verhoging. Tevens zijn personeelslasten naar boven bijgesteld op basis van garanties uit het Sociaal Statuut. Daarnaast bevindt VRZ zich in de jaren 2013 tot en met 2015 in een transitie/ opbouwfase. De genoemde taakstelling van 20% betreft de taakstelling van de gehele Veiligheidsregio over de jaren 2010 tot en met 2020 en niet enkel de taakstelling op de brandweer. Deze taakstelling VRZ breed van 20% is en wordt ingevuld door een scala aan maatregelen, waaronder ook bezuinigingen op huisvesting, budgetten bedrijfsvoering en op formatie (formatie 2012 = 226,52 – formatie 2016 = 205,25, inclusief GMZ). De genoemde bezuiniging op de repressieve brandweerzorg van € 508.900 betreft de te realiseren bezuiniging in 2020 op basis van de maatregelen in het Rapport Maatwerk in brandweerzorg, deze maakt onderdeel uit van de 20% taakstelling. Tot slot We hebben de VBV in een vroeg stadium bij de plannen betrokken. Tussendoor hebben er ook nog een aantal gesprekken plaatsgevonden, waarbij zij ook de Zeeuwse TS hebben bekeken, waarbij wij geen negatieve reacties hebben gehoord. Behalve dat zij hebben aangegeven dat er te allen tijde met een TS6 moet worden uitgerukt. We denken hiervoor met de Zeeuwse TS een goed en adequaat alternatief te hebben gevonden.