ICT in het onderwijs
D66
Leerling en leraar centraal
Voorwoord Beste lezer,
Eigenlijk ben ik een leraar. Ik heb jaren in het onderwijs gewerkt. Hoewel ik elke dag geniet van mijn werk in de Tweede Kamer, denk ik nog steeds met veel plezier terug aan de tijd die ik voor de klas stond met een krijtje in mijn hand. Maar tijden veranderen. Als Tweede Kamerlid voor D66 word ik elke dag uitgedaagd om me daarmee bezig te houden. Het krijtje en het schoolbord zijn lang niet meer in elke klas te vinden. Ze zijn vervangen door digiborden en tablets.
Nieuwe middelen dus. Maar wat verandert dit aan het onderwijs dat onze kinderen krijgen? De belangrijkste les die ik in mijn jaren voor de klas heb geleerd, is dat leraren ruimte verdienen. Politiek en samenleving bepalen de doelen van het onderwijs. Maar niet alles moet via het ministerie van onderwijs worden dichtgeregeld. Het is aan leraren om te bepalen hoe we onze onderwijsdoelen bereiken. Zonder ruimte en vertrouwen kunnen leraren dit belangrijke werk niet doen. De vraag is of dit verandert nu technologie een steeds grotere rol speelt in ons onderwijs.
Om te achterhalen waar de kansen en de risico’s liggen ben ik samen met twee jonge D66’ers, Vincent Oord en Michiel Stadhouders, op pad gegaan. We voerden vele gesprekken om te kijken hoe we ons onderwijs nog sterker kunnen maken, met behulp van ICT. De belangrijkste conclusie voor mij is dat in deze tijd van snelle technologische veranderingen de docent niet verdwijnt. Deze wordt juist belangrijker dan ooit en heeft nog altijd ruimte nodig!
Paul van Meenen
Leiden, oktober 2013
2 l ICT in het onderwijs
Aanbevelingen • Bij het vormgeven van onderwijs staat de leraar centraal. Zijn vakmanschap moet voorop staan. De inzet van ICT in het onderwijs is daar een onderdeel van. Nooit een doel op zich. • Betrek leraren bij afspraken over de inzet van ICT. We zien nog te vaak dat beleidsmakers en directeuren op de stoel van de leraar gaan zitten.
• Maak tijd, geld en ruimte vrij voor verdere professionalisering van docenten. Goed gebruik van ICT in het onderwijs vraagt om docenten met visie en kennis van ICT.
• Het leren van het individu zou de basis moeten zijn van ons onderwijs. Benut daarom de kansen van e-learning met veel ruimte voor persoonlijke aandacht.
• De overheid moet stoppen met het zelf ontwikkelen en uitwisselen van leermaterialen, via initiatieven als Wikiwijs.
• De overheid moet zich richten op kwaliteit en zich niet blind staren op het gebruik van ICT alleen. Scholen beslissen zelf hoe ze onderwijsdoelen halen. De overheid moet enkel kaders scheppen. • Schrap belemmerende wetgeving, zoals de norm voor onderwijstijd en de verplichte verblijfsduur van studenten.
• Kinderen blijven kinderen. Daarom is het verstandig om niet mee te gaan in hypeverhalen over social media. Belangrijker is het om oog te houden voor wat werkt in de klas.
• Geef scholen en leraren meer ruimte om te experimenteren met ICT. Voor goede toepassingen en onderwijskundig onderzoek is geld nodig. Investeer als overheid daarnaast eenmalig extra om scholen klaar te maken voor bredere ICT-toepassingen, zoals goede wifi.
• Geef de ontwikkeling van digitale leermiddelen een impuls. Dat kan met een tijdelijk verlaagd btwtarief en door scholen te helpen hun behoefte samen in de markt te zetten door vraagbundeling.
• Om internationaal mee te spelen op het gebied van ‘Massive open online courses’ (MOOCs) zou Nederland moeten inzetten op enkele universiteiten die internationaal tot de top kunnen behoren. 3 l ICT in het onderwijs
Inleiding Nieuwe technologie verandert onze wereld. Denk aan de manier waarop internet en mobiele telefoons een rol spelen in ons dagelijks leven. In nog geen twintig jaar tijd is de manier waarop we werken en leven flink beïnvloed door Whatsapp, Facebook en Youtube. Maar ons onderwijs? Dat werkt eigenlijk nog hetzelfde als voor de komst van al deze nieuwe technologische ontwikkelingen. Natuurlijk: Leraren en leerlingen kunnen met elkaar mailen, de cijfers van een leerling worden in een computersysteem bijgehouden en soms laat een leraar een online filmpje zien in de klas, maar echt grote veranderingen zijn vooralsnog uitgebleven.
Het gaat hierbij om nieuwe toepassingen, zoals e-learning en massive open online courses (MOOCs).
In het tweede hoofdstuk geven wij een analyse van de gevolgen die deze nieuwe mogelijkheden hebben voor de leraar. Welke kansen zijn er? En voor welke risico’s moet hij of zij waken? We zien dat leraren de ruimte moeten hebben om een geschikte manier te vinden om goed met ICT in het onderwijs om te gaan, maar we zullen ook zien dat dit een offer van leraren vraagt. Via scholing zullen zij hun kennis up to date moeten houden om zo elke dag het beste uit zichzelf en hun leerlingen te halen. Het derde hoofdstuk gaat in op de kansen die ICT biedt aan leerlingen en studenten zelf. Tot slot presenteren we enkele aanbevelingen.
Op zich is dat niet erg. Ons onderwijs is meer dan eens het slachtoffer geweest van ambitieuze vernieuwingsagenda’s die meer kwaad dan goed hebben gedaan. Leraren en leerlingen kwamen maar al te vaak in de verdrukking door nieuwe plannen en nieuwe regeltjes die vanuit Den Haag werden opgelegd. Maar alles bij het oude laten, uit angst fouten te maken? Dat is zonde. ICT en nieuwe technologie bieden grote kansen voor ons onderwijs. De mensen om wie het gaat, leraren en leerlingen, kunnen hiervan profiteren. Maar dan moeten we durven te kiezen voor een digitale hervorming van ons onderwijs en durven te kiezen voor de nodige investeringen. Daarbij geldt: technologie is een middel, geen doel. Eén ding staat voorop: de ambitie om onze kinderen het best mogelijke onderwijs te geven. Het onderwijs dat ze verdienen. In deze notitie nemen wij de lezer mee op onze zoektocht naar de beste wijze om met ICT in het onderwijs om te gaan. Deze zoektocht voert langs vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van online onderwijs en digitaal leren geïntroduceerd.
4 l ICT in het onderwijs
I. Nieuwe kansen door ICT
De introductie van ICT in het onderwijs draait om verwachtingenmanagement. Nieuwe technologie, zoals tablets, social media en MOOCs kunnen vaak rekenen op (te) hooggespannen verwachtingen. Technologie is altijd een middel en geen doel op zich. Als de basis van ons onderwijs te kort schiet, is het simpelweg uitrusten van leerlingen en leraren met nieuwe apparatuur onvoldoende. ICT kan alleen wat toevoegen als in de kern scherp wordt nagedacht over onderwijs in de klas, op school en in de samenleving. Dat vergt veel van beleidsmakers, schoolleiders en leraren. Waarvoor willen we een nieuw technologisch middel gebruiken en wie moeten ermee overweg kunnen? Zoals zo vaak met innovatieve ontwikkelingen, heeft ICT in het onderwijs een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Veel experts zijn nu van mening dat we tegenwoordig in een periode van ‘geleidelijke verbetering’ zitten. Technologisch is er al veel mogelijk, maar de grootste opgave ligt in het vaststellen wat wel en niet werkt in de klas. In dit hoofdstuk lopen we een paar ontwikkelingen langs en staan we kort stil bij de kansen die deze ontwikkelen opleveren voor ons onderwijs. 1,2 E-learning met oog voor verschillen De grootste kans die digitaal leren ons kan bieden, is de mogelijkheid om meer aandacht te hebben voor de verschillen tussen leerlingen. Op dit moment is ons onderwijs nog te vaak gebaseerd op het oude model, 1 Wilfred Rubens, E-learning. Trends en ontwikkelingen (2013) 2 Kennisnet, Vier in balans monitor 2013 (2013)
waarin een leraar een ‘standaardles’ geeft aan een klas met erg verschillende kinderen. Zo is er weinig ruimte voor persoonlijke aandacht en maatwerk voor leerlingen. Met de moderne ICT-mogelijkheden ontstaan voor het eerst serieuze kansen het onderwijs meer te personaliseren. Het huidige systeem kan namelijk onmogelijk recht doen aan de verschillen tussen leerlingen en studenten. Het leren van het individu zou het vertrekpunt moeten zijn.3 Volgens experts heeft een vorm van blended learning, een mix van on- en offline leren, dan ook de toekomst. Flipping the Classroom: het nieuwe leren Flipping the Classroom biedt de mogelijkheid om nieuwe vormen van onderwijs te geven. Hierbij wordt de uitleg van een les opgenomen op video en door een leerling in eigen tijd bekeken. De klassikale tijd wordt vervolgens gebruikt voor reflectie en verdieping. Het gaat er dus om dat het ouderwetse model van klassikaal lesgeven door de leraar en individueel (thuis) opdrachten maken door de leerling wordt omgedraaid. De leerling luistert thuis naar de uitleg en bediscussieert zijn opdrachten met de leraar in de klas. Daarnaast schept dit de mogelijkheid voor leerlingen om tekst en uitleg van andere leraren over een onderwerp krijgen, iets wat hiervoor nog niet eerder mogelijk was. Ten tweede creëert flipping the classroom ‘verlengde leertijd’. Studenten kunnen uitleg tot zich nemen in hun eigen tempo en zelfs herhalen indien nodig. Bovendien zorgt de technologie ervoor dat samenwerken bij het maken van huiswerk een stuk gemakkelijker en rijker wordt. Ook geeft het leraren de mogelijkheid om leerlingen individueler te begeleiden. Hoewel enkele leraren al goede ervaringen hebben met dit concept, is de toepassing nog relatief gering. Veel leraren ervaren de hoge investeringskosten in tijd nog als een barrière. 3 Wilfred Rubens, E-learning. Trends en ontwikkelingen (2013) 5 l ICT in het onderwijs
MOOCs: noodzaak van een dieptestrategie Massive Open Online Courses bieden kansen voor universiteiten om zich te profileren op een bepaald vakgebied en daarmee goede masterstudenten en promovendi aan te trekken. Een goede en toegankelijke online cursus met aansprekende docenten is een visitekaartje voor een universiteit.
Het leerrendement van MOOC’s is op dit moment vrij laag. Minder dan 10% van de deelnemers van een MOOC rondt de cursus ook daadwerkelijk af. Het is nog te vroeg om te zeggen wat hier precies de oorzaak van is, maar de lage instapdrempel gecombineerd met de hoge mate van discipline die nodig is om een MOOC af te ronden zou hier mee te maken kunnen hebben. Veel universiteiten zetten MOOCs dan ook voornamelijk in voor postgraduates en werkenden. Voor onderwijs in de bachelorfase kiezen zij liever voor blended learning: de combinatie van online en campusonderwijs. In Nederland zijn er beperkingen voor MOOCs. Zo wordt er door de onderwijsinspectie vrij conservatief gekeken naar ‘online leren’ en worden niet alle vormen hiervan daadwerkelijk als ‘leren’ gezien. De uren onderwijs via een MOOC tellen daardoor vaak niet mee in de urennorm. Verder wordt deeltijdonderwijs in Nederland niet bekostigd, waardoor het volgen van dergelijke (online) cursussen voor Nederlandse studenten fors duurder is dan traditioneel onderwijs. Om onderwijsinnovatie te stimuleren kan de Nederlandse overheid kiezen voor een dieptestrategie op het gebied van MOOCs. Men geeft dan een select aantal universiteiten of vakgebieden de mogelijkheid hier vol op in te zetten. Hoe langer hiermee gewacht wordt, hoe moeilijker het wordt om mee te komen in het internationale veld.
zijn voor de benodigde materiaal: de digitale leermiddelen. Het is belangrijk digitale middelen te beoordelen op hun didactische en pedagogische waarde, niet op hun technologische waarde. Docenten zelf leermaterialen laten maken (zoals via Wikiwijs) is niet altijd nuttig. Goed leermateriaal maken is erg moeilijk en er zijn weinig docenten in Nederland die dit beheersen. Daarnaast zijn er problemen met de continuïteit en overdraagbaarheid van het lesmateriaal doordat dit te vaak toegespitst is op de specifieke klas- of schoolcontext. Daarnaast hangt er aan de ontwikkeling van digitale leermiddelen een prijskaartje. De productie ervan kent een hoger risico dan bij de traditionele leermiddelen, omdat scholen deze nog niet direct willen of kunnen aanschaffen. Voor kleine partijen is het nu lastig de markt te betreden. Om de innovatie in digitale leermiddelen te ondersteunen, zou een business case gemaakt kunnen worden van het tijdelijk verlagen van de BTW op digitale leermiddelen van 21% naar 0%. Dit zou digitale leermiddelen, die nu moeten concurreren met boeken in het 6% tarief, kunnen stimuleren.
Digitaal materiaal
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de kansen die ICT biedt voor ons onderwijs, moet er voldoende aandacht 6 l ICT in het onderwijs
II. Nieuwe kansen voor leraren Onderwijs draait om leraren en leerlingen. Het wordt gemakkelijk vergeten hoe belangrijk het is dat nieuwe lesmethoden en digitale hulpmiddelen aansluiten bij de wensen en ideeën van de mensen om wie het gaat. Daarom is het belangrijk een moment stil te staan bij de wensen van leraren. Wat verwachten zij van nieuwe technologische ontwikkelingen en, omgekeerd, wat verwachten wij van de leraar? Aansluiting met de leraar
Ondanks de grote ambitie van scholen om ICT in te zetten, slagen zij hier niet altijd in. Soms doen zij forse investeringen, maar wordt het onderwijs hier niet effectiever en efficiënter van. Het aanbod van digitaal leermateriaal neemt dagelijks toe, maar het verschil tussen gewenst gebruik en daadwerkelijk gebruik blijft groot. ICT-toepassingen die indruisen tegen de onderwijsprincipes van leraren en docenten zullen niet worden overgenomen door hen. Ook willen leraren en docenten geen toepassingen gebruiken als het niet duidelijk is of, en hoe, deze de prestaties van leerlingen en studenten verbeteren. Managers en bestuurders kunnen leraren over de streep trekken door te laten zien hoe ICT effectief kan worden ingezet, maar dit werkt alleen als leraren ook betrokken worden bij de ontwikkeling en introductie van deze nieuwe technologische middelen. Driekwart van de scholen geeft aan dat ze het onderwijs veranderen en daarbij zoeken naar de mogelijkheden die ICT te bieden heeft. Het is belangrijk dat het onderwijsveld het aantal foute keuzes
minimaliseert met behulp van kennis over wat wél werkt op het gebied van ICT. Dit vraagt om voldoende onderwijskundig onderzoek. Er is een aanhoudende stroom van nieuwe toepassingen, maar deze gaat dikwijls gepaard met mythes over potentiële opbrengsten.4 Daarom zijn ervaringen uit de praktijk onmisbaar. Hier ligt een belangrijke rol voor de leraar. Hoge eisen aan de leraar
Leraren moeten de ruimte hebben om mee te praten over het gebruik van nieuwe technologische ontwikkelingen in hun klas. Maar omgekeerd vraagt dit ook iets van de leraar. Optimaal profiteren van ICT in het onderwijs is onlosmakelijk verbonden met de professionalisering van leraren. Hiervoor moet een volgende professionaliseringsslag worden gemaakt in het onderwijs, die niet alleen maar gaat over het beter leren gebruiken van ICT. Het gaat in het algemeen om het vergroten van de pedagogischdidactische kwaliteiten van docenten. Er moet meer ruimte worden gegeven aan de professionele ontwikkeling van leraren, maar ook is het van belang een aanspreekcultuur in het onderwijs te kweken. Landen waar leraren de tijd en ruimte krijgen voor het gezamenlijk voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijstellen van onderwijs zijn de koplopers in studentprestaties.5 Leraren willen zich graag ontwikkelen, maar hebben daar nu te weinig ruimte voor. Hierdoor zijn leraren en schoolleidingen nu niet goed voorbereid op nieuwe ontwikkelingen als e-learning. Ook de werkdruk blijft een onderwerp van zorg, met name als het gaat om de ontwikkeling en professionalisering van leraren en docenten. Geef leraren meer vrijheid om flexibeler om te gaan met onderwijstijd en dit komt het onderwijs ten goede. 4 Kennisnet, Vier in balans monitor 2013 (2013) 5 Isabelle Diepstraten en Arnoud Evers, Leraren Leren. Een overzichtsstudie naar de professionele ontwikkeling van leraren (2012). 7 l ICT in het onderwijs
De leraar als klassenassistent? Er bestaat onder leraren de angst dat digitalisering van het onderwijs hun rol in de klas sterk zal veranderen. Soms horen we zelfs de zorg dat zij zullen verworden tot veredelde klassenassistenten. Deze angst is onterecht. De rol van leraren zal veranderen, maar zij zullen eerder belangrijker worden dan minder belangrijk. Met name bij het begeleiden van leerlingen en studenten en bij de ontwikkeling van onderwijs ligt een grote taak. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst. Het ontwerpen van onderwijs is op dit moment namelijk nog onderbelicht in zowel de lerarenopleiding als werkpraktijk. Het kunnen analyseren van het doel van onderwijs in de klas moet een grotere prioriteit krijgen. Het belang van ICT zal dan vanzelf bovendrijven, omdat het feitelijk bijdraagt aan de kwaliteit van leren.
8 l ICT in het onderwijs
III. Nieuwe kansen voor leerlingen en studenten
gebruiken ze het wel actief. Zij zien het niet als doel, maar als middel. Het biedt extra mogelijkheden voor afwisseling, maar hoeft niet per definitie ingezet te worden. Studenten
Nog te vaak wordt er over leerlingen en studenten gepraat, in plaats van met hen. Daarom staan we in dit hoofdstuk stil bij de kansen voor jongeren op het gebied van nieuwe technologie in het onderwijs. In welke wereld groeien zij op en op welke manier kan ICT hun ontwikkeling bevorderen? Scholieren
Jongeren groeien op in een digitale wereld. Maar dat betekent niet dat ze daardoor ook een digital native zijn. Ook onder jongeren is de diversiteit groot. Binnen generaties zijn over het algemeen grote verschillen te vinden in de mate waarmee mensen ICT gebruiken. Het feit dat zij opgroeien met tablets, social media en internettoepassingen betekent niet automatisch dat jongeren deze op dezelfde wijze gebruiken. Bovendien verschilt de mate waarin jongeren in staat zijn hier goed mee om te gaan.6 Als we kijken naar de manier waarop jongeren (10-18 jaar) social media gebruiken om te leren, dan valt het op dat er grote verschillen bestaan. Het gaat zowel om verschillen tussen jongens en meisjes, verschillen tussen leeftijdsklassen en verschillen tussen opleidingsniveaus. Kortom: niet alle jongeren zijn permanent online.7 Veel jongeren zien social media niet als noodzakelijke voorwaarde om te leren, maar over het algemeen gesproken
Hetzelfde beeld bestaat bij een oudere doelgroep, de universitaire studenten. Tijdens hun opleiding geven studenten aan dat zij drie onderwerpen belangrijk vinden op het gebied van ICT in het onderwijs. In de eerste plaats gaat het om inzicht in hun eigen studievoortgang. Een handig en effectief overzicht van behaalde resultaten, mogelijk beschikbaar via een app, wordt door hen als nuttig ervaren. Ten tweede wordt de beschikbaarheid van webcolleges genoemd. Dit sluit aan bij concepten als MOOCs en flipping the classroom. Tot slot vinden universitaire studenten de toegang tot digitale oefentoetsen belangrijk.
Hiernaast is het interessant om te zien dat meer dan de helft van de studenten persoonlijk contact verkiest boven een webcollege. Studeren is voor veel studenten ook een sociale aangelegenheid. Van elkaar wordt geleerd, maar juist het fysieke samenzijn maakt dat iemand zich student voelt. ICT en social media is voor studenten vooral een ondersteuning van het leerproces en draagt bij aan meer en beter tijd- en plaatsonafhankelijk te leren. Ook bij deze groep blijkt dat ze niet goed in staat zijn om meer controle over hun eigen leerproces te nemen en daarbij technologie op een adequate manier in te zetten.8 Dat betekent dat de focus vooral gelegd moet worden op de docent als het gaat om het toerusten van studenten op huidige ontwikkelingen.
6 Voor een goed overzicht van hoe jongeren social media gebruiken zie: A. van den Beemt, S. Akkerman & P.R.J. Simons, Patterns of interactive media use among contemporary youth (2010) 7 Stichting Mijnkindonline en Kennisnet, Samen leren – Tieners en sociale media, (2013)
8 Drs. Nynke Bos, ‘Digital natives’ onder de loep: ICT gebruik en wensen van studenten, (UvA 2013) 9 l ICT in het onderwijs
IV. AANBEVELINGEN In de voorgaande drie hoofdstukken hebben we kunnen zien welke kansen er liggen op het gebied van ICT en ons onderwijs. We hebben gekeken naar de nieuwe ontwikkelingen en beschreven hoe docenten en studenten deze mogelijkheden ervaren. Op basis hiervan komen we tot een aantal aanbevelingen, die hieronder zijn opgesomd.
• Bij het vormgeven van onderwijs staat de leraar centraal. Zijn vakmanschap moet voorop staan. De inzet van ICT in het onderwijs is daar een onderdeel van. Nooit een doel op zich. • Betrek leraren bij afspraken over de inzet van ICT. We zien nog te vaak dat beleidsmakers en directeuren op de stoel van de leraar gaan zitten.
• Maak tijd, geld en ruimte vrij voor verdere professionalisering van docenten. Goed gebruik van ICT in het onderwijs vraagt om docenten met visie en kennis van ICT.
• Het leren van het individu zou de basis moeten zijn van ons onderwijs. Benut daarom de kansen van e-learning met veel ruimte voor persoonlijke aandacht.
• Geef de ontwikkeling van digitale leermiddelen een impuls. Dat kan met een tijdelijk verlaagd BTWtarief en door scholen te helpen hun behoefte samen in de markt te zetten door vraagbundeling.
• Om internationaal mee te spelen op het gebied van ‘Massive open online courses’ (MOOCs) zou Nederland moeten inzetten op enkele universiteiten die internationaal tot de top kunnen behoren. • De overheid moet stoppen met het zelf ontwikkelen en uitwisselen van leermaterialen, via initiatieven als Wikiwijs.
• De overheid moet zich richten op kwaliteit en zich niet blind staren op het gebruik van ICT alleen. Scholen beslissen zelf hoe ze onderwijsdoelen halen. De overheid moet enkel kaders scheppen. • Schrap belemmerende wetgeving, zoals de norm voor onderwijstijd en de verplichte verblijfsduur van studenten.
• Kinderen blijven kinderen. Daarom is het verstandig om niet mee te gaan in hypeverhalen over social media. Belangrijker is het om oog te houden voor wat werkt in de klas.
• Geef scholen en leraren meer ruimte om te experimenteren met ICT. Voor goede toepassingen en onderwijskundig onderzoek is geld nodig. Investeer als overheid eenmalig extra om scholen klaar te maken voor bredere ICTtoepassingen, zoals goede WiFi.
10 l ICT in het onderwijs
V. Tot slot In deze notitie hebben we u, als lezer, meegenomen in onze zoektocht naar de kansen en mogelijkheden die nieuwe technologie biedt voor ons onderwijs. Het resultaat dat u hierboven heeft kunnen lezen is geen beleidsagenda en geen verkiezingsprogramma. Het is slechts een verkenning. Zowel het onderwijs als onze technologie veranderen voortdurend. Daarom hebben wij niet de ambitie om een sluitend antwoord te formuleren
op de vraag welke mogelijkheden ICT te bieden heeft voor ons onderwijs. Wel hopen wij van harte dat deze notitie mensen in het onderwijs inspireert om na denken over de keuzes die zij maken. Na te denken over nieuwe kansen die zij zien, in de klas én online. Deze notitie had niet tot stand kunnen komen zonder de inspirerende gedachten van onderstaande experts. Daarvoor zijn wij hen veel dank verschuldigd. Het eindresultaat is vanzelfsprekend voor onze eigen verantwoordelijkheid.
Voor deze notitie zijn onder meer de volgende experts geraadpleegd Esther van Popta - Onderzoeker Hogeschool Arnhem Nijmegen Jan Fasen - Rector Connect College Wilfred Rubens - Projectleider Open Universiteit en E-learning consultant Kees Versteeg - Directeur-bestuurder Hondsrug College Jelmer Evers - Docent Unic College Michel van Ast - Senior Adviseur YoungWorks Robert-Jan Simons - Directeur NSO Edo van Royen - Oprichter Studyflow Menno Smidts - Directeur Envolve Marijke Kral - Lector Leren met ICT Hogeschool Arnhem Nijmegen Cilia Born - Onderwijskundige Hogeschool Leiden
11 l ICT in het onderwijs