Maandelijks instrument voor de bedrijfsleider bij het nemen van de juiste financiële en fiscale beslissingen.
Hoe kan uw vennootschap zo voordelig mogelijk een dividend uitkeren? In dit nummer gaan we na waarop u moet letten om ervoor te zorgen dat u privé zoveel mogelijk overhoudt van het budget dat uw vennootschap ter beschikking heeft om een dividend uit te keren.
WAT IS ER VAN BELANG? Hoe groot het dividend is dat uw vennootschap u kan uitkeren, uitgaande van een bepaald budget en het nettodividend dat u uiteindelijk ontvangt, hangt af van de volgende 'factoren': het tarief van de in te houden roerende voorheffing; het tarief van de vennootschapsbelasting; het bedrag aan notionele interestaftrek dat uw vennootschap geniet.
HOEVEEL HOUDT U NETTO OVER? Optimaliseren. U zal niet alleen een groter dividend ontvangen als er slechts 15% RV ingehouden moet worden, maar vermits dividenden niet aftrekbaar zijn ook als er minder vennootschapsbelasting verschuldigd is. Dit hangt niet alleen af van het tarief van de vennootschapsbelasting, maar ook van het bedrag aan notionele interestaftrek dat uw vennootschap kan genieten. Maak zelf de berekening. Om na te gaan hoeveel u netto overhoudt van het budget dat uw vennootschap ter beschikking heeft om een dividend uit te keren, bieden we u de mogelijkheid om uw gegevens zelf in te geven op de Download Zone, die u kunt terugvinden op http://tactiekenstrategie.indicator.be code van dit nummer
in te vullen paswoord
TS 12.04.01
IOG361
INHOUD Op p. 2 en p. 3 vindt u een woordje uitleg over de formaliteiten die van toepassing zijn bij de uitkering van een dividend. De volgende pagina's zijn dan als volgt opgebouwd: wat is het belang?
We verduidelijken op welke manier de verschillende 'factoren' van belang zijn bij de uitkering van een dividend.
uitgangspunt
Een korte omschrijving van de situatie waar we van uitgaan.
uitwerking
We berekenen hoe groot het bedrag is van het dividend dat uw vennootschap kan uitkeren en hoeveel u privé uiteindelijk netto overhoudt.
hoe optimaliseren?
We bekijken een aantal mogelijkheden die u heeft om ervoor te zorgen dat u uiteindelijk meer overhoudt van het budget dat uw vennootschap beschikbaar heeft.
Op p. 10 en p. 11 geven we een totaalvoorbeeld en op p. 12 vindt u ten slotte nog de eindconclusie. Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 P 408 543
Een uitgave van INDICATOR Tiensesteenweg 306 - 3000 Leuven - tel. 016/35 99 00 - fax 016/35 99 22 RPR Leuven - 0440.845.006
12de jg. - nr. 4 - 5 januari 2009 Verschijnt niet in augustus
algemeen
WAT IS EEN DIVIDEND? Een vergoeding voor kapitaal. Een dividend is een uitkering van winst door de vennootschap aan haar aandeelhouders. Het is een vergoeding voor de aandeelhouders voor het feit dat ze aan de vennootschap middelen ter beschikking stellen in de vorm van kapitaal. Voor wie? In principe kunnen enkel de houders van aandelen een dividend ontvangen. In een NV (niet in een BVBA of een CVBA) kunnen er echter ook zgn. winstbewijzen worden uitgegeven. Die vertegenwoordigen geen deel van het kapitaal, maar geven wel recht op een dividend. Andersom is echter niet mogelijk. Alle aandeelhouders moeten het recht hebben om te delen in de winst, er bestaan m.a.w. geen aandelen zonder recht op een dividend.
HOE WORDEN DIVIDENDEN VERDEELD TUSSEN DE AANDEELHOUDERS? Per aandeel. In principe wordt er per aandeel evenveel dividend betaald. Dit betekent m.a.w. dat hoe meer aandelen iemand heeft, hoe meer dividend hij ontvangt. Voorbeeld. Stel dat een BVBA twee aandeelhouders heeft en dat de ene 60 aandelen heeft en de andere 40. Er wordt een dividend uitgekeerd van in totaal € 30.000 of van € 300 per aandeel (€ 30.000 / 100 aandelen). De ene krijgt dan een dividend van € 18.000 (€ 300 x 60) en de andere van € 12.000 (€ 300 x 40). Preferente aandelen. Deze aandelen geven recht op een jaarlijks dividend, met voorrang op de andere aandelen. Het bedrag van het preferente dividend (normaal gezien uitgedrukt als een percentage van de waarde van het aandeel) wordt vermeld in de statuten. Een preferent dividend is vaak ook overdraagbaar. Dat betekent dat wanneer het preferente dividend voor een bepaald jaar niet betaald kan worden omdat er geen of onvoldoende uitkeerbare winst is (zie verder), het wordt overgedragen naar latere jaren. Enkel wanneer er na de toekenning van de preferente dividenden nog uitkeerbare winst over is, mogen de niet-preferente aandelen ook een dividend krijgen. In dat geval krijgen ook de preferente aandelen nog een deel van dit 'gewone' dividend, boven op het preferente dividend. Voorbeeld. Een vennootschap heeft een kapitaal van € 90.000, verdeeld in 300 aandelen van € 300. Er zijn 200 gewone aandelen en 100 aandelen die recht geven op een preferent dividend van 8% of m.a.w. van € 24 (€ 300 x 8%) dat overdraagbaar is. In 2007 was er geen uitkeerbare winst, maar in 2008 wel. De jaarvergadering in 2009 moet dan aan elk preferent aandeel een preferent dividend toekennen van € 48 (€ 24 voor 2007 en € 24 voor 2008). Als er dan ook nog een gewoon dividend wordt uitgekeerd van € 20 per aandeel, krijgt elk preferent aandeel in totaal een dividend van € 68 (€ 48 + € 20), terwijl elk niet-preferent aandeel een dividend krijgt van € 20. Met of zonder stemrecht. Geeft u aandelen uit zonder stemrecht op de algemene vergadering, dan zijn dit altijd preferente aandelen. Dergelijke aandelen zijn mogelijk in een BVBA, een NV en een CVBA. In een BVBA en een NV mogen ze wel niet meer dan één derde van het kapitaal vertegenwoordigen. Daarnaast kunnen een NV of een CVBA (niet een BVBA!) ook preferente aandelen mét stemrecht uitgeven. Dan wordt er in de statuten een onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën van aandelen, meestal aangeduid als A-aandelen, B-aandelen, enz., waarvan sommige recht geven op een preferent dividend.
FORMALITEITEN Wie beslist? Het zijn de zaakvoerders of de bestuurders van de vennootschap die voorstellen om een dividend toe te kennen, maar het is de algemene vergadering van de aandeelhouders die de toekenning van een dividend goedkeurt. Een gewone meerderheid in de algemene vergadering is voldoende, dat wil zeggen 50% van de stemmen plus één stem. Wanneer? In principe is het de gewone algemene vergadering, ook wel de 'jaarvergadering' genoemd, die beslist om een dividend toe te kennen. Die jaarvergadering is de algemene vergadering die één keer per jaar wordt gehouden en die de jaarrekening van het voorbije boekjaar goedkeurt, een bestemming geeft aan het resultaat en 'kwijting' verleent aan de zaakvoerders of de bestuurders. Voor een vennootschap met een 'gewoon' boekjaar dat samenvalt met het kalenderjaar en dus afsluit op 31 december, vindt de jaarvergadering in principe plaats in maart, april of mei. Een tussentijds dividend. Een dividend kan echter ook perfect toegekend worden op een ander moment dan bij de goedkeuring van de jaarrekening. Zo'n dividend wordt een 'tussentijds dividend' genoemd en het moet worden toegekend door een 'bijzondere' algemene vergadering.
p. 2 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
algemeen
EEN UITKERING VAN WINST Welke winst? Zoals gezegd, is een dividend een uitkering van de winst van de vennootschap. Dit kan niet alleen de winst van het boekjaar zelf zijn, maar ook winst van de vorige jaren die toen niet uitgekeerd werd en dus werd 'gereserveerd' in de vennootschap. Dat kan dan o.m. gaan om de (on)beschikbare reserves, de overgedragen winst, de belastingvrije reserves, enz. Het is mogelijk om alle beschikbare reserves in één keer uit te keren, ongeacht het bedrag en ongeacht hoelang die reserves al aanwezig zijn in de vennootschap. Onbeschikbare reserves (zoals de wettelijke reserve) kunnen echter niet worden uitgekeerd als dividend. Belastbaar? In principe wordt uw vennootschap belast op het deel van de winst van het boekjaar dat ze uitkeert als dividend. Dit geldt echter niet als er gereserveerde winst van de vorige jaren uitgekeerd wordt als dividend vermits die winst reeds belast werd in de jaren waarop ze betrekking heeft. Worden er echter belastingvrije reserves uitgekeerd als dividend, dan worden die wél nog belast in het jaar van de uitkering. Een keuze. In principe is uw vennootschap niet verplicht om een dividend uit te keren en kan de winst dus jaar na jaar 'gereserveerd' worden. Enkel als er zgn. preferente aandelen zijn (zie p. 2) , is de toekenning van een dividend verplicht als er winst is. Op het moment waarop uw vennootschap ontbonden wordt, worden steeds alle gereserveerde winsten aan de aandeelhouders uitgekeerd als dividend (de zgn. liquidatiebonus).
HOEVEEL DIVIDEND MAG ER WORDEN UITGEKEERD? Beperking. De uitkering van een dividend mag nooit tot gevolg hebben dat het zgn. nettoactief van de vennootschap kleiner wordt dan de som van het gestorte kapitaal en de onbeschikbare reserves (zoals de wettelijke reserve en de herwaarderingsmeerwaarden). Het nettoactief is hetzelfde als het 'eigen vermogen' van uw vennootschap of m.a.w. het totaal van het kapitaal en de reserves. Voorbeeld 1. Boekjaar 2008 van een BVBA sluit af op 31.12.2008. Het nettoactief van de BVBA ziet er als volgt uit: gestort kapitaal
6.200
wettelijke reserve (1)
620
overgedragen verlies
-10.000
winst van het boekjaar
25.000
maximaal dividend
15.000
nettoactief
(1) dit zijn hier de enige 'onbeschikbare' reserves
Als er een dividend van méér dan € 15.000 uitgekeerd zou worden, dan zou het nettoactief van de BVBA kleiner worden dan het gestorte kapitaal en de onbeschikbare reserves (€ 6.200 + € 620 = € 6.820) en dat is niet toegelaten.
6.820
Niet mogelijk. Bedraagt het 'nettoactief' van de vennootschap op de datum van de afsluiting van het laatste boekjaar reeds minder dan de som van het gestorte kapitaal en de onbeschikbare reserves, dan mag er helemaal geen dividend worden uitgekeerd. Concreet zal dit het geval zijn als het (boekhoudkundige) overgedragen verlies van de vennootschap zo groot is dat het eigen vermogen minder bedraagt dan het gestorte kapitaal plus de onbeschikbare reserves. Voorbeeld 2. Boekjaar 2008 van een BVBA sluit af op 31.12.2008. Het nettoactief van de BVBA ziet er als volgt uit: gestort kapitaal
6.200
wettelijke reserve (1)
620
overgedragen verlies
-10.000
winst van het boekjaar maximaal dividend nettoactief
p. 3 - 05.01.2009
5.000 0
(1) dit zijn hier de enige 'onbeschikbare' reserves
Vermits het nettoactief van de BVBA op 31.12.2008 (€ 1.820) reeds kleiner is dan het gestorte kapitaal en de onbeschikbare reserves (€ 6.200 + € 620 = € 6.820), kan er dat boekjaar geen dividend worden uitgekeerd.
1.820
Tactiek & Strategie
het tarief van de roerende voorheffing
WAT IS HET BELANG? Roerende voorheffing. Keert uw vennootschap u privé een dividend uit, dan moet ze daar roerende voorheffing (RV) op inhouden en rechtstreeks doorstorten aan de fiscus. Die RV bedraagt in principe 25% en wordt berekend op het bedrag na aftrek van de verschuldigde vennootschapsbelasting (een dividend is immers niet aftrekbaar). Verlaagd tarief. In bepaalde gevallen wordt het tarief van de roerende voorheffing echter verlaagd tot 15%. Dit is het geval als er tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden is voldaan: Vanaf 1 januari 1994. Het verlaagd tarief geldt enkel voor de dividenden van aandelen die vanaf 1 januari 1994 werden uitgegeven. Dit betekent dat de vennootschap na die datum opgericht moet zijn of dat het moet gaan om een kapitaalverhoging van na die datum. In geld. De aandelen moeten bovendien uitgegeven zijn ter vergoeding van een inbreng in geld. Het verlaagd tarief is m.a.w. niet mogelijk als het kapitaal in natura volstort werd. Op naam. Ten slotte moeten de aandelen vanaf hun uitgifte op naam staan (of vanaf hun uitgifte in open bewaargeving gedeponeerd zijn bij een bank). Zijn de aandelen aan toonder, dan is het verlaagd tarief dus niet mogelijk. Vermits de aandelen vanaf hun uitgifte op naam moeten staan, is het geen oplossing om bestaande aandelen aan toonder op naam te zetten of te dematerialiseren. Liquidatiebonus. Als u uw vennootschap ontbindt ('liquideert') en ze dus definitief ophoudt te bestaan, dan worden alle 'reserves' die nog in de vennootschap zitten (de nog niet uitgekeerde winst) als een dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders. Op deze 'liquidatiebonus' hoeft uw vennootschap 'slechts' 10% roerende voorheffing in te houden i.p.v. 25% of 15%. Aan de toepassing van dit tarief zijn er echter geen voorwaarden verbonden.
UITGANGSPUNT Uw vennootschap heeft een beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 die volledig gebruikt wordt om een dividend uit te keren. We gaan na hoe groot het dividend is dat u privé ontvangt als uw vennootschap 25% of 15% roerende voorheffing moet inhouden. Het tarief van de RV heeft dus geen invloed op het bedrag van het brutodividend dat uw vennootschap kan uitkeren.
UITWERKING bij uw vennootschap
25% RV
15% RV
50.000
50.000
-5.000
-5.000
45.000
45.000
- vennootschapsbelasting (stel 33,99%)
-15.296
-15.296
- uitgekeerd dividend (de winst ná belastingen)
-34.705
-34.705
0
0
beschikbaar budget (de winst vóór belastingen) (1) - notionele interestaftrek (veronderstelling) belastbare winst
netto beschikbaar
(1) Voor de eenvoud gaan we ervan uit dat er buiten de vennootschapsbelasting zelf geen andere, niet-aftrekbare kosten zijn (zgn. verworpen uitgaven).
bij u privé ontvangen dividend - ingehouden roerende voorheffing netto beschikbaar hoeveel houdt u netto over van het beschikbare budget bij uw vennootschap?
p. 4 - 05.01.2009
25% RV
15% RV
34.705
34.705
-8.676
-5.206
26.028
29.499
52%
59%
Tactiek & Strategie
hoe optimaliseren?
VAN 25% NAAR 15%? Definitief. Als de aandelen niet voldoen aan de voorwaarden om een dividend uit te keren met de inhouding van 15% roerende voorheffing (RV), dan is het in principe niet mogelijk om dat 'op te lossen'. Op de uitgekeerde dividenden m.b.t. die aandelen zal er m.a.w. altijd 25% RV moeten worden ingehouden. Nieuwe aandelen. Het verlaagd tarief van 15% is echter wél mogelijk als het kapitaal na 1 januari 1994 verhoogd wordt in geld tegen de uitgifte van nieuwe aandelen op naam. Op de dividenden die betrekking hebben op die aandelen, hoeft er dan slechts 15% RV ingehouden te worden. Dit geldt echter niet voor de dividenden m.b.t. de 'oude' aandelen, waarop er nog steeds 25% RV verschuldigd is. Voorbeeld. Het kapitaal van uw BVBA bedraagt € 20.000 en het is volstort in natura zodat er 25% RV ingehouden moet worden op de uitgekeerde dividenden, ook al zijn de aandelen (verplicht) op naam. U verhoogt nu het kapitaal in geld met € 40.000 tot € 60.000. Als er dan een dividend van bv. € 300.000 wordt uitgekeerd, dan moet er 25% RV ingehouden worden op € 100.000 (€ 20.000 / € 60.000) en 15% op € 200.000 (€ 40.000 / € 60.000). 'Oude' reserves. Wordt er ná de kapitaalverhoging echter nog winst van de vorige jaren (de zgn. reserves van vóór de kapitaalverhoging) uitgekeerd als dividend, dan is het betwistbaar of het tarief van 15% mogelijk is op een deel van die reserves. De nieuwe aandelen mogen immers geen enkel voorrecht genieten t.o.v. de 'oude' aandelen (art. 269 WIB) om het tarief van 15% te kunnen toepassen. Dit is echter wél het geval als de nieuwe aandelen mee zouden kunnen 'profiteren' van de vroeger opgebouwde reserves. 'Incorporatie van reserves'. Voldoet uw vennootschap aan de voorwaarden om het tarief van 15% te kunnen toepassen, dan blijft dit van toepassing als het kapitaal verhoogd wordt door een zogenaamde incorporatie van reserves, hoewel het kapitaal niet in geld gestort wordt. De voorwaarde is wel dat er geen nieuwe aandelen worden uitgegeven (vr. nr. 793, Trees Pieters, vr. en antw., Kamer, 2005-2006, 17 mei 2005, nr. 51-115, p. 22.209-22.210).
EEN INBRENG IN NATURA VERMIJDEN Probleem. Bij de oprichting van een vennootschap wordt vaak het materieel, de goodwill, enz. ingebracht in het kapitaal. Dit heeft echter als nadeel dat het tarief van 15% niet van toepassing is op de uitgekeerde dividenden vermits het kapitaal dan in natura volstort is. Oplossing. Dit kan vermeden worden door eerst een inbreng in geld te doen en vervolgens de goederen die u wilt inbrengen aan de vennootschap te verkopen. De vennootschap kan dan de verkoopprijs van die goederen betalen met het bedrag dat als kapitaal werd gestort. Op die manier krijgt u dus het geld terug dat u eerst als kapitaal heeft gestort, terwijl de vennootschap eigenaar is van de goederen die u wilde inbrengen. Het eindresultaat is m.a.w. hetzelfde als bij een inbreng in natura, maar er kunnen nu wel mogelijk dividenden uitgekeerd worden met de inhouding van 15% RV. Beperking. Het voorgaande geldt echter niet als het gaat om goederen die reeds vóór 1 januari 1994 gebruikt werden voor de beroepswerkzaamheid. In dat geval is het verlaagd tarief in de RV immers enkel van toepassing in de mate waarin het kapitaal (volstort in geld) hoger is dan de verkoopprijs die de vennootschap betaalt aan haar oprichters, haar aandeelhouders, haar bestuurders of haar zaakvoerders voor de overdracht van de goederen die zij gebruikt hebben voor de uitoefening van hun beroep (art. 269, 8ste lid WIB). Als u na 1 januari 1994 begonnen bent met uw eenmanszaak of als u goederen inbrengt die u na die datum verworven heeft, dan is er dus geen probleem.
GEEN OPLOSSING Het kapitaal 'vervangen'. Als uw vennootschap niet aan de voorwaarden voldoet om het verlaagd tarief van 15% toe te passen omdat het kapitaal bv. volstort is in natura, kan ze eerst het kapitaal verhogen in geld (van bv. € 20.000 tot € 40.000) en later het kapitaal in natura verlagen met € 20.000. Op die manier wordt het kapitaal in natura dus vervangen door kapitaal in geld dat wél aan de voorwaarden voldoet. Niet mogelijk. Hierdoor kan het verlaagd tarief echter niet verkregen worden. In de wet is immers voorzien dat “voor vennootschappen die na 31 december 1993 hun kapitaal verminderen de kapitaalverhogingen waartoe zij overgaan slechts in aanmerking genomen worden in de mate waarin zij meer bedragen dan die kapitaalverminderingen” (art. 269 WIB). Dit geldt ook als u eerst het kapitaal verhoogt en dan vermindert (circ. nr. Ci.RH. 233/463.721, 18.02.1997). De aandelen op naam zetten. De aandelen moeten vanaf hun uitgifte op naam staan of de aandelen moeten vanaf hun uitgifte in open bewaargeving gedeponeerd zijn bij een bank. Het verlaagd tarief kan m.a.w. niet verkregen worden door bestaande, ‘oude’ aandelen aan toonder op naam te zetten of te dematerialiseren. p. 5 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
het tarief van de vennootschapsbelasting
WAT IS HET BELANG? Niet aftrekbaar. Vermits een dividend niet aftrekbaar is, is er vennootschapsbelasting verschuldigd op de dividenden die uw vennootschap uitkeert. Dit betekent m.a.w. dat het tarief van de vennootschapsbelasting mee bepaalt hoe groot het bedrag is dat uiteindelijk uitgekeerd kan worden als dividend. Hoe hoger immers het tarief, hoe kleiner het dividend als we uitgaan van eenzelfde beschikbaar budget. Welke tarieven? Het gewone tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33,99%, maar onder bepaalde voorwaarden heeft uw vennootschap recht op het verlaagd tarief, dat afhangt van de belastbare winst: belastbare winst
verlaagd tarief (incl. 3% crisisbijdrage)
van € 0 tot € 25.000
24,98%
van € 25.000 tot € 90.000
31,93%
van € 90.000 tot € 322.500
35,54%
Voorwaarde. De uitkering van een dividend kan echter bepalen tegen welk tarief uw vennootschap belast wordt. Als er immers een dividend uitgekeerd wordt dat groter is dan 13% van het gestorte kapitaal (bij het begin van het belastbaar tijdperk), dan heeft uw vennootschap geen recht meer op het verlaagd tarief.
UITGANGSPUNT Uw vennootschap heeft een beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 die volledig gebruikt wordt om een dividend uit te keren. We gaan na hoe groot het uitgekeerde dividend is als uw vennootschap belast wordt tegen het gewone tarief én tegen het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting en hoeveel u daar uiteindelijk privé van overhoudt.
UITWERKING bij uw vennootschap beschikbaar budget (de winst vóór belastingen) (1) - notionele interestaftrek (veronderstelling) belastbare winst
gewoon tarief
verlaagd tarief
50.000
50.000
-5.000
-5.000
45.000
45.000
- vennootschapsbelasting
-15.296
-12.631 (2)
- uitgekeerd dividend (de winst ná belastingen)
-34.705
-37.369
0
0
netto beschikbaar
(1) Voor de eenvoud gaan we ervan uit dat er buiten de vennootschapsbelasting zelf geen andere, niet-aftrekbare kosten zijn (zgn. verworpen uitgaven). (2) We gaan ervan uit dat het dividend niet groter is dan 13% van het gestorte kapitaal zodat uw vennootschap het verlaagd tarief niet verliest door de dividenduitkering.
bij u privé ontvangen dividend - ingehouden roerende voorheffing (25%) (3) netto beschikbaar hoeveel houdt u netto over van het beschikbare budget bij uw vennootschap?
gewoon tarief
verlaagd tarief
34.705
37.369
-8.676
-9.342
26.028
28.027
52%
56%
(3) We gaan ervan uit dat er niet voldaan is aan de voorwaarden om 15% roerende voorheffing in te houden.
p. 6 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
hoe optimaliseren?
HET KAPITAAL VERHOGEN Het verlaagd tarief. Als we ervan uitgaan dat uw vennootschap een bepaald budget ter beschikking heeft om een dividend uit te keren, dan kan ze een groter dividend uitkeren als ze belast wordt tegen het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. Het probleem is echter dat uw vennootschap dat verlaagd tarief sowieso verliest als er een te groot dividend wordt uitgekeerd (zie p. 6) . Het belang van het kapitaal. Vermits uw vennootschap geen recht meer heeft op het verlaagd tarief als het dividend groter is dan 13% van het gestorte kapitaal, kan er een groter dividend uitgekeerd worden zonder het verlaagd tarief te verliezen als u het kapitaal van uw vennootschap verhoogt. Dit is uiteraard van geen belang als uw vennootschap sowieso geen recht heeft op het verlaagd tarief (omdat één van de andere voorwaarden niet vervuld is). Vanaf wanneer? Van belang is wel dat het kapitaal bij het begin van het boekjaar in aanmerking wordt genomen. Dit betekent dus dat als u in de loop van bv. boekjaar 2008 het kapitaal verhoogt, er pas vanaf boekjaar 2009 een groter dividend uitgekeerd kan worden zonder het verlaagd tarief te verliezen. Gestort kapitaal. Bovendien wordt enkel het werkelijk gestorte kapitaal in aanmerking genomen. Als u bv. een BVBA heeft opgericht met het minimumkapitaal van € 18.550 waarvan u slechts € 6.200 volstort heeft, dan is de grens gelijk aan € 806 (€ 6.200 x 13%) en dus niet aan € 2.412 (€ 18.550 x 13%). Het speelt echter geen rol of het kapitaal in geld dan wel in natura gestort is. Geen oplossing. Uw vennootschap kan geen groter dividend uitkeren als ze het kapitaal verhoogt door zgn. reserves om te zetten in kapitaal. Fiscaal gezien worden geïncorporeerde reserves immers niet aangemerkt als gestort kapitaal.
HET DIVIDEND UITSTELLEN Reserves van de vorige jaren. Om te vermijden dat uw vennootschap elk jaar het verlaagd tarief verliest door de dividenduitkering, kunt u voorlopig geen dividend uitkeren en pas na enkele jaren een groter dividend. Dit dividend bestaat dan voor het grootste deel uit de winst (de 'reserves') van de vorige jaren. Het voordeel is dat uw vennootschap niet meer belast wordt op het dividend in de mate waarin het betrekking heeft op reserves die reeds in de vorige jaren belast werden, zelfs al was dit tegen het verlaagd tarief. In het jaar waarin het dividend dan uitgekeerd wordt, heeft uw vennootschap in principe geen recht op het verlaagd tarief zodat enkel de winst van dat jaar wél belast wordt tegen het gewone tarief van 33,99% (zie ook p. 11) . Een korter boekjaar. Het verlies van het verlaagd tarief door de uitkering van een dividend is natuurlijk minder erg in een boekjaar waarin uw vennootschap weinig winst maakt. Hier kan voor gezorgd worden door de afsluitingsdatum van het boekjaar te wijzigen, waardoor er uitzonderlijk één korter boekjaar is. Als de dividenduitkering (die dus ook betrekking heeft op reserves van de vorige jaren) uitgesteld wordt tot dat boekjaar, dan zal de belastbare winst in principe lager zijn en dan zal dus ook de extra belasting beperkt zijn door het verlies van het verlaagd tarief. Voorbeeld. Het boekjaar van uw vennootschap sluit af op 31.12.2008, maar de algemene vergadering beslist in december 2008 om het boekjaar voortaan af te sluiten op 31.03.2009. Hierdoor heeft uw vennootschap dus eenmalig een korter boekjaar van drie maanden, waarin er in principe ook een kleinere belastbare winst zal zijn. Op 1 april 2009 begint er dan opnieuw een boekjaar van 12 maanden, dat loopt tot 31 maart 2010, enz.
DE WINST DRUKKEN Een tantième. Als uw vennootschap het verlaagd tarief verliest door de uitkering van een dividend, kunnen die meerkosten aan belastingen beperkt worden door de belastbare winst te drukken. Dit kan door bv. boven op het dividend ook nog een tantième uit te keren, dat immers wél aftrekbaar is. Voorbeeld. Stel dat uw BVBA een belastbare winst heeft van € 25.000. Tegen het verlaagd tarief betaalt de BVBA dan € 6.245 aan vennootschapsbelasting (€ 25.000 x 24,98%). Als er nu een dividend van bv. € 10.000 uitgekeerd wordt (méér dan 13% van het gestorte kapitaal), dan wordt de volledige winst van € 25.000 (het dividend is niet aftrekbaar) belast tegen 33,99% en dan moet er € 8.497,50 aan belastingen betaald worden. De dividenduitkering kost uw vennootschap dus € 2.252,50 extra. Stel dat uw BVBA niet alleen een dividend van € 10.000 uitkeert (van de reserves van de vorige jaren), maar ook nog een tantième van € 25.000. Ook nu heeft uw vennootschap geen recht op het verlaagd tarief, maar vermits de belastbare winst gelijk is aan € 0 (na aftrek van het tantième), kost dit niets. Privé. Het tantième wordt samen met uw loon belast tegen de gewone tarieven, maar het heeft als voordeel dat het voor uw vennootschap nog aftrekbaar is voor het vorige boekjaar, terwijl u er privé pas een jaar later op belast wordt. p. 7 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
de notionele interestaftrek
WAT IS HET BELANG? Een fiscale aftrek. Sinds aanslagjaar 2007 (in principe boekjaar 2006) kan uw vennootschap een bepaald, fictief bedrag aftrekken van haar winst. Die 'notionele interestaftrek' is een percentage van het 'eigen vermogen' (waarop mogelijk nog een aantal correcties toegepast worden), dat voor heel wat vennootschappen gelijk is aan het gestorte kapitaal verhoogd met de reserves (de 'opgepotte' winst). Eigenlijk is dit dus een soort 'korting' op de vennootschapsbelasting. Vermits een dividend niet aftrekbaar is, betekent dit dat als we uitgaan van eenzelfde beschikbaar budget, uw vennootschap een groter dividend kan uitkeren als ze een grotere notionele interestaftrek krijgt (zie p. 6) . Hoeveel? Het percentage van de notionele interestaftrek wordt elk jaar aangepast en bedraagt: aanslagjaar
voor grote vennootschappen
voor KMO-vennootschappen
2009
4,307%
4,807%
2008
3,781%
4,281%
2007
3,442%
3,942%
Wat is een KMO-vennootschap? De aftrek is 0,5% hoger voor zgn. KMO-vennootschappen. Dit is een vennootschap die maximaal één van de volgende criteria overschrijdt: een omzet van € 7.300.000, een balanstotaal van € 3.650.000 of een gemiddeld personeelsbestand van 50 werknemers. Een vennootschap met een gemiddeld personeelsbestand van meer dan 100 werknemers is echter nooit een KMO-vennootschap.
UITGANGSPUNT Uw vennootschap heeft een beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 die volledig gebruikt wordt om een dividend uit te keren. We gaan na hoe groot het dividend is dat er uitgekeerd kan worden als uw vennootschap enerzijds recht heeft op een eerder beperkte en anderzijds op een grotere notionele interestaftrek. Dit is mogelijk als het eigen vermogen van uw vennootschap toeneemt omdat u bv. het kapitaal verhoogt.
UITWERKING bij uw vennootschap
beperkte NI
grotere NI
beschikbaar budget (de winst vóór belastingen) (1)
50.000
50.000
- notionele interestaftrek (veronderstelling)
-5.000
-25.000
45.000
25.000
- vennootschapsbelasting (stel 33,99%)
-15.296
-8.498
- uitgekeerd dividend (de winst ná belastingen)
-34.705
-41.503
0
0
belastbare winst
netto beschikbaar
(1) Voor de eenvoud gaan we ervan uit dat er buiten de vennootschapsbelasting zelf geen andere, niet-aftrekbare kosten zijn (zgn. verworpen uitgaven).
bij u privé ontvangen dividend - ingehouden roerende voorheffing (25%) (2) netto beschikbaar hoeveel houdt u netto over van het beschikbare budget bij uw vennootschap?
beperkte NI
grotere NI
34.705
41.503
-8.676
-10.376
26.028
31.127
52%
62%
(2) We gaan ervan uit dat er niet voldaan is aan de voorwaarden om 15% roerende voorheffing in te houden.
p. 8 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
hoe optimaliseren?
HET KAPITAAL VERHOGEN De notionele interestaftrek. Als we uitgaan van een bepaald beschikbaar budget om een dividend uit te keren, dan kan er een groter dividend uitgekeerd worden als uw vennootschap een grotere notionele interestaftrek geniet (zie p. 8) . Hoe groter immers de notionele interestaftrek, hoe minder vennootschapsbelasting er verschuldigd is op het uitgekeerde dividend (dat niet aftrekbaar is). Een groter kapitaal. Zoals gezegd, wordt die notionele interestaftrek berekend op het eigen vermogen, dat voor een deel bestaat uit het gestorte kapitaal van uw vennootschap. Door het kapitaal te verhogen zal uw vennootschap dus een grotere notionele interestaftrek krijgen, waardoor er 'goedkoper' dividenden kunnen worden uitgekeerd. Vanaf wanneer? De notionele interestaftrek wordt berekend op het eigen vermogen op de laatste dag van het vorige boekjaar. Als u m.a.w. het kapitaal verhoogde in de loop van boekjaar 2008, dan krijgt uw vennootschap pas de notionele interestaftrek op die volledige verhoging vanaf boekjaar 2009. Vanaf dan wordt de notionele interestaftrek wel elk jaar opnieuw berekend op dat verhoogde kapitaal en dus niet enkel op de toename t.o.v. het vorige boekjaar. Toch wordt een verhoging van het kapitaal tijdens het boekjaar zelf ook al gedeeltelijk in aanmerking genomen om de notionele interestaftrek van dat boekjaar te berekenen. Als u bv. in boekjaar 2008 (dat afsluit op 31.12.2008) het kapitaal van uw vennootschap verhoogde met € 50.000 in september, dan krijgt uw vennootschap voor dat boekjaar al de notionele interestaftrek op € 12.500 (€ 50.000 x 3/12). Dit geldt echter ook in omgekeerde richting als het kapitaal van uw vennootschap in de loop van het boekjaar vermindert. Welk kapitaal? Voor de notionele interestaftrek is het in principe van geen belang of u het kapitaal verhoogt in geld of in natura. Een kapitaalverhoging door een incorporatie van reserves heeft echter geen invloed op de notionele interestaftrek vermits geïncorporeerde reserves steeds reserves blijven.
HET DIVIDEND UITSTELLEN Méér reserves. Het eigen vermogen, dat de basis is voor de berekening van de notionele interestaftrek, bestaat niet alleen uit het gestorte kapitaal, maar ook uit de 'reserves' van uw vennootschap. Dit zijn de winsten van de vorige boekjaren die niet uitgekeerd werden als dividend en die dus 'gereserveerd' werden in de vennootschap. Dit betekent dat uw vennootschap een grotere notionele interestaftrek zal krijgen als er minder of geen winst wordt uitgekeerd als dividend en dat die winst dus voorlopig in de vennootschap blijft als 'reserves'. Uitstellen. Uw vennootschap kan dus in totaal een groter bedrag uitkeren als dividend als er bv. gedurende enkele jaren geen uitkering plaatsvindt en de winst pas daarna uitgekeerd wordt als dividend. Gedurende de jaren waarin de winst gereserveerd wordt, zal het eigen vermogen van uw vennootschap immers elk jaar wat groter worden zodat uw vennootschap een grotere notionele interestaftrek krijgt. Hierdoor moet er in totaal minder vennootschapsbelasting betaald worden en kan er dus na bv. enkele jaren een groter dividend worden uitgekeerd (zie ook p. 11) . Voorbeeld 1. Stel dat uw KMO-vennootschap elk jaar een beschikbaar budget heeft van € 50.000 en een notionele interestaftrek van € 5.000 zodat er elk jaar een dividend uitgekeerd kan worden van € 34.705 (zie p. 8) . Na tien jaar is er dan in totaal voor € 347.050 uitgekeerd als dividend. Als er voorlopig echter geen dividend uitgekeerd wordt, zal het eigen vermogen van uw vennootschap in jaar 2 stijgen met € 34.705 zodat uw vennootschap € 1.668 méér notionele interestaftrek krijgt (€ 34.705 x 4,807%). Hierdoor hoeft er minder vennootschapsbelasting betaald te worden zodat er dat jaar een groter bedrag (€ 35.271) gereserveerd kan worden en het eigen vermogen dus opnieuw stijgt, enz. Op die manier kan er dan na tien jaar een dividend worden uitgekeerd van € 373.706 of m.a.w. € 26.656 méér dan wanneer de volledige winst jaarlijks zou worden uitgekeerd. Een 'tussentijds' dividend. Keert uw vennootschap een dividend uit, dan is daardoor het eigen vermogen op de laatste dag van het boekjaar lager en zal uw vennootschap het volgende boekjaar reeds minder notionele interestaftrek krijgen. Dit kan vermeden worden door de uitkering van een zgn. tussentijds dividend via een bijzondere algemene vergadering. Dit is een dividend afkomstig uit de reeds vroeger gereserveerde winst (dus niet van het boekjaar zelf). Voorbeeld 2. Als er op de algemene vergadering van bv. mei 2009 beslist wordt om voor boekjaar 2008 een dividend uit te keren van € 100.000, dan zal hierdoor het eigen vermogen op 31.12.2008 € 100.000 lager zijn en zal uw vennootschap voor boekjaar 2009 € 4.807 (nog te indexeren) minder notionele interestaftrek krijgen. De algemene vergadering van mei 2009 kan echter ook beslissen om geen dividend uit te keren. In bv. september 2009 wordt er dan een bijzondere algemene vergadering gehouden die beslist om € 100.000 van de gereserveerde winst van de vorige jaren uit te keren als een tussentijds dividend. Dit bedrag hoeft dan niet volledig in mindering gebracht te worden van het eigen vermogen op 31.12.2008, maar slechts voor 3/12 (€ 25.000). Hierdoor krijgt uw vennootschap voor boekjaar 2009 dus € 3.605 meer notionele interestaftrek (€ 75.000 x 4,807%). p. 9 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
totaalvoorbeeld 1
UITGANGSPUNT Uw vennootschap heeft een beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 die volledig gebruikt wordt om een dividend uit te keren. Om een groter dividend te kunnen uitkeren, 'optimaliseert' u het kapitaal en het eigen vermogen van uw vennootschap. Hiertoe verhoogt u het kapitaal in geld met € 226.577 en zorgt u ervoor dat er geen correctie meer hoeft te gebeuren op het eigen vermogen. Dit heeft drie 'positieve' gevolgen: door de stijging van het eigen vermogen krijgt uw vennootschap een grotere notionele interestaftrek; door de stijging van het gestorte kapitaal kan er een groter dividend uitgekeerd worden zonder dat uw vennootschap het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting verliest; door de kapitaalverhoging in geld hoeft er op een deel van de dividenden slechts 15% RV ingehouden te worden. basisgegevens van uw vennootschap
vóór
na
gestort kapitaal (veronderstelling)
100.000
336.577
+ reserves (veronderstelling)
183.498
183.498
-179.483
0
104.015
520.075
5.000
25.000
- correctie (bv. de boekwaarde van een woning die u zelf bewoont) (1) eigen vermogen notionele interestaftrek (stel 4,807% op het eigen vermogen) (2)
(1) Die correctie hoeft niet meer te gebeuren als u bv. als bedrijfsleider de woning van uw vennootschap niet meer bewoont of als u ervoor zorgt dat u niet meer (rechtstreeks) bedrijfsleider bent in uw vennootschap. (2) We gaan ervan uit dat uw vennootschap een zgn. KMO-vennootschap is en dat ze dus recht heeft op het verhoogde tarief van de notionele interestaftrek van 4,807% (zie ook p. 8).
UITWERKING bij uw vennootschap
vóór
na
beschikbaar budget (de boekhoudkundige winst vóór de belastingen)
50.000
50.000
-5.000
-25.000
45.000
25.000
- vennootschapsbelasting (vóór: 33,99% en na: 24,98%) (3)
-15.296
-6.245
- uitgekeerd dividend (het beschikbare budget ná de belastingen)
-34.705
-43.755
0
0
- notionele interestaftrek belastbare winst
netto beschikbaar
(3) Vóór de kapitaalverhoging heeft uw vennootschap geen recht op het verlaagd tarief omdat er een dividend uitgekeerd wordt dat groter is dan € 13.000 (13% van het gestorte kapitaal van € 100.000), maar ná de kapitaalverhoging wél omdat het dividend dan niet groter is dan € 43.755 (13% van het gestorte kapitaal van € 336.577).
bij u privé
vóór
na
ontvangen dividend
34.705
43.755
- ingehouden roerende voorheffing (25%) (4)
-8.676
-3.250
- ingehouden roerende voorheffing (15%) (4)
/
-4.613
26.028
35.892
52%
72%
netto beschikbaar hoeveel houdt u netto over van het beschikbare budget bij uw vennootschap?
(4) We gaan ervan uit dat het oorspronkelijke kapitaal van € 100.000 gestort is in natura zodat er 25% ingehouden moet worden op de dividenden m.b.t. dat deel van het kapitaal (zie p. 4). Vermits de kapitaalverhoging in geld gebeurt, kan er vanaf dan op een deel van het dividend (€ 236.577 / € 336.577) 15% RV worden ingehouden (als ook de andere voorwaarden vervuld zijn).
p. 10 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
totaalvoorbeeld 2
UITGANGSPUNT Uw vennootschap heeft een beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 die volledig gebruikt wordt om een dividend uit te keren. Om een groter dividend te kunnen uitkeren, stelt u de dividenduitkering negen jaar uit. Gedurende die jaren wordt er m.a.w. helemaal niets uitgekeerd om dan in jaar 10 alle opgepotte winst in één keer uit te keren als een dividend. Dit heeft twee 'positieve' gevolgen: in de jaren waarin er geen dividend uitgekeerd wordt, heeft uw vennootschap recht op het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting (we gaan ervan uit dat uw vennootschap anders het verlaagd tarief zou verliezen omwille van een dividenduitkering die groter is dan 13% van het gestorte kapitaal); vermits er geen dividend uitgekeerd wordt, blijft de winst al die jaren in de vennootschap als reserves waardoor het eigen vermogen elk jaar toeneemt en er een grotere notionele interestaftrek genoten kan worden. basisgegevens van uw vennootschap gestort kapitaal (veronderstelling) + reserves (op de laatste dag van het vorige boekjaar) (1) eigen vermogen notionele interestaftrek (stel 4,807%) (2)
jaar 1
jaar 2
jaar 10
100.000
100.000
100.000
4.015
41.384
361.741
104.015
141.384
461.741
5.000
6.796
22.196
(1) De reserves ('netto beschikbaar') worden elk jaar 'opgespaard' en volledig uitgekeerd als dividend in jaar 10. (2) We gaan ervan uit dat uw vennootschap een zgn. KMO-vennootschap is en dat ze dus recht heeft op het verhoogde tarief van de notionele interestaftrek van 4,807% (zie ook p. 8).
UITWERKING bij uw vennootschap
jaar 1
jaar 2
jaar 10
totaal
beschikbaar budget (de boekhoudkundige winst)
50.000
50.000
50.000
500.000
-5.000
-6.796
-22.196
-134.234
45.000
43.204
27.804
365.766
-12.631
-12.057
-9.451
-101.724
0
0
37.369
75.312
- notionele interestaftrek belastbare winst - vennootschapsbelasting (3) - uitgekeerd dividend netto beschikbaar (4)
-398.276 (4)
-398.276
0
0
(3) De eerste negen jaar wordt er geen dividend uitgekeerd en heeft uw vennootschap recht op het verlaagd tarief (we gaan ervan uit dat ook de andere voorwaarden vervuld zijn), maar in jaar 10 niet omdat het dividend van € 398.276 groter is dan 13% van het gestorte kapitaal van € 100.000. (4) Het beschikbare budget (de zgn. reserves) wordt elk jaar 'opgespaard' en volledig uitgekeerd als dividend in jaar 10.
bij u privé ontvangen dividend - ingehouden roerende voorheffing (stel 25%) netto beschikbaar
jaar 1
jaar 2 tot 9
jaar 10
totaal
0
0
398.276
398.276
0
0
-99.569
-99.569
0
0
298.707
298.707
hoeveel houdt u netto over van het beschikbare budget bij uw vennootschap?
60%
Ter vergelijking. Als uw vennootschap het netto beschikbare budget elk jaar volledig zou uitkeren als dividend, dan zou uw vennootschap het verlaagd tarief niet genieten en zou de notionele interestaftrek elk jaar beperkt blijven tot € 5.000. U zou dan jaarlijks een nettodividend krijgen van € 26.028 (zie p. 4) zodat u na tien jaar € 260.284 zou hebben en u dus slechts 52% zou overhouden van het beschikbare budget van € 500.000 bij uw vennootschap. p. 11 - 05.01.2009
Tactiek & Strategie
eindconclusie
CONCLUSIE Om zo voordelig mogelijk dividenden uit te keren, moet er rekening gehouden worden met de volgende zaken: de roerende voorheffing. In principe moet er op dividenden 25% RV worden ingehouden, maar onder bepaalde voorwaarden geldt er een gunsttarief van 15%. Van belang daarbij is dat er reeds bij de oprichting (of de kapitaalverhoging) voldaan moet zijn aan de betreffende voorwaarden en dat het niet meer mogelijk is om dit nadien nog recht te zetten. Een kapitaalverhoging die voldoet aan de voorwaarden, kan er wel voor zorgen dat het tarief van 15% vanaf dan van toepassing is op een deel van de uitgekeerde dividenden. de vennootschapsbelasting. Vermits er vennootschapsbelasting verschuldigd is op dividenden, kan er een groter dividend uitgekeerd worden als uw vennootschap het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting geniet. In die zin kan het dus voordelig zijn om die voorwaarden (trachten) na te leven, waarbij er rekening mee gehouden moet worden dat één van die voorwaarden precies is dat er net niet te veel dividenden uitgekeerd mogen worden. de notionele interestaftrek. Geniet uw vennootschap een grotere notionele interestaftrek, dan hoeft er minder vennootschapsbelasting betaald te worden en kan er bijgevolg een groter dividend worden uitgekeerd. Van belang daarbij is dat uw vennootschap net een grotere notionele interestaftrek zal krijgen naarmate er minder winst uitgekeerd wordt als dividend.
OVERZICHTSTABEL In de onderstaande tabel ziet u wat u netto overhoudt als uw vennootschap haar beschikbare winst (vóór de belastingen) van € 50.000 volledig gebruikt om u een dividend uit te keren. We gaan daarbij na hoeveel u uiteindelijk netto ontvangt afhankelijk van het tarief van de roerende voorheffing, het tarief van de vennootschapsbelasting en de notionele interestaftrek. wat wijzigt er?
basis
tarief RV
tarief Ven.B
NI
alles
uitstellen (1)
roerende voorheffing
25%
15%
25%
25%
15%
25%
33,99%
33,99%
24,98%
33,99%
24,98%
beide
notionele interestaftrek (3)
5.000
5.000
5.000
25.000
25.000
stijgend
beschikbaar budget
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
500.000
uitgekeerd dividend
34.705
34.705
37.369
41.503
43.755
398.276
netto beschikbaar
26.028
29.499
28.027
31.127
35.892
298.707
52%
59%
56%
62%
72%
60%
vennootschapsbelasting (2)
(1) De winst wordt niet jaarlijks, maar pas na tien jaar in één keer uitgekeerd als dividend, waardoor uw vennootschap enkel in dat jaar geen recht heeft op het verlaagd tarief en er elk jaar een grotere notionele interestaftrek genoten kan worden (zie p. 11). (2) Het gewone tarief bedraagt 33,99% en het verlaagd tarief 24,98% op de eerste schijf tot € 25.000 (zie p. 6). (3) Het bedrag van de notionele interestaftrek hangt af van het eigen vermogen van uw vennootschap (zie p. 8).
EXTRA Op de Download Zone, die u terugvindt op http://tactiekenstrategie.indicator.be, bieden we u de mogelijkheid om uw eigen, concrete gegevens in te geven om zo na te gaan hoeveel u netto overhoudt van het budget dat uw vennootschap ter beschikking heeft om een dividend uit te keren. Samengesteld door de financiële en juridische redactie van Indicator en het resultaat van diverse werkvergaderingen. Voor reacties op dit nummer van Tactiek & Strategie kunt u mailen naar
[email protected] Hoofdredacteur: K. Coremans • Eindredacteur: P. Poismans • V.U.: G. Glorieux • Veldstraat 3 • 3370 Boutersem Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk gesteld kan worden.