GEMEENTE ROTTERDAM BRANDPREVENTfECOMMISSIE AKKOORD. Advies en onderzoeksrapportage BvB Beheersbaarheid van Brand. Colofon

Advies en onderzoeksrapportage BvB Beheersbaarheid van Brand Project: nieuwbouw terminal gebouw RWG Referentie: Terminal RWG Maasvlakte 2 Versie: 004 Datum: 9 oktober 2011

GEMEENTE ROTTERDAM BRANDPREVENTfECOMMISSIE

veiQ^ningen:

bran^y^ör:

AKKOORD

Colofon Rapportnummer:

2011.001 RWG

Plaats en datum:

Woudenberg, 9 oktober 2011

Versie

004

Opdrachtgever:

JINX Architecten BV Nijverheidsweg-Noord 74A 3812 PM Amersfoort

Contactpersoon: Architect:

Dhr. H. van de Koot (JINX Architecten) Architectenbureau JINX BV Nijverheidsweg-Noord 74A 3812 PM Amersfoort Tel. 033-461 13 45

BvB Rapportage uitgevoerd door:

MVH Adviseurs BV Fonteinkruid 1 3931 WT Woudenberg Tel. 033-258 63 34

Telefoon: Auteur(s):

K.J. van Houten Senior Adviseur

Gecontroleerd door:

M. van Holst Pellekaan Directeur/senior adviseur

Pagina 1

Advies en onderzoeksrapportage BvB Beheersbaarheid van Brand

^^^"''^^^^^^

Project: nieuwbouw terminal gebouw RWG Referentie: Terminal RWG Maasvlakte 2 Versie: 004 Datum: 9 oktober 2011

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING

3

2. DOEL RAPPORTAGE

4

3. UITGANSPUNTEN BEREKENING VUURBELASTING

6

3.1 Algemeen 3.2 Bepaling permanente vuurbelasting 3.3 Bepaling variabele vuurbelasting 3.4 Bepaling gemiddelde vuurbelasting 3.5 Bepaling maatgevende vuurbelasting (qm) 4. BEPALING MAATREGELENPAKKET 4.1 Algemeen 4.2 Maximum compartimentsgrootte /vuurlast 4.3 Bepaling WBDBO-eis aan de omhulling 4.4 Bepaling minimale brandwerendheid buitengevels 4.4.1 Warmtestraling 4.5 Verbindingen 5. BEOORDELING OVERIGE ASPECTEN BRANDVEILIGHEID 5.1 Constructieve brandveiligheid 5.2 Vluchtrouteaanduiding 5.3 Positionering brandslanghaspels 5.4 Brandmeld- en ontruimingalarminstallatie 6. RESUMÉ EN CONCLUSIE

6 6 6 6 7 8 8 8 9 10 10 12 13 13 13 13 13 14

Bijlage I : Berekening permanente en variabele vuurbelasting Berekening WBO (Weerstand tegen Brand Overslag).

Pagina 2


'^.•^.•^^'^.•^ ^V^^^V^^^


1.

Inleiding

In de opdracht van JINX Architecten BV (verder JINX) te Amersfoort heeft MVH Adviseurs BV te Woudenberg een brandveiligheidsonderzoek uitgevoerd voor de nieuwbouw van de terminal voor Rotterdam World Gateway (RWG) op de Maasvlakte 2 te Rotterdam. Het bedrijfsgebouw ("Workshop building") heeft een gebruiksoppervlakte van circa 5,733 m^ en bestaat uit een kantoorgedeelte, circa 3.356 m^ en een werkplaats ("Workshop hall"), circa 2.377 m^. Doelstelling is om de "Workshop hall" als één brandcompartiment uit te voeren. Het kantoorgedeelte, de "opslag vloeistoffen/containers" en "gasflessen" wordt met een Weerstand tegen BrandDoorslag en Brandoverslag (WBDBO) van 60 minuten afgescheiden van de "Workshop hall". In de Workshop hall worden geen koopmansgoederen opgeslagen. Het is een hal waar transportmiddelen worden onderhouden. De richtlijn ten behoeve van de brandpreventie van loodsen voor de opslag van koopmansgoederen van 19-12-2000 is derhalve voor dit gebruik niet van toepassing. Conform het Bouwbesluit, artikel 2.103, mag een brandcompartiment een maximaal gebruiksoppervlak bezitten van 1.000 m^. Op basis van artikel 2.20 is het toegestaan om grotere brandcompartimenten toe te passen voor de genoemde gebruiksfuncties als het brandcompartiment zodanig is ingericht dat het brandcompartiment brandveilig is. Een manier om deze gelijkwaardige veiligheid aan te tonen, is de toepassing van het model Beheersbaarheid van Brand 2007, verder te noemen: BvB (d.d. april 2007). De Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond heeft een aanvullende "Handreiking Beheersbaarheid van Brand" en werkinstructie (versie 12-11-2007) opgesteld, waarin nadere voorwaarden zijn opgenomen. In deze rapportage zijn alle onderliggende documenten meegenomen in de afwegingen en voorzieningen. Onderzocht is of de overschrijding van de maximale gebruiksoppervlakte (1000 m^) op basis van de vuurbelasting mogelijk is. Wanneer voor een specifieke bouwaanvraag of situatie "de vangrails" van de vier maatregelpakketten te beperkend zijn, kan men altijd een geheel op maat gesneden bewijs van gelijkwaardigheid opzetten; "een werkelijk maatkostuum" is meestal mogelijk. De prestatie-eisen aan de brandcompartimentering in het Bouwbesluit staan los van het gebruik van het compartiment. Door wel met het gebruik en met eventuele voorzieningen rekening te houden, is in sommige situaties een groter brandcompartiment mogelijk. Toepassing van de Methode BvB, levert onder voorwaarden grotere brandcompartimenten, die eenzelfde veiligheidsniveau beogen als de basiscompartimenten van 1.000 m^ uit het Bouwbesluit. Het basisprincipe van de Methode BvB is tweeledig: 1. Er wordt een controleerbare beperking gesteld aan de totale hoeveelheid brandbaar materiaal in en aan het betrokken brandcompartiment. Dit betekent een gebruiksafspraak (gebruiksbeperking) met toezichtarrangement, waarin de hoeveelheid brandbaar materiaal in de constructie en de inventaris wordt beperkt. De beperking hangt af van een te kiezen maatregelpakket.

Pagina 3


•^•^•^•^•^•^ ^^V^VV^V^^V


2. Er worden eisen gesteld in de vorm van een minimale WBDBO van de omhulling van het brandcompartiment. De eisen hangen van verschillende factoren af; primair van de verwachte brandduur van een onverhoopte brand in het compartiment. De WBDBO-eis is in basis tenminste 60 minuten WBDBO en kan oplopen tot maximaal 240 minuten en kan dus uitgaan boven die in het Bouwbesluit. Reductie van de WBDBO waarde van de omhulling tot nul minuten is mogelijk door het bereiken van afstand tot andere gebouwen. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van de volgende tekeningen opgesteld door JINX Architecten BV bouwvoorbereiding versie 4 oktober 2011: Plattegrond TO-100, TO-100A, TO-100B, TO-101, TO-101 A, TO-102, TO-102A; Doorsnede tekeningen werkvoorbereiding versie 06-05-2011: TO-300A en TO-300B; Situatie TO-000

2.

Doel Rapportage

Het onderzoek is erop gericht aan te tonen dat het gebouw als één brandcompartiment kan worden uitgevoerd. MVH Adviseurs hanteert daarvoor het volgende stappenplan: Stap 1 De gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment bedraagt circa 2.377 m^. Dit is groter dan 1.000 m= en kleiner dan 15.000 m^. De "Methode BvB 2007" en de "Handreiking VRR" zijn toepasbaar. Stap 2: De "Workshop building" is gesitueerd op het terrein van RWG, Maasvlakte 2 te Rotterdam. Het bouw/werk staat op ruime afstand van de erfgrens, andere bouwwerken of de openbare weg, maar op korte afstand van het aangrenzende kantoorgebouw. De noord/oostgevel van de "Workshop hall" grenst aan het kantoorgedeelte. Hier zijn aanvullende maatregelen aanwezig om brandoverslag te voorkomen. In het ontwerp zijn bouwkundige brandwerende voorzieningen opgenomen van tenminste 60 minuten WBBDO om brandoverslag van de noord- en oostgevel te voorkomen. De vuurbelasting van het bouwwerk mag, bij een gebruiksoppervlakte van 2.377 m^ maximaal 126,21 kg vurehout equivalent per vierkante meter (kg_vh / m^) bedragen (300.000/2.377 m^). Berekening totale vuurlast: Permanente Variabele Totaal Totale oppervlakte Totale vuurlast Maximale vuurlast

1,1 kg_vh / m^ 8,41 kg_vh / m^ 9,51 kg_vh / m^ 2.377 m^ 22.605,27 kg_vh 300.000 kg voor maatregelpakket 1

De maatgevende vuurlast zal ter plaatse zijn van de vergaderruimte, de relaxruimte en de monitoring ruimte zijn van de Workshop Building liggen en bedraagt 13,22 kg vurehout equivalent. Gezien het gebruik van het bouwwerk levert dit geen probleem op. Dit betekent dat voor het bouwwerk maatregelpakket 1 (Basispakket) van de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 van toepassing is. De voorwaarden voor dit pakket zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 4.

Pagina 4


^ ^ ^ ^ ^ ' ^ ^


Srarjd/Tje/d/nsfa//af/e.' Het bouwwerk heeft een gebruiksoppervlakte groter dan 1.000 m^ maar kleiner dan 2.500 m^ en dient volgens tabel 7.2 van de "Handreiking VRR" voorzien te worden van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking als bedoeld in de NEN 2535 en een directe doormelding naar de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) Rotterdam Rijnmond domein Brandweer. Alle uitgangspunten voor de brandmeldinstallatie, inclusief de brandweertoegangen, zullen worden vastgelegd in het nog op te stellen programma van eisen. De brandweeringangen zullen moeten voorzien van een rood flitslicht. Loopafstanden: In het hele bouvwerk wordt voldaan aan de loopafstanden (60 meter bij bezettingsgraadklasse B5) volgens art. 2.136 lid 2 en 3 van het Bouwbesluit. Het bouwwerk kan mede door het overzichtelijke gebruik op een veilig wijze worden verlaten bij een brand. Alle loopafstanden voldoen ruimschoots aan voorschriften. Inzetdiepte voor de brandweer: De inzetdiepte van het bouwwerk kan vanaf meerdere zijden plaatsvinden. Het bouwwerk heeft een rechthoekige geometrie en er is sprake van een tweezijde benaderingsmogelijkheid bij brand. Alle inzetdiepten zijn minder dan 40 meter. Een RWA installatie is derhalve niet noodzakelijk. De loods is rondom bereikbaar voor blusvoertuigen. In overleg met de brandweer zullen de brandweeringangen worden aangewezen. Bij de brandweeringangen moet binnen een straal van 40 meter een primaire bluswatervoorziening aanwezig zijn (ondergrondse brandkraan 60m3/uur bij gelijktijd gebruik twee brandkranen). Een secundaire bluswatervoorzienig moet op 225 meter zijn gelegen. Srands/ang/jaspe/s; Het bouwwerk is conform art. 2.191 van het Bouwbesluit voorzien van brandslanghaspels. Met de aanwezige brandslanghaspels kunnen alle ruimten van het bouwwerk bereikt worden. Stap 3: Indienen omgevingsvergunning aanvraag bij de gemeente.

Pagina 5


^^^'^'^^^^


3.

Uitgangspunten berekening vuurbelasting

3.1 Algemeen Voor de bepaling van de verbrandingswaarden van de diverse materialen en constructies is gebruikgemaakt van Bijlage A van de toepassingsinstructie "Beheersbaarheid van Brand 2007". De totale vuurbelasting in het brandcompartiment is samengesteld uit de permanente vuurbelasting (kortweg het gebouw) en de variabele vuurbelasting (inventaris). De vuurbelasting is de hoeveelheid warmte (in Megajoules) die vrijkomt bij volledige verbranding van alle in het gebouw of brandcompartiment aanwezig brandbare materialen, gedeeld door de vloeroppervlakte van het gebouw of brandcompartiment. De hoeveelheid warmte wordt uitgedrukt in Megajoule per m^ (MJ/m^). Vervolgens wordt deze warmtehoeveelheid omgerekend naar de hoeveelheid kg vurehout/m^, uitgaande van een verbrandingswaarde van vurehout van 19 MJ/kg. Hieruit volgt dan de vuurbelasting in kgvurehout/m • 3.2 Bepaling permanente vuurbelasting De permanente vuurbelasting is onafhankelijk van het gebruik en bestaat uit de gebruikte materialen in de constructie-onderdelen van het gebouw. De permanente vuurbelasting wordt bepaald door middel van een sommatie van alle afzonderlijke constructie-onderdelen. De totale permanente vuurbelasting bedraagt op basis van de beschikbare gegevens 1,1 kg vurehout/m^ (zie bijlage I voor de berekening). Dit is inclusief een niet verplichte voorziening voor onvoorzien zijnde 10 %. 3.3 Bepaling variabele vuurbelasting De variabele vuurbelasting (afwerking, inventaris) is afhankelijk van het gebruik en wordt bepaald door sommatie van alle afzonderlijke onderdelen. Per onderdeel is de hoeveelheid brandbaar materiaal berekend. De totale variabele vuurbelasting bedraagt op basis van de beschikbare gegevens 8,41 kg vurehout/m^ (zie bijlage I voor de berekening). Dit is inclusief een niet verplichte voorziening voor onvoorzien zijnde 10 %. Hieronder worden enkele berekeningen nader weergegeven. Lokalen/ruimten Voor de kantoorfunctie is gebruikgemaakt van kengetallen uit bijlage C van de NEN 6090, onderzoeksrapportage Nibra "vuurbelastingen industriegebouwen" en de Methode BvB 2007 en van gegevens uit andere projecten waar een vergelijkbare ruimte aanwezig is. De "opslag vloeistoffen/containers", "opstelplaats warmtepomp" en de "gasflessen" zijn aparte brandcompartimenten met een WBDBO van 60 minuten. 3.4 Bepaling gemiddelde vuurbelasting De permanente vuurbelasting is 1,1 kgvurehout/nn^. De variabele vuurbelasting bedraagt 8,41 kgvurehout/m^. Do totalo gemiddelde vuurbelasting bedraagt daarmee 9,51 kgvurehout/m hierna wordt er gerekend met 10 kgvurehout/m^.

Pagina 6


3.5 Bepaling maatgevende vuurbelasting (qm) De maatgevende vuurbelasting is de vuurbelasting bepaald over een deel van I.OOOm^ van het vloeroppervlak, waarbij dat deel zodanig is gesitueerd dat een plaatselijke hogere vuurbelasting minimaal wordt uitgemiddeld (ofwel de 1.000 m^ waar de grootste vuurlast vertegenwoordigd is). De maatgevende 1.000 m^ ligt bij de vergaderruimte, de relaxruimte en de monitoring ruimte van de Workshop Building. De totale maatgevende vuurbelasting is 13,22 kg vurehout/m^, inclusief 10 % onvoorzien. Gerekend wordt met 14 kg vurehout/ m^

Pagina 7


^ ^ ^ ^ ^ ^ ^


4.

Maatregelenpakket

4.1 Algemeen Bij het bepalen van het maatregelenpakket dient voor een aantal aspecten beslissingen/ keuzes te worden genomen. Afhankelijk van het wel of niet positief beantwoorden, mag een groter brandcompartiment worden toegepast en dienen eventueel zwaardere brandwerende gevels of brandcompartimentswanden te worden aangebracht of dienen installatietechnische voorzieningen te worden getroffen in het gebouw. Allereerst zal getoetst worden of er volstaan kan worden met maatregelenpakket 1. Dit pakket is een basispakket. Enkel door een gebruiksbeperking aan de maximale vuurlast zijn hierbij grotere brandcompartimenten mogelijk dan het bouwbesluit in standaard prestatie-eisen aangeeft. De beslispunten bij maatregelenpakket 1 zijn in § 3.4 van de Methode BvB weergegeven. Punten zijn in tabel 1 verwerkt Vallend binnen één gebouw? Beperking aan celvormige indeling (zie deel 1 paragraaf 3.3+3.2+3.3)* Maximale hoogte niet groter dan 15 meter? Maximale aandeel van verdiepingen in de gebruikersoppervlakte niet groter dan 50%? Maximaal één BvB-compartiment op een ander BvB-compartimentgestapeld?

voldoet voldoet voldoet voldoet

Niet van toepassing Maximale gezamenlijke hoogte van de gestapelde BvB-compartiment niet hoger Niet van dan 15 meter toepassing Maatgevende vuurbelasting maximaal 180 kg vurehout/m^? voldoet WBDBO van horizontale scheiding (minuten) 60 minuten Gevaarlijke stoffen bij stapeling minimaal volgens vigerend beleid Niet toegestaan * in het gebouw is een kleine kantoorfunctie van 150 m^ (vergaderruimte, monitoringruimte) aanwezig. De gebruikersoppervlakte van deze kantoorfunctie bedraagt echter minder dan 500 m^ waardoor deze zich zonder aanvullende voorwaarden in het BvB-compartiment mag bevinden. Uitkomst bepaling maatregelenpakket 1 Er wordt voldaan aan de beslispunten die leiden tot maatregelenpakket 1 van BvB. Maatregelenpakket heeft de volgende kenmerken: 1. maximale vuurlast in het compartiment: 300 ton vurehout (5.700 GJ); 2. eisen aan de omhulling: een WBDBO-toeslag nodig als veiligheidsmarge; 3. maximaal twee enkelvoudig uitgevoerde verbindingen naar andere brandcompartimenten. 4.2 Maximum compartimentgrootte/vuurlast Wanneer de vuurbelasting bekend is, kan de maximale grootte van het brandcompartiment worden bepaald volgens het gehanteerde reken- en beslismodel met behulp van de volgende formule: 300.000 ABC = q*M

Pagina 8


Waarbij: ABC

Q M

= maximale grootte brandcompartiment in m vloeroppervlak; • = de gemiddelde vuurbelasting in kgvurehout/m2 in het brandcompartiment = massafactor (standaard 1,0)

De toegestane brandcompartimentsgrootte bedraagt bij een gemiddelde vuurbelasting van 10 kgvurehout/m^, 30.000 m^. De werkelijke grootte van het brandcompartiment bedraagt circa 2.377 m^. De maximale theoretische totale vuurlast van het compartiment mag bedragen 2.377 x 10 xi,o = 23.770 kgvurehout/m^ (< 300 ton vurehout). Het is derhalve uit het oogpunt van beheersbaarheid van brand acceptabel de Workshop Building als onderdeel van het gebouw als één bandcompartiment uit te voeren. 4.3 Bepaling WBDBO-eis aan de omhulling Brandcompartimentering leidt tot eisen aan de Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag (WBDBO). De brand mag zich gedurende een bepaalde tijd niet uitbreiden, naar een ander brandcompartiment en naar belendende percelen. Bij brandoverslag dient te worden uitgegaan van overslag naar bestaande bebouwing op hetzelfde en van fictieve spiegelsymmetrische bebouwing op een ander perceel (spiegeling op de perceelgrenzen, de as van een aangrenzende openbare weg, respectievelijk openbaar groen of het midden van aangrenzend openbaar (vaar)water). De invulling van de WBDBO-eis van de omhulling van een brandcompartiment kan bestaan uit een bouwkundige brandwerendheid, maar ook uit afstand of een combinatie van beide. De vereiste WBDBO van de omhulling is gelijk aan de maatgevende vuurbelasting, eventueel vermeerderd met een toeslag. Het hier boven geformuleerde principe is als volgt uitgewerkt: WBDBO (omhuling) = Qm + toeslag De te hanteren WBDBO-toeslag naar naburige brandcompartimenten (verticale scheiding) wordt bepaald door de grafieken in figuur 4.3 van het document "Beheersbaarheid van Brand 2007", behalve wanneer er op het betrokken perceel voor de betreffende gevel(s) een onbebouwde (vrije) ruimte aanwezig is van minimaal 5 meter loodrecht op de gevel. In dat geval wordt de veiligheidsmarge geacht aanwezig te zijn en kan dus een waarde van O worden ingevuld voor de toeslag. De WBDBO van de diverse brandcompartimentswanden voor de compartimenten met (relevante) onderlinge afstand is weergegeven in tabel 2. Buitengevel/ compartimentscheiding

Maatgevende vuurbelasting

Noord-/oostgevel

1 4 kgvurehout/m'^

Noordgevel

1 4 kgvurehout/m^

Zuid-/oostgevel

1 4 kgvurehout/m"'

Zuidgevel

1 4 kgvurehout/m^

Westgevel

1 4 kgvurehout/m'^

Afstand naar belendende percelen Grenzend aan kantoorgebouw Meer dan 100 meter van erfgrens Meer dan 100 meter van erfgrens Meer dan 100 meter van erfgrens Meer dan 100 meter van erfgrens

Benodigde toeslag

Vereiste WBDBO

0

14 minuten

0

14 minuten

0

14 minuten

0

14 minuten

0

14 minuten

Tabel 2

Pagina 9


^ ^ ^ ^ ' ^ ^ V


4.4 Bepaling minimale brandwerendheid buitengevel De Weerstand tegen Brand Overslag (WBO) kan worden gerealiseerd door afstand tussen de erfgrens en door de brandwerendheid van de gevel zelf. De optredende warmtestraling vanuit het te beschouwen brandcompartiment is te vertalen naar een WBO-bijdrage door afstand (Ca) • •

stralingsflux <4 kW/m^ stralingsflux >4 < 15 kW/m^: stralingsflux >15 kW/m^:

afstandsbijdrage (Ca) = 240 minuten afstandsbijdrage (Ca) = 240 - 60 minuten afstandsbijdrage (Ca) = O minuten

De vereiste brandwerendheid van de gevel is te bepalen met onderstaande formule: Vereiste brandwerendheid (gevel) = Basiseis WBDBO - c, -Cb waarin, Basiseis WBDBO de vereiste WBDBO van de te beschouwen gevel Ca de berekende afstandsbijdrage in minuten Cb de brandwerendheid van de overliggende (doel)gevel • op eigen perceel: de feitelijke waarde; • langs de perceelgrens: fictief 30 minuten. 4.4.1 warmtestraling De warmtestralingsflux als gevolg van de brand is afhankelijk van een aantal factoren: • als gemiddelde temperatuur van het vlamlichaam wordt gerekend met 944 K (stralingsbron van de vuurhaard bedraagt in dit geval 45 kW/m^); • de breedte en de hoogte van de gevel = grootte van het stralend oppervlak Voor de bepaling van de bijdrage aan WBO door afstand zijn warmtestralingsfluxen per gevel berekend tot aan het hart van de openbare weg/het open water of de erfgrens. Deze warmtestralingsfluxen zijn bepaald volgens het document "Beheersbaarheid van Brand 2007". Zie tabel 3. Geen berekening is gemaakt voor de noord- en oostgevel. Deze ligt tegen het kantoorgedeelte aan en dien te voldoen aan minimaal 60 minuten WBDBO.

Pagina 10


^ ^ ^ ^ ^ ^


Gevel

Afstand tot spiegelsym metrisch gebouw

Stralingsflux op deelproject

Bijdrage WBO door afstand

BasiseisWBDBO

Vereiste brandwerendheid gevel

14 minuten

Brandwerendheid van de overliggende (doel)gevels langs de perceelgrens (Cb) 30 minuten

14 minuten

30 minuten

0 minuten

14 minuten

30 minuten

0 minuten

14 minuten

30 minuten

0 minuten

(Ca)

Noordgevel

100 m'

0,3 m/m^

Zuid/oostgevel Zuidgevel

100 m'

0,2 k\Nlm^

100 m'

0,3 m/m^

Westgevel

100 m'

1,1 kW/m^

240 minuten 240 minuten 240 minuten 240 minuten

0 minuten

Tabel 3, zie bijlage II Noordgevel De afstand van de gevel tot erfgrens bedraagt meer dan 100 meter, dit resultaat in een afstandsbijdrage, Ca, van 240 minuten. De basiseis-WBDBO bedraagt 14 minuten, dit resulteert in: 14 (basiseis-WBDBO) - 240 (Ca) - 30 (Cb) = - 256 minuten. Er is voldoende brandwerendheid aanwezig. Aanvullende voorzieningen zijn niet noodzakelijk. Zuid-/Oostgevel De afstand van de gevel tot erfgrens bedraagt meer dan 100 meter, dit resultaat in een afstandsbijdrage, Ca, van 240 minuten. De basiseis-WBDBO bedraagt 14 minuten, dit resulteert in: 14 (basiseis-WBDBO) - 240 (Ca) - 30 (Cb) = - 256 minuten. Er is voldoende brandwerendheid aanwezig. Aanvullende voorzieningen zijn niet noodzakelijk. Zuidgevel De afstand van de gevel tot erfgrens bedraagt meer dan 100 meter, dit resultaat in een afstandsbijdrage, Ca, van 240 minuten. De basiseis-WBDBO bedraagt 14 minuten, dit resulteert in: 14 (basiseis-WBDBO) - 240 (Ca) - 30 (Cb) = - 256 minuten. Er is voldoende brandwerendheid aanwezig. Aanvullende voorzieningen zijn niet noodzakelijk. Westgevel De afstand van de gevel tot erfgrens bedraagt meer dan 100 meter, dit resultaat in een afstandsbijdrage, Ca, van 240 minuten. De basiseis-WBDBO bedraagt 14 minuten, dit resulteert in: 14 (basiseis-WBDBO) - 240 (Ca) - 30 (Cb) = - 256 minuten. Er is voldoende brandwerendheid aanwezig. Aanvullende voorzieningen zijn niet noodzakelijk.

Pagina 11


^ ^ ^ ^ ' ^ ^ ^


4.5 Verbindingen Het document "Beheersbaarheid van Brand" stelt beperkingen aan afsluitbare verbindingen voor personen en/of goederen. Maatregelenpakket 1 beperkt het aantal enkelvoudig uitgevoerde verbindingen naar op- of aangebouwde andere brandcompartimenten tot maximaal twee. Als één verbinding worden geteld de doorgangen naar eenzelfde naburig aangebouwd brandcompartiment, die vallen binnen de volgende dimensies: • binnen 10 m breedte; • binnen 8 m hoogte; • maximaal 40 m^ oppervlakte. Conclusie Er is hier sprake van twee verbindingen van het BvB compartiment naar het aangrenzende kantoorgebouw. Deze zijn beide gelegen op As G10. Er wordt voldaan aan artikel 2.2 Verbindingen van de werkinstructie BvB/VRR. Alle gevelopeningen (ramen) en mogelijke verbindingen (deuren) dienen te worden uit gevoerd in 60 minuten zelfsluitende brandwerende deuren. Hierdoor is beperking uitbreiding van brand voldoende geborgd.

Pagina 12


^^'^1'^'^'^^


5

Beoordeling overige aspecten brandveiligheid

5.1 Constructieve brandveiligheid •

•

In artikel 2.9 van het Bouwbesluit wordt aangegeven dat de tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van de hoofddraagconstructie, indien geen vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau, is er geen eis tot brandwerendheid tot bezwijken. Dit is in de "Workshop hall" het geval, hierdoor hoeven geen aanvullende maatregelen ten aanzien van de hoofddraagconstructie te worden genomen. Wel dient de hoofddraagconstructie die de wand met een WBDBO eis in stand houdt, zodanig zijn uitgevoerd dat deze onafhankelijk is, en bij brand een ander brandcompartiment niet mee trekt..

5.2 Vluchtrouteaanduiding / loopafstanden Het gebouw moet zijn voorzien van de noodzakelijke vluchtrouteaanduidingen (Gebruiksbesluit). Deze dienen te voldoen aan NEN 6088:2002. De projectering zoals weergegeven op de tekeningen alsmede de loopafstanden voldoen aan de gestelde eisen. 5.3 Positionering brandslanghaspels Het bouwwerk is groter dan 1.000 m^ en dient derhalve voorzien te worden van voldoende brandslanghaspels (Bouwbesluit art. 2.191). De projectering zoals weergegeven op de tekeningen voldoet aan de gestelde eisen. 5.4 Brandmeld-Zontruimingsalarminstallatie Volgens het Gebruiksbesluit dient in een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van > 1.000 m^ en in een bouwwerk met > 1 bouwlaag een brandmeldinstallatie (conform de NEN 2535) met nietautomatische bewaking (handmelders) aangebracht te worden. Een bouwwerk waarin een brandmeldinstallatie aangebracht is, dient tevens voorzien te worden van een ontruimingsalarminstallatie (conform de NEN 2575). Volgens de "Handreiking VRR", gebruiksoppervlakte > 1.000 tot 2.500 m^, dient het bouwwerk voorzien te worden van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking en een doormelding naar de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) Rotterdam Rijnmond (domein brandweer). Voor het aanbrengen van de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met volledige bewaking en directe doormelding in de Workshop hall dient een Programma van Eisen (PvE) te worden ingediend bij de gemeente Rotterdam. Deze installatietechnische voorziening kan worden gecombineerd met het aangrenzende kantoorgebouw. De definiëring dient dan in het Programma van Eisen te worden uiteengezet.

Pagina 13


'^^'^'^'''^^^^


6.

R e s u m é en conclusie 1. Bij een toegestane compartimentgrootte van 2.377 m^ mag de permanente en variabele vuurbelasting niet groter zijn dan 126,21 kg vurehout equivalent per m^. De werkelijke gemiddelde vuurbelasting bedraagt 10 kg vurehout equivalent per m^. Er is sprake van maatgevende vuurbelasting van 14 kg vurehout equivalent per m^. De vuurlast is vastgesteld inclusief een bijdrage van 10 % voor onvoorzien (niet verplicht binnen het concept BvB). 2. Aan de hand van het document "Beheersbaarheid van Brand 2007", de "Handreiking VRR" blijkt dat het mogelijk is om het plan uit te voeren met een brandcompartiment van 2.377 m^. 3.

Met betrekking tot de brandoverslag tussen brandcompartimenten is aan de hand van de situatietekening geconcludeerd dat de afstand naar het belendende percelen voldoende is om brandoverslag te voorkomen. Aan de wand tussen de "Workshop hall" en het kantoorgedeelte dient een brandwerendheid van tenminste14 minuten te worden aangebracht. Omdat de basiseis van 60 minuten van toepassing bij de methode Beheersbaarheid van Brand zal dit worden uitgevoerd als 60 minuten WBDBO. Alle overige wanden hoeven geen aanvullende voorzieningen te hebben.

4.

De aangevraagde compartimentsgrootte is qua niveau ten minste gelijkwaardig aan het niveau dat beoogd is met de bij § 2.13.1 van het Bouwbesluit gegeven voorschriften.

5.

Daarnaast heeft er een beoordeling plaatsgevonden op de aspecten "vluchtrouteaanduiding", "loopafstanden", "vluchten" en "positionering brandslanghaspels". Allen voldoen.

6.

In de Workshop Hall dient een brandmeldinstallatie met volledige bewaking en directe doormelding te worden aangebracht. Er dienen tenminste twee brandweeringangen te worden aangegeven in de buitenschil met een onderlinge afstand van 40 meter, tegenover elkaar in het op te stellen Programma van Eisen voor de brandmeldinstallatie. De aanduidingvoorzieningen en een rood flitslicht worden verwoord in dit bovengenoemde document.

7.

De bereikbaarheid van het terrein en de gebouwen voldoet aan het gestelde van de gemeentelijke bouwverordening. De toegangsweg is tenminste 4,5 meter breed en verhard over een breedte van 3,5 meter. De wegen moeten zijn verhard en geschikt zijn voor motorvoertuigen met een asbelasting van 10 ton en een totaalgewicht van 25 ton. Bij de brandweeringangen moet binnen een straal van 40 meter een primaire bluswatervoorziening aanwezig zijn (ondergrondse of bovengrondse brandkraan tenminste 60m3/uur bij gelijktijd gebruik twee brandkranen). Een secundaire bluswatervoorzienig met een capaciteit van tenminste 90 m3/uur moet op 225 meter zijn gelegen van het bouwwerk.

8.

Er kan op verzoek van de gemeente een toezichtarrangement worden afgesloten met een onafhankelijk, ter zake kundig adviesbureau. Het toezichtarrangement bestaat uit: Een periodiek uit te voeren controle op de uitgangspunten, zoals in de rapportage BvB, behorende bij de omgevingsvergunning zijn opgenomen. De datum voor de controle moet vooraf met de gemeente worden overeengekomen. Er wordt binnen 1 week na de controle een rapportage aan de betreffende gemeente toegezonden. Het rapport betreft een voldoet of voldoet niet conclusie. Verder wordt bij een voldoet niet conclusie aangegeven op welke punten niet wordt voldaan.

Pagina 14


Met bovengenoemde argumenten wordt aangetoond dat aan een gelijkwaardig veiligheidniveau wordt voldaan als het Bouwbesluit beoogt. Mocht er in de toekomst een verandering van gebruik plaatsvinden dan zal de aanvrager daar de gemeente direct van in kennis stellen. Tevens zal de aanvrager bij overdracht van het bouwwerk aan een nieuwe gebruiker deze in de koop en/of huurovereenkomst vermelden dat voor dit bouwwerk een gelijkwaardigheid van toepassing is. Een mogelijke koper/huurder zal deze kwalitatieve verplichting dienen over te nemen.

S/ofop/nerWng; De aanvrager verzoekt het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam met inachtneming van dit schrijven positief te besluiten voor de aanvraag van de omgevingsvergunning. Woudenberg, 9 oktober 2011

Opgesteld door: K.J. van Houten Senior adviseur & M. van Holst Pellekaan Directeur/senior adviseur

Pagina 15

PALING PERMANENTE VUURBELASTING 3tum: pdrachtgever: •oject: nderdeel: ojectnummer:

9 oktober 2011 JINX Architecten BV "Workshop hall" Beoordeling brandveiligheid nieuwbouw 2011.001 RWG

^paling Vuurbelasting jimte Gebruiks-

Brandbare materialen

oppervlak euwbouw

BIJLAGE I

Aantal

Gewicht

m' of stuks

kg

Netto verbran- Netto verbran- Verbrandingsdingswaarde MJ/st/m^

dingswaarde MJ/kg

2377

waarde (MJ)

Vuurbelasting

Vuurbelasting

(MJ/m^)

(kg vurehout/m^)

Vloeren Vloerisolatie onder de BG-vloer (0% in rekening) Verdiepingsvloer: kanaalplaatvloer 200 mm Gevels en wanden gevels prefab sanwich betonpanelen 240 mm, binnenblad PIR-isolatie Linit glas met translacente isolatie Sectionaaldeuren (met loopdeur) Buiten kozijnen en deuren staal Binnen deuren incl. kozijn Overige Mantels bekabeling/installaties (1kg/m2) Dak Kanaalplaatvloer met kuststof dakbedekking en isolatie TT elementen met kunststof dakbedekking en isolatie P V C hemelwaterafvoeren Totaal

)taal

2377

onvoorzien 10 % (niet verplicht) TOTAAL

2377 71

0 0

0 0

0,00 0,00

13 4

0 0 0 0

0 0 0 0

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

2377

1

2377

1,00

305

17,95

5474,75

2,30

37192,4

15,65 0,11

2072 15

15

17,95 17,95

269,25

19

1,00

0,10

1,1

EPALING VARIABELE VUURBELASTING Datum: Opdrachtgever: Project: Onderdeel: Projectnummer:

BIJLAGE


Bepaling Vuurbelasting Ruimte

Nieuwbouw

Gebruiksoppervlak (m^) 2377


Kantoor Toiletruimte Las ruimte Compressor kraanbaan (20 ton) akoustische scheidingswanden, geperforeerde stalen platen met steenwol isolatie Vrachtauto's Vorkheftruck Binnendeuren, incl. kozijn Schuifdeur (staal) Werkbanken (6 x 2,5) Elektromotoren Totaal

Totaal

2377

onvoorzien 10 % (niet verplicht) TOTAAL

Aantal

150 11,5 173 1 1 91,8 12 1 8 1 15 24

m' of stuks Vermogen

Netto verbrandingswaarde MJ/st/m^ 750 100

m^' 120 kW

Netto verbrandingswaarde MJ/kg

Verbrandings- Vuurbelasting waarde (MJ) (MJ/m^)

1,6 159 0

112500 1150 0 192 159 0

47,33 0,48 0,00 0,08 0,07 0,00

19000 1925 20 0 19 46

228000 1925 160 0 285 1104

95,92 0,81 0,07 0,00 0,12 0,46 145,34

Vuurbelasting (kg vurehout/m^)

7,6!

0,75' 8.4

BEPALING MAATGEVENDE VUURBELASTING Datum: Opdrachtgever: Project: Onderdeel: Projectnummer:


Bepaling Vuurbelasting Ruimte Gebruiksoppervlak Nieuwbouw

BIJLAGE


Aantal Hoeveelheid Gewicht Netto verbran- Netto verbran- Verbrandings- Vuurbelasting Vuurbelasting m' of stuks (m') kg dingswaarde dingswaarde waarde (MJ) (MJ/m^) (kg vurehout/m^ MJ/st/m^ MJ/kg

1000 Permanente vuurbelasting Mantels bekabeling/installaties (1kg/m2)

1000

1

1000

1

Kanaalplaatvloer met kuststof dakbedekking

305

17,95

5474,75

5,47

TT elementen met kunststof dakbedekking PVC hemelwaterafvoeren

695

17,95

12475,25 107,7

12,48 0,02

112500 1150 O 192 95000 95 460

112,50 1,15 0,00 0,19 95,00 0,10 0,46

Variabele vuurbelasting Kantoor Toiletruimte Lasruimte Compressor (120 kW) Vrachtauto's Werkbanken (2 X 2,5) Elektromotoren

17,95 150 11,5 173 1 5 5 10

Totaal 10% onvoorzien Totaal

1000

TOTAAL Kg vh/equivalent in het BC (max. BvB pakket 1=300.000 kg)

750 100 1,6 19000 19 46

228,36

12,02 1,20 13,22 33449,46

Noordgevel

WBO berekening

"Workshop hall"

Methode BvB 2007

gebdOtpjV-ee'èt^'^)

berekening warmtestraling tegenover een brandende gevel afstand x (m)

gemiddelde hoogte brongevel (h) breedte brongevel (b) afstand tot overliggende gevel (x)

A- 23,24 straling aan de bron straling in beoordelingspunt doelgevel bijdrage afstand (Ca)

kW/m2

standaard waarde binnen BvB 2007

0,3 kW/m2 240 min

N / I V M A d v i s e u r s B V Brandpreventie. Bouwplantoetiéng, BronöveHigheiétvTaagitukken h detachering / interim bfandpreventie tpeciathten 3>^l Wr Woudenberg .VIM.

09-10-2011

MVH Adviseurs BV

Westgevel

"Workshop hall"

WBO berekening

gebouwbrSWÏ^m)'!"

Methode B v B 2007 berekening warmtestraling tegenover een brandende gevel

afstand x (m)

9,40

gemiddelde hoogte brongevel (h)

94,69

breedte brongevel (b)

100,00

afstand tot overliggende gevel (x)

*,69 45

straling aan de bron

kW/m2

straling In beoordelingspunt doelgevel

1,1 kW/m2

bijdrage afstand (Ca)

c •-1—

IC r:

IS

240 210 180 150 120 90 60 30 Oj


240 min

240

1 1 1 1 11,ï

L_

10

15

20

warmtestraling in beoordelingspunt doelgevel [kW/m2]

09-10-2011

MVH Adviseurs BV

K ^ V M trondpttvxnin, k dttaehtfmg

A d v i s e u r s B V Bwwpionto*ttmq, êronév*iltgh*idivraotptuklutn f intgrint brandpfnvtttir tptcialiftga

J93I WT WwidaibCTg

Zuidgevel

WBO berekening

"Workshop hall"

Methode BvB 2007

gebdOTPWee'è'tè

)


9,40


23,24


100,00


445


kW/m2

straling in beoordelingspunt doelgevel

0,3 kW/m2


240 min

'Z

'U tr. O OC

IS

240 210 180 150 120 90 60 30 O

240

?

+ 23,24


^

1 1 1 1 n,3 10

13

20


r v / 1 V I I

1^ ,1 :. •

.: ...

vmiMjnAuémaunji

09-10-2011

MVH Adviseurs BV

A

d

v

i

s

e

u

r

s

B

V

IrandprnmHe, leuwplaiuoetung, Brandvtmghrtdtmiagttukkfn k deloelming / intfrim bnmdprnmiie tpetjaUtttn

Zuid-/oostgevel

"Workshop hall"

WBO berekening

Methode BvB 2007

gebotfWWeech^ xfh)


4,40


39,14


100.00


1- 39,14 45


^

I kW/m2

straling in beoordelingspunt doelgevel

0,2 kW/m2


240 min

z ir.

240 210 180 150 120 90 60 30 O

240

T


s

ii

1 1

T~ 1 1 1 1 1 1 0,2

10

15

20


09-10-2011

MVH Adviseurs BV

^

^ M

^ V

H

A

d

^ v

i

s

e

u

r

s

B

V

•mnd{pfin«nt
FoMcMmiM I

1931 WT Woudenbog

GEMEENTE ROTTERDAM BRANDPREVENTfECOMMISSIE AKKOORD. Advies en onderzoeksrapportage BvB Beheersbaarheid van Brand. Colofon

Recommend Documents