EERSTE VERSLAG VOORLOPIG VERLEENDE SURSEANCE VAN BETALING VOOR DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID CODRICO B.V. EN VOOR DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID HOLDRICO B.V.
Datum
:
11 mei 2009
Gegevens onderneming
:
de besloten vennootschap Codrico B.V., en
de besloten vennootschap Holdrico B.V.,
beide gevestigd te (3072 AJ) Rotterdam aan de Rijnhaven Z.z.15
Insolventienummers
:
0913/S en 09/14 S
Datum uitspraken
:
5 maart 2009
R-C
:
Mr E.A. Vroom
bewindvoerder
:
Mr J.G. Princen
afkoelingsperiode
:
2 maanden vanaf surséancedatum
Activiteiten onderneming
:
Codrico: handel in, verwerking en bewerking van maïs; Holdrico: holding- en financieringsactiviteiten;
Omzetgegevens
:
zie bij punt 1.2
Personeel gemiddeld aantal
:
Codrico: 67 Holdrico: 1
1
Verslagperiode
:
5 maart 2009 tot en met 4 mei 2009
Bestede uren in verslagperiode
:
Totaal bestede uren: 479,4 Mr J.G. Princen tot en met 30 april 2009 - 258,2 uren Mr R. Wijn tot en met 30 april 2009 - 212,4 uren Mr J. van Baaren tot en met 30 april 2009 - 6,6 uren Mr S.A.H.J. Warringa tot en met 30 april 2009 - 1,5 uren Mr S.S.M. Hulsen tot en met 30 april 2009 - 0,2 uren Mr C.J.M. Commissaris - 0,5 uren R. de Vos, R&P Finance, maart 165,75 uur, april 86,25 uur.
Bijlagen: 1. organogram van de structuur van de groep, inclusief de buitenlandse deelnemingen 2. interne financiële stukken betreffende januari en februari 2009 alsmede 2008 van Codrico B.V. 3. jaarstukken 2007, 2006 en 2005 van Codrico B.V. en Holdrico B.V. 4. crediteurenlijst van Codrico B.V. 5. crediteurenlijst van Holdrico B.V.
1.
Inventarisatie
1.1
Directie en organisatie Codrico B.V. is gevestigd te Rotterdam en is opgericht op 17 oktober 1969. Enig aandeelhouder en bestuurder van Codrico is Holdrico B.V.
Holdrico B.V. is opgericht op 14 november 2003. Enig bestuurder van Holdrico is de heer M.G.N. van Overbeek. Aandeelhouders van Holdrico zijn de heer P. van Zutphen (81,06%) en Ir M.G.N. van Overbeek B.V. (18,94%), de persoonlijke vennootschap van de heer Van Overbeek. 2
Codrico is een internationaal opererend productiebedrijf van half- en eindproducten voor de levensmiddelen- en diervoedingsindustrie. Codrico verwerkt met name mais en levert grondstoffen voor bijvoorbeeld de cornflakes van Kellogg´s.
Holdrico en Codrico maken samen deel uit van een fiscale eenheid voor de Vennootschapsbelasting.
Deelnemingen Jaren geleden is door Codrico besloten om te specialiseren en te internationaliseren. In dat kader is besloten om te investeren in deelnemingen over de gehele wereld. De filosofie hierachter is dat de gehele wereldmarkt wordt bediend met maïs, tarwe en rijst. Codrico heeft thans deelnemingen in Thailand, Argentinië, Turkije, alsmede tot 2009 in Noorwegen.
De deelneming in Thailand is in 2006 opgericht en heet PGP Ltd. Codrico heeft hierin een belang van 49,98%. De overige twee groot-aandeelhouders zijn Sirisophon Mill Co. Ltd met 24,93% van de aandelen alsmede Biotik Co. Ltd met 25% van de aandelen. De overige 0,1% wordt gehouden door een viertal Thai, een en ander wegens de Thaise wetgeving. De deelneming Thailand verwerkt rijst en richt zich op Zuid Oost Azië.
In de deelneming in Argentinië te Buenos Aires, genaamd Codrica Argentina S.A., die eind jaren negentig is opgericht, houdt Codrico een belang van 95%. De overige 5% van de aandelen wordt gehouden door de heer M. Preusentanz. De deelneming Argentinië is geen productieonderneming, maar in feite een administratiekantoor dat alle paperassen etc. afhandelt met betrekking tot de export van plata maïs vanuit Argentinië naar Codrico in Nederland. Codrico is gespecialiseerd in de verwerking van plata maïs.
De deelneming in Turkije is genaamd Tek Co Technologies Industry and Trade Inc., is medio 2007 opgericht en eerst sinds enkele maanden operationeel. Codrico heeft hierin een belang van 49,5%. De andere groot-aandeelhouder is de heer Tekirdag Un met eveneens 49,5% van de aandelen. Turkije verwerkt tarwe en is gericht op Turkije en het Midden Oosten.
3
Codrico heeft tot slot nog 33,3% van de aandelen in een deelneming te Noorwegen, genaamd Agrimarin International A.S. De overige aandelen worden gehouden door de heer Felleskjopep Rogaland Agder respectievelijk Harald Mathisen Holding A/S, beiden voor 33,3%. Deze Noorse deelneming is een lege vennootschap.
De deelnemingen worden tezamen in de laatst gepubliceerde jaarrekening – 2007 – gewaardeerd op EUR 1.336.564,-- en in de (interne) cijfers van Codrico d.d. ultimo februari 2009 op EUR 1.655.147,--.
Los van voormelde deelnemingen, maakt Codrico gebruik van agenten in Frankrijk, België, Duitsland, Polen, Roemenië, U.S.A., Trinidad, Mauritius, Taiwan, Maleisië, Iran, Griekenland, Litouwen, Noorwegen en het Midden-Oosten.
1.2
Winst en verlies
Januari en februari 2009: Volgens de interne cijfers van Codrico bedroeg de omzet in deze twee maanden per saldo EUR 8.780.000,--. De inkoopwaarde alsmede de aan- en verkoopkosten bedroegen tezamen per saldo EUR 6.346.000,--, zodat een bruto-winstmarge resteerde van EUR 2.434.000,--. De totale overige kosten, inclusief kosten van de deelnemingen, bedroegen EUR 2.037.000,--. Uiteindelijk is, de financiële baten en lasten alsmede het resultaat van bijzondere lasten in ogenschouw genomen, een resultaat gerealiseerd van EUR 32.000,-- (winst).
Ultimo 2008: Volgens de interne cijfers van Codrico bedroeg de omzet over 2008 EUR 46.579.000,--. De inkoopwaarde en de aan- en verkoopkosten inclusief de opbrengst deelnemingen bedroegen per saldo EUR 35.851.000,--, zodat een bruto-winstmarge resteerde van EUR 10.727.000,--. De totale overige kosten, inclusief de kosten van de deelnemingen, bedroegen EUR 12.175.000,--. Uiteindelijk is, de financiële baten en lasten alsmede het resultaat van bijzondere lasten in ogenschouw genomen, een resultaat gerealiseerd van EUR 4.727.000,-- (verlies), welk verlies, na belastingen, EUR 3.122.000,-- bedroeg.
4
Ultimo 2007: Volgens de gepubliceerde (concept)-jaarrekening van Codrico bedroeg de netto-omzet in 2007 EUR 50.793.972,--. De som der bedrijfslasten aan grond- en hulpstoffen, personeelskosten etc. bedroeg EUR 50.443.723,--, zodat er een brutomarge resteerde van EUR 350.249,--. Rekening houdend met de financiële baten en lasten alsmede de deelnemingresultaten werd over 2007 een verlies geleden van EUR 1.195.615,-- na belastingen.
Ultimo 2006: Volgens de gepubliceerde (concept)-jaarrekening van Codrico over 2006 bedroeg de nettoomzet EUR 45.570.748,--. De som der bedrijfslasten, waaronder de kosten van grond- en hulpstoffen, personeelskosten, etc. bedroeg EUR 46.240.329,--, zodat een brutomarge resteerde van EUR 669.581,-- verlies. Rekening houdende met de financiële baten – en lasten – en de resultaten uit deelnemingen werd in 2006 een verlies geleden na belastingen van EUR 2.137.908,--.
Volgens de gepubliceerde jaarrekeningen 2005 en 2004 werden in die jaren omzetten gedraaid van EUR 44.023.098,-- respectievelijk EUR 43.721.172,-- met respectievelijk een verlies na belastingen van EUR 469.668,-- respectievelijk EUR 136.156,--.
Conclusie uit het voorgaande is dat Codrico de laatste 5 jaar elk jaar verlies heeft geleden, met als dieptepunt 2008 met een verlies na belastingen van ruim EUR 3.100.000,--. Dat Codrico met deze aanhoudende verliezen haar hoofd niet boven water zou kunnen houden, is evident.
1.3
Balanstotaal ultimo februari 2009: EUR 30.773.741,--.
1.4
ultimo 2008:
EUR 34.343.119,--
ultimo 2007:
EUR 35.813.176,--
ultimo 2006:
EUR 36.516.000,--
Lopende procedures Codrico is als gedaagde partij betrokken in een drietal arbitrages die aanhangig zijn bij de Chambre Arbitrale de Paris. Codrico heeft enige maanden geleden geweigerd om van drie 5
Franse leveranciers maïs af te nemen. Reden daarvoor was dat uit monsters van de te leveren maïs bleek dat er een te hoog percentage van schimmelvormende bacteriën in de maïs zat. De Franse leveranciers hebben één en ander betwist en hebben Codrico aansprakelijk gesteld voor hun schade die wordt gesteld op circa EUR 800.000,--. Op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomsten is het geschil door de drie leveranciers voorgelegd aan de Chambre Arbitrale de Paris.
Codrico had in beginsel haar verweer op de vorderingen op 16 maart 2009 bij het arbitrale tribunaal behoren in te dienen. Vanwege de surseance van betaling is, via de Franse advocaat van Codrico, om uitstel daarvoor verzocht. Het tribunaal heeft de procedure voorlopig geschorst.
Verder loopt er een strafrechtelijk onderzoek van het Belgische Openbaar Ministerie naar mogelijk strafbare feiten, gepleegd door Codrico in de jaren 1999 en 2000. De status hiervan is thans nog niet duidelijk.
Verzekeringen 1.5
De gebruikelijke verzekeringen voor de bedrijfsvoering en de activa zijn afgesloten. Het gaat in elk geval om de volgende verzekeringen: -
Brandverzekering;
-
Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven;
-
Cascoverzekering;
-
Landmateriaalverzekering
-
Kredietverzekering
-
ABN AMRO Bedrijfsverzekering;
-
Goederentransportverzekering;
-
Collectieve Ongevallenverzekering;
-
Collectieve Zakenreisverzekering.
Overigens is er een bestuurdersaansprakelijkheidspolis afgesloten bij Zürich Verzekeringen met een verzekerd bedrag van EUR 1.000.000,-- per aanspraak met een maximum van EUR 1.000.000,-- per verzekeringsjaar. 6
1.6
Huur Het pand waarin Codrico is gehuisvest, wordt gehuurd van de heer en mevrouw Smeets met een huurprijs per 1 januari 2009 van EUR 868.571,28,-- per jaar, hetgeen neerkomt op maandelijkse huur van EUR 72.380,94,--. Er is geen huurachterstand.
Vermeldenswaard is het bestaan van een zogenoemde Huisherenverklaring d.d. 2 december 2003. Het betreft een overeenkomst tussen de heer en mevrouw Smeets, Staalbank N.V., Codrico, ABN AMRO Bank N.V. en Amstel Lease Maatschappij N.V., waarbij Smeets als eigenaar/verhuurder van het pand aan ABN AMO Bank alsmede Amstel Lease een onherroepelijke volmacht verleent om namens hen een huurovereenkomst te sluiten met een andere huurder dan Codrico en waarmee Staal Bank zich bij voorbaat akkoord heeft verklaard. Overigens wordt verwezen naar punt 7.
1.7
Aanleiding voor surséance. De onmiddellijke aanleiding om surseance van betaling aan te vragen is gelegen in het feit dat ABN AMRO Bank N.V. niet langer overschrijding toestond van het (seizoens)krediet. Daardoor was er geen geld meer beschikbaar voor de bedrijfsvoering van Codrico.
Feit is dat Codrico vrijwel onmiddellijk na herfinanciering in december 2003 door ABN AMRO Bank N.V. respectievelijk Amstel Lease Maatschappij N.V. bij de afdeling bijzonder beheer van de bank is ondergebracht. De financieringslasten waren vanaf december 2003 erg hoog en er werd elk jaar (fors) verlies geleden. De afgelopen jaren is het aan Codrico verstrekte krediet enkele keren opgezegd.
2.
Personeel Op surséancedatum waren 66 werknemers in vaste dienst bij Codrico en waren 4 uitzendkrachten werkzaam bij Codrico. Bij Holdrico is alleen de heer Van Overbeek in loondienst.
3.
Activa
7
3.1
Onroerende zaken Geen.
3.2
Bedrijfsmiddelen De bedrijfsinventaris en het machinepark van Codrico is in augustus 2008 door Van Beusekom Taxateurs en in oktober 2008 door NTAB uitvoerig beschreven en getaxeerd op een onderhandse (verkoop)waarde van EUR 8,2 miljoen respectievelijk EUR 10,2 miljoen.
Nota Bene: de eigenaar/verhuurder lijkt van mening te zijn dat hij, als eigenaar van het fabriekspand, middels natrekking eigenaar van de machines van Codrico is geworden. De eigenaar/verhuurder heeft nog geen definitief standpunt ingenomen maar hij lijkt van mening te zijn dat de machines zijn aan te merken als werken die bedoeld zijn om duurzaam in het fabriekspand te verblijven in de zin van artikel 5:20 sub e BW en dat hij daardoor de eigendom heeft verkregen van de zaken. Zou de eigenaar/verhuurder van het pand eigenaar zijn (geworden) van de machines, dan vallen deze in beginsel buiten het vermogen van Codrico, hoewel de verkoopovereenkomst respectievelijk de huurovereenkomst tussen Codrico en de eigenaar/verhuurder aan Codrico een zogenoemd wegbreekrecht geeft, zodat Codrico de machines, zonder enige aanspraak van de eigenaar/verhuurder van het pand op vergoeding van de waarde daarvan of schade, kan en mag wegnemen en verkopen. Feit is dat de machines (veel) meer (verkoop)waarde hebben wanneer zij in het pand staan.
De bewindvoerder heeft zowel de feitelijke situatie aangaande de machines in het pand van Codrico als de wet, literatuur en jurisprudentie met betrekking tot natrekking ex artikel 5:20 sub e BW bestudeerd en kan niet anders concluderen dan dat de machines niet zijn aan te merken als werken in de zin van voornoemd artikel. De bewindvoerder heeft zijn voormelde standpunt expliciet aan de eigenaar/verhuurder medegedeeld. In geval de eigenaar/verhuurder zich daadwerkelijk op het standpunt zou stellen dat de machines in het pand van Codrico zijn eigendom zijn geworden, dan is een geschil met de bewindvoerder c.q. de bank als pandhouder onvermijdelijk. Partijen hebben zich in elk geval bereid verklaard om deze mogelijke tegenstelling niet aan een mogelijke voortzetting c.q. doorstart van de onderneming van Codrico in de weg te laten staan middels het treffen van een minnelijke regeling terzake. Zie ter
8
zake verder bij punt 7.
3.3
Bodemrecht Belastingdienst Er is geen bodembeslag gelegd door de Belastingdienst. De bank heeft als pandhouder ter zake van inventaris en machines deze onmiddellijk tijdens de surséance, lopende de afkoelingsperiode, opgeëist.
3.4
Voorraden Op datum surséance van betaling was aan voorraad aanwezig: - 15.258 ton maïs met een balanswaarde van EUR 3.251.315,-- 10.656 ton grutten met een balanswaarde van EUR 3.789.145,-- 1.277 ton extrusieproducten met een balanswaarde van EUR 460.422,--
De voorraad maïs was volledig betaald en is volledig tijdens de surséance bewerkt en omgezet in de reguliere producten van Codrico.
3.5
Overig Codrico heeft een aantal merknamen, waaronder Suprex, gedeponeerd en geregistreerd zodat Codrico enig rechthebbende op deze namen is. De ABN AMRO Bank N.V. en Amstel Lease Maatschappij N.V. hebben hierop pandrecht.
4.
Eigendomsvoorbehoud
4.1
Eigendomsvoorbehoud derden Er waren enkele leveranciers die zich op hun eigendomsvoorbehoud beriepen. Daar de zaken van belang waren voor de bedrijfsvoering van Codrico zijn de leveranciers betaald, zodat hun eigendomsvoorbehoud is vervallen en Codrico de zaken vrijelijk kan gebruiken.
4.2
Reclamerechten derden Tot nu toe zijn geen reclamerechten ingeroepen.
4.3
Retentierechten derden
9
Codrico maakt gebruik van vervoerders over de weg en het water om haar producten aan haar afnemers te leveren. Het gaat om vele transporten per dag. De bewindvoerder heeft geprobeerd om met alle vervoerders regelingen te treffen waarbij aan de vervoerders betaling werd gegarandeerd voor de transporten vanaf 5 maart 2009. Een aantal vervoerders heeft zich echter op hun retentierecht beroepen. Zij hebben geweigerd om de lading(en) producten die zij in opdracht van Codrico onder zich hadden bij de afnemers van Codrico af te leveren dan wel vrij te geven totdat hun vorderingen daterend van vóór 5 maart 2009 waren voldaan. Daar de lading(en) die de vervoerders/retentors op 5 maart 2009 onder zich hielden van groot belang waren voor de verdere bedrijfsvoering van Codrico heeft de bewindvoerder de vorderingen van de retentors, met een totaal van EUR 268.000,--, betaald.
Codrico maakt ook gebruik van de diensten van derden ter zake van de verlading van door haar tijdens surséance van betaling aangeschafte maïs. Met deze derden worden in beginsel steeds afspraken gemaakt waarbij deze derden hun eventueel bestaande retentierechten voor vorderingen daterend van vóór surséance onherroepelijk prijsgeven.
4.4
(Bodem)beslag door de Belastingdienst De Belastingdienst heeft geen bodembeslag gelegd.
5.
Debiteuren, liquide middelen
5.1
Debiteuren Op datum surséance van betaling was per saldo EUR 2,9 miljoen van (handels)debiteuren van Codrico te vorderen. Hiervan is inmiddels EUR 2,4 miljoen geïncasseerd, zodat thans nog EUR 0,5 miljoen moet worden geïncasseerd.
Gelet op de facturatie wegens leveringen tijdens surséance van betaling alsmede ontvangen betalingen van debiteuren sindsdien bedraagt het huidige saldo van de vorderingen op debiteuren over de surséance periode EUR 4,9 miljoen.
In totaal is thans dus nog ruim EUR 5,4 miljoen van debiteuren te vorderen, welke vorderingen aan ABN AMRO Bank N.V. zijn verpand. 10
Los van voormelde vorderingen op handelsdebiteuren, heeft Codrico een vordering jegens de heer en mevrouw Smeets, de eigenaren/verhuurders van het fabrieksgebouw waarin Codrico is gevestigd, van in hoofdsom EUR 4,5 miljoen, over welk bedrag een (samengestelde) rente van 7% per jaar loopt. Op deze lening is sinds 2003 nog niets afgelost, zodat thans ruim EUR 6,4 miljoen van de familie Smeets is te vorderen. Codrico heeft voor deze vordering een 2e hypotheekrecht verkregen op het fabriekspand, op welke vordering ten behoeve van de ABN AMRO Bank N.V. alsmede Amstel Lease Maatschappij N.V. een pandrecht is gevestigd (zie hierna bij 6.2). Staal Bank N.V. heeft overigens op het fabriekspand een 1e hypotheek van Smeets verkregen van in hoofdsom EUR 8 miljoen. Gezien de eerder getaxeerde waarde van het pand komt aan de 2e hypotheek thans geen waarde toe.
De familie Smeets betwist niet zozeer (de hoogte van) deze vordering, maar wel de opeisbaarheid daarvan. Smeets stelt dat zij de van Codrico geleende EUR 4,5 miljoen volgens de afspraak met Codrico onmiddellijk heeft doorgeleend aan Holdrico, één en ander ter financiering van de aanschaf door Holdrico van de aandelen in Codrico. Overeengekomen zou zijn dat Smeets niets aan Codrico hoeft te betalen zolang Holdrico hem niets terugbetaalt. Van zowel de lening van EUR 4,5 miljoen van Codrico aan Smeets als van de lening van EUR 4,5 miljoen van Smeets aan Holdrico zijn leningsovereenkomsten beschikbaar. De curator onderzoekt één en ander.
5.2
Liquide middelen/Kas Op surséancedatum was er EUR 4.085,85 in kas. Hieruit worden kleine betalingen gedaan zoals vergoeding van lunchkosten etc. Dit bedrag is inmiddels geheel uitgegeven.
5.3
Bank Codrico houdt naast diverse rekeningen bij ABN AMRO Bank een Postbankrekening aan met een saldo van EUR 871,48 per surséancedatum. Daarnaast houdt Codrico een bankrekening aan bij Fortis Bank met een saldo van EUR 1.227,49 op surséancedatum.
6.
Financiering / Zekerheden
11
6.1
Financiering
Codrico B.V. Codrico wordt gefinancierd door de ABN AMRO Bank N.V. alsmede Amstel Lease Maatschappij N.V. De faciliteit bij de ABN AMRO Bank bestaat uit een rekening-courant krediet, verhoogd met één of meerdere seizoenskredieten alsmede een obligokrediet en een rollover lening. De vordering van de ABN AMRO Bank op datum surséance van betaling bedroeg ruim EUR 23.756.880,27. Amstel Lease Maatschappij N.V. had Codrico in december 2003 een krediet verstrekt van in hoofdsom EUR 9.000.000,--. Daarna heeft zij nog twee maal een krediet verstrekt van EUR 250.000,--. Het huidige saldo van het krediet van Amstel Lease bedraagt EUR 4.356.163,--.
Overigens heeft Codrico naast deze bankkredieten, kredieten verkregen, met als stand per datum surséance van betaling, inclusief (eventueel) lopende rente, volgens haar administratie: - Carillon Corporation N.V.:
EUR 2.500.000,--
- Technology Matt Holding B.V.
EUR
150.000,--
- Ir. M.C.N. van Overbeek B.V.
EUR
31.579,--
- Holdrico B.V.
EUR 1.882.540,--
Holdrico B.V. Holdrico heeft de volgende kredieten verkregen waarvan de stand per datum surséance van betaling, inclusief (eventueel) lopende rente, volgens haar administratie was: - Carillon Corporation N.V.:
EUR 8.817.161,--
- Technology Matt Holding B.V.
EUR
722.766,--
- De heer en mevrouw P.P.J. Smeets EUR 6.451.524,-- Ir. M.C.N. van Overbeek B.V.
6.2
EUR 631.294,--
Zekerheden Voor de door ABN AMRO Bank N.V. respectievelijk Amstel Lease Maatschappij N.V. verstrekte kredieten zijn de volgende zekerheden aan beide kredietgevers verschaft:
Codrico B.V. 12
-
hoofdelijke mede-aansprakelijkheid van Holdrico;
-
pandrechten op de voorraden, de bedrijfsinventaris en haar vorderingen op debiteuren;
-
pandrechten op de hypothecaire vordering van Codrico op de heer en mevrouw Smeets ad EUR 4.500.000,--;
-
pandrechten op de rechten uit de kredietverzekeringspolis van Codrico;
-
pandrechten op de intellectuele eigendomsrechten, waaronder begrepen maar niet beperkt tot merkrechten en octrooien;
-
achterstelling van de vorderingen van Holdrico op Codrico ad per saldo EUR 3,6 miljoen alsmede achterstelling van de vordering van Carillon Corporation N.V. op Holdrico ad EUR 2,3 miljoen.
Holdrico B.V. -
pandrechten op de aandelen in Codrico;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 4,5 miljoen van de heer en mevrouw Smeets;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 300.000,-- van Carillon Corporation N.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 315.789,-- van The Batavia Foundation N.V.;
-
achterstelling van de vorderingen ad EUR 617.000,-- van Ir. M.G.N. van Overbeek B.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 1,5 miljoen van The Batavia Foundation N.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 400.000,-- van Ir. Technology Mat Holding B.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 500.000,-- van The Batavia Foundation N.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 100.000,-- van Carillon Corporation N.V.;
-
achterstelling van de vordering ad EUR 500.000,-- van Carillon Corporation N.V.;
ABN AMRO Bank en Amstel Lease Maatschappij hebben op 3 december 2003 onderling een verhaalsregeling gesloten op grond waarvan zij gelijk in rang zijn.
6.3
Kredietovereenkomsten Zie hiervoor bij 6.1.
6.4
Lease Er zijn 15 auto’s geleasd bij 10 verschillende leasemaatschappijen. Daarnaast zijn er drie
13
copiers geleasd bij Ricoh Nederland. Verder zijn een kopieer- en frankeermachine geleased. De lease-overeenkomsten zijn (vooralsnog) gehandhaafd.
6.5
Bruikleen Er is niet gebleken van zaken die in bruikleen zijn gegeven.
7.
Voortzetten / Doorstart Op datum surséance van betaling heeft de bewindvoerder tezamen met zijn medewerker Mr R. Wijn alsmede de heer R. de Vos van R&P Finance Codrico bezocht en aldaar met de heer Van Overbeek, bestuurder, en de heer M. Buddingh, financieel/operationeel manager, gesproken. De bewindvoerder heeft de rechten en verplichtingen alsmede de mogelijkheden van de onderneming van Codrico in kaart gebracht en besproken. Ook zijn de voorraden grondstof en eindproduct, het machinepark en het bedrijfspand geïnspecteerd en beoordeeld. Vervolgens zijn tezamen met het bestuur prognoses gemaakt met betrekking tot mogelijke productie, omzetten, liquiditeitsbehoeften, winsten en/of verliezen voor de weken 10, 11, 12 en 13. Deze prognoses zijn vervolgens met de ABN AMRO Bank N.V. (mede namens Amstel Lease Maatschappij N.V.) en NTAB besproken.
Uiteindelijk is er samen met de ABN AMRO Bank en Amstel Lease Maatschappij – de pandhouders – voor gekozen om in maart 2009 met zowel de molen als de extrusie-lijnen op volle toeren, met 5 in plaats van 4 ploegendiensten, door te produceren opdat de aanwezige voorraad maïs tot eindproduct (grutten) wordt verwerkt en zoveel mogelijk overige producten, waaronder Suprex, kan worden geproduceerd. Op deze manier wordt zoveel mogelijk toegevoegde waarde gecreëerd. Voor de alsdan te produceren producten bestonden op datum surséance reeds (afroep)contracten, zodat alle te produceren producten ook zeker konden worden uitgeleverd en dus ook daadwerkelijk de meeropbrengst kon worden gerealiseerd. Met de vervoerders, afnemers etc. zijn, daar waar nodig, de afspraken herbevestigd. Volgens de opgestelde prognose zou op deze manier in de weken 10, 11, 12 en 13 (de maand maart 2009) een bedrijfsresultaat vóór belastingen worden behaald van ruim EUR 300.000,--.
Daar Codrico geen financiële middelen meer had, heeft de bank voor het doordraaien aan Codrico een boedelkrediet verschaft ad circa EUR 845.000,--. Daarnaast heeft de bank zich 14
bereid verklaard om een extra bedrag beschikbaar te houden voor mogelijke tegenvallers alsmede crediteuren c.q. handelspartijen die zich als dwangcrediteuren zouden opstellen op grond waarvan eventueel bepaalde (concurrente) schulden daterend van vóór de surséance van betaling tóch geheel of gedeeltelijk moesten worden betaald. Uiteindelijk is circa EUR 275.000,-- aan zogenoemde dwangcrediteuren betaald, hetgeen binnen het daarvoor beschikbaar gehouden budget is gebleven.
Inmiddels is bekend geworden dat de prognose voor de maand maart 2009 in hoofdlijnen is gerealiseerd. Volgens de prognose zou de voorraad maïs op of rondom 1 april 2009 volledig tot eindproduct zijn verwerkt. Dat bleek ook daadwerkelijk het geval te zijn. Uiteindelijk is in samenspraak met de ABN AMRO Bank besloten om nieuwe voorraden maïs te kopen.
Begin april 2009 is tevens een voorraad Franse maïs gekocht en aan Codrico geleverd. Het ging om 2.490 ton maïs tegen een kostprijs van EUR 390.000,-- inclusief vracht. Deze voorraad Franse maïs is volledig betaald en is op dit moment vrijwel geheel verwerkt.
Ook is een voorraad Argentijnse maïs gekocht. Hier gaat het om 9.200 ton maïs tegen een kostprijs van ruim EUR 1,7 miljoen inclusief vracht, waarvan op dit moment ruim de helft is betaald. Deze partij maïs zal op 12/13/14 mei 2009 in de haven Rotterdam arriveren en zal vervolgens worden verladen.
Een tweede voorraad Argentijnse maïs is op 5 mei 2009 besteld. Daarbij gaat het om circa 11.000 ton maïs tegen een verwachte kostprijs van ruim EUR 2 miljoen, inclusief vracht.
Tijdens de surcéance zijn de bedrijfsactiviteiten volledig voortgezet. Daarbij zijn de belangrijkste klanten van Codrico in Europe, Midden Oosten en Verre Oosten bezocht. De bewindvoerder heeft feitelijk de relatie met Van Overbeek voortgezet gezien zijn kennis van de onderneming en de markt.
De bank zal (naar verwachting) instemmen met de bekende en te verwachten uitgaven voor de voortzetting van bedrijfsactiviteiten gedurende mei 2009. De directeur heeft van de bewindvoerder toestemming gekregen dat bestellingen en kosten tot € 1.000,-- zelf gefiatteerd 15
mogen worden ten laste van de boedel. Niet reeds contractueel overeengekomen en bestellingen boven € 1.000,-- dienen door de bewindvoerder of zijn medewerker schriftelijk vooraf te worden goedgekeurd.
In het volgend verslag (over 6 maanden) zal volledig verslag worden uitgebracht over de resultaten tijdens de surséance.
Tijdens de surcéance heeft meerderheidsaandeelhouder Van Zutphen Van Overbeek als enige bestuurder geschorst en na enige werken ontslagen en zichzelf als bestuurder benoemd. De bewindvoerder werkt door tezamen met Van Overbeek. daar hij de onderneming kent.
Verkoop onderneming De bewindvoerder heeft niet alleen erop toegezien dat de bedrijfsvoering zo veel mogelijk volgens de prognose werd gevoerd en heeft daar waar nodig bijgestuurd, maar hij heeft, los van onderzoek naar de gang en stand van zaken binnen Codrico, ook intensief gesproken en onderhandeld met partijen die geïnteresseerd zijn in het verwerven van de aandelen in Codrico dan wel in overname van de activa en onderneming van Codrico. De bewindvoerder heeft een ter zake deskundige derde, Phi Delphi Corporate Finance B.V., in de arm genomen om de waarde van de onderneming te bepalen, een Information Memorandum op te stellen en een dataroom voor due diligence onderzoek gereed te maken om de kansen op verkoop van de (onderneming van) Codrico te vergroten. Het Information Memorandum is (op verzoek) verzonden naar 8 partijen in met name het buitenland en aan 7 Nederlandse participatiemaatschappijen. Dit resulteerde in diverse biedingen.
Uiteindelijk zijn begin april 2009 vergaande onderhandelingen tot stand gekomen met het Franse Limagrain Céréales Ingrédients S.A.S., een reeds sinds jaar en dag grote speler in de levensmiddelen- en diervoedingsindustrie met een omzet van meer dan EUR 500 miljoen per jaar. Limagrain had namelijk het hoogste en aantrekkelijkste bod uitgebracht op de activa en onderneming van Codrico. Het ging kort gezegd om een beoogde doorstarttransactie waarbij de activa en de onderneming van Codrico, ná het faillissement van Codrico, aan een door Limagrain opgerichte Nederlandse vennootschap, Limagrain Céréales Nederland B.V, zouden worden overgedragen. 16
Limagrain zal EUR 5 miljoen voor de inventaris en machines betalen, EUR 3,46 miljoen voor de voorraden en EUR 2,1 miljoen voor de vorderingen op debiteuren, exclusief de vordering van Codrico op Kellogg´s ad EUR 2,5 miljoen. De bank en Amstel Lease zouden deze vordering op Kellogg´s, als pandhouder, zelf incasseren. Tot slot zou Limagrain EUR 100.000,- voor de intellectuele eigendomsrechten, EUR 225.000,-- voor de joint ventures (Thailand, Argentinië en Turkije) en EUR 250.000,-- voor de goodwill van Codrico betalen. Bij de voorgenomen transactie zou als transactiedatum zou 1 april 2009 gelden.
De inventaris, machines, voorraden, vorderingen op debiteuren en intellectuele eigendomsrechten zijn aan de bank en Amstel Lease verpand zodat deze opbrengst van deze goederen ad EUR 10.560.000,-- aan de bank en Amstel Lease zou toekomen. De aandelen in de buitenlandse joint ventures en de goodwill zijn niet aan de bank en Amstel Lease verpand, zodat deze opbrengst ad EUR 475.000,-- vrij in de boedel van Codrico zou vallen.
De eigenaar/verhuurder van het fabriekspand van Codrico, de familie Smeets, bleek echter onder geen beding bereid te zijn om met Limagrain een huurovereenkomst te sluiten, hetgeen feitelijk de transactie met Limagrain althans de voortzetting door Limagrain van de onderneming van Codrico in het huidige fabriekspand blokkeerde.
De bank heeft vervolgens medegedeeld voornemens te zijn om gebruik te maken van haar bevoegdheden voortvloeiende uit de eerder gemelde Huisherenverklaring, kort gezegd inhoudende dat de bank als onherroepelijk gevolmachtigde van Smeets namens Smeets met Limagrain een huurovereenkomst, met gebruikelijke en algemeen geaccepteerde voorwaarden en bepalingen, voor de duur van tien jaar zou sluiten.
Smeets heeft zich tegen deze gang van zaken verzet. Zo heeft Smeets betwist dat de Huisherenverklaring een volmacht aan de ABN AMRO Bank inhoudt en heeft hij het onherroepelijke karakter van de volmacht betwist en de volmacht ingetrokken. Voorts heeft Smeets onder meer gesteld dat de bank en de boedel geen belang bij gebruikmaking van de volmacht hebben daar de machines van Codrico in het fabriekspand niet roerend zouden zijn,
17
maar onroerend wegens natrekking, zodat de bank geen pandrechten ter zake zou (kunnen) hebben.
De bewindvoerder en de bank hebben de stellingen van Smeets bestudeerd en beoordeeld en kwamen tot de conclusie dat de stellingen van Smeets juridisch onvoldoende hout snijden. De bewindvoerder heeft vervolgens, omdat Smeets zijn medewerking bleef weigeren, een concept dagvaarding opgesteld voor een door de bank en de bewindvoerder aanhangig te maken Kort Geding bij de Rechtbank Rotterdam. Het doel was om op zeer korte termijn een veroordeling in Kort Geding te verkrijgen waarbij Smeets werd gedwongen om Limagrain als huurder van het fabriekspand te accepteren, één en ander op straffe van verbeurte van een passende dwangsom.
Uiteindelijk is het niet zover gekomen. Limagrain stelde nadere voorwaarden aan de bank alvorens zij bereid was om de transactie definitief aan te gaan. De bank kon althans wilde niet aan deze voorwaarden voldoen.
Limagrain wilde een garantie van de bank dat de bank alle schade zou vergoeden die geleden zou worden ingeval Smeets uiteindelijk in rechte gelijk zou krijgen en Limagrain het fabriekspand (alsnog) zou moeten ontruimen. Hoewel de bank de proceskansen in Kort Geding in beginsel gunstig beoordeelde, was het verstrekken van de gevraagde garantie een (veel) te groot risico. Afgezien van de Kort Geding procedure met hoger beroepsmogelijkheid, zou Smeets ook nog een bodemprocedure bij de Rechtbank kunnen voeren en daarna nog een hoger beroepsprocedure. Het zou dus nog wel enkele jaren kunnen duren voordat definitief duidelijkheid zou bestaan over de rechtmatigheid. Een potentieel zo lange periode van onzekerheid, waarbij miljoenen op het spel staan, acht de bank onverantwoord.
Thans is de bewindvoerder onderhandelingen gestart met de andere geïnteresseerden. Eén partij heeft uiteindelijk een bod uitgebracht dat licht hoger was dan het eerder uitgebrachte bod van Limagrain. Twee weken later heeft een andere Franse multinational onder tal van voorwaarden een bod uitgebracht van > 10 mio. Nu wordt met de eerste en hoogste bieder eerst verder onderhandeld.
8.
Administratie 18
8.1
Toestand van de administratie De administratie van de onderneming werd door enkele werknemers intern verzorgd. De jaarrekeningen werden in concept samengesteld door Deloitte Accountants B.V. De jaarrekening met betrekking tot 2004 is de laatste door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgestelde en door Deloitte gecontroleerde en goedgekeurde jaarrekening. De jaarrekeningen 2005, 2006 en 2007 zijn allen slechts in concept opgesteld, niet vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en evenmin voorzien van een accountantsverklaring.
8.2
Geen accountantsverklaring Het ontbreken van een accountantsverklaring zal nader worden onderzocht. Zoals gezegd zijn de jaarrekeningen 2005, 2006 en 2007 slechts in concept opgesteld en ontbreekt een accountantsverklaring. De bewindvoerder meent dat Codrico, gelet op haar omzetten alsmede haar balanstotalen (zie 1.2), als een grote onderneming is aan te merken, zodat op haar op grond van artikel 2:393 BW de verplichting rust om haar jaarrekening door een accountant te laten controleren.
9.
Pauliana / Verrekening Tot nu toe is veruit de meeste aandacht van de bewindvoerder en zijn team ernaar uitgegaan om de onderneming van Codrico, in samenspraak met de bank, te redden en voort te zetten alsmede om de mogelijkheden van voortzetting op langere termijn dan wel verkoop daarvan aan een derde te onderzoeken. Daarom is vooralsnog weinig specifiek onderzoek gedaan naar mogelijk paulianeuze transacties en/of verrekeningen. De komende verslagperiode zal daaraan de nodige aandacht worden besteed.
De bewindvoerder is reeds doende nader onderzoek te verrichten naar de gehele (her)financieringconstructie van Codrico in december 2003. In december 2003 zijn de aandelen in Codrcio door de toenmalige aandeelhouders voor EUR 19 miljoen aan Holdrico verkocht. In dit kader is vanuit Codrico EUR 9 miljoen dividend uitgekeerd aan de toenmalige, uittredende aandeelhouders. Voorts is het fabriekspand van Codrico aan de familie Smeets verkocht, kennelijk om liquiditeiten te genereren, onder meer, de verkrijging van de aandelen in Codrico door Holdrico te financieren. Daarbij is door Codrico EUR 4,5 miljoen aan Smeets geleend. Op 19
dit moment is niet zonder meer helder of deze lening er feitelijk uit bestond dat Smeets EUR 4,5 miljoen van de koopprijs van het pand ad EUR 7,5 miljoen schuldig is gebleven of dat de koopprijs wel volledig is betaald, maar Codrico daarnaast EUR 4,5 miljoen aan Smeets heeft geleend. Feitelijk is ten minste EUR 13,5 miljoen van de koopprijs van haar eigen aandelen ad EUR 19 miljoen ten laste van Codrico gekomen, hetgeen in strijd lijkt te zijn met artikel 2:207c BW. Gebleken is in elk geval dat alle bij de (her)financiering van Codrico betrokken partijen, waaronder de ABN AMRO Bank en Smeets, zich terdege bewust zijn geweest van mogelijke strijdigheid met artikel 2:207c BW. Codrico is, zoals gezegd, onmiddellijk na deze transacties in ernstige financiële problemen gekomen daar zij nog nauwelijks over eigen vermogen beschikte. De bewindvoerder zal één en ander nader onderzoeken en, afhankelijk van de bevindingen, actie ondernemen.
10.
Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1
Boekhoudplicht In onderzoek
10.2
Deponeren jaarrekeningen De jaarrekeningen 2005, 2006 en 2007 zijn op respectievelijk 31 januari 2007, 31 januari 2008 en 29 januari 2009, en dus tijdig, bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd, doch zonder vereiste accountantsverklaring.
Stortingsverplichting aandelen Er zijn 255.0024 aandelen in Codrico geplaatst en volgestort. Er zijn 18.000 aandelen in Holdrico geplaatst en volgestort.
Onbehoorlijk bestuur In onderzoek.
11.
Belastingdienst, UWV
11.1
Vorderingen van de Belastingdienst Op datum surséance van betaling was er een LB schuld van circa EUR 120.000,--. 20
11.2
Vorderingen van het UWV Op datum surséance van betaling bestond er een achterstand met betrekking tot afdracht van sociale premies ad EUR 61.000,--.
12.
Crediteuren De bewindvoerder heeft de administratie van de vennootschap laten actualiseren en heeft vervolgens op 12 maart 2009 alle bekende handelscrediteuren aangeschreven. Naar aanleiding daarvan zijn nog verschillende correcties door crediteuren gemeld. Thans zijn er 223 concurrente crediteuren voor een totaal bedrag ad EUR 2.645.804,39 voorlopig erkend. In geval van Holdrico is vooralsnog 1 crediteur voor EUR 91.582,57 genoteerd.
13.
Rechtbank De vergadering van schuldeisers met betrekking tot het verzoek van Codrico tot het verlenen door de rechtbank aan haar van de definitieve surséance van betaling is bepaald op 23 juni 2009 om 14.00 uur bij de rechtbank Rotterdam. Als de onderhandelingen over de verkoop van activa in een faillissement succesvol lijken te kunnen worden afgerond, zal voor 23 juni 2009 het faillissement worden uitgesproken en zal deze crediteurenvergadering niet plaatsvinden. Indien de transactie dan nog niet zal hebben plaatsgevonden, zal tegen die tijd verder worden bezien door bewindvoerder en bank.
13.1
Plan van aanpak De bewindvoerder verwijst naar hetgeen onder 7 van dit verslag is vermeld. In aanvulling daarop geldt dat in de komende periode de bewindvoerder in elk geval aan de volgende onderwerpen aandacht zal geven: a.
toezicht op exploitatie en resultaat van Codrico;
b.
onderzoek naar de mogelijkheden voor een akkoord met de schuldeisers;
c.
opstellen prognoses voor de bedrijfsvoering van Codrico in de komende maanden;
d.
de mogelijke verkoop van de activa en de onderneming van Codrico;
e.
beoordelen van voor surséance van betaling gesloten overeenkomsten;
21
f.
onderzoek naar de financiële administratie alsmede naar de (rechtmatigheid van) financieringsconstructie d.d. december 2003, waaronder de overdracht van het fabriekspand;
13.2
g.
inventarisatie van de crediteuren;
h.
nadere inventarisatie van geschillen;
i.
onderzoek diverse rekening-courantverhoudingen;
j.
onderzoek rechten van derden;
Indiening volgend verslag: Uiterlijk bij de crediteurenvergadering, tenzij voordien omzetting in een faillissement zou volgen.
Rotterdam, 11 mei 2009
J.G. Princen bewindvoerder
22