20 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Aan de slag........................ 4 Uw Rider 20.................................. 4 De Rider 20 resetten.................... 5 Toebehoren.................................. 5 Statuspictogrammen................... 5
Informatie van sensoren weergeven...16
Oefening/Trainingrecord weergeven.................................. 17 Opslag wissen..............................................18
Overige instellingen....... 19
Aansluiten, synchroniseren en laden............................................. 6
Werken met de stopwatch......... 19
Rider 20 in-/uitschakelen............ 6
Automatische kalibratie door de GPS...................................................................20 Zomertijd instellen....................................21
Initiële installatie......................... 6 Fietsen met de Rider 20!.............. 7 Gegevens van de Rider 20 beheren met uw computer.......... 7 Uw ervaring delen met andere fietsers.......................................... 7
Oefening/Training............ 8 Informatie weergeven................. 8 Voordat u begint.......................... 9 Start/Pauze/Stop oefenen........... 9 Ronde markeren......................... 10 Oefening/Traininginfo weergeven.................................. 10 Modi veranderen........................ 11
Trainingsinstellingen..... 12 Training instellen....................... 12 Op tijd.............................................................12 Op afstand.....................................................13 RONDEtraining instellen..........................13
Fiets selecteren.......................... 14 Sensoren koppelen.................... 15
2 Inhoudsopgave
Tijdinstellingen.......................... 20
Automatisch bladeren............... 21 GPS aan-/uitschakelen............... 22 Toon instellen............................. 22
Appendix......................... 23 Specificaties................................ 23 Batterij-informatie..................... 24 De Rider 20 installeren.............. 25 Monteer de Rider 20 op de fiets............25
Snelheids-/cadanssensor (optioneel) installeren............... 26 Hartslagriem (optioneel) installeren................................... 27 Wielmaat en -omtrek................. 28 Schermterminologie.................. 29 Basisonderhoud voor uw Rider 20....................................... 29
Raadpleeg altijd uw arts vooraleer u een trainingsprogramma aanvat of verandert. Lees de details in de informatie over garantie en gezondheid in de verpakking.
Productregistratie
Laat ons toe u beter te helpen door de registratie voor uw toestel in te vullen met Bryton Bridge. Ga naar http://support.brytonsport.com voor meer informatie.
Bryton Software
Ga naar http://brytonsport.com om gratis software te downloaden waarmee u uw persoonlijk profiel en tracks kunt uploaden en uw gegevens op het internet kunt analyseren.
Aan de slag 3
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Aan de slag Dit gedeelte begeleidt u door de voorbereidende stappen voordat u uw Rider 20 in gebruik neemt.
Uw Rider 20
20 LAP
1
2
1 OMHOOG (p) • Wat langer indrukken om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen. • In het meterscherm even indrukken om de paginaopties van het bovenste scherm te doorlopen. • In de menumodus even indrukken om naar boven te gaan om de menuopties te doorlopen. 2 RONDE (LAP) • Om het toestel uit te schakelen drukt u even om het Menu te openen en selecteert "UIT( )". • Even indrukken om het menu te openen/sluiten.
4 Aan de slag
3 • Even indrukken terwijl u rijdt en opneemt om de ronde te markeren. • Druk hierop in het menu om een selectie in te voeren of te bevestigen.
3 OMLAAG (q) • In het meterscherm even indrukken om de paginaopties van het onderste scherm te doorlopen. • In de menumodus even indrukken om naar onder te gaan om de menuopties te doorlopen.
Om de Rider 20 te resetten drukt u de drie knoppen (p/LAP/q) tegelijk wat langer in.
Toebehoren De Rider 20 wordt met het volgende toebehoren geleverd: • USB-kabel • Fietsbeugel Optionele items: • Hartslagriem • Snelheids-/cadanssensor • Fietscombosensor
Statuspictogrammen Pictogram
Item
Fietspictogram
Batterijpictogram
GPS-pictogram Opnamepictogram
Continu pictogram
Knipperend pictogram
Fiets 1
-
Fiets 2
-
Batterijniveau
Batterij wordt opgeladen
-
Batterij bijna leeg
GPS-signaalniveau
GPS-signaal zoeken
Geheugen vol, opslag wissen
Opname is bezig
Hartslagmonitorpictogram
Gekoppeld aan de hartslag monitor
-
Cadanssensor pictogram
Gekoppeld aan de cadanssensor
-
Verbonden met snelheidssensor
-
Snelheidssensor pictogram
Aan de slag 5
NEDERLANDS
De Rider 20 resetten
Aansluiten, synchroniseren en laden Opgelet: Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Lees de Informatie over garantie en gezondheid in de verpakking voor belangrijke veiligheidsinformatie over batterijen. 1. Sluit de Rider 20 met het meegeleverde USB-snoer aan op een computer. 2. Download de toepassing Bryton Bridge 2 op bb.brytonsport.com en synchroniseer met de Rider 20. Houd de Rider 20 aangesloten op de pc om de batterij op te laden. Sluit hem met de USB-kabel aan op een pc. reset
20 LAP
OPMERKING: laad de batterij voor het eerste gebruik minstens 3 uur op.
Rider 20 in-/uitschakelen De Rider 20 inschakelen: Druk even op de LAP-knop om de Rider 20 in te schakelen. De Rider 20 uitschakelen: 1. Druk even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om "UIT(
) te selecteren".
3. Druk even op LAP om het toestel uit te schakelen. OPMERKING: Als de Rider 20 gedurende 10 minuten niet wordt gebruikt, schakelt hij automatisch uit.
Initiële installatie Als u de Rider 20 voor het eerst inschakelt, verschijnt de installatiewizard. Volg de aanwijzingen om de installatie te voltooien. 1. Selecteer de schermtaal. 2. Selecteer de maateenheid. 3. Voer uw "gebruikersprofiel" in. (Het is aanbevolen de gegevens in te voeren. De nauwkeurigheid van de gegevens heeft een grote invloed op uw trainingsanalyse.) 4. Ga naar buiten om een GPS-signaal op te pikken zodra GPS ZOE verschijnt. Als u niet naar buiten kunt, drukt u even op LAP om deze vraag te annuleren.
6 Aan de slag
Fietsen met de Rider 20! • Vrije rit: Veel fietsplezier met de Rider 20 op uw fiets gemonteerd. • Start een oefening of neem uw gegevens op: Druk even op LAP om het menu te openen. Kies "START" en druk even op LAP om het logboek te beginnen opnemen. • Een training starten: Druk even op LAP om het menu te openen. Kies "INSTEL > TRAI" en druk even op LAP om te kiezen uit de beschikbare trainingsmodi: rijtijd, afstand en RONDE.
Gegevens van de Rider 20 beheren met uw computer 1. Sluit uw Rider 20 aan op uw computer met de USB-kabel. 2. Installeer de toepassing Bryton Bridge 2. U kunt de toepassing downloaden van http://bb.brytonsport.com. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de gegevens over te brengen naar uw computer.
OPMERKING:
• Zodra de Rider 20 van de USB wordt afgekoppeld, wordt de Rider 20 automatisch gereset. • Haal de USB-kabel niet uit terwijl bestanden worden uitgewisseld. Anders kunnen de bestanden beschadigd raken.
Uw ervaring delen met andere fietsers Om uw ervaring en trainingresultaten met andere fietsers van over de hele wereld te delen, bezoekt u http://www.brytonsport.com.
Aan de slag 7
NEDERLANDS
OPMERKING: Als u uw profiel wilt veranderen, moet u het apparaat verbinden met Brytonsport.com en de instelling wijzigen via Mijn Apparaat -> Apparaatgegevens beheren. Of ga naar Instellingen > Overige > Profiel en wijzig de instellingen.
Oefening/Training Fietsen is een van de beste oefeningen voor uw lichaam. U verbrandt er calorieën mee, verliest gewicht en verbetert uw lichaamsconditie. Tijdens een oefening of training kunt u met de Rider 20 uw loopactiviteiten meten en opnemen en uw huidige prestatie weergeven. OPMERKING: De weergegeven informatie verschilt naargelang de oefen-/trainingmodus en de gebruikersvoorkeuren.
Informatie weergeven A
Indicator MA = Maximum GEM = Gemiddeld
Infoscherm Huidige snelheid weergeven > Snelheid (Max) > Snelheid (Gem) B
Tijdens het koppelingsproces (met de hartslagmonitor/cadanssensor/snelheidssensor) knipperen de indicator-LED's (boven de pictogrammen). Als de sensors gekoppeld zijn aan het apparaat, gaan de indicator-LED's branden. Bovenste scherm (A) Druk op p om het informatiescherm te verwisselen: Huidige tijd > Rijtijd (A of B) > Cadans > Cadans (Gem) > Cadans (Max) Onderste scherm (B) Druk op q om het informatiescherm te verwisselen: Afstand > Calorieën > ODO (A/B) > ODO (A+B) > Totale rijtijd (A/B) > Totale rijtijd (A+B) > Hartslag > Hartslag (Max) > Hartslag (Gem) OPMERKING: Gegevens voor ODO (A/B), ODO (A+B), Totale rijtijd (A/B) en Totale rijtijd (A+B) worden alleen weergegeven nadat u een training/oefening hebt voltooid.
8 Oefening/Training
Knoppen
Aanduiding
Druk even op p
1
Druk even op LAP
2
Druk even op q
3
Druk langer op LAP
4
*geen druk op de toets, alleen weergave verandert
Voordat u begint • Sensoren koppelen (pagina 15), optioneel
Start/Pauze/Stop oefenen 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om START te selecteren. 3. Druk even op LAP om een activiteit te starten. 4. Om een activiteit te onderbreken, drukt u langer op LAP. Druk op een toets om de activiteit te hervatten. 5. Om de huidige activiteit te beëindigen drukt u even op p/q om STOP te selecteren en drukt even op LAP.
Opname-indicator GPS-signaal
HR-sensorindicator
Cadanssensorindicator
Fietsindicator
OPMERKING: Ga naar buiten om een GPS-signaal op te halen als "GPS zoeken" op het scherm verschijnt.
Oefening/Training 9
NEDERLANDS
De onderstaande tabel geeft een grafische aanduiding van het gebruik van de knoppen die in latere paragrafen gebruikt worden.
Ronde markeren 1. Start eerst een activiteit. Zie stappen 1 tot 3 in de paragraaf "Start/Pauze/Stop oefenen" op de vorige pagina. 2. Druk even op LAP om de ronde te markeren. GESPLITST
Rondenummer RONDETIJD
Oefening/Traininginfo weergeven Welke gegevens worden weergegeven hangt af van de huidige modus en de gekoppelde sensoren Druk op p om het informatiescherm te verwisselen op het bovenste scherm:
1
1
Huidige tijd
Rijtijd
1
Huidige cadans
1
Cadans (Max)
1
Cadans (Gem) OPMERKING: Cadansgegevens worden enkel op het scherm weergegeven als de cadanssensor is gekoppeld aan de Rider 20.
10 Oefening/Training
3
3
Afstand
NEDERLANDS
Druk op q om het informatiescherm te verwisselen op het onderste scherm:
3
Verbrande calorieën
Huidige HR
3
HR (Max)
3
HR (Gem) OPMERKING: Hartslaggegevens worden enkel op het scherm weergegeven als de hartslagsensor is gekoppeld aan de Rider 20.
Modi veranderen Druk op de betreffende knop om van modus te wisselen.
2
3
4 Meterweergave
3
1 START
1 INSTEL
UIT
3 1 AFSLUITEN
Oefening/Training 11
Trainingsinstellingen U kunt de trainingsinstellingen aanpassen, de sensoren koppelen, geschiedenis bekijken en andere instellingen. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > TRAI te selecteren. 3. Druk even op LAP om de trainingsinstellingen in te stellen.
2
2
INSTEL
Meterweergave
p q
TRAINING
Training instellen Gebruik de instelling Training om het gewenste type training te selecteren. De Rider 20 biedt u drie soorten trainingmodi: • Rijtijd • RONDE • Afstand
Op tijd 1. Druk in het Training-menu even op p/q om TIJD te selecteren. 2. Druk even op LAP om te bevestigen. 3. Druk even op p/q om de "uur"-waarde aan te passen. 4. Druk even op LAP om naar het "minuut"-veld te schakelen. 5. Druk even op p/q om de "minuut"-waarde aan te passen. 6. Druk even op LAP om te bevestigen en het logboek voor de training te starten. p q
2
TIJD
p q
2
("Uur" aanpassen)
12 Trainingsinstellingen
2
("Minuut" aanpassen)
(Logboek voor training starten)
1. Druk in het Training-menu even op p/q om AFST te selecteren. 2. Druk even op LAP om te bevestigen. 3. Druk even op p/q om de afstand aan te passen. 4. Druk even op LAP om te bevestigen en het logboek voor de training te starten. p q
2
2
(Afstand aanpassen)
AFSTAND
(Logboek voor training starten)
RONDEtraining instellen Gebruik Ronde op afstand om de afstand van elke ronde op te geven. Nadat een bepaalde afstand is gelopen, markeert de Rider 20 automatisch de ronde. 1. Druk in het Training-menu even op p/q om RONDE > AFST te selecteren. 2. Druk even op LAP om de trainingsinstellingen Ronde op afstand in te stellen. 3. Druk even op p/q om de afstand aan te passen. 4. Druk even op LAP om te bevestigen en het logboek voor de training te starten. p q
2
RONDE
2
AFSTAND
2
(Afstand aanpassen)
(Logboek voor training starten)
Trainingsinstellingen 13
NEDERLANDS
Op afstand
Gebruik de instelling Ronde op locatie om de huidige locatie als rondepunt in te stellen. Zodra het rondepunt wordt bereikt markeert de Rider 20 automatisch de ronde. 1. Druk in het Training-menu even op p/q om RONDE > LOC te selecteren. 2. Druk even op LAP om te bevestigen en het logboek voor de training te starten. p q
2
RONDE
2
(RONDEopties: AFST/LOC)
2
(Logboek voor training starten)
LOCATIE
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de Rider 20 het GPS-signaal heeft opgepikt.
Fiets selecteren Op de Rider 20 kunt u de specifieke fiets selecteren waarop u tijdens het oefenen wilt rijden. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > FIET te selecteren. 3. Druk even op LAP om te bevestigen. 4. Druk even op p/q om de fiets te selecteren. 5. Druk even op LAP om de instelling te bevestigen. p q
2
FIET
14 Trainingsinstellingen
2
(Fiets A/B selecteren)
Meterweergave
Sensoren koppelen NEDERLANDS
Gebruik de instelling Koppeling om sensoren en andere optionele accessoires met de Rider 20 te verbinden. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > KOPP > ZKN te selecteren. 3. Druk even op LAP om de beschikbare sensoren te scannen. NB: Controleer of de “5 cijfers” op het scherm overeenkomen met de laatse 5 cijfers van het ID-nummer van de sensor op de plastic zak. KOPP
2
p q
Sensor fietscadens
p q
Hartslag
2
p q
Fietscombosensor
p q
AAN
2 (Als huidige sensor SNELHEID is)
2 p q
Zoeken voltooid
p q
UIT
2
VOR
p q
ZOEKEN
VOR
2
(Geen ANT-ID)
2
p q
(Wielmaat instellen)
(CAD-ID ophalen)
p q
ZOEKEN
VOR
2
ZOEKEN (Time out)
GEEN
Trainingsinstellingen 15
OPMERKING: • Wanneer de sensoren een verbinding hebben gemaakt, knipperen de indicator-LED's (boven de pictogrammen) 5 seconden. • Bewaar tussen gelijkaardige sensoren een afstand van ongeveer 30 meter. • Als de onderstaande figuur op het scherm verschijnt, betekent dit dat er meer dan 2 sensoren werden gedetecteerd. Druk even op p/q om de sensor opnieuw te zoeken.
Informatie van sensoren weergeven 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > KOPP > INFO te selecteren. 3. Druk even op LAP om informatie van de verbonden sensoren weer te geven.
2
KOPP
2
INFO
2
(Huidige snelheidsgegevens)
(Huidige hartslaggegevens)
2
2
Meterweergave
(Huidige cadansgegevens)
OPMERKING: De sensor-ID van de verbonden sensor wordt in het bovenste scherm weergegeven.
16 Trainingsinstellingen
Gebruik File om uw traininggeschiedenis te bekijken. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > FILE > WEERG te selecteren. 3. Druk even op LAP om te bevestigen en de meest recente geschiedenis weer te geven.
2
3
2
1 WEERG
FILE
3
(Meest recente geschiedenisgegevens)
3 1
(Max. cadans weergeven (bovenste scherm) / Max. snelheid (middelste scherm) / Max. hartslag (onderste scherm))
1
(Afstand weergeven (bovenste scherm) / Verbrande calorieën (onderste scherm))
4
(Gemiddelde cadans weergeven (bovenste scherm) / Gemiddelde snelheid (middelste scherm) / Gemiddelde hartslag (onderste scherm))
Meterweergave
OPMERKING: De totale rijtijd en opgenomen tijd worden enkel weergegeven in het bovenste/middelste scherm bij het selecteren van bestanden.
Trainingsinstellingen 17
NEDERLANDS
Oefening/Trainingrecord weergeven
Opslag wissen Gebruik Opslag wissen om alle training- en ronderecords op de Rider 20 te wissen. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > FILE > WISS te selecteren. 3. Druk even op LAP om te bevestigen. 4. Om alle opgeslagen info te wissen drukt u even op p/q om JA te selecteren en drukt langer op LAP om het wissen van alle bestanden te bevestigen. p q
2
FILE
18 Trainingsinstellingen
2
OPSLAG WISSEN
4
(Selecteer JA/NEE)
Meterweergave
NEDERLANDS
Overige instellingen Werken met de stopwatch U kunt de Rider 20 gebruiken als stopwatch. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > AND > STWA te selecteren. 3. Druk even op LAP om de stopwatch te beginnen gebruiken.
2
ANDERE
2
STOPWATCH
3
(Tellen starten)
Stopwatch starten
3
(na 3 sec.)
Meterweergave
4
Stopwatch stoppen
1
p q
(Bestand selecteren)
OPMERKING:
• Terwijl de stopwatch loopt, drukt u even op LAP om de ronde op te nemen. • Nadat de stopwatch is stopgezet, drukt u even op de knop LAP om hem te resetten of drukt even op p om bestanden of rondegegevens te bekijken.
Overige instellingen 19
Tijdinstellingen Automatische kalibratie door de GPS Gebruik deze instelling om de datum en tijd opnieuw in te stellen aan de hand van uw GPSlocatie. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > TIJD > GPS TIJD te selecteren. 3. Druk even op LAP om de tijdsinstelling automatisch te kalibreren. 4. Als "ADJ?" op het scherm verschijnt en de weergegeven tijd correct is, drukt u even op LAP om de instelling te bevestigen. Om de tijd handmatig aan te passen, drukt u even op p/q en drukt even op LAP om de wijzigingen op te slaan. 5. Druk even op p/q om de tijdnotatie te selecteren en druk even op LAP om te bevestigen. p q
2
TIJD
2
(Huidige tijd detecteren)
GPS TIJD
(Tijd aanpassen)
p q
2
Meterweergave
20 Overige instellingen
2
(Tijdnotatie selecteren)
Met deze instelling stelt u de zomertijd in. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > TIJD > DST te selecteren. 3. Druk even op LAP om de instelling in te stellen. 4. Druk even op p/q om de zomertijd in te stellen en druk even op LAP om te bevestigen. p p q q
2
2
2
(TIJDopties: GPS TIJD/DST)
TIJD
(Instelling selecteren)
ZOMERTIJD
4
Automatisch bladeren
(Zomertijd is ingesteld)
Met de instelling Automatisch bladeren kunt u de automatische bladerfunctie inof uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld wordt alle oefeninginfo na elkaar weergegeven zonder een knop in te drukken terwijl u bezig bent met de oefening of training. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > BLAD te selecteren. 3. Druk even op LAP om de instelling in te stellen. 4. Om Automatisch bladeren te activeren drukt u even op p/q om AAN te selecteren en even op LAP om te bevestigen. p q
2
AUTOM. BLADEREN
2
(AAN/UIT selecteren)
Meterweergave
Overige instellingen 21
NEDERLANDS
Zomertijd instellen
GPS aan-/uitschakelen Gebruik de instelling GPS om GPS in of uit te schakelen. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > AND > GPS te selecteren. 3. Druk even op LAP om de GPS-instelling in te stellen. 4. Om de GPS te activeren drukt u even op p/q om AAN te selecteren en even op LAP om te bevestigen. p q
2
ANDERE
2
2
(AAN/UIT selecteren)
GPS
Meterweergave
OPMERKING:De Rider 20 pikt automatisch GPS-signalen op als de GPS-instelling op AAN is gezet. U gaat best naar buiten om een GPS-signaal op te pikken.
Toon instellen Gebruik de instelling Toon om de toetstoon in of uit te schakelen. 1. Druk in het hoofdscherm even op LAP om het menu te openen. 2. Druk even op p/q om INSTEL > AND > TOON te selecteren. 3. Druk even op LAP om de toetstooninstelling in te stellen. 4. Om te toetstoon te activeren drukt u even op p/q om AAN te selecteren en even op LAP om te bevestigen. p q
2
ANDERE
22 Overige instellingen
2
TOON
2
(AAN/UIT selecteren)
Meterweergave
NEDERLANDS
Specificaties
Appendix
Rider 20 Item
Beschrijving
Weergave
1.6 TN Positieve transflectieve segment-LCD
Afmetingen
39,6 x 58,9 x 17 mm
Gewicht
40g
Bedrijfstemperatuur
-10°C ~ 50°C
Batterij wordt opgeladen Temperatuur
0°C ~ 40°C
Batterij
Oplaadbare Li-polymeeraccu van 490 mAh
Levensduur van de batterij
24 uur met GPS aan
GPS
Ingebouwde hooggevoelige U-blox-ontvanger met interne antenne
RF-transceiver
2,4GMHz Ant+
Waterbestendig
Waterproofklasse IPX6
Externe opslag
1Mbyte
Snelheids-/cadanssensor Item
Beschrijving
Afmetingen
37,5 x 35 x 12 mm
Gewicht
25 g
Waterbestendigheid
1 ATM
Zendbereik
3m
Levensduur van de batterij
1 uur per dag gedurende 22 maanden (660 uur)
Bedrijfstemperatuur
5oC ~ 40oC
Radiofrequentie/protocol
2,4GHz / Dynastream ANT + Sport draadloos communicatieprotocol
De nauwkeurigheid kan teruglopen door een slecht sensorcontact, elektrische interferentie en de afstand tussen ontvanger en zender.
Appendix 23
Hartslagmonitor Item
Beschrijving
Afmetingen
34,7 x 3,4 x 1,1 cm
Gewicht
44 g
Waterbestendigheid
10 m
Zendbereik
3m
Levensduur van de batterij
1 uur per dag gedurende 16 maanden (480 uur)
Bedrijfstemperatuur
5oC ~ 40oC
Radiofrequentie/protocol
2,4GHz / Dynastream ANT + Sport draadloos communicatieprotocol
De nauwkeurigheid kan teruglopen door een slecht sensorcontact, elektrische interferentie en de afstand tussen ontvanger en zender.
Batterij-informatie Batterij van de hartslagmonitor en cadanssensor CL O
De hartslagmonitor/cadanssensor bevat een door de gebruiker vervangbare CR2032batterij. De batterij vervangen: A OPEN
1. zoek het ronde deksel van het batterijvak achteraan de hartslagmonitor/cadanssensor.
SE
B
2. Draai het deksel met een munt linksom zodat het pijltje op het deksel naar OPEN wijst. 3. Verwijder het deksel en de batterij. Wacht 30 seconden. 4. Steek de nieuwe batterij eerst met de pluspool in het batterijvak. A
5. Draai het deksel met een munt rechtsom zodat het pijltje op het deksel naar CLOSE wijst. B
OPMERKING: • Als u een nieuwe batterij plaatst en de batterij niet eerst op de pluspool aansluit, zal de pluspool gemakkelijk vervormd raken en stukgaan. • Let op dat de O-pakkingring op het deksel niet loskomt of niet wordt beschadigd. • Neem contact op met uw lokale vuilnisdienst voor de correcte afvoer van gebruikte batterijen.
24 Appendix
NEDERLANDS
De Rider 20 installeren Monteer de Rider 20 op de fiets
4
3 P
2
LA
1
20 20 LAP
Appendix 25
Snelheids-/cadanssensor (optioneel) installeren 1
2
3
4
SP
EED
SPEED
CADENCE
5a
6a
7a
8a
SPEED SPEED
SPEED
m
3m
SP EE D
SP
EE D
20
SP
EE D
LAP 20 LAP
5b
6b
7b
8b
CADENCE
m
3m
20 LAP
20 LAP
OPMERKING: • Om optimale prestaties te garanderen, doet u het volgende: - Lijn de sensor en de magneet uit zoals weergegeven in de figuur (5a / 5b). Besteed aandacht aan de uitlijnpunten. - Zorg ervoor dat de afstand tussen de sensor en de magneet niet meer dan 3 mm bedraagt. • Zorg ervoor dat de snelheidssensor en de snelheidsmagneet horizontaal, en niet verticaal, zijn geïnstalleerd en uitgelijnd. • Druk bij het eerste gebruik de voorknop in om de sensor te activeren en begin te fietsen. Wanneer de sensor de magneet detecteert, knippert de LED eenmaal om aan te geven dat de uitlijning correct is (de LED knippert alleen gedurende de eerste tien passen na het indrukken van de knop).
26 Appendix
NEDERLANDS
Hartslagriem (optioneel) installeren Riem
Elektrodes
SE
OSE CL
4 SE
CL
O
3 CL O
CL
2
O
SE
OPEN
1
OPEN
OPEN
OPE N
5
6
OPMERKING: • Bij koud weer moet u voldoende kleding dragen om de hartslagriem warm te houden. • De riem dient rechtstreeks op het lichaam te worden gedragen. • Plaats de sensor op het middengedeelte van het lichaam (iets onder de borst). Het op de sensor weergegeven Bryton-logo moet naar boven wijzen. Maak de elastische riem goed vast, zodat deze niet los komt te zitten tijdens het oefenen. • Als de sensor niet kan worden gedetecteerd of de lezing abnormaal is, warm dan ongeveer 5 minuten op. • Als de hartslagriem een tijd niet gebruikt wordt, verwijder de sensor dan van de hartslagriem.
Appendix 27
Wielmaat en -omtrek De wielmaat is aan weerszijden van de banden aangegeven. Wielmaat
L (mm)
Wielmaat
L (mm)
12 x 1,75
935
24 x 1,75
1890
14 x 1,5
1020
24 x 2,00
1925
14 x 1,75
1055
24 x 2,125
1965
16 x 1,5
1185
26 x 7/8
1920
16 x 1,75
1195
26 x 1(59)
1913
18 x 1,5
1340
26 x 1(65)
1952
18 x 1,75
1350
26 x 1,25
1953
20 x 1,75
1515
26 x 1-1/8
1970
20 x 1-3/8
1615
26 x 1-3/8
2068
22 x 1-3/8
1770
26 x 1-1/2
2100
22 x 1-1/2
1785
26 x 1,40
2005
24 x 1
1753
26 x 1,50
2010
24 x 3/4 buisvormig
1785
26 x 1,75
2023
24 x 1-1/8
1795
26 x 1,95
2050
24 x 1-1/4
1905
26 x 2,00
2055
26 x 2,10
2068
700 x19C
2080
26 x 2,125
2070
700 x 20C
2086
26 x 2,35
2083
700 x 23C
2096
26 x 3,00
2170
700 x 25C
2105
27 x 1
2145
700 x 28C
2136
27 x 1-1/8
2155
700 x 30C
2170
27 x 1-1/4
2161
700 x 32C
2155
27 x 1-3/8
2169
700C buisvormig
2130
650 x 35A
2090
700 x 35C
2168
650 x 38A
2125
700 x 38C
2180
650 x 38B
2105
700 x 40C
2200
700 x 18C
2070
28 Appendix
Terminologie
Schermweergave
Training
TRAIN
Afstand
AFST
Hartslag
HR
Snelheid
SNLH
Cadans
CAD
Fietscombosensor
FCS
Meerdere sensoren
MEER
Gps tijd
GPS TIJD
Locatie
LOC
Zomertijd
DST
Aanpassen
ADJ
Toetstoon
TOON
Automatisch bladeren
BLAD
Stopwatch
STWA
Opslag wissen
WISS
NEDERLANDS
Schermterminologie
Basisonderhoud voor uw Rider 20 Door uw Rider 20 goed te verzorgen beperkt u het risico op schade op uw Rider 20. • Laat uw Rider 20 niet vallen en stel hem niet bloot aan heftige schokken. • Stel uw Rider 20 niet bloot aan extreme temperaturen of teveel vocht. • Het schermoppervlak kan gemakkelijk bekrast worden. Gebruik een niet-klevende, generieke schermfolie om het scherm te behoeden tegen kleinere krassen. • Gebruik een verdund, neutraal schoonmaakmiddel op een zachte doek om uw Rider 20 schoon te maken. • Probeer uw Rider 20 nooit te demonteren, te repareren of wijzigingen aan het toestel aan te brengen. Anders vervalt de garantie.
Appendix 29