Fast Lane VWO: de pilot fase Handleiding voor 2015-2016
Inhoud
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding. Welke leerlingen? Hoe aanmelden? Welke leraren? Lesprogramma en rooster. Bevordering, slagen en vwo 6. Leermiddelen
Bijlage: Intakeformulier 2015-2016
2
Inleiding De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor gepersonaliseerd leren. Het regulier onderwijs in Nederland is vooral gericht op de gemiddelde leerling en veel minder op de begaafde leerling met zijn/haar specifieke leereigenschappen. Vanuit de overheid, de media en het bedrijfsleven komt de vraag om talenten beter te benutten. Het Zwijsen College wil het beste uit de individuele leerling halen. Met Fast Lane VWO (+) bieden we een aantrekkelijke leerroute voor intelligente leerlingen die feitelijk meer leerstof aankunnen dan het reguliere onderwijsprogramma biedt. Dit onderwijsprogramma wordt aangeboden aan alle vwoleerlingen die in het schooljaar 2015-2016 starten in de eerste klas van onze school. Leerlingen met een vwo-advies (of vwo+-advies) kiezen met ingang van het schooljaar 20152016 op het Zwijsen College voor het Fast Lane vwo. Fast Lane vwo staat voor versnellen. Naast de mogelijkheid om het vwo-diploma in de reguliere zes jaar te behalen, kunnen leerlingen in één, meerdere of alle vakken eindexamen doen in leerjaar 5 van het vwo. Wij hebben de laatste jaren hard gewerkt om ons voor te bereiden op dit onderwijsprogramma. Het vergt nogal wat van de competenties van onze leraren. Daarom hebben we een intensief scholingstraject achter de rug en gaan we daar dit schooljaar mee verder. Het vraagt ook veel inventiviteit van de medewerkers die belast zijn met het organiseren van het onderwijs. Zij doen onder andere veel ervaring op met de leerlingen die, in de pilotfase waarin we nu verkeren, al bij een of enkele vakken in een hoger tempo werken. Ondertussen heeft in het schooljaar 2014-2015 iets meer dan 10% van de leerlingen van vwo 5 al examen gedaan in een of enkele vakken. Ze zijn allemaal geslaagd voor deze vakken en een aantal van hen met hele hoge cijfers. Het enthousiasme bij veel leerlingen en leraren overtreft de verwachtingen. Het aantal leerlingen dat graag wil deelnemen aan de pilot groeit gestaag en breidt zich uit over drie leerjaren en veel vakken. Deze handleiding voor de pilots in leerjaar 3, 4 en 5 vwo van het schooljaar 2015-2016 Is opgesteld op basis van het beleidsplan Fast Lane VWO 2015-2020, bedoeld voor de huidige eersteklassers, en de ervaringen van de pilots van het afgelopen schooljaar.
1.
Welke leerlingen?
Voor het versnellen van het onderwijs in een vak komen twee groepen leerlingen uit klas vwo 3, vwo 4 en vwo 5 in aanmerking: • goede vwo-ers die meer aankunnen. • hoogbegaafden (mogelijk onderpresteerders). Er zijn 4 selectiecriteria voor goede vwo-ers die meer aankunnen en hoogbegaafden: vaardigheden kennisniveau werkhouding zelfstandigheid Goed presteren op het gebied van vaardigheden en kennisniveau is van belang omdat het onderwijsprogramma dat ontwikkeld wordt voor deze leerlingen uitdagingen biedt. Het programma kenmerkt zich door minder herhaling en oefening (compacten) en in een hoger tempo nieuwe leerstof aanbieden (versnellen). Dit vraagt gedrevenheid van de leerlingen. Omdat de leerling daardoor vaak een afwijkend lesrooster krijgt, waarbij ook keuzes gemaakt moeten worden, is zelfstandig kunnen werken ook een vereiste. Het kan zijn dat het huidige gedrag van hoogbegaafden niet geheel voldoet aan de genoemde criteria omdat zij nu 3
onderpresteren. Versnellen kan dan juist de uitdaging zijn. Bij het vermoeden van hoogbegaafdheid is het verstandig advies te vragen aan de teamleider.
2.
Hoe aanmelden?
Stap 1 Vóór 15 september 2015 geeft een vakleraar of mentor aan bij de leerling of een hij kan versnellen. Ook kan een leerling zelf aangeven dat hij wil versnellen. Dit geeft een leerling door aan de betrokken vakleraar en zijn mentor. Noch de mentor, noch de leraar doet reeds een toezegging. Stap 2 Vervolgens verzamelt de mentor gegevens bij de vakleraar/leraren en inventariseert of de leerling bij een of meerdere vakken kan versnellen. Ook formuleert hij een voorstel voor de teamleider. Dit doet hij door middel van het invullen van het eerste deel van het intakeformulier. Stap 3 De mentor en de teamleider samen formuleren vervolgens een advies aan de leerling en ouder(s)/verzorger(s) of een leerling in aanmerking komt voor versnelling en zo ja, bij welke(e) vak(ken) er versneld kan worden. Stap 4 Vóór 1 oktober 2015 bespreekt de mentor of vakleraar met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) bij welk(e) vak(ken) de leerling kan versnellen en wat het doel is, de verwachtingen, consequenties en wensen. Het intake-formulier is de leidraad voor dit gesprek. Het gesprek kan in allerlei vormen gehouden worden: individueel op school, in groepsverband, telefonisch,... Stap 5 Komt een leerling in aanmerking voor versnelling, dan geeft de mentor de naam van de leerling door aan de versnellingscoördinator Rob Groenemans.
3.
Welke leraren?
In elke vakgroep is er minstens één leraar die als een van zijn taken heeft het onderwijsprogramma voor versnellers te ontwerpen en/of te begeleiden. Een leerling die gaat versnellen in een vak krijgt óf les van de gewone vakleraar óf van de specialist in de vakgroep, óf van beiden. Krijgt de leerling les van de gewone vakleraar, dan krijgt die vakleraar ondersteuning van de versnellingsspecialist in de vakgroep.
4.
Lesprogramma en rooster.
Een versneld lesprogramma houdt niet in dat er inhoudelijke onderdelen van het programma overgeslagen worden. Tijd wordt gewonnen door te compacten, dat wil zeggen minder herhaling en oefening en door in een hoger tempo nieuwe leerstof aan te bieden. Hetzelfde geldt ook voor de toetsing. Voor elk vak is een speciaal programma van toetsing geschreven dat past bij het lesprogramma van de versnellers. Dit programma voldoet ook aan de eisen van het examen, maar het totaal aantal toetsen is vaak minder. 4
Het rooster van elke versneller wordt een echt individueel rooster. Op de eerste plaats staat in vwo 3, 4 en 5 op dinsdag het 7e uur voor alle leerlingen een versnellingsuur op het rooster. Tijdens dat uur kan de leerling les volgen bij de leraar van het vak waarin hij versnelt. Hiervoor maken leraar en leerling zelf afspraken. Het komt ook voor dat een leerling bij meerdere vakken versnelt en dan bepaalt de leerling bij welke vakleraar hij de versnellingsles volgt. Hij kan ook een gedeelte van de les volgen. Hierover maakt hij afspraken met de versnellingsleraren. Ook zijn niet altijd alle leraren op dinsdag het 7e uur beschikbaar. In de laatste omstandigheid bekijkt de leerling samen met de mentor welke andere mogelijkheden het rooster biedt. Vervolgens legt de mentor het nieuwe rooster aan de teamleider voor. De mentor communiceert vervolgens met de ouder(s)/verzorger(s) en het roosterbureau over dit aangepaste rooster.
5.
Bevordering, slagen en vwo 6.
Een versneller is een leerling met meer capaciteiten dan de gemiddelde leerling. De kans dat zo’n leerling op het einde van het schooljaar niet te bevorderen is naar het volgende schooljaar is gering. Toch kan het misschien voorkomen dat een leerling in de loop van het schooljaar zoveel aandacht en tijd besteed aan het vak waarin hij versnelt, dat andere vakken in het gedrang komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan eenzijdige begaafdheid voor alfa- of bètavakken. Het is zaak dat op dit gebied de mentor en de ouder(s)/verzorger(s) alert blijven en goed met elkaar communiceren en afspraken hierover vastleggen in magister. Als een versneller ondermaats presteert voor het vak waarin hij versnelt, of voor andere vakken, dan is het aan de leerling, geadviseerd door ouder(s)/verzorger(s) en leraar/mentor, om te beslissen of hij er mee stopt en weer het normale tempo van het vak gaat volgen. De leerling stapt dan weer grotendeels over naar het standaardprogramma van toetsing. Vakleraar en teamleider overleggen dan over de aanpassing van het lesprogramma en de status van de gemaakte toetsen. Omdat de leerling al voorloopt is het de verwachting dat de resultaten voor het betreffende vak snel verbeteren. In vwo 5 sluit een versneller het schoolexamen voor het vak af. Voordat in mei deelgenomen wordt aan het centraal examen in dat vak moet de leerling beslissen of hij daadwerkelijk gaat deelnemen. Vakleraar en leerling overleggen hierover. De mentor communiceert hier vervolgens over met de ouder(s)/verzorger(s). Bij deelname aan het centraal examen in vwo 5 start de leerling in feite ook met het centraal examen van vwo 6. Dit houdt in dat voor alle examens in vwo 5 en vwo 6 geldt dat in het totaal maar in één vak herkanst mag worden. Als de leerling ervoor kiest niet op centraal examen te gaan, dan heeft hij wel alvast het schoolexamen voor vwo 6 afgelegd. Aangekomen in vwo 6 hoeft de leerling in minder vakken lessen te volgen. De tijd die de leerling hierdoor uitspaart kan hij in overleg met de afdeling op allerlei manier invullen. Op dit moment zijn er de volgende mogelijkheden: -
-
-
Extra tijd voor de leerling om zich voor te bereiden op het eindexamen van de overige vakken. Het volgen van extra lessen bij andere lesgroepen van hetzelfde vak. Het volgen van een of meerdere vakken aan de Radboud Universiteit of Tilburg University en TU Eindhoven (behaalde studiepunten kunnen meetellen in de bachelorfase van de universitaire studie). Het volgen van introductie- of verdiepingscursussen aan de Radboud Universiteit, Tilburg University, TU Eindhoven of een andere universiteit. (bijvoorbeeld om profielwerkstuk te schrijven). Stage lopen. Excellentieprogramma’s Cambridge English en Goethe Deutsch of Delf (Frans) volgen. 5
6.
Leermiddelen
Leerlingen gebruiken reguliere methodes die bij het vak horen. Wat betreft de boeken: -
-
Leerlingen hebben de mogelijkheid om boeken tussentijds om te ruilen. De versnellingscoördinator zorgt ervoor dat de leerlingen de juiste boeken hebben. De vakleraar zorgt ervoor dat de versneller geen dubbele boeken in zijn bezit heeft. mochten de kosten van extra boeken het leermiddelenbudget overschrijden, dan komt dat voor rekening van de ouders/verzorgers.
Bijlage: Intakeformulier 2015-2016 Naam: …………………………………………………………………………………………………………… Klas: …………………………………………………………………………………………………………… mentor: …………………………………………………………………………………………………………… Vakken In het volgende vak wordt versneld/ in de volgende vakken wordt versneld: (vak en naam vakleraar) …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Waarom komt de leerling in aanmerking voor versnelling? Motivatie lera(a)r(en): (vooraf invullen door vakleraar) …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Motivatie leerling: …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
6
Toelichting startpositie Studievaardigheden: o t v rv g …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Kennisniveau: o t v rv g …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Werkhouding: o t v rv g …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Zelfstandigheid: o t v rv g …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Hoe ziet de begeleiding eruit? Tijdens vakles:..……………………………………………………………………………………….. Begeleiding thuis:……………………………………………………………………………………… Welke Fast Lane uren volgt de leerling? .................................................................................................................................................... Hoe verloopt het contact mentor/leerling, mentor/ouders, mentor/vakleraar? …………………………………………………………………………………………………………...
Afspraken Wat is het doel?:………………………………………………………………………………………. Contactmomenten (wanneer, hoe vaak, medium):……………………………………………….… Boeken wisselen:…………………………………………………………………………………….. Tussenevaluatie:……………………………………………………………………………………......
7