Inhoud Inhoud Inleiding Samenvatting Licht Eigenschappen van licht Basisgedachten belichten in het theater Belichtingshoeken Lampen Lampen Verschillende speciale en bewegende lampen LED-lampen Techniek Regeltafel Dimmer DMX-signaal Opstelling Opstelling voor & na optimalisatie Opstelling voor optimalisatie uitwerking Opstelling na optimalisatie uitwerking Praktisch werken Nawoord Bijlagen Kleur associaties Warmtestraling Bronvermelding Logboek
1
Pag. 1 Pag. 2 Pag. 3 Pag. 4 Pag. 5 Pag. 7 Pag. 8 Pag. 11 Pag. 12 Pag. 15 Pag. 16 Pag. 18 Pag. 29 Pag. 20 Pag. 21 Pag. 22 Pag. 23 Pag. 24 Pag. 25 Pag. 26 Pag. 28 Pag. 29 Pag. 30 Pag. 31 Pag. 32 Pag. 34
Inleiding Dit profielwerkstuk gaat over het optimaliseren van de belichting van het theatersysteem in de aula van de Berger Scholengemeenschap. Ik heb dit onderwerp gekozen om er voor te zorgen dat het systeem goed wordt gebruikt. Voordat ik aan mijn profielwerkstuk ben begonnen, werd het systeem, onder andere door mij, op een manier gebruikt dat het wel werkte, maar niet goed. Dit komt doordat ik en de rest van de groep die het licht verzorgt nooit goede informatie hebben gekregen om er op de juiste wijze mee te werken. Deze informatie was tot nu toe niet aanwezig en daarom heb ik besloten ervoor te zorgen dat die informatie er wel komt. Veel informatie heb ik van het internet gehaald, maar ik ben ook bij scholen langs geweest waar ze het lichtsysteem beter op orde hebben. Ook heb ik twee dagen meegelopen met een professionele theaterproductie om ervaring en kennis op te doen. Mijn onderzoeksvraag is 'Hoe kan de theater opstelling van de Berger Scholengemeenschap wat het licht betreft zo optimaal mogelijk worden neergezet.' In praktijk is er een werkstuk ontstaan over hoe je optimaal kan belichten in een klein theater met als voorbeeld het theater systeem van de BSG. Ik heb dit werkstuk niet gemaakt om een standaardopstelling te maken, maar om mensen uit te leggen hoe er met een lichtsysteem in een klein theater gewerkt kan worden zodat er een gewenst effect wordt veroorzaakt. Ik vind zelf dat er, na het lezen van deze informatie, een eigen mening gevormd moet worden over hoe een opstelling optimaal is. Hierdoor kan de fantasie de vrije loop gelaten worden en zal het werken met het licht theatersysteem het leukst en effectiefst zijn.
2
Samenvatting Om een optimaal belichtingssysteem te realiseren heb ik eerst informatie over belichten verwerkt zodat ik dit kon toepassen op mijn onderwerp. In dit gedeelte staat informatie over licht eigenschappen, kleurassociaties, de basisgedachte van belichten in het theater, belichtingshoeken en verschillende soorten lampen. Verder staat er ook informatie over hoe het regelsignaal werkt, wat LED-lampen zijn en welke speciale lampen er buiten de standaard lampen nog meer zijn. Na deze informatie te hebben verwerkt, ben ik begonnen met het maken van een ideale opstelling met de lampen die nu aanwezig zijn. Toen ik daar mee klaar was heb ik die opstelling in gehangen en daar heb ik een voorstelling mee gedraaid. Daaruit bleek dat er nog wel het een en ander verbeterd kon worden maar ook dat er eventueel lampen bij zouden kunnen komen om het geheel beter te maken. Na de voorstelling was het tijd om lampen te gaan bestellen die nodig waren en om te kijken naar wat voor lampen/apparaten ideaal waren om het lichtsysteem te verbeteren. Hierna is er een eindopstelling gekomen waarvan ik denk dat deze ideaal is en ik heb dat beargumenteerd.
3
Licht
4
Eigenschappen van licht Het is belangrijk dat men weet welke eigenschappen belichting in de natuur heeft als er met kunstmatig licht gewerkt gaat worden. Er zijn twee categorieën natuurlijke belichting. Deze kunnen opgedeeld worden in direct licht en indirect licht. Direct licht is licht dat rechtstreeks in het oog valt. Een voorbeeld hiervan uit de natuur is het licht van een ster dat direct in het oog valt. Indirect licht is licht dat niet in een keer van de lichtbron op het te belichten voorwerp schijnt. Een voorbeeld uit de natuur is het zonlicht dat via gras op bladeren in de schaduw schijnt en dan in het oog komt. Door deze twee vormen van licht te combineren ontstaat een sfeer die normaalgesproken waargenomen wordt in de natuur. Dit zorgt voor een bepaalde stemming bij mensen. Wanneer het een zonnige dag is, is er heel veel direct licht te zien omdat er dan geen wolken voor de lichtbron zitten. Maar als de indruk gewekt moet worden dat er onder een bladerdak gespeelt wordt, moet er juist heel veel indirect licht zijn omdat er nauwelijks direct licht door het bladerdak heen komt. Veel direct licht zorgt vaak voor een blij gevoel omdat dit de indruk wekt van een zonnige dag. De stemming van mensen wordt beïnvloed door het weer. Dit gebeurt ook bij de verschillende combinaties van direct en indirect licht. Door in het theater te kiezen voor het direct belichten van bepaalde voorwerpen en juist andere voorwerpen belicht laten worden door licht dat weerkaatst van andere voorwerpen, kunnen de objecten rond de acteurs tot leven komen. Op deze manier kan het toneelbeeld rond de acteurs tot de verbeelding gaan spreken. Hiermee is absoluut niet gezegd dat de belichting hetzelfde moet zijn zoals in de natuur de gewoonte is. Het is belangrijk dat de stijl van het licht aansluit bij de stijl van het stuk. Wanneer een stuk erg natuur- en waarheidsgetrouw is, hoort de stijl van het licht dat dus ook te zijn. Wanneer een stuk erg abstract is, zou de stijl van het licht ook abstract moeten zijn. Het uitgangspunt van de belichting is dat het publiek de juiste betekenis en emoties met behulp van de belichting weet te achterhalen. Natuurlijk licht zelf heeft vier eigenschappen. Deze eigenschappen worden in het theater gebruikt om te bepalen hoe bepaalde dingen belicht moeten worden. Deze, in het theater controleerbare eigenschappen, zijn: 1. Intensiteit De intensiteit van licht betekent de sterkte van licht en in de natuur is het de helderheid van hoe het licht aankomt. Wanneer het mooi weer is komt het licht extreem helder aan, maar als het bewolkt is komt het licht absoluut niet helder aan. Door de sterkte van het licht aan te passen kan er dus een bepaalde sfeer ontstaan op het podium. De intensiteit van het licht in het theater heeft met drie factoren te maken: het aantal lichtbronnen, het vermogen van de lichtbronnen en hoeveel vermogen er wordt op het lichtbord. 2. Kleur De kleuren licht zorgen ervoor dat er een bepaalde sfeer wordt gecreëerd. Elke kleur brengt een eigen sfeer met zich mee, zo wordt bijvoorbeeld de kleur oranje over het algemeen geassocieerd met feest en gezelligheid. De associatie van kleuren is niet voor ieder persoon hetzelfde maar er zijn wel associaties die de meeste mensen gemeen hebben. Achter in bij de bijlagen is een tabel te vinden met de associaties van de meest voorkomende kleuren licht.
5
3. Verdeling
4. Verandering
Er zijn drie verschillende lichtverdelingen: Abrupt, geleidelijke overgang en nauwelijks een overgang. Abrupt is erg onnatuurlijk en zorgt voor het idee dat iets specifiek in beeld moet komen. Geleidelijke overgang zorgt ervoor dat een gedeelte op het podium beter te zien is dan een ander gedeelte en nauwelijks een overgang zorgt ervoor dat het gehele podium ongeveer hetzelfde belicht wordt. Verandering zorgt voor veranderingen in sfeer, vooral in het gevoel van blijdschap. Een fel geheel zorgt vaak voor een blijer gevoel dan wanneer het donker is. Wanneer er veranderd wordt kan het publiek verblind worden door de nieuwe intensiteit van het licht. Dit zorgt aan de ene kant voor een verassend effect maar aan de andere kant ook voor een moment waarop het publiek moet wennen aan de nieuwe lichtsterkte waardoor er een moment niet gezien kan worden wat er gebeurt op het toneel.
Lampen kunnen gedimd worden tot een bepaald niveau maar als dat gedaan wordt, verandert de kleur van de lampen mee. Dit heeft te maken met warmtestraling en wordt in een bijlage verder toegelicht. Wanneer een lamp gedimd wordt, wordt de kleur van de lamp warmer dan wanneer de lamp voluit staat te branden. Het effect bij lampen met een kleurenfilter is groter dan bij lampen zonder kleurenfilter. Soms kan een lamp met kleurenfilter een heel mooi effect hebben als de lamp helemaal aan staat maar de kleur kan een ongewenst effect veroorzaken als de lamp voor de helft aan staat. Bij het kiezen van een kleur moet worden getest op het niveau dat gebruikt gaat worden. Er moet gekeken worden of de kleur dan ook nog mooi is en de uitwerking heeft die bedoeld wordt. Het menselijk oog is ook belangrijk bij het belichten met kleuren. Niet iedere kleur kan even goed worden waargenomen door het oog. De kleuren uit het midden van het lichtspectrum kunnen het best worden waargenomen maar de kleuren blauw en rood worden minder goed opgenomen omdat deze aan de rand van het spectrum liggen. Om er voor te zorgen dat dit gecorrigeerd wordt, moeten de lampen met deze kleurenfilters groter worden gezet dan de andere kleuren. Basisgedachten belichten in het theater Wanneer er in het theater gespeeld wordt, wordt er gespeeld in een ruimte waar het zonder belichting geheel donker is. Als er een acteur in het midden van deze ruimte gaat staan zal deze ook niet te zien zijn. Wordt er één lamp schuin boven hem geplaatst zodat hij van voren belicht wordt, is hij in een keer zeer goed te zien en wordt hij omgeven door een grote lichtbundel. Wanneer alle lampen in de zaal aan worden gezet, inclusief het zaallicht, dan is de acteur veel minder goed te zien en ligt de aandacht van het publiek ook absoluut niet meer bij de acteur, ook al valt er nu wel veel meer licht op de acteur. Wat hier uit opgemaakt kan worden is dat het niet uitmaakt hoeveel licht er op de acteur valt, maar hoe groot het verschil is tussen hoe zeer de acteur wordt belicht en hoe zeer de rest wordt belicht. Het is dus ook de bedoeling om het toneel zo donker mogelijk te houden maar dat wel de dingen die op moeten vallen goed belicht worden. Van tevoren moet er eigenlijk van uitgegaan worden dat het toneel donker is en dat de dingen die op moeten vallen kunnen worden belicht.
6
Om een acteur goed en natuurlijk te belichten zal een lamp op 45 graden van boven opgehangen moeten worden omdat het licht in de natuur meestal ook van ongeveer die positie komt, er ontstaat echter wel een hele donkere schaduw achter de belichtte acteur omdat die plek door niets belicht wordt. Wanneer er twee spots op de acteur zijn gericht, één van links voor en één van rechts voor, zal de acteur veel beter kunnen bewegen omdat hij nu goed van schuin voor wordt belicht en zijn schaduw valt ook enigszins weg waardoor er een zeer natuurlijke lichtbundel op hem valt. Dit is dus de ideale manier en ook de basisgedachte van belichten in het theater als er wordt gekozen voor een onopvallende, natuurlijke belichting.
Belichtingshoeken Belichting vanaf de vloer Als een lamp op de grond geplaatst wordt en deze daarna naar boven gericht wordt op de acteur ontstaat er een zogenaamde ‘omgekeerde schaduwwerking’. Dit wil zeggen dat de schaduw omgekeerd valt ten opzichte van hoe het licht normaal valt. Zo ontstaat er geen schaduw onder de neus maar boven de neus. Op deze manier ontstaat een onnatuurlijk effect, het uiterlijk begint er hierdoor niet aards uit te zien. Deze belichting is goed te gebruiken voor het uitlichten van goden en dergelijke. Op deze manier ziet het gezicht er onmenselijk uit en als er geen andere belichting bij komt waardoor de voeten niet belicht worden, lijkt het net alsof de acteur los komt van de grond. Door dit te combineren met bepaalde kleuren en rook zal het helemaal op een duivelse sfeer beginnen te lijken.
7
Bij dansvoorstellingen zal er vaker belicht worden vanaf de vloer dan bij een voorstelling waar het vooral om de tekst draait. Hier zal het minder om het effect van een onaardse sfeer gaan maar meer om de bewegingen die laag bij de grond worden uitgevoerd te benadrukken. Doordat de lamp op dezelfde hoogte staat als de bewegingen van de dansers, valt er meer licht op de lichaamsdelen die bewegen dan wanneer het licht van boven komt, er valt dan vaak een schaduw op de te bereiken lichaamsdelen. Recht van voren Door recht van voren te belichten worden als het ware bijna alle schaduwen weggehaald. Door een schaduw is het voor het menselijk oog heel makkelijk om diepte in te schatten. Wanneer deze diepte weg wordt gehaald zal deze dus ook gedeeltelijk wegvallen. Verder zorgt schaduw ook voor een sfeer van ruimte en tijd. Door recht van voren te belichten lijkt er als het ware een plat geheel te ontstaan. Niet alleen de acteurs zijn plat maar ook het decor. Zo wordt alles dus samen één plat plaatje. Het belichten op deze manier kan goed worden gebruikt als verrassingselement in de diepte vorming. Door alles op gelijke hoogte te laten lijken, kunnen alle elementen bij elkaar gebracht worden terwijl bij het belichten op een andere manier alle elementen meer los van elkaar staan. Het is belangrijk dat er op gelet wordt dat er een kleine schaduw recht naar achter op het decor valt waardoor sommige stukken misschien niet belicht zullen worden en dus niet gezien kunnen worden. Een ander probleem is dat wanneer het licht recht van voren komt de lampen of tussen het publiek zullen moeten staan of op het podium zelf moeten worden gezet en dit kan als hinderlijk worden ervaren. 45 graden frontaal Er is in het hoofdstuk ‘Basisgedachten belichten in het theater’ al gesproken over het belichten vanaf 45 graden frontaal. Dit is de meest normale en natuurlijke manier van belichten en kan op een zeer eenvoudige manier een rustige sfeer creëren. De schaduw is duidelijk aanwezig voor diepte in het beeld, maar stoort of overheerst niet. Top Met toplicht wordt bedoeld dat de lamp recht boven de acteur hangt om hem vervolgens recht van boven naar beneden te belichten. De schaduwwerking is hierdoor recht naar beneden wat er voor zorgt dat toch een groot gedeelte van het lichaam in de schaduw valt. Op deze manier staat de acteur letterlijk in zijn eigen schaduw. Als de lamp net iets voor de acteur wordt gehangen spreekt men van ‘vijf graden top’ of ‘tien graden top’, afhankelijk van hoe ver de lamp voor de acteur wordt gehangen. Als de lamp steeds verder naar voren wordt gehangen zal de acteur steeds beter te herkennen zijn en zal hij ook steeds natuurlijker belicht worden en zal niet alleen meer zijn kruin, neus en schouders te zien zijn. Alsnog blijft er een sterke schaduwwerking die het meest zal opvallen bij de ogen. De schaduw bij de ogen wordt vaak door veel publiek als hinderlijk ervaren. Om dit te verhelpen kan er van voor de acteur een lamp zacht aan worden gezet (bijvoorbeeld 45 graden frontaal) zodat de ergste schaduwen worden weggewerkt. Toplicht wordt gebruikt om bijzondere effecten en situaties te creëren. Wanneer een acteur door alleen toplicht wordt beschenen, zal dit heel onnatuurlijk overkomen. De belichting die van boven komt, zal hem als het ware naar beneden duwen waardoor hij heel klein overkomt en hij nietiger wordt. Zorgt de belichting van onder dat iemand groter en 8
goddelijker wordt, zo zorgt de belichting van boven dat iemand nietig wordt en een personage met een uitstraling van een dood of onbelangrijk persoon. Dit effect is heel goed voor bijvoorbeeld doden die ronddwalen in de onderwereld. Door goed te werken met de verschillende invalshoeken van onder en van boven kunnen het goddelijke en het nietige naast elkaar op het podium worden gebracht en zal het verschil extra goed uitkomen. Licht van recht boven kan noodzakelijk zijn als een voorwerp vlak voor de acteur niet belicht mag worden. Ook kan er precies op die plek een lamp goed opgehangen worden waardoor het makkelijker is om vanaf daar te belichten. Wel moet er dan opgelet worden dat er niet de verkeerde sfeer wordt opgeroepen. Recht van de zijkant Als een acteur recht van de zijkant wordt belicht, is maar de helft van zijn lichaam goed te zien terwijl er aan de andere kant een schaduw ontstaat. Dit geldt natuurlijk alleen als er maar van een kant af wordt belicht en de acteur precies op de loodrechte lijn vanaf de lamp staat. Als er meerdere lampen van één zijkant komen kan de acteur zich vrijer bewegen alleen zal deze soms iets meer van voren belicht worden. Deze manier van belichten kan gebruikt worden bij een situatie waar twee kanten aan zitten, een goede en slechte kant, een mooie en een lelijke kant of bijvoorbeeld een scene met schizofrenie. Wanneer in deze situaties steeds afgewisseld wordt tussen de ene en de andere kant komen deze situaties veel beter tot uiting. Bij dansvoorstelling wordt belichten recht van de zijkant vaker gebruikt dan bij toneelvoorstellingen. Bij dansvoorstellingen worden vaak meerdere lampen aan de zijkant gezet en worden ook beide kanten tegelijk aangezet. Het licht van de zijkant zorgt er namelijk voor dat de beweging van de dansers beter te volgen en te zien zijn. Bij dansen worden de lampen vaak op borsthoogte aangebracht, op deze manier komen de contouren van de dansers het best tot hun recht.
Vaak wordt er bij een dansvoorstelling ook nog zijlicht gebruikt dat vanaf de grond komt en zijlicht dat vanaf een punt komt dat iets hoger is dan de langste danser. De drie zijlichten samen zorgen ervoor dat drie verschillende hoogtes allemaal perfect uitgelicht zijn zodat het complete lichaam op verschillende niveaus goed geaccentueerd kan worden. Recht van achter Licht recht van achter wordt vooral gebruikt om in het speelvlak meer diepte te creëren. Het oog kan namelijk meer diepte zien als de acteur ook van achter belicht wordt. Dit komt doordat de ruimte naast en achter de acteur beter belicht wordt. Op deze manier zijn we in staat de diepte beter in te schatten. Een dergelijke ruimte zal veel natuurlijker ervaren worden dan een ruimte die alleen voor voren wordt belicht. Men is gewend om altijd diepte ergens in te zien, zelfs wanneer er helemaal geen diepte is, op een plat scherm of een televisie bijvoorbeeld. Men zal zijn uiterste best doen om ergens diepte in te zien maar dat is vermoeiend. Als dit geheel minder moeite kost zal het veel fijner zijn om naar een voorstelling te kijken.
9
Achterlicht is niet de enige manier om veel ruimte te creëren. Als er achter op het toneel objecten staan of een doek hangt dat veel licht reflecteert zal het toneel als veel ruimtelijker worden ervaren. Een lamp die vlak voor het achterdoek het achterdoek beschijnt is ook een manier om veel diepte te creëren. Uiteindelijk is het gereflecteerde licht alsnog recht van achter. Wanneer het licht van achteren het enige licht is dat aan staat, komen meer de contouren van de acteur naar voren dan dat de acteur in werkelijkheid te zien is. Deze belichting wordt over het algemeen gebruikt om een geheimzinnige sfeer te creëren. Dit komt doordat er niet van voren duidelijk te zien is wat zich werkelijk op het toneel afspeelt. Scènes waar deze manier van belichten veel worden gebruikt zijn scènes met spannende of geheimzinnige gebeurtenissen. Alleen licht van achter kan in realistische stukken ook worden gebruikt om zonsop- of zonsondergangen zo werkelijk mogelijk na te spelen. Combinaties Alle verschillende manier van belichten kunnen worden gecombineerd met het hoger hangen of meer naar de zijkant hangen. Hoe hoger de lampen gehangen worden, tot 45 graden van boven, hoe natuurlijker de belichting wordt. Als de lamp nog hoger wordt gehangen wordt deze weer onnatuurlijker en zal voor een nietige sfeer zorgen. Zo zal meer naar de zijkant voor een situatie zorgen die de contouren van het lichaam beter zal benadrukken.
10
Lampen
11
Lampen De fresnel Deze lamp heeft oorspronkelijk een lens die bestaat uit allemaal ringen die in driehoeksvorm geslepen zijn. Deze ringen samen vormen de lens. Het idee hiervan is dat het lichtverlies veel lager is dan bij een platte bolle lens. Als dit op een goede manier gedaan wordt, is het lichtverlies zo laag dat er bijna geen licht verloren gaat. Het produceren van dit soort lenzen is echter heel duur en moet met veel nauwkeurigheid gebeuren. Niet alleen bij het slijpen in driehoeksvorm is veel precisie nodig maar ook bij het in elkaar plaatsen van de ringen. De enige plekken waar de originele fresnel lens wordt gebruikt, zijn plekken waar de lichtopbrengst heel hoog moet zijn, dit zijn plekken als bijvoorbeeld vuurtorens. Omdat een theaterspot vaak gebruikt en verplaatst wordt, zullen in het theater de ringen al snel los gaan zitten en zou de lamp onbruikbaar worden. Omdat het vervangen en de lens zelf te duur zijn zal deze versie niet vaak terug te vinden zijn in het theater.
Om het goedkoper te maken worden sommige fresnel lenzen uit een plaat glas gemaakt en daar worden die ringen in geslepen. Dit zorgt voor bijna hetzelfde effect alleen zijn de lenzen alsnog vrij kwetsbaar. Dit type lens is vaker te vinden in het theater. Er is een andere manier om nog goedkoper deze lenzen te maken en hierdoor worden ze ook sterker. Dit is de gegoten versie van de lens. Het probleem dat hier bij komt kijken is dat er meer kleine oneffenheden in de lens komen waardoor er meer licht buiten de gewenste bundel valt. Dit is de meest voorkomende fresnel lens in het theater. De plano-convex spot Deze spot wordt ook wel als p.c.-spot afgekort en is een spot met een lens waarvan de bundel in grootte verstelbaar is. Het verstellen van de bundelgrootte wordt gedaan door naar voor en naar achter verschuiven van de lampvoet. Op deze manier wordt de afstand tussen de lamp en de lens groter en kleiner. Wanneer de lamp dichter bij de lens wordt geplaatst zal de bundel groter worden en wanneer de lamp verder van de lens wordt geplaatst zal deze kleiner worden.
De lens uit de p.c.-spot is aan de ene kant plat en aan de andere kant bol (plano = plat, convex = rond). Als de lamp in het brandpunt van de lens staat zullen de lichtstralen evenwijdig aan elkaar de lens verlaten. Op deze manier ontstaat er een gerichte en strakke bundel.
Dit ontstaat echter alleen als de lamp precies in het brandpunt staat, maar dit is nooit het geval omdat de lamp groter is dan alleen dat ene punt. Vaak zit er ook een spiegel achter in de lamp om zo veel mogelijk licht te gebruiken die de lamp uitstraalt. 12
De lichtbron is altijd groter dan alleen het brandpunt. Omdat dat zo is zullen de lichtstralen niet geheel evenwijdig maar bijna evenwijdig de lamp verlaten. Hierdoor ontstaat er geen strakke bundel maar een bijna strakke bundel. Dit zorgt voor een langzame overgang van licht naar donker. Vanaf het brandpunt kan de lamp alleen maar naar voren worden gezet zodat er een divergente en dus ook grotere lichtbundel ontstaat. De p.c.-spot kan niet van heel dichtbij gebruikt worden omdat deze geen hele wijde bundel kan maken. Voor dichtbij moet een fresnel gebruikt worden. In tegenstelling tot de fresnel belicht de p.c.-spot goed van afstand omdat er dan goed gericht kan worden op een niet te groot vlak terwijl de fresnel dan al snel een veel te groot vlak zal belichten. De horizonbak De horizonbak is een lamp die geen lens heeft en gemaakt is om het horizondoek zo gelijk mogelijk te belichten terwijl deze vlak voor het horizondoek hangt. Een horizondoek is een doek dat helemaal achter op het toneel hangt en een witte, licht blauwe of licht grijzige kleur heeft om er voor te zorgen dat het met de horizonbak aan lijkt alsof het decor oneindig ver doorloopt. Ook de sfeer kan bepaald worden door het doek met bepaalde kleuren te belichten.
Om ervoor te zorgen dat het hele doek even goed wordt belicht, zit er een asymmetrische spiegel achter de lamp die het licht dat naar achter gaat in de horizonbak weerkaatst naar onderen. De onderkant van het doek is hierdoor evengoed belicht en het complete doek zal ook even veel licht vangen. De grote van de bundel is in de lamp zelf niet te verstellen dus als er een te grote bundel uit komt, moet de lamp dichterbij geplaatst worden. Als dit niet mogelijk is kan er ook een gedeelte van de lamp worden afgedekt. Een lamp die erg op de horizon lijkt, heet de blinder of ook wel flood. Dit is een lamp die ook een spiegel heeft Deze spiegel is in de vorm van een parabool. Deze lamp wordt gebruikt om veel licht te geven dat heel breed schijnt zodat er een lichtbundel ontstaat die het gehele podium verlicht. Deze lamp wordt niet apart besproken.
13
De par-blazer De par-blazer, of ook wel gewoon par genoemd, is een veel gebruikte lamp in het theater. De lamp in de par-blazer is een lamp waarin een lens is geslepen. De lamp is niet te verstellen en daardoor kan er aan de bundelgrootte niets veranderd worden. Deze lamp heeft een typerende bundel omdat de lamp in een diepe ronde lampkast zit die veel weg heeft van de pijp van een kachel. De par-blazer wordt voornamelijk gebruikt om kleuren op het toneel te schijnen door middel van een kleurenfilter. Het filter wordt vlak voor de lampenkast in de filterhouder geplaatst.
De profielspot De profielspot wordt beter omschreven door de naam ‘effectschijnwerper’. Deze lamp wordt eigenlijk alleen gebruikt om effecten mee te creëren. Om deze effecten te creëren is het belangrijk dat deze spot erg zorgvuldig geplaatst wordt. Dit is om er voor te zorgen dat er een goede balans is tussen het licht uit deze profielspot en de rest van het licht. De bundel uit deze lamp is verstelbaar in scherpte, dat wil zeggen dat er voor gezorgd kan worden dat er zowel een scherpe lichtbundel met een abrupte overgang van licht naar donker uit kan komen als een wazige met een langzame overgang van licht naar donker. Bij deze spot wordt niet zoals bij de p.c. spot de lampvoet verplaatst maar wordt de lens verplaatst. Dit betekent dat de lichtbundel niet groter of kleiner kan worden gemaakt. Maar omdat er voor de lens een diafragma zit, kan er wel voor worden gezorgd dat de lichtbundel kleiner wordt. Er zit een gleuf in de lamp voor de lens waar dingen tussen gestoken kunnen worden zoals een gobo of messen. Een gobo is een plaatje staal met uitgesneden figuren erin die, doordat er op geschenen wordt, geprojecteerd kunnen worden. De messen kunnen er tussen gestoken worden om zelf een figuur te maken. Zoals een deur van licht op het achterdoek.
14
Verschillende speciale lampen Scanner Een scanner is een multifunctionele schijnwerper. De lichtstraal wordt door een elektromechanische spiegel afgebogen en op de gewenste plek gericht. Behalve dat kan de scanner de kleur en vorm van de lichtstraal veranderen, dit kan bijna in alle kleuren. Ook kunnen er figuren in worden gezet. Deze heten gobo’s. Duurdere scanners kunnen nog extra functies hebben. Scanners worden over het algemeen veel gebruikt voor feesten en als alternatief voor moving heads. Wel kan er met een moving head meer bewogen worden. De besturing wordt over het algemeen via DMX-gedaan. Er zijn verschillende typen scanners, zo is er de halogeenlamp-scanner en de gasontladingslamp-scanner. De gasontladingslampen hebben het voordeel dat er witter licht uit komt. Dit zorgt ervoor dat er beter kleuren uit de bundel kunnen worden gehaald. Het voordeel van de halogeenlamp is dat deze gedimd kan worden wat de gasontladingslamp op de standaard dim manier niet kan.
Moving head Een Moving head is ook een multifunctionele schijnwerper. De bewegingsvrijheid van de moving head is alleen groter dan die van een scanner. Het gewicht en de grootte is over het algemeen wel groter. Het aansturen wordt via DMX-gedaan. De stand van een moving head kan worden ingeprogrameerd op een lichttafel en daarvoor kunnen 4 tot 30 DMXkanalen worden gebruikt. Dit hangt af van het niveau van de moving head. Bij dit soort lampen kunnen verschillende kleuren worden ingeprogrammeerd, de x-as en y-as kunnen worden ingesteld, gobo’s kunnen worden ingesteld en de intensiteit kan worden ingesteld. Als er meer dingen kunnen worden ingesteld zijn er dus ook meer DMX-kanalen voor nodig. Stroboscoop Een stroboscoop is een lamp die alleen kan flitsen. De frequentie kan meestal op de lamp worden ingesteld en gaat meestal van 1 tot 10 hertz.
Laser Een laser is een lamp die evenwijdige zeer smalle bundels uitzendt en monochroom is. Sommige laser-apparaten kunnen meerdere lasers uitzenden. Met die uitgezonden lasers kan het apparaat dan ook nog figuren maken zoals te zien is in de afbeelding hieronder. Dit zorgt voor een bijzonder effect dat vooral bij feesten wordt gebruikt.
15
LED-theaterverlichting Hoog vermogen LED-technologie betekent dat de kleine lampjes die worden gebruikt voor op de televisie onder het beeldscherm, kunnen worden gebruikt in theatervoorstellingen. Maar wat zijn de voordelen en nadelen van deze apparaten? - Laag verbruik: Omdat de LED een fractie van het vermogen van een normale lamp heeft, zal deze lamp dus ook veel minder verbruiken. Dit betekent niet alleen dat de lamp op den duur goedkoper kan zijn, maar ook dat er op één stop veel meer lampen kunnen worden gezet. - Weinig warmte: Ook al produceren LED-lampen wel warmte, ze zullen lang niet zo heet worden als een gloei- of halogeenlamp. Zelfs de behuizing van de meeste LED-lampen is zo gemaakt dat deze niet of nauwelijks warm wordt. Dit kan erg voordelig zijn, bijvoorbeeld als de lamp vlak bij een doek moet worden geplaatst. - Lichtgewicht: De hardware van de lamp hoeft niet zo zwaar te zijn en daarom is een LED-lamp over het algemeen heel licht. Dit heeft zijn voordelen omdat de buizen waaraan de lampen worden gehangen minder sterk hoeven te zijn en het gewicht maakt het makkelijk om LED-lampen mee te nemen om ter plaatse op te treden. - Kleureffecten: Over het algemeen zitten er in één lamp meerdere verschillende kleuren LED’s. Meestal is dit een combinatie van kleuren: rood, groen en blauw (RGB). Door deze kleuren met elkaar te mengen krijgt het licht een andere kleur (rood en blauw wordt oranje). Dit zorgt voor heel veel kleurmogelijkheden. - Veel licht: Vooral de verhouding tussen de hoeveelheid licht die uit de lamp komt en hoeveel stroom deze verbruikt is ongelofelijk. De nieuwste ‘hoog vermogen’ LED’s kunnen heel veel licht afgeven.
16
Maar wat zijn de nadelen van LED-lampen dan? - Scherpte: LED-lampen kunnen lang niet zo scherp schijnen als een gewone spot. LED-lampen geven namelijk alleen ‘strooilicht’. Daarom kunnen LED-lampen alleen als par of als blinder/horizon worden gebruikt. - Kleur: Vanwege de drie verschillende kleuren LED’s zou je verwachten dat alle kleuren gecreëerd zouden kunnen worden. Dit is echter niet waar. Sommige kleuren kunnen er gewoon niet uit gehaald worden. Ook kan er geen helder wit licht uit gehaald worden. – Hoeveelheid licht: LED-lampen kunnen tegenwoordig een aardige hoeveelheid licht afgeven maar nog niet zoveel als een 1000 watt par-64. Daarom zijn ze eigenlijk alleen goed van dichtbij te gebruiken. Dit is verder voor voorstelling met een publiek van ±200 personen absoluut geen probleem. - Afstand kleur De kleuren mixen beter over afstand. Dit betekend dat de LED-lampen niet te dicht bij het te verlichten gebied kunnen hangen. – Kosten Uiteindelijk krijg je iets waar je voor betaald hebt. Wanneer de lamp relatief goedkoop is, zal je een mindere lamp krijgen. Maar als er een dure lamp gekocht wordt, zullen de kleuren en de hoeveelheid licht van deze lamp beter uitkomen.
17
Techniek
18
Regeltafel Om de werking van de regeltafel uit te leggen is een eenvoudig voorbeeld in de bovenste afbeelding op deze pagina genomen. Alle lichttafels werken in principe hetzelfde maar hebben meer functies zodat deze gemakkelijker te gebruiken zijn.
Elke fader wordt gebruikt voor een signaal dat naar de dimmerkast gaat. Met deze regeltafel kunnen 12 dimmers worden aangestuurd. De faders die van links naar rechts genummerd zijn met de getallen 1 tot en met 12, worden gebruikt om dimmers aan te sturen. Naast de bovenste en onderste rij staan nog twee faders met een M (van master), deze worden gebruikt om de gehele rij aan of uit te zetten. Naast de masters zit ook nog een knop, dit is de Black Out knop. Dit zorgt ervoor dat de master die er naast staat geheel uit gaat. De twee rijen kunnen dezelfde dimmers aansturen maar als de ene lichtstand aan staat op bijvoorbeeld de onderste rij, kan de bovenste rij al worden ingesteld zonder dat dit merkbaar is. Op het moment dat de fader tussen de twee rijen wordt gebruikt zal er overgegaan worden naar de volgende instelling. Deze fader heet de crossfader. Boven de crossfader zit nog een knop. Als deze knop is ingeschakeld zal het principe van de crossfader worden gebruikt. Staat deze knop niet ingeschakeld wordt de crossfader niet gebruikt en kunnen dus beide rijen tegelijk gebruikt worden om lampen aan en uit te zetten. Uitgebreidere regeltafels kunnen meerdere faders op bepaalde niveaus tegelijk op andere speciale faders instellen. Ook kunnen bepaalde standen achter elkaar worden ingeprogrammeerd. Deze kunnen dan in een bepaald ritme achter elkaar worden
afgespeeld.
Dimmer De dimmer zorgt ervoor dat lampen harder, zachter of uitgezet kunnen worden. Kortom, de dimmer zorgt voor de stroomregeling. Meestal zijn de dimmer en de regeltafel gescheiden, maar dit is niet altijd het geval. Soms zit het regel gedeelte rechtstreeks op de dimmer aangesloten. Bij semi-professioneel gebruik wordt in principe altijd een gescheiden vorm van dimmer en regeltafel gebruikt. Een voorbeeld van een dimmer die niet gescheiden is, is de dimmer die in huis hangt om 19
het licht van bijvoorbeeld de woonkamer te dimmen. De losse dimmer staat met een kabel verbonden aan de regeltafel. Wat voor soort kabel dit is hangt af van het besturingssysteem. Door bepaalde signalen die van de regeltafel naar de dimmer worden gezonden, wordt de stroomregeling van de dimmer aangestuurd. Vaak wordt het DMX-512 systeem gebruikt. De dimmer zelf staat ook nog verbonden met het elektriciteitsnetwerk en via de dimmer krijgt de lamp stroom. De lampen worden op de dimmer aangesloten door stekkers in de stopcontacten van de dimmer te steken. Stekkers gaan meestal vanaf een lamp in een multikabel. Een multikabel is een kabel die dertien kabels bevat. Zes heen, zes terug en één aarding dus genoeg voor zes stopcontacten. Bij de lampen zitten zes stopcontacten en bij de dimmer onstaan er weer zes stekkers. Op dimmers waarbij het DMX-512 besturingssysteem wordt gebruikt, kan voor elk stopcontact op de dimmer een signaal worden ingesteld. Deze signalen zijn signaal 1 tot en met signaal 512.
20
DMX DMX, dat voluit DMX-512 heet, wordt in het theater gebruikt om verschillende apparaten aan te sturen. Vaak is het sturende apparaat een lichttafel. De lichttafel stuurt dan een dimmer aan die van de lichttafel het signaal krijgt om bepaalde lampen aan en uit te zetten. Ook kunnen bepaalde lampen direct aangesloten worden met een DMX-kabel, dan hebben deze lampen een dimmer in de lamp zelf zitten. Elk apparaat dat over een DMXingang beschikt, heeft ook een DMX-uitgang. Dit zorgt ervoor dat het signaal makkelijk kan worden doorgelust naar volgende apparaten. Zo hoeft er dus niet voor elk apparaat een eigen kabel van de lichttafel naar dat apparaat. De standaard DMX-kabel heeft vijf aders. Omdat er over het algemeen minder kabels met vijf aders aanwezig zijn dan kabels met drie aders, worden vaker kabels met drie aders gebruikt. De twee aders die hierdoor niet gebruikt kunnen worden waren oorspronkelijk bedoeld om informatie van het apparaat terug te sturen naar de lichttafel. Deze ontwikkeling is echter nooit in gebruik genomen. Dit betekent dat de kabels net zo goed drie aders kunnen hebben. De aders in de kabel hebben de volgende functie: 1. 2. 3. 4. 5.
Massa Data (-) Data (+) Geen functie Geen functie
Met het DMX-systeem kunnen er tot maximaal 512 kanalen worden aangestuurd. Op elke dimmer kan het adres dat er voor zorgt dat een bepaald apparaat wordt aangestuurd worden ingesteld. Sommige apparaten gebruiken meerdere kanalen. Dit zijn apparaten zoals moving heads en laserapparaten, deze apparaten worden nog uitgebreid besproken. Dit kan oplopen tot dertig dmx kanalen. Bijvoorbeeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Intensiteit Kleur Vorm X-positie Y-positie Stroboscoop
Over het algemeen kunnen er 32 apparaten achter elkaar aangesloten worden door één DMX-kabel. Als er meer apparaten worden aangesloten dan kan het signaal verkeerd worden doorgezonden. Dit komt doordat er altijd wat spanning wordt verloren tijdens het transport door de kabel en apparaten heen.
21
Opstelling De achterliggende gedachte van dit werkstuk is dat het ook in de praktijk gebruikt kan worden. Dit is ideaal voor het licht gedeelte van het theater systeem van de Berger scholengemeenschap. In dit hoofdstuk wordt zowel de nieuwe als de oude opstelling besproken en wordt ook aan de hand van de voorafgaande informatie besproken waarom de opstellingen wel of niet goed zijn. Opstelling voor optimalisatie
Opstelling na optimalisatie
Legenda
22
0pstelling voor optimalisatie Voordat ik me heb verdiept in de effecten van lampen, kleuren en belichtingshoeken was er ook een opstelling om voorstellingen te belichten op de BSG. De groep die het licht altijd verzorgt bij opstellingen had wel ideeën over waarom de lampen zo hingen als ze hingen en waarom de kleuren werden gebruikt die werden gebruikt, maar er was geen duidelijke informatie over hoe lampen moesten hangen. De zes fresnels die voor het podium hingen, werden daar gehangen omdat dat de grootste lampen waren en daar veel licht uit kwam dus ideaal om daarmee van voren het podium te belichten en het waren er zes omdat er zes buizen hangen. De fresnels werden recht van voren gelijk op het podium gericht zodat het gehele podium belicht zou zijn. De twee par groepen (van 4 parren) die links en rechts hingen, waren om het gehele podium te belichten met kleuren. De par groep in het midden was ervoor om alleen het midden direct met een kleur te belichten. De drie p.c. Spots die van achter het podium naar voor waren gericht, hingen daar omdat dat er leuk uit zag in combinatie met rook. Hier zijn we ooit toevallig achter gekomen. De drie floodlights die van vlak voor het achterdoek op het achterdoek schenen, waren ervoor om diepte te creëren. Dat dit effect zou ontstaan is ons ooit verteld door een begeleider, we zagen die diepte zelf niet ontstaan maar we accepteerden het . In de par groepen zaten meestal de kleuren rood, blauw, geel/oranje en roze. Deze kleuren werden gekozen omdat rood een warme sfeer oproept, blauw zorgt voor een koude sfeer, geel/oranje zag er gezellig uit en roze kon op witte kleren een leuk 'barbie'-effect hebben. In principe werkte zo'n opstelling maar er waren een aantal dingen die niet toch niet goed waren. De zes fresnels die recht van voren belichtten zorgden er niet voor dat de hele persoon goed belicht was. Zo kwamen stukken van de zijkant van personen niet goed in het licht. Ook zijn zes lampen van voren overdreven. Er zijn maar drie punten nodig op het kleine podium die van voren belicht moeten worden. De hoeveelheid parren van voren waren ook vrij veel. Er hoeft namelijk niet direct met kleur belicht te worden. De kleur hoeft alleen een gloed af te geven die voor een bepaalde sfeer zorgt. De drie floodlights op het achterdoek zorgden niet voor meer diepte. Licht van achteren zorgt voor diepte. Als het licht van die floodlights tegen een wit doek aan had geschenen, was er diepte ontstaan door het terugkaatsende licht. Het achterdoek is echter donkerblauw dus het licht werd niet tot nauwelijks weerkaatst.
23
Opstelling na optimalisatie Na grondig onderzoek naar belichten en vele uren alleen op de fiets nadenken ben ik tot een opstelling gekomen die mij erg goed lijkt. Ik heb besloten om het podium in drie gedeelten te verdelen en die alle drie apart te belichten. Dit zijn een linker-, rechter- en middenvlak. Dit heb ik gedaan omdat contrast in lichtsterkte het belangrijkste is bij belichten in het theater. Contrast zorgt ervoor dat dingen wel of niet opvallen. Voor elk vak heb ik twee fresnels schuin van voren geplaatst zodat deze op de basismanier belichten. Dit houdt in: twee lampen 45 graden van boven, 45 graden schuin frontaal richting een gezamenlijk midden. Zo staat wat belicht moet worden van voren en van de zijkanten in het licht. Verder staat er per vak een floodlight vanaf de grond die ervoor zorgt dat alle onderkanten, zoals de onderkant van het hoofd, goed worden belicht zodat er geen schaduwen ontstaan. Aan de achterkant van elk vlak zit een p.c. spot. Dit zorgt voor tegenlicht, zodat het geheel dat op het podium voor ruimtelijker wordt. Aan de linker- en rechterkant van het podium staat een par, dit zorgt voor zijlicht. Links en rechts voor het podium hangen twee par-groepen (van 4 parren) die voor de kleureffecten zorgen. In tegenstelling tot de vorige opstelling kunnen deze twee groepen afzonderlijk van elkaar aangestuurd worden. Hierdoor kan de ene kant van het podium een kleur krijgen en de andere kant van het podium kan een andere of geen kleur krijgen. Ook dit is vanwege het contrast op het podium. Ook van achter zijn twee par-groepen gericht. Dit zorgt voor een ruimtelijker effect op het podium. De kleuren die worden gebruikt voor de par groepen zijn rood, blauw, oranje en geel. Deze kleuren zorgen voor sferen die bij algemene voorstellingen het meest gebruikt worden.
24
Praktisch Werken Omgaan met de dimmerkast: Er is per keer dat er een opstelling wordt opgebouwd in principe één persoon die zich met de dimmerkast bezighoudt. Dit houdt in dat er door niemand anders signalen in de dimmerkast worden veranderd of stekkers uit de stopcontacten worden gehaald. Veranderingen kunnen wel aangebracht worden op het moment dat de persoon die zich die keer met de dimmerkast bezig houdt erom vraagt. Op het moment dat de dimmerkast aan staat, is het belangrijk dat de deuren van de dimmerkast open worden gehouden. Dit in verband met de luchtcirculatie die er voor zorgt dat de dimmerkast niet oververhit raakt. Per twee stopcontacten die boven elkaar in de dimmer zitten, kan er maximaal 2300 watt aangesloten worden. Omgaan met de lichttafel: De lichttafel wordt in principe door twee personen in de zaal neer gezet. Dit is om te voorkomen dat de tafel valt en kapot gaat. Snoeren die de lichttafel in en uit gaan moeten eerst langs een tafelpoot gaan en daar aan vast geknoopt worden zodat deze snoeren nergens achter kunnen blijven haken als er iets voorbij komt. Er is per keer dat er een opstelling wordt opgebouwd in principe één persoon die zich met het inprogrammeren bezig houdt. Dit houdt in dat niemand de ingeprogrammeerde instelling mag veranderen en of wissen. Alleen wanneer de persoon die zich dit keer met de voorstelling bezig houdt erom vraagt, mogen er instellingen veranderd of verwijderd worden. Tijdens voorstellingen zitten er in principe twee personen achter de lichttafel. Alleen wanneer er niet genoeg leden van lichttechniek aanwezig zijn, zal er één persoon achter de lichttafel zitten. De persoon die links zit is de persoon die het grootste gedeelte van de lichttafel gebruikt, de persoon die rechts is, leest met het programma mee en assisteert de gene die links zit. Stappenplan van niets naar een opstelling: Wanneer er nog niets is, wordt er eerst besproken wat voor opstelling er moet komen. Wanneer er besloten is hoe de opstelling moet worden, kan deze ingetekend worden op de plattegrond. Om zo snel mogelijk te kunnen werken zijn 5 personen nodig. Één persoon werkt op de grote trap in de zaal. Een tweede persoon werkt op de kleine trap op het podium. Een derde persoon houdt zich bezig met het instellen van de dimmerkast. Een vierde persoon houdt zich bezig met het instellen van de lichttafel, zolang hij dat nog niet kan, kan hij zich bezig houden met het assisteren van persoon één en twee. Een vijfde persoon houdt zich volledige bezig met het assisteren van de rest van de personen.
25
Wanneer de opstelling af is, is het belangrijk dat alle spullen nog even snel opgeruimd worden zodat deze spullen later niet meer in de weg liggen. Links en rechts: Links en rechts wordt altijd vanuit het publiek gezien. Dus wanneer je naar het publiek toe staat te kijken en er wordt aan je gevraagd om naar links te gaan, moet je dus naar de linker kant van het podium. Ook wordt met de eerste linker buis de eerste buis vanaf het midden aan de linker kant bedoeld. Er zijn zes buizen die boven het publiek hangen. Dit zijn dus buizen links 1 tot en met drie en rechts 1 tot en met 3. Multikabels: Multikabels zijn kabels waar aan de ene kant zes stopcontacten uitkomen en aan de andere kant zes stekkers uitkomen. De stekkers komen uit in de dimmerkast, de stopcontacten op de plek waar de multikabel heen loopt. Er lopen vijf multikabels en ze heten: A, B, C, D en A-extra. Op de stopcontacten staat een nummer, dit zijn de nummers één tot en met zes. Op de stekkers staan ook de nummers één tot en met zes. De stekkers en de stopcontacten met het zelfde nummer horen bij elkaar. Wanneer een stekker van een lamp in een stopcontact van een multikabel wordt gedaan is het handig om het nummer van het stopcontact door te geven aan de persoon die de dimmer instelt.
Lamp zekering: Het is belangrijk dat elke lamp met een ijzeren draadje gezekerd wordt aan de buis waar de lamp aan hangt. Dit is vanwege veiligheid.
Jan Willempjes: Jan Willempjes zijn elastiekjes met een haakje eraan waarmee kabels makkelijk aan een buis kunnen worden gebonden. Het vastmaken van een kabel aan een ander voorwerp moet in principe met Jan Willempjes gedaan worden en niet met tape. Wanneer het niet anders kan, moet het vastmaken toch met tape gedaan worden.
Tape: Tape kan worden gebruikt om op de lichttafel te tapen zodat daar op geschreven kan worden waar elke fader voor is. Tape kan worden gebruikt om dingen aan elkaar vast te maken die niet aan elkaar zijn vast te maken door middel van Jan Willempjes Tape kan worden gebruikt om op de grond gebieden en plaatsen aan te geven. Nawoord: Achteraf kijk ik naar dit werkstuk alsof ik iets heb gemaakt wat later nog gebruikt kan worden. Soms denk ik zelfs dat ik dit boekje zou moeten afdrukken en naar meerdere scholen en amateurtheaters zou moeten sturen. Ik denk echt dat ik iets kan bijdragen met dit werkstuk. Maar uiteindelijk heb ik dit onderwerp gekozen omdat ik het niet alleen interessant vind, maar ook omdat ik iets wil nalaten op school.
26
Toen ik net begonnen was en mijn eerste uren erin had gestoken, wist ik niet precies hoe ik moest beginnen. Aan een verhaal beginnen is altijd lastig maar toen eenmaal de eerste pagina op papier stond, ging het snel. In het begin was het vooral theorie verwerken die ik op allerlei manieren had verzameld. Gaandeweg kwam ik steeds meer op punten waar ik ook mijn eigen ervaringen en kennis in het werkstuk kon verwerken. Het laatste stuk van mijn werkstuk heb ik geheel zelf kunnen bedenken door middel van de eerst door mij zelf verwerkte theorie toe te passen op een echt amateurtheater. Nu hoop ik alleen nog dat, nadat ik van school ben, mijn boekje wordt bewaard en wordt gebruikt. Dat wanneer er vragen zijn tijdens het opbouwen van een voorstelling, de groepen die het licht gaan verzorgen nadat ik weg ben, eerst in mijn boekje zullen lezen om te kijken of daar het antwoord staat. Achteraf heb ik veel van het maken van dit werkstuk geleerd. Niet alleen over alles wat er in het werkstuk staat, maar ook over alles wat er omheen gebeurd is. Zo heb ik ontzettend veel opgestoken van twee dagen meelopen in een professioneel theater bij de musical genaamd 'Daddy Cool'. Ook denk ik dat ik nu meer inzicht heb gekregen in het ontwerpen van een opstelling maar ook in het in elkaar zetten van een werkstuk. Er zijn een aantal dingen die ik niet had verwacht. Zo was er bijvoorbeeld de school die niet erg makkelijk was met het aanschaffen van nieuwe lampen voor de theatertechniek. Maar er zijn ook positieve dingen te noemen. Zo was theater 'De Vest' heel gemakkelijk. Zij gaven mij de gelegenheid om in het theater mee te lopen. Ook kreeg ik van de school heel veel ruimte om dingen te veranderen waarvan ik dacht dat het veranderd moest
worden. Ik ben heel blij met wat ik heb afgeleverd. Ik heb een onderwerp gekozen waar ik zelf veel mee kon en denk dat ik daar ook veel mee heb gedaan. Ook heb ik iets afgeleverd maar de school nog heel wat jaren profijt van kan hebben. Maar bovenal heb ik er erg veel van geleerd en heb ik een hele hoop positieve ervaringen ondervonden.
27
Bijlagen
28
Kleurbelichting Elke kleur geeft een eigen sfeer en indruk aan een voorstelling. Kleuren roepen emoties op die de boodschap van het stuk versterken. Niet alleen hedendaagse onderzoekers hebben gekeken naar welke kleur, welke sfeer oproept. Ook Leonardo da Vinci heeft zich er intensief mee bezig gehouden en hij heeft ook opgeschreven welke kleuren hij met welke gebeurtenissen associeerde. Deze associaties worden nu noch veel in het theater gebruikt. Kleur Blauw
Algemene associaties Waarheid, helderheid, waardigheid, status en macht
Bruin
Mannelijkheid, stabiliteit en gewichtigheid Geel Energie, vreugde, geestkracht, luchtigheid en lichtheid van het bestaan Geel/Groen Nieuw leven, voorjaar en groeikracht Groen
Vruchtbaarheid, vrede en natuur
Oranje
Feest en overvloed
Paars
Leden van het koninklijk huis, rijkdom en verfijning; rouw, ingehouden emotie Liefde, passie, warmte en vlammen
Rood
Violet
Roze Wit
Helderziendheid, wijsheid, spiritualiteit, succes, spirituele groei, kracht, genezing, onafhankelijkheid en bescherming Liefde, humor, vriendschap en trouw Reflecteert al het aanwezige licht en schept ruimte. Zuivert, verlevendigt andere kleuren die ermee gecombineerd worden
Associaties van Leonardo da Vinci Oneindigheid, de hemel, ruimte, reizen, geestelijke liefde, meditatie en eeuwigheid Soliditeit, materie, geborgenheid, ondergang, naderend einde en herfst Tijd, zon, maan en sterren, zomer, rijpe oogst, goud, gewin en verstand Verdorvenheid, verloren zuiverheid, valsheid, haat, afgunst, ziekte, afzondering en verraad Kracht van ontkiemend zaad, lente, jeugdigheid, onervarenheid, macht, vrede, welvaart, hoop, vredige rust en autonomie Gezelligheid, gretigheid, weelde en feest
Onrust, oorlog, revolutie, twist, ruzie, bloed, hartstocht, offer, ego, energie en beweging Waaierigheid, gezag, rouw, tweeslachtigheid, geheim, conflict en labiliteit
Vrouwelijkheid, schoonheid en vrede Ongereptheid, volmaaktheid, goddelijke reinheid, onschuld, licht van geest, vrede, leegte
29
Warmtestraling: Elk voorwerp zend elektromagnetische straling uit. Als een voorwerp warmer wordt, zendt deze meer elektromagnetische straling uit. Dit houdt in dat dit voorwerp meer lichtgolfen uitstraalt. Elke golf heeft een andere frequentie, en elke frequentie heeft een andere kleur. Alle kleuren van de verschillende frequenties samen zorgen voor de kleur die uiteindelijk zichtbaar wordt. Bij een relatief grote golflengte ontstaat rood licht maar bij een relatief kleine golflengte ontstaat blauw of zelfs paars licht. Als de temperatuur hoger wordt, zullen alle frequenties van alle lichtgolfen omhoog gaan. Dit betekent dat de gemiddelde frequentie ook omhoog gaat, steeds meer richting 400nm en dat het zichtbare licht steeds meer richting blauw gaat. Hier onder staat afgebeeld hoeveel van elke frequentie er wordt afgegeven bij verschillende temperaturen. Zo is te zien dat er bij 7000K voornamelijk bijna donkerblauw licht wordt uitgezonden en bij 3000K bijna alleen rood licht wordt uitgezonden.
30
Bronvermelding Sites: dvtg.hku.nl daddycoolmusical.nl wikipedia.nl bax-shop.nl onstagelighting.co.uk true-colors-design.nl zero88.com licht-geluid.nl malighting.com Handleidingen: MA lightcommander 48 Zero88 Bètapack 3 Showtec RGB floodlight Elation Pro Bar 4 Instellingen en organisaties: Theater 'De Vest Musicalproductie 'Daddy Cool' van Albert Verlinde Middelbare school 'Het nieuwe lyceum' Middelbare school 'Purmerendse Scholengroep' Personen: Romeo Goosens (licht en geluid crew) Ruben Kunst (licht en geluid crew) Jarka Markus (leraar Purmerendse Scholengroep) Martin Lürsen (Hoofd techniek bij theater 'De Vest') Peter de Vries (coördinator licht crew van de BSG) Jeroen Borsboom (profielwerkstuk begeleider)
31
Logboek Datum
Tijd (uur) Bezigheid
07-09-11
1
Achtergrondinformatie zoeken
07-09-11
1
Achtergrondinformatie uitprinten en meetspullen klaarleggen
08-09-11
1
Legenda van de plattegrond van de aula maken
08-09-11
2
Plattegrond van de aula maken en inlijsten
09-09-11
1
Handleiding van de dimmer maken
12-09-11
3
Informatie pagina 3 t/m 9 verwerken
13-09-11
2
Informatie pagina 10 t/m 13 verwerken
14-09-11
2,5
Informatie pagina 14 t/m 20 verwerken
14-09-11
0,5
Verwerkte informatie uitprinten en meetinstrumenten opruimen
15-09-11
1,5
Verbeteren verwerkte informatie
16-09-11
Algemene theorie af
19-09-11
0,5
Vergadering van 20-09-2011 voorbereiden
20-09-11
2,5
Vergaderen over nieuwe ideeën voor 2011 en mijn invloed daarop
20-09-11
1,5
Verwerken informatie van de vergadering
22-09-11
1
23-09-11
1,5
27-09-11
2
27-09-11
0,5
Verbruik van de dimmer berekenen
27-09-11
0,5
Theater 'De Vest' mailen over eventuele stage
28-09-11
2
Elektrische gegevens van de dimmer verwerken
04-10-11
2
Informatie over DMX opzoeken en verwerken
05-10-11
1
LED-verlichting informatie verwerken
06-10-11
1
Handleidingen alle apparaten opzoeken
06-10-11
1
Handleidingen apparaten uitprinten en bundelen
10-10-11
1
Tussenstand profielwerkstuk maken en opschrijven wat er nog gedaan moet worden
10-10-11
1
Werking van een dimmer uitwerken
11-10-11
14
Snuffelstage dag 1 in De Vest bij Daddy Cool
12-10-11
7
Snuffelstage dag 2 in De Vest bij Daddy Cool
13-10-11
1,5
30-10-11
6
Inhangen van de lampen voor de opstelling
02-11-11
2
Microsoft visio installeren en kijken hoe het werkt
Voortgang profielwerkstuk bespreken Informatie over LED-verlichting opzoeken Handleiding dimmer afmaken
Bijeenkomst en overleg techniek BSG
32
18-11-11
2
Tekeningen opstelling voor en na maken
21-11-11
1
Opstelling aanpassen
21-11-11
1
Opstellingen beschrijven
22-11-11
1
Opstelling aanpassen
22-11-11
1
'Dimmer & regeltafel uitleg' schrijven
23-11-11
1
Opstelling aanpassen
23-11-11
1
'Praktisch werken' schrijven
24-11-11
1
Werkstuk nakijken & printen
25-11-11
1
Werkstuk verbeteren en ordenen
25-11-11
1
Nawoord schrijven
29-11-11
1
Logboek en bronvermelding op de computer zetten
01-12-11
1
Gehele werkstuk verbeteren op spelfouten
05-12-11
2
Laatste afbeeldingen invoegen en uitprinten
19-12-11
2
Stuk over warmtestraling schrijven
19-12-11
2
Profielwerkstuk afmaken behalve de afbeeldingen
84
33