Blablanamaya
Eerste druk, 2014 © 2014 Gerard van Wees Portretfoto en coverbewerking: Robin van Wees Corrector: Megan van Wees isbn: nur:
9789048432110 402
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is. De inhoud van dit boek kan autobiografische elementen bevatten en weerspiegelt de persoonlijke beleving van de feiten, de gebeurtenissen en verwachtingen van de auteur. De uitgever aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor schade wegens onjuistheid of onvolledigheid van de gestelde feiten, de gebeurtenissen, verwachtingen, beweringen en meningen.
Blablanamaya Gerard van Wees
Dankwoord
Dank aan iedereen die positief heeft gereageerd op mijn vorige boeken. Dat heeft me een extra stimulans gegeven om dit derde boek te voltooien. Anders bekeken: het is jullie eigen schuld dat er nu alweer een boek is verschenen… Wederom speciale dank aan mijn lieve dochters: Robin, omdat ze tussen haar drukke werkzaamheden door toch de voorkant van dit boek heeft weten op te waarderen en Megan die als enige proeflezer, zelfbenoemd taalnazi, interpunctiefetisjist en parttime stimulator de kwaliteit van dit boek positief heeft beïnvloed.
De Maya’s voorbij
Het is 21 december 2012. Volgens zelfbenoemde Mayadeskundigen – en vele goedgelovigen met hen – vergaat vandaag de wereld. Het zou me ernstig verbazen als het echt zo ver komt. Wel prettig dat ik dan verbaasd mijn laatste adem uitblaas in plaats van bang, boos of gepijnigd. Ik hoop van harte dat ik in het rampscenario nog net lang genoeg in leven blijf om zo’n onheilsprofeet op zijn zelfgebouwde ark voorbij te zien dobberen. Mag die mij nog even uitlachen. En ik glimlach terug om het vooruitzicht dat de aarde herbevolkt gaat worden door deze ene angstige visionair. Op een boot met alleen familieleden. Dat maakt een tweede zondvloed in een klap overbodig. Inteelt doet vanzelf het licht uit. Dan maar liever meteen het loodje leggen. Scheelt een hoop onsmakelijk gedoe. Het wachten is dus op het verlossende fluitsignaal van de almachtige scheidsrechter waar een groot deel van de wereldbevolking in gelooft, zij het onder verschillende benamingen. Maar het fluitsignaal klinkt niet. Er zingt geen dikke dame. Pasen en Pinksteren vallen nog steeds op verschillende dagen. De hel is niet bevroren, maar onaangenaam warm. En ik zie ook al geen vliegende varkens. De extra tijd is ingegaan. Maar nergens een bordje te bekennen dat aangeeft hoeveel extra tijd we krijgen. Zo’n voorspelling durft niemand meer aan. Blijkbaar hadden de Maya’s toch geen glazen bol. We gaan ons gewoon opmaken voor 22 december 2012. En Kerst. En Oud en Nieuw. En dan? Dan wacht ons het jaar dertien. Driehonderd en dan nog eens vijfenzestig dagen ongeluk. Hoeveel onheilstijdingen kan een mens verteren? Overigens heb ik de hysterie rond de Maya-kalender nooit begrepen: ik krijg elk jaar een kalender van de Chinees – een nog oudere cultuur dan de Maya’s – en die kalender loopt steeds na een jaar al af. En daar maakt niemand zich druk om. Toch komt die jaarlijkse voorspelling wel elke keer deels uit, want er verdwijnen vlak na de jaarwisseling tenminste nog de nodige lichaamsdelen voorgoed van de aardbodem… Maar afijn, er van uitgaande dat we (bijna) allemaal morgen gewoon nog leven en beseffen dat elk lichtpuntje in een ongeluksjaar mooi is meegenomen, heb ik besloten dit jaar degelijk doch luchtig te documenteren. Ik vermoed dat elke dag wel iets memorabels zou moeten opleveren en dan heb je al gauw een boek vol. Ik ben benieuwd. 7
Zaterdag 22 december
Ik lees in de krant een stukje over mensen die in een moeilijke periode hulp hebben genoten van een medemens. Die vanwege de naderende kerst voor de gelegenheid zijn omgedoopt tot engelen. Een van de probleemgevallen meldt dat haar engel (die de rest van het jaar gewoon haar stiefvader is) haar heeft geholpen ‘haar leven op de rails te krijgen’. Fantastische woordkeuze... je mentaal ingestorte stiefdochter op de rails helpen komen. Tijdens het boodschappen doen valt me op dat naast de volledige afwezigheid van kerstbomen ook het pakpapier met kerstmotiefjes overal al op is. Kerst begint dan weliswaar veel te vroeg, het is ook al weer afgelopen voordat het officieel had moeten beginnen. Net als Sinterklaas. Dat begint eind augustus als de zwaar verslavende kruidnoten de schappen van de supermarkt – en mijn gedachten – weer overnemen en eindigt noodgedwongen ergens eind november als de meedogenloos oprukkende kerstsfeer de goedgeefse bejaarde en zijn zwartgeblakerde loonslaven het land uit drijft. Letterlijk en figuurlijk. We lijden aan feestgretigheid. Het verlangen is vele malen zaligmakender dan de gebeurtenis zelf. Die kunnen we net zo goed afschaffen. De voorpret is pret genoeg. Dieptepunt van de dag: opstaan. Dat valt me altijd zwaar, maar vandaag voelt mijn lichaam direct bij de start aan als lood. Terwijl het al even over half elf is. Misschien juist wel omdat het al even over half elf is. Wel lekker dat je meteen bij het opstaan het dieptepunt van de dag al gehad hebt. Wel weer jammer dat je je dat op dat moment nog niet beseft. Zit je de rest van de dag tevergeefs op het dieptepunt te wachten. Frustrerend. Een dieptepunt wordt pas een omslagpunt als je hem herkennen kunt. Mijn grootste verbazing betreft vandaag de musical Annie. Oubolligheid tot in het extreme doorgevoerd. Ondersteund door ondertitels als ‘grote griebels’. Verhaallijn op niveau Bassie en Adriaan. Alleen maar overdreven karikaturen. Alles dik aangezet. Wat me daar aan verbaast? Dat ik zonder zapneiging de hele film heb uitgekeken…
Zondag 23 december
Het spannendste moment van de dag is het uitlenen van mijn auto aan mijn dochters. Die hebben allebei hun rijbewijs, maar vinden het eigenlijk eng 8
om te rijden. Zo durven ze absoluut geen parkeergarage meer in, nadat ze de vorige keer gedesoriënteerd en gillend tegen de richting in reden. Ach, liever te weinig zelfvertrouwen dan te veel. Want dan hebben ze één knie aan het stuur – omdat hun handen druk bezig zijn met hun Iphone en iets anders belangrijks – terwijl ze ver boven de maximumsnelheid door een woonwijk scheuren waarbij de monotone beats uit de stereo-installatie dienst doen als alarmsignaal voor de potentiële slachtoffers. Dan vallen er snel doden. Bij mijn meiden duurt dat nog even. Ik slankwandel vandaag voor de verandering overdag. Zodat ik ook eens kan zien waar ik mijn voeten neerzet. Mijn min of meer vaste rondje ligt bezaaid met paardenpoep. Van de meeste merriemest weet ik waar het ligt, zodat ik in het donker met een boog om die hengstenhopen heen kan lopen. Maar op een van die kleine bewuste omweggetjes ligt, zo weet ik nu, vrij verse knollenkak. Sinds gisteren. Toen ik tijdens mijn uitwijkmanoeuvre al bevroedde dat het omlopen averechts aan het uitpakken was. Toch prettig dat ik dat nu zeker weet. Ik ben aan een betere strontradar toe. Als doldwaze dagafsluiter lees ik op nu.nl dat Daniel Radcliffe (beter bekend als Harry Potter) weer ernstig aan de drank is. Weer. Dus niet voor het eerst! Harry Potter! Drank! Als ik er serieus over nadenk dan zou ik kunnen roepen dat kindsterretjes verboden moeten worden. Daar gaat het vroeg of laat fout mee. Denk aan Drew Barrymore. Die heeft haar midlife crisis op haar twaalfde al afgewerkt. Soms gaat het zelfs vroeg en laat mis. Denk aan Michael Jackson. Stinkend rijk, maar net zo gek als ongelukkig. En niet te vergeten: dood. Maar ik kijk er liever vrolijk naar. Eerst acht films lang de onschuld zelve spelen door gewapend met toverstok en Latijn voor beginners de grootste problemen te overwinnen en dan ruim vijftig miljoen pond later het onderspit delven tegen een overmacht aan sterke drank. Dat had die Voldemort moeten weten. Geen ingewikkelde plannetjes en vermoeiende gevechten. Gewoon even langslopen bij de Gall&Gall. Expelliarmus Lazarus. Ook zie ik een straalbezopen Daniel ergens in een goot liggen, terwijl hij met zijn fles zwaait en binnensmonds Latijnse spreuken prevelt. Die in het echte leven geen enkel effect blijken te hebben. Waarna hij verbaasd overschakelt op de nog half gevulde fles. Amnesia completa. Mooi donkerhumoristisch contrast tussen het sprookjesachtige kindheldje en de daarmee botsende grote-mensen-verslaving. Heb ik toch nog één keer van Harry Potter genoten. 9
Maandag 24 december
Een heerlijk ontspannen dag. Uitslapen. Ontbijtje met krant en muziek. Rond het middaguur breek ik een legpuzzel met een onmogelijke afbeelding van Escher aan. Jaren niet gedaan. Ik draai de hele dag cd’s die ik al jaren niet heb gehoord. Ik kijk twee films. En doe mijn dagelijkse wandelingetje. Vlak bij mijn huis bevindt zich een verrassend landelijke wandelroute. Ongeveer zes kilometer van deur tot deur. Uurtje vet verbranden. Naast molens, riet, weides en sloten kom ik er paarden, koeien, geiten, schapen, konijnen, eenden, ganzen, zwanen en reigers tegen. Maar ook – en dat is voor mij zeldzamer – fazanten en ezels. Die zie ik eigenlijk nooit. Als ik een luidruchtige ezel passeer, besef ik dat ik ze ook zelden tot nooit hoor. Wat een bizar geluid. De eerste paar uithalen lijken sprekend op een ouderwetse autotoeter en dan gaat het over in een soort terminaal gepiep. De toeter begeeft het langzaam en zwijgt weer. Ik heb iets geleerd: ezels balken niet, ze claxonneren. Net zo vreemd zijn vliegende fazanten. Als vliegende paniek een uitdrukking zou zijn, dan zou dat van origine op fazanten slaan. Kleine bruine zachte neerstortende vliegtuigjes zijn het. Gezagvoerders van neerstortende vliegtuigen zouden in plaats van ‘Mayday, mayday’ beter ‘We’re going pheasant’ kunnen zeggen. Een vliegverbod voor deze loopvogel zou op zijn plaats zijn. Nog voor middernacht liggen de achthonderdvijftig wit-grijze stukjes Escher op de juiste plek. Dat moest ook van mezelf. Ontspannen is prettig, maar er zijn natuurlijk wel grenzen!
Dinsdag 25 december
Bijna een kopie van gisteren. Met lezen in plaats van legpuzzelen. De dagelijkse wandeling zorgt wederom voor het meest memorabele moment. Want Kerst of geen Kerst, deze bikkel gaat gewoon wandelen. Maar wacht wel even tot het droog is en het dat volgens de buienradar nog een uur blijft. En dat is pas het geval om half zeven. Dat lijkt me wel een apart moment om te gaan wandelen: Eerste Kerstdag, etenstijd, donker, flinke wind, natte straat. Een hoop mensen, mijn eigen dochters voorop, vinden me nu waarschijnlijk heel zielig. Zo alleen. Met Kerst. Maar zeg nou eerlijk, wat is bijzonderder: in een overdadig verlicht huis met je familie te veel eten naar binnen proppen of lekker uitwaaien en spijsverteren in een onverlichte herfstachtige wereld die je bijna helemaal voor jezelf hebt? Je even Remi wanen? In een klein uur 10
tijd kom ik welgeteld één fietser, één brommer en één wandelend stelletje tegen. Net niet echt Remi dus. Semi-Remi. Wel jammer dat de buienradar er behoorlijk naast blijkt te zitten. Halverwege begint het flink te regenen en met een stevige wind erbij blijft er weinig van de oorspronkelijke charme over. Een natte winderige Kerst. Meestal wordt het pas de dagen na het copieuze Kerstmaal winderig en nat. Thuisgekomen schakel ik over van semiRemi naar quasi-Obelix: een met pancetta en brie gevulde kalkoenrollade helemaal voor mezelf. Niks erbij. Alleen vlees. Zoals Kerst ooit bedoeld was.
Woensdag 26 december
Bij mijn familie standaard de familiekerstdag. Eerst thuis met mijn meiden kerstcadeautjes onthuld, daarna van nabij mogen beleven hoe Robin van Zaandijk naar Haarlem chauffeurt (niks geraakt, dus een betere eindscore dan mijn laatste poging) en daarna de meergangen-overdaad-maaltijd. Deze keer zonder traditionele klassiekers. Slechts één semi-klassieker, het pasteitje met ragout. Vlak voor vertrek volgt een grappig momentje als mijn vader een aan hem gemaild filmpje wil laten zien aan ons. Hij start het verkeerde filmpje, zegt er ook expliciet bij dat dat niet het filmpje is dat hij wilde laten zien, maar de uitzending wordt niet afgebroken en iedereen blijft staan kijken. Zelfs als ik na een minuut of twee zeg “Zo, dus dit is het filmpje dat je niet wilde laten zien?” heeft dat geen effect. Vind ik leuk. De avond eindigt met een afscheid van mijn meiden. Die gaan mee met mijn zus om daar samen met hun neefjes een Harry Potter marathon uit te zitten. Een harrathon. Alle acht de films achter elkaar kijken. Schijnt negentien uur te duren. Kan me niet voorstellen dat dat leuk blijft. Ik heb als goedbedoelende ouder de eerste drie films in de bioscoop bezocht, maar ben elke keer voortijdig in slaap gevallen. Zo’n harrathon zou wonderen doen voor mijn slaaptekort.
Donderdag 27 december
De gevreesde eerste werkdag na enkele dagen vrij. Altijd een ontnuchterend moment. Wekker op zeven uur. Opgestaan om half negen. Morgenstond dempt de put met goede voornemens. Omdat vandaag vrijwel niemand werkt kan ik 11
allereerst lekker doorrijden, vervolgens vrijwel in de liftschacht parkeren en me tot slot in het halfduister langs de drie collega’s manoeuvreren die net als ik niet genoeg vrije dagen hebben om vandaag en morgen lekker thuis te blijven. Gelukkig is er de afgelopen dagen wel wat werkvoorraad bijgekomen, anders zou het helemaal zo’n eindeloos voortslepende dag geworden zijn. Nu blijft het bij af en toe een gaap en iets vaker een mijmerend verlangen naar de dagen dat ik niet hoefde te werken. Dat is toch wel een groot nadeel van vrije dagen: die worden altijd (zonder uitzondering!) gevolgd door niet vrije dagen… en alhoewel die laatste eigenlijk normaal zijn, vallen ze me na een periode van vrijheid steevast bitter tegen. En als ‘normaal’ tegenvalt, dan heb je een probleem. En een hoge rekening van de psychiater. De avond brengt een vlotte terugreis, een droge wandeling, een van mijn favoriete avondmalen (macaroni met kip en ragout, mijn smakelijke antwoord op haute cuisine), jeugdsentiment middels de ‘Top 2000 a gogo’ en een verrassend boeiend bioscoopbezoek: Jack Reacher, met een stoerheid veinzende Tom Cruise, een zeer charmante Rosamund Pike en een op een andere manier charmante Robert Duvall. Enige minpunt is de aromabeerput van uienlucht en overvloedige eau de toilette. Jammer toch dat bioscoopfilms altijd ontsierd worden door geluiden, geuren en gedrag van anderen. Daardoor wordt het toch vaak een beetje afcinema. Een laat rondje teletekst biedt twee tegenstrijdige berichten: een voorheen strikt Engelstalige bejaarde man die na een beroerte alleen nog maar Welsh spreekt (al klinkt Welsh sowieso al wel als klanken die uit je afhangende mondhoek lekken na een beroerte) en een (te) moedige man die een ouder stel van de treinrails redt en daarbij zelf het leven laat. De een overkomt iets slechts maar wordt beloond met het beheersen van een nieuwe taal, de ander verricht een goede daad en wordt ‘beloond’ met de enige trein die vandaag op tijd rijdt. Gelovigen onder jullie zullen de onbegrijpelijke hand van God er vermoedelijk in zien, die het mislukte einde van de wereld nog een beetje probeert te compenseren om de teleurgestelde Maya’s in zijn hemelrijk een beetje op te vrolijken. Ik herken slechts de willekeur van ons onbestuurbare leven.
Vrijdag 28 december
Bij wijze van hoge uitzondering besluit ik mijn middagpauze flink op te rekken en te besteden aan: 12
• Het oplossen van het volgende probleem: de stekker van de voeding van mijn laptop past niet in de gaten van mijn universele stekker, omdat daar plastic schotjes in zitten, waardoor de stekker niet diep genoeg in de gaatjes komt en zodoende mijn laptop niet van stroom voorziet als ik in het buitenland ben. • Het volledig besteden van mijn kerstpakket, een hema-cadeaukaart, zodat mijn portemonnee wat minder uitpuilt van de stortvloed aan plastic kaartjes. Het rijkelijk aanwezige en professioneel op me overkomende personeel van de Mediamarkt weet me van meerdere kastjes naar verschillende muren te sturen. Ik loop, ik zoek, ik wacht, ik vraag, ik maak een flinke wandeling binnen de muren van de Mediamarkt, ik zoek verder, ik wacht weer en vraag nogmaals. Tijdens de daarop volgende loop-zoek-wacht-en-vraag-cycli mag ik als bonus een keer of vijf de roltrap in beide richtingen trotseren. Het lijkt voor mij als leek steeds alsof ik bij elk kastje en bij iedere muur netjes geholpen word, maar uiteindelijk hebben ze niet wat ik nodig heb: geen fatsoenlijke universele stekker (oplossing a) en geen vervangend snoer met een smallere stekker (oplossing b). Een uur heen en weer draven met als enige resultaat een verslechterd humeur en kleffe oksels. Ik ben blijkbaar toch wel gek. Mediamarkt. Op weg naar de hema loop ik langs een klein zaakje, de Handyman. Daar passen er een paar honderd van in de Mediamarkt. De enige winkelbediende legt me vriendelijk, doch enigszins bozig uit dat het soort snoer dat ik zoek helemaal niet bestaat. Dat kan eenvoudigweg niet. Dat werpt een heel ander licht op de zogenaamde experts van de Mediamarkt. Pretentieuze prutsers. Bovendien hij heeft wel een geschikte universele stekker. In dat kleine rotzaakje. Dat blijkt helaas wel precies zo’n ding te zijn als ik thuis al heb. Ik leg hem uit dat de plastic schotjes het probleem zijn, waarop hij bromt “Nou, dan breek je die er toch uit met een tang!”. Op mijn vraag of dat zomaar kan volgt nog een zuchtend “Dat doe ik thuis ook met die dingen…”. De Handyman doet zijn naam eer aan. En levert bovendien een gratis – zij het licht humeurige – oplossing. Ik word gek. Handyman. In de hema koop ik voor precies vijftig euro handdoeken en een badmat. Dan ben ik tenminste van die kaart af. Denk ik. Hoop ik. Maar dan ken ik de kortingstickeractie van de hema nog niet. De dame bij de kassa plakt – ongevraagd en heel lief tegelijk – stickers op al mijn aankopen en rekent ze een voor een af (want per afrekening mag er maar één kortingsticker gebruikt worden). De hema maakt het haar eigen werknemers graag moeilijk. 13
Zodoende loop ik een tijdje later de deur uit met nog steeds tien euro op mijn hema-kaart. Leuk hoor, korting, maar nou moet ik weer iets anders bedenken om bij de hema te kopen… en dat is lastig als principiële Jip en Janneke boycotter. Ik wil geen Annie M.G. shit. Vandaag keren ook mijn dappere dochters terug van het Harry Potter front. De eindstreep is gehaald, maar daarna zijn ze wel slaapdronken de verkeerde trein ingestapt en ook ’s middags nog nauwelijks in staat om fatsoenlijke zinnen te formuleren. Langdurig kijken naar iemand met een drankprobleem maakt dus kennelijk ook al meer kapot dan je lief is.
Zaterdag 29 december
Ik winkel bij voorkeur zo weinig mogelijk. Als ik mijn aankopen kan regelen met behulp van een toetsenbord en een beeldscherm, dan heeft dat mijn voorkeur. Maar vandaag is het helaas tijd voor winkelen oude stijl. Vuurwerk, een Boeddha-hoofd voor in de tuin en een spannend boek (precies tien euro; mijn portemonnee is een hema-kaart dunner) zijn nog tot daar aan toe. Broeken (een vertrouwde zwarte en een grijze, zowaar de eerste niet zwarte broek van de 21e eeuw…) en schoenen (een linker en een rechter) kopen vind ik weliswaar saai maar te doorstaan, maar twee bronskleurige plantenpotten, drie kleuren garen, naalden om dat garen in te stoppen en lichtjes om mezelf zichtbaar te maken tijdens mijn wandelingen in het donker zijn regelrechte testosteronzuigers. Terwijl ik daar al zo weinig van heb. Ik word er bijna ongesteld van. Bij thuiskomst ligt er een verlate kerstgift in de bus. Van mijn meiden voor mij via bol.com en de postbezorger. Een cd met de muziek van de film ‘Little shop of horrors’. Dat hebben ze leuk bedacht. Ik vind dat een bij vlagen hilarische film (met onder andere een sneue pijnwedloop tussen een sadistische tandarts en een masochistische patiënt en diezelfde tandarts die zo extreem cool is dat hij al rijdend van zijn motor afstapt, die zichzelf vervolgens enkele meters verderop keurig parkeert) en dat komt mede door de muziek. De vet aangezette en onwaarschijnlijk diepe stem van de vleesetende plant. De onverwacht lekkere rockstem van het frêle hulpeloze vrouwtje. Suddenly Seymour. Geweldig nummer. Kan ik nou opzetten wanneer ik wil. En stiekem meegalmen. Dat is pas horror. 14