Voor de leerkracht
Educatief pakket: Garnalenverhalen Lespakket uitgewerkt in het kader van de Week van de Smaak 2013. Dit pakket kan ook buiten deze context worden gebruikt. Doelgroep: 3de – 4de leerjaar basisonderwijs Inhoud: 1. Eindtermen en lesdoelen 2. Voorbereidende les (1-2 lesuren) 3. Contactmoment met senioren (1.5 uur, exclusief transport en installatie) 4. Naverwerking (1-… lesuur) 5. Invulblaadje en correcties
1. Eindtermen en lesdoelen a. Eindtermen Lager Onderwijs De leerlingen kunnen … Wereldoriëntatie – Natuur 1.5. kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving; 1.7. kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens; 1.12. kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. Wereldoriëntatie – Mens 3.5* tonen de bereidheid zich te oefenen in omgangswijzen met anderen waarin ze minder sterk zijn; 3.7* hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. Wereldoriëntatie – Maatschappij 4.2.kunnen illusteren hoe de prijs van een product tot stand komt; 4.8. kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten; 4.9. kunnen voorbeelden geven van mogelijkheden die in onze samenleving bestaan voor de zorg en opvang van bejaarden en mensen met een handicap. Wereldoriëntatie – Tijd 5.8. kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand anders was en in de loop der tijden evolueert; 5.9* tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. Wereldoriëntatie – Technologie 2.5. illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren; 2.7. in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen;
2.10. bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen; 2.13. een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren; 2.16* zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken; 2.17. illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. Nederlands - Luisteren 1.6. de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij: een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie; 1.9. op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: een gesprek met bekende leeftijdgenoten. Nederlands – Spreken 2.3. het gepaste taalregister hanteren als ze over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen; 2.5. het gepaste taalregister hanteren als ze vragen aan de leerkracht in verband met een bepaald onderwerp beantwoorden; 2.9. het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. Nederlands – Lezen 3.1. de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard. Nederlands – Schrijven 4.4. voor een gekend persoon een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst; 4.6. schriftelijke antwoorden op vragen over verwerkte inhouden. Nederlands – Strategieën 5.2 hun manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven afstemmen op het luister- lees-, spreek- of schrijfdoel, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer; 5.3 tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel. b. Lesdoelen 1. Grijze garnaal als lokaal culinair erfgoed: - De grijze garnaal als organisme: bouw van de garnaal en enkele aspecten vande biologie en ecologie komen aan bod - De grijze garnaal als lokaal gastronomisch erfgoed: de ganse productieketen komt aan bod, zowel hedendaags en als in het verleden. Van de visserij (professioneel en recreatief), paardenvisserij, verwerking en verkoop, voedselkilometers, culinair erfgoed (traditionele recepten). Hoe zit dit alles in onze lokale cultuur ingebed. - Vaardigheid van het pellen van garnaal aanleren - Smaakervaring van verse, zelf gepelde en niet behandelde garnaal (in tegenstelling tot gepelde garnaal, die met bewaarmiddelen werd behandeld en onder beschermde atmosfeer werd bewaard). 2. Mondelinge geschiedenis: - Geschiedenis start gisteren: ervaren dat er in de loop van één of twee generaties al heel wat
-
wijzigingen in het maatschappelijk gebeuren plaats kunnen grijpen. Niet alle geschiedenis staat (al) opgeschreven: uit de verhalen over de ervaringen van de ouderen wordt informatie gehaald over deze veranderingen Interviewtechnieken: hoe stellen we de goede vragen Kennen we alle technische (dialectische) begrippen, nodig om de ouderen te kunnen begrijpen en met hen te interageren?
3. Intergenerationeel werken: - Kinderen komen in contact met ouderen en hun geschiedenis. - Sociaal contact tussen ouderen en kinderen bevorderen. - Ouderen: herinneringen ophalen en erover vertellen. - Kinderen: oppikken van in onbruik geraakte woorden en gebruiken. - Elementaire beleefdheid tegenover en respect voor (de kennis en ervaringen van) ouderen. 4. Hygiëne: - Extra letten op hygiëne bij het verwerken van de garnalen (koel bewaren, handen wassen voor het pellen, …). - Extra letten op hygiëne bij het contact met (verzwakte) ouderen, zeker in het geval er veel verkoudheden of griep in de klas rondhangen.
2. Voorbereidende les De voorbereidende les kan opgebouwd worden rond de informatieve website: http://www.katrienvervaele.be/garnalenverhalen.html Bestaande uit: - 8 webpagina’s voor de leerlingen: foto’s en onderschriften - 1 webpagina voor leerkracht: lesvoorbereiding, invulblaadje (blanco en oplossingen) Nodig: - Internetverbinding - Computer voor elke leerling (individueel) of elektronisch bord/projectie met beamer (klassikaal) Suggestie tot het verloop van het lesuur - Tonen van de informatie beschikbaar op de website - Eerste vragen van de kinderen beantwoorden (kan ook tussendoor) - Gesprek aanknopen over hun eigen ervaringen: o Eten jullie soms garnaal? Wie van jullie vindt garnaal lekker? o Waar kopen je ouders garnalen? Zijn ze dan al gepeld? o Kunnen jullie zelf garnalen pellen? Gaat dat vlot? o Heb je zelf al garnalen gevangen op het strand? o Kennen jullie mensen die garnalen vissen? Doen ze dat als beroep of als hobby? o … - Uitleggen van het doel en verloop van het contactmoment met de ouderen - Voorbereiden van de vragen die zullen gesteld worden - Aanleren van de interviewtechnieken - Eventueel: klassikaal invullen van het invulblaadje (kan ook als huiswerk) – zie achteraan deze bundel - Eventueel als huiswerk: een of meerdere interviews uitvoeren met mensen van andere generaties uit eigen familie- of kennissenkring; al dan niet ter voorbereiding van het bezoek aan de ouderen in het woon- en zorgcentrum, het seniorenclubhuis, ….
Voorbereiden van interview Ideeën van vragen: - Eet u graag garnalen? At u veel garnalen thuis? - At u ook al graag garnalen toen u zo oud was als ik? Of hebt u dit pas later lekker beginnen vinden? - Hoe eet u het liefst garnalen? Wat is uw lievelingsrecept? - Waar kocht u uw garnalen? - Kon men vroeger garnalen in de supermarkt kopen? - Kocht u uw garnalen gepeld of ongepeld? Wie pelde ze? - Hoeveel garnalen kan/kon u per uur pellen? - Hoeveel kosten de garnalen vroeger? Waren ze toen duur of juist goedkoop? Waarom? - Was iemand uit uw familie garnalenvisser? - Bent u ooit meegegaan om garnalen te gaan vangen (op zee/strand)? - … Waar moet je op letten bij het interviewen van de ouderen? Stel jezelf voor het interview aan elkaar voor: wie ben jij, hoe oud ben je, vraag de naam en leeftijd van de perso(o)n(en) die je interviewt. Enkele gouden regels bij het interviewen: - Stel maar één vraag per keer - Spreek duidelijk en luid genoeg - Laat de vertellers uitspreken - Luister goed - Vraag uitleg als je iets niet hebt begrepen - Bereid enkele vragen voor - Laat iedereen van je groepje eens een vraag stellen - Stel ook ‘open’ vragen, die nodigen uit om ruimere antwoorden te geven. De mensen die je gaat interviewen zijn gemiddeld genomen rond de 80-90 jaar oud. Ze kunnen dus vertellen over de periode van ongeveer 1930 tot nu. In die periode is heel wat veranderd. Soms is het niet duidelijk in welke periode of jaar het vertelde verhaal zich afspeelde. Vraag er in dat geval duidelijk naar. Omdat het voor de oudere heel moeilijk is om een exact jaartal te noemen, is het beter om te vragen in welk deel van hun leven het zich afspeelde. Dat herinneren ouderen zich doorgaans beter. Je kan vragen: - Hoe oud was je toen ongeveer (10, 30, 60 jaar)? - Ging je toen nog naar school? Was je al getrouwd? Had je al kinderen? - Was het voor, tijdens of na de wereldoorlog?
3. Contactmoment met senioren Tijdens het contactmoment worden een of meerdere personen van een oudere generatie geïnterviewd door de kinderen. Zij stellen hun voorbereide vragen. De kinderen kunnen de antwoorden zelf noteren (ev. op een in de klas opgesteld blad met de vragen, waarop de ruimte om de antwoorden te noteren). Maar dat kan ook door een volwassen begeleider gebeuren of
opgenomen worden; met een GSM bijvoorbeeld (let wel: bij groepsgesprekken en/of door achtergrondgeluiden is de geluidsopname soms minder gemakkelijk bruikbaar achteraf). a. Individueel vraaggesprek (niet in schoolverband) De kinderen kunnen als huistaak krijgen om een vraaggesprek te doen met een oudere. Deze kunnen bekenden zijn uit de familie- of kennissenkring van het kind (ouders, grootouders, andere familie of kennissen). b. Interviews in schoolverband (op school of op lokatie) Men kan familie en kennissen van de kinderen oproepen om naar school te komen voor een groepsgesprek over dit onderwerp. Ook kan het door de school georganiseerd worden dat een groep onbekende ouderen/senioren naar de school komt of dat de klas in schoolverband op bezoek gaat bij een groep ouderen (bijeenkomst van een seniorengroep (zoals vb. OKRA, NEOS…), seniorenclubhuis of in een woon- en zorgcentrum uit de buurt). In dat geval is het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt met de coördinatoren van de seniorengroepen of het woon-zorgcentrum. Verloop van het gesprek Probeer in kleine groepjes te werken: een-tot-een gesprek of 2 ouderen per 3/4 kinderen. In dat laatste geval is het goed dat er een coördinator aanwezig is om het gesprek te modereren. Ook kan deze persoon de belangrijkste elementen uit het gesprek noteren om de naverwerking te vergemakkelijken. Als er in groepsverband wordt gewerkt, kan dit ook interview worden voorafgegaan door een garnaalpelsessie, waarbij de ouderen de kinderen leren hoe je garnalen pelt (30 minuten). -
De kinderen stellen zich voor (naam en leeftijd). De ouderen stellen zich voor (naam en leeftijd). De voorbereide vragen worden gesteld. Er wordt afscheid genomen en de e ouderen worden bedankt voor hun medewerking.
4. Naverwerking De interviews kunnen nadien verder verwerkt worden (klassikaal of individueel). Enkele verwerkingsvormen: -
Noteer de antwoorden die de ouderen gaven op jouw vragen.
-
Maak een korte reportage van het bezoek (voor de schoolkracht of schoolwebsite). Gebruik hiervoor beelden die je nam tijdens het bezoek en vul aan met beelden van vroeger (van internet bijvoorbeeld).
-
Schrijf of verzin een verhaal dat zich afspeelt in de tijd toen de oudere die je interviewde (en garnalen moeten er wel in voorkomen). De hoofdrolspeler in het verhaal is de geïnterviewde persoon toen die bijvoorbeeld 10/25/40/60 jaar was.
-
Voer dit verhaal uit als een toneeltje. Verkleed je. Speel het voor andere klassen of voor de ganse school. Film de uitvoering.
-
Maak een fotoalbum anno 1930, 1960, 1980. Speel (stilstaande) scenes uit het verleden uit en maak er zwart/wit of sepia-kleurige foto’s van. Geef elke foto een onderschrift.
-
Speel een scene uit het verleden na en maak opeenvolgende stilstaande beelden. Maak er een animatiefilmpje van door de stilstaande beelden snel achter elkaar af te spelen. Er bestaan vrij op het internet beschikbare applicaties voor.
-
Maak een tekening of schilderij over hoe men vroeger garnalen viste/verkocht/at.
-
Filosoferen in de klas over vroeger en nu (sociale aspecten, economische aspecten, ecologische aspecten). Wat is er veranderd?
-
Maak een lijst van alle nieuwe woorden die je van de ouderen leerde.
-
…
De resultaten van de naverwerking mogen steeds worden doorgestuurd naar Katrien Vervaele (
[email protected]), het VLIZ (
[email protected]) en/of het CAG (
[email protected]). We zullen zeker proberen ze verder te verspreiden en te tonen!
5. Invulblaadje voor de leerlingen en correcties
Hallo, Ik ben de grijze garnaal en jij bent ………………………………………… We kijken samen eens op de computer, ja? Ga naar www.katrienvervaele.be/garnalenverhalen.html Nu zie je een foto van garnalen en daarnaast het ‘menu’. Klik je een thema aan. Bij elk thema krijg je een vraag of opdracht.
In mijn blootje Kun je de verschillende delen van mijn lijf inkleuren? -
Het schild van het kopborststuk : blauw De segmenten van mijn achterlijf : oranje Mijn voelsprieten : rood De zwempoten : paars De looppoten : groen Mijn staart met peddeltjes : bruin
[tekening naar Campos 2009]
-
Het vlees dat de mensen zo lekker vinden, zit in mijn ……………………..
-
Ik groei door te …………………………………
-
Met mijn voelsprieten kan ik ………………………… en …………………………….
-
Als ik me verberg in het zand, zie je alleen nog mijn ………..
Nachtje op zee -
In het net zitten niet alleen garnalen, maar ook …………………………. , ………………………………. en ………………………………………
-
Een schep ……… aan het kokende water geeft de specifieke smaak aan onze Vlaamse garnaal.
Duid aan op de kaart: ° onze drie Belgische vissershavens; daar worden ook garnalen aangevoerd (rood) ° de jachthaven die tot Wereldoorlog II ook een vissershaven was (blauw) ° twee plaatsen waar tot rond de jaren 1900 de scheepjes op het strand kwamen te liggen (groen)
Kruien -
Ging je zelf al garnalen vangen met een netje? ……………………………………………………
-
Heb je kruiers in de familie? O ja
O nee O weet het niet
Indien ja : kun je daar iets over vertellen? En beter nog: vraag je daar eens wat meer over! ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………...
Mannen, paarden en de zee -
De paardenvissers kun je nog aan het werk zien in …………………………. (duid aan op kaart hierboven in paars)
-
Heb je het ooit zelf gezien? O ja O nee
Eerst pellen, dan spelen -
Als jullie grootouders (overgrootouders) van de kust zijn, dan hebben ze wellicht ook veel garnalen moeten pellen. Vraag je dat eens na? Noteer hier wat ze daarover vertelden: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Heb je zelf al garnalen gepeld?
-
Waarom mag er nu niet meer thuis worden gepeld voor restaurants of viswinkels? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
O ja O nee
Lekker smullen Je hebt vast al wel garnalen gegeten? Weet je nog in welke gerechten? ……………………………………………… ………………………………………………. Vertellen over pellen Tijdens de week van de smaak gaan jullie in een Woon- en Zorgcentrum leren garnalen pellen en daarna ook gaan luisteren wat oude mensen vertellen over vroeger. Over kruien, over vissen, over verkopen, pellen… Lees de gouden tips om vragen te stellen. -
Geef een voorbeeld van een gesloten vraag ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Geef een voorbeeld van een open vraag ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
en schrijf hier dan drie vragen op die je wilt stellen:
1 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 2 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
OPLOSSINGEN: In mijn blootje Kun je de verschillende delen van mijn lijf inkleuren?
[tekening naar Campos 2009]
-
Het vlees dat de mensen zo lekker vinden, zit in mijn achterlijf
-
Ik groei door te vervellen
-
Met mijn voelsprieten kan ik voelen en ruiken
-
Als ik me verberg in het zand, zie je alleen nog mijn ogen en voelsprieten
Nachtje op zee -
In het net zitten niet alleen garnalen, maar ook kleine visjes, krabben en zeesterren. (kleine garnalen is ook een correct antwoord)
-
Een schep (keuken)zout aan het kokende water geeft de specifieke smaak aan onze Vlaamse garnaal.
Duid aan op de kaart: ° ROOD: Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge ° BLAUW: Blankenberge ° GROEN: De Panne en Heist
Mannen, paarden en de zee -
De paardenvissers kun je nog aan het werk zien in Oostduinkerke (duid aan op kaart hierboven in paars)
Eerst pellen, dan spelen -
Waarom mag er nu niet meer thuis worden gepeld voor restaurants of viswinkels? Volgens de (Europese) wet werd het thuispellen begin de jaren 1990 om hygiënische redenen verboden. Dat moest vanaf dan in een fabriek gebeuren, waar de temperatuur en hygiëne beter gecontroleerd kunnen worden.