Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent; voldoende aandacht voor water in Nederland?
werkdocument 2000.095x november 2000
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent; voldoende aandacht voor water in Nederland?
drs. ing. L.W. Volkers-Verboom afdeling EMP, RIZA Lelystad werkdocument 2000.095x november 2000
Inhoudsopgave .............................................................................................
Inhoudsopgave
4
Samenvatting
5
1 Inleiding
7
2 Afbakening van definities 2.1 Definitie van duurzame bedrijventerreinen 2.2 Definitie van hergebruik van effluent
9 9 10
3 Overzicht van projecten in het land 3.1 Duurzame bedrijventerreinen 3.2 Hergebruik van effluent 3.3 Inzet van oppervlaktewater
14 14 20 25
4 Discussie en conclusie 4.1 Discussie 4.2 Conclusie
27 27 30
Literatuur
32
Bijlage 1 Meer informatie over duurzame bedrijventerreinen Bijlage 2 Meer informatie over hergebruik van effluent Bijlage 3 Meer informatie over initiatieven oppervlaktewater
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
4
Samenvatting .............................................................................................
In deze rapportage is geïnventariseerd welke projecten in Nederland gaande zijn op het gebied van duurzame bedrijventerreinen en het hergebruik van effluent. Bij de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen opereert men in de driehoek van milieu, ruimte en economie. Op het gebied van het milieu probeert men winst te halen met energie, biomassa, water, lucht en bodem. ‘Ruimte’ houdt het ruimtelijke ordeningsaspect in en bij ‘economie’ houdt men kostenreductie en de concurrentiepositie voor ogen. Men ontwikkelt het bedrijventerrein op een zo duurzaam mogelijke wijze. Voor water kan men bijvoorbeeld denken aan de volgende aspecten: • optimalisatie van de interne waterhuishouding; • de inzet van industriewater en oppervlaktewater bij productieprocessen; • de opvang en het gebruik van hemelwater voor bijvoorbeeld bluswater; • het hergebruik van afvalwater van andere bedrijven op het bedrijventerrein (matchen); • de bouw en het gebruik van een collectieve waterzuiveringsinstallatie. Hier komt ook het tweede onderwerp van deze rapportage (hergebruik van effluent) om de hoek kijken, want op een duurzaam bedrijventerrein kan het effluent van een bedrijf hergebruikt worden bij een ander bedrijf. Ook kunnen communale effluenten in de industriële sector ingezet worden. Om misverstanden te voorkomen wordt hier benadrukt dat het om hergebruik buiten de eigen poorten gaat, omdat men anders van intern hergebruik spreekt. Optimalisatie van de interne waterkringloop is echter wel een voorwaarde om extern watermanagement optimaal te kunnen uitvoeren. In deze rapportage zijn diverse projecten beschreven waarbij duurzame bedrijventerreinen worden ontwikkeld of waarbij effluent hergebruikt wordt. Vele projecten verkeren in de beginfase (in het stadium van een haalbaarheidsstudie) en er zijn over het algemeen vele actoren bij betrokken. Dit maakt de afstemming moeilijk, ook vanwege de vele belangen en visies. Opvallend is dat er bij de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen relatief weinig aandacht voor de wateraspecten op zo’n terrein is en dat ‘water’ relatief laag op de agenda staat. Er wordt meer over energie, afval, transport en ruimte nagedacht dan over water. Dit is dus een punt van verbetering, zowel voor betrokkenen zoals de gemeente, het bedrijfsleven, de provincie, waterschappen en waterleidingmaatschappijen. Het wateraspect bij het hergebruik van effluent komt uiteraard goed naar voren, maar hier zou emissiereductie meer aan de orde kunnen komen. Het blijkt dat het hergebruik van effluent vooral een economische kwestie is en dat niet vanuit milieuoogpunt overgegaan wordt tot deze vorm van samenwerking. Ook hier is een taak weggelegd voor de betrokkenen, bijvoorbeeld voor de waterschappen. In dit kader kan tevens gestimuleerd worden dat er onderzoek gedaan wordt naar de kwaliteit waaraan het effluent moet voldoen om in productieprocessen hergebruikt te worden. De vragen "Welke kwaliteit moet het effluent hebben om bij mijn productieproces te kunnen worden ingezet?" en "Welke effluentkwaliteit heb ik minimaal nodig om mijn product met dezelfde kwaliteit
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
5
te kunnen blijven maken?" kunnen hierbij worden gesteld, zodat inzicht verkregen wordt in de kwaliteitseisen van het effluent. Het blijkt dat het opzetten van een duurzaam bedrijventerrein en het hergebruiken van effluent niet eens een gemakkelijke taak is, omdat er vooral veel overleg moet plaatsvinden, waarin men overeenstemming moet zien te bereiken over doelstelling, uitvoering ed.. De overheid kan hierin wel een stimulerende rol vervullen en partijen bij elkaar brengen. Ook kan de vergunningverlening afgestemd worden, omdat men nu nog niet helder heeft wat voor gevolgen het hergebruiken van elkaars water voor consequenties heeft. Zo zijn er voor de overheid nog enkele taken te noemen (o.a. privaatrechtelijke zaken), maar het initiatief hoeft niet alleen van de overheid te komen; het bedrijfsleven heeft in het kader van de toenemende verantwoordelijkheid voor onder andere de milieuaspecten van het productieproces, zeker ook een taak.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
6
1 Inleiding .............................................................................................
De laatste jaren is waterbesparing een belangrijk item geworden voor de Nederlandse industrie. Omdat de kosten voor de waterhuishouding steeds hoger worden, is kostenbesparing de meest voor de hand liggende reden voor verdergaande waterkringloopsluiting. Preventieve waterbesparing, terugwinning van grondstoffen uit afvalwater en hergebruik van effluent kunnen hiervoor als mogelijke oplossingen gezien worden. Naast deze economische redenen is in sommige gevallen een aangescherpte vergunning of een verouderde installatie de aanleiding om de waterkringloop aan een nader onderzoek te onderwerpen. Maar er is ook duidelijk een groeiende belangstelling voor de groene milieugedachte waar te nemen, iets dat door de overheid gestimuleerd wordt. Veel processen waar nu nog het kwalitatief hoge, dure en schaarse grondwater ingezet wordt, zouden ook met een lagere kwaliteit toekunnen. Dit kan verdroging tegengaan. Momenteel wordt veel gebruik gemaakt van oppervlaktewater, hoewel hierbij rekening gehouden moet worden met dure voorbehandelingstechnieken als gevolg van de hoge verontreinigingsgraad. Door privatisering van de watersector is water een economische factor geworden en vervaagt de traditionele taakverdeling tussen waterleidingbedrijven, waterschappen en gemeenten. Fusies, overnames en hoge zuiveringskosten voor oppervlaktewater hebben er voor gezorgd dat de watersector zijn commerciële kansen inventariseert. De conglomeraatvorming van nutsbedrijven, internationale samenwerking en beursgang lijken acties voor de toekomst. Door de overheid is een aantal eisen gesteld waaraan de watermarkt moet voldoen bij commercialisering. Deze eisen (kwaliteit, leveringszekerheid, verdrogingsbestrijding, milieuzorg en kostenbeheersing) gelden alleen voor de industriewatersector met een grotere levering dan 100.000 m3 per jaar. Beneden deze grens blijft de overheid de monopolie behouden als het gaat om industriewater. In dit geval wordt onder industriewater al het water verstaan dat in een productieproces wordt gebruikt, ongeacht de kwaliteit (dus het kan ook om drinkwater gaan). De politiek is geen voorstander van privatisering van de drinkwatersector, omdat bij tegenvallende resultaten de consument mogelijkerwijs opdraait voor de gemaakte kosten en de consument bovendien afhankelijk is van een goede drinkwaterkwaliteit. In Nederland is reeds een aantal initiatieven genomen tot het verenigen van waterinstanties, waarbij de klanten (zowel bedrijven als consumenten) op het gebied van klantvriendelijkheid, innovatie en milieubewustzijn op hun wenken bediend worden. Levering, gebruik, zuivering en hergebruik van water zijn geïntegreerd en de zogenaamde ‘dienstverlening op maat’ verdient aandacht voor de toekomst. Termen die in de waterwereld aan deze dienstverlening gekoppeld zijn, zijn industriewater, e-water en totaalwatermanagement, al dan niet op duurzame bedrijventerreinen. Het ‘water op maat’ principe (ook wel totaalwatermanagement genoemd) houdt in dat daar waar nodig de maximale waterkwaliteit ingezet wordt, maar dat daar waar minder strenge eisen gelden er water van een lagere kwaliteit gebruikt kan worden, zoals bijvoorbeeld e-
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
7
water. De ‘e’ van e-water staat hier voor ecologisch, economisch en efficiënt. In dit geval kan gesproken worden van cascaderen, namelijk het trapsgewijs inzetten van verschillende waterkwaliteiten in een systeem binnen één bedrijf, bijvoorbeeld via de inzet als koelwater of via het hergebruik van effluent. Het gaat hier om toepassingen waarvoor een aflopende waterkwaliteit nodig is. Matchen wil zeggen dat de waterkringloop tussen twéé bedrijven gesloten wordt, dat zowel op kleine schaal kan plaatsvinden als op grote schaal zoals bij duurzame bedrijventerreinen. Er kan in die zin over een drietal niveauverschillen gesproken worden met als eerste niveau het regelen van de interne waterkringloop binnen een bedrijf (cascaderen). Het tweede niveau kan dan de koppeling tussen twee bedrijven zijn (matchen), met als derde niveau de clustering van nog meer bedrijven op bijvoorbeeld een duurzaam bedrijventerrein. In deze rapportage is een inventarisatie gemaakt van initiatieven op het gebied van het hergebruik van effluent en van duurzame bedrijventerreinen binnen Nederland. Verschillende projecten, die zijn uitgevoerd of in de ontwikkelingsfase verkeren, worden kort beschreven. Bestuurlijke en juridische aspecten van de waterketen hebben minder aandacht gekregen, dit in tegenstelling tot de technologische aspecten (inclusief emissies) waar deze rapportage op gericht is. Het integrale karakter (met bijvoorbeeld ook afval en ruimte) speelt een belangrijke rol, toegespitst vanuit de invalshoek ‘water’. De volgende vragen worden in deze rapportage beantwoord: • Welke projecten lopen er in Nederland als het gaat om duurzame bedrijventerreinen en het hergebruik van effluent? • Wat leveren deze projecten op in termen van waterreductie en emissiereductie? • Worden de projecten integraal bekeken en wat is de drijfveer om in actie te komen? • Hoe verloopt de koppeling tussen de instanties/bedrijven bij zo’n project en wordt er ook aandacht geschonken aan interne waterkringloopsluiting? In hoofdstuk 2 vindt een afbakening van definities plaats, omdat er nogal wat begrippen gebruikt worden zoals hergebruik van effluent, duurzame bedrijventerreinen, clustering, grijswater, e-water, industriewater enzovoorts. In hoofdstuk 3 worden de diverse projecten kort beschreven en komen de milieuaspecten en de water-aspecten aan de orde komen. Hiertoe hebben medio 1999 (telefonische) gesprekken plaatsgevonden met diverse instanties in de waterketen. In de bijlagen is een uitgebreid overzicht te vinden van deze projecten, zodat gegevens (zoals betrokkenen en literatuurbronnen) die niet in hoofdstuk 3 staan, kunnen worden teruggezocht. In hoofdstuk 4 tenslotte worden conclusies getrokken en worden er aandachtspunten gegeven, waarmee betrokkenen (bedrijven, gemeentes, provinciën, waterkwaliteitsbeheerders) in de toekomst verder zouden kunnen gaan.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
8
2 Afbakening van definities .............................................................................................
2.1 Definitie van duurzame bedrijventerreinen
In de nota ‘Milieu en Economie’ van de Ministeries van EZ, VROM, LNV en V&W wordt gesproken over ‘ecologisering van industrieterreinen en integraal ketenbeheer’. Daarin wordt de volgende definitie voor duurzame bedrijventerreinen gegeven: "Op duurzame bedrijventerreinen werken bedrijven onderling en met overheden samen met als doel een bijdrage te leveren aan een duurzame productie en/of efficiënter ruimtegebruik." Sleutelwoord is hier samenwerking tussen bedrijven, instellingen en overheden met als gezamenlijke doelstelling het behalen van winst voor milieu (biomassa, energie, water, lucht en bodem), ruimte (ruimtelijke ordening) en economie (kostenreductie en concurrentiepositie). Hieraan kan invulling gegeven worden middels: • optimalisatie van energie door bijvoorbeeld uitwisseling van restwarmte en het gebruik van gezamenlijke nutsvoorzieningen; • verlaging van de milieubelasting door hergebruik van proceswater, door in gebruikname van een centrale waterzuiveringsinstallatie, door inpassing van het bedrijventerrein in de ecologie van de omgeving of door samenwerking in de afvalinzameling en afvalverwerking toe te passen; • ontwikkeling of aanpassing van de infrastructuur aan een efficiënter ruimtegebruik, bijvoorbeeld door ondergronds te bouwen of door de bereikbaarheid en parkeermogelijkheden goed te ontwikkelen; • samenwerking op het gebied van logistiek door het nastreven van een hoge transportefficiency. Aangezien er verschillende begrippen in omloop zijn die met duurzame bedrijventerreinen te maken hebben, zal hier in het kort een toelichting worden gegeven. • Het begrip duurzame bedrijventerreinen omvat eigenlijk een tweetal begrippen, te weten een duurzame inrichting van bedrijventerreinen én duurzame bedrijfsprocessen. De term ‘industriële ecologie’ houdt het vormgeven van die duurzame processen in, door het gebruik van energie en materialen te optimaliseren zodat daar zo min mogelijk van verloren gaat. Industriële ecologie kan aan de hand van een viertal punten verduidelijkt worden: 1. extern hergebruik van reststoffen en energie (hergebruik door andere bedrijven) 2. actieve uitwisseling van reststromen in een cluster van bedrijven 3. utility sharing zoals bijvoorbeeld het gezamenlijk gebruik van energieopwekking, stoomvoorziening en industriële gassen 4. intrinsiek duurzame processen • Ondanks dat er afmetingsverschillen tussen bedrijventerreinen zijn, wordt op deze verschillen in deze rapportage bij de term ‘duurzame bedrijventerreinen’ niet nader ingegaan. Grotere industriegebieden met
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
9
•
grootschalige procesindustrie en/of electriciteitscentrales vertonen vaak al tekenen van (de ontwikkeling van) duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld bij Moerdijk en het Botlekgebied, maar de ontwikkeling van lokale en regionale duurzame bedrijventerreinen verkeert vooral in een beginstadium en initiatieven moeten hier nog genomen worden. Duurzame bedrijventerreinen kunnen ontwikkeld worden volgens een geheel nieuw ontwerp of uit reeds bestaande bedrijventerreinen. Bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein zijn meestal meerdere partijen betrokken en duurt de planvorming wat langer omdat men met een groot aantal randvoorwaarden rekening moet houden terwijl de exacte invulling van het terrein nog niet bekend is. In het tweede geval spelen de gevestigde bedrijven een belangrijke rol in de planvorming en vindt er revitalisering of herstructurering plaats. Echter, de termen revitalisering en herstructurering hebben veelal alleen betrekking op het verbeteren van de infrastructuur en het vestigingsklimaat van reeds bestaande bedrijventerreinen; duurzame bedrijventerreinen zijn integraler van karakter.
Door het Ministerie van Economische Zaken is een subsidieprogramma ‘Duurzame Bedrijventerreinen’ opgezet, waarvoor in de periode 1999-2003 dertig miljoen gulden beschikbaar is. Door Novem (Nederlandse onderneming voor energie en milieu, uitvoerder van het subsidieprogramma) wordt de doelstelling van de subsidieregeling als volgt omschreven: "Het realiseren van duurzame bedrijventerreinen door het bevorderen van de samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven op deze terreinen en overheden, gericht op de vermindering van het gebruik van fossiele energie in combinatie met vermindering van de milieubelasting, een efficiënter of meervoudig gebruik van de ruimte en het verbeteren van het (bedrijfs-)economisch resultaat." De subsidie is voor (lokale) overheden en collectieve bedrijven (met een minimale omvang van 15 ha. bedrijventerrein) verkrijgbaar voor de volgende categorieën activiteiten: • mobiliseren van het management; • inventariseren van mogelijke samenwerking; • uitvoeren van haalbaarheidsstudies; • uitvoeren van demonstratieprojecten. Voor het stimuleren van samenwerking, het ontwikkelen van een integraal plan én het uitwerken van dit plan is geld beschikbaar, dat door de Novem verder verzorgd wordt en waar ook meer informatie over de subsidieregeling te verkrijgen is.
2.2 Definitie van hergebruik van effluent
Zoals het begrip ‘duurzame bedrijventerreinen’ duidelijk omschreven en gedefinieerd is in rapporten en nota’s, is het begrip ‘hergebruik van effluent’ dat niet. In deze rapportage wordt het volgende onder hergebruik van effluent verstaan: "Het opnieuw gebruiken van communaal of industrieel afvalwater. Communaal effluent kan bijvoorbeeld bij een industrieel bedrijf hergebruikt worden en worden ingezet als industriewater, maar er zijn nog meer toepassingsmogelijkheden. In het geval van het hergebruik van industrieel effluent door een ander bedrijf, kan een koppeling tussen
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
10
die twee bedrijven gemaakt worden. Hier geldt dat, indien er meerdere bedrijven bij betrokken zijn, men over clustering spreekt. Het tweede geval, namelijk het hergebruik van industrieel afvalwater door een rwzi, komt minder voor, maar behoort wel tot de mogelijkheden." In onderstaande figuur wordt één en ander verduidelijkt voor hergebruik van een rwzi-effluent. De toepassingen van het communale afvalwater stammen uit de projecten die in Nederland zijn uitgevoerd en die in hoofdstuk 3 worden behandeld. Het betreft hier toepassing als industriewater, beregeningswater, water tegen verdrogingsbestrijding en water ten behoeve van ontzilting, maar er zijn wellicht andere toepassingen mogelijk.
industriewater
beregening effluent rwzi verdrogingsbestrijding
ontzilting
In 1996 is in opdracht van de STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) door Tauw en IWACO onderzoek gedaan naar de toepassingsmogelijkheden van effluent van rwzi’s. Men heeft de modale effluentkwaliteit getoetst voor toepassingen in de landbouw, drinkwaterbereiding, recreatiesector, industriële sectoren en landelijke gebieden. Daar kwam uit dat het effluent van een (gemiddelde) rwzi niet als recreatiewater of als drinkwater opgewerkt kon worden, beide vanwege bacteriologische omstandigheden. Wel was het effluent voor de beregening van gras- en akkerland te gebruiken om zo het gebruik van grondwater en daarmee de verdroging terug te dringen. In landelijke gebieden kon met het effluent de watervoorraad voor eutrofe terrestische en aquatische natuursystemen aangevuld worden, afhankelijk van de aldaar aanwezige ecotopen. Als vijfde potentiële afnemer werd de industrie beoordeeld en daar werd geconcludeerd dat het effluent voor laagwaardige toepassingen opnieuw kon worden ingezet, mits het financiële voordelen biedt ten opzichte van grond- en drinkwater en goedkoper is dan B-water. Voorwaarde is dat de industrie in de nabijheid van een rwzi ligt. Volgens de onderzoekers zijn de volgende bedrijfstakken interessant voor laagwaardige toepassingen, zoals spoel- en koelwater: • voedings- en genotmiddelenindustrie; • chemische industrie; • garen- en vezelindustrie; • metaalwarenindustrie; • papierindustrie. In de voedings- en genotmiddelenindustrie is het verboden om water met een lagere kwaliteit dan drinkwater in contact te laten komen met de producten. Om die reden mag dit water alleen in indirecte koelsystemen, bij het afspoelen van kratten of in ketelvoedingssystemen worden toegepast, mits er ontheffing voor is aangevraagd. De andere bedrijfstakken zijn geen beperkingen opgelegd.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
11
Door TU Delft, Witteveen + Bos en USF Rossmark is overigens een verkenning uitgevoerd naar de zuivering van communaal afvalwater met membraanfiltratie, waarbij de rwzi’s van Ede, Enschede en Elburg als pilots getest zijn. Het effluent na membraanfiltratie inzetten als industrie- of als huishoudwater lijkt technisch gunstig, maar de prijs is in de meeste gevallen de beperkende factor. Het afvalwater van een industrieel bedrijf (zie de figuur) kan door een tweede bedrijf in het productieproces worden toegepast, hetgeen cascaderen genoemd wordt (water met hoge kwaliteit als eerste zetten bij het ene bedrijf en ditzelfde water (nu afvalwater) opnieuw inzetten bij een ander bedrijf dat een lagere kwaliteit vereist). In breder verband wordt hier de term matchen voor gebruikt, die aangeeft dat het om meerdere bedrijven in een zogenaamd bedrijvencluster gaat, vaak met e-watervoorziening. De derde mogelijkheid die in dit kader optie biedt, is het transporteren van afvalwater van een bedrijf naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Ten opzichte van communaal effluent is overigens relatief weinig over kwaliteiten van industrieel effluent gepubliceerd.
bedrijf 2
effluent bedrijf 1
bedrijvencluster
rwzi
In de waterketen is momenteel een ontwikkeling gaande naar verdergaande samenwerking tussen waterschappen, waterleidingbedrijven, gemeenten en provincies. Er wordt op tal van plaatsen in het land onderzocht of samenwerking tussen deze instanties effectief is om zo bijvoorbeeld andere waterkwaliteiten te kunnen leveren. Ook ‘outsourcen’ (het uitbesteden van waterzuivering) en het water collectief zuiveren op één zuiveringsinstallatie zijn opties voor samenwerking in de waterketen. De e-water Group bv. in Maastricht is hier het bekendste voorbeeld van. Deze groep, inmiddels opgericht als dochteronderneming van de Waterleiding Maatschappij Limburg en het Zuiveringschap Limburg, zorgt voor de e-waterlevering en voor de afvalwaterverwerking op het bedrijvencluster Maastricht (in paragraaf 3.2 wordt verder op dit bedrijvencluster ingegaan). Het e-waterbedrijf neemt als het ware de investering van het bedrijf over en wordt mede-eigenaar of eigenaar van de installaties op het bedrijvencluster. De bedrijven krijgen ieder een eigen contract met het e-waterbedrijf en kunnen in geval van een calamiteit terugvallen op het drinkwater van het reguliere net. Naast initiatieven door enkele kleinere waterschappen kunnen Delta Nutsbedrijven en Waterbedrijf Europoort genoemd worden als de belangrijke initiatiefnemers op dat gebied. Het hergebruik van afvalwater binnen het eigen bedrijf (interne waterkringloopsluiting) valt buiten beschouwing van deze rapportage. Deze interne wijze van watermanagement is echter vaak wél de eerste stap om met andere bedrijven gezamenlijk iets aan watermanagement te gaan doen en heeft in die zin dus raakvlakken met deze rapportage. Er zijn verschillende technieken beschikbaar die kunnen dienen om dit interne doel te bereiken, onder andere waterpinch (Aspen/TNO), quick scan van Krachtwerktuigen
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
12
Bedrijfsadviseurs, Waterscan (DHV/Novem) en de methodiek waterkringloopsluiting (RIZA). In Nederland zijn meerdere projecten bekend, waar oppervlaktewater ten behoeve van industriewater wordt ingezet. Deze gevallen worden niet onder ‘hergebruik van effluent’ beschouwd, maar zullen in hoofdstuk 3 wel even aan de orde komen.
Intermezzo In dit kader is het wellicht zinvol enkele veel gebruikte termen toe te lichten, te weten: proceswater
over het algemeen oppervlaktewater, drinkwater of demiwater, dat voor productieprocessen ingezet wordt
industriewater
water met allerlei kwaliteiten dat toepassing vindt in de industrie en waar geen wettelijke regels voor gelden (behalve voor de voedings- en genotmiddelenindustrie), maar er wordt uitgegaan van lage concentraties organische stoffen, nutriënten, zouten, (zware) metalen en bacteriën
e-water
gerecycled e-fficiënt industriewater met e-conomische en ecologische voordelen, vaak gebruikt als koel- en/of proceswater
B-water
industriewater met een negatief imago (tweederangs water); wordt steeds meer vervangen door de term e-water
demiwater
gedemineraliseerd water
huishoudwater
half gezuiverd opgevangen regenwater dat bestemd is voor huishoudelijk gebruik (toiletspoeling, auto’s wassen, tuin besproeing of hergebruik douchewater voor toiletspoeling)
eco-water
zie huishoudwater
grijs water
zie huishoudwater
landbouwwater
water ten behoeve van beregening; wordt oppervlakte-, grondof regenwater voor gebruikt
sproeiwater
zie landbouwwater
gietwater
water met een laag zoutgehalte voor in de glastuinbouw kwalitatief hoog water (uit grond- en oppervlaktewater bereid),
drinkwater
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
dat aan wettelijke normen moet voldoen
13
3 Overzicht van projecten in het land .............................................................................................
In dit hoofdstuk komen voorbeelden aan de orde van projecten die reeds zijn uitgevoerd, die momenteel worden gerealiseerd of die nog in de ontwikkelingsfase verkeren. In paragraaf 3.1 worden duurzame bedrijventerreinen behandeld met als bekendste voorbeelden Valburg, Moerdijk en Europoort/Botlek. Deze terreinen kenmerken zich door hun grote omvang en betrokkenheid van veel actoren. In paragraaf 3.2 worden de projecten besproken waarin effluent hergebruikt wordt. Dit kan zowel communaal effluent als industrieel effluent zijn, dat ingezet wordt voor bijvoorbeeld verdrogingsbestrijding of als industriewater (e-water). Tenslotte wordt ingegaan op het inzetten van oppervlaktewater als industriewater, iets dat tegenwoordig in de industriële sector veelvuldig toepassing vindt.
3.1 Duurzame bedrijventerreinen Multimodaal Transport Centrum (MTC) Valburg
De plannen voor een Multimodaal Transport Centrum bij Valburg, in de regio Arnhem-Nijmegen, zijn in een vergevorderd stadium. Doelstelling van het project is om het goederenvervoer/containervervoer dat nu nog over de weg plaatsvindt, te laten vervangen door vervoer over water en spoor. Valburg is gelegen op een knooppunt van wegen, water en treinverbindingen en kan op die manier een internationaal overslag-, transport- en distributiecentrum worden. Dit duurzame bedrijventerrein krijgt een omvang van 400 hectare, biedt plaats aan allerlei bedrijven (waaronder logistieke dienstverlening, metaalelectro-industrie, voedings- en genotmiddelenindustrie, grafische industrie) en zal naar verwachting in de komende tien jaar operationeel worden. Het bedrijventerrein moet in zijn geheel passen in de ecologische ontwikkeling van het gebied. Aan het begrip duurzaamheid wordt voor Valburg gestalte gegeven aan de hand van de volgende doelstellingen: • minimaliseren van het gebruik van natuurlijke bronnen, zoals energie, water, materialen en ruimte; • minimaliseren van milieu-ingrepen op het gebied van luchtemissies, wateremissies, afvalstoffen en geluidproductie; • optimaal inpassen in de (natuurlijke) omgeving door middel van interactie met de omwonenden, met de natuur/ecosysteem en met de fysieke omgeving; • optimaal ontwikkelen van multimodaal transport over weg, water en spoor; • optimaal economisch ontwikkelen op regionaal gebied. TNO-MEP in Apeldoorn heeft in opdracht van het projectteam een aantal mogelijkheden onderzocht voor de duurzame ontwikkeling van Valburg. Daar is met betrekking tot water het volgende uitgekomen: "Werk een plan uit voor een integraal watersysteem, waarin de waterhuishouding, de waterkwaliteit en de watervoorziening zijn betrokken. Een en ander in samenwerking met zowel de
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
14
drinkwaterleveranciers als de waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerders. Denk aan het gebruik van hemelwater, meervoudige leidingnetten, gesloten watersystemen met (tussen)zuiveringen etc." uit: ROM Magazine nr. 11 (november 1998), "Naar een duurzaam multimodaal transportcentrum Valburg" door G. de Zoeten en J.H. de Zeeuw, TNO-MEP.
Dit plan is nog niet gedetailleerd uitgewerkt, maar concreet betekent het dat er in de ontwerpfase uitgegaan is van de opvang en zuivering van regenwater en infiltratie van dit gezuiverde water in grindbeddingen (zgn. wadi’s). Hiermee wordt verwacht 40% meer water in de bodem vast te kunnen houden dan dat normaalgesproken het geval zou zijn. Er wordt bovendien gedacht aan het ontwerpen van een facility point met onder andere een wasstraat voor (bedrijfs)wagens, waarbij het waswater opnieuw gebruikt kan worden. Naast dit hergebruik behoort het hergebruik van (industrieel) afvalwater organisatorisch gezien tot de mogelijkheden. De Rietvelden / De Vutter in Den Bosch
Een project dat tot de eerste duurzame bedrijventerreinen behoort, is het project ‘Duurzame Revitalisering RiVu (De Rietvelden/De Vutter)’ in de omgeving van Den Bosch. Daar is in 1989 een convenant gesloten tussen de gemeente, provincie en bedrijven, waarin is afgesproken het toenmalige bedrijventerrein met een omvang van 400 hectare opnieuw in te richten. In 1997 is een Masterplan geschreven waarin de samenwerking tussen de diverse convenantpartners in beeld gebracht is. Er is afgesproken een containerterminal te bouwen, de ontsluiting vooral over water te laten plaatsvinden en bedrijven aan te trekken die in het bestemmingsplan van het gebied passen. De logistieke functies moesten bovendien worden uitgebreid en er mochten geen bedrijven met bodemvervuilende activiteiten bijkomen. Na een moeilijke start verloopt het proces positief, want de terminal levert goede diensten en er zijn plannen voor ontsluiting per spoor. Binnen de projectwerkgroep Utilities wordt momenteel onderzoek gedaan of het hergebruik van afvalwater door verschillende bedrijven haalbaar is. Voor de toekomst staat onder andere de oprichting van een organisatorisch samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven, waterleidingmaatschappij, energiebedrijf en waterschap gepland. Duurzame bedrijventerreinen in Zaanstad
In de regio Zaanstad zijn plannen om een bestaand bedrijventerrein te revitaliseren en om een ander bedrijventerrein duurzaam te gaan bouwen. Het eerste bedrijventerrein betreft het terrein Achtersluispolder, waarbij het idee is om bedrijven van hetzelfde ‘soort’ bij elkaar te plaatsen als men kijkt naar energie, water, afval en transport. Momenteel is men de behoefte aan het inventariseren bij de verschillende betrokkenen. De gemeente Zaandstad speelt hier een rol in, maar heeft nog weinig ervaring met betrekking tot de wateraspecten. Als tweede voorbeeld kan de Westzanerpolder genoemd worden, een nog te ontwikkelen terrein, waarvan de planvorming in het beginstadium verkeert. Tussen nutsbedrijven en waterkwaliteitsbeheerder is overleg geweest om een duurzaam bedrijventerrein vorm te geven, de wensen op elkaar af te stemmen en te kijken wat de mogelijkheden zijn. Er is belangstelling van bedrijven voor vestiging op het terrein, maar vooralsnog ziet het ernaar uit dat voor een duurzame watersituatie enige afstemming nodig is. Tussen de betrokken partijen moet nog afgesproken worden of er mogelijkheden zijn voor hergebruik van afvalwaterstromen, grijswatercircuits en bluswatersystemen/sprinklerinstallaties. Op korte termijn is waarschijnlijk meer
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
15
bekend over de invulling van dit bedrijventerrein, al dan niet met aandacht voor water. Europoort Botlek / INES project
Het Europoort/Botlek gebied is een gedeelte van de Rotterdamse haven dat (petro)chemische industrie bevat en waar in 1993 het initiatief is genomen om het INES-project te starten. Bij dit project, dat staat voor INdustrieel EcoSysteem, wordt ervan uitgegaan dat binnen de grenzen van het industriegebied activiteiten plaatsvinden die van elkaar afhankelijk zijn en vergelijkbaar zijn met een natuurlijk ecosysteem. De doelstelling van het INESproject wordt als volgt omschreven: het vormgeven en in de praktijk brengen van haalbare initiatieven op het gebied van duurzame emissiereductie, afvalbeperking én energiebesparing tussen bedrijven onderling en in bedrijven zelf. Binnen het project is een aantal deelprojecten gecreëerd, waar de benutting van industriële restwarmte er één van is. Men moet hierbij denken aan onderzoek naar CO2-emissiereductie, de omzetting van warmte in electriciteit en het voorzien van nieuwe bouwlocaties met warmte. Een ander project, het ‘Project Afvalwater’, heeft als doelstelling het evalueren van mogelijkheden om het aantal vervuilingseenheden en het waterverbruik op economisch verantwoorde wijze te reduceren. Hier is het subproject ‘Water op Maat’ uit voortgekomen, waarmee gepoogd werd het waterverbruik terug te dringen door te streven naar een duurzame waterhuishouding. Indien men de waterstromen in het industriegebied bestudeert, komt men op drie mogelijke besparingen uit. Dit zijn: • waterhergebruik tussen meerdere bedrijven in combinatie met waterbesparing • vervanging van drinkwater door oppervlaktewater ten behoeve van proceswater • zuivering en hergebruik van afvalwater ten behoeve van demi-water Momenteel is de eerste fase van het onderzoek bijna afgerond, namelijk de fase van het genereren van initiatieven, waarin gekeken is naar de aanvoer, afvoer en kwaliteit van water in het Europoort Botlek gebied. Besparingsmogelijkheden, reductiekansen, waterpinch-technieken en het opwerken van water zijn de revue gepasseerd en hebben er toe geleid in de nabije toekomst met fase 2 (haalbaarheidsstudie) te beginnen. Industrieterrein Moerdijk
Op het industrieterrein Moerdijk richt men zich vooral op de uitwisseling van grondstoffen, energie en water op het terrein van het Industrie- en Havenschap Moerdijk. Shell Chemie Moerdijk is initiatiefnemer van het project geweest en speelt nu ook nog een grote rol. Dochteronderneming Montell maakt gebruik van koolwaterstoffen van Shell, terwijl Shell weer reststoffen van Montell afneemt. Er wordt bovendien gezocht naar andere alternatieven en mogelijkheden om grondstoffen van elkaar te gebruiken. Wat de uitwisseling van energie en water betreft, is er een samenwerkingsverband tussen Shell, de warmtekrachtcentrale (WKC) en een nieuw gebouwde afvalverbrandings-installatie (AVI). Bij het afvalverbrandingsproces in de AVI komt stoom vrij, dat in de WKC verhit wordt en voor een deel gebruikt wordt ten behoeve van de stoomproductie. De rest van de stoom wordt naar Shell getransporteerd en krijgt daar toepassing in het productieproces. Afvalwater van Shell (het condensaat) wordt vervolgens weer teruggevoerd naar de WKC en van daaruit naar de AVI. Naast deze vorm van watervoorziening voor Shell heeft de levering van industriewater door Waterleidingmaatschappij Noord-West Brabant aandacht
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
16
gekregen. Bovendien is een studie uitgevoerd waarin de waterhuishouding van ongeveer 12 andere bedrijven op het gehele bedrijventerrein is onderzocht. Als mogelijkheid kwam naar voren dat percolatiewater van het ene bedrijf gebruikt kan worden bij een ander bedrijf, dat er een centrale demiwaterfabriek gebouwd kan worden of dat regenwater het drinkwater in het productieproces kan vervangen. Het eindrapport hiervan is bijna gereed. Hessenpoort Zwolle
Sinds enkele jaren is de gemeente Zwolle bezig het industrieterrein Hessenpoort te ontwikkelen, waar arbeidsintensieve bedrijven met veel benodigde bedrijfsruimte gevestigd zullen worden en waar een goede ontsluiting noodzakelijk is. Het gaat onder andere om groothandels, bouwbedrijven en afvalverwerkers. In 1998 is een haalbaarheidstudie uitgevoerd naar de technische, milieuhygiënische en financiële mogelijkheden voor wat betreft industriewaterlevering naast drinkwaterlevering en het hergebruik van restwarmte en restkoude. Men streeft er namelijk naar om Hessenpoort van een geïntegreerde duurzame energie- en watersituatie te voorzien. Ten behoeve van de productie van industriewater heeft men een aantal bronnen overwogen, te weten drinkwater, oppervlaktewater, oeverfiltraat en afvalwater. Afvalwater valt af vanwege de uitgebreide zuivering, grote slibproductie en beperkte leveringszekerheid. De andere alternatieven blijken ook laag te scoren vanwege hun hoge productieprijs en lage waardering van klanten, maatschappij en personeel; uiteindelijk komt men toch uit op drinkwater. Bedrijvencluster Etten-Leur
Rond het bestaande industrieterrein Vosdonk 2 is onderzocht hoe revitalisering gelijktijdig gekoppeld kan worden aan afval-, energie- en wateraspecten. Daartoe is een plan van aanpak geschreven, waarin voor vijf bedrijven aan de hand van een quick scan is beschreven hoe de afvalwaterstromen gecombineerd kunnen worden. Het idee om afvalwater onderling her te gebruiken is om kwaliteits- en economische redenen bij nader inzien toch niet door gegaan. Het tweede project dat betrekking heeft op dit bedrijventerrein is een grondwater-saneringsproject, waarbij aan het terugvoeren (in het processysteem) van gesaneerd grondwater gedacht wordt. Voorts is in dit onderzoek een infiltratie-optie voor kleinere bedrijven bestudeerd zodat het grondwaterpeil verhoogd kan worden. Binnen de revitaliseringsdoelstelling wordt het water ook bij de inrichting betrokken, want er zijn grote waterpartijen gepland. Minder bekende projecten
Het blijft in Nederland niet bij bovengenoemde projecten, want er zijn nog veel meer initiatieven met betrekking tot duurzame bedrijventerreinen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van minder bekende projecten, waarin aandacht is voor de ‘wateraspecten’. • Vuil Afvoer Maatschappij (VAM) te Wijster: bestemmingsplan geschreven voor dit Drentse bedrijventerrein waarop afval-gelieerde bedrijven zich kunnen gaan vestigen en waar afvalstromen hergebruikt gaan worden. Het is de bedoeling dat waterstromen hier een grote rol gaan spelen. • Harmelerwaard: de verhuizing van glastuinbouwbedrijven uit Vleuten naar de Harmelerwaard in verband met de bouw van Leidsche Rijn, levert de mogelijkheid op om een tuinbouwgebied duurzaam in te richten door
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
17
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
bijvoorbeeld clustervorming van bedrijven, gezamenlijke waterbassins, energiecentrales etc. Business Park Ymond: een gedeelte van het terrein van Hoogovens in IJmuiden wordt ingericht als nieuw bedrijventerrein, waarop de te vestigen bedrijven gebruik kunnen maken van infrastructuur, energiebronnen en diensten van Hoogovens. Milieuboulevard Groningen: clustering van afvalverwerkende bedrijven die zich richten op recycling en hergebruik. Op dit nieuw te ontwikkelen terrein (met deels verhuisde bedrijven) wordt een eigen waterzuivering gecreëerd voor de behandeling van afvalwater. Avantis European Science and Business Parc: nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in Nederlands-Duitse grensgebied (Heerlen-Aken), waarin onder andere hergebruik van water en een gesloten waterhuishouding gepland zijn. Hiervoor wordt onderzocht of het mogelijk is het effluent van een rwzi van het Zuiveringschap Limburg in te zetten als industriewater. Agro Industrieel Complex Dinteloord: in elkaar passend geheel van bedrijven die grondstoffen, reststoffen, energie en water van de Coöperatieve Suiker Unie hergebruiken in de periode dat de suikerbietinstallaties niet in gebruik zijn. Het gaat hier om zand, klei, kalk en proceswater, waar bestemmingen als een keramisch bedrijf, een groenteen kruidendrogerij en een grondbedrijf voor gevonden zijn. Axelse Vlakte/Autrichepolder: hier worden kansen voor de ontwikkeling van dit duurzame bedrijventerrein in de Kanaalzone Zeeuws-Vlaanderen onderzocht, die vervolgens gebruikt worden om de wensen van betrokkenen te inventariseren. Van dit project in de ontwerpfase is niet bekend hoeveel aandacht er voor ‘water’ is. Bedrijventerrein De Krogten bij Breda: in het kader van revitalisering van dit bedrijventerrein wordt er op langere termijn gekeken naar gezamenlijke water- en energievoorzieningen voor verschillende bedijven aldaar. Momenteel is de aandacht gericht op afvalinzameling, benutting van restwarmte, benutting van verpakkings-materiaal etc. Ecofactorij in Apeldoorn: sinds 1995 houdt de gemeente Apeldoorn zich bezig met de vraag hoe er een grootschalig bedrijventerrein ontwikkeld kan worden met een hoge ruimtelijke kwaliteit en duurzame stedenbouw, op een zodanige wijze dat het terrein aantrekkelijk is voor innovatieve industrie. Er wordt aandacht geschonken aan energie-, water- en afvalvoorzieningen, maar het gehele project bevindt zich nog in de beginfase. Boekelermeer-Zuid bij Alkmaar: proefproject voor duurzame bedrijfsvoering op bedrijventerrein, waaraan verschillende instanties deelnemen; het is onbekend hoeveel aandacht men voor water heeft. Waterpact van Twente: plannen voor de optimalisatie van de waterketen in de regio Almelo/Wierden (gezamenlijke watersystemen en waterketenplanning) en de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein aldaar. De plannen verkeren in het beginstadium. Maasvlakte 2: een verkenning naar industriële clustering op dit terrein is reeds uitgevoerd, waar onder andere gedacht is aan cascaderen van koelen proceswater, het centraal zuiveren van het afvalwater en het recirculeren van proceswater. In de regio Eindhoven wordt voor het bedrijventerrein Meerhoven (bij Veldhoven) een plan opgesteld om industriële waterverbruikers naar het industriegebied te trekken met de bedoeling industriewater en huishoudwater uit oppervlaktewater te gaan leveren. Even verderop, bij Maarheeze in de buurt, wordt onderzocht of koppeling van proceswater
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
18
•
perspectieven biedt, maar ook deze studie verkeert nog in een verkennende fase. In de buurt van Oss is men actief op het gebied van de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein, hoe industriewater geleverd kan worden en hoe industrieel afvalwater doorgeleverd kan worden.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
19
•
Projecten waar weinig van bekend is, zijn: • Boxmeer, Uden en Boxtel (Provincie Noord-Brabant is betrokken) • Dordrecht, Gouda, Bleiswijk, Hoogezand-Sappemeer, Zutphen, Groningen, Haarlemmermeer (alle in relatie met onderzoek door Novio Consult) • Industriegebied Nijmegen • Renkum • Ede • Terneuzen • Zoeterwoude • Delfzijl
Meer informatie is te vinden in: •
Bijlage 1 van dit rapport
•
"Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgave van het Ministerie van Economische Zaken.
•
"Duurzame bedrijventerreinen. Handreiking voor het management van bedrijven en overheid." Uitgave van het Ministerie van Economische Zaken, november 1998.
3.2 Hergebruik van effluent Maastricht: clustering t.b.v. waterhergebruik
In de omgeving van Maastricht is enkele jaren geleden een clusterproject (het ‘e-waterproject Maastricht’) gestart, waaraan negen bedrijven meedoen. Het gaat om een ziekenhuis en een aantal bedrijven uit de cement-, papier-, glasen tegel- en chemische industrie, die alle voor hun productieproces water gebruiken. Uitgangspunt voor dit project is de gedachte dat beperking van het gebruik van het schaars wordende grondwater mogelijk moet zijn door afvalwater her te gebruiken. Hiermee is kostenbesparing voor de individuele bedrijven een feit, omdat deze bedrijven door minder water te verbruiken, minder heffingen en belastingen moeten betalen en ook minder kosten voor de inkoop van water maken. Het doel van het project is een reductie van 80% van het grondwater te behalen. Als eerste zullen de bedrijven de interne procesvoering moeten optimaliseren door de waterbehoefte te inventariseren en waterhergebruik en afvalwaterverwerking daarop af te stemmen. Als tweede wordt gedacht aan optimalisatie van de cluster zelf door onderling te distribueren en gezamenlijk een afvalwaterzuiveringsinstallatie in gebruik te nemen. Er wordt gebruik gemaakt van een nieuw aan te leggen e-waterleidingnet, dat uit twee leidingen bestaat, te weten één voor de aanvoer van gezuiverd industriewater (het e-water) en één voor de afvoer van afvalwater. Het e-water wordt bereid uit membraan-gefiltreerd Maaswater en uit gezuiverd groevewater van de cementindustrie. Het afvalwater van alle clusterbedrijven gaat naar de afvalwaterinstallatie van een papierfabriek, alwaar het gezuiverd wordt. In tegenstelling tot andere deelnemende bedrijven wordt het ziekenhuis niet gevoed met e-water, maar levert het alleen afvalwater aan de afvalwaterinstallatie van de papierfabriek. De e-Water Group b.v. is een dochteronderneming van de Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) en het Zuiveringsschap Limburg (ZL). Deze groep is bij het Maastrichtse project nauw betrokken, onder andere in de vorm van een financiële investering, kennislevering en vergunningverlening. Ze is namelijk verantwoordelijk voor de realisatie van de e-waterlevering, voor de centrale afvalwaterzuivering en neemt voor de deelnemende bedrijven de investering over. Bij een eventuele calamiteit met invloed op de waterkwaliteit, kunnen de deelnemende bedrijven terugvallen op het reguliere drinkwaternet
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
20
van WML. Voor kennis omtrent bijvoorbeeld waterkwaliteitszaken en zuiveringstechnieken kan men een beroep doen op het waterleidingbedrijf en het zuiveringsschap. Ook het overnemen van de Wvo-vergunning (door de eWater Group) behoort in de toekomst wellicht tot de mogelijkheden. Drijfveren voor de e-Water Group om zo’n project op te richten, zijn: een gunstige kosten/baten-verhouding, de zorg voor het milieu, het overdragen van kennis en het sluiten van de interne waterkringloop bij bedrijven. Novem is de initiatiefnemer van het project en heeft WML erbij betrokken. De e-Water Group voert meerdere projecten uit, maar bij alle projecten wordt een bepaalde werkwijze met betrekking tot de waterhuishouding van een bedrijf gevolgd. Zo wordt in eerste instantie beoordeeld of het bedrijf voldoende goodhousekeeping-maatregelen heeft uitgevoerd. Vervolgens wordt met een e-waterscan de waterhuishouding van een bedrijf in drie stappen in kaart gebracht, te weten: • inventarisatie van het bedrijfsproces waarmee inzicht verkregen wordt in de waterbalans van het bedrijf; • het in kaart brengen van de besparingsmogelijkheden en het aandragen van alternatieve bronnen voor waterlevering; • het formuleren van doelstellingen voor projecten die een optimale verhouding hebben tussen investering en besparing op het gebied van de waterhuishouding. Het derde actiepunt in de werkwijze van de e-Water Group betreft het uitvoeren van de in de waterscan voorgestelde maatregelen, zoals bijvoorbeeld het scheiden van afvalwaterstromen van schone stromen of het cascaderen. Deze wijze van optimaliseren van de waterhuishouding is overigens een voorwaarde voor deelname aan projecten waar de e-Water Group bij betrokken is. Voordelen van het e-waterproject Maastricht zijn dat er kosten bespaard kunnen worden en dat er op het integrale milieuvlak actie ondernomen wordt. Momenteel verkeert men in een fase, waarin men vooral de financiële en technische mogelijkheden inventariseert. Het blijkt namelijk dat een pijpleiding vanuit de cementindustrie naar de rest van de clusterbedrijven hoge kosten met zich meebrengt, omdat deze pijpleiding onder de stad door gelegd moet worden. In de pers is bovendien bekend gemaakt dat door de besparing op drinkwater en de verlaging van de rioolbelasting voor de industrie, de waterkosten voor de burgers verhoogd moeten gaan worden met ongeveer fl. 30,- per huishouden. De zuiveringsinstallatie van de gemeente is immers voor een bepaalde capaciteit gebouwd en deze vaste kosten dienen gecompenseerd te worden. Waarschijnlijk is emissiereductie van milieubelastende stoffen naar het afval- of oppervlaktewater geen primaire drijfveer voor de bedrijven om deel te nemen aan het e-waterproject Maastricht. Er is geen algemene milieuwinstanalyse uitgevoerd, maar zo’n analyse kan hier wellicht wel duidelijkheid bieden. Bovendien kan nagedacht worden over wie de verantwoordelijkheid heeft als er ergens in het productieproces iets misgaat. Los van deze kritische punten lijkt het een goed initiatief, maar er moet nog wel het een en ander gebeuren voordat het project in uitvoering kan gaan. Oostelijk Zuid-Limburg: hergebruik van rwzi-effluent als e-water
In oostelijk Zuid-Limburg in de regio Heerlen/Kerkrade en Heerlen/Aken, is een project opgestart waarin rwzi-effluent als e-water ingezet kan worden op verschillende bedrijventerreinen. In deze regio bevindt zich een aantal drinkwaterverbruikers, die hun processen ook met water van een lagere kwaliteit zouden kunnen uitvoeren en die dus kunnen overstappen op e-water. Het gaat hier onder andere om bedrijven in de sectoren textielveredeling,
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
21
aluminiumsmelterijen en de chemie. Ook hier is de e-Water Group b.v. betrokken. Het effluent van de rwzi Kaffeberg te Kerkrade doet dienst als e-waterbron en krijgt op de bedrijventerreinen de functie van koelwater, ketelvoedingwater en wellicht sprinklerinstallatiewater. Er is gekozen voor het hergebruik van effluent van de rwzi Kaffeberg, omdat dit water de laagste prijs heeft, in ruime hoeveelheden geleverd kan worden en van goede kwaliteit is. In het najaar van 1998 is een optimalisatieproef uitgevoerd naar de zuiveringsmethoden voor het rwzi-effluent. Het effluent bevatte namelijk teveel zwevend stof, opgeloste organische verbindingen en voedingsstoffen en moest om die reden gefiltreerd worden. Hierdoor zouden de zuiveringskosten stijgen met als gevolg een kleinere winst. Om bacterievorming in leidingen te verminderen zijn membraanfiltratie en vlokkingsfiltratie als mogelijkheden onderzocht, maar op dit moment zijn de definitieve uitkomsten van het onderzoek nog niet bekend. Volgens de werkwijze van de e-Water Group, zijn de waterstromen op de bedrijventerreinen in kaart gebracht om zo een leidingnet te kunnen ontwerpen, dat uiteindelijk een dubbel karakter krijgt (drinkwater en e-water). Door in plaats van drinkwater het e-water in te zetten voor koelfuncties en dergelijke, kan er aanzienlijk op drinkwater bezuinigd worden. Bovendien wordt de waterkringloop voor een deel gesloten, want voorheen werd het rwzi-effluent afgevoerd, terwijl er nu hergebruik in het spel is. Er getracht de financiering rond te krijgen, maar het is niet zeker of dit gaat lukken. Project Everstekoog (Texel): hergebruik effluent rwzi tegen verdroging
Op Texel is in 1994 het proefproject ‘Everstekoog’ gestart, dat uit een tweetal gedeeltes bestaat. Het eerste gedeelte omvat een nazuivering van het rwzieffluent in een moerassysteem met onder andere een helofytenfilter, alwaar de zuurstofhuishouding (verbetering), kleur (helder) en geur (afname) van het effluent verandert en het effluent desinfectie ondergaat. Dit kwalitatief verbeterde water wordt vervolgens bij het tweede projectgedeelte ingezet, te weten bij de aanleg van natte infrastructuur om zo een bijdrage te leveren aan beperking van de verdroging van de omringende polders. De doelstelling van het project is dus tweeledig; ten eerste verdrogingsbestrijding omdat er op Texel relatief weinig zoet oppervlaktewater is en ten tweede het verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit (voor viswater en veedrenking). Na drie jaar proefdraaien concludeert men voorzichtig dat deze twee doelstellingen gehaald zijn. Hergebruik rwzi-effluent Den Helder voor ontzilten zeezand
In Den Helder wordt effluent van de rwzi Den Helder gebruikt als spoelwater voor het ontzilten van zand uit de Waddenzee en de Noordzee. Het ontzilte zand kan vervolgens op het land worden toegepast. Vanuit de ontziltingsinstallatie wordt het spoelwater, met het poriewater uit het zand, geloosd op het Noordhollandsch Kanaal en op het Balgzandkanaal. Hergebruik van rwzi-effluent Kaatsheuvel voor de Efteling
Klaterwater is de naam van het nagezuiverd effluent, dat door de Efteling wordt ingezet voor de watervoorziening op het recreatie- en het golfpark. Er speelden in 1995 een drietal problemen met de betrekking tot de watervoorziening, te weten: • onvoldoende grondwater om de vijvers en beregening in het recreatiepark op peil te houden; • overmatige hemelwaterafvoer door relatief kleine buffercapaciteit van oppervlaktewaterbassins op het recreatiepark;
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
22
•
problemen met het verkrijgen van een beregeningsvergunning met grondwater voor het golfpark. Om deze redenen besloten de betrokkenen om naar een alternatief te kijken, dat gevonden werd in het hergebruik van het effluent van de rwzi Kaatsheuvel. Na nazuivering voldeed dit water qua kwaliteit (kleur, samenstelling, zuurgraad, bacteriologie ed.), kwantiteit en aanvoer aan de eisen van de Efteling en werd de samenwerking tussen de Efteling en de waterkwaliteitsbeheerder een feit. Er is gekozen voor een helofytenfilter, dat qua functie en uitstraling in het park past. Door dit zogenaamde klaterwatersysteem te bouwen, is de grondwateronttrekking tot nul gereduceerd en infiltreert het hemelwater via oppervlaktewater op het recreatiepark naar infiltratievennen op het golfpark. Vanaf mei 1997 is het systeem operationeel. Hergebruik van afvalwater Kodak in rwzi Emmen voor defosfatering
Ten behoeve van defosfatering van effluent van de rwzi Emmen heeft het Zuiveringschap Drenthe tijdelijk afvalwater van Kodak Polychrome Graphics gebruikt. Dit bedrijf produceerde offsetdrukplaten, maar is nu failliet, waardoor deze wijze van defosfateren niet meer plaatsvindt. Voorheen werd dit aluminiumhoudende afvalwater één keer per maand op de riolering geloosd, maar in oktober 1998 is een doseerinstallatie gebouwd die de bestaande defosfateringsinstallatie voor ijzerchloride in de rwzi verving. In het geval van een te laag aluminiumgehalte in het afvalwater, trad automatisch de defosfateringsinstallatie in werking. Voor zowel het bedrijf als het zuiveringsschap leidde deze samenwerking tot economische voordelen, maar leidde dit ook tot de verbetering van het oppervlaktewater. Waarschijnlijk vindt dedosfatering momenteel weer op de oude manier plaats, te weten met ijzerchloride. Onderzoek naar optimaal watersysteem bij Garenveredeling Aalten
Bij het textielveredelingsbedrijf Garenveredeling Aalten b.v. is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een optimaal functionerend watersysteem. Er is namelijk een verhuizing van een woonwijk naar een industrieterrein gepland, waarvoor de nieuwbouw medio 2000 verwacht wordt. Deze nieuwbouw is de aanleiding om de toekomstige watervoorziening en afvalwaterlozing eens onder de loep te nemen en dit gebeurt dan ook in dit onderzoek. De rwzi van Aalten en het bedrijf komen naast elkaar te liggen, waardoor het voor de hand ligt te onderzoeken of samenwerking voordelen oplevert. Als eerste is de huidige watersituatie in beeld gebracht en hieruit blijkt dat voor het garenveredelingsproces gebruik kan worden gemaakt van grondwater of rwzi-effluent. Het afvalwater van het bedrijf, dat veel kleurstoffen en zouten bevat, wordt zodanig behandeld dat die kleurstoffen en zouten verwijderd worden. Er is een drietal scenario’s opgesteld voor de behandeling van het afvalwater en het (her)gebruik van rwzi-efluent. Deze scenario’s zijn: • direct hergebruik van afvalwater in hetzelfde proces (koelwater wordt reeds hergebruikt); • direct hergebruik van afvalwater na buffering (in hetzelfde proces); • hergebruik van afvalwater (na behandeling) op verschillende niveaus van bedrijfsonderdelen (deelstroom, afdeling, cluster, ed.). Momenteel worden deze mogelijkheden nader onderzocht en meegenomen in de planvorming, waarna één van deze mogelijkheden geïmplementeerd zal worden.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
23
Hergebruik water in regio Emmen ten behoeve van glastuinbouw
In de omgeving van Emmen wordt een tweetal projecten uitgevoerd, waarin water hergebruikt wordt als gietwater voor de glastuinbouw. Het eerste project betreft het hergebruik van koelwater van DSM Resins te Schoonebeek; bij het tweede project wordt het effluent van de rwzi van Emmen hergebruikt. Beide projecten verkeren nog in de onderzoeksfase en er is weinig informatie beschikbaar. Hergebruik effluent rwzi Willem Annapolder
Voor de rwzi Willem Annapolder te ‘s-Gravenpolder in Zeeland is onderzoek gedaan naar het hergebruik van effluent als landbouw-, drink- of industriewater. Schaarste van niet-verontreinigd zoet water en modernisering van de zuiveringsinstallatie (gepaard gaande met hoge kosten) zijn de redenen voor dit onderzoek geweest. In juni 1997 is onderzocht voor welke optie (landbouw-, drink- of industriewater) het met membraanfiltratie behandelde effluent toegepast kan worden. Voor het beregenen van landbouwgebieden bleek het water te nutriëntrijk en te zout te zijn, waardoor zuiveringskosten te hoog werden. De zouten en mineralen waren juist weer wél nodig voor drinkwater, maar werden met membraanfiltratie uit het water verwijderd, waardoor deze optie ook niet relevant bleek. Bovendien was er de beperkte sociale acceptatie, want het drinken van afvalwater heeft een negatief imago. Voor de afzet van industriewater was meer interesse, waardoor investeringsmogelijkheden voor het verlagen van gehaltes zwevend stof en zout, toenamen. Er is toch besloten niet verder te gaan met het project, omdat de zuivering van de nanofiltratie-brij te duur was en de productie van industriewater daardoor onrendabel. Ook ten opzichte van het industriewater, dat Delta Nutsbedrijven in de omgeving te bieden heeft en dat uit oppervlaktewater geproduceerd wordt, was deze optie te duur. Hergebruik effluent Solvay Pharmaceuticals bij stortplaats Nauerna
In de toekomst gaat effluent van Solvay Pharmaceuticals te Amsterdam wellicht dienst doen als koolstofbron voor de zuivering van het effluent van stortplaats Nauerna nabij het Noordzeekanaal en Zaandam. In het percolatiewater van de stortplaats zit namelijk te weinig koolstof voor de verwijdering van stikstof in de biologische zuivering, en daar moet in het kader van de vergunningverlening en lozing op het Noordzeekanaal een oplossing voor gezocht worden. Solvay heeft een waterige CZV-rijke afvalstroom, die verbrand wordt maar in de toekomst wellicht toegepast kan worden als koolstofbron. Men is bezig het financiële plaatje rond te krijgen. Hergebruik effluent rwzi Velsen voor zandspoelinstallatie
Zandschepen die van zee terugkomen, ontziltten hun zand voorheen met zoet water uit het Noordzeekanaal of met het nog zoetere water uit de zijkanalen van het Noordzeekanaal. Dit gebeurde al varend, maar op dit ‘varend spoelen’ zijn restricties gekomen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de lozing van zout bezwaarlijk is voor het zoete milieu. Er is nu een verbod voor het varend spoelen op de zijkanalen van het Noordzeekanaal, maar niet voor het Noordzeekanaal zelf, omdat hier voldoende stroming is. Om voor het ontzilten in de zijkanalen een alternatief te bieden is een zandspoelinstallatie gebouwd nabij IJmuiden. Hiervoor wordt effluent van de rwzi Velsen gebruikt. Echter, doordat het ontzilten op het Noordzeekanaal nog gewoon toegestaan is, wordt er nog beperkt gebruik gemaakt van de zandspoelinstallatie.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
24
Projecten in de omgeving van Cuijk
In de regio Cuijk wordt een tweetal projecten uitgevoerd met betrekking tot het hergebruik van effluent, en wel met industrieel en met communaal afvalwater. Binnen het eerste project wordt momenteel een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar optimalisatie van de waterketen van onder andere een aardappelverwerkend bedrijf en een papierfabriek. Gedacht wordt aan het zuiveren, combineren en doorleveren van afvalwater om zo kosten te besparen en de belasting op de communale zuivering te verlagen. Het tweede project betreft de zuivering van communaal effluent van de rwzi te Cuijk in een helofytenfilter, waar nutriënten verwijderd worden. Het gezuiverde water wordt vervolgens ten behoeve van verdrogingsbestrijding ingezet bij een landgoed met natuurfuncties. Voorheen werd het effluent op de Maas geloosd en bij regenachtige weersomstandigheden zal deze lozing opnieuw plaatsvinden, maar men gaat er vanuit dat bij droog weer het rwzi-effluent volledig door het helofytenfilter behandeld wordt. De communale zuivering wordt momenteel gebouwd; het helofytenfilter wordt medio volgend jaar aangeplant. Hergebruik effluent van rwzi Etten
In 1999 is een onderzoek afgerond naar de gebruiksmogelijkheden van het effluent van deze rwzi in de buurt van Doetinchem. De vraag was of dit effluent als grondstof kan dienen voor infiltratiewater tegen de verdrogingsbestrijding nabij pompstation De Pol, voor industriewater in de plaats van grondwater of voor huishoudwater in toekomstige Doetinchemse woonwijken. Voor deze drie soorten water zijn de zuiveringstechnieken besproken in een onderzoeksrapport, alsmede de financiële haalbaarheid. Het blijkt dat de drie mogelijkheden reëel zijn. Naast het effluent van de rwzi, zijn ook andere effluenten uit het beheersgebied van het betrokken waterschap in het onderzoek meegenomen (in mindere mate). Minder bekende projecten
Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van projecten die hetzij in een beginstadium verkeren, hetzij al enige tijd lopen, maar waarover weinig bekend is. • Hergebruik effluent rwzi Kamplandpolder: dit afvalwater met een laag debiet wordt reeds enkele jaren opnieuw toegepast in de akkerbouw. • Door de Taktische Taakgroep Water Brabant (met daarin vertegenwoordigers van waterschappen, waterleidingbedrijven en gemeenten/provinciën) is onlangs onderzoek verricht naar het hergebruik van effluenten in heel Nederland. De resultaten zijn verwerkt in een rapportage, alsmede in de documenten van het Ministerie van EZ over duurzame bedrijventerreinen. • Tussen enkele instanties in de regio Tilburg is een convenant afgesloten om bij twee nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen het effluent van de rwzi van Tiburg in te zetten; deze ontwikkelingen verkeren overigens nog in een beginstadium. Bovendien wordt wellicht op deze bedrijventerreinen gebruik gemaakt van sanitair water, industriewater en bluswater. Het effluent kan in de toekomst als beregeningswater of een golfterrein gaan dienen. Meer informatie is te vinden in Bijlage 2 van dit rapport.
3.3 Inzet van oppervlaktewater
Naast initiatieven op het gebied van hergebruik van effluent, is ook de inzet van oppervlaktewater als grondstof in opkomst. Mede in verband met de verdroging in (natuur)gebieden worden alternatieven gezocht voor
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
25
grondwater. In deze paragraaf wordt een beknopt overzicht gegeven van de bekendste, reeds lopende, projecten, maar de lijst is beslist niet volledig. Er zijn daarnaast vele onderzoeken uitgevoerd naar eco-water/grijs water en waterop-maat-principes in nieuw te bouwen woonwijken, zoals onder andere Almere, Leidsche Rijn, en IJburg. Op deze voorbeelden wordt in deze rapportage niet verder in gegaan. • Water uit Apeldoorns Kanaal wordt in de toekomst ingezet als proceswater voor de Eerbeekse Papierfabrieken, ten behoeve van de drinkwatervoorziening en voor infiltratie op het oostelijke gedeelte van de Veluwe ter voorkoming van de verdroging. • Gietwater in Helenaveen: vorig jaar is in het Noord-Brabantse Helenaveen een installatie in gebruik genomen waarmee men oppervlaktewater in gietwater voor tuinders omzet. Hierdoor worden de hoeveelheden gebruikt grondwater en drinkwater behoorlijk gereduceerd. • Industriewaterproject Veendam: levering van industriewater voor de zoutwinning aan Akzo Nobel in Delfzijl, uitgaande van oppervlaktewater uit een zijtak van het A.G. Wildervanckkanaal en uit het VeendamMusselkanaal. Met de bouw van dit oppervlaktewaterzuiveringsbedrijf kan het grondwater voor drinkwater benut worden. • Waterlevering vanuit het IJsselmeer: Bij Andijk wordt IJsselmeerwater opgepompt, dat tot halffabrikaat opgewerkt wordt en vervolgens bij waterleidingbedrijven deels tot drinkwater gevormd wordt. Bij Hoogovens maakt men van een ander gedeelte demiwater en weer een ander gedeelte gaat naar het Westelijk Havengebied van Amsterdam en naar papierfabriek Crown van Gelder. • Inzet van Biesboschwater: het water uit spaarbekkens in de Biesbosch is in beheer van het Waterwinningsbedrijf Brabantse Biesbosch, die dit water onder andere aan Delta Nutsbedrijven levert. Bij Delta wordt het water vervolgens gezuiverd tot industrie- en drinkwater. Door Delta wordt overigens ook afstromend polderwater in industriewater omgezet bij pompstation ‘de Braakman’ nabij Terneuzen. Voor de industrie in Pernis en Botlek zal medio 2000 ook Biesboschwater als grondstof gaan dienen, een initiatief van Waterbedrijf Europoort die er industriewater van gaat maken. • Brielse Meer-water: de industrie in het Europoort/Botlek gebied en op de Maasvlakte krijgen in de nabije toekomst industriewater, dat uit het Brielse Meer afkomstig is. Dit is het gevolg van een samenwerkingsverband tussen Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam en Waterbedrijf Europoort. • Ten oosten van Eindhoven is voor twee bedrijven uitgezocht of oppervlaktewater als proceswater dienst kan doen en of intern hergebruik mogelijk is. Volgens een betrokkene biedt dit project perspectieven en wordt het daarom voortgezet. • Op het industrieterrein Heide-Roerstreek bij Roermond zijn plannen om drie leidingnetten aan te leggen, te weten één voor drinkwater en twee voor ewater. Het gaat hier om e-water met twee verschillende kwaliteiten dat uit oppervlaktewater uit de nabijgelegen Oolderplas geproduceerd wordt. De afvalwatersituatie van het induastrieterrein blijkt zoals die was, namelijk lozing op de rwzi. Meer informatie is te vinden in Bijlage 3 van dit rapport.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
26
4 Discussie en conclusie .............................................................................................
In dit hoofdstuk wordt in eerste instantie een evaluatie gemaakt van deze rapportage, waarbij de onderverdeling hergebruik effluent/duurzame bedrijventerreinen wederom gemaakt wordt. Vervolgens wordt uiteengezet welke drijfveren er zijn om deel te nemen aan de doorlevering van water, gevolgd door knelpunten zoals die uit de huidige ervaringen naar voren zijn gekomen. Vervolgens wordt ingegaan op de rol van de overheid in deze, waarna in paragraaf 4.2 enkele conclusies getrokken worden.
4.1 Discussie Stand van zaken
Algemeen gezien is het zo dat redelijk veel actoren in Nederland betrokken zijn bij projecten op het gebied van hergebruik van effluent en duurzame bedrijventerreinen. De meeste projecten verkeren in de haalbaarheidsfase en er zijn maar weinig projecten op grote schaal in uitvoering gegaan. Ruimtelijke, economische, technische, juridische en bestuurlijke beperkingen blijken hierbij een rol te spelen en dienen te worden overwonnen. Hergebruik van effluent
Tien jaar geleden was het hergebruik van afvalwater of rwzi-effluent onbespreekbaar. Nu langzamerhand de kansen en economische voordelen duidelijker worden, gaan steeds meer instanties zich met hergebruik bezig houden. Er is echter nog steeds sprake van een imagoprobleem, met name voor huishoudelijke toepassingen en in de voedings- en genotmiddelenindustrie. In paragraaf 2.2 is ingegaan op de toepassing van rwzi-effluent in de industrie. Voor de laagwaardige industriële toepassing kan dit effluent ingezet worden als proces- en spoelwater, als (secundair) koelwater en als ketelvoedingswater. De volgende parameters kunnen echter kritisch zijn voor de toepassing van het effluent in de industrie: • gehalte ijzer en mangaan (verstopping, corrosie, verkleuring product) • zuurgraad; • gehalte nutriënten; • gehalte zwevend stof (productkwaliteit, slib); • saliniteit (corrosie); • hardheid (schaalvorming en verstopping); • bacteriologische betrouwbaarheid (verspreiding ziektes). Gezien de sterk wisselende samenstellingen van rwzi-effluenten, kunnen meerdere parameters kritisch blijken en kan deze lijst worden aangevuld per individuele situatie. Lokale omstandigheden (zoals provinciaal beleid en bijvoorbeeld de ligging van de industrie ten opzichte van de rwzi) bepalen ook of een optie haalbaar is. Uit onderzoeken (die zijn beschreven in paragraaf 2.2) blijkt dat er voor communaal afvalwater reeds onderzocht is welke kwaliteiten geschikt zijn voor doorlevering als industrie- of huishoudwater. Het lijkt er op dat voor industrieel effluent nog niet onderzocht is aan welke kwaliteit het effluent moet voldoen
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
27
om als proceswater te worden ingezet (gezien vanaf de aanbodkant). Dit is ook moeilijk, want de kwaliteit per afvalwater is verschillend, alsmede de toepassing per productiewijze. Incidenteel zijn er dus wel kwaliteitseisen voor afvalwater opgesteld, maar met de bedoeling dít water specifiek voor één bepaald proces in te zetten binnen de eigen bedrijfspoorten. Een andere benadering die hier genoemd kan worden, is de benadering vanaf de vraagkant. Bijvoorbeeld: Welke kwaliteit (afval)water heb ik nodig om dit water voor mijn productieproces in te zetten? Kan ik nog steeds produceren als het (afval)water minder schoon is?’ De industrie weet hier onvoldoende vanaf en durft het risico niet te nemen om water met een laagwaardige kwaliteit in te zetten. Ondanks dat er geen praktijkvoorbeelden zijn, kan er een stimulans uitgaan van: het uitvoeren van onderzoek, het voorstellen van goede afspraken en het aantrekkelijk maken van de optie van een laagwaardige kwaliteit Duurzame bedrijventerreinen
Bij de realisatie van duurzame bedrijventerreinen, zowel nieuwe als bestaande, heeft men te maken met vele actoren en belangen. Gemeenten, provincies, nutsbedrijven, individuele bedrijven, collectieve bedrijven en projectontwikkelaars zijn immers betrokken bij de ontwikkeling van deze terreinen. Bij de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein dient de initiatiefnemer voor het project relevante samenwerkingspartners te zoeken, zodat een gezamenlijke visie opgesteld kan worden. Men dient zich hier af te vragen hoe het duurzame bedrijventerrein er moet gaan uitzien, door wie en hoe het gerealiseerd dient te worden, wat de rol en de bereidheid tot medewerking van de verschillende partijen is en waar het ambitieniveau ligt. En, men dient vooral voldoende draagvlak te creëren door de te nemen maatregelen goed op elkaar af te stemmen. Het is overigens een bekend gegeven dat het succes van een duurzaam bedrijventerrein sterk afhangt van beslissingen in een zo vroeg mogelijk stadium; hoe eerder de ambities bepaald worden, en hoe eerder het wateraspect in de planvorming meegenomen wordt, hoe groter de kans van slagen. Dit lijkt een open deur, maar komt in discussies telkens weer naar voren. Opvallend is hier dat bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein men het nog niet aandurft een dubbel waterleidingnet aan te leggen omdat nog niet bekend is welke bedrijven zich gaan vestigen. Hoewel ‘water’ laag op de agenda staat bij de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen en de meeste aandacht uitgaat naar energie, ruimte, afval en logistiek, kan voor ‘water’ concreet gedacht worden aan de volgende voorzieningen: • optimalisatie van de interne waterhuishouding; • inzet van industriewater (e-water) en oppervlaktewater bij productieprocessen; • hergebruik van afvalwater van andere bedrijven op het bedrijventerrein (matchen) inclusief een intermediair die voor leveringszekerheid kan zorgen; • bouw en gebruik van een collectieve waterzuiveringsinstallatie gebaseerd op ‘duurzame’ zuiveringstechnieken; • opvang en gebruik van hemelwater (voor bijvoorbeeld bluswater); • benutting van een gezamenlijk waterbassin en waterleidingsysteem; in gebruikname van een dubbel waterleidingnet; • onderzoek doen naar de relatie tussen energie en water; • gebruik van duurzame bouwmaterialen in verband met afkoppeling en hergebruik (bijv. geen zinken dakgoten); • afwatering via natuurlijk verloop laten plaatsvinden en zorgen voor goede buffering met wadi’s ed.;
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
28
•
toepassing van water als ordenend principe bij de ontwikkeling van de terreinen; inplanning van bestaande waterlopen; • ontsluiting over water (de zgn. modale shift). De laatste twee punten behoeven wellicht enige uitleg. Met ‘water als ordenend principe’ wordt bedoeld dat water in de ruimtelijke ontwikkelingsfase meegenomen wordt en dat bijvoorbeeld een vennetje, gevuld met hemelwater, als architectonisch onderdeel van het bedrijventerrein voor de bluswatervoorziening zorgt. De ‘ontsluiting over water’ springt daar op in doordat een oppervlaktewaterstroom aan de rand van het bedrijventerrein voor de ontsluiting zorgt en een zekere ‘natuurlijke belevingswaarde’ heeft. Een waterpartij trekt immers ook allerlei organismen aan, waarvan het leuk is om naar te kijken en die het duurzame karakter van het bedrijventerrein versterken. Drijfveren
Wat beweegt bedrijven om aan de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen mee te doen en om effluent van anderen te gebruiken? Als eerste blijken hier vooral economische factoren een rol te spelen. Er vallen immers kosten te besparen als men duur drinkwater of schaars grondwater door kwalitatief lager water kan vervangen. Op de tweede plaats spelen de zogenaamde milieu-aspecten een rol, die ook vaak worden uitgedrukt in kosten. Voor de vervanging van grondwater door oppervlaktewater of industriewater is immers hoge druk nodig voor het oppompen (en dus energie). Er zijn ook hoge (energie)kosten gemoeid met de aanleg van een tweede waterleidingnet en ook dat dient te worden afgewogen wat voor milieu én economie de beste resultaten geeft. Emissiereductie speelt een kleine rol. Met het oog op emissies moet men aandacht schenken aan hulpstoffen die moeten worden toegevoegd indien men gaat doorleveren. Te denken valt dan aan situaties met biocides, zuurgraad, desinfectie, metaalconcentratie en zwevend stof gehalte. Dit zou kunnen worden onderzocht door een algehele milieuanalyse uit te voeren. Bovendien is aandacht voor de interne waterhuishouding essentieel. Dit behoort zelfs tot de eerste doelstelling behoort als het gaat om watermanagement. Emissiereductie moet voorop blijven staan en het mag niet zo zijn dat het doorleveren van afvalwater een reden is om geen aandacht meer te besteden aan emissiereductie. Daarom moet eerst intern alles geoptimaliseerd zijn, alvorens aan extern hergebruik te gaan denken. Knelpunten
Ondanks de bovenstaande voordelen en kansen om tot watermanagement over te gaan, onderneemt het bedrijfsleven nog niet en masse actie. TNO-MEP geeft in een rapportage de volgende knelpunten voor de invoering aan: • de initiatieven zijn recent en er is tijd nodig om ze bij alle betrokkenen onder de aandacht te brengen; de voorfase, te weten het creëren van draagvlak en het initiëren van ideeën, kost veel tijd; • er is nog weinig ervaring opgebouwd en er is weinig sprake van kennisuitwisseling; • er spelen in sommige gevallen juridische problemen, als het gaat om vergunningen; tevens kan de onderlinge afhankelijkheid voor bedrijven een reden zijn om zich terughoudend op te stellen; • financiering en lange terugverdientijden zijn vaak vertragende factoren. Voor meer informatie over planvorming, knelpunten en dergelijke wordt verwezen naar de volgende documenten van het Ministerie van Economische Zaken: "Duurzame bedrijventerreinen - Handreiking voor het management van bedrijven en overheid" en "Terreinwinst voor economie èn milieu", beide daterend van eind 1998.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
29
Rol van de overheid
De taken van de overheid kunnen volgens betrokkenen (waterleidingmaatschappijen en bedrijfsleven) als volgt worden weergegeven: • er moet duidelijkheid komen met betrekking tot kwaliteitsnormen waaraan verschillende watersoorten moeten voldoen, als hergebruik van toepassing is; • vergunningverlening moet aangepast worden aan de mogelijkheid om water door verschillende bedrijven te laten gebruiken; het ene bedrijf is immers een soort afvalverwerker voor de ander en daar moet de vergunningverlening op worden afgestemd; een milieuzorgsysteem en een stolpvergunning zouden hier ingangen voor kunnen zijn; • waterschappen en andere (lokale) overheden kunnen potentiële bedrijven nader tot elkaar brengen om zo gezamenlijke waterbesparing bespreekbaar te maken; deze bedrijven kunnen bijvoorbeeld door gemeenten geïnformeerd en gestimuleerd worden. Tussentijdse evaluatie is overigens ook belangrijk om de actoren enthousiast te houden; • ‘water’ bij de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein een rol laten spelen en dan zó dat emissiereductie en interne kringloopsluiting voorwaarden zijn; ook de relatie energie en water (bij koelwaterprocessen, transport ed.) kan hier zeker genoemd worden.
4.2 Conclusie
Uit deze rapportage is naar voren gekomen dat een aantal waterkwaliteitsbeheerders op de een of andere manier betrokken is bij de ontwikkeling van een duurzame waterhuishouding op (duurzame) bedrijventerreinen. Op dit moment is echter nog niet geheel duidelijk wat de rol van de waterkwaliteitsbeheerders is. Ook het hergebruiken van communaal en industrieel afvalwater behoort tot de aandachtsvelden, hoewel er voor communaal afvalwater meer aandacht is. Vele plannen in Nederland verkeren nog in een verkennende fase, waarin haalbaarheidsstudies worden uitgevoerd. Vooral de samenwerkende waterketeninstanties uit de regio’s met verdrogingsproblematiek kunnen hier als actieve actoren genoemd worden. Er is in zekere mate aandacht voor de watersituatie op bijvoorbeeld duurzame bedrijventerreinen, maar dit kan verbeterd worden. Ten eerste staan dit soort initiatieven nog niet heel lang in de aandacht, waardoor men nog een beetje moet ‘wennen’ aan het werken aan een duurzame watersituatie. En ten tweede wordt water nog als een te goedkope grondstof beschouwd, waardoor het een lagere prioriteit krijgt. Economische redenen zijn vooralsnog de belangrijkste reden om aan watermanagement te doen, terwijl de groene milieugedachte een beperkte rol speelt. Vergunningverlening blijkt ook in sommige gevallen een stimulerende factor, vooral de vergunning voor grondwateronttrekking, omdat deze de bedrijven dwingt naar andere waterbronnen te zoeken. Emissiereductie speelt hierin een ondergeschikte rol. Juist die verschillende watersoorten en afwijkende watervoorzieningen op industrieterreinen vergen kennis en geld. Bovendien behoort het stimuleren en bij elkaar brengen van actoren tot het takenveld van de overheid, alsmede het verschaffen van duidelijkheid met betrekking tot vergunningverlening en kwaliteitsnormen van diverse watersoorten. Indien bedrijven in eerste instantie aangezet worden tot het optimaliseren van hun interne waterhuishouding, is vervolgens de externe waterhuishouding aan de beurt. In dat geval wordt voor
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
30
het duurzame karakter van een bedrijventerrein zorg gedragen en behoort het hergebruik van effluent in de toekomst tot de normaalste zaak van de wereld.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
31
Literatuur .............................................................................................
Artikelen uit tijdschriften:
• •
H2O nr. 13-1998 pag. 6-7: "Kringloopsluiting: een kwestie van imago". H2O nr. 14-1998 pag. 22-25: "Hergebruik van gezuiverd afvalwater voor verdrogingsbestrijding" (naar aanleiding van STOWA rapport 96-24). • H2O nr. 15-1998 pag. 8: "Onderzoek naar membraanfiltratie van effluent". • H2O nr. 18-1998 pag. 36-38: "Uitbreiding AWZI Waarde, een zuiver product van marktwerking". • H2O nr. 2-1999 pag. 19-21: "Schotten tussen drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering gaan verdwijnen". • H2O nr. 7-1999 pag. 11-13: "Marktwerking in industriewatervoorziening". • H2O nr. 13-1999 pag. 4-5 en 6-7: "Efficiënt watergebruik houdt industrie volop bezig" en "Industrie verlangt duidelijke regels over watervoorziening". • Diverse artikelen uit de knipselkrant "Water in de pers", behorende bij het tijdschrift H2O. • ROM Magazine, nr. 7/8 juli/augustus 1998, pag. 30-32: "Duurzame bedrijventerreinen, het belang van het begin" door B. Needham en D. Ginter. • Polytechnisch Tijdschrift (PT) juni/juli 1998, pag. 52-55: "Waterwereld ontdekt de vrije markt". • Handhaving, blad voor uitvoerders en handhavers van milieuwetten, nr. 2 maart/april 1999, pag. 27: "Wel nestkastjes, geen schaamgroen" en "Duurzame ontwikkeling". • Diverse artikelen uit het Nieuwsblad "Stromen", een tweewekelijks vakblad over duurzame ontwikkelingen in energie en milieu, uitgegeven door Ten Hagen & Stam bv in samenwerking met Novem. Publicaties m.b.t. duurzame bedrijventerreinen
•
• •
•
• •
•
"Duurzame bedrijventerreinen - handreiking voor het management van bedrijven en overheid" uitgegeven door Ministerie van Economische Zaken (rapport 14-R-27, november 1998). "Terreinwinst voor economie én milieu" uitgegeven door Ministerie van Economische Zaken (rapport 14-R-28, november 1998). "Nieuwe kansen voor bestaande terreinen - een onderzoek naar de problemen en oplossingen van verouderde bedrijventerreinen in Nederland" geschreven door Heidemij Advies in opdracht van Ministerie van Economische Zaken (rapport 14-R-22, maart 1996). Congresverslag behorende bij congres "Duurzame bedrijventerreinen" op 3 december 1998, uitgegeven door Ministerie van Economische Zaken (rapport 14-R-29). "Verkenning duurzame bedrijventerreinen" geschreven door TNO-MEP in opdracht van Novem (rapport R98/022, januari 1998). Uitgave van TNO-MEP, datum onbekend: "Visie van TNO Milieu, Energie & Procesinnovatie met betrekking tot duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen". Startnotitie "Sturing en instrumentarium voor realisatie industriële ecologie (MIL-001)", rapport RO1-3734005D, geschreven door Tauw, 19 maart 1999.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
32
•
•
• • • • •
•
"39 Ideeën voor een nieuw duurzaam bedrijventerrein - handleiding met checklist voor gemeenten", uitgegeven door Milieufederatie Noord-Holland (A. de Vries) in december 1998. "Handreiking efficiënt ruimtegebruik op bedrijventerreinen", geschreven in opdracht van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant en in samenwerrking met Arcadis (11 februari 1999). Nota "Milieu en Economie, op weg naar een duurzame economie" uit 1997, uitgegeven door Ministeries van VROM, EZ, LNV en V&W. Novio Consult Magazine, mei 1999, pag. 6-7: "Duurzame bedrijventerreinen"; inclusief bijbehorende memo van Novio Consult zelf. Nieuwsbrief door TNO-MEP "Duurzaam Nieuws" nummer 2 (1997): Industriële ecologie: duurzame bedrijfsterreinen" (pagina 1-2). Internetsite Novem (www.novem.nl) met informatie over duurzame bedrijventerreinen. Reader bij congres "Succesvolle aanpak van duurzame bedrijventerreinen" op 19 november 1999, Amsterdam, Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Discussiemiddag in klein verband bij IWACO Den Bosch naar aanleiding van rapport ‘Ontwikkeling van duurzamere bedrijventerreinen: inhoud en proces - De drijvende kracht van wateraspecten en water als energiedrager’ van M. Bosman (18 mei 2000).
Publicaties m.b.t. hergebruik effluent
• •
•
• •
Rapportage naar aanleiding van NVA-symposium "Biologisch gezuiverd effluent; grondstof of eindproduct?" (16 oktober 1997). "Hergebruik van gezuiverd afvalwater ten behoeve van verdrogingsbestrijding" geschreven door Tauw en Iwaco in opdracht van STOWA (rapport 96-24, september 1996) "Inventarisatie van gebruiksmogelijkheden van het effluent van de rwzi Etten", Witteveen+Bos, Waterschap Rijn en IJssel en Waterbedrijf Gelderland, mei 1999. Rapportage naar aanleiding van Watersymposium ’99 op 13 april 1999 met de titel "Water als energiedrager". De tekst van diverse sprekers is gebruikt. Internetsite Delta Nutsbedrijven (www.delta-zld.nl)
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
33
Bijlage 1: Meer informatie over duurzame bedrijventerreinen .............................................................................................
Multimodaal Transport Centrum (MTC) Valburg
Betrokkenen: • Knooppunt Arnhem-Nijmegen (samenwerkingsverband 25 gemeenten) • Provincie Gelderland te Arnhem • Ministerie van Verkeer & Waterstaat • TNO-MEP te Apeldoorn • Zuiveringsschap Rivierenland te Arnhem Literatuurbronnen: • Duurzaam Nieuws (Nieuwsbrief TNO-MEP), nummer 3 1998: "MTC Valburg speelt in op de toekomst" • TNO-MEP folder met titel "Duurzame bedrijventerreinen" • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken • Handhaving (tijdschrift voor uitvoerders en handhavers van milieuwetten), nr. 2 maart/april 1999: "Wel nestkastjes, geen schaamgroen" • ROM Magazine nr 11 november 1998: "Naar een duurzaam multimodaal transportcentrum Valburg" • Persoonlijke mededelingen dhr. P. de Gouw, verbonden aan stuurgroep van het MTC Valburg De Rietvelden / De Vutter in Den Bosch
Betrokkenen: • GTD Oost-Brabant te Boxtel • Gemeente Den Bosch • Provincie Noord-Brabant te Den Bosch • Bedrijven (waaronder Heineken) Literatuurbronnen: • “Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken • "39 Ideeën voor een nieuw duurzaam bedrijventerrein - Handleiding met checklist voor gemeenten." Uitgegeven door Milieufederatie NoordHolland, december 1998. • Persoonlijke mededelingen dhr. Hartjes, GTD Oost-Brabant Duurzame bedrijventerreinen in Zaanstad
Betrokkenen: • Energie Noord-West te Zaandam • PWN Waterleidingbedrijf te Bloemendaal • Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier te Edam • Gemeente Zaanstad Literatuurbronnen: • Persoonlijke mededelingen hr. De Vries, PWN Regio Midden te Wormerveer • Persoonlijke mededelingen hr. Nugteren, Gemeente Zaanstad
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
34
Europoort Botlek / INES project
Betrokkenen: • Stichting Europoort / Botlek Belangen te Rozenburg Literatuurbronnen: • "Verkenning duurzame bedrijventerreinen", TNO-MEP rapport R98/022 in opdracht van Novem, januari 1998. • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken • "INES-project: Water op Maat." Uitgegeven door Stichting Europoort/Botlek Belangen (EBB), mei 1998. • Management samenvatting uit "INES Industrieel EcoSysteem, eindrapport". Uitgegeven door Stichting Europoort/Botlek Belangen. • Persoonlijke mededelingen dhr. Willems, EBB Industrieterrein Moerdijk
Betrokkenen: • Electriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) • Shell Nederland Chemie te Moerdijk • NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) • NV Provinciale Noordbrabantse Energie-Maatschappij (PNEM) • Industrie- en Havenschap Moerdijk • Industriële Kring Moerdijk (zitting: 12 bedrijven) • Waterleidingmaatschappij Noord-West Brabant te Breda (WNWB) • Hoogheemraadschap van West-Brabant te Breda • Novem Literatuurbronnen: • "Verkenning duurzame bedrijventerreinen", TNO-MEP rapport R98/022 in opdracht van Novem, januari 1998. • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. • "Duurzame bedrijventerreinen; Handreiking voor het management van bedrijven en overheid". Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. • "AVI Moerdijk, de weg van het afval". Uitgegeven door AZN Moerdijk. • "Van 81 mogelijkheden naar 10 trajecten". Eindrapport van de Omgevingsverkenning Milieurelevante Technologieën, in opdracht van Ministerie VROM. TNO-STB en TNO-MEP, juni 1998. • Presentatie "Samenwerking in Brabant: illustratief voor de toekomst" door de heren A.E. van Giffen en M. Groenendijk tijdens het Watersymposium 1999 op 13-4-1999 met als thema "Water als energiedrager". Verslaglegging door Technologie Centrum Corrosie te Bilthoven. • H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 2 van 23 januari 1998, blz. 6: "Industriewaternet voor West- en Midden-Brabant." • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 20 februari 1998: "Nieuw waternet voor industriewater." • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 22 januari 1998: "Nieuw net voor distributie van industriewater." • Persoonlijke mededelingen van dhr. A. van Giffen, Hoogheemraadschap van West-Brabant, Breda. Hessenpoort Zwolle
Betrokkenen: • Gemeente Zwolle
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
35
• Energiebedrijf EDON te Zwolle • Waterleiding Maatschappij Overijssel te Zwolle Literatuurbronnen: • Nieuwsblad Stromen, editie 1 mei 1999: "Duurzame bedrijventerreinen Hessenpoort Zwolle." Uitgegeven door o.a. Novem. • Presentatie "Geïntegreerde water- en energievoorziening Industrieterrein Hessenpoort Zwolle" door dhr. J.H.A. Driessen tijdens het Watersymposium 1999 op 13-4-1999 met als thema "Water als energiedrager". Verslaglegging door Technologie Centrum Corrosie te Bilthoven. • Presentatie "Duurzame energie- en watervoorziening op bedrijventerreinen" door de heren W. Westendorp, J.H.A. Driessen en H. Reurich tijdens Congres Duurzame Bedrijventerreinen op 3 december 1998; Verslaglegging door Ministerie van EZ, afdeling Ruimtelijk Economisch Beleid, januari 1999. Bedrijvencluster Etten-Leur
Betrokkenen: • Gemeente Etten-Leur • Waterleidingmaatschappij Noord-West Brabant te Breda • Hoogheemraadschap van West-Brabant te Breda Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen van dhr. A. van Giffen, Hoogheemraadschap van West-Brabant, Breda. Vuil Afvoer Maatschappij (VAM) te Wijster
Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. Wiegman, Zuiveringsschap Drenthe (nu Waterschap Velt en Vecht) Harmelerwaard
Literatuurbron: • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Business Park Ymond
Literatuurbron: • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Milieuboulevard Groningen
Literatuurbron: • "Duurzame bedrijventerreinen; Handreiking voor het management van bedrijven en overheid". Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Avantis European Science and Business Parc
Literatuurbron: • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
36
Agro Industrieel Complex Dinteloord
Literatuurbron: • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Axelse Vlakte/Autrichepolder
Betrokkenen: • Zeeland Seaports • Provincie Zeeland • TNO Literatuurbron: • TNO-MEP folder met titel "Duurzame bedrijventerreinen" Bedrijventerrein De Krogten bij Breda
Literatuurbron: • "Terreinwinst voor economie èn milieu, de praktijk van duurzame bedrijventerreinen." Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Ecofactorij in Apeldoorn
Betrokkenen: • Gemeente Apeldoorn • NUON • Veluws Afval Recycling (VAR) te Wilp (bij Apeldoorn) Literatuurbron: • Presentatie "De totstandkoming van een nieuw duurzaam bedrijventerrein ‘Ecofactorij’" door dhr. Th.M.G. Kuijpers tijdens Congres Duurzame Bedrijventerreinen op 3 december 1998; Verslaglegging door Ministerie van EZ, afdeling Ruimtelijk Economisch Beleid, januari 1999. Boekelermeer-Zuid bij Alkmaar
Betrokkenen: • Provincie Noord-Holland • Gemeente Alkmaar • Ministerie van Economische Zaken • Energie Noord-West • Kamer van Koophandel Literatuurbron: • Presentatie "Initiatieven in Noord-Holland voor duurzame bedrijventerreinen, theorie en praktijk" door M.I. Nip en A. Epskamp tijdens Congres Duurzame Bedrijventerreinen op 3 december 1998; Verslaglegging door Ministerie van EZ, afdeling Ruimtelijk Economisch Beleid, januari 1999. Waterpact van Twente
Betrokkenen: • Gemeente Almelo • Gemeente Wierden • Waterschap Regge en Dinkel te Almelo • Waterleidingmaatschappij Overijssel NV te Zwolle • Provincie Overijssel Literatuurbron: • Werkplan 1999, Waterpact van Twente, 15 februari 1999 (S. Meijerink)
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
37
Maasvlakte 2
Literatuurbron: • TNO-MEP folder met titel "Duurzame bedrijventerreinen" Regio Eindhoven
Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. P. Hoenderdos, Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant Oss
Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. P. Hoenderdos, Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
38
Bijlage 2: Meer informatie over hergebruik van effluent .............................................................................................
Maastricht: clustering t.b.v. waterhergebruik
Initiatiefnemers: • Nederlandse Vereniging voor Energie en Milieu (Novem) te Utrecht • Krachtwerktuigen Bedrijfsadviseurs te Amersfoort • KIWA Onderzoek en Advies te Nieuwegein Deelnemende bedrijven/instellingen (alle in omgeving Maastricht): • e-Water group b.v., bestaande uit: Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) te Maastricht en Zuiveringschap Limburg (ZL) te Roermond. • Ciba Specialty Chemicals • Eerste Nederlandse Cement Industrie N.V. (ENCI) • KNP Leykam (papier) • Meerssen Papier • Vereenigde Glasfabrieken • MOSA WTF (wandtegels) • MOSA VTF (vloertegels) • Sphinx Sanitair • Sphinx Tegels • Academisch Ziekenhuis Maastricht • Papierfabriek Sappi (centrale waterzuivering) Literatuurbronnen: • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 13 nov 1998: "Maastrichtse bedrijven gaan over op E-water" • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 13 nov 1998: "E-water kost Maastrichtse burger geld" • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 12 jan 1999: "Waterkwaliteit differentiatie op komst" • Chemisch Magazine, juni 1998: "Industrieën bezuinigen fors op water" • E-waterkrant maart 1998 en oktober 1998, uitgave van NV Waterleidng Maatschappij Limburg • Watersymposium 1999 (op 13-4-1999) met als thema "Water als energiedrager", presentatie ‘Totaal watermanagement voor het industriecluster Maastricht’ van ir. J..P.M. Ernes, blz. 55 t/m 59 in het gelijknamige boek met de lezingen tijdens het symposium. Verslaglegging door Technologie Centrum Corrosie te Bilthoven. • Persoonlijke mededelingen dhr. R. Akkermans, e-Water Group b.v. (Waterleiding Maatschappij Limburg te Maastricht) Oostelijk Zuid-Limburg: hergebruik van rwzi-effluent als e-water
Deelnemende bedrijven/instellingen: • Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) te Maastricht • Zuiveringsschap Limburg (ZL) te Roermond (Rwzi Kaffeberg te Kerkrade) • Bedrijventerreinen te Kerkrade: Dentgenbach, De Locht, Spekholzerheide, Willem-Sophia • Bedrijventerreinen te Heerlen: Beitel en Beitel-Zuid • Bedrijventerrein tussen Heerlen en Aken (grensoverschrijdend) Literatuurbronnen: • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 24 december 1998: "Ewater voor bedrijventerreinen"
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
39
• • •
E-waterkrant maart 1998 en oktober 1998, uitgave van NV Waterleiding Maatschappij Limburg H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 1 van 12 januari 1999, blz. 4 Persoonlijke mededelingen dhr. R. Akkermans, e-Water Group b.v. (Waterleiding Maatschappij Limburg te Maastricht)
Project Everstekoog (Texel): hergebruik effluent rwzi tegen verdroging
Proefproject uitgevoerd door Universiteit van Utrecht en door het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier te Edam. Literatuurbronnen: • Persoonlijke informatie dhr. J. Tel van Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier te Edam. • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 6 februari 1998: "Wie wil afvalwater drinken?" • Presentatie "Van effluent tot bruikbaar oppervlaktewater" door R. Kampf en anderen tijdens het NVA-symposium "Biologisch gezuiverd effluent; grondstof of eindproduct?", gehouden op 16-10-1997 te Apeldoorn; verslaglegging in apart rapport én in H2O nr. 26 (24-12-1997) blz. 798 ev. Hergebruik rwzi-effluent Den Helder voor ontzilten zeezand
Betrokkenen: • Noordhollandse Vereniging van Producenten van Bodemspecie (NVPB) te Haarlem • Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier te Edam Literatuurbron: • Beschikking (nr. 2.97.0030) in het kader van de Wvo door bovengenoemd Hoogheemraadschap, dd. 29-10-1997. Hergebruik van rwzi-effluent Kaatsheuvel voor de Efteling
Betrokkenen: • De Efteling te Kaatsheuvel • Bureau Grondwater van de provincie Noord-Brabant te Den Bosch • Hoogheemraadschap van West-Brabant te Breda • Waterschap De Dongestroom te ‘s-Gravenmoer Literatuurbronnen: • Presentatie "Effluent als alternatieve bron voor de Efteling" door mevrouw A.M.E. Noordegraaf-Hoogeveen tijdens het NVA-symposium "Biologisch gezuiverd effluent; grondstof of eindproduct?", gehouden op 16-10-1997 te Apeldoorn; verslaglegging in apart rapport én in H2Onr. 26 (24-12-1997) blz. 798 ev. • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 6 februari 1998: "Wie wil afvalwater drinken?" • Persoonlijke mededelingen van dhr. A. Van Giffen, Hoogheemraadschap van West-Brabant te Breda
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
40
Hergebruik van afvalwater Kodak in rwzi Emmen (project beëindigd)
Betrokkenen: • Zuiveringsschap Drenthe te Assen • Kodak Polychrome Graphics te Emmen Literatuurbronnen: • H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 23 van 13 november 1998: "Zuiveringsschap Drenthe gebruikt afvalproduct Kodak." • Persoonlijke mededelingen dhr. Wiegman, Zuiveringsschap Drenthe te Assen. Onderzoek naar optimaal watersysteem bij Garenveredeling Aalten
Betrokkenen: • Garenveredeling Aalten bv te Aalten • Opdrachtgever RIZA te Lelystad • TNO-MEP (te Apeldoorn) en TNO-Industrie (te Enschede) Literatuurbronnen: • "Waterkringloopsluiting bij Garenveredeling Aalten b.v.", TNO-MEP rapport nr. R 99/165, april 1999. • Persoonlijke mededelingen G. Harmsen, RIZA Lelystad. Hergebruik water in regio Emmen ten behoeve van glastuinbouw
Literatuurbron: • Persoonlijke mededeling dhr. Wiegman van Zuiveringsschap Drenthe te Assen. Hergebruik rwzi-effluent Willem Annapolder (project beëindigd)
Betrokkenen: • Waterschap De Zeeuwse Eilanden te Goes • Delta Nutsbedrijven te Middelburg Literatuurbronnen: • Persoonlijke mededelingen dhr. Nieuwlands van bovengenoemd waterschap • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 6 februari 1998: "Wie wil afvalwater drinken?" Hergebruik effluent Solvay Pharmaceuticals bij stortplaats Nauerna
Betrokkenen: • NV Afvalzorg te Haarlem; stortlocatie te Nauerna • Regionale Directie Noord-Holland (Rijkswaterstaat) te Haarlem Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. Van Gelder, Regionale Directie NoordHolland (Rijkswaterstaat) Hergebruik effluent rwzi Velsen voor zandspoelinstallatie
Betrokkene: • Regionale Directie Noord-Holland (Rijkswaterstaat) te Haarlem Literatuurbron: Persoonlijke mededelingen mevr. Van Dijk, Regionale Directie Noord-Holland (Rijkswaterstaat) Projecten in de omgeving van Cuijk
Betrokkene: • Waterschap de Maaskant te Oss Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. Beurskens, Waterschap de Maaskant.
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
41
Hergebruik effluent rwzi Etten
Betrokkenen: • Waterschap Rijn en IJssel te Doetinchem • NV Waterbedrijf Gelderland te Velp • Witteveen + Bos te Deventer Literatuurbron: • Eindrapport "Inventarisatie van gebruiksmogelijkheden van het effluent van de rwzi Etten", geschreven door Witteveen + Bos, d.d. 26-05-1999. Hergebruik effluent rwzi Kamplandpolder in akkerbouw:
Betrokkene, onder andere: • Waterschap Zeeuwse Eilanden te Goes Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. Nieuwlands van Waterschap Zeeuwse Eilanden Taktische Taakgroep Water
Betrokkene, onder andere: • GTD Oost-Brabant te Boxtel Regio Tilburg
Betrokkenen: • Gemeente Tilburg • Tilburgsche Waterleidingmaatschappij • Hoogheemraadschap van West-Brabant • Waterschap de Dongestroom • Waterschap de Dommel Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. M. de Wit, Tilburgsche Waterleidingmaatschappij
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
42
Bijlage 3: Meer informatie over initiatieven oppervlaktewater .............................................................................................
Water uit Apeldoorns Kanaal
Betrokkenen: • Waterbedrijf Gelderland te Velp • Nuon Water te Velp • Waterschap Veluwe te Apeldoorn • Eerbeekse Papierfabrieken Literatuurbronnen: • Knipselkrant bij tijdschrift H2O, Water in de pers, 29 april 1999: "Water uit het kanaal en toch lekker" • H2O(tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 25 van 11 december 1998: "Infiltratieproject met kanaalwater." Gietwater in Helenaveen:
Betrokkenen: • Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant • Grontmij • Dienst Landbouwkundige Voorlichting (DLV) Literatuurbronnen: • Polytechnisch Tijdschrift, juni/juli 1998: "Waterwereld ontdekt de vrije markt". Industriewaterproject Veendam
Betrokkenen: • Akzo Nobel te Delfzijl • Waterleidingmaatschappij voor de Provincie Groningen (WAPROG) Literatuurbron: • "Verkenning duurzame bedrijventerreinen", TNO-MEP rapport R98/022 in opdracht van Novem, januari 1998. Industriewaterproject Twente
Betrokkenen: • Waterleidingbedrijf Oost-Twente te • AVI-Twente te Enschede • in toekomst wellicht: Akzo, Holland Signaal, STVM en Fleuregio in Hengelo Literatuurbron: • "Verkenning duurzame bedrijventerreinen", TNO-MEP rapport R98/022 in opdracht van Novem, januari 1998. Waterlevering vanuit het IJsselmeer
Betrokkenen: • Waterleidingmaatschappij Rijn-Kennemerland te Andijk/Nieuwegein • Gemeentewaterleidingen Amsterdam • PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland te Bloemendaal
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
43
Inzet van Biesboschwater
Betrokkenen: • Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch • Delta Nutsbedrijven te Goes • Waterbedrijf Europoort te ... Literatuurbronnen: • Watersymposium 1999 (op 13-4-1999) met als thema "Water als energiedrager", presentatie "Hybride ultrafiltratie van Biesboschwater; het beste van twee werelden" van ir. A.J Martijn en ir. J.M.J. Waals, blz. 3 t/m 13 in het gelijknamige boek met de lezingen tijdens het symposium. Verslaglegging door Technologie Centrum Corrosie te Bilthoven. • H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 19 van 18 september 1998: "Waterbedrijf Europoort gaat industriewater leveren." Brielse Meer-water
Betrokkenen: • Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam • Waterbedrijf Europoort Literatuurbron: • H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 1 van 12 januari 1999: "Water uit Brielse Meer voor industrie in havengebied." Regio Eindhoven
Betrokkenen: • Campina • Daf • Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant te Den Bosch Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. P. Hoenderdos, Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant Regio Roermond
Literatuurbron: • Persoonlijke mededelingen dhr. R. Akkermans, e-Water Group, Maastricht • H2O (tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer), nr. 6 van 19 maart 1999: "Industriewaterproject Roermond: toetssteen voor systematische aanpak."
Duurzame bedrijventerreinen en hergebruik van effluent
44