design 2030 – aardrijkskunde
Design 2030 Les aardrijkskunde 3de graad
Auteurs: Dirk Staelens: VTI-Roeselare – scholengemeenschap St.-Michiels Peter Hantson: lector technologische opvoeding Arteveldehogeschool http://www.arteveldehs.be
© 2010
Arteveldehogeschool – design 2030 Dit materiaal auteursrechterlijk beschermd. Verboden te kopiëren, te vermenigvuldigen of te verspreiden buiten deze context zonder bronvermelding en uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
1
design 2030 – aardrijkskunde
2
Inhoud Inhoud ............................................................................................................................................................... 2 1 Grondstoffen ontdekken, ontginnen , verwerken en consumeren....................................................... 3 1.1 Inleiding in de wereld van de aardolievoorziening............................................................... 3 1.2 Aardolie productie en aardolieverbruik ................................................................................ 5 1.3 Besluit................................................................................................................................... 13 2 Meer mensen voor minder grondstoffen............................................................................................. 14 2.1 De Hubbertspeak .................................................................................................................. 14 2.2 Detailanalyse......................................................................................................................... 15 3 Duurzaam leven .................................................................................................................................. 28 3.1 Brundtlandrapport................................................................................................................. 28 3.2 Borgmann en zijn visie op techniek...................................................................................... 29
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde
3
1 Grondstoffen ontdekken, ontginnen , verwerken en consumeren 1.1
Inleiding in de wereld van de aardolievoorziening
In deze paragraaf gaan we na wie de spelers zijn op de aardoliemarkt. Wie produceert aardolie? Wie verbruikt er veel benzine, fuel of kerosine? Gaat het om dezelfde landen? Hoe is de evolutie in productie en verbruik? Tevens kunnen we ons ook afvragen of de evolutie in productie en verbruik gelijke tred houdt met de groei van de wereldbevolking? Door het bestuderen van onderstaande kaarten en tabellen, gaan we een antwoord zoeken op al deze vragen. Wie is wie in aardolieland? OPEC: Organisation of Petrol Exporting Countries of de organisatie van petroleum uitvoerende landen. Ze controleren een groot deel van de verhandelde olie zodat ze een grote invloed kunnen uitoefenen op de prijs van de ruwe olie. OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Ze groeperen de meest geïndustrialiseerde landen ter wereld. Het zijn deze de landen die veel olie nodig hebben voor hun economie. Engelse afkorting: OECD Organisation for Economic Cooperation en Development NIC: Newly Industrialized Countries: zijn landen die zich snel aan het industrialiseren zijn. Ze worden gekenmerkt door een jaarlijkse grote economische groei. Veel van deze landen bevinden zich in het dichtbevolkte ZO-Azië: de zogenaamde Aziatische tijgers. Bron1: De OPEC landen
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde Bron 2 De OESO landen
Bron 3: De NICs
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
4
design 2030 – aardrijkskunde
5
Opdracht 1: Hoe kunnen de OPEC-lidstaten de prijs van de aardolie beïnvloeden? _________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Opdracht 2: Waarom is voor de Oeso-landen aardolie van zo’n groot belang? _____________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Opdracht 3: Bij de NICs behoren twee grote landen uit ZO-Azië. Welke?_________________ Opdracht 4: Waarom kunnen zij in de toekomst een belangrijke rol spelen bij de vraag naar aardolie en de prijsvorming ervan? _______________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
1.2
Aardolie productie en aardolieverbruik
Eerst en vooral moet er duidelijk gemaakt worden dat wat er jaarlijks wordt geproduceerd aan aardolie ongeveer gelijk staat aan wat er jaarlijks wordt verbruikt. Enkel strategische voorraden zorgen voor kleine verschillen. Uit de kaarten en tabellen zal ook duidelijk blijken dat de productie en consumptielanden niet altijd samenvallen. Bron 4: aardolieproductie 1990 – 2008
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde Bron 5: evolutie van de aardolieproductie per werelddeel
Bron 6: de 20 grootste aardolieproducenten
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
6
design 2030 – aardrijkskunde
7
Opmerkingen: 1. het lage productiecijfer voor Kuweit 1990 heeft te maken met de bezetting door Irak in 1990; 2. in 1970 behoorde Kazachstan nog tot de USSR, vandaar het ontbreken van een cijfer; 3. na 1970 is de off shore productie begonnen ( zie China, Noorwegen, VK, Mexico…); 4. recent is men begonnen aan de ontginning van oliehoudende zanden ( zie Canada, Venezuela). Bron 7: aardolieverbruik 1990 –2008
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde
8
Opdracht 5: Hoe is de totale productie aan aardolie aan het evolueren sedert 1970? ______ __________________________________________________________________________ Opdracht 6: Op welke continenten wordt het meest aardolie geproduceerd? _____________ __________________________________________________________________________ Opdracht 7: Welk aandeel hebben de OPEC en de OESO in de totale wereldproductie? OPEC:_________________________
OESO: ____________________________________
Opdracht 8: Individueel zien we dat in bijna alle landen de productie nog stijgt. Slechts in enkele landen is de productie gedaald. Welke? ____________________________________ (Het zijn voornamelijk landen die reeds lang olie produceren en hun voorraden snel zien opdrogen) Opdracht 9: Enkele landen hebben in de laatste achttien jaar hun productieniveau nog meer dan verdubbeld. Welke?_______________________________________________________ Het gaat hier vooral om jonge productiegebieden. Opdracht 10: Welke twee Europese landen staan in de top 20? ______________________ Hoe groot was hun productie in 1970? ___________________________________________
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde Bron 8: evolutie van de aardolieconsumptie per werelddeel
Bron 9: de tien grootste verbruikers van aardolie in de wereld
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
9
design 2030 – aardrijkskunde 10
Opdracht 11: vergelijk de cijfers van de totale wereldproductie met het totale wereldverbruik wereldverbruik: __________________ wereldproductie: ________________________________ Wat stel je vast?________________________________________________________________ Opdracht 12: op welke continenten wordt de meeste aardolie verbruikt? __________________ _____________________________________________________________________________ Vergelijk dit met opdracht 6. Wat stel je vast? ________________________________________ _____________________________________________________________________________ Vergelijk de ontwikkelde landen met de ontwikkelingslanden. Wat stel je vast ivm met verbruik? _____________________________________________________________________________ Opdracht 13: de groei is niet overal even groot. In welke landen/gebieden is de groei klein? _________________________________________________________________________ In welke landen is de groei de laatste 20 jaar nog verdubbeld? ___________________________ Met welke groep van landen die we eerder bespraken komt dit overeen? ____________________
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 11 Bron 10: evolutie van de wereldbevolking
Bron 11: bewezen aardoliereserves
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 12 Bron 12: procentuele verdeling van de bewezen aardoliereserves
Opdracht 14: bestudeer de groei van de wereldbevolking tussen 1990 en 2007. Wat stel je vast voor - de geïndustrialiseerde wereld: ____________________________________________________ - de ontwikkelingslanden: _________________________________________________________ Vergelijk dit met de toename van het verbruik voor dezelfde periode zie opdracht 12 Wat kunnen we hieruit besluiten? ___________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Opdracht 15: bekijk de tabel met de reserves. Rekening houdend met het wereldverbruik van 2008 voor hoe lang kunnen we nog gebruik maken van aardolie _______________________________ ______________________________________________________________________________ In welke regio zijn het merendeel van de reserves geconcentreerd? ________________________ Begrijp je nu waarom deze regio zo belangrijk is voor het rijke Westen? ____________________ ______________________________________________________________________________
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 13
1.3
Besluit
- Productie en verbruik van aardolie in de wereld blijft stijgen. - De grootste productiegebieden zijn N-Amerika, Midden Oosten, Europa en Eurazië. - De geïndustrialiseerde wereld verbruikt bijna alles. De ontwikkelingslanden verbruiken bijna niets. - Nieuwe industrielanden zoals China en India doen het verbruik toenemen. - We hebben nog voor een kleine 50 jaar aardolievoorraden. - De voorraden concentreren zich voor meer dan 50% in het Midden-Oosten.
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 14
2 Meer mensen voor minder grondstoffen De vorige analyses en besluiten gebruik je om de komende redenering op te bouwen.
2.1
De Hubbertspeak
Hubbertspeak, ook wel Peak Oil genoemd, is het moment waarop een piek wordt bereikt in de olieproductie. Dit model is gebaseerd op het onderzoek in 1956 door M. King Hubbert, een Amerikaans geofysicus in dienst van Shell. De curve is op alle grondstoffen toepasbaar. Deze curve is een klassieke gausscurve. 1985
Bron: ASPO,2004 (Association for the Study of Peak Oil&Gas)
De verdeling van de productie wordt bepaald door de frequentie waarop daarvoor olie (of een andere energiebron) ontdekt wordt. Wanneer piekte de ontdekking van aardolie? ....................................... ....................................... Welke tendens herken je in de curve die de ontdekkingen van olievolumes in nieuwe oliebronnen voorsteld? ....................................... ....................................... ....................................... .......................................
Vanaf welk jaar wordt er meer geproduceerd dan ontdekt? ........................................... Rond welk jaar kent de olieproductie (en dus ook de olieconsumptie) mondiaal zijn peak? ......................................... Vanwaar de snelle daling van de curve? Leg een verband met vorige curve. .......................................... .......................................... .......................................... .......................................... ..........................................
http://www.gulland.ca/depletion/hubbertcurve.gif Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 15
Barrel of vat : bijna 159 l Giga : 1000000000 of 109 1Gb : 109 barrel 1 barrel = 0,14 toe
http://planetforlife.com/images/oilandgas.jpg
Analyseer deze gedetallieerdere Hubbertcurve. Besluit: ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. .............................................................................................................................
2.2
Detailanalyse
Raadpleeg de bronnen om de opdrachten uit te voeren.
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 16 theoretische Hubbertcurve
2090
1930
voor
na
2010 2020
Opdracht 1: noteer de wereldbevolking van 1930, 2010 en 2090. 1930: ..............................
2010: ..............................
< ½ van de wereldbevolking gebruikt aardolie
2090: ...............................
> 95% van de wereldbevolking gebruikt aardolie
Opdracht 2: onderzoek de ontginningsomstandigheden in de meest recente olievelden Gemakkelijke ontginning / moeilijke ontginning
Gemakkelijke ontginning / moeilijke ontginning
Effect op de kostprijs van aardolie: ............................................................. Problemen: ............................................................. ............................................................. ............................................................. .............................................................
Effect op de kostprijs van aardolie: ............................................................. Problemen: ............................................................. ............................................................. ............................................................. .............................................................
Opdracht 3: benoem het maatschappelijk model dat vanaf de jaren ’60 ophang maakt . Waardoor wordt dit systeem oa gekenmerkt ivm de productie en consumptie? Wat is de betekenis van de ‘Aziatische tijgers’? ............................................................. ............................................................. ............................................................. ............................................................. ............................................................. .............................................................
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 17 Opdracht 4: hoe is de afstemming van vraag en aanbod voor aardolie? Raadpleeg het diagram. ............................................................. ............................................................. Opdracht 5: welk effect heeft dit op de kostprijs van de olie? Begrijp je de karikatuur? ............................................................. ............................................................. ............................................................................................................................. Opdracht 6: is dit het enige dat de olieprijs mee bepaald? Raadpleeg de bron. ............................................................. ............................................................. ............................................................. ............................................................. Opdracht 7: welke invloed heeft dit op de prijs van andere basisgoederen? Raadpleeg de bron. ............................................................. ............................................................. Opdracht 8: welk effect heeft het verbruik (verbranden) van olieproducten? Lokale problemen / mondiale problemen
Lokale problemen / mondiale problemen
Welke: Welke: raadpleeg de bron ............................................................. .............................................................
Analyse van de gegevens: Opdracht 2: 1. off-shore ontginning van aardolie
een voet (feet – ft) = 0,3048 m
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 18 2. problemen tekst 1
Olielek niet vijf maar DERTIG keer groter dan gedacht
Elke dag 4 à 5 miljoen liter olie in zee volgens profs - Noodtoestand in vier Amerikaanse staten De ramp met het olieplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico blijft escaleren. Terwijl gisteren het griezelige nieuws bekendraakte dat er dagelijks niet 160.000 maar 800.000 liter ruwe olie in de zee stroomt, schatten Amerikaanse oceanografen na analyse van gegevens van de kustwacht en satellieten dat er dagelijks vier tot vijf miljoen liter olie lekt uit de drie gaten in de afgebroken boorpijp. Gaten die elke dag groter worden, en dus meer en meer lekken. Het zal nog minstens een maand duren voor die lekken gedicht kunnen worden, experts achten drie maanden realistischer.
Er is een algemene mobilisatie aan de gang van werkwilligen om de olie te ruimen. "Ik hoop dat ik er naast zit, maar dat is wat ik en mijn collega's vaststellen. Het zou er dus op neerkomen dat er nu dagelijks de onwaarschijnlijke hoeveelheid van 4 à 5 miljoen liter sterk vervuilende olie in zee loopt. Weet dat de lekken ten vroegste over
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 19
een maand gedicht kunnen worden, de meeste specialisten spreken zelfs van twee tot drie maanden". Ian MacDonald, professor Oceanografie
De uitgezette barrières die de oliestroom moesten indijken, spoelen aan door de ruwe zee.
Dergelijke oliebarrières moeten verhinderen dat de olie de Mississippi-delta instroomt.
Het olielek heeft volgens experts alle ingrediënten om er een megaramp van te maken: een onophoudende stroom olie die lekt onder water, een soort ruwe olie die makkelijk mixt met
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 20
water, wat op z'n beurt zorgt voor een dikke smurrie die moeilijk brandt en heel moeilijk oplost, op een plaats waar veel kwetsbare dieren broeden én een kustlijn die door de moerassen en mangroves erg moeilijk op te kuisen valt. Volgens Wes Tunnell, 'Coastal ecology and oil spill-expert' bij de A&M University-Corpus Christi in Texas, is deze ramp de "biggie" waar iedereen van wist dat hij ooit zou gebeuren. Ed Overton van Louisiana State University treedt hem bij: "Het is erg moeilijk om me in te beelden dat dit niet uitdraait op een verschrikkelijke ramp." Erger dan worst case scenario Nancy Kinner, directrice van het Coastal Response Research Center aan de University of New Hampshire, waar experts in olielekken al jaren trainingen volgen om in te grijpen bij een olieramp op zee, bevestigt dat de ramp in de Golf van Mexico "een combinatie is van alle slechte dingen die kunnen gebeuren" en dat wat zich nu voltrekt voor de kust van Lousiana "erger is dan het worst case scenario waar we in de opleiding voor trainen." "Eigenlijk onmogelijk" "Eigenlijk onmogelijk": zo omschreef British Petroleum (BP) in 2009 in het 52-pagina tellende veiligheidsplan de kans dat er een ongeluk met de Deepwater Horizon zou gebeuren waarbij olie in de Golf van Mexicon terecht zou komen. "En", zo staat er, "als dat toch zou gebeuren, dan zal door de afstand van het platform naar de kust en door de veiligheidsmaatregelen die we treffen er geen impact zijn op het milieu." Dat veilgheidsplan moest in 2009 ingediend worden bij de Federal Minerals Management Service om een boorvergunning te krijgen, wat wij een aanvraag voor een milieuvergunning noemen dus. BP van "zwaar overdreven" naar "valt niet te meten" Terwijl BP gisteren nog zei dat de Amerikaanse kustwacht en andere instanties de omvang van het lek "zwaar overdreven", luidt het ondertussen dat "niemand echt kan berekenen hoeveel olie er lekt". De kustwacht, met hulp van NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration), schat dat er momenteel minstens 900.000 à 1 miljoen liter per dag uit de drie lekken op een diepte van 1.500 meter in de Golf van Mexico ontsnapt. Elke dag een beetje meer, want de gaten in de lekkende pijp worden groter door corrosie. En het sleutelwoord is "minstens". In werkelijkheid is het veel, veel meer. Al 30 à 34 miljoen liter olie ontsnapt Ian MacDonald, professor Oceanografie aan Florida State University, vertelt dat wanneer je de cijfers van de kustwacht en de satellietgegevens goed bekijkt er al 30 à 34 miljoen olie ontsnapt is. "Ik hoop dat ik er naast zit, maar dat is wat ik en mijn collega's vaststellen. Het zou er dus op neerkomen dat er nu dagelijks de onwaarschijnlijke hoeveelheid van 4 à 5 miljoen liter sterk vervuilende olie in zee loopt. Weet dat de lekken ten vroegste over een maand gedicht kunnen worden, de meeste specialisten spreken zelfs van twee tot drie maanden. Dat het toerisme zware klappen gaat krijgen door de ramp staat nu al vast: naast de stranden is er in de regio erg populaire sportvisserij, goed voor duizenden jobs en miljoenen dollars. Halliburton Robert Wiygul, een advocaat uit Mississippi die de milieuaanvraag van BP kon lezen, zegt
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 21
dat BP in de 52 pagina's nergens zegt welke veiligheidsmaatregelen er dan wel specifiek zijn. De explosie die de Deepwater Horizon vorige week deed zinken, en waarbij 11 mensen omkwamen, zou gebeurd zijn doordat arbeiders van Halliburton Inc. een fout hadden gemaakt bij het "cementen", het inkapselen van de oliebron. Daardoor zou er gas ontsnapt zijn. Dat gebeurt wel vaker: tussen 1992 en 2006 waren er in de Golf van Mexico 39 ontploffingen op boorplatformen. In 18 gevallen gebeurde dat doordat de inkapseling van de bron niet goed gedaan was. Noodtoestand in vier staten In navolging van de Amerikaanse staten Louisiana en Florida hebben vrijdag ook Alabama en Mississippi de noodtoestand uitgeroepen vanwege de olievervuiling die de zuidkust van de Verenigde Staten bedreigt. Gouverneur Bob Riley van Alabama zei dat de olievervuiling een "ernstige bedreiging voor ons milieu en onze economie" vormt. Hij heeft overheidsinstellingen in zijn staat opdracht gegeven lokale gemeenschappen te helpen die door de olievervuiling worden getroffen. Gouverneur Haley Barbour van Mississippi wil de Nationale Garde in zijn staat inzetten. BP moet meer doen De Amerikaanse regering en de staat Louisiana hebben er inmiddels bij het olieconcern BP op aangedrongen meer te doen tegen de olievervuiling. Washington wil dat BP zich tot het uiterste inspant om een olieramp te voorkomen. Minister Janet Napolitano van Binnenlandse Veiligheid eiste vrijdag ''een zo krachtig mogelijke'' reactie. Zij en andere leden van de regering waren in Louisiana om de gevolgen van de olievervuiling in ogenschouw te nemen. Minister van Binnenlandse Zaken Ken Salazar zei botweg dat de regering "niet zal rusten voordat BP iedere druppel olie heeft opgeruimd". BP moet ook voor de kosten opdraaien, aldus de minister. De kosten voor de bestrijding van de olieramp bedragen dagelijks naar schatting 5 tot 7 miljoen dollar. De schade die de ramp heeft aangericht ligt al boven het miljard. Het boren van een 'relief well' gaat het bedrijf zeker nog eens 100 miljoen euro kosten. Het vervangen van het gezonken boorplatform zelf, eigendom van Transocean Ltd., betekent een kost van 700 miljoen. Defensie De Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates heeft vrijdag toestemming gegeven voor de inzet van zesduizend leden van de Nationale Garde om de olievervuiling tegen te gaan. Gouverneur Bobby Jindal van Louisiana had het ministerie van Defensie in Washington donderdag gevraagd om zesduizend leden van het Amerikaanse reserveleger in zijn staat te mobiliseren. De gardisten gaan helpen bij het schoonmaken van de kust en het beschermen van kwetsbare natuurgebieden tegen de olievervuiling, aldus een woordvoerder van het Pentagon.
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 22
Zelfs gevangen ingezet De autoriteiten van de zuidelijke Amerikaanse staat Louisiana hebben zelfs beslist gedetineerden in te schakelen om de kusten schoon te maken. Dat maakte gouverneur Bobby Jindal bekend. De plaatselijke gevangenisadministratie werkt samen met de Dienst voor Fauna en Visserij "om gedetineerden op te leiden opdat zij de federale agentschappen zouden helpen" die de zaak aanpakken, zei de gouverneur. Bovendien worden kaders gevormd van de Nationale Garde die uit reservisten van het leger bestaat en die worden opgeroepen bij noodsituaties. Bedoeling is dat die kaders op hun beurt anderen binnen de Nationale Garde opleiden. Kritiek op Obama President Barack Obama gaat voorlopig geen nieuwe olieboringen meer toelaten voor de Amerikaanse kust. Hij wil eerst weten wat de oorzaak was van de explosie op het olieplatform. Obama had recent een verbod op olieboringen voor een groot deel van de Amerikaanse kust opgeheven. Daardoor heeft de president veel kritiek over zich heen gekregen. Maar voorlopig gaan die plannen dus niet door, want het Witte Huis zal geen toestemming meer geven voor nieuwe olieboringen tot de ramp van de voorbije week is opgehelderd. (mvl) De Morgen 01/05/10 09u16
Tekst 2
Nieuwe commissie moet toezien op veiligheid olieboorplatforms
De Amerikaanse autoriteiten hebben de oprichting van een speciale commissie (Outer Continental Shelf Safety Board) aangekondigd, die in de toekomst moet toezien op de veiligheid van olieboorplatforms. Ook de controles op het gebruikte materiaal zullen versterkt
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 23
worden. Volgens de Amerikaanse minister van Binnenlandse Zaken Ken Salazar zal er strenger worden toegezien of de veiligheid op onder andere olieboorplatforms gerespecteerd wordt. Daarnaast zullen de activiteiten van de sector beter in het oog worden gehouden. Salazar benadrukte dat er een grondig onderzoek zal plaatsvinden naar de oorzaak van de milieuramp met het olieboorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico. De commissie zal eveneens bij de Amerikaanse president Obama aanbevelingen doen over mogelijke extra veiligheidsmaatregelen en nieuwe technologieën om soortgelijke rampen in de toekomst te kunnen vermijden. Het platform Deepwater Horizon zonk op 22 april in de Golf van Mexico. Elke dag stroomt er ongeveer 800.000 liter olie in zee. (afp/adv) De Morgen 04/05/10 08u44
2. olieontginning op de Noordpool
http://news.nationalgeographic.com/news/bigphotos/images/070824-arcticoil_big.jpg
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 24 Opdracht 4:
http://www.treehugger.com/20081030-oil-supply-versusdemand.jpg
Opdracht 6:
http://hubpages.com/hub/The-Evolution-of-Crude-Oil-Prices-Since-1970
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 25
opdracht 7:
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 26 Opdracht 7:
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 27 Opdracht 8:
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 28
3 Duurzaam leven 3.1
Brundtlandrapport 1. Het Brundtland-rapport is de naam waaronder het rapport Our common future uit 1987 bekend is geworden. Het rapport is geschreven door de World Commission on Environment and Development. De populaire naam verwijst naar de voorzitster van de commissie, de toenmalige Noorse premier Gro harlem Brundtland. De belangrijkste conclusie van het rapport was dat de belangrijkste mondiale milieuproblemen het gevolg waren van de armoede in het ene deel van de wereld en de niet duurzame productie en consumptie van het andere deel van de wereld. Het rapport riep voor het eerst op tot duurzame ontwikkeling.
2. Wat betekent dit voor de komende jaren? Ontdek de redenering in volgende simulatie voor de periode 1990 tot 2040 werk ze af en ontdek de betekenis van deze vaststelling! ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. .............................................................................................................................
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 29
3.2
Borgmann en zijn visie op techniek
Deze filosoof stelt dat techniek verrijking belooft maar verarming brengt; Apparaten en toestellen nodigen uit tot consumptie maar verkleinen ons ‘engagement’ met de wereld; Wie staat er nog stil bij het drinkbaar water dat schijnbaar zonder moeite uit de kraan komt? Onderzoek de volgende situaties: schrijf onder elk voorbeeld een reflectie in verband met Borgmans visie op techniek. Wie vertoont het meest ‘engagement’ met onze wereld?
Situatie 1:
............................................................................................................................. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. Situatie 2:
............................................................................................................................. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. .............................................................................................................................
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent
design 2030 – aardrijkskunde 30 Begrijp je in dit perspectief de volgende uitspraak? ‘We zwemmen in een zee van techniek’. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. ............................................................................................................................. .............................................................................................................................
Opleiding leraar secundair onderwijs – Arteveldehogeschool – Associatie Universiteit Gent