def0200122
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juni 2002 Hierbij bied ik u aan het jaarverslag van de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg (IMG) voor het jaar 2001. De Inspecteur Militaire Gezondheidszorg is belast met de bewaking van de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg en onderhoudt, naast zijn toezichthoudende taak, een functionele relatie met de Inspectie voor de Gezondheidszorg van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Gezien het bijzondere karakter van de krijgsmacht, waarbij militaire gezondheidszorg veelal ook in het buitenland en onder operationele omstandigheden wordt verleend, hecht ik veel belang aan het jaarverslag van de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg. Het jaarverslag biedt een overzicht van de activiteiten die de IMG in het afgelopen jaar ontwikkelde. Tevens treft u in dit jaarverslag de hoofdlijnen aan van het jaarverslag van de als bijzondere organisatie-eenheid bij de IMG ondergebrachte Stralingsbeschermingsdienst (SBD). De door de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg aan de orde gestelde zaken zijn op het militair geneeskundig functiegebied inmiddels bekend en krijgen, voor zover ze geen incidenten betreffen, voortdurende aandacht. Niettemin wil ik in deze reactie nader ingaan op een aantal zaken die de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg aan de orde stelt. Bij de totstandkoming van de Wet op de Medische Keuringen in 1995 is bij de voorgeschreven volgorde van selecties – met als afsluitend onderdeel de aanstellingskeuring – alleen een uitzondering gemaakt voor militair personeel (en politiefunctionarissen) waar het het veiligheidsonderzoek, de zogeheten «screening» betreft. Ik acht het ongewenst dat krijgsmachtdelen ná de aanstellingskeuring nog een nadere selectie toepassen. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg wordt onderzocht of de krijgsmachtdelen ná de aanstellingskeuring nog selecties uitvoeren. Als dit het geval is, zal ik maatregelen nemen. Met betrekking tot de klacht dat niet werd beschikt over een werkend keuringsregistratiesysteem kan ik u meedelen dat zo’n systeem thans wordt beproefd bij het Instituut voor Keuring en Selectie (IKS). Naar verwachting zal dit systeem in de loop van dit jaar volledig operationeel zijn. De besprekingen tussen het ministerie van Defensie en dat van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om tot een overeenkomst te komen over de inzet van de SAR-helikopter voor het transport van patiënten vanaf de Waddeneilanden zijn thans hervat, nadat deze eerder waren vastgelopen. Voorts is de inzet van helikopters een aandachtspunt bij de besprekingen over interdepartementale bestuursafspraken met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Als gevolg van de wet-BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) wordt de structuur van de medische zorgverlening van de krijgsmacht aangepast. In dit kader heeft de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar de zogenaamde «voorbehouden handelingen», de medische handelingen die zijn voorbehouden voor de arts. Dit defensiebrede onderzoek werd in februari van dit jaar afgerond. In het jaarverslag over 2001 heeft de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg, op basis van een in het voorjaar van 2001 gehouden deelonderzoek naar de «voorbehouden handelingen» bij de Koninklijke marine, vastgesteld dat het uitvoeren van de wet-BIG op een aantal punten tekort schoot. Ik hecht eraan op te merken dat dit deelonderzoek
1
meer dan een jaar geleden plaatshad, dat wil zeggen op het moment dat de geneeskundige dienst van de marine reeds was gestart met het aanpassen van de structuur van de medische zorgverlening. Inmiddels zijn die aanpassingen grotendeels uitgevoerd. Ten slotte onderschrijf ik het pleidooi van de IMG voor het inrichten van één centraal aanspreekpunt op het gebied van voedselveiligheid bij Defensie, die mede voortvloeit uit een nieuwe aanpak van de Keuringsdienst van Waren. Momenteel wordt hierover met de krijgsmachtdelen overleg gevoerd. De Staatssecretaris van Defensie, H. A. L. van Hoof
2
INSPECTIE MILITAIRE GEZONDHEIDSZORG JAARVERSLAG 2001
Inspectie Militaire Gezondheidszorg De Zwaluwenberg Utrechtseweg 219 1213 TR Hilversum Telefoon: 035-5773499 Fax: 035-5773490 E-mail:
[email protected] Website: www.img.mindef.nl
3
MANAGEMENTSAMENVATTING JAARVERSLAG 2001 IMG Militaire gezondheidszorg De Minister van Defensie heeft een bijzondere verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de militair. Enerzijds dient de militair optimaal inzetbaar te zijn of te worden, anderzijds wordt de militair door de overheid in omstandigheden gebracht die grote gezondheidsrisico’s kunnen inhouden. Aan de verantwoordelijkheid van de Minister wordt mede invulling gegeven door de militaire gezondheidszorg, met als kerntaak het verlenen van gezondheidszorg onder operationele omstandigheden; hierbij gedefinieerd als varen, vliegen en oefenen, inzet ten behoeve van vredesoperaties en oorlog. Daar waar niet structureel een beroep kan worden gedaan op civiele zorg dient er binnen de krijgsmacht een eigen zorgsysteem te zijn. Bewaking van de kwaliteit van de zorg De kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland wordt bewaakt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Militaire gezondheidszorg is door het bijzondere karakter van de krijgsmacht anders georganiseerd dan de civiele gezondheidszorg en wordt ook verleend buiten Nederland, vaak onder operationele omstandigheden. In het verleden is er daarom in overleg met IGZ een onafhankelijk toezichthoudend orgaan ingesteld binnen het Ministerie van Defensie, de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG). IMG toetst de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg onafhankelijk namens de Minister van Defensie, met een functionele relatie met de IGZ. Toezichtsinstrumenten De IMG toetst de kwaliteit van de zorg door: – Algemeen toezicht; – Thematisch toezicht; – Crisis/incidenten toezicht; – Klachtenbehandeling. Algemeen toezicht Dit toezicht bestaat uit het afleggen van werkbezoeken en het planmatig bezoeken van inrichtingen waar eerste- of tweedelijns zorg wordt verleend en het inspecteren volgens een vastgelegd protocol. Activiteiten in dit kader waren onder meer: •
Werkbezoek Forensische Sociale Psychiatrie (FSP) KL. Tijdens een werkbezoek heeft de IMG zich laten informeren over de taak en organisatie van de FSP en is gesproken over de wijze waarop de medewerkers van de FSP onderzoek verrichten.
•
Werkbezoek Gezondheidscentrum Seedorf. Gezamenlijk met een staffunctionaris van de IGK heeft de IMG een werkbezoek gebracht. Aanleiding hiertoe waren aanhoudende signalen over problemen aangaande het functioneren van de militaire gezondheidszorg. Er heeft overleg plaatsgevonden met de klachtencommissie NASAG en er is een procedure m.b.t. klachtenbehandeling besproken. Voorts is het functioneren van de Sociaal Medische Teams aan de orde geweest.
•
Werkbezoek Veteraneninstituut in Doorn. Op uitnodiging van de directeur Veteraneninstituut heeft de IMG een werkbezoek gebracht
4
met als doel kennis te nemen van de diverse activiteiten die in het instituut plaatsvinden ten behoeve van veteranen. •
Werkbezoek Afdeling Individuele Hulpverlening (AIH) KL. Tijdens het werkbezoek heeft de IMG zich laten informeren over de organisatie en organisatorische inbedding van de AIH. Voorts is gesproken over samenwerking met andere GGZ-instellingen van defensie en kwaliteitsborging van hun handelen. Daarnaast is gesproken over onderkende problemen bij de AIH, zoals terugkoppeling en dossiervorming, alsmede het functioneren binnen het SMT.
•
Werkbezoek Defensie Werving en Selectie (DWS). Tijdens het werkbezoek is de IMG geïnformeerd over de plannen DWS om te vormen tot het Instituut voor Keuring en Selectie (IKS). Gesproken is over het certificeringstraject van de medische keuring en activiteiten m.b.t. de kwaliteitsborging. Probleem is dat nog steeds niet beschikt kan worden over een werkend keuringsregistratiesysteem.
•
Werkbezoek vliegbasis Leeuwarden n.a.v. evaluatie inzet Search and Rescue (SAR) helikopter De IMG is aanwezig geweest bij een door de IGZ gehouden interview van de SAR bemanning, verricht in het kader van het onderzoek i.v.m. de cafebrand in Volendam. Naar aanleiding hiervan vraagt de IMG aandacht voor de volgende punten: – van te voren vaststellen of inzet van de SAR ten behoeve van secundaire patiëntentransport gewenst is; – in voorkomend geval een regeling daartoe vaststellen; – vaststellen wie verantwoordelijk is voor de patiënt tijdens de vlucht; – In voorkomend geval de dekking voor de waddeneilanden regelen.
•
Inspectiebezoeken gezondheidscentra/ziekenboegen. Een tweetal eerstelijns-zorginstellingen van de Koninklijke Landmacht is bezocht. Er werden onvolkomenheden geconstateerd op het gebied van de kwaliteitsborging. Overigens was sprake van het leveren van verantwoorde zorg.
Thematisch toezicht Thematisch toezicht houdt in een planmatig geprotocolleerd onderzoek gericht op een aspect van de verleende zorg, een kwaliteitssysteem of een deel van een zorgvoorziening. Dit betrof o.m.: •
Bekwaam aan boord. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenhang met het «Verkennend onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de Krijgsmacht». Geconcludeerd werd dat de frequentie van uitvoering van voorbehouden handelingen laag is. Met scholing wordt het nodige gedaan om ziekenverplegers bekwaam te maken. Het toezicht op bekwaamheidsonderhoud ontbreekt. De IMG adviseert maatregelen te nemen.
•
Verkennend onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de Krijgsmacht. Het onderzoek naar de uitvoering van de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) in theorie en praktijk bij de verschillende krijgsmachtdelen is voor een groot deel afgerond. Te verwachten is dat in het voorjaar van 2002 de resultaten hiervan zullen worden gerapporteerd.
5
Crisis/incidenten toezicht Er zijn 14 meldingen binnengekomen over misstanden in de zorg. De meldingen hebben zowel betrekking op zorginhoudelijke zaken als op organisatorische aspecten van de zorg. Maatregelen zijn o.a. aanbevolen t.a.v.: – de geneeskundige begeleiding van SAR-vluchten t.b.v. patiënten van de Waddeneilanden. – screening van uitgezonden personeel op TBC. – afstemming tussen de krijgsmachtdelen t.a.v. geneeskundige aspecten van gecombineerde acties. – de wijze van het afdoen van klachten door klachtencommissies. – duidelijkheid omtrent opleiding en inzet van AMV’ers. Klachtenbehandeling Het afgelopen verslagjaar werden er 32 nieuwe klachten in behandeling genomen. Voorts zijn 12 nog lopende klachten van het voorgaande jaar afgerond. De klachten hebben betrekking op alle aspecten van de gezondheidszorg. Ten opzichte van het vorig verslagjaar is het aantal klachten van de KL en KLu toegenomen. Aandachtspunten Naar aanleiding van de behandelde klachten wordt met name aandacht gevraagd voor: – zorgvuldige verslaglegging – heldere communicatie – adequate begeleiding tijdens revalidatie – goede procedures voor gegevensoverdracht en -verwerking
6
INHOUD
blz.
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Interne organisatie De Inspectie Militaire Gezondheidszorg Plaats in de organisatie Taakstelling Personeel Stralingsbeschermingsdienst
2. 2.1 2.2
2.9 2.10 2.11 2.12
Algemene functionele activiteiten Internetsite Inspectie Militaire Gezondheidszorg Praktijkperikel Nederlands Militair Geneeskundig Tijdschrift Overleg Inspectie voor de Gezondheidszorg Overleg vakbonden Overleg Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs/Sectie Medisch Onderzoek Overleg Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht Overleg Justitie Overleg Inspecteur Geneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht Lezing Verzekerings Geneeskundig Collegium Voorgang acute psychiatrie Advies Commissie Stralingshygiëne Presentatie Keuringsdienst van Waren
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Toezichtsactiviteiten Werkwijze Algemeen toezicht Thematisch toezicht Crisis/incidenten Klachtenbehandeling
13 13 13 13 13 14
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Algemeen toezicht Forensische Sociale Psychiatrie Veteraneninstituut Gezondheidscentrum Seedorf Afdeling Individuele Hulpverlening Defensie-organisatie voor Werving en Selectie SAR Vliegbasis Leeuwarden Algemeen Toezicht Gezondheidscentra
15 15 15 15 15 15 16 16
5. 5.1 5.2
Thematisch toezicht Bekwaam aan boord Verkennend onderzoek Voorbehouden Handelingen
18 18 18
6. 6.1 6.2
Crisis/incidenten toezicht Crisis/incidentmeldingen Bevindingen
19 19 19
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Klachtenbehandeling Definitie Werkwijze Oordeel over ingediende klachten Behandelde klachten Aandachtspunten
21 21 21 22 23 26
8.
Hoofdlijnen jaarverslag Stralingsbeschermingsdienst
28
9.
Algemene beschouwing
32
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
8 8 8 8 8 9 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 11
7
1. INTERNE ORGANISATIE 1.1 De Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG1) In Nederland wordt de kwaliteit van de gezondheidszorg bewaakt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. De gezondheidszorg voor militairen is, vanwege het bijzondere karakter van de krijgsmacht, anders geregeld dan de civiele gezondheidszorg. Militaire gezondheidszorg dient in beginsel aan dezelfde hoge eisen te voldoen, doch kent ook een aantal aan de operationele inzet gelieerde kwaliteits-aspecten. Als onafhankelijk toezichthoudend orgaan binnen het Ministerie van Defensie is het de taak van de IMG om op de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg toe te zien. De IMG functioneert zelfstandig en onafhankelijk bij het verrichten van haar toezichthoudende taak, doch heeft een functionele relatie met de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De IGZ stelt zich terughoudend op waar het de militaire gezondheidszorg betreft. Waar nodig treden de IMG en de IGZ gezamenlijk op. De IMG rapporteert tenminste jaarlijks aan de Minister van Defensie en de Inspecteur Generaal van de IGZ door middel van een jaarverslag. 1.2 Plaats in de organisatie De IMG valt wat betreft haar functioneren rechtstreeks onder de Minister van Defensie. Door het ontbreken van functionele relaties met enige andere functionaris binnen Defensie kan aan de gewenste onafhankelijkheid gestalte gegeven worden. Administratief-organisatorisch ressorteert de IMG onder het Directoraat-Generaal Personeel ( het huidige Directoraat-Generaal Personeel en Materieel (DGPM)2. De IMG is gehuisvest op het landgoed «De Zwaluwenberg», Utrechtseweg 219, 1213 TR Hilversum. Zij is bereikbaar onder telefoonnummer: 035-5773499 (*06-540-73499) fax: 035-5773490 (*06-540-73490) e-mail:
[email protected]. 1.3 Taakstelling De taakstelling van de IMG is een afgeleide van die van de IGZ en luidt als volgt: Het, binnen de richtlijnen van de Minister van Defensie en de aanbevelingen van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, zorg dragen voor toezicht op de militaire gezondheidszorg en de staat van gezondheid van het militair personeel.
Concreet betekent dit dat op basis van de voor de militaire gezondheidszorg geldende regelgeving de kwaliteit van de te leveren en de geleverde zorg wordt getoetst op zowel collectief als individueel niveau, bezien vanuit het doel de gezondheid van de militair te bewaken, beschermen, bevorderen en zo nodig te herstellen. Met name wordt hierbij beoordeeld of de voorwaarden voor goede, kwalitatief verantwoorde zorg aanwezig zijn. 1
De afkorting de IMG zal in dit verslag gebruikt worden daar waar het instituut bedoeld wordt. Daar waar de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg bedoeld wordt zal dit voluit geschreven worden. 2 Tijdens het verslagjaar het DirectoraatGeneraal Personeel (DGP).
1.4 Personeel Gedurende het verslagjaar had de IMG een formatiesterkte van 41⁄2 functie, ingevuld door de volgende personen. – Commandeur-arts E.H.D. Romswinckel (Inspecteur Militaire Gezondheidszorg)
8
– – – –
Mr. E. Kloos (Inspecteur, tevens plaatsvervangend Inspecteur Militaire Gezondheidszorg) Dhr. H.A.J. Smink, arts (Inspecteur) Mw. E.A.M.G.C. de Bruijn (Stafmedewerker) Dhr. J.J. van Wezel (Secretaris).
De IMG heeft in het verslagjaar de Directeur-Generaal Personeel (DGP) verzocht de formatiesterkte van zowel de IMG als de Stralingsbeschermingsdienst (SBD) uit te breiden met een 1⁄2 functie. In december van het verslagjaar is de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg, Commandeur-arts E.H.D. Romswinckel, met functioneel leeftijdontslag gegaan. De Brigade-generaal arts E.G. van Ankum is aangetreden als nieuwe Inspecteur Militaire Gezondheidszorg. 1.5 Stralingsbeschermingsdienst Defensie (SBD) De Stralingsbeschermingsdienst is als een Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ondergebracht bij de IMG. Binnen Defensie is de Stralingsbeschermingsdienst verantwoordelijk voor een aantal centrale taken op stralingshygiënisch gebied, zoals het verlenen van autorisaties, het optreden als coördinator vergunningzaken richting de civiel bevoegde instanties en het toezicht op de stralingshygiëne. Per 1 juni van het verslagjaar is het Hoofd-SBD, in verband met de aanvaarding van een nieuwe functie buiten Defensie, met ontslag gegaan. De ontstane vacature is per 1 september van het verslagjaar gevuld. Voor de hoofdlijnen van het jaarverslag van de SBD wordt verwezen naar hoofdstuk 8 van dit jaarverslag.
9
2. ALGEMENE FUNCTIONELE ACTIVITEITEN Intern 2.1 Internetsite IMG In het verslagjaar is besloten een WEB-site IMG te laten ontwikkelen. Inventarisatie van de wensen en mogelijkheden hebben plaatsgevonden. Verwacht wordt dat de WEB-site in de eerste helft van het volgend verslagjaar op het Intra- en Internet te bezoeken zal zijn. 2.2 Praktijkperikel NMGT De Inspectie Militaire Gezondheidszorg wil ook in ruimere kring signalen afgeven met betrekking tot bepaalde misstanden of tekortkomingen binnen de militaire gezondheidszorg. Hiertoe worden van tijd tot tijd korte «praktijkperikelen» ter publicatie aangeboden aan de redactie van het Nederlands Militair Geneeskundig Tijdschrift. In het laatste kwartaal van het verslagjaar werd zulk een «praktijkperikel» aangeboden en voor publicatie geaccepteerd. Aan de hand van een tweetal casus werd geadstrueerd dat het veelvuldig wisselen van behandelend arts, binnen de krijgsmacht soms onvermijdelijk, niet alleen als onplezierig wordt ervaren, maar ook een zeker gevaar met zich meebrengt voor de continuïteit van de zorgverlening. Extern 2.3 Overleg Inspectie voor de Gezondheidszorg Begin september 2001 heeft er een schriftelijke en een mondelinge bespreking plaats gehad van de (on-)mogelijkheden van substitutie van huisartsgeneeskundige zorgtaken. Met name de positie van verpleegkundigen in de diagnostiek en indicatiestelling en de wenselijkheid van protocollering zijn hierbij aan de orde gekomen. Van IMG-zijde zijn de bevindingen van het onderzoek voorbehouden handelingen (zie hfdst. 5) ingebracht. Op 27 november is overleg gevoerd tussen de inspecteurjurist van de IMG en de decaan van de inspecteursopleiding van de IGZ over deelname van IMG-inspecteurs aan modulen van de opleiding. Er zal een planning worden gemaakt voor de opleiding 2002. 2.4 Overleg vakbonden Op 13 april is gesproken met een vertegenwoordiging van de VBM/NOV over de mogelijkheden om te komen tot een patiëntenplatform en over de voor- en nadelen van de voorgenomen vrijwillige nulmeting voor uitzending. 2.5 Overleg Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs/Sectie Medisch Onderzoek (USZO/SMO) Op 16 mei is gesproken met het hoofd en drie verzekeringsgeneeskundigen van het bureau Sociaal Medisch Onderzoek van USZO. Onderwerp was met name de archivering, dossiervorming en gegevensverstrekking. Daarnaast is gesproken over de oordeelsvorming m.b.t. de dienstverbandvraag en de interne kwaliteitsborging.
10
2.6 Overleg Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht (SZVK) Op 25 juni is er gesproken met het Hoofd SZVK over mogelijkheden van financiering van kwaliteitsbevordering van (para)medisch militair personeel. Naar de mening van H-SZVK was het niet mogelijk om gelden van SZVK voor dit doel aan te wenden. 2.7 Overleg Justitie Op 5 februari is met de Geneeskundig Adviseur van het Ministerie van Justitie een bezoek gebracht aan het Opleidings Centrum Militair Geneeskundige Dienst (OGMGD), teneinde de opleidingsmogelijkheden voor Justitie artsen te bezien. Het resultaat van het bezoek was dat Justitie zou bezien of aan een eigen opleiding gestalte zou worden gegeven ofwel gebruik gemaakt zou worden van delen van opleidingen van het OCMGD. Voorts is er gesproken over de registratie van Justitie artsen, naar het model van de AMA-arts. 2.8 Overleg Inspecteur Geneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht Op 20 maart en 19 april hebben de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg en de inspecteur-jurist met de Inspecteur Geneeskundige Dienst KL en diens plaatsvervanger gesproken over problematiek rond keuringen en ziek thuis begeleiding, paramedisch- en medisch hulppersoneel, het kwaliteitsproject geneeskundige verzorging KL, de geneeskundige dienst in Duitsland en enkele incidentele kwesties. 2.9 Lezing Verzekerings Geneeskundig Collegium Op uitnodiging van het Verzekerings Geneeskundig Collegium is door de inspecteur-jurist op 27 september een lezing gehouden op het OCMGD over (de rol van de inspectie bij) medische fouten en beoordeling daarvan. 2.10 Voortgang acute psychiatrie Nadat in een eerdere instantie een goede regeling was getroffen voor de opvang van in Duitsland geplaatste militairen en hun gezinsleden bij psychische problemen, is op initiatief van de inspectie in overleg met het Hoofd Afdeling Psychiatrie van het Centraal Militair Hospitaal en GGZ-Nederland een dergelijke regeling getroffen voor psychiatrisch gedecompenseerde militairen in Nederland. Op 13 september 2001 kon een protocol crisishulp worden uitgegeven, waarin de mogelijkheid van inschakeling van de RIAGG-crisisdienst werd vastgelegd. 2.11 Advies Commissie Stralingshygiëne Op 23 mei van het verslagjaar is overleg gevoerd met medewerkers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mogelijke toetreding tot de Advies Commissie Stralingshygiëne (ACS), teneinde een bredere basis te verkrijgen voor het Defensiebeleid en toezicht op het gebied van stralingshygiëne. De mogelijkheid van grotere betrokkenheid van SZW en VROM wordt bezien. 2.12 Presentatie Keuringsdienst van Waren (KvW) Op 1 februari van het verslagjaar zijn door een vertegenwoordiger van de Keuringsdienst van Waren de resultaten gepresenteerd van een steekproef welke is gehouden in de periode 1 december 2000 tot en met 9
11
januari 2001 waarbij 18 Defensielocaties bezocht zijn. Bij de presentatie waren de vertegenwoordigers van alle krijgsmachtdelen belast met de controle op de voedselveiligheid aanwezig. In eerste instantie is uitleg gegeven over de nieuwe aanpak van de KvW. Met de zogenoemde «Ketenaanpak» wordt uitgegaan van centraal aangestuurde ketens met «filialen». Bij een, in korte tijd uitgevoerde, steekproef in een beperkt aantal filialen tellen de maatregelen voor de gehele keten. Deze aanpak heeft vergaande consequenties daar de keten niet per krijgsmachtdeel doch defensiebreed genomen wordt. Bij gevonden afwijkingen zal een herhaling van de steekproef plaatsvinden en zullen bij afwijkingen verdergaande maatregelen genomen worden. De resultaten zullen gebundeld ter afhandeling aangeboden worden. De conclusies van de genomen steekproef zijn als volgt: Er zijn afwijkingen geconstateerd t.a.v.: – het niet hebben van de hygiëne-code of delen daarvan – het niet werken volgens de hygiëne-code of delen daarvan – niet uitvoeren van controles – niet registreren van metingen – temperatuurbeheersing en aantoonbaarheid daarvan – het niet in orde zijn van de bouwkundige staat. De maatregel van waarschuwing is zes maal noodzakelijk gebleken en negen maal is niet voldaan aan de eisen van artikel 301 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen. Als vervolg hiervan wordt door de KvW aangegeven dat bij maatregelen ter plaatse herinspecties zullen volgen. Er zal een herhaling volgen van de steekproef bij andere locaties. Worden dezelfde tekortkomingen geconstateerd, kan proces-verbaal worden opgemaakt. Uit gesprekken met de krijgsmachtdeelvertegenwoordigers komt de behoefte naar voren aan een centrale functionaris die verantwoordelijk is voor het beleid en die tevens de contacten met de KvW kan onderhouden. De IMG onderschrijft deze behoefte en heeft de Directeur-Generaal Personeel verzocht hier een oplossing voor te vinden.
1
Artikel 30, derde lid, van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen: «door een exploitant van een levensmiddelenbedrijf worden passende veiligheidsprocedures vastgesteld, toegepast, gehandhaafd en herzien teneinde de veiligheid van eet- en drinkwaren te waarborgen».
12
3. TOEZICHTSACTIVITEITEN 3.1 Werkwijze Bij de vervulling van haar toezichthoudende taak verricht de IMG onderzoek naar de verschillende facetten van de militaire gezondheidszorg. Deze kunnen zowel betrekking hebben op de structuur en de organisatie van de zorg, als op het feitelijk handelen. De aldus verkregen onderzoeksgegevens worden vervolgens getoetst aan de hand van toetsingscriteria. Het toetsingskader in de onderzoeken wordt bepaald door wetten, regelingen en jurisprudentie op het gebied van de gezondheidszorg, door hetgeen binnen de betreffende beroepsgroep als gebruikelijk handelen wordt beschouwd en door algemene opvattingen omtrent bejegening, communicatie e.d. Aan de hand van dit toetsingskader wordt een oordeel gegeven over (een aspect van) de militaire gezondheidszorg. Dit oordeel wordt neergelegd in een rapport. Afhankelijk van de inhoud hiervan kan de IMG verdere actie nemen door middel van signaleren, informeren, stimuleren, adviseren, herinspectie en, indien er geen verbetering optreedt, dwang uitoefenen door directe rapportage aan de politieke leiding van het Ministerie, respectievelijk de Inspecteur-Generaal van de IGZ. De IMG hanteert een viertal toezichtsinstrumenten, namelijk: • Algemeen toezicht • Thematisch toezicht • Crisis/incidenten toezicht • Klachtenbehandeling. 3.2 Algemeen toezicht Een deel van de werkzaamheden van de IMG is onder te brengen onder de noemer algemeen toezicht. Dit toezicht bestaat uit het afleggen van inspectie- en werkbezoeken en het planmatig beoordelen van de kwaliteit van zorgsystemen en is niet direct gerelateerd aan klachten, thematisch onderzoek of crises/incidenten. 3.3 Thematisch toezicht Thematisch toezicht houdt een planmatig, geprotocolleerd onderzoek in naar aanleiding van een gesignaleerd probleem of een concrete vraag dan wel gericht op een aspect van de verleende zorg, (een onderdeel van) een kwaliteitssysteem of een deel van een zorgvoorziening. De onderwerpen voor een thematisch onderzoek worden over het algemeen geselecteerd op basis van uitkomsten van een algemeen toezicht, crisistoezicht, signalen, of mogelijke gezondheidsrisico’s. 3.4 Crisis/incidenten toezicht Soms is onmiddellijke actie aangewezen naar aanleiding van een calamiteit of incident om escalatie te voorkomen, dan wel om geconstateerde misstanden op te heffen. De IMG kan hierbij een initiërende/ interveniërende rol vervullen, dan wel toezien op ter zake door anderen te nemen actie. In andere gevallen gaat het om de melding van incidenten met betrekking tot de gezondheidszorg, respectievelijk een misstand, zonder dat er sprake is van een klacht. In een aantal situaties wordt de IMG om advies gevraagd met betrekking tot voorvallen en situaties in de militaire gezondheidszorg. Een eventueel advies betekent echter nooit dat de IMG zich hiermee verantwoordelijk stelt; in alle gevallen behoudt de IMG zich het recht voor het onderwerp achteraf te toetsen in het kader van haar toezichthoudende taak.
13
3.5 Klachtenbehandeling Met de behandeling van klachten beoogt de IMG een tweeledig doel, namelijk: – het bevorderen van het vertrouwen in de militaire gezondheidszorg door objectieve beoordeling van door de klager kenbaar gemaakt ongenoegen en eventuele bemiddeling bij het wegnemen daarvan; – het bevorderen van de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg door signalering van tekortkomingen en advisering inzake het wegnemen daarvan. Klachten hebben een belangrijke signalerende functie. Door middel van klachtenonderzoek kunnen eventuele misstanden aan het licht komen. De klachtenbehandeling is derhalve een nuttig instrument om de kwaliteit van de geneeskundige zorg te bewaken.
14
4. ALGEMEEN TOEZICHT 4.1 Werkbezoek Forensische Sociale Psychiatrie (FSP) Op 26 januari 2001 is de Afdeling Forensische en Sociale Psychiatrie bezocht. Gesproken is over de taak; de onderzoeksstructuur en de organisatiestructuur, zoals deze wordt gezien door het scheidend en aantredend hoofd FSP. Afgesproken is dat in het volgend jaar een werkbezoek zal worden gepland. 4.2 Werkbezoek aan het Veteraneninstituut in Doorn Op 27 februari hebben de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg, de beide inspecteurs en de stafmedewerker een bezoek gebracht aan het Veteraneninstituut te Doorn. Tevens aanwezig waren de Hoogste Medische Autoriteit en enkele leden van het Comité Militaire Gezondheidszorg. Doel van het bezoek was kennis te nemen van de diverse activiteiten die het instituut onderneemt ten behoeve van veteranen. Door middel van enkele voordrachten gevolgd door discussie en een uitgebreide rondleiding werd het doel ruimschoots gehaald. 4.3 Werkbezoek aan het Gezondheidscentrum Seedorf Naar aanleiding van aanhoudende signalen over problemen rond het functioneren van – functionarissen van – de militaire gezondheidszorg – diensten in Noord Duitsland is besloten om 17 en 18 oktober een gezamenlijk werkbezoek IGK/IMG ter plaatse af te leggen. Met diverse functionarissen zijn in het kader van klachtenbehandeling gesprekken gevoerd. Met de voorzitter van de klachtencommissie NASAG is de procedure met betrekking tot klachtenbehandeling besproken. Het blijkt organisatorisch niet altijd eenvoudig de leden van de commissie bijeen te roepen. Het voorstel van de IMG om per klacht, ter voorkoming van vertraging, een commissielid aan wijzen als hoofdbehandelaar zal worden opgepakt. Volgens het locale Hoofd Maatschappelijke Dienst functioneren niet alle SMT’s even goed en dient de inbreng van de MDD daarin nog eens kritisch te worden bezien Afgezet tegen een voorgaand bezoek van de IMG in november 1999 wordt geconstateerd dat er ten aanzien van de destijds aangegeven knelpunten verbeteracties zijn uitgevoerd. Wel is indringend gesproken over individuele functioneringsproblemen en de daarbij gewenste actie. 4.4 Werkbezoek aan de Afdeling Individuele Hulpverlening (AIH) van de Koninklijke Landmacht Op 23 oktober is een werkbezoek afgelegd aan de AIH, gesproken is over de organisatie en ophanging, de samenwerking met andere (GGZ-)instellingen, de kwaliteitsborging o.a. in de vorm van protocollering. Probleempunten als terugkoppeling, dossiervorming en het functioneren binnen het Sociaal Medisch Team (SMT) zijn aan de orde gesteld. 4.5 Werkbezoek aan de afdeling Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS) Als vervolg op het in 1998 afgelegde werkbezoek en de destijds gemaakte afspraak DWS na enige jaren opnieuw te bezoeken heeft dit werkbezoek op 7 november 2001 plaatsgevonden. Ten aanzien van de organisatie wordt aangegeven dat de formatie volgens planning zal worden gehalveerd. Voorstel is namelijk om de wervingsactiviteiten samen met het daarmee belaste personeel weer over te dragen aan de krijgsmachtdelen.
15
De overblijvende organisatie zal worden omgedoopt tot Instituut voor Keuring en Selectie (IKS) en zich uitsluitend nog met deze activiteiten bezig gaan houden. Ten aanzien van de keuring wordt gestreefd naar een doorlooptijd van enkele weken. Bij noodzakelijk specialistisch advies of verhindering van de keurling wordt deze termijn langer. Gestreefd wordt om vertraging door eigen capaciteitsgebrek te beperken door goede afspraken te maken met de aanleverende krijgsmachtdelen. Probleem is dat het Geneeskundig Onderzoek (GO) volgens de Arbodiensten op grond van wet- en regelgeving altijd na het Psychologisch Onderzoek (PO) moet volgen. Dit belemmert de optimale planning. Overigens kan een en ander niet goed worden gerijmd met de na de keuring door de krijgsmachtdelen uitgevoerde verdere selectie. Het keurings- en selectieproces wordt gezien als black box, waarbinnen de krijgsmachtdelen geen verdere sturing moeten kunnen geven. Dit kan slechts vooraf en achteraf in de vorm van keurings- en selectie-eisen respectievelijk toetsing van de keurings- en selectie resultaten. Een garantie voor voldoende kwaliteit is gelegen in de nagestreefde certificering van de dienst. Intern wordt aan kwaliteitsbevordering gedaan door intervisie, evaluatie-overleg tussen keurings- en selectiemedewerkers en klanttevredenheidsonderzoek d.m.v. enquêtes onder de keurlingen. Een (half-time vrijgestelde) kwaliteitsfunctionaris is doende met het schrijven van een kwaliteitshandboek. Met name de implementatie ervan wordt van DWS-zijde, gezien de vereiste motivatie bij alle betrokkenen, als probleem gezien. Er wordt steeds meer geprotocolleerd gewerkt. Bij het geneeskundig onderzoek worden algemene basiseisen gehanteerd; afhankelijk van de voorgestane aanstelling eventueel aangevuld met bijzondere keuringseisen. Aan de Arbodiensten is een voorstel gedaan met betrekking tot terugkoppeling bij uitval van goedgekeurde militairen. Als klacht wordt geuit het nog altijd niet kunnen beschikken over een werkend geautomatiseerd keuringsregistratiesysteem (reeds jaren gepland als GDBK-K). Thans wordt uitsluitend beschikt over een kandidaat volgsysteem (RIOS), waarin alleen uitslagen kunnen worden verwerkt; de gegevens worden handmatig bijgehouden. 4.6 Evaluatie inzet Search and Rescue (SAR) helikopter van de vliegbasis Leeuwarden Door de Inspectie voor de Gezondheidszorg is een onderzoek ingesteld naar de gang van zaken met betrekking tot het vervoer van slachtoffers na de cafébrand in Volendam. Onderdeel van dit onderzoek was een interview met de helibemanning van de SAR-helikopter die op 1 januari 2001 een ernstig brandwondenslachtoffer vervoerde van het Amsterdams Medisch Centrum naar een ziekenhuis in Aken. Het interview werd bijgewoond door de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg. Naar aanleiding van de resultaten heeft de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg aandacht gevraagd voor de volgende zaken. Van belang is dat ten behoeve van secundair patiëntentransport wordt bepaald of de inzet van de helikopter met bemanning door de Koninklijke Luchtmacht wordt gewenst. In bevestigend geval dient dan vastgelegd te worden hoe een dergelijke inzet wordt gedaan, alsmede wie verantwoordelijk is voor de patiënt tijdens de vlucht. Ook de dekking van de Waddeneilanden voor patiëntentransport wanneer de helikopter als zodanig wordt ingezet, dient dan te worden vastgelegd en bekend gesteld. Daarnaast wordt geadviseerd verbetering aan te brengen in de reeds langer bestaande problemen met de zuurstofvoorziening aan boord van de helikopter. 4.7 Algemeen Toezicht Gezondheidscentra In het verslagjaar werden, in het kader van Algemeen Toezicht, twee inspectiebezoeken afgelegd bij twee eerstelijns gezondheidszorginrichtingen van de Koninklijke Landmacht. Bij deze inspectiebezoeken
16
werden door twee inspecteurs, respectievelijk een inspecteur en de stafmedewerker van de IMG gedurende een hele dag alle aspecten van de eerstelijns gezondheidszorg in de gezondheidscentra, zowel wat betreft de organisatie als de daadwerkelijk verleende zorg, systematisch geïnspecteerd. In beide gezondheidscentra zijn de randvoorwaarden aanwezig om verantwoorde zorg te kunnen leveren. Hierbij moet echter worden aangetekend dat inzicht in de processen zoals bedoeld in de Kwaliteitswet Zorginstellingen, ontbreekt. Aanbevelingen zijn gedaan ten aanzien van het opstellen van functiebeschrijvingen waarin met name de verantwoordelijkheden dienen te worden vastgelegd. Structurele aandacht verdient de bevordering van veiligheid ten aanzien van het omgaan met besmette materialen, evenals het vastleggen in protocollen of werkinstructies van bedrijfsprocessen als onderdeel van een kwaliteitszorgsysteem.
17
5. THEMATISCH TOEZICHT 5.1 Bekwaam aan boord Als onderdeel van het «Verkennend onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de Krijgsmacht» ( zie punt 5.2) is, in het kader van een afstudeeropdracht van de stafmedewerker, onderzocht in hoeverre ervoor is zorggedragen dat de zelfstandig werkende ziekenverpleger van de KM voldoende scholing en ervaring heeft en behoudt om bekwaam te worden geacht om voorbehouden handelingen uit te (blijven) voeren. De vraagstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd: «In welke mate worden en blijven aan boord geplaatste ziekenverplegers van de Koninklijke Marine bekwaam tot het uitvoeren van door hen te verrichten voorbehouden handelingen». Als onderzoeksmethode is gekozen voor een kwantitatief beschrijvend onderzoek. De onderzoekspopulatie wordt gevormd door ziekenverplegers van de Koninklijke Marine die hun werk verrichten op een van de schepen. De gegevens voor het onderzoek zijn verzameld door middel van een gestructureerde vragenlijst. Geconcludeerd kon worden dat de frequentie van uitvoering van voorbehouden handelingen over het algemeen laag ligt. Door middel van scholing en bijscholing wordt het nodige gedaan om de ziekenverplegers bekwaam te maken. Het toezicht op het bekwaam blijven ontbreekt echter, evenals een gestructureerde coaching in de praktijk. Ernstig betwijfeld moet worden of de aangeleerde bekwaamheid zonder regelmatig oefenen lang in stand kan blijven. Betere mogelijkheden om gebruik te maken van bestaande faciliteiten en strengere eisen op dit punt zouden de situatie kunnen verbeteren. Ook regelmatige stages aan de wal zouden hier mogelijk een oplossing kunnen vormen. 5.2 Verkennend onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de Krijgsmacht In het voorgaande verslagjaar is gestart met een onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de krijgsmacht. In het kader van kwaliteitstoezicht en de handhaving van wettelijke voorschriften is gekeken naar de interne regelgeving en protocollering alsmede de uitvoeringspraktijk van voorbehouden handelingen bij militaire gezondheidszorginstellingen. Doel van het onderzoek is een beeld te verkrijgen van de mate waarin de kwaliteit van handelen in theorie en praktijk wordt gewaarborgd. Ten behoeve van de dataverzameling voor dit onderzoek zijn gedurende het verslagjaar 21 gezondheidscentra/ ziekenboegen bezocht. Verwerking van de data heeft meer tijd in beslag genomen dan gepland, waardoor het rapport met de resultaten van het onderzoek eerst begin volgend verslagjaar uitgebracht zal kunnen worden.
18
6. CRISIS/INCIDENTEN TOEZICHT 6.1 Crisis/Incidentmeldingen In het verslagjaar zijn bij de IMG 14 meldingen binnengekomen. Een melding kan door eenieder die betrokken is bij –, of werkzaam is in de militaire gezondheidszorg gedaan worden. Bij de behandeling van meldingen wordt een grotendeels vergelijkbare werkwijze gehanteerd als bij de behandeling van klachten. De in het verslagjaar binnengekomen meldingen betroffen: • mogelijke calamiteiten met reduceerventielen in ambulances • de wachttijd voor een controle op TBC na uitzending • een mogelijk dokters-delay • het te laat afzeggen van een chirurgische ingreep • de wijze van handelen met betrekking tot een patiëntentransport per ambulance • organisatie en wijze van handelen met betrekking tot uitzending en repatriëring • keuringscriteria • het niet geregistreerd staan in het BIG-register • aansprakelijkstelling ten aanzien van letselschade bij een civiele patiënt • de kwaliteit van de opleiding tot Algemeen Militair Verpleegkundige • wijze van klachtenbehandeling door een klachtencommissie • aanschaf en kwaliteitsborging ten aanzien van medische apparatuur. 6.2 Bevindingen Gezien het meer algemene belang worden de bevindingen ten aanzien van enkele meldingen hieronder weergegeven.
Begeleiding Search and Rescue (SAR) vlucht Eind augustus van het voorgaande verslagjaar is reeds melding gemaakt van een incident met betrekking tot de geneeskundige begeleiding van een Search and Rescue vlucht uitgevoerd door een helikopter van de Koninklijke Luchtmacht. Na onderzoek wordt onder meer vastgesteld dat de (wijze van) inzet van de SAR-helikopter van de Klu niet is vastgelegd in een overeenkomst met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, noch met enige andere partij, zoals de huisartsen op de Waddeneilanden of de Alarm Centrale Friesland. Dit wordt onjuist geacht. Door de IMG is aanbevolen de organisatie van de geneeskundige begeleiding tijdens vluchten met de SAR-helikopter van de Koninklijke Luchtmacht ten behoeve van patiënten van de Waddeneilanden geheel te herzien. Rechten, plichten en verantwoordelijkheden dienen vervolgens te worden vastgelegd in een convenant of overeenkomst en ondertekend door daarvoor in aanmerking komende partijen. Tevens dient geneeskundig personeel dat patiënten begeleidt tijdens het helikoptertransport, burger zowel als militair, adequate instructie te krijgen ten aanzien van vliegveiligheid, met name ook ten aanzien van een eventuele te water raken van de helikopter.
Mantoux controle na uitzending Uitgezonden personeel dient na de uitzending gecontroleerd te worden op een eventuele tuberculose (TBC) besmetting. Een honderdtal personen van een teruggekeerde eenheid zou pas na ± 7 maanden door middel van een mantoux op TBC worden gecontroleerd. Aangezien bij een andere eenheid, die iets eerder was teruggekeerd, enkele militairen positief waren bevonden, ontstond er enige onrust bij de teruggekeerde eenheid. Na
19
enig aandringen bij de Dienst Militaire Gezondheidszorg heeft het onderzoek toch eerder kunnen plaatsvinden.
Uitzending en repatriëring De IMG is door een stafofficier van de IGK op de hoogte gesteld van een melding ten aanzien van ervaren problemen tijdens voorbereiding en uitzending in Eritrea. Door het aan de KM missie toegevoegde geneeskundige personeel van de Klu werden onder meer problemen ervaren ten aanzien van het ontbreken van essentiële medische informatie en medisch materiaal en onduidelijkheid over criteria ten aanzien van repatriëring, welke tussen de beide krijgsmachtdelen blijken te verschillen. De IMG trad hierover in contact met het Hoofd Afdeling Operationele Gezondheidszorg van de Klu. Bij gecombineerde acties dient schriftelijk vastgelegd te worden over welke medische faciliteiten kan worden beschikt. Er dient afstemming te zijn over repatriëringsindicaties.
Wijze van klachtenbehandeling Indien de afhandeling van klachten door een klachtencommissie teveel tijd vergt in verband met problemen bij het bijeenroepen van de commissieleden ter bespreking van de zaak, dient ernstig te worden overwogen om per klacht een hoofdbehandelaar aan te wijzen, die een concept-rapport opstelt en aan de andere commissieleden voor commentaar voorlegt.
Algemeen Militair Verpleegkundige (AMV) opleiding Voor leerling AMV’ers blijkt vaak onvoldoende duidelijk, voor welke functies zij worden opgeleid. Dit dient beter te worden gecommuniceerd. Voor gediplomeerde AMV’ers is vaak niet duidelijk welke taken zij bij de eenheid van plaatsing moeten verrichten en hoe zij aangeleerde vaardigheden kunnen onderhouden. Dit dient te worden vastgelegd en gecommuniceerd.
20
7. KLACHTENBEHANDELING 7.1 Definitie Onder klachten wordt binnen de IMG verstaan: elk kenbaar gemaakt ongenoegen met betrekking tot het functioneren van (een medewerker of instelling van) de militaire gezondheidszorg. Dit impliceert dat de klacht ook het functioneren van civiele (mede) behandelaars of instellingen kan betreffen door wie of waar de militair «vanwege» de militaire gezondheidszorg is behandeld. Inbegrepen zijn signalen en meldingen die bij de IMG binnenkomen en die niet leiden tot een behandeling van de individuele zaak, maar tot aanpak van een meer algemeen gesignaleerd knelpunt. De klachten worden schriftelijk of telefonisch gemeld bij de IMG. Verreweg de meeste klagers nemen persoonlijk contact op, terwijl een enkeling zijn zaak laat behartigen door een advocaat of een belangenvereniging. 7.2 Werkwijze Bij klachtenonderzoek vormt de IMG zich een oordeel over de vraag of in casu zorg verleend werd conform de betrokken regelgeving, richtlijnen, standaarden, protocollen, criteria voor verantwoorde zorg en de «state of the art» van de betreffende zorg. De IMG staat op het standpunt dat bij klachten over de militaire gezondheidszorg in eerste instantie getracht moet worden deze «in de lijn» op te lossen, d.w.z. dat klager zelf met de betreffende zorgverlener of zorgverlenende instantie een gesprek aan moet gaan om tot een oplossing te komen. Lukt dit niet, dan kunnen de klachten door de onafhankelijke klachtencommissie van de betreffende gezondheidszorginstelling worden behandeld. Slechts wanneer de problematiek waarover geklaagd wordt het betreffende krijgsmachtdeelniveau overstijgt, of als de klager gemotiveerd aangeeft geen vertrouwen te hebben in behandeling van zijn klacht door de klachtencommissie van het betreffende krijgsmachtdeel, dan neemt de IMG de klacht in behandeling. Inzicht in aard en aantal klachten, behandeld door de klachtencommissies, wordt verkregen middels de verplichte jaarverslagen welke door de klachtencommissies worden toegezonden aan IMG en de IGZ. De IMG rekent het daarbij tot haar taak de klachtencommissies waar nodig te adviseren, stimuleren en controleren. In het kader van dit laatste kan een door een klachtencommissie behandelde klacht zonodig in tweede instantie door de IMG worden bekeken, waarbij het oordeel van de commissie marginaal wordt getoetst. Wanneer bij de IMG een klacht wordt ingediend, wordt voor de afhandeling ervan gekozen voor één of meerdere van de volgende methoden: • bezien wordt of de klacht in aanmerking komt voor behandeling door een klachtencommissie van het krijgsmachtdeel. Indien dit het geval is wordt de klacht, tenzij de klager hiertegen bezwaar maakt, ter behandeling overgedragen aan de desbetreffende klachtencommissie; de IMG wordt geïnformeerd over de afdoening van de klacht; • het klachtenonderzoek wordt door een voor de zorg verantwoordelijke autoriteit verricht en het resultaat van het onderzoek wordt naar de IMG gezonden. Op grond van deze informatie vormt de IMG zich een oordeel over de zaak en zendt zij bericht aan de klager; • de klacht wordt voorgelegd aan degene over wie geklaagd wordt en aan deze wordt gevraagd hierop te reageren, dan wel actie te nemen
21
•
teneinde het bestaande probleem op te lossen. De IMG speelt hierbij meer een bemiddelende rol tussen klager en zorgverlener; de IMG stelt een eigen onderzoek in en raadpleegt hiertoe zelf de relevante medische bescheiden en voert waar nodig nadere gesprekken met zorgverlener en klager en eventuele andere betrokkenen.
Ten aanzien van het in behandeling nemen van klachten wordt gestreefd naar een lage drempel voor het indienen van een klacht. Een klacht kan worden ingediend door iedere gebruiker van de militaire gezondheidszorg. Tevens wordt – o.a. door intervisie – zorggedragen voor een onafhankelijke opstelling van de inspecteurs en een zorgvuldige afhandeling van de klacht. Indien de IMG besluit de klacht zelf te behandelen, wordt na een onafhankelijk onderzoek een uitspraak gedaan over de kwaliteit en de zorgvuldigheid van het (medisch) handelen. Soms wordt dit oordeel gevolgd door aanbevelingen ter verbetering van de situatie. Door middel van het doen van onderzoek, gevolgd door het opstellen van rapporten en het eventueel doen van aanbevelingen beoogt de IMG zorgverleners en de voor de zorgverlening verantwoordelijke autoriteiten bewuster te maken van hun handelen en de reacties van patiënten hierop. 7.3 Oordeel over ingediende klachten In de achterliggende jaren heeft de IMG een aanzienlijk aantal klachten behandeld, dan wel elders laten behandelen. Aanvankelijk was de IMG de enige onafhankelijke instantie binnen het ministerie, waar men met onvrede over het functioneren van personen of instanties op het gebied van militaire gezondheidszorg terecht kon. Met de inwerkingtreding van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en de Raamregeling Klachtenbehandeling Gezondheidszorginstellingen Defensie veranderde dit. Mede op aandringen van de inspectie werden klachtencommissies ingesteld, die vanaf de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw de primaire klachtenbehandeling bij de krijgsmachtdelen/zorginstellingen ter hand namen. Afgesproken is, dat de IMG klagers zoveel mogelijk zal doorverwijzen naar de klachtencommissies. Zowel het reglement van de inspectie zelf als dat van de commissies laat echter de mogelijkheid open, dat de IMG besluit om binnengekomen klachten zelf te onderzoeken. Reden hiervoor kan zijn, dat de klager zelf gemotiveerd aangeeft een onderzoek van de IMG te wensen; het feit dat er geen klachtencommissie is, die bevoegd is om de klacht in volle omvang te beoordelen, zoals nogal eens voorkomt bij veteranen; of de ernst van het onderwerp van de klacht, die een inspectieonderzoek rechtvaardigt. De klachtencommissies dienen te komen tot een oordeel over de gegrondheid van de klacht; eventueel met aanbevelingen ter verbetering van de kwaliteit van zorg waar deze tekort heeft geschoten. De inspectie heeft aanvankelijk een analoge procedure gevolgd; doch met de instelling van de klachtencommissies als primaire instantie ter beoordeling van de gegrondheid van klachten over de zorg is zij haar accenten meer gaan leggen op onderzoek naar – eventueel tekortschieten van – het functioneren van zorgverleners, -voorzieningen en systemen. De ontvangen klacht of melding is daarbij meer de rol gaan vervullen van signaal voor eventuele kwaliteitsproblemen. Het onderzoek daarnaar beperkt zich echter niet meer tot het in de klacht of melding gestelde, maar betreft de onderhavige zorg in bredere zin. Op deze wijze wordt meer invulling gegeven aan de rol van de IMG als kwaliteitstoetser.
22
In het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de aandachtspunten c.q. aanbevelingen die in het kader van klachtenbehandeling in het verslagjaar zijn gedaan. De IMG hecht eraan te benadrukken, dat het doel van dit overzicht ligt in het stimuleren van kwaliteitsverbetering waar nodig. Het mag niet gezien worden als legaliseringsargument voor passiviteit op andere terreinen of aspecten van de zorg. Het streven moet immers altijd gericht blijven op – feitelijk nooit bereikte – optimalisering van de zorg. 7.4 Behandelde klachten Gedurende het verslagjaar zijn er 42 nieuwe klachten bij de IMG binnengekomen. Na beoordeling van de aard van de klachten heeft dit in 32 gevallen geleid tot een eigen onderzoek van de IMG. Vijf klachten zijn na beoordeling niet in behandeling genomen met als reden dat deze klachten ofwel al in behandeling waren bij een klachtencommissie, dan wel na beoordeling geen directe relatie met de militaire gezondheidszorg bleken te hebben. Ten aanzien van een door de IGK aangemelde klacht is na toezegging van de klager de klacht schriftelijk in te dienen uiteindelijk geen klacht ontvangen. De IMG heeft vier klachten verwezen naar de desbetreffende klachtencommissies. Gedurende het verslagjaar zijn 12 nog lopende zaken van het voorgaande jaar afgerond. Aan het eind van het verslagjaar waren nog negen klachten in behandeling welke in het volgend verslagjaar afgerond zullen worden. De IMG streeft er naar in behandeling genomen klachten binnen een termijn van drie maanden af te ronden. Ten aanzien van de behandeling van 8 klachten is deze termijn overschreden. Conform het klachtenreglement zijn de betreffende klagers van het overschrijden van de termijn en van de oorzaak daarvan op de hoogte gesteld. De volgende grafiek geeft een overzicht van het aantal klachten dat vanaf 1991 bij de IMG is binnengekomen. Aantal ingediende klachten
90 80 70 aantal
60 50 40 30 20 10 0 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 jaar
23
In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de militaire achtergrond van de klagers. Aantal klachten per krijgsmachtdeel 2000
2001
Marine Landmacht Luchtmacht Marechaussee B.d. Burger
4 16 3 3 4 1
5 22 8 4 2 1
Totaal
31
42
Korte omschrijving van de binnengekomen klachten:
Eerstelijnszorg • • • • • • • • •
tekortschieten diagnose en behandeling van diabetes en het ontbreken van begeleiding niet voldoende onderkennen van symptomen ziektebeeld klachten ten aanzien van de onderdeelsgeneeskundige zorg missen van diagnose enkelblessure na ongeval de wijze van beëindiging van een tandheelkundige behandeling na dienstverlating niet serieus nemen van medische klachten 2 x niet adequaat behandelen van knieklachten zorg/begeleiding rugklachten klacht t.a.v. doorverwijzing
Tweedelijnszorg • • • •
afzeggen van een operatie na toediening van locale anaesthesie klacht t.a.v. psychiatrische behandeling bejegening door SIH behandeling van rugklachten
Bedrijfsgezondheidszorg • • • • • • • • •
klacht m.b.t. het functioneren van een SMT miscommunicatie met bedrijfsarts/MDD/AIH klacht t.a.v. de begeleiding op de werkplek klachten over bedrijfsgeneeskundige begeleiding niet nakomen afspraken bedrijfsarts opstelling Arbo-dienst tijdens telefonisch contact begeleiding SMD het tekortschieten van de begeleiding t.a.v. personeels/onderdeels en onderdeelsgeneeskundige zorg na een ongeval onvoldoende ziek-thuis begeleiding
Nazorg/revalidatie • • • •
onvrede over nazorg en revalidatie na dienstongeval in 1964 niet vergoeden van nota’s door het uitblijven van een invaliditeitskeuring het niet vergoeden van nota’s door Univé 2x bejegening door revalidatiearts
24
Keuringen • • •
klachten met betrekking tot keuringseisen 3x onvoldoende diepgaand onderzoek bij keuring fysiotherapeutische behandeling bij keuring
Verzekeringsgeneeskundige zorg • klacht t.a.v. de wijze van informatieverstrekking • klacht over tijdstip IGO/MGO • onduidelijkheid t.a.v. overlijden van militair i.v.m. onvolledigheid dossier • verloop MGO keuring • klacht t.a.v. het niet opvolgen van specialistisch advies over afkeuring Personeelsaangelegenheden • • • •
klacht over onderkomen tijdens het doorlopen van een civiele stage het door ziekte niet kunnen afronden van een opleiding regeling wachtgeld in relatie tot het niet meer vervullen van een functie salariëring verpleegkundige
Onderverdeling gemaakt naar type zorg waarover geklaagd wordt
4
Eerstelijns zorg 10 Tweedelijns zorg
5
Bedrijfsgezondheidszorg Nazorg / revalidatie 5
4
Keuringen Verzekeringsgeneeskundigezorg
5 9
Personeelsaangelegenheden
Verdeling van de in het verslagjaar binnengekomen gekomen klachten naar zorgvoorziening. Een verdere onderverdeling kan gemaakt worden naar de aspecten van zorg waarover geklaagd wordt. Opgemerkt dient te worden dat één klacht meerdere aspecten van de zorg kan omvatten.
25
Bejegening
Begeleiding
Organisatorisch
20 18 16 14 12 Aantal 10 8 6 4 2 0
Medisch
Aspecten van zorg
7.5 Aandachtspunten Naar aanleiding van de onderzochte klachten zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen.
Verslaglegging • • • •
deze dient volledig en duidelijk te zijn gekozen bewoordingen dienen zorgvuldig te zijn genomen beslissingen dienen gemotiveerd te worden vastgelegd de (be)handelende functionaris dient traceerbaar te zijn
Communicatie •
zowel tussen zorgverleners als tussen zorgverlener en patiënt dient een heldere communicatie plaats te vinden
Medische zorg • • •
bij het voorschrijven van medicatie dient goed te worden gelet op mogelijke interactie en contra indicaties de eerstelijns arts dient altijd een actieve rol te spelen ter bewaking van de continuïteit van zorg na specialistische verwijzing medische verklaringen dienen duidelijk en gemotiveerd te zijn
Begeleiding • •
aandacht is vereist voor het tijdig starten van bedrijfsgeneeskundige begeleiding na ontslag uit een gezondheidszorginstelling bij plaatsing in een revalidanteneenheid dient ook bedrijfsgeneeskundige zorg een duidelijke plaats te hebben
26
Organisatie • • •
de procedure rondom de verwerking van laboratorium- en onderzoeksgegevens verdient de nodige aandacht bij zorg incidenten in een instelling dient in beginsel altijd een MIP-melding plaats te vinden juist in een organisatie met veel wisselingen van zorgverleners verdient de gegevensoverdracht extra aandacht.
27
8 HOOFDLIJNEN JAARVERSLAG STRALINGSBESCHERMINGSDIENST Onder de IMG ressorteert een bijzondere organisatie-eenheid, de Stralingsbeschermingsdienst (SBD), met als hoofdtaak de autorisatie en registratie van gebruik van radioactieve stoffen en stralenuitzendende toestellen bij de krijgsmacht en het toezicht daarop. De SBD geeft een eigen jaarverslag uit, waarvan hier de hoofdlijnen worden weergegeven. 8.1 Personeelszaken
Formatie In juni 2001 heeft mevr. Ing. J. Middelkoop afscheid genomen als hoofd SBD en een functie aanvaard binnen het brandweerkorps Amsterdam. Haar opvolger dhr. Ing. P.F. Rugebregt is sinds 1 september 2001 aangesteld als hoofd SBD. M.i.v. januari 2001 is LTZA2 W.D. Wildeboer met Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) gegaan. Eind december 2001 is het part time contract van de administratieve kracht (dhr. R. Pos) omgezet van bepaalde tijd naar onbepaalde tijd. De huidige formatie van de SBD is als volgt: * ing. P.F. Rugebregt (Hoofd SBD, per 1 september 2001) 1 FTE; * dhr. W.J. van Gaalen (Senior stralingshygiënist) 1 FTE; * ing. E. Schuil (Stralingshygiënist kernmaterieel) 1 FTE; * dhr. M. J. Huikeshoven (Stralingshygiënist röntgen) 1 FTE; * sgt1 R.P. Sjardijn (Assistent stralingshygiënist) 1 FTE; * dhr. R. Pos (administratief medewerker) 0,5 FTE. Op verzoek van de IMG zijn de SBD functieomschrijvingen op een aantal punten aangepast (o.a. functiebenaming). Hierdoor moeten de functies van de SBD opnieuw worden gewaardeerd door de afdeling Formatiezaken van de DGP.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim lag in het verslagjaar op 1,5% (23 werkdagen) van de totale capaciteit. Hierbij is geen rekening gehouden met de medewerkers die de dienst hebben verlaten in het begin van het verslagjaar.
Opleidingen Door het personeel is conform het opleidingsplan 2001 deelgenomen aan diverse cursussen, symposia en studiedagen in het kader van instandhouding van het kennisniveau. Het nieuw aangetreden hoofd volgt thans de opleiding tot stralingsdeskundigheidsniveau 3. 8.2 Stralingshygiëne
Algemeen T.a.v. de organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur Kernenergie Wet binnen de krijgsmacht (als actiepunt verstrekt door de Secretaris-Generaal aan de krijgsmacht) is naar behoren gevolg gegeven. De SBD wordt hierbij op een goede manier betrokken.
Stralingsmetingen Het NRG heeft het onderzoek naar mogelijke parasitaire röntgenstraling
28
bij de HAWK afgerond. Het rapport is inmiddels verzonden aan alle verantwoordelijken. De SBD heeft m.b.t. het onderzoek «koperslaktegels» de dosistempometingen afgerond. Begin januari 2002 is ECW gestart met het onderzoek naar de specifieke activiteit. Op basis van de onderzoekresultaten zal door MGFB een gewijzigde richtlijn worden opgesteld voor het omgaan met koperslaktegels binnen Defensie. Deze zal vervolgens worden voorgelegd aan VROM en SZW, teneinde de maatregelen waar mogelijk te harmoniseren.
Projectgroepen De SBD participeerde in vier werk/projectgroepen t.w.: *
IJOPS (Implementing Joint Operational Plan) Deze werkgroep heeft als doel om tot afstemming met bondgenoten te komen inzake het omgaan met categorie A incidenten in het kader van het Nationaal Plan Kernongevallen. Naar aanleiding hiervan zal de SBD procedure «Bijstand bij incidenten» moeten worden aangepast.
*
Werkgroep Stralingshygiëne KL als toegevoegd adviseur Aansturen en bewaken van de stralingshygiëne binnen de KL en mogelijke oplossingen voor stralingshygiënische problemen aandragen.
*
RADHAZ Gespreksplatform van de KM dat in principe openstaat voor de gehele krijgsmacht op het gebied van de stralingshygiëne bij niet-ioniserende straling (zowel radiofrequente als optische straling)
*
Subcommissie Overige gevaarlijke stoffen KL werkgroep die zich met name bezig houdt met harmonisatie en probleeminventarisatie met betrekking tot vervoerswetgeving gevaarlijke stoffen.
8.3 Bureau Autorisatie en Registratie Kernmaterieel (BARK)
Autorisaties Het BARK heeft acht autorisaties verstrekt, drie autorisaties ingetrokken en één autorisatie gewijzigd. In de ACS (Adviescommissie Stralingshygiëne) vergadering van 19 oktober 2001 is besloten om de gehele procedure rond de autorisatie te optimaliseren door middel van een standaard autorisatie. Dit actiepunt is inmiddels in gang gezet.
Registratie Het BARK heeft van alle krijgsmachtdelen uitgezonderd de KL een overzicht «geregistreerd kernmaterieel» ontvangen. Met de verwervingsautoriteit KL is inmiddels contact opgenomen. 8.4 Toezichtsorgaan Stralingshygiëne Defensie (TSD)
Reguliere controles a. 16 locaties «opslag Kernmaterieel» Een aantal tekortkomingen bij met name het invullen van de vereiste deskundigheid. Het wijzigen van organisatiestructuren bemoeilijkt het toezicht houden( wisselende aanspreekpunten). Voor wat betreft de opslag geen bijzonderheden. b. 4 Werkplaatsen Geen bijzonderheden
29
c. 5 Radioactieve bronnen Geen bijzonderheden d. 3 Rookmeldinstallaties Geen bijzonderheden. e. 35 Röntgenopstellingen In ca. de helft van de gevallen zijn er tekortkomingen geconstateerd veelal van administratieve aard. Van de overige was er in geen geval sprake van normoverschrijding. f. 7 Musea De vernieuwde «Richtlijn Beheer Radioactieve Instrumenten» is tijdens controle verstrekt. Verder geen bijzonderheden.
Inspectie «de West» In oktober heeft de SBD/TSD een inspectieronde gehouden in het kader van naleving van de Kernenergiewet bij onderdelen ressorterend onder CZMCARIB. De bevindingen zijn inmiddels gerapporteerd aan de CZMCARIB d.t.v. de IMG (rapportnummer SBD/01/0329). De conclusie van het rapport is dat er weinig punten in behandeling zijn genomen dan wel naar behoren zijn uitgevoerd sinds de vorige inspectieronde in 1998.
Incidenten Op het gebied van stralingsongevallen of urgente aanvragen om bijstand werden er 19 meldingen afgehandeld.
Speciale projecten Er is toezicht gehouden bij de ontmanteling PRTL bij de Lpl. in Seedorf (Duitsland) en bijstand verleend bij de berging van een «Lancaster» bommenwerper uit WO II te Maasbree. Bij een schroothandelaar te Den Dolder werd door VROM de aanwezigheid van een J-79 vliegtuigmotor geconstateerd. Naar aanleiding hiervan is onder begeleiding van de SBD de motor ontmanteld en afgevoerd naar DMVS te Woensdrecht.
Afstoting onroerend goed Ten behoeve van hergebruik – of afstoting onroerend goed zijn er elf uitkeuringen verricht. Hierbij zijn er geen bijzonderheden geconstateerd. De milieu-inspectie van VROM heeft één melding gemaakt van het oneigenlijk afstoten van een defensie object/locatie. Achteraf bleek het op een misverstand te berusten. De melding is in overleg met de milieuinspectie van VROM en het MGFB afgehandeld.
Databank TSD In september is begonnen met de realisatie van een nieuwe databank t.b.v. de TSD inspecties. Er is gekozen voor een systeem in MS Access omgeving. Een en ander vergt een extra inspanning van het personeel. De verwachting is dat het geheel medio 2002 zal zijn afgerond. 8.5 Dienstverlening
Voorlichting Elf maal werd voorlichting gegeven over ioniserende en niet ioniserende straling.
30
Advisering Twaalf maal is geadviseerd in zake stralingshygiëne in het algemeen.
Intranet Vanaf 6 september beschikt de SBD over een Intranet website.
31
9. ALGEMENE BESCHOUWING Het verslagjaar 2001 stond in het teken van nationale en internationale samenwerking op militair geneeskundig gebied. De eerste medisch specialistenteams, deels dan wel volledig bestaande uit medisch specialisten van de zogenaamde relatieziekenhuizen werden ingezet in Bosnië en Oman, op nationaal niveau vond een verdere samenwerking plaats tussen de gezondheidsdiensten van de krijgsmachtdelen en het militaire en het civiele geneeskundig functiegebied bij de levering van geneeskundige zorg bij rampen. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit en flexibiliteit van het militair geneeskundig systeem. Een van de aspecten ervan is de kwaliteitsborging van het militair geneeskundig personeel. Met betrekking tot het gespecialiseerd personeel als artsen, tandartsen en apothekers zijn maatregelen genomen om dat personeel op het vereiste kwaliteitsniveau te houden, mede gesteund door vigerend civiel beleid. Voor militair geneeskundig hulppersoneel zoals verpleegkundigen, verzorgenden en overig hulppersoneel lijken veelal onvoldoende voorzieningen aanwezig te zijn om de kwaliteit ervan te handhaven. Twijfels op dit punt vormden aanleiding tot een «verkennend onderzoek naar de uitvoering van voorbehouden handelingen bij de krijgsmacht», waarvan het rapport het komend jaar zal worden gepresenteerd. Aanbevolen wordt hieraan het komend jaar aandacht te besteden. De invoering van integrale kwaliteitssystemen op het gebied van de militaire gezondheidszorg is nog niet gerealiseerd. Een enkel krijgsmachtdeel heeft reeds op dit gebied activiteiten ontwikkeld, maar in het algemeen bevinden deze zich nog in een pril stadium. Overigens betekent dit niet dat er onverantwoorde zorg wordt geleverd. Over de hele linie lijkt het kwaliteitsniveau voldoende, maar indien beschikt kan worden over een goed functionerend integraal kwaliteitssysteem dan is de kwaliteitsgarantie en kwaliteitsverbetering beter gewaarborgd. Te veel activiteiten op het gebied van kwaliteitsborging hangen af van persoonlijk initiatief en daarmee is de continuïteit ervan kwetsbaar. Onderling samenhangende militair geneeskundig kwaliteitssystemen zijn zeer gewenst. Verwacht wordt dat de door de directeur Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf in zijn functie als Hoogste Medische Autoriteit in gang gezette ontwikkeling van een document over grondslagen, hoofdlijnen en systeemeisen te stellen aan het militair geneeskundig functiegebied op korte termijn wordt afgeprocedeerd zodat een daaruit voortvloeiend kwaliteitssysteem kan worden ontwikkeld. Het afgelopen jaar is een lichte stijging geconstateerd van het aantal bij de IMG ingediende klachten. Een van de belangrijkste daarbij naar voren komende aandachtspunten is het waarborgen van de kwaliteit van zorg bij vele wisselingen van artsen. Het is inherent aan het systeem dat de militair tijdens zijn loopbaan voor de geneeskundige zorg een beroep moet doen op een wisselend bestand aan artsen. Dit komt voort uit de uitzendingen en overplaatsingen van zowel de militair als de militair arts. Er dient dan ook altijd alle aandacht te zijn voor een goede registratie van medische gegevens en van een registratiesysteem dat het de militair arts mogelijk maakt om op eenvoudige wijze inzicht te hebben in een medisch historisch bestand. De fysieke huisvesting van de IMG op de Zwaluwenberg werpt zijn vruchten af. De samenwerking met de IGK heeft verdere gestalte gekregen en heeft er toe geleid dat een aantal klachten met zowel een gezondheidszorg als een personeelszorg aspect in gezamenlijk overleg zijn opgepakt. De verwachting is dat deze samenwerking zich verder zal ontwikkelen.
32
De Stralingsbeschermingsdienst (SBD) maakt als bijzondere organisatie eenheid organisatorisch deel uit van de IMG en is gehuisvest te Maartensdijk. Teneinde de samenwerking tussen de IMG en de SBD te optimaliseren wordt onderzocht of de SBD op het terrein van de Zwaluwenberg gehuisvest kan worden. Het komend jaar zal de IMG op de ingeslagen weg voort gaan en zich met name concentreren op de inspectietaak van de eerstelijns gezondheidszorg centra van de krijgsmachtdelen en op de kwaliteit van de geneeskundige verzorging bij oefeningen en onder operationele omstandigheden.
33