1 DE TEGENWOORDIGE WAARHEID schriftelijke bijbelcursus uitgave: Wegbereider Evangelisatie, Mezenhof 41, 9561 CC Ter Apel, Bankrekening 42 94 694, Web: http://www.ZDA-Ref.nl
Les 11 ÉÉN EUROPA? (Profetieën over de wereldgeschiedenis) Hoewel de bijbel geen geschiedenisboek is, bevat ze toch verschillende teksten die een licht werpen op de toekomst en ondergang van een aantal belangrijke wereldrijken. Alleen die wereldrijken, machten en wederwaardigheden zijn beschreven, die betrekking hebben op de voltrekking van het goddelijke verlossingsplan. Dat verklaart waarom andere, mogelijk even belangrijke gebieden en gebeurtenissen, niet worden genoemd. 1
Nebukadnézars droom
Ruim 2500 jaar geleden vroeg Nebukadnézar, koning van het Babylonische wereldrijk en een van de machtigste heersers van de oudheid, zich af wat er in de toekomst zou gebeuren. ‘Bij u, o koning, rezen, terwijl gij op uw legerstede laagt, gedachten op over wat er na dezen geschieden zou (…)’ Daniël 2:29. Op een merkwaardige wijze kreeg hij een antwoord op deze vraag. Hij kreeg een droom die zo’n grote indruk op hem maakte, dat hij de slaap niet meer kon vatten. Omdat hij zich die droom niet meer kon herinneren, vroeg hij zijn tovenaars en waarzeggers die aan hem bekend te maken en de uitlegging te geven. Maar zij waren daartoe niet in staat. Alleen Daniël, die als gevangene uit Israël naar Babylon gevoerd was, scheen dat te kunnen. Zie Daniël 2:1-17. Toen men hem voor Nebukadnézar bracht, vroeg deze of hij wel de droom bekend kon maken en uitleggen. Daarop antwoordde Daniël dat hijzelf daartoe niet bij machte was. Hij zei: ‘De verborgenheid waarnaar de koning vraagt, kunnen geen wijzen, bezweerders, geleerden of waarzeggers de koning te kennen geven. Maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnézar bekendgemaakt wat in de toekomende dagen geschieden zal (…)’ Daniël 2:27-28. God openbaarde aan Daniël wat Nebukadnézar gezien had. ‘Gij, o koning, hadt een gezicht, en zie, er was een groot beeld! Dit beeld was hoog, en de glans ervan was buitengewoon; het stond vóór u, en de aanblik ervan was schrikwekkend. Het hoofd van dat beeld was van gedegen goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en lendenen van koper, zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer deels van leem. Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, een steen los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde; toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dorsvloer in de zomer, en de wind voerde ze mee, zodat er geen spoor meer van te vinden was; maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde.’ Daniël 2:31-35. God kwam aan Nebukadnézars verlangen om de toekomst te kennen tegemoet. Hem werd een blik geschonken op toekomstige gebeurtenissen die te maken hadden met nog komende wereldrijken.
2
2
De droom uitgelegd
Het gouden hoofd ‘(…) Gij zijt dat gouden hoofd’ (Daniël 2:38), zei Daniël tegen Nebukadnézar. Aan het begin van de grote wereldrijken staat het trotse Babylon met zijn machtige heerser Nebukadnézar. In korte tijd heeft hij grote dingen tot stand gebracht. De hangende tuinen rekent men tot de zeven wereldwonderen. Zijn rijkdom en geweldige bezit aan goud zijn spreekwoordelijk. Maar de heerschappij van Babylon als wereldmacht was niet van lange duur. Tijdens de regering van Bélsazar viel Kores van Perzië het land binnen. Dat gebeurde tijdens een groot feest dat door Bélsazar georganiseerd was. Duizenden mensen met belangrijke functies in zijn rijk namen er aan deel. Tijdens dat feest werd er veel gedronken. Op zeker moment verscheen een hand aan de muur van de feestzaal die de woorden schreef: ‘’Mene, mene, tekel ufarsin.’ Daniël 5:25. Gewogen en te licht bevonden. Terwijl de festiviteiten voortduurden had Kores de loop van de rivier de Eufraat, die door de stad Babel stroomde, omgelegd, zodat zijn leger door de droge rivierbedding de stad kon binnentrekken. Ín diezelfde nacht werd Bélsazar, de koning der Chaldeeën, gedood.’ Daniël 5:30. Het Babylonische rijk bestond van 606 tot 538 vóór Christus. In het vijfde hoofdstuk van het boek Daniël wordt deze geschiedenis beschreven. De borst en armen van zilver Na de val van Babylon trad, zoals we hierboven zagen, het Medo-Perzische rijk op de voorgrond. Zij stelt de borst en armen van zilver voor. Het was een groot en machtig wereldrijk, maar de bijbel zegt over haar: ‘Doch na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe (…)’ Daniël 2:39. Waarin was het Medo-Perzische rijk dan de mindere van Babylon? Niet in kracht, want het had Babylon overwonnen; ook niet in de grootte van haar grondgebied, want het was groter dan Babylon, maar het was de mindere in rijkdom en grootsheid. Tot op heden bestaat Perzië, of zoals het momenteel genoemd wordt: Iran. Maar niet meer als wereldrijk. Als wereldmacht heerste het van 538 tot 331 vóór Christus. Koning Darius III werd verslagen door het machtige leger van Alexander de Grote van Griekenland. De buik en lendenen van koper Het Griekse wereldrijk wordt voorgesteld door de buik en lendenen van koper. ‘(…) Een derde koninkrijk, van koper, dat heersen zal over de gehele aarde.’ Daniël 2:39. In de veroveringstochten van Alexander de Grote vervulde zich dit deel van de profetie. In 334 voor Christus begon hij een veldtocht en stak met 35.000 man de Hellespont over. Hij bevrijdde de Griekse zeesteden in Ionië van het Perzische juk. Hij drong Syrië binnen. Bij Issus versloeg hij de Perzische koning Darius III. Vervolgens trok hij Egypte binnen, waar hij Alexandrië stichtte. Toen richtte hij zich tot het eigenlijke Perzië. Bij Gaugamela dreef hij nogmaals het Perzische leger uiteen. Darius kwam op de vlucht om het leven, en het hele rijk viel in handen van de overwinnaar. Deze stichtte een rijk van ongekende afmetingen. Maar zedelijk verval, buitensporigheden en drankzucht brachten hem tot een vroegtijdige dood. Dit rijk bestond tot 161 vóór Christus. Benen van ijzer ‘En een vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer; juist zoals ijzer alles verbrijzelt en vermorzelt; en gelijk ijzer, dat vergruizelt, zal dit die allen verbrijzelen en vergruizelen.’ Daniël 2:40. Hoe treffend is deze profetie over het Romeinse wereldrijk. Het strekte zich uit van de Eufraat tot de Donau en de Rijn. In Christus’ tijd omvatte het Zuid-Europa, Frankrijk, Engeland, een deel van Nederland, Zwitserland, Zuid-Duitsland, Hongarije, Turkije, Griekenland en gedeel-
3
ten van Noord-Afrika en Azië. Het was het ijzeren rijk, het vierde en laatste wereldrijk van de oude geschiedenis. Als wereldmacht bestond het tot 476 na Christus. In dat jaar werd de laatste keizer door de Germanen onder Odoaker van de troon gestoten. De invloed van het Romeinse rijk laat zijn sporen na tot in onze tijd. Voeten van ijzer en leem ‘En dat gij de voeten en de tenen gezien hebt deels van pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal: wel zal het iets van de hardheid van het ijzer aan zich hebben, juist zoals gij gezien hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos zijn. Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem.’ Daniël 2: 41-43. Wij leven vandaag in de tijd van de tien tenen. Het vroegere Romeinse rijk is sinds de grote volksverhuizing, waarvan de geschiedenis melding maakt, verdeeld. Tal van volksstammen drongen haar grondgebied binnen, waardoor er een eind kwam aan haar macht. Deze verdeeldheid zal voortduren tot aan het einde van de wereldgeschiedenis, zoals de profeet voorspelt. Hoewel de inwoners van de verschillende landen zich soms vermengen, moet één grote Europese staat volgens de bijbel als een utopie beschouwd worden! IJzer en leem laten zich niet vermengen. Europa zal verdeeld blijven. 3
De eerstvolgende grote gebeurtenis
Het standbeeld dat Nebukadnézar in een droom zag, geeft in grote lijnen een overzicht van de gebeurtenissen tot aan de afsluiting van de wereldgeschiedenis. Alleen het laatste deel van de profetie wacht nog op zijn vervulling. ‘Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.’ Daniël 2:44. Het volgende wereldrijk dat zich aandient is het eeuwige Koninkrijk van God. ‘Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, een steen los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde.’ Daniël 2:34. Vers 45 van Daniël 2 benadrukt nog eens de betrouwbaarheid van deze profetie: ‘Juist zoals gij gezien hebt, dat zonder toedoen van mensenhanden een steen van de berg losraakte en het ijzer, het koper, het leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat na dezen zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging betrouwbaar.’ De steen die uiteindelijk dat grote beeld zal vernietigen, wijst op de wederkomst van Christus, die Zijn rijk zal oprichten. De geschiedenis in Handelingen 4 geeft dat aan. Petrus en Johannes werden op zekere dag opgepakt, omdat ze de opstanding van Jezus verkondigden en omdat ze een kreupele man genezen hadden. De dag na hun arrestatie werden ze voor het Sanhedrin, de Joodse raad, gebracht. Tijdens hun verdediging zeiden ze onder andere het volgende: ‘Dan moet aan u allen en het ganse volk Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezond voor u staat. Dit is de steen, door U, de bouwlieden, versmaad, die nochtans tot hoeksteen is geworden.’ Handelingen 4:10-11. De steen die het beeld dat Nebukadnézar in zijn droom zag vermaalde, is een symbool van de wederkomst van
4
Christus. Jezus zei eens: ‘En wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt waar Ik ben.’ Johannes 14:3. 4
Nogmaals de vier wereldrijken
Zoals we hierboven beschreven, zag Nebukadnézar in zijn droom de uiterlijke glans van de grote wereldrijken. In het zevende hoofdstuk van het boek Daniël lezen we dat Daniël nu zelf een visioen krijgt over diezelfde rijken, maar nu niet in de vorm van een beeld, maar als vier dieren. Aan hem wordt niet de welstand, maar het karakter van deze wereldrijken geopenbaard. ‘Begin van het bericht. Daniël hief zijn stem aan en zei: Ik had in de nacht een gezicht en zie, de vier winden des hemels brachten de grote zee in beroering en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van het andere.’ Daniël 7:2-3. De zee is een symbool van de volkerenmassa’s en de winden zijn een zinnebeeld van oorlogen. ‘En hij zei tot mij: De wateren, die gij zaagt, waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen.’ Openbaring 17:15. ‘En Ik breng over Elam vier winden van de vier hoeken des hemels en Ik verstrooi hen naar alle windstreken, zodat er geen volk zal zijn, waar niet verdrevenen van Elam komen zullen. Ja, Ik maak Elam verschrikt voor hun vijanden en voor wie hen naar het leven staan, Ik breng rampspoed over hen, Mijn brandende toorn, luidt het woord des Heren, Ik zend het zwaard hun achterna, totdat Ik hen verdelgd heb.’ Jeremia 49:36-37. Zoals water door een storm door elkaar geworpen wordt, worden de volkeren door oorlogen opgehitst en als het ware door elkaar geschud. De verklaring van de vier grote dieren wordt gegeven in vers 17 van Daniël 7. ‘Die grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen die uit de aarde zullen opkomen.’ Ook hier wordt, evenals in Daniël 2, gesproken over vier grote rijken. Babylon, de leeuw ‘Het eerste geleek op een leeuw, en het had arendsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven.’ Daniël 7:4. Wat goud is onder de metalen, is de leeuw onder de dieren. De leeuw was het geliefde symbool van de Babyloniërs. Medo-Perzië, de beer ‘En zie, een ander dier, een tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees. Daniël 7:5. ‘Richtte zich op de ene zijde op’ wil zeggen dat dit rijk uit twee delen zou bestaan. Het was een rijk, samengesteld uit de Meden en de Perzen. De drie ribben stellen Babel, Lydië en Egypte voor, die krachtig door hen verdrukt werden. Griekenland, het luipaard ‘Daarna zag ik, en zie, een ander dier, gelijk een panter; het had vier vogelvleugels op zijn rug en vier koppen. En aan hem werd heerschappij gegeven.’ Daniël 7:6. Dit was een zinnebeeld van het door Alexander de Grote gestichte Griekse rijk. Een snel dier, met vier vleugels wijst op dubbele snelheid. De legers van Alexander de Grote legden binnen 8 jaar een afstand van niet minder dan 8200 km af, een voor die tijd formidabele prestatie. Het dier had vier hoofden. Na de plotselinge dood van Alexander werd zijn rijk verdeeld onder vier veldheren: Ptoloméüs, Kassander, Lysimachus en Seleukes.
5
Het Romeinse rijk, het gruwelijke dier ‘Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van al de vorige, en het had tien hoorns.’ Daniël 7:7. ‘(…) Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn (…)’ Daniël 7:23. Het Romeinse rijk was het sterkste en meest heerszuchtige van de wereldrijken; vandaar de ijzeren tanden van dit verschrikkelijke dier. De tien hoornen komen overeen met de tien tenen van het beeld dat Nebukadnézar in zijn droom gezien had. We zagen reeds dat het Romeinse rijk na zijn verval verdeeld werd in de Europese staten. De volgende tien volken drongen tijdens de grote volksverhuizing het Romeinse rijk binnen: de Lombarden, Franken, Bourgondiërs, Oostgoten, Westgoten, Vandalen , Herulen, Sueven, Hunnen en Saksen. Zo heeft God vele eeuwen geleden door Zijn profeet Daniël de mensen een overzicht gegeven van het ontstaan en verval van verschillende rijken. De geschiedenis bewijst de waarheid van Gods woord, de profetieën vervulden zich. <