Interventie
De Gezonde Schoolkantine
Samenvatting Doelgroep De einddoelgroep van De Gezonde Schoolkantine zijn alle leerlingen in het voortgezet onderwijs (981.798) en alle studenten op het middelbaar beroepsonderwijs (499.843). Het gaat hier om jongeren in de leeftijd van 11 tot en met ongeveer 20 jaar. Doel Leerlingen/studenten van scholen die hebben deelgenomen aan het programma De Gezonde Schoolkantine kopen gezondere producten in de schoolkantine. De definitie van gezond is bepaald in de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum. Aanpak De interventie ondersteunt het doorlopen van een planmatig proces door middel van het volgende stappenplan om een gezonde schoolkantine te realiseren: 1. Het vormen van een team. 2. Inventariseren van schoolkantine-aanbod. . 3. Doelen opstellen. 4. Aan de slag. 5. Vastleggen in beleid. 6. Evalueren. De Schoolkantine Brigade geeft advies op maat om deze stappen te realiseren. Het programma bestaat sinds 2003, is in de loop der tijd steeds doorontwikkeld en heeft een eerste CGL erkenning toegekend gekregen in 2010. Materiaal . Folder 'De Gezonde Schoolkantine, Belangrijke investering in de toekomst' . Briefkaarten voor werving van scholen . Handleiding voor VO-scholen . Handleiding voor MBO-scholen . Receptenbundel met themarecepten voor scholen . Inspiratielijst Gezonde Schoolkantine voor scholen . Posters voor scholen . Schoolkantine Brigade Visitekaart . Factsheet 'Richtlijnen Gezondere Kantines' . Factsheet 'Invloed van de omgeving op eetgedrag'. Onderbouwing Vrijwel alle VO- en MBO-scholen hebben een schoolkantine en/of frisdrankautomaten, het kantineaanbod
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 1 / 24
bestaat vaak voor een aanzienlijk deel uit ongezonde producten. Een ongezonde schoolomgeving kan bijdragen aan een ongezond voedingspatroon van leerlingen. Een ongezond voedingspatroon kan leiden tot (ernstig) overgewicht en alle gevolgen van dien. De meeste voedselkeuzes worden onbewust gemaakt en veelal geleid door prikkels uit de omgeving. Een ongezond voedselaanbod in de schoolkantine leidt daarom makkelijker tot ongezonde voedselkeuzes. De Gezonde Schoolkantine helpt scholen een gezonde eetomgeving te creëren waarin de gezonde keuze de gemakkelijke is op basis van het nudgingprincipe; doordat het overgrote deel van het aanbod gezond is en het op een aantrekkelijke manier wordt aangeboden, zullen leerlingen hier eerder voor kiezen. Verschillende onderzoeken hebben het effect van deze strategie op aankoopgedrag aangetoond. Onderzoek Meest recente onderzoeken: Onderzoek onder 68 VO- en MBO-scholen wijst uit dat bijna 84% van de scholen na het eerste bezoek van de Schoolkantine Brigade aan de slag is gegaan. Het aantal gezonde producten laat een procentuele stijging zien van 21,3. Het aantal ongezonde producten neemt af met 1,4%. O.a. het contact met de Brigade wordt als bevorderende factor gezien. (iResearch, 2014) RIVM-onderzoek (Milder et al., 2014) onder 325 scholen laat zien dat scholen die deelnemen aan het programma De Gezonde Schoolkantine meer gezonde producten aanbieden in hun schoolkantines en meer acties ondernemen om eetgedrag te verbeteren dan niet-deelnemende scholen. Evaluatieonderzoek in 2010 (iResearch) onder deelnemende en niet-deelnemende scholen laat zien dat deelnemende scholen aangeven dat door deelname het aanbod in de kantine gezonder is geworden. Voor de intentie tot bestendiging van het programma blijkt dat het belangrijk is dat scholen bij de start van het programma een werkgroep en een stappenplan opstellen. Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 01-10-2015 Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: De Gezonde Schoolkantine zorgt ervoor dat de gezondere producten vooraan liggen in de schoolkantine. Dit is een sterk punt. De referentie naar dit document is: Fréderike Mensink (Augustus 2015). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'De Gezonde Schoolkantine'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
1. Probleemomschrijving 1.1 Probleem Bij de overstap van het basis- naar het VO kunnen voedingsgewoonten van jongeren flink veranderen (Lanting et al., 2013). Ze beschikken over eigen geld en maken steeds meer hun eigen keuze op gebied van voeding. Daarnaast komen ze meer in aanraking met voeding buiten de thuisomgeving, bijvoorbeeld op school (Lanting et al., 2013; Kelly et al., 2009-2010, HBSC WHO). Uit onderzoek door het Trimbos instituut blijkt dat middelbare scholieren minder vaak ontbijten, minder vaak fruit eten, vaker snacken en meer frisdrank drinken dan basisschoolleerlingen. Van de VO-leerlingen ontbijt 82% elke doordeweekse dag, 27% eet iedere dag fruit, 41% eet elke dag groente, 35% snoept iedere dag en 36% drinkt iedere dag frisdrank (Van Dorsselaer et al., 2010). Tussen groepen jongeren bestaan duidelijke verschillen in het voedingspatroon. Meisjes eten in het algemeen gezonder dan jongens. Autochtone leerlingen ontbijten vaker dan allochtone leerlingen, maar snoepen vaker. VMBO-leerlingen, jongeren uit minder welvarende en onvolledige gezinnen eten in het algemeen ongezonder dan Vwo-leerlingen en jongeren uit meer welvarende en volledige gezinnen. Vwo-leerlingen snoepen daarentegen wel weer het meest. (Van
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 2 / 24
Dorsselaer et al, 2010) Uit onderzoek door het RIVM in het schooljaar 2010-2011 blijkt dat bijna 90% van alle VO-scholen een schoolkantine en/of frisdrankautomaten heeft en dat 80% snoepautomaten heeft (Mikolajczak & Bemelmans, 2012). Van deze scholen verkoopt een op de drie pizza en een op de vijf gefrituurde producten. Bijna de helft van de VO-scholen verkoopt snoeprepen en bij 57% ontbreekt vers fruit (Mikolajczak & Bemelmans, 2012). Uit een inventarisatie onder 27 MBO-scholen blijkt dat ook de meeste van deze scholen beschikken over een kantine en frisdrank- en snoepautomaten (Milder & Mikolajczak, 2012). Eind 2013 is in opdracht van het Voedingscentrum een onderzoek uitgevoerd naar het kantineaanbod op VO- en MBO-scholen die nog niet in contact zijn geweest met De Gezonde Schoolkantine. Uit dit onderzoek blijkt dat het kantineaanbod van de bezochte scholen gemiddeld voor slechts 51% uit basisproducten bestaat en dat slechts 6,6% van deze scholen voldoet aan de Richtlijnen (iResearch, 2013). Een ongezonde schoolomgeving kan bijdragen aan een ongezond voedingspatroon van leerlingen (Story et al., 2002; Briefel et al., 2009). Een ongezond voedingspatroon kan op den duur leiden tot overgewicht en obesitas. Van alle jongeren in de leeftijd van 12-20 jaar heeft gemiddeld 11,5% (ernstig) overgewicht (CBS, 2013). Overgewicht op kinderleeftijd is een voorspeller voor overgewicht op latere leeftijd (Stocks, 2011). Overgewicht en obesitas kunnen leiden tot gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, diabetes, gewrichtsproblemen en sommige vormen van kanker (WHO, 2015). Ook leerprestaties blijken een associatie te hebben met overgewicht (Convenant Gezond Gewicht, 2012).Kinderen met overgewicht hebben daarnaast kans op psychische en sociale problemen op de korte en lange termijn. Er is onder andere kans op een lage zelfwaardering door stigmatisering en pesten. Overgewicht kan zowel de oorzaak zijn als het gevolg van psychische problemen (Regionaal Kompas Volksgezondheid Zaanstreek-Waterland, 2013; NCJ, 2015). Overgewicht brengt ook maatschappelijke kosten met zich mee. Een voorzichtige schatting is dat in Nederland de aan obesitas gerelateerde kosten één à vijf procent van de totale kosten voor de gezondheidszorg vormen. Dit zou betekenen dat er door overgewicht jaarlijks 400 miljoen tot twee miljard euro extra wordt uitgegeven aan gezondheidszorg (Cornelisse-Vermaat et al., 2003).
2. Beschrijving interventie 2.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep De einddoelgroep van De Gezonde Schoolkantine zijn alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en alle studenten op het middelbaar beroepsonderwijs. Het gaat hier om jongeren in de leeftijd van 11 tot en met ongeveer 20 jaar. In schooljaar 2014/2015 gingen 981.798 leerlingen naar het voortgezet onderwijs (CBS, 2015 (1)) en 499.843 jongeren gingen naar het middelbaar beroepsonderwijs in het schooljaar 2013/2014 (CBS, 2015 (2)). Dat betekent een totale einddoelgroep van ongeveer 1,5 miljoen jongeren. Deze hebben we allemaal bereikt als alle scholen bezocht zijn door de Schoolkantine Brigade. Intermediaire doelgroep Intermediaire doelgroepen zijn de beheerders van de kantine/cateraars, het schoolteam (directeur, docenten), GGD-medewerkers, leerlingen/studenten (bijvoorbeeld via een leerlingenraad) en de ouders van de leerlingen. Selectie van doelgroepen Het gaat hier om alle leerlingen op het voortgezet onderwijs en studenten op het middelbaar beroepsonderwijs. Er zijn daardoor geen verdere specifieke in- of exclusiecriteria. 2.2 Doel Hoofddoel Leerlingen/studenten van scholen die hebben deelgenomen aan het programma De Gezonde Schoolkantine kiezen gezondere producten in de schoolkantine. De definitie van gezond is bepaald in de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum. Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 3 / 24
De huidige Richtlijnen houden in dat een gezonde kantine minimaal 75% van het aanbod uit basisproducten uit de Schijf van Vijf bestaat, en maximaal 25% uit extra's (koek, snoep en snacks). Voor 2016 is de introductie van de nieuwe richtlijnen Gezondere Kantines gepland. Deze richtlijnen kennen naast criteria voor het assortiment ook uitgangspunten voor volumes en presentatie. In 2016 zijn zowel de huidige richtlijnen als ook de Richtlijnen Gezondere Kantines van toepassing. Na 2016 gelden alleen nog de nieuwe Richtlijnen Gezondere Kantines, zie materialen. Subdoelen Aanbod Het aanbod in de schoolkantine voldoet aan de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum. Kennis Kantinebeheerders/cateraars hebben kennis van producten die thuishoren in een gezonde schoolkantine. Motivatie Het schoolteam en kantinebeheerders/cateraars van scholen die het programma De Gezonde Schoolkantine uitvoeren, zijn gemotiveerd om het aanbod in de schoolkantine gezonder te maken. Attitude De directie, kantinebeheerder/cateraar, leerlingen/studenten en ouders hebben een positieve attitude ten opzichte van een gezonde schoolkantine. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie De interventie ondersteunt het doorlopen van een planmatig proces door middel van het volgende stappenplan om een gezonde schoolkantine te realiseren, bovendien is er de zogeheten Schoolkantine Brigade beschikbaar voor advies op maat: 1. Het vormen van een team: de school vormt een team met directie, leerlingen, kantinebeheerder/cateraar, docent, ouder, medewerker GGD. De school wordt aangeraden elke maand of 6 weken bij elkaar te komen. 2. Inventariseren van schoolkantine-aanbod: om te bepalen waar de school op dat moment staat met betrekking tot het aanbod, wordt het aanbod geëvalueerd met behulp van de Kantinescan: een online tool waarmee het assortiment in kaart wordt gebracht en de gebruiker een uitslag krijgt waardoor te zien is in welke mate wordt voldaan aan de Richtlijnen Gezondere Kantines. De school kan dit zelfstandig doen, maar dit wordt voornamelijk gedaan door de Schoolkantine Brigade. Een brigadier komt dan langs bij de school en inventariseert het aanbod, vervolgens geeft ze advies op maat voor verbetering. Daarnaast kan de school een voor- en nameting doen. Ook is er een inventarisatietool beschikbaar die bekijkt welke plaats het onderwerp voeding inneemt op de school. Daarmee kunnen eveneens de andere pijlers van de Gezonde School (educatie, beleid, etc.) in kaart gebracht worden. 3. Doelen opstellen: de school bepaalt op basis van de inventarisatie de doelen die zij wil bereiken met betrekking tot aanbod en eventuele andere pijlers van de Gezonde School. 4. Aan de slag: in deze fase voert de school de plannen uit die gekoppeld zijn aan de opgestelde doelen en maken hierbij gebruik van het adviesrapport van de Schoolkantine Brigade. 5. Vastleggen in beleid: scholen leggen afspraken rondom het kantineaanbod vast in hun school(gezondheids) beleid. Het Voedingscentrum heeft hiervoor een voorbeeld beschikbaar. 6. Evalueren: de school wordt aangemoedigd regelmatig te evalueren hoe het ervoor staat met betrekking tot het behalen van de opgestelde doelen. Ook kan de school aan het einde van het proces gebruik maken van het beschikbare format voor een nameting. Wanneer scholen in aanmerking willen komen voor de Schoolkantine Schaal leveren zij bovendien hun assortiment in bij de Schoolkantine Brigade om te laten toetsen aan de richtlijnen. De Schoolkantine Schaal is een fysieke schaal die scholen kunnen ontvangen als beloning wanneer zij voldoen aan de richtlijnen en wordt voor een specifiek schooljaar toegekend. Ook dit is een evaluatiemoment voor de scholen. Locatie en uitvoerders
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 4 / 24
Er zijn circa 1300 schoollocaties voor voortgezet onderwijs en circa 700 locaties voor middelbaar beroepsonderwijs. Zij kunnen de interventie uitvoeren. Op www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine is een actuele stand te vinden van deelnemende scholen. Op 1 juli 2015 waren er ruim 1100 schoolbezoeken uitgevoerd. Medio 2015 voldeed 29% van de door de Brigade bezochte scholen aan de huidige richtlijnen. Landelijk gezien, voldoet van het totaal aantal (2.000) schoollocaties circa 15% aan de huidige richtlijnen. De functionarissen op school (kantinebeheerder/cateraar/docenten/directie) begeleiden het veranderproces voor de schoolkantine en zijn hiertoe in staat uit hoofde van hun functie. Hetzelfde geldt voor functionarissen gezondheidsbevordering werkzaam bij de GGD. De brigadiers van de Schoolkantine Brigade die de schoolbezoeken en adviezen uitvoeren en uitbrengen zijn op HBO-niveau opgeleide diëtisten. Inhoud van de interventie Werving Werving voor deelname aan het programma vindt op drie manieren plaats: 1) Landelijke aandacht. De 'agendasetting' vindt plaats door bijvoorbeeld aandacht in algemene pers en vakbladen (advertenties, redactionele artikelen), zowel betaald als via free publicity. De uitingen en artikelen gaan dieper in op één van de aspecten van een gezonde schoolkantine, zoals de inrichting van de kantine & nudging, de wens van leerlingen om gezond te kunnen kiezen en de invloed van de omgeving. Uiteraard is er altijd kort aandacht voor de mogelijkheid tot een afspraak met de Brigade. Scholen melden zich hierdoor zelf aan voor een schoolbezoek. 2) Direct mailings naar scholen. We zetten een gerichte één-op-één 'wervingsstrategie' in om tot afspraken voor schoolbezoeken te komen, gericht op scholen waarmee we nog geen contact hebben gehad. Om de kans te vergroten dat ons telefoontje met een afspraak afsluit, willen we de scholen voorbereiden op ons belmoment, ze van te voren 'primen' met een vijftal briefkaarten die na elkaar worden verzonden. Hierdoor moet het onderwerp op hun agenda stijgen, het gevoel van urgentie moet worden vergroot ("wij moeten daar ook iets mee: veel scholen gingen ons voor, leerlingen en ouders willen het, wij vinden het ook belangrijk om een gezonde omgeving te maken voor onze leerlingen"), zodat de bereidheid er is om meteen een afspraak te maken als we bellen. Een positieve houding draagt bij aan het benodigde draagvlak. Deze aanpak werkt naar tevredenheid, in ruim de helft van de gevallen wordt een afspraak gerealiseerd. 3) Persoonlijk contact. Na het versturen van de direct mailings wordt contact opgenomen met de scholen om te vragen of zij open staan voor een afspraak met de Schoolkantine Brigade. Daarnaast worden scholen ook spontaan benaderd, bijvoorbeeld als een brigadier een school in een bepaalde regio gaat bezoeken en ziet dat er in de buurt een school is die nog niet eerder is bezocht, neemt zij contact op om na te gaan of de school ook open staat voor een Brigadebezoek. Daarnaast vindt er lokaal ook werving plaats. Hierbij spelen de lokale GGD'en een relevante rol. Gezondheidswerkers van GGD'en weten van de scholen in hun regio of zij al aan de slag zijn met een gezonder kantineaanbod. De scholen die nog de adoptiefase in moeten, kunnen zij bij de Schoolkantine Brigade aandragen voor een schoolbezoek, Schoolbezoeken worden in nauwe afstemming met GGD'en gedaan, en GGD'en sluiten waar kan ook aan bij deze schoolbezoeken. Inhoud Scholen die bij het Voedingscentrum bekend zijn, zijn door de Schoolkantine Brigade bezocht. Dit zijn er in de zomer van 2015 inmiddels ruim 1100. De Brigade bezoekt de school bij de start van het programma voor persoonlijk advies-op-maat en verzorgt een praktisch rapport met concrete aanbevelingen ten aanzien van het huidige assortiment, zodat de school kan gaan voldoen aan de Richtlijnen. Tijdens het veranderproces houdt de Schoolkantine Brigade contact met de school via e-mail en telefoon. Tijdens het bezoek aan de school wordt een gespreksstijl gehanteerd die aansluit bij motivational interviewing (zie onderbouwing). Er is aandacht voor de situatie waarin de school zich bevindt, zo wordt er goed geluisterd en wordt ingezet op het vergroten van het vertrouwen van de school om veranderingen succesvol door te voeren. Daarnaast zijn er diverse soorten informatie (van kennis tot inspiratie en praktische handvatten; te vinden op de website (www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine) die scholen kunnen raadplegen en gebruiken. Een belangrijk aspect is het vormen van een team en het volgen van het stappenplan. Het initiatief om te starten met De Gezonde Schoolkantine begint vaak bij een directielid of docent. Diegene Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 5 / 24
moedigt vertegenwoordigers uit de verschillende betrokken groepen aan om zich aan te sluiten bij het team. (Stap 1, vormen van een team) De Schoolkantine Brigade speelt een belangrijke rol bij de adoptie, implementatie en continuering van de interventie. De school kan contact opnemen met de Schoolkantine Brigade via e-mail of telefoon om een afspraak te maken. Ook neemt de Brigade proactief contact op met scholen om het werk van de Schoolkantine Brigade onder de aandacht te brengen. Als een school graag aan de slag wil om hun kantine gezonder te maken, wordt er een afspraak gemaakt met de Brigade. Er zijn 10 brigadiers werkzaam door heel Nederland. De brigadier uit de desbetreffende regio gaat bij de school langs wanneer het de school uitkomt. De brigadier beoordeelt het assortiment en neemt daarin de inrichting en omgeving van de school mee. Tijdens het bezoek wordt er gesproken met het schoolkantineteam (minimaal een contactpersoon, maar het liefst zo compleet mogelijk) over het huidige aanbod in de kantine en draagvlak en motivatie van de school. Ook komen andere pijlers van de Gezonde Schoolaanpak aan bod, zoals educatie en beleid. Er wordt gevraagd of de scholen aan deze pijlers werken en ze worden zo nodig gewezen op de materialen die hiervoor beschikbaar zijn. Deze aanpak wordt voor elke school op maat uitgevoerd. Een schoolbezoek duurt gemiddeld 1,5 uur. In 80% van de gevallen gaan scholen na bezoek en advies aan de slag (iResearch, 2014).Tevens kan de school een o-meting doen met betrekking tot waardering en draagvlak door een enquêteformulier te verspreiden onder de verschillende groepen (directie, docenten, leerlingen, etc.). Ook kan de school de Inventarisatietool doen. Deze staat op de website van De Gezonde Schoolkantine. De school beantwoordt 31 gesloten vragen over o.a. aanbod, beleid, draagvlak en educatie om in kaart te brengen in hoeverre er reeds aan deze pijlers aandacht wordt besteed. Op het einde krijgt de school te zien hoe zij ervoor staat door aan te geven aan welke pijlers al voldoende wordt gewerkt en aan welke pijlers meer aandacht kan worden besteed. Vervolgens worden voor die pijlers tips en adviezen gegeven hoe de school hiermee aan de slag kan gaan. Middelbeek et al. (2007) hebben in 2007 in kaart gebracht dat driekwart van de schoollocaties zich op minder dan 1 km afstand van een supermarkt, snackbar of tankstation bevindt. Op ongeveer de helft van de schoollocaties bleken leerlingen toegang te hebben tot deze voorzieningen omdat ze in tussenuren en pauzes het schoolterrein mogen verlaten. Op 40% van de scholen was het voor leerlingen niet mogelijk om tijdens pauzes naar winkels of snackgelegenheden in de omgeving van de school te gaan. De aanbeveling van de onderzoekers is om het kopen van calorierijke producten in de directe omgeving van de school te ontmoedigen, bijvoorbeeld door het opstellen van afspraken over het verlaten van het schoolterrein tijdens tussenuren en pauzes. (Middelbeek et al., 2007) Bij bezoek aan de school wordt de omgeving van de school dan ook besproken en wordt bekeken of scholen hinder ondervinden van supermarkten e.d. in de buurt. Scholen wordt advies gegeven hoe hiermee om te gaan en welke mogelijkheden er zijn. Ook op de website van De Gezonde Schoolkantine zijn adviezen en tips te vinden over pleinbeleid en het ontmoedigen van supermarktbezoek in de pauzes, alsook materialen (standaardbrieven voor gemeente en lokale ondernemers) om hen te betrekken bij het werken aan een gezonde schoolkantine van de desbetreffende school. (Stap 2, inventariseren) Na het schoolbezoek wordt er een rapport met advies op maat gemaakt door de Schoolkantine brigadier. In deze rapportage komen alle onderwerpen aan bod met adviezen op maat, mede afhankelijk van de hulpvraag van de school. Op basis van het huidige assortiment van de school wordt er aangegeven welke producten een school kan toevoegen of verwijderen om te voldoen aan de Richtlijnen Gezondere Kantines, hierbij kan de school ook gebruik maken van beschikbare inspiratielijsten om naar een gezonder assortiment te gaan. Op deze inspiratielijsten staan producten die passen in een gezond kantineaanbod. Met het rapport helpt de Brigade doelen op te stellen voor de school door te laten zien waar zij naartoe moeten, en hoe ze dat kan bewerkstelligen. (Stap 3, doelen stellen) Vervolgens gaat de school aan de slag. Vaak gaat dit als volgt: de kantinebeheerder bekijkt kritisch het assortiment en inventariseert de mogelijkheden tot aanpassing bij de leverancier of cateraar. Hierbij maakt hij gebruik van de suggesties uit het adviesrapport van de Schoolkantine Brigade, daarin staat precies welke producten de school zou moeten toevoegen en verwijderen uit hun assortiment om een gezonde kantineassortiment te realiseren. De GGD begeleidt aan de hand van het adviesrapport van de Schoolkantine Brigade de werkgroep en gebruikt het netwerk van scholen in de omgeving om voorbeelden aan te dragen. Tijdens het veranderproces is het voor de school altijd mogelijk om contact met de Brigade op te nemen via e-mail of telefoon met eventuele vragen. De directie zorgt voor verankering van een gezonde schoolkantine in beleid. (Stap 4, aan de slag & Stap 5, borging)
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 6 / 24
Na maximaal een halfjaar belt de Schoolkantine Brigade de school voor een vervolggesprek. Waar staat de school op dit moment? Kan de Schoolkantine Brigade nog ondersteuning bieden? De school krijgt zo nodig nog aanvullende praktische tips om verdere implementatie van een gezonde schoolkantine te bevorderen. Ook tijdens deze vervolgfase blijft de Schoolkantine Brigade bereikbaar voor scholen via e-mail en telefoon voor ondersteuning. Als een school voldoet aan de Richtlijnen Gezondere Kantines, dan ontvangt de school de Schoolkantine Schaal van dat kalenderjaar. De Schoolkantine Schalen worden uitgereikt aan scholen met een assortiment dat voldoet aan de Richtlijnen Gezondere Kantines. Het uitreiken van Schoolkantine Schalen bij het voldoen aan de Richtlijnen levert een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van een gezond aanbod en is ook onderdeel van de maatschappelijke agendering om gezond eten op school de norm te laten zijn. Daarnaast kan de school een interne evaluatie uitvoeren door het verspreiden van enquêteformulieren onder de verschillende partijen. (Stap 6, evalueren) Ontstaansgeschiedenis Het programma De Gezonde Schoolkantine bestaat in 2015 al bijna 15 jaar. Hierbij een kort overzicht middels een tijdslijn: . Het programma De Gezonde Schoolkantine is begonnen in 2001-2002 met een pilotonderzoek; . Vervolgens is gewerkt aan ontwikkeling van de materialen tussen 2003 en 2005. In 2005 waren de materialen beschikbaar; . Tussen 2005 en 2009 zijn drie Schoolkantineprijzen georganiseerd waarvoor scholen zich konden opgeven. Als zij een plan indienden om hun schoolkantine gezonder te maken ontvingen zij een werkbudget en maakten kans op een van de drie geldprijzen. Met de geldprijs konden zij hun kantine mooier maken en waar nodig veranderen; . In 2010 een de Schoolkantine Award uitgereikt: net zoals de Schoolkantineprijzen was dit een wedstrijd voor scholen wanneer zij werkten aan het gezonder maken van hun kantine. De hoofdprijs was een renovatie van de schoolkantine. In dit jaar ontving het programma zijn eerste erkenning van het Centrum Gezond Leven; . In 2009 was het ontstaan van de Schoolkantine Brigade met één brigadier; . Tussen 2013 en 2015 was er een verdere intensivering van Brigade-aanpak: inmiddels bestaat de Brigade uit 10 brigadiers en levert ondersteuning op maat door middel van een schoolbezoek en persoonlijk adviesrapport geschreven voor de situatie van de desbetreffende school. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep Gedurende het schooljaar 2001- 2002 is het materiaal ontwikkeld voor De Gezonde Schoolkantine en ingezet op tien pilotscholen (Fekkes & Paulussen, 2002). Ook leerlingen zijn betrokken bij deze pilot. Ze werden door de meeste scholen betrokken bij het opzetten van het beleid, onder andere door hen op te nemen in de werkgroep. Ook werden ze bij afzonderlijke onderdelen betrokken om de wensen van de leerlingen een stem te geven. Ook werden ze betrokken bij het afnemen van een enquête onder leerlingen, resultaten hiervan gaven inzicht in de wensen van de leerlingen. Leerlingen van de leerlingenraad gaven aan ook graag in de toekomst betrokken te blijven bij de schoolkantine. Inzichten voortkomende uit deze pilot zijn meegenomen in de verdere opzet en uitrol van het programma. 2.5 Vergelijkbare interventies
3. Onderbouwing 3.1 Oorzaken (Inter)persoonlijke factoren Persoonlijke factoren zoals kennis over en ervaren eigen effectiviteit m.b.t. gezonde voeding spelen een rol bij het eetgedrag jongeren. Zo laat een Europese studie zien dat kennis over voeding onder jeugd beperkt is (Sichert-Hellert et al., 2011). Ook is in ander onderzoek bijvoorbeeld gevonden dat hoog niveau van eigen effectiviteit m.b.t. het maken van specifieke, gezonde voedselkeuzes geassocieerd waren met lagere consumptie van voedsel met veel vet en voedsel met veel suiker (Cusatis & Shannon, 1996). Eetgedrag van jongeren wordt daarnaast sterk beïnvloed door hun sociale omgeving (interpersoonlijk niveau) (Story et al., 2002). Daaronder vallen hun familie, vrienden en peers. Interpersoonlijke processen en relaties
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 7 / 24
met hun vrienden en familie, maar ook buren en kennissen hebben allemaal een substantiële invloed op voedselkeuzes en eetgedrag. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de mechanismen van modeling, sociale steun en ervaren normen. Dergelijke factoren zijn te plaatsen binnen een model als Beredeneerd Gedrag (Fishbein & Azjen, 2010). Kennis is in dit model een van de achtergrondvariabelen. Attitudes, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole bepalen de intentie tot het gedrag voordat het gedrag vertoond is. Er is echter recentelijk een determinant toegevoegd aan dit model, namelijk daadwerkelijke controle, die onder andere afhankelijk is van omgevingsfactoren. (Lechner et al., 2012) Fysieke omgeving: ongezond aanbod Door het veelal ongezonde aanbod is de schoolkantine onderdeel van de obesogene omgeving (een omgeving die mensen stimuleert om te veel te eten en te weinig te bewegen (Hill & Peters, 1998; Gezondheidsraad, 2003; Middelbeek et al., 2007). De obesogene omgeving veroorzaakt voor een groot deel de overgewichtepidemie (Hill & Peters, 1998; Swinburn & Egger, 2002). Het ANGELO Model is specifiek ontwikkeld om obesogene omgevingen in kaart te brengen (Lechner et al., 2012). Het model onderscheidt vier typen omgevingsfactoren (economisch, politiek, sociaal-cultureel en fysiek) en twee settings (micro en macro). De schoolomgeving bevindt zich op microniveau in de fysieke omgeving. Op het politieke niveau speelt schoolbeleid omtrent het voedingsaanbod een rol, op sociaal-cultureel niveau betrokkenheid van de directie, maar ook draagvlak (en daaraan gerelateerd een positieve attitude) van alle betrokken partijen en kennis van een gezond productaanbod. Draagvlak bij de scholen is bovendien van groot belang voor structurele aandacht voor het aanbod in de schoolkantine (iResearch, 2010). Tevens is de motivatie van het schoolbestuur en de kantinebeheerder/cateraar van belang op dit niveau. Zonder motivatie tot verandering zal er geen verandering plaatsvinden. Op economisch niveau kan de subsidie voor het schoolkantineprogramma en daarmee de gratis begeleiding door de Schoolkantine Brigade, gezien worden als relevante factor (Lechner et al., 2012). Onbewust gedrag De mate waarin mensen verleid worden ongezonde voedselkeuzes te maken, hangt mede af van 'interne' factoren (hoe mensen kiezen wat ze eten), maar ook van fysieke omgevingsfactoren (wat er aan eten en drinken beschikbaar is in de omgeving). Mensen maken ongeveer 200 voedselkeuzes per dag (Wansink & Sobal, 2007). We hebben echter simpelweg niet genoeg tijd en energie om alle beslissingen weloverwogen te maken (Strack & Deutsch, 2004). In veel van deze situaties zal het eetgedrag daarom bepaald worden door het zogeheten impulsieve systeem, en dus onbewust worden aangestuurd. Mensen laten zich daarbij vaak leiden door prikkels uit de omgeving. Prikkels in de omgeving kunnen zelfs zonder dat er sprake is van honger of dorst gedrag uitlokken, omdat iemand positieve ervaringen heeft met dat gedrag (Veltkamp et al., 2011). Het zien van voedsel zorgt er dan voor dat het bijbehorende vanzelfsprekende gedrag 'eten' ook uitgevoerd wordt. Zo heeft onderzoek laten zien dat gewoonten direct geactiveerd worden door prikkels in de omgeving (Neal et al., 2011). Mensen eten bovendien meer van voedsel dat makkelijk te verkrijgen is (Wansink, 2004). Ook portiegrootte is een belangrijke factor in de obesogene omgeving en beïnvloedt de hoeveelheid die wordt gegeten (Matthiessen et al., 2003; Ledikwe et al., 2005). Gedrag wordt dus sterk gestuurd door impulsen zoals gewoonten en deze tendens wordt nog sterker omdat mensen kampen met een gebrekkige zelfcontrole. Zelfcontrole is onderhevig aan 'egodepletie', oftewel uitputting bij het uitoefenen van zelfcontrole (Baumeister et al.,1998). Het principe van reacties op prikkels uit de omgeving wordt beschreven in leertheorieën die aangeven dat mensen gedrag aanleren wanneer aan een bepaalde prikkel een beloning wordt gekoppeld (bijvoorbeeld Skinner, 1938, in: Lechner et al., 2012). Deze theorieën laten zien dat gedrag wordt aangeleerd door een beloning te ervaren als we het gedrag uitvoeren. Als de associaties tussen de prikkel en het gedrag sterk genoeg zijn, is alleen het waarnemen van de prikkel al genoeg om automatisch het gedrag op te roepen (Aarts, 2009). Vanuit het ongezonde voedselaanbod gaat dus een bepaalde prikkel uit en het kan als belonend worden gezien. Wanneer voedselkeuzes veelal impulsief zijn, gebaseerd op gewoonten en daarbij geleid worden door prikkels uit de omgeving (veelal ongezond aanbod), kan consumptie van ongezonde voedingsmiddelen het gevolg zijn. Bovenstaande genoemde beïnvloedende factoren zijn geïntegreerd in het EnRG-raamwerk (zie bijlage), het zogenoemde 'Environmental Research framework for weight Gain prevention'. Dit raamwerk laat duidelijk zien dat zowel factoren op persoonlijk niveau als ook op omgevingsniveau een rol spelen bij het uiteindelijke Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 8 / 24
gedrag. (Lechner et al., 2012). 3.2 Aan te pakken factoren Veel keuzes worden, zoals hierboven beschreven, onbewust gemaakt en worden beïnvloed door het voedingsaanbod dat beschikbaar is. Om die reden richt de strategie zich op het veranderen van de fysieke omgeving, en deze is zo in te richten dat het juist gezond gedrag stimuleert (Brug, 2007). Deze interventie richt zich dus op het gezonder maken van de schoolkantine-omgeving. In de eerste plaats gaat het daarbij om het aanbieden van gezondere producten, in de tweede plaats gaat het ook om de wijze waarop deze producten worden aangeboden. Beide factoren binnen de fysieke omgeving schoolkantine dragen er op die manier aan bij gezond keuzegedrag te bevorderen. Daarnaast spelen we in op attitude en motivatie van de school, en kennis over wat een gezond aanbod is. Deze factoren zijn essentieel om het veranderproces op gang te helpen en houden. Deze doelen bevinden zich op organisatieniveau. (Inter)persoonlijke factoren zoals kennis, eigen effectiviteit en subjectieve norm, laten we binnen deze interventie buiten beschouwing. Er zijn verschillende lesprogramma over gezonde voeding, zoals Weet Wat Je Eet, die zich meer richten op deze persoonlijke factoren, en hoe om te gaan met de omgeving inclusief de invloed van peers (interpersoonlijk niveau). We adviseren scholen om naast het gezonder maken van het aanbod in de kantine, ook binnen het curriculum aandacht te besteden aan gezonde voeding. Dit sluit ook aan bij de aanpak Gezonde School en het daarbij horende themacertificaat Voeding voor het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Op de sociale omgeving in de persoon van ouders, wordt door het Voedingscentrum via andere middelen en materialen ingespeeld. Bijvoorbeeld door middel van inspirerende filmpjes over hoe te praten met je puber of voeding en hoe je daar als ouder afspraken over kunt maken. 3.3 Verantwoording Omgeving aanpassen: nudging Mensen een duwtje in de goede richting geven zonder daarbij hun vrijheden in te perken, is een veelbelovende manier om gezond keuzegedrag te bevorderen. Dit gegeven staat bekend onder de Engelse term 'nudging' (Thaler & Sunstein, 2009). Mensen krijgen dus een duwtje naar de gezondere keuzes, maar de ongezonde keuze blijft beschikbaar. Er zijn verschillende aspecten in het aanbieden van voedsel die van invloed kunnen zijn op keuzegedrag, zoals het vergroten van het aandeel gezonde keuzes. Denk bijvoorbeeld aan het aanbieden van meer caloriearme dranken en gezonde broodjes. Maar ook kleine aanpassingen kunnen al leiden tot een verandering in keuze voor producten, zoals in de plaatsing en toegankelijkheid van producten, of het gemak waarmee producten te eten zijn (Wansink, 2004; Rozin et al., 2011; Wansink & Hanks, 2013). Bijvoorbeeld als er fruit bij de kassa staat, of het als het voorgesneden wordt aangeboden. Twee systematische reviews komen tot de conclusie dat er effect te zien is in de voedselkeuze van mensen in bedrijfskantines, als omgevingsfactoren veranderen (Geany et al. 2013; Engbers et al. 2005). Een positief effect op de inname van groente en fruit werd waargenomen in studies waar deze meer beschikbaar en zichtbaar waren en/of informatie- of promotiemateriaal aanwezig was. Een aantal andere studies toont eveneens aan dat het aanbieden van een grotere hoeveelheid gezondere producten een positief effect heeft op de verkoop daarvan. Zo werden er bijvoorbeeld meer gezonde snacks gekozen wanneer het relatieve aanbod daarvan in een kantinesetting verhoogd werd (Van Kleef et al., 2012). In het onderzoeksproject 'Automatisch gezonder?' is onderzocht of het gebruik van snacks en frisdrank door scholieren in de gewenste richting verandert door het gezonder maken van het assortiment, prijsdifferentiatie en labeling van producten in de automaten (Kocken et al., 2012). Hieruit blijkt dat verandering in het assortiment direct tot een gewenste verandering leidt. Wanneer er meer laag caloriehoudende producten worden aangeboden, kiezen scholieren vaker voor deze producten. (Kocken et al., 2012) Ook andere onderzoeken geven aan dat het gezonder maken van het aanbod op school leidt tot gezonder keuzegedrag van jongeren. French en Stables (2003) en Perry et al. (2004) hebben laten zien dat jongeren gezonder eten kopen wanneer meer gezonde producten in schoolkantine worden aangeboden. Uit een systematische review naar de effecten van het veranderen van de voedselomgeving op school op Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 9 / 24
eetgedrag en/of gewicht van kinderen, komt naar voor dat in 17 van de 18 geïncludeerde artikelen een significante toename in gezond eetgedrag of een afname in BMI van kinderen, werd gerapporteerd. De onderzoekers geven aan dat het duidelijk is dat het verbeteren van de voedselomgeving op school overgewicht bij kinderen kan voorkomen. (Driessen et al., 2014) Motivatie Daarnaast wordt ingespeeld op het subdoel motivatie, door tijdens de persoonlijke gesprekken met schoolbestuur en kantinebeheerder/cateraars die de Schoolkantine Brigade voert bij het schoolbezoek, gebruik te maken van technieken uit Motivational Interviewing, zoals het tonen van empathie en het ondersteunen van de eigen-effectiviteit (Miller & Rollnick, 2002). Motivational interviewing is een klantgerichte, directieve manier van counseling, die tot doel heeft om mensen zelf hun eigen ambivalentie te laten onderzoeken, om hen verder te helpen in het proces van gedragsverandering. Het uitgangspunt ervan is dat de motivatie om te veranderen vanuit de persoon zelf komt, en niet van buitenaf wordt opgelegd. Dit wordt ook wel intrinsieke motivatie genoemd: mensen willen veranderen vanuit hun eigen overtuiging en niet omdat de omgeving dat van hen verwacht of verlangt. (Kok et al., 2012) 'Public commitment' oftewel 'publieke toezegging' is ook een methodiek die ingezet wordt om motivatie te bevorderen. Eerder onderzoek heeft laten zien dat publieke toezegging ervoor kan zorgen dat mensen trouw zijn aan het programma waar ze aan meedoen (Dellande & Nyer, 2006). Hoe meer iemand publiekelijk zijn attitude verkondigt, des te meer is iemand gecommitteerd en des te steviger hij zichzelf in die positie zet (Hollenbeck et al., 1989). Toezeggingen die publiekelijk zijn gemaakt, zijn standvastiger dan commitments die privé worden gemaakt (Cialdini & Trost, 1998). Geschreven commitments zijn effectiever dan verbale, en groepscommitments zijn effectiever dan individuele (McKenzie-Mohr, 2011; Rogers, 2003). Het publiceren van de groepscommitment, bijvoorbeeld via internet of geprinte media, vergroot het effect zelfs nog meer (Lehman, 2004; McKenzie-Mohr, 2011). Als mensen zeggen dat ze iets zullen doen, verandert het beeld dat ze van zichzelf hebben (Sanagorski & Monaghan, 2013). Ze voelen zich verantwoordelijk voor het commitment en zijn geneigd de gedragsverandering uit te voeren zodat het beeld dat ze van zichzelf om samenhang met het nieuwe beeld van zichzelf te behouden (Cialdini et al., 1978; McKenzie-Mohr et al., 2012). Binnen het programma De Gezonde Schoolkantine zijn deze inzichten toegepast op persoonlijk niveau en op organisatieniveau (cateraars en aanbieders van voedsel in schoolkantines) om motivatie voor verandering te bevorderen. Scholen kunnen zelf publiekelijk uiting geven aan het feit dat ze aan de slag zijn met De Gezonde Schoolkantine. Dit kan door het plaatsen van een Gezonde Schoolkantine-banner op hun website. Het Voedingscentrum faciliteert dit. En de naam van de school wordt dan ook genoemd op de website van De Gezonde Schoolkantine. Partijen die het Handvest Gezonder Voedingsaanbod op Scholen ondertekenen met daarin afspraken om hun assortiment te laten voldoen aan de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum, doen een publieke toezegging. Op de website van De Gezonde Schoolkantine wordt bovendien hun naam gepubliceerd. Omdat meerdere partijen zich verenigen in dit Handvest, kan het worden gezien als een groepscommitment. Het Convenant Gezond Gewicht beheert het Handvest. Attitude en draagvlak Om ervoor te zorgen dat er een positieve attitude is onder alle betrokken partijen, waarmee draagvlak wordt bevorderd, wordt ingezet op het vormen van een schoolkantineteam. Het opstellen van een werkgroep is bepalend voor het succes van de invoering van het gehele traject (Van den Boogaard & Rots-de Vries, 2006). Ook blijkt het van belang te zijn dat een directielid deelneemt in de werkgroep (Van den Boogaard & Rots-de Vries, 2006; Fekkes & Paulussen, 2002). Een directielid moet tevens het initiatief nemen bij het uitstippelen van het beleid en het nastreven van de uiteindelijke doelstellingen van het beleid. Draagvlak bij de directie is van groot belang (Fekkes & Paulussen, 2002). Op scholen waar een directielid een actieve rol vervulde binnen het programma De Gezonde Schoolkantine kwam het meeste beleid van de grond en werden meer onderdelen van het programma uitgevoerd. Op scholen waar de motivatie om deel te nemen aan het programma niet breed werd gedragen kwamen juist minder activiteiten van de grond. Wanneer de directeur in de werkgroep zit, heeft hij bovendien een hogere waardering voor het programma De Gezonde Schoolkantine (iResearch, 2010). Het is belangrijk dat de deelname aan het programma breed wordt gedragen op de school. Naast een directielid is het ook van belang om leerlingen en ouders bij de werkgroep te betrekken om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren (Van den Boogaard & Rots-de Vries, 2006; Haak,
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 10 / 24
2008). Kennis Zonder kennis over welke producten passen binnen een gezond kantineaanbod kan de school geen gezond assortiment samenstellen. Deze kennis wordt overgebracht door middel van advies-op-maat. De school krijgt een persoonlijk rapport waarin beschreven staat welke producten toegevoegd dienen te worden, en welke verwijderd om een gezonde schoolkantine te realiseren. Dit alles binnen het kader van de richtlijnen Gezondere Kantines die in dit persoonlijk adviesrapport tevens worden toegelicht. De adviezen in het rapport worden gebruikt door kantinebeheerders en cateraars om zo een gezond kantineassortiment samen te stellen.Advies-op-maat is een geschikte methodiek wanneer men grote groepen wil bereiken, maar ook rekening wil houden met individuele kenmerken (Oenema & De Nooijer, 2012). Omdat elke schoolkantine weer anders is, zal iedere school zijn eigen advies nodig hebben. 3.4 Werkzame elementen Inhoudelijke elementen . Nudging: door het overgrote gedeelte van het schoolkantine-aanbod gezond te laten zijn en bovendien gebruik te maken van slimme manieren van aanbieden zodat leerlingen een duwtje krijgen in de goede richting, wordt er makkelijker gekozen voor gezonde producten. Wanneer een schoolkantine niet volledig 'gezondheid' zou uitstralen, zou het project niet slagen. Nudging is hierbij onmisbaar. . Advies op maat: door elke school te voorzien van adviezen die aansluiten op hún situatie, en contact met hen te onderhouden, gaan scholen vrijwel allemaal aan de slag. De persoonlijke aandacht, maar ook tips en trucs specifiek voor hun kantine, zorgen ervoor dat ze sneller aan de slag gaan en efficiënter hun doel bereiken. Bovendien is het voor scholen regelmatig lastig te bepalen wat nu wel of niet gezond is. Het persoonlijk contact en de uitleg van de Schoolkantine Brigade dragen eraan bij dat scholen goed weten wat thuishoort in een gezonde schoolkantine en wat niet. Het aantal scholen dat na een bezoek van de Schoolkantine Brigade van het Voedingscentrum voldoet aan de Richtlijnen is medio juni 2015 ruim 25% (cijfers Voedingscentrum). . Vormen van een schoolkantineteam: Zonder betrokkenheid van de verschillende partijen wordt het erg moeilijk voor de school om een gezonde kantine te realiseren. Met name betrokkenheid van de directie is zeer belangrijk. Praktische elementen . Duidelijke richtlijnen: Door een duidelijke richtlijn neer te leggen, wordt scholen laten zien welke producten zij het beste in het assortiment kunnen toevoegen en welke ze zouden moeten verwijderen, om zo te voldoen aan de richtlijnen. Op die manier weten scholen exact voor hun eigen assortiment hoe zij kunnen komen tot een gezond kantineassortiment. . Stappenplan: Stapsgewijs komen tot het eindresultaat. In het advies op maat zit direct een stappenplan voor de school, een essentieel onderdeel om een gezonde schoolkantine te realiseren.
4. Uitvoering 4.1 Materialen . Folder 'De Gezonde Schoolkantine, Belangrijke investering in de toekomst' (ook als download) . Briefkaarten voor werving . Handleiding voor VO-scholen (ook als download) . Handleiding voor MBO-scholen (ook als download) . Receptenbundel met themarecepten (ook als download) . Inspiratielijst Gezonde Schoolkantine (ook als download) . Informatiekaart 5x veilig eten in schoolkantines (download) . Posters . Schoolkantine Brigade Visitekaart . Factsheet 'Richtlijnen Gezondere Kantines' (ook als download) 4.2 Type organisatie Het Voedingscentrum voert door middel van de Schoolkantine Brigade de schoolbezoeken uit, en biedt de Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 11 / 24
aanvullende ondersteuning. Daarnaast kunnen GGD'en lokale ondersteuning bieden. 4.3 Opleidingen en competenties In principe kan een school zelf aan de slag met de beschikbare materialen voor De Gezonde Schoolkantine. Zoals in onderdeel 4 en 6 echter is aangegeven, blijkt dat begeleiding van de GGD voor een hogere kwaliteit zorgt: de GGD draagt zorg voor een integrale aanpak en inbedding van de activiteiten door middel van opname in het schoolgezondheidsbeleid. 4.4 Kwaliteitsbewaking Kwaliteitsbewaking vindt op drie niveaus plaats. Ten eerste houdt het ministerie van VWS als subsidieverlener toezicht op de uitvoering van het programma. Ten tweede wordt het programma, inclusief de werkzaamheden van de brigadiers en de effectiviteit van de diverse materialen en middelen, regelmatig geëvalueerd door het Voedingscentrum, middels kwantitatief en kwalitatief onderzoek door een onafhankelijk onderzoeksbureau, en door een online vragenlijst te sturen naar bezochte scholen. Op grond van uitkomsten van evaluaties en onderzoek worden aanpassingen in het programma doorgevoerd. Monitoring van het werk van de Brigade vindt bovendien plaats middels intervisiebijeenkomsten die een aantal keer per jaar worden georganiseerd door het Voedingscentrum. Ten derde krijgen alleen scholen die voldoen aan de Richtlijnen Gezondere Kantines een Schoolkantine Schaal uitgereikt. Deze schaal geldt voor één kalenderjaar. Een overzicht van alle deelnemende scholen, en hoeveel daarvan een Schaal hebben ontvangen, is hier te vinden: http://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/nl/doe-mee/koplopersinbeeld.aspx 4.5 Randvoorwaarden Voor de adoptie van het programma zijn noodzaak (draagvlak en positieve attitude) en vertrouwen in eigen kunnen om te veranderen (eigen effectiviteit) van de scholen van belang. Hierbij gaat het om nieuwe scholen. Voor implementatie en continuering van De Gezonde Schoolkantine zijn doorzettingsvermogen van alle partijen in het schoolkantineteam en eigen effectiviteit van belang (van directie en kantinebeheerder/cateraar). Daarnaast zijn de bereidheid tijd te steken in het veranderingsproces van belang. Er is bijvoorbeeld tijd nodig voor schoolkantineteamvergaderingen. De intentie om het programma daadwerkelijk uit te voeren, is bovendien groter wanneer er een duidelijk stappenplan is gemaakt door de werkgroep (Liebelt, 2008). Een belangrijke randvoorwaarde is dat er binnen de school draagvlak is voor een gezonde schoolkantine. Idealiter zijn alle partijen binnen de school betrokken. Om die reden worden scholen ook aangemoedigd een schoolkantineteam te vormen, waarin alle partijen vertegenwoordigd zijn. Het gaat dan om scholieren/studenten, docenten, directie, en de cateraar/kantinebeheerder, eventueel aangevuld met een gezondheidsbevorderaar van de lokale GGD. (Van den Boogaard & Rots-de Vries, 2006; Haak, 2008) Het is belangrijk dat dit team regelmatig samenkomt om de voortgang en benodigde acties te bespreken en evalueren. Draagvlak heeft een relatie met de determinant attitude. Een positieve attitude t.a.v. een gezonde schoolkantine bevordert namelijk het draagvlak. 4.6 Implementatie Scholen die zich in de implementatiefase bevinden, krijgen ondersteuning die de Schoolkantine Brigade biedt na een schoolbezoek en adviesrapport. Implementatie wordt bevorderd door de helpdeskfunctie die de Schoolkantine Brigade heeft via telefoon en e-mail. Maar ook door het vervolggesprek een halfjaar na het schoolbezoek. Daarnaast ondersteunen lokale GGD'en, bijvoorbeeld door deel te nemen aan de werkgroep, regelmatig contact op te nemen met de school hoe het veranderproces verloopt en praktische advisering bij de uitvoering. Beide partijen versterken hierdoor elkaars werk en op die manier wordt implementatie bevorderd. 4.7 Kosten Door VWS-subsidies is het programma gratis beschikbaar voor scholen. Dit geldt ook voor het bezoek en
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 12 / 24
advies op maat van de Schoolkantine Brigade. Met een brigadebezoek is 8 uur gemoeid in combinatie met de onderhoudsgesprekken die de brigade verzorgt, bedragen de kosten circa 1.000 Euro per school. De subsidie wordt in 2016 doorgezet met als doel aan het einde van dat jaar alle scholen de kans te hebben gegeven op een schoolbezoek. De uren, en daarmee eventuele personeelskosten voor de school, verschillen per school. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de omvang van de school en de grootte van het veranderproces. Het is onze inschatting dat een school in de opstartfase gemiddeld circa 10-15 uur nodig zal hebben en met het onderhoud van een gezonde schoolkantine circa 1-2 uur per week bezig zal zijn. Scholen hoeven geen materiële kosten te maken.
5. Onderzoek naar praktijkervaringen Implementatieonderzoek 2001-2002 Gedurende het schooljaar 2001- 2002 is het materiaal dat is ontwikkeld voor De Gezonde Schoolkantine (minimale variant) ingezet op tien pilotscholen. Het onderzochte ondersteuningsmateriaal bestond uit een handboek voor scholen (met daarin afzonderlijke hoofdstukken voor de directie, docenten, de kantinebeheerder, de leraren en de ouders), internetactiviteiten voor leerlingen (eettestjes, spelletjes, checklist gezonde en gezellige schoolkantine), een assortimentsmeter op internet en posters. Op deze scholen is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd (Fekkes & Paulussen, 2002, type onderzoek: experimenteel onderzoek in de praktijk) om de begeleiding en implementatie van het ondersteuningsaanbod te evalueren op effect en proces en waar nodig te kunnen verbeteren. Dit onderzoek heeft een aantal informatiebronnen gebruikt:
l
Interviews met directieleden, kantinebeheerders en docenten biologie/verzorging Gegevens van schoolbezoeken voor en na het programma Gegevens uit vragenlijsten die 353 leerlingen uit klas 1 t/m 4 invulden over hun consumptie in de kantine,
l
zowel aan het begin als aan het eind van het schooljaar Vragenlijsten die de ouderraad en leerlingenraad invulden over betrokkenheid van ouders
l
Gegevens over de betrokkenheid van GGD'en (N=3)
l l
Op de meeste begeleide pilotscholen heeft gedurende het schooljaar een verandering van het aanbod plaatsgevonden. De doorgevoerde wijzigingen wisselden sterk per school. Leerlingen gaven in de vragenlijsten aan dat zij meer gezonde producten in de kantine kochten en aten: bijna een kwart van de leerlingen (23%) is na een jaar gezonder gaan eten op school. Uit het onderzoek onder leerlingen bleek verder dat zij na een jaar vinden dat er meer gezonde dingen te krijgen zijn (een significant effect op twee van de tien scholen) en dat er meer lekkere dingen te krijgen zijn (dit was op één school significant). Na een jaar zijn meer leerlingen van plan gezonder te gaan eten: een significante stijging van 16% naar 26%. Het aantal leerlingen dat gezond eten en drinken belangrijk vindt, is niet significant gestegen (blijft 50%). Organisaties die voedsel verstrekken zijn wettelijk verplicht om een hygieneplan te hebben op basis van HACCP-normen. De hygiëneadviezen blijken voor scholen lastig om zelfstandig door te voeren. Redenen hiervoor zijn gebrek aan kennis, motivatie en middelen. Een school die een professionele cateraar had ingeschakeld, was de enige die aan de HACCP-normen voldeed. Lokaal implementatieonderzoek De lokale implementatie van De Gezonde Schoolkantine is door GGD West Brabant onderzocht op drie vestigingen van het Prisma college in gemeente Breda (Boogaard en Rots-de Vries, 2006). Dit veranderingsonderzoek beschrijft de implementatie van het programma aan de hand van notulen van werkgroepen, het gebruik van de Assortimentsmeter en interviews met kantinebeheerders. De belangrijkste resultaten van dit onderzoek: l
Het invoeren van het kantinebeleid verliep goed, maar was sterk afhankelijk van de invulling door de
l
personen in de werkgroepen op de afzonderlijke locaties. Als de schoolleiding voldoende uren beschikbaar stelt voor leden van de werkgroep, heeft dit een positieve invloed op het functioneren van de werkgroep.
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 13 / 24
l
Betrokkenheid van ouders en leerlingen bij de werkgroep en ondersteuning door de GGD is erg belangrijk voor het slagen van het programma.
Op alle locaties is in verschillende mate en tempo het assortiment aangepast. Het gebruiken van de Assortimentsmeter stimuleert het maken van aanpassingen. De leerlingen blijken na verloop van tijd positief te staan tegenover de gezonde producten: de omzet van de kantines stijgt en veel populaire producten zijn de gezonde producten. De scholen hebben de lessen uit het lespakket Weet Wat Je Eet gegeven en geven aan dat het het meest praktisch is om deze lessen te geven aan brugklassers in de lessen biologie of verzorging. Ook hebben de scholen de posters gebruikt. Overig onderzoek Het programma De Gezonde Schoolkantine is in 2004 aan de hand van de Schoolslag checklist (NIGZ, 2004) door gebruikers (scholen) en deskundigen (GGD'en) op kwaliteit beoordeeld. De interventie heeft hierbij op 6 van de 9 te beoordelen onderdelen vier uit vijf sterren behaald: de onderdelen 'efficiëntie voor ondersteunende instelling' en 'effectiviteit aangetoond' scoorden het laagst. De doelgroep was zeer te spreken over het programma (www.gezondeschool.nl) Aanpassing van materialen in 2008 n.a.v. de onderzoeken Naar aanleiding van de uitkomsten van de verschillende onderzoeken zijn de materialen van De Gezonde Schoolkantine begin 2008 geactualiseerd en aansprekender gemaakt. Tegelijkertijd zijn de producten opnieuw gecategoriseerd in voorkeur, middenweg- en uitzondering op basis van de nieuwe richtlijnen van de Gezondheidsraad en signalen uit het veld. De belangrijkste wijzigingen in de materialen: l l l
l l
De handleidingen zijn korter, bondiger en praktischer gemaakt. De handleiding hygiëne is opgegaan in de handleiding voor kantinebeheerders. Er zijn halffabricaten ontwikkeld waardoor de GGD of de school alleen het eigen logo nog hoeft toe te voegen. Het logo en afbeeldingen zijn herzien. Er zijn producten ontwikkeld die ondersteunend zijn bij de uitvoer van het programma (bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie en een schoolkrantartikel).
Landelijk implementatieonderzoek 2008 De landelijke implementatie van de herziene materialen is vanaf januari 2008 gestart. De adoptie en implementatie van de vernieuwde materialen is in een quasi-experimenteel onderzoek onderzocht door Liebelt (2008). Medewerkers van scholen in het voortgezet onderwijs die het materiaal voor het project hadden aangevraagd (n=49, respons was 18%), werden gevraagd een vragenlijst in te vullen. Gevonden werd dat de adoptie relatief laag was. Redenen hiervoor zijn gebrek aan tijd en gebrek aan begeleiding. De intentie tot implementatie was relatief hoog, waaruit blijkt dat de aanvragers van plan zijn De Gezonde Schoolkantine te implementeren. Adoptie was hoger bij scholen die begeleid worden door een GGD. Voor het kalenderjaar (2009-2010) heeft het Voedingscentrum daarom ook ingezet op agendasetting van De Gezonde Schoolkantine bij GGD'en. Zo worden er opnieuw bijeenkomsten gehouden, wordt de Stimuleringsprijs gecontinueerd en zal er met de afzonderlijke GGD'en contact op worden genomen door de De Gezonde Schoolkantine Brigade. Deze brigade biedt ondersteuning bij de GSK. Rapportages Tenslotte is er informatie beschikbaar uit de rapportages die door scholen zijn opgesteld voor de stimuleringsprijs. Deze rapportages geven een reële weergave van de praktijk. Zo geeft één van de deelnemende scholen 2009/2010 aan dat zij door het project de Gezonde Schoolkantine het aanbod zo hebben gewijzigd dat de inname van het aantal calorieën door leerlingen op hun scholengemeenschap op jaarbasis is verminderd met ongeveer 32 miljoen. Dit door het verwijderen van worstenbroodjes uit het assortiment (104.000 stuks), het aanbieden van calorie armere producten zoals light frisdranken, yoghurt en soep (rapportage stimuleringsprijs 2010) Evaluatieonderzoek De Gezonde Schoolkantine Eind 2009 en begin 2010 is er een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de Stimuleringsprijs in relatie tot het programma De Gezonde Schoolkantine. Het onderzoek is een beschrijvend onderzoek. Het doel was antwoord
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 14 / 24
te krijgen op de volgende vragen: 1. Wat zijn de werkzame elementen van het programma De Gezonde Schoolkantine? 2. Hoe kan het programma De Gezonde Schoolkantine op een goede manier bestendigd worden? 3. Wat zijn stimulerende factoren voor - in beginsel niet gemotiveerde - scholen om deel te nemen aan het programma? 4. Hoe kan het onderwerp duurzaamheid vorm krijgen binnen het programma De Gezonde Schoolkantine? 5. Wat is de meerwaarde van de Stimuleringsprijs?
Methode - Om de evaluatie uit te voeren is op verschillende wijzen informatie verzameld. Er zijn vier online vragenlijsten afgenomen; bij scholen die deelnamen of deelnemen aan de Stimuleringsprijs, leerlingen, ouders en bij niet deelnemende scholen. Daarnaast zijn interviews gehouden met tien directeuren van deelnemende scholen en zijn de eindrapportages, geschreven door deelnemende scholen, beoordeeld op een aantal punten. Tevens is een GGD bijeenkomst gehouden om te discussiëren over ervaringen van GGD'en die scholen ondersteunen bij de uitvoering van het programma. Tot slot is in een later stadium van het onderzoek in een expertmeeting gesproken met experts over de resultaten van het onderzoek. Resultaten - De vragenlijst heeft een respons behaald van 62,7% voor de deelnemende scholen, 38,7% voor de leerlingen, 54,0% voor de ouders en tot slot heeft de vragenlijst voor de niet deelnemende scholen een respons behaald van 25,6%. Zowel de directies van deelnemende scholen als de leerlingen hebben gerapporteerd dat door deelname aan het programma De Gezonde Schoolkantine het aanbod in de kantine gezonder wordt. Tevens geven veel scholen aan dat zij ondersteuning krijgen van de GGD en de scholen geven aan tevreden te zijn met deze ondersteuning. Voor de intentie tot bestendiging van het programma blijkt dat het belangrijk is dat scholen bij de start van het programma een werkgroep en een stappenplan opstellen. De deelnemende scholen vinden de Stimuleringsprijs wel motiverend maar het vormt niet de reden voor deelname. Dit geldt ook voor het werkbudget. De ondersteunende GGD'en zien de Stimuleringsprijs als een goed instrument om scholen extra te stimuleren tot deelname. Aan niet deelnemende scholen is gevraagd wat zij motiverende factoren zouden vinden voor deelname aan het programma. Het blijkt dat motiverende factoren voor niet deelnemende scholen o.a. zijn het kunnen opbrengen van de tijdsinvestering en de kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van het programma De Gezonde School-kantine. (iResearch, 2010)
6. Onderzoek naar effectiviteit 6.1 Onderzoek in Nederland Meest recente onderzoek: Evaluatie van het werk van het programma De Gezonde Schoolkantine en het werk van de Schoolkantine Brigade Auteur: iResearch (2015). Doel - Achterhalen van de meest werkzame onderdelen van het programma De Gezonde Schoolkantine en het werk van de Schoolkantine Brigade in het bijzonder. Methode - Evalueren online enquête ingevuld door scholen die bezocht zijn door de Schoolkantine Brigade (n= 171) (de brigade stuurt deze enquête standaard na elk schoolbezoek om na te gaan in hoeverre het bezoek en de adviezen werden gewaardeerd). Daarnaast zijn 38 semigestructureerde telefonische interviews gehouden met scholen die door de Schoolkantine Brigade zijn bezocht en een adviesrapport hebben ontvangen. Daarnaast is met acht scholen gesproken die twee keer door de brigade zijn bezocht. Tevens is bij vijf GGDprofessionals een telefonisch interview afgenomen, aanvullend hebben 10 GGD-professionals een korte online vragenlijst ingevuld. Resultaten - De resultaten laten onder andere zien dat zowel scholen als GGD professionals over het algemeen positief zijn over de ondersteuning die het Voedingscentrum scholen biedt bij het gezonder maken van hun schoolkantine. Ook is het overgrote deel van de scholen en alle GGD professionals tevreden over de schoolbezoeken die de Schoolkantine Brigade aflegt en de meeste scholen en alle GGD professionals zijn tevreden over de adviesrapporten die de Schoolkantine Brigade voor scholen opstelt. Het ontvangen van een
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 15 / 24
Schoolkantine Schaal bij het behalen van de richtlijnen is een mooie beloning voor scholen. Het wordt niet gezien als dé stimulans maar is wel een leuke bijkomstigheid, betekent PR voor de school en kan zo ook aantrekkelijk kan werken voor andere scholen. Het werk van de Schoolkantine Brigade (het persoonlijke contact tijdens het bezoek en de concrete adviezen in het rapport) wordt als meest behulpzame onderdeel van het programma De Gezonde Schoolkantine gezien. Door het werk van de Schoolkantine Brigade worden scholen gestimuleerd om daadwerkelijk te gaan werken aan een gezonde schoolkantine. Tevens wordt het voor scholen makkelijker om een gezonde schoolkantine te kunnen realiseren. Aanpassingen - Uit het onderzoek komt ook dat inzet van het Voedingscentrum omtrent gezonde schoolkantines gewenst blijft. Het is nodig om scholen langdurig te stimuleren en dit thema onder de aandacht te houden. Daarnaast hebben scholen behoefte aan een vraagbaak en check of ze (nog steeds) voldoen aan de richtlijnen. Aandacht voor het traject en meer advies op maat zijn daarmee de belangrijkste aandachtspunten voor de toekomst van het programma. In overleg met het ministerie van VWS en in afstemming met de Gezonde School aanpak moet dit vorm krijgen. Food supply and actions to improve dietary behaviour of students - a comparison between secondary schools participating or not participating in the 'Healthy School Canteen Program' Auteurs: Milder. I.E.J., Mikolajczak, J., Van den Berg, S.W., Van de Veen-van Hofwegen, M., & Bemelmans, W.J.E. (2014). Doel - Ten eerste was het doel determinanten benoemen die invloed hebben deelname aan het programma De Gezonde Schoolkantine, ten tweede om het voedselaanbod en acties vergelijken tussen deelnemende en niet-deelnemende scholen, en ten derde om te onderzoeken welke redenen scholen hebben om meer aandacht aan voeding te besteden binnen het curriculum. Methode - Januari 2011 is naar alle middelbare scholen in Nederland (n=1145) een vragenlijst gestuurd, gericht aan de directeur. In maart is een herinnering verstuurd. De respons 33% (n=375). Uiteindelijk zijn 325 scholen meegenomen in het onderzoek. Scholen die geen kantine hadden of niet tot het voortgezet onderwijs behoorden, zijn verwijderd. Resultaten - Geen van de onderzochte determinanten (schoolniveau, schoolgrootte, kantine in eigen beheer of uitbesteed, perceptie van overgewicht, potentiele barrières tijd en geld, behoeften om projecten te kunnen uitvoeren zoals meer informatie, minder intensieve projecten, projecten die minder input van docenten vereisen) was geassocieerd met deelname. Scholen die deelnamen aan De Gezonde Schoolkantine boden significant (P < 0.001) meer van de elf onderzochte gezonde producten aan (zoals broodjes, melk, fruit light frisdranken, yoghurt en salade) dan niet-deelnemende scholen. Er was geen verschil in aantal aangeboden producten die minder gezond zijn (zoals snoeprepen, koek en gesuikerde frisdranken). Deelnemende scholen gaven vaker aan dat zij actie ondernamen om eetgedrag van de leerlingen te verbeteren en hadden vaker een voedingsbeleid. Ook verhoogden deelnemende scholen vaker de aandacht voor voeding binnen het curriculum in de afgelopen jaren dan niet-deelnemende scholen (57% versus 43%, P= 0.01). Aangegeven redenen waren vergelijkbaar en waren onder andere media-aandacht, eetgedrag van leerlingen en overgewicht. Scholen die deelnemen aan het programma De Gezonde Schoolkantine bieden dus meer gezonde producten aan in hun schoolkantines en ondernamen meer acties om eetgedrag te verbeteren dan niet-deelnemende scholen. Op alle scholen was ongezond voedsel echter ook nog beschikbaar. Evaluatieonderzoek De Gezonde Schoolkantine Auteur: iResearch (2010) Gepubliceerd in artikel: Mensink, F., Schwinghammer, S.A., & Smeets, A. (2012). The Healthy School Canteen Programme: A Promising Intervention to Make the School Food Environment Healthier. Journal of Environmental and Public Health. Doel - Eind 2009 en begin 2010 is er een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de Stimuleringsprijs in relatie tot het programma De Gezonde Schoolkantine. Het onderzoek is een beschrijvend onderzoek. Het doel was antwoord te krijgen op de volgende vragen: 1. Wat zijn de werkzame elementen van het programma De Gezonde Schoolkantine?
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 16 / 24
2. Hoe kan het programma De Gezonde Schoolkantine op een goede manier bestendigd worden? 3. Wat zijn stimulerende factoren voor - in beginsel niet gemotiveerde - scholen om deel te nemen aan het programma? 4. Hoe kan het onderwerp duurzaamheid vorm krijgen binnen het programma De Gezonde Schoolkantine? 5. Wat is de meerwaarde van de Stimuleringsprijs? Methode - Om de evaluatie uit te voeren is op verschillende wijzen informatie verzameld. Er zijn vier online vragenlijsten afgenomen; bij scholen die deelnamen of deelnemen aan de Stimuleringsprijs, leerlingen, ouders en bij niet deelnemende scholen. In totaal zijn 153 vragenlijsten verstuurd aan directies van deelnemende scholen, 139 naar ouderraden, 137 naar leerlingenraden, en 708 naar niet-deelnemende scholen. Daarnaast zijn interviews gehouden met tien directeuren van deelnemende scholen en zijn de eindrapportages, geschreven door deelnemende scholen, beoordeeld op een aantal punten. Tevens is een GGD bijeenkomst gehouden om te discussiëren over ervaringen van GGD'en die scholen ondersteunen bij de uitvoering van het programma. Tot slot is in een later stadium van het onderzoek in een expertmeeting gesproken met experts over de resultaten van het onderzoek. Resultaten - De vragenlijst heeft een respons behaald van 62,7% (n=96) voor de deelnemende scholen, 38,7% voor de leerlingen (n=53), 54,0% (n=75) voor de ouders en tot slot heeft de vragenlijst voor de niet deelnemende scholen een respons behaald van 25,6% (n=181). Zowel de directies van deelnemende scholen als de leerlingen hebben gerapporteerd dat door deelname aan het programma De Gezonde Schoolkantine het aanbod in de kantine gezonder wordt. Tevens geven veel scholen aan dat zij ondersteuning krijgen van de GGD en de scholen geven aan tevreden te zijn met deze ondersteuning. Voor de intentie tot bestendiging van het programma blijkt dat het belangrijk is dat scholen bij de start van het programma een werkgroep en een stappenplan opstellen. De deelnemende scholen vinden de Stimuleringsprijs wel motiverend maar het vormt niet de reden voor deelname. Dit geldt ook voor het werkbudget. De ondersteunende GGD'en zien de Stimuleringsprijs als een goed instrument om scholen extra te stimuleren tot deelname. Aan niet deelnemende scholen is gevraagd wat zij motiverende factoren zouden vinden voor deelname aan het programma. Het blijkt dat motiverende factoren voor niet deelnemende scholen o.a. zijn het kunnen opbrengen van de tijdsinvestering en de kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van het programma De Gezonde Schoolkantine. Aanpassingen - op basis van deze resultaten is aan het ministerie van VWS geadviseerd meer in te zetten op advies-op-maat. Hiervoor hebben we de middelen gekregen en daardoor is de Schoolkantine Brigade in het leven geroepen, aangezien persoonlijke begeleiding (hier in de vorm van GGD-ondersteuning) positief wordt gewaardeerd. GGD'en hebben echter regelmatig de capaciteit niet om deze intensieve vorm van ondersteuning te bieden. Daarnaast is blijvend ingezet op scholen te stimuleren altijd een schoolkantineteam te vormen waarin alle betrokken partijen zitting nemen. Tenslotte worden scholen door ondersteuning van de Brigade geholpen bij het vormen van een stappenplan. Op die manier denken we ook tegemoet te komen aan verlichting van de factoren tijd en kosten die gepaard gaan met het veranderproces. Eerder onderzoek, ook vermeld in vorige beschrijving: Evaluatie van de pilot van het schoolkantineproject. Auteurs: Fekkes, M., & Paulussen, T.G.W.M. (2002).TNO-rapport PG/JGD 2002.217. Doel - Evalueren van de begeleiding en implementatie van het ondersteuningsaanbod op effect en proces om het waar nodig te kunnen verbeteren. Methode - Gedurende het schooljaar 2001-2002 is het materiaal dat is ontwikkeld voor De Gezonde Schoolkantine ingezet op tien pilotscholen. Het onderzochte ondersteuningsmateriaal bestond uit een handboek voor scholen (met daarin afzonderlijke hoofdstukken voor de directie, docenten, de kantinebeheerder, de leraren en de ouders), internetactiviteiten voor leerlingen (eettestjes, spelletjes, checklist gezonde en gezellige schoolkantine), een assortimentsmeter op internet en posters. Op deze scholen is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd waarbij gebruik is gemaakt van een aantal informatiebronnen: . Interviews met directieleden, kantinebeheerders en docenten biologie/verzorging . Gegevens van schoolbezoeken voor en na het programma . Gegevens uit vragenlijsten die 353 leerlingen uit klas 1 t/m 4 invulden over hun consumptie in de kantine aan Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 17 / 24
het begin als aan het eind van het schooljaar . Vragenlijsten die de ouderraad en leerlingenraad invulden over betrokkenheid van ouders . Gegevens over de betrokkenheid van GGD'en (N=3) Resultaten - Op de meeste begeleide pilotscholen heeft gedurende het schooljaar een verandering van het aanbod plaatsgevonden. De doorgevoerde wijzigingen wisselden sterk per school. Leerlingen gaven in de vragenlijsten aan dat zij meer gezonde producten in de kantine kochten en aten: bijna een kwart van de leerlingen (23%) is na een jaar gezonder gaan eten op school. Uit het onderzoek onder leerlingen bleek verder dat zij na een jaar vinden dat er meer gezonde dingen te krijgen zijn (een significant effect op twee van de tien scholen) en dat er meer lekkere dingen te krijgen zijn (dit was op één school significant). Na een jaar zijn meer leerlingen van plan gezonder te gaan eten: een significante stijging van 16% naar 26%. Het aantal leerlingen dat gezond eten en drinken belangrijk vindt, is niet significant gestegen (blijft 50%). Implementatie van 'De Gezonde Schoolkantine' in de gemeente Breda Auteurs: Van den Boogaard, N.W.A.J., & Rots-de Vries, M.C. (2006). Doel - Evalueren van de implementatie van schoolkantinebeleid. Methode - De lokale implementatie van De Gezonde Schoolkantine is door GGD West Brabant onderzocht op drie vestigingen van het Prisma college in gemeente Breda. Dit veranderingsonderzoek beschrijft de implementatie van het programma aan de hand van notulen van werkgroepen, het gebruik van de Assortiments¬meter en interviews met kantinebeheerders. Resultaten - De belangrijkste resultaten van dit onderzoek: . Het invoeren van het kantinebeleid verliep goed, maar was sterk afhankelijk van de invulling door de personen in de werkgroepen op de afzonderlijke locaties. . Als de schoolleiding voldoende uren beschikbaar stelt voor leden van de werkgroep, heeft dit een positieve invloed op het functioneren van de werkgroep. . Betrokkenheid van ouders en leerlingen bij de werkgroep en ondersteuning door de GGD is erg belangrijk voor het slagen van het programma. Op alle locaties is in verschillende mate en tempo het assortiment aangepast. Het gebruiken van de Assortimentsmeter stimuleert het maken van aanpassingen. De leerlingen blijken na verloop van tijd positief te staan tegenover de gezonde producten: de omzet van de kantines stijgt en veel populaire producten zijn de gezonde producten. Ook hebben de scholen de posters gebruikt. Aanpassing van materialen in 2008 n.a.v. de onderzoeken Naar aanleiding van de uitkomsten van de verschillende onderzoeken zijn de materialen van De Gezonde Schoolkantine begin 2008 geactualiseerd en aansprekender gemaakt. Tegelijkertijd zijn de producten opnieuw gecategoriseerd in voorkeur, middenweg- en uitzondering op basis van de nieuwe richtlijnen van de Gezondheidsraad en signalen uit het veld. De belangrijkste wijzigingen in de materialen: . De handleidingen zijn korter, bondiger en praktischer gemaakt. . De handleiding hygiëne is opgegaan in de handleiding voor kantinebeheerders. . Er zijn halffabricaten ontwikkeld waardoor de GGD of de school alleen het eigen logo nog hoeft toe te voegen. . Het logo en afbeeldingen zijn herzien. . Er zijn producten ontwikkeld die ondersteunend zijn bij de uitvoer van het programma (bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie en een schoolkrantartikel). (Un)successful ingredients for adoption and implementation of the healthy school canteen project Auteur: Liebelt, R. (2008). Doel - Evalueren van adoptie en implementatie van de vernieuwde materialen in een quasi-experimenteel onderzoek. Methode - Medewerkers van scholen in het voortgezet onderwijs die het materiaal voor het project hadden aangevraagd (n=49, respons was 18%), werden gevraagd een vragenlijst in te vullen.
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 18 / 24
Resultaten - Uitkomsten lieten zien dat de adoptie relatief laag was. Redenen hiervoor zijn gebrek aan tijd en gebrek aan begeleiding. De intentie tot implementatie was relatief hoog, waaruit blijkt dat de aanvragers van plan zijn De Gezonde Schoolkantine te implementeren. Adoptie was hoger bij scholen die begeleid worden door een GGD. Aanpassingen - Voor het kalenderjaar (2009-2010) heeft het Voedingscentrum ingezet op agendasetting van De Gezonde Schoolkantine bij GGD'en. Zo zijn er opnieuw bijeenkomsten gehouden, werd de Stimuleringsprijs gecontinueerd en werd er met de afzonderlijke GGD'en contact opgenomen door de inzet van de Schoolkantine Brigade. Onderzoek naar de behaalde effecten Inventarisatie van veranderingen in schoolkantines na bezoek en advies van de Schoolkantine Brigade Auteur: iResearch (2014). Doel - Op een aantal VO- en MBO-schoollocaties die in het eerste halfjaar van 2013 bezocht zijn, te inventariseren wat de veranderingen in schoolkantines waren na bezoek en advies van de Schoolkantine Brigade. De volgende onderzoeksvragen waren: 1. Dragen het bezoek en het adviesrapport van de Schoolkantine Brigade bij aan veranderingen in de randvoorwaarden om de schoolkantine gezonder te maken? 2. Dragen het bezoek en het adviesrapport van de Schoolkantine Brigade bij aan veranderingen in het productaanbod ten behoeve van een gezonde(re) schoolkantine? Methode - Voor dit onderzoek zijn 68 VO- en MBO-scholen die, bij de start van het geïntensiveerde programma, in het eerste halfjaar van 2013 door de Schoolkantine Brigade zijn bezocht (eerste meting) voor een tweede keer bezocht (tweede meting) om het assortiment te meten middels de Kantinescan. In totaal waren 95 scholen benaderd om mee te doen aan het onderzoek. Er is een vergelijking gemaakt tussen de eerste en tweede meting van het assortiment zo is te zien of scholen het productaanbod hebben aangepast. Om te achterhalen welke randvoorwaarden bij scholen een rol spelen om de schoolkantine gezonder te maken of dat hierin veranderingen zijn opgetreden, is er ook een vragenlijst afgenomen bij de contactpersoon van de school. Resultaten - De resultaten laten onder andere zien: Bijna 84% van de scholen is na het eerste bezoek aan de slag gegaan met het programma en gaan werken aan een gezondere schoolkantine. 61,4% van de scholen is leerlingen gaan betrekken bij het nieuwe assortiment of bij veranderingen in de schoolkantine. 50,9% van de scholen heeft het beleid ten aanzien van eten en drinken aangepast. Door het bezoek en adviesrapport staan voornamelijk de directie (85,7%), docenten (76,4%) en de kantinebeheerder/cateraar (68,5%) positiever tegenover een gezonde schoolkantine. Voornamelijk externe (omgevings)beïnvloedende factoren worden als barrières ervaren (supermarkt op loopafstand van de school) bij het aan de slag gaan met een gezonder kantineaanbod. Naast telefonisch of mailcontact met de Schoolkantine Brigade worden bewustwording en meer besef van gezonde producten als bevorderende factoren ervaren bij het aan de slag gaan met een gezonder kantineaanbod. Na 1 jaar lijkt er een kleine positieve verschuiving plaats te vinden naar een gezonder productaanbod in de schoolkantines. De scholen scoren tijdens de tweede meting gemiddeld beter dan tijdens de eerste meting. Meer dan driekwart (76,5%) van de scholen heeft na het eerste bezoek meer positieve dan negatieve netto wijzigingen in het productaanbod doorgevoerd. Van de scholen is 36,8% één of meer categorieën van 12,5% gestegen in het percentage basisproducten. Scholen voegen voornamelijk basisproducten toe, maar verwijderen tegelijkertijd niet of nauwelijks niet-basisproducten uit het productaanbod. Het aantal basisproducten laat een procentuele stijging zien van 21,3. Het aantal nietbasisproducten neemt af met 1,4%. De gemiddelde netto wijziging bedraagt 10 producten. Aanpassingen - Op basis van deze uitkomsten zijn aanpassingen gedaan in het adviesrapport dat wordt uitgereikt aan de scholen na bezoek van de Schoolkantine Brigade. Er wordt nu een lijst aangeboden, op maat van het assortiment van de desbetreffende school, waarin wordt getoond welke producten zij zouden moeten toevoegen, en welke verwijderen, om te komen tot een gezond kantineaanbod. Op die manier wordt gestimuleerd dat scholen naast het toevoegen van gezondere producten, ook ongezondere producten Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 19 / 24
verwijderen. In de ondersteuning wordt bovendien standaard aandacht besteed aan de omgeving van de school. Bij bezoek aan de school wordt dit altijd besproken en bekeken of scholen hinder ondervinden van supermarkten e.d. in de buurt. Scholen wordt advies gegeven hoe hiermee om te gaan en welke mogelijkheden er zijn. Ook op de website van De Gezonde Schoolkantine zijn adviezen en tips te vinden over pleinbeleid en het ontmoedigen van supermarktbezoek in de pauzes, alsook materialen (standaardbrieven voor gemeente en lokale ondernemers) om hen te betrekken bij het werken aan een gezonde schoolkantine van de desbetreffende school. 6.2 Onderzoek naar vergelijkbare interventies Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
7. Overige informatie 7.1 Ontwikkeld door Voedingscentrum Postbus 85700 2508 CK Den Haag Telefoon.: 070 - 306 88 88 E-mail:
[email protected] 7.2 Websites www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine
8. Aangehaalde literatuur Aarts, H. (2009). Gewoontegedrag: de automatische piloot van mens en maatschappij. In: Tiemerijer, W.L., Thomas, C.A., & Prast, H.M. (2009). De menselijke beslisser. Over de psychologie van keuze en gedrag. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Baumeister, R.F., Bratslavsky, E., Muraven, M., & Tice, D.M. (1998). Ego depletion: Is the active self a limited resource? Journal of Personality and Social Psychology, 74, 1252-1265. Boogaard, van den, N.W.A.J., & Rots - de Vries, M.C. (2006). Implementatie van het Kantine project. GGD West Brabant. Briefel, R.R., Crepinsek, M.K., Cabili, C., Wilson, A., & Gleason, P.M. School food environments and practices affect dietary behaviors of US public school children. J Am Diet Assoc, 109, S91-S107. Brug, J. (2007). Overgewicht als maatschappelijk en wetenschappelijk vraagstuk. In: H. Dagevos, & G. Munnichs (Eds). De obesogene samenleving. Maatschappelijke perspectieven op overgewicht. Amsterdam University Press. CBS, 2015 (1). VO; leerlingen, onderwijssoort in detail, leerjaar. Bekeken op 17-06-15 http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLnl&PA=80040NED&LA=nl CBS, 2015 (2). Leerlingen, deelnemers en studenten; onderwijssoort, woonregio. Bekeken op 17-06-15 http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/? DM=SLNL&PA=71450ned&D1=0&D2=0&D3=0&D4=8&D5=0&D6=0,4,13,41,73,98,592&D7=12-13&VW=T CBS, 2013. Bekeken op 17-06-15 http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/? VW=T&DM=SLNL&PA=81177NED&D1=14,26,39-43&D2=0-12,33-38&D3=0&D4=l&HD=13012 Cialdini, R., Cacioppo, J., Bassett, R., & Miller, J. (1978). Low-ball procedure for producing compliance: Commitment then cost. Journal of Personality and Social Psychology 36(5),463-476. Cialdini, R.B., & Trost, M.R. (1998). Social influence: Social norms, conformity and compliance. In: S.T. Gilbert, Fiske & G. Lindzey (Eds.), 4th ed. The handbook of social psychology, 2 (pp. 151?192). Boston: McGraw-Hill. Convenant Gezond Gewicht (2012). Relatie tussen voeding, bewegen, overgewicht en leerprestaties: een literatuuroverzicht.
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 20 / 24
Cornelisse-Vermaat, J., Maassen van den Brink, H., & Groot, D.W. (2003). De prijs van overgewicht. ESB, 88 (4395), 92. Cusatis, D.C., & Shannon, B.M. (1996). Influences on adolescent eating behaviour. J Adolesc Health, 18 , 2734. Dellande, S., & Nyer, P. (2006). Using public commitment to gain customer compliance. In: G. Fitzsimons & V. Morwitz (Eds.), Advances in consumer research, 34 (pp. 249?255). Orlando, FL: Association for Consumer Research. Driessen, C.E., Cameron, A.J., Thornton, L.E., Lai, S.K., & Barnett, L.M. (2014). Effect of changes to the school food environment on eating behaviours and/or body weight in children: a systematic review. Obesity Reviews, 15, 968-982. Engbers, L.H., et al. (2005). Worksite health promotion programs with environmental changes: a systematic review. Am J Prev Med, 29(1), 61-70. Fekkes, M., & Paulussen, T.G.W.M. (2002). Evaluatie van de pilot van het schoolkantineproject. TNO-rapport PG/JGD 2002.217. Fishbein, M., & Azjen, I. (2010). Predicting and changing behaviour:The reasoned action approach. New York: Psychology Press. French, S.A., & Stables, G. (2003). Environmental interventions to promote vegetable and fruit consumption among youth in school settings. Preventive Medicine, 37(6 Pt 1), 593-610. Geaney, F., et al. (2013). The effectiveness of workplace dietary modification interventions: a systematic review. Prev Med, 57(5), 438-447. Gezondheidsraad (2003). Overgewicht en obesitas. Den Haag. Haak, S. (2808). Studie naar de perceptie van ouders ten aanzien van middelbare schoolkantine. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de perceptie van ouders ten aanzien van de middelbare schoolkantine, het eetgedrag en hun kind en hun rol hierin. Afstudeeronderzoek Vrije Universiteit Amsterdam. Hill, J.O., & Peters, J.C. (1998). Environmental contributions to the obesity epidemic. Science, 280, 13711374. Hollenbeck, J.R., Williams, C.R., & Klein, H.J. (1989). An empirical investigation of the antecedents of commitment to difficult goals. Journal of Applied Psychology, 74, 18?23. iResearch (2014). Inventarisatie van veranderingen in schoolkantines na bezoek en advies van de Schoolkantine Brigade. iResearch (2013). Monitoronderzoek De Gezonde Schoolkantine. iResearch (2010). Evaluatieonderzoek De Gezonde Schoolkantine. Kelly, et al., (2009-2010). Health behaviour in school-aged children. Dietary habits, key findings factsheet. HBSC, WHO. Kleef, van, E., Otten, K., & Van Trijp, H.C. (2012). Healthy snacks at the checkout counter: a lab and field study on the impact of shelf arrangement and assortment structure on consumer choices. BMC Public Health, 12, 1072. Kocken, P.L., Eeuwijk, J., Van Kesteren, M.N., Dusseldorp, E., Buijs, G., Bassa-Dafesh, Z., & Snel, J. (2012). romoting the purchase of low-calorie foods from school vending machines: a cluster-randomized controlled study. Journal of School Health, 82(3), 115-122. Kok, G., Lechner, L., Meertens, R., & Brug, J. (2012). Theorieën en methodieken van verandering. In: J. Brug, P. van Assema, & L. Lechner (Eds). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. Van Gorcum: Assen. Lechner, L., Kremers, S., Meertens, R., & De Vries, H. (2012). Determinanten van gedrag. In: J. Brug, P. van Assema, & L. Lechner (Eds.). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, een planmatige aanpak. Van Gorcum: Assen. Lehman, P.K., & Geller, E.S. (2004). Behavior analysis and environmental protection: Accomplishments and potential for more. Behavior and Social Issues, 13(1), 13-32. Ledikwe, J.H., Ello-Martin, J.A., & Rolls, B.J. (2005). Portion sizes and the obesity epidemic. Journal of Nutrition, 135(4), 905-909. Liebelt R.C.A. (2008). (Un)successfull ingredients for adoption and implementation of the healthy school canteen project. MSc thesis Maastricht University. Matthiessen, J., Fagt, S., Biltoft-Jensen, A. et al. (2003). Size makes a difference. Public Health Nutrition, 6 (1), 65-72. McKenzie-Mohr, D., Lee, N. R., Schultz, P.W., & Kotler, P. (2012). Social Marketing to Protect the
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 21 / 24
Environment: What Works. Los Angeles: Sage Publishing. McKenzie-Mohr, D. (2011). Fostering sustainable behavior (3rd ed.). Canada: New Society Publishers. Mensink, F., Schwinghammer, S.A., & Smeets, A. (2012). The Healthy School Canteen Programme: A Promising Intervention to Make the School Food Environment Healthier. Journal of Environmental and Public Health. Middelbeek, L., Blokdijk, L., Schuit, A.J., Buijs, G., Rutz, S.I., Schilthuis, H.J., & Bemelmans, W.J.E. (2007). Overgewichtpreventie in het voortgezet onderwijs: het landelijke en regionale beeld. RIVM: Bilthoven. Mikolajczak, J., & Bemelmans, W. (2012). Overgewichtpreventie in het Voortgezet Onderwijs in 2010-2011, RIVM, Bilthoven. Milder. I.E.J., Mikolajczak, J., Van den Berg, S.W., Van de Veen-van Hofwegen, M., & Bemelmans, W.J.E. (2014). Food supply and actions to improve dietary behaviour of students - a comparison between secondary schools participating or not participating in the 'Healthy School Canteen Program'. Public Health Nutrition, 17, 1-10. Milder, I., & Mikolajczak, J. (2012). Voedingsaanbod in het MBO. Deel B: Verdiepend onderzoek op een aantal MBO locaties. RIVM, Bilthoven. Miller, W.R., & Rollnick, S. (2012). Motivational Interviewing, helping people change. Guilford Press. Neal, D.T., Wood, W., Labrecque, J.S., & Lally, P. (2011). How do habits guide behavior? Perceived and actual triggers of habits in daily life. Journal of Experimental Social Psychology, 48(2), 492-498. NCJ (2015). JGZ-richtlijn overgewicht. Bekeken op 17-06-15 https://www.ncj.nl/richtlijnen/jgzrichtlijnenwebsite/details-richtlijn/?richtlijn=10&rlpag=675 Lanting, C.I., Heerdink-Obenhuijsen, N. , Schuit-van Raamsdonk, H.L.L., Hofman-van den Hoogen, E.M.M., Leeuwenburg-Grijseels, E.H., Broerse, A., Kamphuis, M., Smeets, A.J.P.G., & Drongelen, van, K.I. (2013). JGZ-richtlijn voeding en eetgedrag. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Oenema, A., & De Nooijer, J. (2012). Planmatige ontwikkeling van advies-op-maat. In: J. Brug, P. van Assema, & L. Lechner (Eds.). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, een planmatige aanpak. Van Gorcum: Assen. Perry C.L., Bishop D.B., Taylor, G.L., et al. (2004). A randomized school trial of environmental strategies to encourage fruit and vegetable consumption among children. Health Education Behaviour, 31, 65-76. Regionaal Kompas Volksgezondheid Zaanstreek-Waterland, 2013. Bekeken op 17-06-15 http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/thema-s/overgewicht/oorzaken-en-gevolgen-vanovergewicht/ Rogers, E. M. (2003). Diffusion of innovations (5th ed.). New York: Free Press. Rozin, P., Scott, S. Dingley, M., Urbanek, J.K., Jiang, H. & Kaltenbach, M. (2011). Nudge to nobesity I: Minor changes in accessibility decrease food intake. Judgement and Decision Making, 6(4), 323-332. Sanagorski, L.A., & Monaghan, P. (2013). Using Audience Commitment to Increase Behavior Changes in Sustainable Landscaping. Bekeken op 17-06-15 http://edis.ifas.ufl.edu/pdffiles/WC/WC15400.pdf Skinner, B.F. (1938). The behavior of organisms. New York: Appleton-Century-Crofts. Sichert-Hellert, W. et al. (2011). Nutritional knowledge in European adolescents: results from the HELENA (Healthy Lifestyle in Europe by Nutrition in Adolescence) study. Public Health Nutrition, 14(12), 2082-2091. Stocks, T., Renders, C.M., Bulk-Bunschoten, A.M., Hirasing, R.A., Van Buuren, S., & Seidell, J.C. (2011). Body size and growth in 0- to 4-year-old children and the relation to body size in primary school age. Obes Rev, 12 (8), 637-652. Story, M., Neumark-Sztainer, D., & French, S. (2002). Individual and Environmental Influences on Adolescent Eating Behaviors. Journal of the American Dietetic Association, 102(3), S40-S51. Strack, F., & Deutsch, R. (2004). Reflective and Impulsive Determinants of Social Behavior. Personality and Social Psychology Review, 8(3), 220-247. Swinburn, B., & Egger, G. (2002). Preventive strategies against weight gain and obesity. Obesity Reviews, 3 (4), 289-301. Thaler, R.H., & Sunstein, C.R. (2009). Nudge: improving decisions about health, wealth and happiness. Londen: Penguin Books. Van Dorsselaer, S., De Looze, M., Vermeulen-Smit, E., De Roos, S., Verdurmen, J., Ter Bogt, T, & Vollebergh,
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 22 / 24
W. (2010). Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. HBSC 2009. Trimbos-instituut: Utrecht. Veltkamp, M., Custers, R., & Aarts, H. (2011). Motivating consumer behavior by subliminal conditioning in the absence of basic needs: Striking even while the iron is cold. Journal of Consumer Psychology, 21, 49- 56. Wansink, B. (2004). Environmental factors that increase the food intake and consumption volume of unknowing customers. Annual Review of Nutrition, 24, 455-479. Wansink, B., & Hanks, A.S. (2013). Slim by design: serving healthy foods first in buffet lines improves overall meal selection. PLoS One, 8(10), e77055. Wansink, B., & Sobal, J. (2007). Mindless Eating. The 200 Daily Food Decisions We Overlook. Environment and Behavior, 39(1), 106-123. WHO (2015). Obesity and overweight. Fact sheet N°311.
Deze informatie is op 28 mei 2016 gedownload van www.nji.nl.
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 23 / 24
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.
Gedownload op donderdag 29 mei 2014 13:17:11 van www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut)
Page 24 / 24