De Gevolgen van Roddelen voor het Welzijn van Werknemers
Bachelorthese Arbeids- en Organisatie Psychologie
Faculteit: Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen
Universiteit: Universiteit van Amsterdam Naam: Renee Schmittmann Studentnummer: 6060226 Begeleider: Bianca Beersma Aantal woorden: 5857
1
Inhoudsopgave
De gevolgen van roddelen voor het welzijn van werknemers
3
Hoofdstuk 1: De gevolgen van roddelen voor het welzijn van de roddelaar
6
Hoofdstuk 2: De gevolgen van roddelen voor het welzijn van de ontvanger
10
Hoofdstuk 3: De gevolgen van roddelen voor het welzijn van het onderwerp
13
Conclusie en aanbevelingen vervolgonderzoek
17
Literatuurlijst
22
2
De Gevolgen van Roddelen voor het Welzijn van Werknemers Uit onderzoek is gebleken dat mensen 65% tot 90% van hun dagelijkse conversaties besteden aan roddelen (Emler, 1994). Veel mensen ontkennen dat ze zoveel tijd besteden aan roddelen. Dit komt wellicht voort uit het feit dat roddelen een negatieve reputatie heeft (Beersma & Van Kleef, 2011). Deze negatieve reputatie komt doordat roddelen wordt beschouwd als iets immoreels. Vanwege het feit dat roddelen zo vaak voorkomt is het belangrijk onderzoek te doen naar de effecten van roddelen op het welzijn van mensen. Uit bestaande literatuur blijkt dat het moeilijk is om roddelen op de juiste manier te definiëren, dit komt omdat de meeste mensen niet weten wat het begrip roddelen precies inhoudt (Ayim, 1994; Noon & Delbridge, 1993). Uiteindelijk is er overeenstemming bereikt over de definitie van roddelen. Roddelen betekent uitwisseling van informatie met een evaluatieve inhoud die gaat over een derde partij die op het moment van het uitwisselen van de informatie niet fysiek aanwezig is (Foster et al, 2005). Onder roddelen op de werkvloer wordt verstaan informele en evaluatieve communicatie over een bepaalde werknemer die op het moment van uitwisseling van informatie niet fysiek aanwezig is (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). Vanwege het feit dat zoveel tijd wordt besteed aan roddelen maakt het aannemelijk dat individuen hier mogelijk profijt van kunnen hebben. Dit ondanks de slechte reputatie die roddelen heeft. Uit het onderzoek van Beersma & Van Kleef (2011) blijkt onder andere dat mensen roddelen ervaren als ontspanning en dat ze er veelal van genieten. Gezien het feit dat men zoveel tijd besteedt aan roddelen is roddelen wellicht toch niet zo negatief als de meeste mensen denken. In een aantal recente onderzoeken wordt dan ook gepleit voor een positievere kijk op roddelen (Baumeister, Zhang & Vohs, 2004; Dunbar, 2004; Foster, 2004) . Er wordt gesteld dat roddelen doelbewust is en belangrijk is om sociaal te kunnen functioneren (Beersma & Van Kleef, 2011).
3
De laatste jaren zijn er meerdere onderzoeken naar roddelen gedaan. Hieruit is gebleken dat ondernemingen er voordeel bij kunnen hebben als er op de werkvloer wordt geroddeld. Beersma en Van Kleef (2012) toonden met hun onderzoek aan dat roddelen kan worden gebruikt om groepen te beschermen tegen groepsleden die normschendend gedrag vertonen. Een belangrijke vorm van normschendend gedrag is het fenomeen free-riding. Free-riding houdt in dat een individu weinig tot niks bijdraagt aan de groep, maar wel profiteert van de successen die de groep behaald (Nijstad, 2009). Roddelen kan dan worden gebruikt om normschendend gedrag te corrigeren waardoor de groepsnormen in stand blijven en beschermd worden. Voor ondernemingen is dit voordelig omdat de groep zichzelf beschermt tegen groepsleden die door hun gedrag de groep in gevaar brengen. De gevolgen van roddelen voor het groepsproces is al meerdere malen onderzocht. De gevolgen van roddelen voor de individuele werknemer zijn daarbij nog teveel buiten beschouwing gebleven. Als groepen in stand gehouden worden en werknemers goede onderlinge relaties met elkaar hebben heeft dit een positieve invloed op het welzijn van werknemers. Voor organisaties en werknemers is het welzijn van groot belang. Voor de organisatie is dit van belang omdat de werknemer minder goed zal presteren op het moment dat hij of zij zich niet goed voelt. Hierdoor kunnen bepaalde doelen niet worden behaald, wat slecht is voor de onderneming als geheel. Ook voor de werknemer is zijn of haar welzijn van belang. Wanneer een werknemer zijn of haar welzijn wordt aangetast kan dit leiden tot eventuele psychische problemen waaronder een burn-out, Dit kan vele negatieve gevolgen hebben voor zowel werknemer als organisatie. De werknemer kan door zijn of haar psychische problemen besluiten om de organisatie te verlaten waardoor de werknemer geen baan meer heeft, met alle gevolgen van dien. Ook kan de werknemer besluiten met ziekteverlof te gaan wat tot hoge kosten kan leiden voor de onderneming.
4
Welzijn wordt gedefinieerd als het geestelijk en lichamelijk welbevinden van mensen. Met andere woorden: de toestand waarin het mensen lichamelijk, geestelijk en sociaal gezien goed gaat (http://www.encyclo.nl). In het onderzoek van Bakker, Veldhoven en Xanthopoulpou (2010) wordt het welzijn van werknemers gekoppeld aan werkeisen. Werkeisen worden door de onderzoekers onderverdeeld in fysieke en psychische werkdruk en emotionele belasting. Als de werkdruk en emotionele belasting hoog zijn heeft dit een effect op het welzijn van de werknemer. Een goede balans tussen werkdruk en emotionele belasting zorgt voor een verhoogd gevoel van welzijn. In deze these wordt beschreven wat de mogelijke gevolgen zijn van roddelen voor het welzijn van werknemers. Roddelen heeft invloed op de groep als geheel waardoor het aannemelijk is dat roddelen ook invloed heeft op het welzijn van de individuele werknemer. Werknemers kunnen in drie hoedanigheden betrokken zijn bij het roddel proces: zij kunnen roddelaar, ontvanger of onderwerp zijn. De reden dat er gekozen is voor deze onderverdeling is omdat bij roddelen altijd minimaal drie individuen in deze verschillende rollen betrokken zijn (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). In het eerste hoofdstuk wordt beschreven wat de gevolgen van roddelen zijn voor het welzijn van de roddelaar. In het tweede hoofdstuk wordt beschreven wat de gevolgen zijn van roddelen voor het welzijn van de ontvanger. In het derde en laatste hoofdstuk van deze these wordt beschreven wat de gevolgen van roddelen zijn voor het welzijn van het onderwerp. In de conclusie worden tevens aanbevelingen gedaan voor mogelijk vervolgonderzoek.
5
Hoofdstuk 1: De Gevolgen van Roddelen voor het Welzijn van de Roddelaar In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de gevolgen zijn van roddelen voor het welzijn van de roddelaar. De roddelaar wordt in deze these gedefinieerd als de persoon die aanzet tot roddelen. Hij initieert de roddel en verspreidt deze. Een aantal studies laat zien dat roddelen mogelijk positieve effecten kan hebben op het welzijn van de roddelaar. Roddelen kan voor de roddelaar een machtig wapen zijn; het biedt namelijk de mogelijkheid om informatie over andere leden van de organisatie te verspreiden. Macht wordt door Kurland en Pelled (2000) omschreven als de mogelijkheid om invloed uit te oefenen over de wil van iemand en anderen zodanig te beïnvloeden dat zij dingen doen die zij normaal gesproken niet zouden doen. Op het moment dat de roddelaar een negatieve roddel over het onderwerp doorgeeft aan de ontvanger, zou de ontvanger daaruit kunnen afleiden dat de roddelaar ook de mogelijkheid heeft negatieve roddels over hem of haar te verspreiden (Kurland & Pelled, 2000). De roddelaar ontleent zijn macht aan het gevoel dat hij heeft over de interpretatie van de roddel door de ontvanger. De roddelaar bepaalt of hij of zij de informatie aan andere groepsleden doorgeeft, waardoor de roddelaar de keuze heeft de roddel al dan niet te verspreiden. Veel mensen vinden het fijn om informatie te kunnen controleren; dit geeft ze een superieur gevoel. Dit superieure gevoel kan leiden tot een verhoogd gevoel van welzijn. Kurland & Pelled (2000) hebben echter niet onderzocht wat dit gevoel van macht voor een effect heeft op het welzijn van de roddelaar. Voor vervolgonderzoek is het dan ook interessant om te onderzoeken welk effect de uit een roddel verkregen macht heeft op het welzijn van de roddelaar. Roddelen kan gebruikt worden om een scala van emoties te uiten waaronder zorg voor anderen, woede, ergernis en angst (Waddington & Fletcher, 2005). Voor veel mensen is het moeilijk om emoties te tonen aan anderen en vaak worden emoties dan ook opgekropt. Het is gebleken dat het niet uiten van emoties een negatief effect heeft op het welzijn van het
6
individu. De roddelaar zal de roddel in dit kader gebruiken om emoties te uiten (Waddington & Fletcher, 2005). Dit helpt om iemands werkelijke gevoel te uiten (Kruml & Geddes, 2000). Er kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het gevoel van welzijn van de roddelaar door het uiten van emoties middels de roddel op korte termijn wordt verhoogd, maar dat het niet duidelijk is hoe lang dit gevoel in stand blijft (Fineman, 2003). Voor vervolgonderzoek is dan ook aan te raden om te onderzoeken welk effect het roddelen heeft op het lange termijn welzijn van de roddelaar. Het streven van ieder individu is om zijn of haar welzijn te optimaliseren. Zelfs als dit ten koste gaat van anderen. Uit het onderzoek van Beersma & Van Kleef (2012) is gebleken dat sociaal vermaak een belangrijke functie van roddelen is. Door te roddelen kan de roddelaar plezier maken en zichzelf en anderen afleiden van de dagelijkse routine activiteiten. Een belangrijk motief van roddelen is het verlangen om een leuke tijd met anderen te hebben (Beersma & Van Kleef, 2012). Hieruit blijkt dat de roddelaar geniet van het verspreiden van de roddels wat zou kunnen leiden tot een verhoogd gevoel van welzijn. In het onderzoek van Repetti (1987) werd de relatie tussen de sociale omgeving op het werk en welzijn onderzocht. Het bleek dat de kwaliteit van de sociale omgeving op het werk gerelateerd is aan het welzijn van werknemers. Als een werknemer niet tevreden is met de sociale omgeving op het werk leidt dit tot een verminderd gevoel van welzijn. De sociale omgeving wordt in het onderzoek van Repetti (1987) gedefinieerd als de sociale relaties met collega’s en de managers binnen de organisatie. Als een werknemer geen goede onderlinge relaties heeft met collega’s en/of het management dan zal de werknemer ontevreden zijn met zijn of haar sociale omgeving op het werk, hetgeen leidt tot een verminderd gevoel van welzijn. Om zijn of haar gevoel van welzijn te verhogen is het voor de werknemer van belang veel te investeren in de onderlinge relaties in de werkgroep. Roddelen kan hier voor de roddelaar een belangrijke bijdrage aan leveren. Doordat de roddelaar roddels doorgeeft aan
7
collega’s kan dit ertoe leiden dat de ontvangers dit ervaren als een investering van de roddelaar in de relatie. Dit kan leiden tot een verhoogd gevoel van welzijn voor de roddelaar en de werkgroep als geheel. Andere studies wijzen echter op mogelijke negatieve effecten van roddelen op het welzijn van de roddelaar. Het onderzoek van Ellwardt, Wittek en Wielers (2012) legt een verband tussen roddelen en vertrouwen. Zij stellen dat de roddelaar meer negatieve roddels zal verspreiden op het moment dat het vertrouwen in het management laag is. De vraag blijft echter of het verspreiden van negatieve roddels niet leidt tot minder vertrouwen in de organisatie. De onderzoekers hebben een cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd en daarmee geen causale relatie tussen roddelen en vertrouwen aangetoond. Het blijft echter wel aannemelijk dat er meer negatieve roddels verspreid worden door de roddelaar als hij of zij weinig vertrouwen heeft in het management. Vertrouwen is een belangrijk aspect voor het welzijn van werknemers. Het is dan ook aannemelijk dat weinig vertrouwen in de organisatie een negatieve invloed heeft op het welzijn van de roddelaar. Voor vervolgonderzoek is het interessant om te onderzoeken of er een causale relatie tussen roddelen en vertrouwen kan worden aangetoond. Als er een causale relatie tussen roddelen en vertrouwen wordt aangetoond kunnen er conclusies getrokken worden over de invloed die vertrouwen mogelijk heeft op roddelen. Burt (2001) stelt dat roddelen een vorm van risicovol gedrag is en dat roddelen schade kan toebrengen aan de roddelaar. Het risico op schade wordt verminderd in vertrouwelijke relaties. Met andere woorden als de roddelaar een roddel doorgeeft aan iemand die hij of zij niet zo goed kent en waarmee hij of zij geen vertrouwelijke relatie heeft kan dit eerder schade toebrengen aan de roddelaar. Het kan mogelijk leiden tot een slechte reputatie en dat heeft weer effect op het welzijn van de roddelaar. De roddelaar moet voorafgaand aan het roddelen dus goed bedenken aan wie hij de roddel doorgeeft. De roddelaar kan het beste zijn roddel
8
doorgeven aan iemand waar hij een vertrouwelijke relatie mee heeft. Hierdoor wordt de kans op schade het meest beperkt en dan zal het niet leiden tot een verminderd gevoel van welzijn. Hieruit blijkt dat vertrouwen een belangrijk aspect vormt voor de roddelaar om wel of niet over te gaan tot roddelen. Uit bovenstaand hoofdstuk is gebleken dat roddelen voornamelijk positieve gevolgen heeft voor het welzijn van de roddelaar. Wel is het van belang dat de roddelaar zijn of haar roddels doorgeeft aan iemand waar hij of zij een vertrouwelijke relatie mee heeft. Als dit niet het geval is kan de roddelaar mogelijk een slechte reputatie krijgen, wat tot een verminderd gevoel van welzijn leidt. Vertrouwen vormt een belangrijk aspect voor het welzijn van de roddelaar. Als er veel vertrouwen is in de organisatie zal de roddelaar voornamelijk positieve roddels verspreiden en als er weinig vertrouwen is kan dit leiden tot het verspreiden van negatieve roddels. Een causale relatie tussen roddelen en vertrouwen is nog niet aangetoond, maar er zijn wel implicaties dat vertrouwen invloed heeft op roddelen. Er moet nog verder onderzoek gedaan worden naar deze eventuele causale relatie. De roddelaar beschouwt roddelen als een stukje ontspanning en geniet ervan om te roddelen waarvan het aannemelijk is dat dit leidt tot een verhoogd gevoel van welzijn.
9
Hoofdstuk 2 De Gevolgen van Roddelen voor het Welzijn van de Ontvanger In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de gevolgen van roddelen zijn voor het welzijn van de ontvanger. De ontvanger wordt hier gedefinieerd als de persoon tegen wie geroddeld wordt. Met andere woorden de persoon die de roddel ontvangt van de roddelaar. De ontvanger kan zich in verschillende posities gemanoeuvreerd voelen in de driehoeksverhouding die ten grondslag ligt aan roddelen (Foster, 2004). De ontvanger kan ervoor kiezen om de roddel verder te verspreiden of de roddel voor zichzelf te houden. Het is goed voor te stellen dat de ontvanger het vertrouwen van de roddelaar niet wil schaden en de roddel daarom voor zichzelf houdt. Daarentegen kan het ook zo zijn dat de roddel gaat over een persoon waar de ontvanger een goede relatie mee heeft, waardoor het moeilijk wordt om de roddel voor zichzelf te houden. Roddelen kan meerdere effecten hebben op het welzijn van de ontvanger. Dit heeft met name te maken met de reden voor de roddel. Een belangrijke reden voor een roddel kan zijn dat er binnen de groep normschendend gedrag plaats vindt. Een vorm van normschendend gedrag is het fenomeen free-riding. In dit geval maakt de free-rider gebruik van de inspanningen van de overige leden van de groep zonder zelf een bijdrage te leveren. Gluckman (1963) stelt dat de dreiging dat overige groepsleden gaan roddelen over het gedrag van de ontvanger al genoeg is voor de ontvanger om zich te houden aan de bestaande groepsnormen. Ook Keltner, Van Kleef, Chen en Kraus (2008) stellen dat roddelen dient als een mechanisme om gedrag van individuen in toom te houden door hen onder druk te zetten om zich te houden aan bestaande groepsnormen. In dat geval dient de roddel als een krachtig middel om de groepsnormen te beschermen en dient de roddel het algemeen belang (Wilson et al., 2000). De roddel zal in dit geval positief bijdragen aan het welzijn van de ontvanger en aan het welzijn van de groep.
10
Roddelen binnen een groep kan bij de ontvanger leiden tot zorg over zijn of haar reputatie. De ontvanger wil immers niet het onderwerp worden van de negatieve roddel en het is dan ook aannemelijk dat de ontvanger zijn of haar gedrag zodanig probeert aan te passen zodat hij of zij niet het onderwerp van de negatieve roddel wordt. Ondanks dat de ontvanger niet het onderwerp van de negatieve roddel wil worden kan het zijn dat hij of zij normschendend gedrag vertoont. De ontvanger zal dan als gevolg van de roddel groepsdruk ervaren om dit normschendende gedrag aan te passen. Er is uit onderzoek gebleken dat het vertonen van normschendend gedrag uiteindelijk leidt tot het buiten de groep plaatsen van de persoon die normschendend gedrag vertoont (Enquist & Leimar, 1993). In dit geval zal de roddel een negatief effect hebben op het welzijn van de ontvanger. Het is aannemelijk dat de constante druk die de ontvanger ervaart om geen normschendend gedrag te vertonen ook een negatieve invloed heeft op het welzijn van de ontvanger. Een tweede motief om te roddelen is om informatie te vergaren (Foster, 2004). De ontvanger zal dan gebruikt worden om uit te vinden of hij of zij hetzelfde denkt over een wederzijdse bekende (Wert & Salovey, 2004b). In dit geval zal de roddel positief bijdragen aan het welzijn van de ontvanger doordat deze zich sociaal geaccepteerd voelt. Deze sociale acceptatie komt voort uit het feit dat de ontvanger in vertrouwen wordt genomen door de roddelaar. Het derde motief is dat men aan roddelen sociaal plezier kan ontlenen omdat het afleidt van dagelijkse routine (Beersma & Van Kleef, 2012). In dat geval is de roddel ingegeven door het plezier dat men er met elkaar aan beleeft. De roddel zal dan een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van de ontvanger. Dit komt voort uit het feit dat de roddelaar en ontvanger samen plezier beleven aan de roddel. Indien de roddel dient om het eigenbelang van de roddelaar te beschermen dan wel de reputatie van het onderwerp te beschadigen is er sprake van indirecte agressie (Richardson &
11
Green, 1997). Indirecte agressie is sterk gerelateerd aan relationele agressie waarbij het de bedoeling is om de relatie met anderen te beschadigen of te manipuleren (Archer & Coyne, 2005; Crick & Grotpeter, 1995). In dit geval zal de ontvanger de roddel als asociaal en immoreel beschouwen (Beersma & Van Kleef, 2012). Daarbij heeft de roddel een negatief effect op het welzijn van de ontvanger. Bovengenoemde effecten zijn ook van toepassing op de werkvloer. Het welzijn van werknemers is sterk afhankelijk van hun onderlinge sociale relaties (Repetti, 1987). Binnen de werkgroep kan het prettig zijn dat de roddelaar jou de roddel toevertrouwt. Dit komt de onderlinge relatie tussen de ontvanger en roddelaar ten goede. Positieve roddels kunnen mogelijk invloed hebben op het welzijn van de ontvanger. Het is aannemelijk dat de ontvanger het als positief ervaart als de roddelaar positief over groepsleden praat. De ontvanger hoopt waarschijnlijk dat de roddelaar ook positieve roddels over hem of haar verspreidt, maar dit moet verder onderzocht worden. In hoeverre positieve roddels ook daadwerkelijk een positieve invloed hebben op het welzijn van de ontvanger is nog niet geheel duidelijk. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de positie van de ontvanger velen gedaanten kan aannemen. Uit het onderzoek van Beersma & Van Kleef (2012) is wel duidelijk geworden dat de ontvanger de roddel als sociaal en moreel beschouwt op het moment dat de roddelaar de roddel verspreidt met het doel om de groep te beschermen. Welk effect dit precies heeft op het welzijn van de ontvanger is nog onduidelijk. Mogelijk heeft dit wel een positieve invloed op het welzijn van de ontvanger. Dit komt voort uit het feit dat de ontvanger het belangrijk vindt dat de groep beschermd wordt tegen groepsleden die normschendend gedrag vertonen.
12
Hoofdstuk 3 De Gevolgen van Roddelen voor het Welzijn van het Onderwerp. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de gevolgen van roddelen zijn voor het welzijn van het onderwerp. Het onderwerp wordt hier gedefinieerd als de persoon waarover geroddeld wordt. Uit onderzoek is gebleken dat de groepsnormen die heersen in een groep en de sociale status van het individu binnen de groep veelal bepalen wie het onderwerp wordt van de roddel (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). Het is moeilijk om te bepalen wat de gevolgen van roddelen zijn voor het welzijn van het onderwerp, dit komt omdat het onderwerp vaak niet weet dat er over hem of haar geroddeld wordt. Roddelen gebeurt meestal achter de rug van het onderwerp om en hierdoor weet het onderwerp niet wat er over hem of haar gezegd wordt. Het onderwerp kan mogelijk wel uit de reacties van de groepsleden opmaken of er positief of negatief over hem of haar geroddeld wordt. Als een individu het onderwerp is van een positieve roddel is dat te vergelijken met het verkrijgen van sociale steun (Dunbar, 2004). Sociale steun bevordert positieve interpersoonlijke relaties (Duffy et al., 2002). Het hebben van een goede reputatie, het gevoel hebben ergens bij te horen en vriendschappen op het werk vergroten de prestaties en werktevredenheid (Morrison, 2004; Sparrowe et al., 2001). Op het moment dat een werknemer sociale steun krijgt van collega’s leidt dit tot een verhoogd gevoel van welzijn. Ieder individu functioneert beter indien hij sociaal geaccepteerd wordt door collega’s. Tegen de verwachting in blijkt uit onderzoek van Ellwardt, Labianca & Wittek (2012) dat indien het onderwerp een hoge sociale status in de organisatie heeft dit er niet per definitie toe leidt dat een individu eerder het onderwerp wordt van positieve roddels. De onderzoekers Sommerfield, Krambeck, Semmann & Milinski (2007) ontworpen een spel om te onderzoeken of roddels sociale informatie kunnen overdragen. Uit hun onderzoek blijkt onder andere dat er positiever geroddeld wordt over individuen die coöperatief zijn in het spel dan
13
over individuen die oncoöperatief zijn. Dit komt waarschijnlijk doordat individuen die coöperatief zijn betere onderlinge relaties hebben dan oncoöperatieve individuen. Men zou verwachten dat een individu met een hoge sociale status binnen de werkgroep eerder het onderwerp is van positieve roddels dan iemand met een lage sociale status (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). Dit komt voort uit het feit dat door het verspreiden van positieve roddels over het onderwerp met een hoge sociale status men zelf ook een hogere sociale status kan verwerven. Daarentegen zou men verwachten dat het verspreiden van negatieve roddels over iemand met een lagere sociale status de relatie van de werkgroep zal versterken. Dit komt mogelijk doordat een groepslid die regelmatig onderwerp is van de negatieve roddel de zogenaamde “zondebok” kan worden van de groep. Het is aannemelijk dat dit de onderlinge relaties van de overige groepsleden ten goede komt, omdat ze een gezamenlijke zondebok hebben. Op het moment dat het onderwerp door de negatieve roddels de zondebok wordt van de groep heeft dit een negatief effect op het welzijn van het onderwerp. Interessant voor vervolgonderzoek is om te onderzoeken of het onderwerp zijn of haar positie als zondebok kan veranderen door positieve roddels over zichzelf te verspreiden. Immers door jezelf middels anderen die de roddel verspreiden in een positief daglicht te stellen zou dit kunnen bijdragen aan een positief gevoel binnen de groep over het onderwerp. Hierdoor kan het welzijn van het onderwerp worden vergroot. Ook de verkregen positie van zondebok zou hierdoor wellicht kan veranderen. Individuen met een lage sociale status worden eerder het onderwerp van negatieve roddels binnen de organisatie (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). Op het moment dat een werknemer het onderwerp is van een negatieve roddel kan dit bepaalde consequenties hebben. Een van de consequenties zou kunnen zijn dat het de werknemer beperkt in het realiseren van werkgerelateerde successen. Ook kan een negatieve roddel leiden tot teleurstellingen in de fundamentele behoefte om ergens bij te horen (Baumeister & Leary, 1995). Dit wordt
14
bevestigd door het onderzoek van Burt (2005) die onderzoek deed met bankiers als proefpersonen. Hieruit blijkt dat werknemers die onderwerp zijn van negatieve roddels problemen hebben met het onderhouden van werkrelaties met collega’s en eerder de organisatie verlaten dan werknemers die niet het onderwerp zijn van negatieve roddels. Ieder individu heeft de behoefte om bij een groep te horen (Nijstad, 2009). Op het moment dat een individu dit gevoel niet heeft kan dit leiden tot een verminderd gevoel van welzijn. Uit bovenstaande studies kan geconcludeerd worden dat het onderwerp zijn van een negatieve roddel een negatief effect heeft op het welzijn van het onderwerp. Dit komt voornamelijk door de negatieve consequenties die eraan verbonden zijn. Uit het eerste hoofdstuk is al gebleken dat de roddelaar voornamelijk roddels verspreidt over een individu die normschendend gedrag vertoont. Werknemers die normschendend gedrag vertonen zoals free-riding zullen dan ook eerder het onderwerp worden van negatieve roddels (Acquino & Thau, 2009). Het onderwerp zijn van een negatieve roddel zou indien het onderwerp erachter komt, een negatief effect kunnen hebben op het gevoel van welzijn van het onderwerp. Ook indien het onderwerp er niet achter komt kan er sprake zijn van een negatief effect op zijn of haar welzijn. Dit komt voort uit de meer directe negatieve acties door de groep jegens het onderwerp (Salmivalli et al., 1996). Voor het welzijn van het onderwerp is het van belang dat hij of zij geen normschendend gedrag vertoont. Dit geldt met name voor individuen met een lage sociale status binnen de organisatie. Individuen kunnen dus wel degelijk invloed uitoefenen op het feit of ze wel of niet onderwerp worden van negatieve roddels. Dit kunnen ze doen door zich te houden aan de groepsnormen en veel tijd te investeren in sociale relaties op het werk. Het veel tijd investeren in sociale relaties op het werk kan een positief effect hebben op de sociale status van een individu binnen de organisatie. Wat de invloed hiervan is op het welzijn van het onderwerp is onduidelijk aangezien het vertoonde gedrag best aangepast gedrag zal
15
kunnen zijn in plaats van natuurlijk gedrag. Het onderwerp kan het gevoel hebben op zijn of haar tenen te moeten lopen om geen normschendend gedrag te vertonen. Het onderwerp ervaart hierdoor mogelijk een constante druk om zich te houden aan de groepsnormen, wat mogelijk een negatieve invloed kan hebben op het welzijn van het onderwerp. Indirecte negatieve roddels over het onderwerp kunnen leiden tot meer directe negatieve acties door de groep jegens het onderwerp. Een vorm van een directe negatieve actie is pesten. Onderzoek naar pesten op scholen toont aan dat het wel of niet slachtoffer zijn van pesten afhankelijk is van de sociale status van het slachtoffer. Het bleek dat kinderen met een lage sociale status eerder gepest werden dan kinderen met een hoge sociale status binnen de groep (Salmivalli et al., 1996). Er kan gesteld worden dat roddelen een vorm kan zijn van pestgedrag. In het onderzoek van Archer & Coyne (2005) wordt gesteld dat roddelen een manipulatieve vorm van agressie is. Agressie houdt in dat individuen bewust schade willen toebrengen aan iemand. Op het moment dat het onderwerp agressief benaderd wordt en gepest wordt op het werk door middel van roddelen heeft dit een negatieve invloed op het welzijn van het onderwerp (Salmivalli et al., 1996). Uit bovenstaand hoofdstuk is gebleken dat het onderwerp zijn van een positieve roddel te vergelijken is met het verkrijgen van sociale steun. Indien het onderwerp ermee bekend is dat hij of zij onderwerp is van een positieve roddel kan dit een positief effect hebben op het welzijn van het onderwerp. Ook indien het onderwerp niet bekend is met de positieve roddel kan door de reactie van de groep een positief effect worden verwacht op het welzijn van het onderwerp. Een individu met een hoge sociale status wordt niet per definitie onderwerp van positieve roddels. Er moet nog verder onderzoek gedaan worden wie er geselecteerd wordt als onderwerp van positieve roddels. Echter is er wel gebleken dat individuen met een lage sociale status binnen een organisatie eerder onderwerp worden van negatieve roddels. Ook individuen die normschendend gedrag vertonen zullen eerder onderwerp worden van
16
negatieve roddels. Werknemers die het onderwerp zijn van negatieve roddels ondervinden hier veel hinder van. Roddelen kan een vorm zijn van pestgedrag, omdat het onderwerp constant onderwerp is van de negatieve roddels die verspreid worden. Hierdoor kan het onderwerp uiteindelijk de zondebok van de groep worden. Roddelen kan ook een manipulatieve vorm van agressie zijn. Het onderwerp zijn van een negatieve roddel heeft een negatieve invloed op het welzijn van het onderwerp. Bovenstaande onderzoeken hebben zich niet specifiek gericht op het aspect welzijn en voor vervolgonderzoek dient dit een belangrijk thema te zijn.
Conclusie en Aanbevelingen Vervolgonderzoek In deze these staat de vraag welke gevolgen roddelen heeft voor het welzijn van werknemers centraal. Daarbij worden, waar het het roddelen betreft, werknemers verdeeld in drie groepen: de roddelaar, de ontvanger en het onderwerp. Dit omdat werknemers op drie manieren betrokken kunnen zijn bij roddelen (Ellwardt, Labianca & Wittek, 2012). Uit het eerste hoofdstuk is gebleken dat roddelen voornamelijk positieve gevolgen kan hebben voor de roddelaar. Roddelen kan voor de roddelaar een machtig wapen zijn, het geeft de roddelaar een superieur gevoel. Dit superieure gevoel kan leiden tot een verhoogd gevoel van welzijn. De roddelaar kan roddelen ook gebruiken om zijn of haar emoties te uiten. Het niet uiten van emoties heeft een negatief effect op het welzijn. Het is aannemelijk dat het uiten van emoties door middel van roddelen een positief effect heeft op het welzijn van de roddelaar. Sociaal vermaak is ook een belangrijke functie van roddelen. De roddelaar kan door middel van roddelen plezier maken met de ontvanger, wat tot een verhoogd gevoel van welzijn leidt. Roddelen kan door de roddelaar gebruikt worden om te investeren in sociale relaties op het werk. Als de roddelaar goede onderlinge relaties heeft binnen de werkgroep zal dit de sociale
17
omgeving op het werk bevorderen. Een goede sociale omgeving op het werk leidt tot een verhoogd gevoel van welzijn voor de roddelaar. Er zijn ook aanwijzingen voor negatieve gevolgen van roddelen op het welzijn van de roddelaar. Het onderzoek van Ellwardt, Wittek en Wielers (2012) legt een verband tussen vertrouwen en roddelen. Zij stellen dat weinig vertrouwen in de organisatie leidt tot het verspreiden van meer negatieve roddels door de roddelaar. Er is echter geen causale relatie aangetoond en om hier duidelijkere uitspraken over te kunnen doen moet in vervolgonderzoek getracht worden een causale relatie aan te tonen tussen roddelen en vertrouwen. Uit onderzoek van Burt (2001) bleek dat roddelen risicovol gedrag is en schade kan toebrengen aan de roddelaar. Dit kan mogelijk leiden tot een verminderd gevoel van welzijn voor de roddelaar. Uit het tweede hoofdstuk blijkt dat roddelen meerdere effecten kan hebben op het welzijn van de ontvanger. De reden van de roddel is voor de ontvanger van belang. Als de roddel dient om groepsnormen te beschermen zal de ontvanger het als sociaal en moreel beschouwen (Beersma & Van Kleef, 2012). Dit kan mogelijk een positieve bijdrage leveren aan het gevoel van welzijn voor de ontvanger. Op het moment dat de ontvanger door de roddelaar gebruikt wordt om informatie te vergaren zal de ontvanger zich mogelijk sociaal geaccepteerd voelen door de roddelaar. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van de ontvanger. De ontvanger kan ook groepsdruk ervaren door de roddels die verspreidt worden binnen de groep, hetgeen een negatieve invloed heeft op het welzijn. De ontvanger kan het gevoel krijgen op zijn of haar tenen te moeten lopen om geen normschendend gedrag te vertonen. Op het moment dat de ontvanger normschendend gedrag vertoont kan hij of zij onderwerp worden van de negatieve roddel, wat tot een verminderd gevoel van welzijn leidt. Uit het derde hoofdstuk blijkt dat roddelen meerdere effecten kan hebben op welzijn van het onderwerp. Vaak weet het onderwerp niet dat er over hem of haar geroddeld wordt. Ondanks het feit dat het onderwerp niet weet dat er over hem of haar geroddeld wordt kan hij
18
of zij wel positief of negatief benaderd worden door groepsleden. Het onderwerp kan hieruit mogelijk afleiden of de roddels die over hem of haar verspreid worden negatief of positief zijn. Het onderwerp zijn van positieve roddels is te vergelijken met het verkrijgen van sociale steun (Dunbar, 2004). Dit heeft een positief effect op het welzijn van het onderwerp. Individuen met een lage sociale status worden eerder onderwerp van negatieve roddels. Het kan er zelfs toe leiden dat het onderwerp de zondebok wordt van de groep. Dit heeft een negatieve invloed op het welzijn van het onderwerp. Ook blijkt dat roddelen een vorm van pestgedrag en agressie kan zijn. Op het moment dat het onderwerp gepest wordt door middel van de roddels en/of agressief benaderd wordt heeft dit een negatieve invloed op het welzijn van het onderwerp. Als het onderwerp normschendend gedrag vertoont wordt hij of zij eerder onderwerp van negatieve roddels. Het onderwerp kan investeren in sociale relaties en geen normschendend gedrag vertonen zodat hij of zij geen onderwerp wordt van de negatieve roddel. Dit kan mogelijk toch een negatieve invloed hebben op het welzijn, omdat het onderwerp wellicht druk ervaart om zich aan de groepsnormen te houden. Een kanttekening die bij alle genoemde onderzoeken in dit paper geplaatst kan worden is dat de onderzoeken niet tot nauwelijks expliciet zijn in gegaan op het welzijn van werknemers. Het is van groot belang, voor zowel bedrijven als individuele werknemers, om hier vervolgonderzoek naar te doen. Het is belangrijk om te weten wat de effecten zijn van het fenomeen roddelen op het welzijn van werknemers. Dit met name omdat roddelen een zo groot tijdsbeslag met zich meebrengt. Voor vervolgonderzoek kunnen onderzoekers binnen bestaande werkgroepen alle werkgerelateerde e-mails, het mobiele verkeer waaronder whatsapp en sms en gesprekken via sociale media observeren. Dit zou mogelijk een goede manier kunnen zijn om het roddelproces te observeren, omdat het een objectieve manier is om informatie over roddelen te verzamelen. Ook kunnen onderzoekers hierdoor onderscheid maken in wie roddelaar,
19
ontvanger en onderwerp is in de werkgroepen. De werknemers worden niet op de hoogte gesteld van het feit dat de onderzoekers onderzoek doen naar roddelen. Er wordt alleen gezegd dat hun gesprekken gebruikt worden voor onderzoek naar de communicatie binnen werkgroepen. Hierdoor worden de werknemers niet bewust gemaakt van het feit dat de onderzoekers geïnteresseerd zijn in roddelen. Dit om sociaal wenselijke gesprekken tussen werknemers tegen te gaan. Een longitudinaal onderzoek wordt aangeraden, omdat het roddelproces pas duidelijk wordt na verloop van tijd. Om uitspraken te kunnen doen over het roddelproces is het van belang dat alle gesprekken door meerdere onderzoekers beoordeeld worden om onderzoekers bias te voorkomen. Aan het einde van de observatie is het aan te raden om alle werknemers individueel te interviewen en ze te vragen naar de positie die zij denken te hebben binnen het roddelproces. Interessant is om dan te bekijken of de posities die de werknemers zelf aangeven overeenkomen met de posities die de onderzoekers per werknemer hebben geobserveerd. Op deze manier kan er bekeken worden of werknemers zich bewust zijn van hun eigen positie binnen het roddelproces in de werkgroep. Tijdens de interviews moeten er ook vragen gesteld worden over het welzijn van de werknemer ten aanzien van de roddels die verspreid worden binnen de werkgroep. Tevens is het relevant om aan de werknemers te vragen of hun positie binnen het roddelproces invloed heeft op hun welzijn. Dit om de gevolgen van roddelen voor het welzijn van werknemers te onderzoeken. Doordat alle gesprekken binnen de werkgroep zijn geobserveerd kan er worden vastgesteld hoe het roddelproces verloopt. De interviews worden individueel afgenomen en niet in het bijzijn van de groep waardoor de werknemers mogelijk geen druk ervaren van groepsleden. Aan het einde van het onderzoek worden de werknemers volledig op de hoogte gesteld van het doel van het onderzoek. Roddelen wordt een steeds belangrijker onderwerp met name door de opkomst van de sociale media waarbij de gevolgen van roddelen bijna onuitwisbaar zijn geworden. Hierdoor
20
kunnen roddels dus een blijvende en langdurige invloed hebben op het welzijn van mensen en hun positie binnen hun sociale groep. De Amerikaanse regering heeft toegegeven dat middels het PRISM programma de staatsveiligheidsdienst e-mails, foto’s en video’s bekijkt. Dit om in een vroegtijdig stadium “roddels” op het internet op te sporen om mogelijk terrorisme te voorkomen. Het internetverkeer geeft daarbij een goed inzicht in het onderscheid tussen de roddelaar, onderwerp en de ontvanger. In tegenstelling tot in het verleden laat de roddel in de huidige tijd een onuitwisbaar spoor na.
Literatuurlijst
21
Archer. J., & Coyne, S. M. (2005). An Integrated Review of Indirect, Relational, and Social Agression. Personality and Social Psychology Review, 9, 212-230.
Bakker, A. B., van Veldhoven, M., & Xanthopoulou, D. (2010). Beyond the Demand-Control Model. Journal of Personnel Psychology, 9(1), 3-16.
Beersma, B., & van Kleef, G. A. (2011). How the Grapevine Keeps you in Line: Gossip Increases Contributions to the Group. Social Psychological and Personality Science, 2(6), 642-649.
Beersma, B., van Kleef, G. A. (2012). Why People Gossip: An Empircal Analysis of Social Motives, Antecedents and Consequences. Journal of Applied Social Psychology.
Ellwardt, L., Labianca, G., & Wittek, R. (2012). Who are the objects of positive and negative gossip at work? A social network perspective on workplace gossip. Elsevier, 34, 193-205.
Ellwardt, L., Wittek, R., & Wielers, R. (2012). Talking about the Boss: Effects of Generalized and Interpersonal Trust on Workplace Gossip. Group & Organization Management, 37(4), 521-549.
Foster, E. K. (2004). Research on Gossip: Taxonomy, Methods, and Future Directions. Review of General Psychology, 8, 78-99.
22
Kurland, N. B., & Pelled, L. H. (2000). Passing the Word: Toward a Model of Gossip and Power in the Workplace. The Academy of Management Review, 25, 428-438.
Michelson, G., van Iterson, A., Waddington, K. (2010). Gossip in Organizations: Contexts, Consequences and Controversies. Group & Organization Management, 35(4), 371-390.
Mills, C. (2010). Experiencing Gossip: The Foundations for a Theory Embedded Organizational Gossip. Group & Organization Management, 35(2), 213-240.
Noon, R., & Delbridge, R. (1993). News from Behind my Hand: Gossip in Organizations. Organization studies, 14, 23-36.
Repetti, R. L. (1987). Individual and Common Components of the Social Environment at Work and Psychological Well-Being. Journal of Personality and Social Psychology, 52, 710720.
Waddington, K. (2005). Using diaries to explore the characteristics of work-related gossip: Methodological considerations from exploratory multimethod research. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 78, 221-236.
Waddington, K., Fletcher, C. (2005). Gossip and Emotion in Nursing Health-Care Organizations. Journal of Health Organization and Management, 19, 378-395.
23
Sommerfield, R. D., Krambeck, H-J., Semman, D. & Milinski, M. (2007) Gossip as an Alternative for Direct Observation in Games of Indirect Reciprocity. National Academy of Sciences, 104, 17435-17440.
Thomas, S. A., & Rozell, E. J. (2007).Gossip and Nurses Malady of Remedy. The Health Care Manager, 26, 111-115.
24