BOZ Agora een school voor de toekomst
De Werkgroep bOZ bestaat op dit moment (juni 2005) uit vertegenwoordigers van: • SBO Agora (de samenwerkende speciale basisscholen van de Stichting Agora: Petraschool en Sjalom) • Stichting Agora (schoolbestuur van de speciale basisscholen Petraschool en Sjalom) • Mr. G.T.J. de Jonghschool (school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen) • Stichting Orion (beoogd bestuur van de Mr. G.T.J. de Jonghschool) • Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam • Spirit (jeugdzorginstelling) • Stichting Welsaen (welzijnsorganisatie actief in Zaanstreek en Waterland) • Samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School 2701 en 2703
Contacten zijn gelegd met: • VTO vroeghulp (vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen) • OZC Amstelmonde (zorginstelling voor licht verstandelijk gehandicapten) • Evean-Jeugdgezondheidszorg • GGD (Gemeentelijke Gezondheids Dienst)-Jeugdgezondheidszorg • Stichting Ecokids Nederland • Kinderboerderij Rooswijk en vele anderen
Het bOZ (breed Onderwijs Zorgscentrum) is een samenwerkingsverband van scholen voor speciaal (basis-) onderwijs, jeugdzorginstellingen en welzijnsorganisaties. Een samenwerkingsverband dat niet eenkennig is: we verwachten nog veel meer samenwerkingspartners te vinden. Het bOZ is nu voor een deel nog een werkgroep. Straks zal het een mix zijn van een speciale basisschool, een ZMOKschool, een PI-school, een buurtcentrum, een Boddaert-centrum, een Medisch Kleuterdagverblijf en een vooruitgeschoven post van Bureau Jeugdzorg. Niet als een verzameling losstaande instituties, maar juist als een bundeling van krachten. Het bOZ wordt een nieuwe voorziening voor kinderen van 2 tot 14 jaar. In het bOZ kunnen kinderen terecht die het in de reguliere voorzieningen niet redden vanwege gedrags-, psychosociale, psychiatrische problemen en/of omdat ze moeilijk kunnen leren.
Wat is het b OZ?
Het bOZ bestaat uit een school, een boerderij, een werkplaats, een gymnastieklokaal, een theaterzaal, een keuken, een huiskamer, etcetera. En is het hele jaar open van 8 tot 20 uur. In het bOZ krijgen kinderen les in een leerwerkplaats. Een plek die kinderen uitdaagt tot leren.
Kinderen leren. Kinderen leren vanaf het moment dat ze op de wereld zijn. Ze leren zien, herkennen, kruipen, lopen, grijpen, lachen, brabbelen, praten. Ze leren dat ze een wil hebben. Dat ze drie zijn. Dat je geld nodig hebt om iets te kunnen kopen. En soms hele rare dingen: alle automerken herkennen, welk deuntje bij welke reclame hoort, teksten van liedjes in het Engels, alle hoofdsteden van Afrika. Dat doen ze uit zichzelf, ieder kind op z’n eigen manier. Het is hun manier van in de wereld zijn, omdat het leuk is om te leren. Kinderen leren overal: op straat, in de speeltuin, thuis, op bezoek bij oma. En op school. Alleen gaan op school opeens de meesters en juffen bepalen wat er geleerd moet worden. Dat is niet altijd leuk, maar de meeste kinderen zijn sterk en flexibel genoeg om ook daar hun weg in te vinden. Uiteindelijk groeien ze op tot volwassen mensen die op hun eigen benen kunnen staan. Die greep hebben op hun leven. Die zich een plek in de maatschappij hebben weten te veroveren.
Kinderen willen leren Maar sommige kinderen lopen vast. Soms al op heel jonge leeftijd. Soms als ze al wat ouder zijn. Ze komen niet meer, of niet meer zo snel, vooruit. Ze zitten met zichzelf in de knoei. Ze zijn lastig voor hun omgeving. Ligt dat aan hen? Volgens velen wel: het zijn kinderen met tekorten, problemen, handicaps. Met allerlei methodes en technieken probeert de school ze toch bij de les te houden. Soms werkt dat. Maar als het niet lukt, bestaat er een grote kans dat het kind helemaal wegzakt, dat het geen zin meer heeft in leren, in school. Het stopt. Het hele systeem loopt vast. Het stopt. Het hele systeem loopt vast.
Een nieuw begin Er is in de Zaanstreek een tekort aan voorzieningen voor kinderen die zijn vastgelopen of dreigen vast te lopen in hun ontwikkeling. Er is een aantal scholen voor speciaal basisonderwijs, er is een voorziening voor jonge risicokinderen en Bureau Jeugdzorg is er actief. Maar er is meer nodig. Het basisonderwijs in de Zaanstreek geeft bijvoorbeeld al jarenlang aan dat er behoefte is aan een eigen school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen in de regio. Met de komst van de wet op de expertisecentra (voor het speciaal onderwijs) en de landelijke inzet op onderwijs dicht bij huis voor elk kind liggen er eindelijk concrete kansen die wens te verwezenlijken.
Het gezin lukt ‘t NIET (voldoende) dat te bieden wat het kind nodig heeft De school stelt eisen waar het kind NIET aan kan voldoen Het kind heeft NIET al die kwaliteiten en mogelijkheden in huis om zich toch staande te houden NIET, NIET en NIET, en dat binnen een maatschappij die steeds meer eisen stelt. Die kinderen overlaadt met beelden en verwachtingen schept. Die niet meer buiten te sluiten is, maar zelf wel buiten sluit.
Het bOZ denkt dat het anders moet en anders kan. Zij is ervan overtuigd dat kinderen meer zullen bereiken als het onderwijs zich richt op hun mogelijkheden in plaats van op hun beperkingen. Als kinderen weer plezier krijgen in leren, dan zullen ze, onder begeleiding van leerkrachten die hen stimuleren en coachen, uit zichzelf de kennis en vaardigheden leren die nodig zijn om een volwaardig en zelfstandig bestaan op te bouwen. Daarom wil het bOZ leefsferen creëren waarbinnen uitgegaan wordt van het kind zelf. Waar kinderen uitgenodigd worden om zich op hun eigen manier te ontwikkelen. Het bOZ trekt daarbij op met de ouders en met ieder ander die met het kind te maken heeft.
+
Al eerder maakte de overheid een einde aan het onderscheid tussen het MLK (moeilijk lerende kinderen)- en het LOM (leer- en opvoedingsmoeilijkheden)-onderwijs. Sindsdien wordt er uitsluitend nog gesproken over speciaal basisonderwijs. De integratie tussen beide onderwijsvormen is op dit moment volop gaande. Het gezamenlijk uitwerken van de leerwerkplaats als onderwijsconcept door de Petraschool en Sjalom past in deze ontwikkeling. De jeugdzorg heeft als doelstelling geformuleerd dat hulp indien nodig zo snel mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis en in zo licht mogelijke vorm gegeven moet worden. Daarbij is de algemene beleidslijn dat de samenwerking met onderwijs geïntensiveerd moet worden. Dat laatste geldt ook voor welzijnsinstellingen, met name in verband met de brede school ontwikkeling. Tenslotte speelt binnen het bOZ de nog jonge ontwikkeling van het ‘groene leren’. Dit vanuit de notie dat natuur en milieu een belangrijke invalshoek kunnen zijn voor een positieve ontwikkeling van kinderen. In het bOZ komen al deze ontwikkelingen samen. Dat zal in ieder geval leiden tot een nieuwe school voor de kinderen die nu op de Petraschool en Sjalom zitten. Onderdeel van deze school wordt een lesplaats voor
kinderen met ernstige gedragsproblemen, psychiatrische en/of ernstige sociaal-emotionele problematiek (dat zijn kinderen met een jeugdzorg- of - zoals dat heet - ‘REC cluster 4’- indicatie). Het wordt een school die meer is dan een school. Een school waar ook de jeugdhulpverlening en Stichting Welsaen een duidelijke plek hebben met een aanbod aan ouders en kinderen. En: het wordt een school waar een boerderij een integraal onderdeel van is. Het bOZ in de Zaanstreek Het bOZ wil niet alleen betekenis hebben voor dat relatief kleine groepje kinderen dat bij haar naar school kan. Ook andere kinderen en scholen moeten profijt kunnen trekken van wat het bOZ te bieden heeft. Dat betekent dat het bOZ haar faciliteiten, haar deskundigheid en werkwijze ten dienste wil stellen aan het hele onderwijs- en welzijnsveld van de regio. Dat kan leiden tot velerlei aanbod: • ambulante zorg en begeleiding op scholen in de Zaanstreek vanuit zowel onderwijs, als jeugdzorg als beide • naschoolse (zorg-)voorzieningen • het bieden van tijdelijke plaatsingsmogelijkheden aan kinderen die voor hun ontwikkeling tijdelijk uit de bestaande setting moeten worden gehaald • opvoedingsondersteuning voor ouders/opvoeders • een scala aan vrijetijdsactiviteiten waar ook kinderen van buiten de school gebruik kunnen maken
Plannen
Het bOZ wil kinderen aanspreken op wat ze kunnen. Ze wil kinderen uitdagen hun mogelijkheden te onderzoeken en te ontwikkelen. Ze wil kinderen succeservaringen laten opdoen. Het bOZ moet een plek worden waar alles ten dienste staat van ontplooiing en ontwikkeling. Niet alleen in haar methodiek, maar ook in de concrete vorm. We noemen het een leerwerkplaats. Het is een tuin, een zwerftocht, een landschap, een thuis. Een verzameling losse, onderling verbonden elementen, waar gewerkt en gespeeld, kortom geleerd wordt. Kinderen kunnen er zijn. Veilig, erkend, gezien. Ze worden er serieus genomen in hun behoeftes, dromen en mogelijkheden. En in hun kansen.
• het ontwikkelen van nieuwe vormen van diagnostiek
Ze kunnen er beesten verzorgen, koeien melken, pony rijden, honden uitlaten (en misschien starten ze wel een hondenuitlaat-service).
• een kans om werkelijk te werken aan een innovatief, vraaggericht aanbod voor de hele regio.
Ze kunnen er schilderen, tekenen, potten bakken (en de resultaten verkopen ze in een winkeltje).
Ze kunnen er koken, bakken, braden (en eten dat dan ’s avonds met zijn allen op in hun eigen ‘restaurant’, met ouders en meesters en juffen en wie er maar mee wil eten). Ze starten een volleybalvereniging, een voetbalclub (en winnen de Zaanse schoolcompetitie). Ze gaan zingen, dansen, toneelspelen (en nodigen de hele Zaanstreek uit om naar hen te komen kijken). Ze repareren hun eigen fietsen, maken een skatebaan, speelgoed en muziekinstrumenten (en wat ze zelf niet nodig hebben, verkopen ze).
“Het gaat er niet om de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind te vergroten. Het gaat erom bij hun betrokkenheid aan te sluiten.” Gonny Loerakker (Spirit)
Het bOZ wil, kortom, een plek zijn waar kinderen met plezier naartoe gaan, en voldoende basis meekrijgen om een plek onder de zon te veroveren. Een voorziening die ouders uitnodigt om mee te werken en die hen steunt waar dat nodig is. Een instelling die aan de weg timmert, waar de hele Zaanstreek wat aan heeft, waar iedereen trots op kan zijn.
En ondertussen leren ze natuurlijk ook lezen en schrijven en rekenen. Want zonder dat redt niemand het.
Dromen? Om alles te verwezenlijken hebben we ruimte, geld en tijd nodig, maar we zijn al begonnen. En ouders? Het bOZ wil een partner zijn voor ouders bij de opvoeding van hun kind. Ze wil luisteren naar ouders. Ze wil ouders steunen bij het realiseren van een veilig en stimulerend thuis voor hun kind. Ouders krijgen een plek waar ze altijd welkom zijn. Waar ze andere ouders kunnen ontmoeten. Waar ze met hun kinderen hele andere dingen kunnen doen dan thuis. Waar ze hun kinderen op een andere manier kunnen leren kennen. Waar ze vragen kunnen stellen, informatie kunnen halen. Waar ze hulp kunnen krijgen als ze het zelf even niet meer weten. Ze vinden er een tweede thuis.
Sjalom en Petraschool zijn begonnen met de leerwerkplaats. Er is een kookatelier, een wereldatelier, een taalatelier, een drama-atelier enzovoort. In samenwerking met Bureau Jeugdzorg is er een opvoedspreekuur gestart en er zijn regelmatig ouderbijeenkomsten over onderwijs en opvoeding die worden georganiseerd door Stichting Welsaen. Er zijn naschoolse activiteiten gestart. Er liggen contacten met de kinderboerderij, Ecokids, Staatsbosbeheer en andere partners die mee kunnen helpen het groene leren vorm te geven.
tekst: Miep Dam vormgeving: Rutger Post/InBeelding druk: Raddraaier b.v.
Voor meer informatie kunt u contact zoeken met: Bart Brinkkemper - directeur speciaal basisonderwijs Agora T: 075 621 92 67 E:
[email protected] Miep Dam - OOG onderwijsondersteuning T: 020 640 09 82 E:
[email protected] BOZ Agora p/a Sjalom Rooswijkplein 10 1544 VZ Zaandijk