bladzijden

MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

www.moniteur.be

www.staatsblad.be

Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 244

177e ANNEE

MERCREDI 22 AOUT 2007

SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements

Service public fédéral Justice

177e JAARGANG

WOENSDAG 22 AUGUSTUS 2007

INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Federale Overheidsdienst Justitie

10 MAI 2007. — Loi portant diverses mesures en matière de recèlement et de saisie, p. 43896.

10 MEI 2007. — Wet houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming, bl. 43896.

15 MAI 2007. — Loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’expertise et rétablissant l’article 509quater du Code pénal, p. 43898.

15 MEI 2007. — Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek, bl. 43898.

Service public fédéral Mobilité et Transports 2 AOUT 2007. — Arrêté royal portant émission de nouvelles valeurs postales, p. 43905.

Service public fédéral Sécurité sociale

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende uitgifte van nieuwe postwaarden, bl. 43905.

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

2 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 23 mars 1982 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires ou de l’intervention de l’assurance soins de santé dans les honoraires pour certaines prestations, p. 43905.

2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, bl. 43905.

3 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’annexe de l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, p. 43906.

3 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, bl. 43906.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 2 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, p. 43908.

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, bl. 43908.

92 pages/bladzijden

43894

MONITEUR BELGE − 22.08.2007 − BELGISCH STAATSBLAD Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande

Vlaamse Gemeenschap

Autorité flamande

Vlaamse overheid

13 JUILLET 2007. — Décret sanctionnant l’arrêté du Gouvernement flamand du 15 juin 2007 portant approbation de projets temporaires dans l’enseignement artistique à temps partiel à partir de l’année scolaire 2007-2008, p. 43910.

13 JULI 2007. — Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008, bl. 43910.

Région wallonne

Waals Gewest

Ministère de la Région wallonne

Ministerie van het Waalse Gewest

5 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon portant le règlement général de la comptabilité communale, en exécution de l’article L1315-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation, p. 43911.

5 JULI 2007. — Besluit van de Waalse Regering houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, ter uitvoering van artikel L1315-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, bl. 43934.

12 JUILLET 2007. — Arrêté ministériel portant création de la zone humide d’intérêt biologique des ″Mares de Daussois et d’YvesGomezée″ à Cerfontaine et Walcourt, p. 43946.

12 JULI 2007. — Ministerieel besluit tot inrichting van het biologisch waardevolle vochtige gebied ″Mares de Daussois en Yves-Gomezée″ in Cerfontaine en Walcourt, bl. 43948.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region 5. JULI 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Einführung der allgemeinen Gemeindebuchführungsordnung in Ausführung von Artikel L1315-1 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung, S. 43922. 12. JULI 2007 — Ministerialerlass zur Errichtung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ in Cerfontaine und Walcourt, S. 43947.

Autres arrêtés Service public fédéral Intérieur Collecte à domicile. Autorisation, p. 43950. — Collecte à domicile. Autorisation, p. 43950. — Collecte à domicile. Autorisation, p. 43950. — Autorisation d’exploiter une entreprise de gardiennage en application de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière. Modification, p. 43950. Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Règlement général pour la protection du travail. Certificat de secouriste, p. 43951. — Règlement général pour la protection du travail. Certificat de secouriste, p. 43951. — Règlement général pour la protection du travail. Certificat de secouriste, p. 43951.

Gouvernements de Communauté et de Région

Andere besluiten Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Huis-aan-huis collecte. Vergunning, bl. 43950. — Huis-aan-huis collecte. Vergunning, bl. 43950. — Huis-aan-huis collecte. Vergunning, bl. 43950. — Vergunning tot het exploiteren van een bewakingsonderneming in toepassing van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. Wijziging, bl. 43950. Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming. Getuigschrift van hulpverlener, bl. 43951. — Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming. Getuigschrift van hulpverlener, bl. 43951. — Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming. Getuigschrift van hulpverlener, bl. 43951. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Provincie West-Vlaanderen. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). « Zannekinlaan », bl. 43951. Leefmilieu, Natuur en Energie Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. Sectoraal Uitvoeringsplan « Milieuverantwoord materiaal gebruik en afvalbeheer in de bouw », bl. 43952. Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend ErfgoedVrui Provincie Limburg. Ruimtelijke ordening. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, bl. 43952.

MONITEUR BELGE − 22.08.2007 − BELGISCH STAATSBLAD Région wallonne

Waals Gewest

Ministère de la Région wallonne

Ministerie van het Waalse Gewest

6 AOUT 2007. — Arrêté ministériel désignant les membres de la Commission de plan de tir à l’espèce cerf et déléguant le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement, p. 43952.

43895

6 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ (Commissie afschotplan voor de jacht op edelhert) en tot machtiging van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, bl. 43954.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region 6. AUGUST 2007 — Ministerialerlass zur Bezeichnung der Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch und zur Bevollmächtigung des Generaldirektors der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt, S. 43953.

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Annulation par le Conseil d’Etat (publication prescrite par l’article 39 du Règlement de procédure), p. 43955. — Protection du patrimoine, p. 43956. — Protection du patrimoine, p. 43957. — Protection du patrimoine, p. 43958.

Vernietiging door de Raad van State (bekendmaking voorgeschreven bij artikel 39 van de Procedureregeling), bl. 43955. — Bescherming van het erfgoed, bl. 43956. — Bescherming van het erfgoed, bl. 43957. — Bescherming van het erfgoed, bl. 43958. Officiële berichten

Avis officiels

Raad van State

Conseil d’Etat Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, p. 43959.

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 43959.

Staatsrat Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 43959.

Pouvoir judiciaire Cour de cassation, p. 43959. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Liste des personnes enregistrées comme prêteur agréé à la date du 30 juin 2007 en application de l’article 75bis de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, p. 43959. — Liste des personnes agréées à la date du 30 juin 2007 en application de l’article 3, § 3, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, p. 43961. — Liste des personnes agréées à la date du 30 juin 2007 en application des articles 74 et 75 de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation ou qui font l’objet d’une confirmation de leur agrément en application de l’article 111 de la même loi, p. 43962. Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire Validation de guides, p. 43969.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 43970 à 43984.

Rechterlijke Macht Hof van Cassatie, bl. 43959. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 geregistreerd als erkende kredietgever in toepassing van artikel 75bis van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, bl. 43959. — Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 erkend in toepassing van artikel 3, § 3, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, bl. 43961. — Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 erkend in toepassing van artikelen 74 en 75 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of die het voorwerp uitmaken van een bevestiging van erkenning in toepassing van artikel 111 van dezelfde wet, bl. 43962. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Validatie van gidsen, bl. 43969.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 43970 tot bl. 43984.

43896

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE F. 2007 — 3557

[S − C − 2007/09689]

10 MAI 2007. — Loi portant diverses mesures en matière de recèlement et de saisie (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2007 — 3557

[S − C − 2007/09689]

10 MEI 2007. — Wet houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. A I’article 505 du Code pénal, remplacé par la loi du 7 avril 1995 et modifié par la loi du 26 juin 2000, sont apportées les modifications suivantes :

Art. 2. In artikel 505 van het Strafwetboek, vervangen bij de wet van 7 april 1995 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° l’alinéa 1er, 2°, est remplacé par la disposition suivante : « ceux qui auront acheté, reç u en échange ou à titre gratuit, possédé, gardé ou géré des choses visées a l’article 42, 3°, alors qu’ils connaissaient ou devaient connaître l’origine de ces choses au début de ces opérationns »;

1° het eerste lid, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « zij die zaken bedoeld in artikel 42, 3°, kopen, ruilen of om niet ontvangen, bezitten, bewaren of beheren, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen, de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen »;

2° dans le texte néerlandais de l’alinéa 1er, 3°, les mots « omgezet of overgedragen hebben » sont remplacés par les mots « omzetten of overdragen »;

2° in het eerste lid, 3°, worden de woorden « omgezet of overgedragen hebben » vervangen door de woorden « omzetten of overdragen »;

3° l’alinéa 1er, 4°, est remplacé par la disposition suivante : « ceux qui auront dissimulé ou déguisé la nature, l’origine, l’emplacement, la disposition, le mouvement ou la propriété des choses visées à l’article 42, 3°, alors qu’ils connaissaient ou devaient connaître l’origine de ces choses au début de ces opérations »;

3° het eerste lid, 4°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « zij die de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van de in artikel 42, 3°, bedoelde zaken verhelen of verhullen, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen »;

4° l’alinéa 2 est remplacé par la disposition suivante : « Les infractions visées à l’alinéa 1er, 3° et 4°, existent même si leur auteur est également auteur, coauteur ou complice de l’infraction d’où proviennent les choses visées à l’article 42, 3°. Les infractions visées à l’alinéa 1er, 1° et 2°. existent même si leur auteur est également auteur, coauteur ou complice de l’infraction d’où proviennent les choses visées à l’article 42, 3°, lorsque cette infraction a été commise à l’étranger et ne peut pas être poursuivie en Belgique. »; 5° les alinéas suivants sont insérés entre les alinéas 2 et 3 :

4° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « De in het eerste lid, 3° en 4°, genoemde misdrijven bestaan, indien de dader ervan ook dader, mededader van of medeplichtige is aan het misdrijf waaruit de zaken genoemd in artikel 42, 3°, voortkomen. De in het eerste lid, 1° en 2°, genoemde misdrijven bestaan, ook indien de dader ervan eveneens de dader, mededader van of medeplichtige is aan het misdrijf waaruit de zaken genoemd in artikel 42, 3°, voortkomen, wanneer dit misdrijf in het buitenland is gepleegd en in België niet kan worden vervolgd. »; 5° tussen het tweede en derde lid worden volgende leden ingevoegd, luidende :

« Sauf à l’égard de l’auteur, du coauteur ou du complice de l’infraction d’où proviennent les choses visées á l’article 42, 3°, les infractions visées à l’alinéa 1er, 2° et 4°, ont trait exclusivement, en matière fiscale, à des faits commis dans le cadre de la fraude fiscale grave et organisée qui met en œuvre des mécanismes complexes ou qui use de procédés à dimension internationale.

« Behalve ten aanzien van de dader, de mededader en de medeplichtige van het misdrijf dat de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, heeft opgeleverd, hebben op fiscaal vlak de misdrijven bedoeld in het eerste lid, 2° en 4°, uitsluitend betrekking op feiten gepleegd in het raam van ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend.

Les organismes et les personnes visés aux articles 2, 2bis et 2ter de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme, peuvent se prévaloir de l’alinéa précédent dans !a mesure où, à l’égard des faits y visés, ils se sont conformés à l’obligation prévue à l’article 14quinquies de la loi du 11 janvier 1993 qui règle les modalités de la communication d’informations à la Cellule de traitement des Informations financières. »;

De in de artikelen 2, 2bis en 2ter van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme beoogde instellingen en personen kunnen zich op het vorige lid beroepen voor zover zij zich, ten aanzien van de beoogde feiten, hebben geconformeerd aan de voorziene verplichting van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 die de wijze van informatieverstrekking aan de Cel voor financiële informatieverwerking regelt. »;

6° à l’alinéa 3, qui devient l’alinéa 5, les mots « aux 1°, 2°, 3° et 4° » sont remplacés par les mots « à l’alinéa 1er, 1° », les mots « des infractions couvertes par ces dispositions » sont remplacés par les mots « de l’infraction couverte par cette disposition » et les mots « cette confiscation » sont remplacés par les mots « cette peine »;

6° in het derde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden « in 10, 2°, 3° en 4° » vervangen door de woorden « in het eerste lid, 1° », worden de woorden « de misdrijven die gedekt worden door deze bepalingen » vervangen door de woorden « het misdrijf dat gedekt is door deze bepaling » en worden de woorden « deze verbeurdverklaring » vervangen door de woorden « deze straf »;


43897

7° les alinéas suivants sont insérés entre l’alinéa 3 qui devient l’alinéa 5, et l’alinéa 4, qui devient l’alinéa 8 :

7° tussen het derde lid, dat het vijfde lid wordt, en het vierde lid, dat het achtste lid wordt, worden volgende leden ingevoegd :

« Les choses visées à l’alinéa 1er, 3° et 4°, constituent objet des infractions couvertes par ces dispositions, au sens de l’article 42, 1°, et seront confisquées, dans le chef de chacun des auteurs, coauteurs ou complices de ces infractions, même si la propriété n’en appartient pas au condamné, sans que cette peine puisse cependant porter préjudice aux droits des tiers sur les biens susceptibles de faire l’objet de la confiscation. Si ces choses ne peuvent être trouvées dans le patrimoine du condamné, le juge procédera à leur évaluation monétaire et la confiscation portera sur une somme d’argent qui lui sera équivalente. Dans ce cas, le juge pourra toutefois réduire cette somme en vue de ne pas soumettre le condamné à une peine déraisonnablement lourde.

« De in het eerste lid, 3° en 4°, bedoelde zaken zijn het voorwerp van de door deze bepalingen bedoelde misdrijven in de zin van artikel 42, 1°, en worden verbeurd verklaard ten aanzien van alle daders, mededaders of medeplichtigen van die misdrijven, ook al heeft de veroordeelde die zaken niet in eigendom. Die straf mag evenwel geen schade berokkenen aan de rechten die derden op de voor verbeurdverklaring vatbare goederen kunnen doen gelden. Zo die zaken niet in het vermogen van de veroordeelde kunnen worden aangetroffen, gaat de rechter over tot een raming van de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend geldbedrag. In dat geval kan de rechter dat bedrag evenwel verminderen teneinde de veroordeelde geen onredelijk zware straf op te leggen.

Les choses visées à l’alinéa 1er, 2°, du présent article constituent l’objet de l’infraction couverte par cette disposition, au sens de l’article 42, 1°, et seront confisquées, dans le chef de chacun des auteurs, coauteurs ou complices de ces infractions, même si la propriété n’en appartient pas au condamné, sans que cette peine puisse cependant porter préjudice aux droits des tiers sur les biens susceptibles de faire l’objet de la confiscation. Si ses choses ne peuvent être trouvées dans le patrimoine du condamné, le juge procédera à leur évaluation monétaire et la confiscation portera sur une somme d’argent qui sera proportionnelle à la participation du condamné à l’infraction. »

De in het eerste lid, 2°, bedoelde zaken zijn het voorwerp van het door deze bepaling bedoeld misdrijf in de zin van artikel 42, 1°, en worden verbeurd verklaard ten aanzien van alle daders, mededaders of medeplichtigen van die misdrijven, ook al heeft de veroordeelde die zaken niet in bezit. Daarbij mag die straf geen schade berokkenen aan de rechten die derden op de voor verbeurdverklaring vatbare goederen kunnen doen gelden. Zo die zaken niet in het vermogen van de veroordeelde kunnen worden aangetroffen, gaat de rechter over tot een raming van de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een geldbedrag dat in verhouding staat tot de mate waarin de veroordeelde bij het misdrijf betrokken was. »

Art. 3. A l’article 35, § 1er, du Code d’instruction criminelle, modifié par les lois des 14 janvier 1999 et 24 décembre 2002, les mots « à l’article 42 » sont remplacés par les mots « aux articles 42 et 43quater ».

Art. 3. In artikel 35, § 1, van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wetten van 14 januari 1999 en 24 december 2002, worden de woorden « in artikel 42 » vervangen door de woorden « in de artikelen 42 et 43quater ».

Art. 4. A l’article 3, § 1er, 1°, de la loi du 26 mars 2003 portant création d’un Organe central pour la saisie et la confiscation et portant des dispositions sur la gestion à valeur des biens saisis et sur l’exécution de certaines sanctions patrimoniales, les mots « 505, alinéa 3, » sont emplacés par les mots « 505, alinéas 5 à 7, ».

Art. 4. In artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagname en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties, worden de woorden « 505, derde lid, » vervangen door de woorden « 505, vijfde tot zevende lid, ».

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Donné à Bruxelles, le 10 mai 2007.

ALBERT

Gegeven te Brussel, 10 mei 2007.

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Scellé du sceau de l’Etat :

Met ’s Lands zegel gezegeld :



Note

Nota

(1) Documents législatifs : 51-1603/1 Proposition de loi 51-1603/2 Rapport fait au nom de la commission 51-1603/3 Texte corrigé par la commission 51-1603/4 Texte adopté en séance plénière et transmission au Sénat 51-1603/5 Projet amendé par le Sénat 51-1603/6 Rapport fait au nom de la commission 3-1610/1 Projet évoqué par le Sénat 3-1610/2 Avis du Conseil d’Etat 3-1610/3 Amendements 3-1610/4 Amendements 3-1610/5 Avis émis par la commission 3-1610/6 Amendements 3-1610/7 Rapport fait au nom de la commission 3-1610/8 Textet amendé par la commission 3-1610/9 Texte amendé par le Sénat et renvoyé à la Chambre

(1) Wetgevingsstukken : 51-1603/1 Wetsvoorstel 51-1603/2 Verslag namens de commissie 51-1603/3 Tekst verbeterd door de comissie 51-1603/4 Tekst aangenomen in de plenaire vergadering en overgzonden aan de Senaat. 51-1603/5 Ontwerp geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer 51-1603/6 Verslag namens de commissie 3-1610/1 Ontwerp geëvoceerd door de Senaat 3-1610/2 Advies van de Raad van State 3-1610/3 Amendementen 3-1610/4 Amendementen 3-1610/5 Advies uitgebracht door de commissie 3-1610/6 Amendementen 3-1610/7 Verslag namens de commissie 3-1610/8 Tekst geamendeerd door de commissie 3-1610/9 Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer

43898

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

F. 2007 — 3558 [S − C − 2007/09537] 15 MAI 2007. — Loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l’expertise et rétablissant l’article 509quater du Code pénal (1)

N. 2007 — 3558 [S − C − 2007/09537] 15 MEI 2007. — Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

CHAPITRE Ier. — Disposition générale

HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

CHAPITRE II. — Modifications du Code judiciaire

HOOFDSTUK II. — Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. Un article 875bis, rédigé comme suit, est inséré dans le Code judiciaire :

Art. 2. In het Gerechtelijk Wetboek wordt een artikel 875bis ingevoegd, luidende :

« Art. 875bis. Le juge limite le choix de la mesure d’instruction à ce qui est suffisant pour la solution du litige, en privilégiant la mesure la plus simple, la plus rapide et la moins onéreuse. »

« Art. 875bis. De rechter beperkt de keuze van de onderzoeksmaatregel tot wat volstaat om het geschil op te lossen, waarbij de meest eenvoudige, snelle en goedkope maatregel de voorkeur geniet. »

Art. 3. II est inséré dans la quatrième partie, livre II, titre III, chapitre VIII, section VI du même Code, une sous-section lre qui contiendra l’article 962, dont l’intitulé est rédigé comme suit :

Art. 3. In deel IV, boek II, titel III, hoofdstuk VIII, afdeling VI van hetzelfde Wetboek, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd die artikel 962 omvat, waarvan het opschrift luidt als volgt :

« Sous-section 1re. Disposition générale. »

« Onderafdeling 1. Algemene bepaling. »

Art. 4. L’article 962 du même Code est complété par un alinéa 2, rédigé comme suit :

Art. 4. Artikel 962 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

« II n’est point tenu de suivre l’avis des experts si sa conviction s’y oppose. »

« Hij is niet verplicht het advies van de deskundigen te volgen, indien het strijdig is met zijn overtuiging. »

Art. 5. Sont abrogés dans le même Code :

Art. 5. In hetzelfde Wetboek worden opgeheven :

1° les articles 963 et 964;

1° de artikelen 963 en 964;

2° l’article 965, modifié par la loi du 24 juin 1970.

2° artikel 965, gewijzigd bij de wet van 24 juni 1970.

Art. 6. Il est inséré dans la même section du même Code une sous-section 2 qui contiendra les articles 966 à 971 inchangés, dont l’intitulé est rédigé comme suit : « Sous-section 2. De la récusation des experts. »

Art. 6. In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 2 ingevoegd die de artikelen 966 tot 971 omvat, waarvan het opschrift luidt als volgt : « Onderafdeling 2. Wraking van de deskundigen. »

Art. 7. L’article 969 du même Code est remplacé par la disposition suivante :

Art. 7. Artikel 969 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

« Aucune récusation ne peut être proposée après la réunion d’installation, ou, à défaut, après le début des travaux de l’expert, à moins que la cause de la récusation n’ait été révélée ultérieurement à la partie. »

« Na de installatievergadering, of, bij gebreke daarvan, na aanvang van de werkzaamheden van de deskundige, mag geen wraking meer worden voorgedragen tenzij de partij eerst nadien kennis heeft gekregen van de wrakingsgronden. »

Art. 8. II est inséré dans la même section du même Code une sous-section 3 qui contiendra les articles 972 à 983, dont l’intitulé est rédigé comme suit :

Art. 8. In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 3 ingevoegd die de artikelen 972 tot 983 omvat, waarvan het opschrift luidt als volgt :

« Sous-section 3. Du déroulement de l’expertise. » Art. 9. L’article 972 du même Code est remplacé par la disposition suivante : § 1er. La décision qui ordonne l’expertise comporte au moins : — l’indication des circonstances qui rendent nécessaires l’expertise et la désignation éventuelle de plusieurs experts;

« Onderafdeling 3. Verloop van het deskundigenonderzoek. » Art. 9. Artikel 972 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : § 1. De beslissing waarbij het deskundigenonderzoek wordt bevolen, bevat minstens : — de vermelding van de omstandigheden die het deskundigenonderzoek, en de eventuele aanstelling van meerdere deskundigen noodzaken;

— l’indication de l’identité de l’expert ou des experts désignés;

— de vermelding van de identiteit van de aangestelde deskundige of deskundigen;

— une description précise de la mission de l’expert;

— een nauwkeurig omschrijving van de opdracht van de deskundige;

— l’indication de la date de la réunion d’installation, à moins que le juge n’y renonce, avec l’accord des parties.

— de vermelding van de datum van de installatievergadering, tenzij de rechter ervan afziet met instemming van de partijen.

La notification de cette décision est effectuée par le greffier conformément à l’article 973, § 2, alinéa 3.

De kennisgeving van deze beslissing door de griffier gebeurt overeenkomstig artikel 973, § 2, derde lid.

Après cette notification, l’expert dispose de huit jours pour :

Na deze kennisgeving beschikt de deskundige over acht dagen om :

— refuser la mission, s’il le souhaite, en motivant dûment sa décision;

— desgewenst de opdracht met behoorlijk omklede redenen te weigeren;

— si aucune réunion d’installation n’a été prévue : communiquer les lieu, jour et heure du début de ses travaux.

— indien geen installatievergadering is bepaald : de plaats, de dag en het uur mee te delen waarop hij zijn werkzaamheden zal aanvangen.

L’expert en avise les parties par lettre recommandée à la poste et le juge et les conseils par lettre missive.

De deskundige geeft hiervan kennis bij een ter post aangetekende brief aan de partijen en bij gewone brief aan de rechter en de raadslieden.


43899

§ 2. La réunion d’installation a lieu en chambre du conseil, devant le juge qui a ordonné l’expertise ou qui est chargé du contrôle de celle-ci.

§ 2. De installatievergadering vindt plaats in de raadkamer voor de rechter die, ofwel het deskundigenonderzoek heeft bevolen, ofwel met controle ervan belast is.

Les parties se présentent devant le juge. L’expert peut être joint téléphoniquement ou par tout autre moyen de télécommunication, à moins qu’une des parties ou le juge ne demande sa comparution personnelle devant ce dernier.

De partijen verschijnen voor de rechter. De deskundige kan telefonisch of via enig ander telecommunicatiemiddel worden bereikt, tenzij een van de partijen of de rechter vraagt dat hij persoonlijk voor deze verschijnt.

La décision prise à l’issue de la réunion d’installation précise : — l’adaptation éventuelle de la mission; — les lieu, jour et heure des travaux ultérieurs de l’expert;

De na afloop van de installatievergadering genomen beslissing vermeldt : — de eventuele aanpassing van de opdracht; — de plaats, de dag, en het uur van de verdere werkzaamheden van de deskundige;

— la nécessité pour l’expert de faire appel ou non à des conseillers techniques;

— de noodzaak voor de deskundige om al dan niet een beroep te doen op technische raadgevers;

— l’estimation du coût global de l’expertise ou, à tout le moins, le mode de calcul des frais et honoraires de l’expert et des éventuels conseillers techniques;

— de raming van de algemene kostprijs van het deskundigenonderzoek, of tenminste de manier waarop de kosten en het ereloon van de deskundige en de eventuele technische raadgevers zullen berekend worden;

— le montant de la provision;

— het bedrag van het voorschot;

— la partie raisonnable de la provision pouvant être libérée au profit de l’expert;

— het redelijk deel van het voorschot dat kan worden vrijgegeven aan de deskundige;

— le délai dans lequel les parties pourront faire valoir leurs observations à l’égard de l’avis provisoire de l’expert;

— de termijn waarbinnen de partijen hun opmerkingen kunnen laten gelden aangaande het voorlopig advies van de deskundige;

— le délai pour le dépôt du rapport final.

— de termijn voor het neerleggen van het eindverslag.

A défaut de réunion d’installation, le juge peut inclure les mentions susvisées dans la décision qui ordonne !’expertise.

Bij gebreke van installatievergadering kan de rechter bovenstaande vermeldingen opnemen in de beslissing waarbij het deskundigenonderzoek wordt bevolen.

La notification de cette décision par le greffier a lieu conformément à l’article 973, § 2, alinéa 3. »

De kennisgeving van deze beslissing door de griffier gebeurt overeenkomstig artikel 973, § 2, derde lid. »

Art. 10. Dans le même Code, il est inséré un article 972bis, rédigé comme suit :

Art. 10. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 972bis ingevoegd, luidende als volgt :

« Art. 972bis. § 1er. Les parties sont tenues de collaborer à l’expertise. A défaut, le juge peut en tirer toute conséquence qu’il jugera appropriée.

« Art. 972bis. § 1. De partijen zijn verplicht mee te werken aan het deskundigenonderzoek. Bij gebreke daarvan kan de rechter daaruit de conclusies trekken die hij geraden acht.

Au plus tard lors de la réunion d’installation et, à défaut, au début des travaux, les parties remettent à l’expert un dossier inventorié rassemblant tous les documents pertinents.

De partijen overhandigen ten laatste op de installatievergadering en, bij gebreke daarvan, bij de aanvang van de werkzaamheden, een geïnventariseerd dossier met alle relevante stukken aan de deskundige.

§ 2. La convocation en vue de travaux ultérieurs se fait conformément à l’article 972, § 1er, dernier alinéa, sauf si l’expert a été autorisé par les parties et les conseils à recourir à un autre mode de convocation.

§ 2. De oproeping voor verdere werkzaamheden gebeurt overeenkomstig artikel 972, § 1, laatste lid, tenzij de deskundige van de partijen en de raadslieden toestemming heeft gekregen om gebruik te maken van een andere oproepingswijze.

Si toutes les parties ou leurs conseils demandent un report, l’expert est tenu d’y consentir. Dans tous les autres cas, il peut refuser ou consentir le report et il notifie sa décision au juge par lettre missive.

Indien alle partijen of hun raadslieden om uitstel verzoeken, dan moet de deskundige dit toestaan. In alle andere gevallen kan hij het uitstel weigeren of toestaan en geeft hij de rechter bij gewone brief kennis van zijn beslissing.

L’expert dresse un rapport des réunions qu’il organise. II en envoie une copie au juge, aux parties et aux conseils par lettre missive, et, le cas échéant, aux parties qui ont fait défaut, par lettre recommandée. »

De deskundige stelt een verslag op van de vergaderingen die hij organiseert. Hij stuurt bij gewone brief een afschrift ervan aan de rechter, de partijen en de raadslieden, en, in voorkomend geval, bij een ter post aangetekende brief aan de partijen die verstek hebben laten gaan. »



Art. 973. § 1er. Le juge qui a ordonné l’expertise, ou le juge désigné à cet effet, suit le déroulement de celle-ci et veille notamment au respect des délais et de son caractère contradictoire.

Art. 973. § 1. De rechter die het deskundigenonderzoek heeft bevolen of de daartoe aangewezen rechter volgt het verloop van het onderzoek op en ziet er met name op toe dat de termijnen worden nageleefd en dat de tegenspraak in acht wordt genomen.

Le juge peut, pour des motifs d’urgence, réduire les délais prévus par la présente sous-section ou dispenser les experts de certains modes de convocation.

De rechter kan om redenen van hoogdringendheid de in deze onderafdeling bepaalde termijnen inkorten of de deskundigen ontslaan van bepaalde oproepingswijzen.

Les experts exécutent leur mission sous le contrôle du juge, qui peut à tout moment, d’office ou à la demande des parties, assister aux opérations. Le greffier en informe les experts, les parties et leurs conseils par lettre missive, et, le cas échéant, les parties qui ont fait défaut, par pli judiciaire.

De deskundigen vervullen hun opdracht onder toezicht van de rechter, die te allen tijde ambtshalve of op verzoek van de partijen de werkzaamheden kan bijwonen. De griffier verwittigt hiervan bij gewone brief de deskundigen, de partijen en de raadslieden en in voorkomend geval, bij gerechtsbrief, de partijen die verstek hebben laten gaan.

§ 2. Toutes les contestations relatives à l’expertise survenant au cours de celle-ci, entre les parties ou entre les parties et les experts, y compris la demande de remplacement des experts et toute contestation relative à l’extension ou à la prolongation de la mission, sont réglées par le juge.

§ 2. Alle betwistingen die in de loop van het deskundigenonderzoek met betrekking tot dit onderzoek ontstaan tussen de partijen of tussen de partijen en de deskundigen, met inbegrip van het verzoek tot vervanging van de deskundigen en van elke betwisting aangaande de uitbreiding of de verlenging van de opdracht, worden door de rechter beslecht.

43900


A cet effet, les parties et les experts peuvent s’adresser au juge par lettre missive, motivée. Le juge ordonne immédiatement la convocation des parties et des experts.

De partijen en de deskundigen kunnen zich daartoe bij gewone brief, met vermelding van de redenen, tot de rechter wenden. De rechter gelast onmiddellijk de oproeping van de partijen en de deskundigen.

Dans les cinq jours, le greffier en avise les parties et leurs conseils par lettre missive, ainsi que l’expert et, le cas échéant, les parties qui ont fait défaut, par pli judiciaire.

De griffier geeft hiervan binnen vijf dagen bij gewone brief kennis aan de partijen en raadslieden en bij gerechtsbrief aan de deskundige en, in voorkomend geval, bij gerechtsbrief aan de partijen die verstek hebben laten gaan.

La comparution en chambre du conseil a lieu dans le mois qui suit la convocation. Le juge statue, par décision motivée, dans les huit jours.

De verschijning in raadkamer vindt plaats binnen een maand na de oproeping. De rechter doet binnen acht dagen uitspraak bij met redenen omklede beslissing.

Le greffier notifie cette décision conformément à l’alinéa 3. En cas de demande de remplacement, la décision est notifiée, selon le cas, à l’expert confirmé, ou à l’expert déchargé et au nouvel expert désigné par pli judiciaire. »

De kennisgeving van deze beslissing door de griffier gebeurt overeenkomstig het derde lid. In geval van een verzoek tot vervanging, gebeurt de kennisgeving naargelang van het geval aan de deskundige wiens taak is bevestigd of aan de deskundige die van zijn taak is ontheven en de nieuw aangestelde deskundige. »



« Art. 974. § 1er. Si le délai fixé pour le dépôt du rapport final est supérieur à six mois, l’expert adresse tous les six mois un rapport intermédiaire sur l’état d’avancement de ses travaux au juge, aux parties et aux conseils. Cet état d’avancement mentionne :

« Art. 974. § 1. Indien de termijn voor het indienen van het eindverslag op meer dan zes maanden is bepaald, bezorgt de deskundige om de zes maanden een tussentijds verslag over de stand van zaken aan de rechter, de partijen en de raadslieden. Deze stand van zaken vermeldt :

— les travaux déjà réalisés; — les travaux réalisés depuis le dernier rapport intermédiaire; — les travaux qui restent à réaliser.

— de reeds uitgevoerde werkzaamheden; — de werkzaamheden die uitgevoerd zijn sinds het laatste tussentijds verslag; — de nog uit te voeren werkzaamheden.

§ 2. Seul le juge peut prolonger le délai pour le dépôt du rapport final. A cet effet, l’expert peut s’adresser au juge en indiquant la raison pour laquelle le délai devrait être prolongé.

§ 2. Alleen de rechter mag de termijn voor de indiening van het eindverslag verlengen. De deskundige kan zich daartoe tot de rechter wenden met opgave van de reden waarom de termijn zou moeten worden verlengd.

Le juge refuse de prolonger le délai lorsqu’il estime qu’une prolongation n’est pas raisonnablement justifiée. II motive cette décision.

De rechter weigert de verlenging wanneer hij van oordeel is dat die niet redelijk verantwoord is. Hij motiveert deze beslissing.

§ 3. En cas de dépassement du délai prévu et en l’absence de demande de prolongation avenue dans les délais, le juge ordonne d’office la convocation, conformément à l’article 973, § 2. »

§ 3. Bij overschrijding van de vooropgestelde termijn en bij gebreke van tijdig ontvangen verzoek tot verlenging gelast de rechter ambtshalve de oproeping overeenkomstig artikel 973, § 2. »

Art. 13. L’article 975 du même Code est abrogé.

Art. 13. Artikel 975 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.


Art. 14. Artikel 976 van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :

« Art. 976. A la fin de ses travaux, l’expert envoie pour lecture au juge, aux parties et à leurs conseils, ses constatations, auxquelles il joint déjà un avis provisoire. Faute de réunion d’installation, l’expert fixe un délai raisonnable, compte tenu de la nature du litige, dans lequel les parties doivent formuler leurs observations.

« Art. 976. Na afloop van zijn werkzaamheden stuurt de deskundige ter lezing zijn bevindingen waarbij hij reeds een voorlopig advies voegt, aan de rechter, de partijen en hun raadslieden. Bij gebreke van een installatievergadering bepaalt de deskundige, rekening houdende met de aard van het geschil, een redelijke termijn waarbinnen de partijen hun opmerkingen moeten maken.

L’expert reç oit les observations des parties et de leurs conseillers techniques avant l’expiration de ce délai. L’expert ne tient aucun compte des observations qu’il reç oit tardivement. Ces observations peuvent être écartées d’office des débats par le juge. »

De deskundige ontvangt de opmerkingen van de partijen en van hun technische raadgevers voor het verstrijken van deze termijn. De deskundige houdt geen rekening met de opmerkingen die hij laattijdig ontvangt. De rechter kan deze ambtshalve uit de debatten weren. »



« Art. 977. § 1er. L’expert tente de concilier les parties.

« Art. 977. § 1. De deskundige poogt de partijen te verzoenen.

Si les parties se concilient, l’expert constate que son expertise est devenue sans objet. Les parties peuvent agir conformément à l’article 1043.

Als de partijen zich verzoenen, stelt de deskundige vast dat zijn onderzoek doelloos is geworden. De partijen kunnen handelen overeenkomstig artikel 1043.

§ 2. Le constat de conciliation, les pièces et notes des parties et un état de frais et honoraires détaillé de l’expert sont déposés au greffe.

§ 2. De vaststelling van verzoening, de stukken en nota’s van de partijen en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van de deskundige, worden ter griffie neergelegd.

Le jour du dépôt du constat de conciliation, l’expert envoie, par lettre recommandée à la poste, une copie du constat de conciliation et un état de frais et honoraires détaillé aux parties, et, par lettre missive, à leurs conseils. »

Op de dag van de neerlegging van de vaststelling van verzoening zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van de vaststelling van verzoening en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen, en bij gewone brief aan hun raadslieden. »



« Art. 978. § 1er. Le rapport final est daté et relate la présence des parties lors des travaux, leurs déclarations verbales et leurs réquisitions. II contient en outre le relevé des documents et des notes remis par les parties aux experts; il ne peut les reproduire que dans la mesure ou cela est nécessaire à la discussion.

« Art. 978. § 1. Het eindverslag wordt gedagtekend en vermeldt de tegenwoordigheid van de partijen bij de werkzaamheden, hun mondelinge verklaringen en hun vorderingen. Het bevat bovendien een opgave van de stukken en nota’s die de partijen aan de deskundigen hebben overhandigd; het mag de tekst ervan slechts overnemen in zoverre dat nodig is voor de bespreking.

Le rapport est, à peine de nullité, signé par l’expert.

Het verslag wordt op straffe van nietigheid door de deskundige ondertekend.


43901

La signature de l’expert est, à peine de nullité, précédée du serment ainsi conç u :

De handtekening van de deskundige wordt, op straffe van nietigheid, voorafgegaan door de volgende eed :

« Je jure avoir rempli ma mission en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »;

« Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb. »;

ou « Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb. »; ou

of « Je jure avoir rempli ma mission en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »; of

«Ich schwöre, dass ich den mir erteilten Auftrag auf Ehre und Gewissen, genau und erlich erfüllt habe.»

«Ich schwöre, dass ich den mir erteilten Auftrag auf Ehre und Gewissen, genau und erlich erfüllt habe.»

§ 2. La minute du rapport, les documents et notes des parties ainsi qu’un état de frais et honoraires détaillé de l’expert sont déposés au greffe.

§ 2. De minuut van het verslag, de stukken en nota’s van de partijen en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van de deskundige, worden ter griffie neergelegd.

Le jour du dépôt du rapport, l’expert envoie, par lettre recommandée à la poste, une copie du rapport et un état de frais et honoraires détaillé aux parties, et, par lettre missive, à leurs conseils. »

Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van het verslag en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen, en bij gewone brief aan hun raadslieden. »

Art. 17. L’article 979 du même Code, modifié par les lois des 27 mai 1974 et 3 août 1992, est remplacé comme suit :

Art. 17. Artikel 979 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 27 mei 1974 en 3 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :

« Art. 979. § 1er. Si une partie en fait la demande, le juge peut remplacer l’expert qui ne remplit pas correctement sa mission.

« Art. 979. § 1. Indien een partij hierom verzoekt, kan de rechter de deskundige die zijn opdracht niet naar behoren vervult, vervangen.

Si les parties en font conjointement la demande, le juge doit remplacer l’expert.

Indien de partijen hier gezamenlijk om verzoeken, moet de rechter de deskundige vervangen.

Si aucune des parties n’en fait la demande, le juge peut ordonner d’office la convocation visée à l’article 973, § 2.

Indien geen van de partijen hierom verzoekt, kan de rechter ambtshalve in artikel 973, § 2, bedoelde oproeping gelasten.

Le juge motive sa décision de remplacement et procède immédiatement à la désignation d’un nouvel expert.

De rechter motiveert de beslissing tot vervanging en gaat onmiddellijk over tot de aanstelling van een nieuwe deskundige.

§ 2. L’expert remplacé dispose d’un délai de quinze jours pour déposer au greffe les documents et notes des parties ainsi qu’un état de frais et honoraires détaillé.

§ 2. De vervangen deskundige legt binnen vijftien dagen ter griffie de stukken en nota’s van de partijen en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon neer.

Le jour du dépôt, l’expert envoie aux parties, par lettre recommandée à la poste, et aux conseils des parties, par simple lettre, une copie de l’état de frais et honoraires détaillé. »

Op de dag van de neerlegging zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van de gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen, en bij gewone brief aan hun raadslieden. »



« Art. 980. Lorsque l’expertise est ordonnée par défaut à l’égard d’une ou de plusieurs parties, celles-ci peuvent prendre part sans autres formalités à n’importe quel stade de l’expertise, soit en étant présentes ou en se faisant représenter, soit en communiquant des observations écrites.

« Art. 980. Wanneer het deskundigenonderzoek is bevolen bij verstek ten aanzien van een of meer partijen, kunnen deze zonder verdere formaliteiten deel hebben aan elke stand van het deskundigenonderzoek, hetzij door er bij aanwezig te zijn of zich te laten vertegenwoordigen, hetzij door schriftelijke opmerkingen te laten kennen.

En pareil cas, l’expertise et la procédure se poursuivent contradictoirement à l’égard de ces parties, lesquelles ne peuvent faire opposition aux décisions et actes antérieurs. »

In dat geval verlopen ten aanzien van die partijen het onderzoek en de verdere rechtspleging op tegenspraak en kunnen die partijen tegen de voorgaande beslissingen en handelingen geen verzet aantekenen. »



« Art. 981. L’expertise est inopposable à la partie appelée en intervention forcée après l’envoi de l’avis provisoire de l’expert, sauf si cette partie renonce au moyen de l’innoposabilité.

« Art. 981. Het deskundigenonderzoek kan niet tegengeworpen worden aan de partij die gedwongen tussenkomt nadat de deskundige zijn voorlopig advies heeft verstuurd, tenzij zij van het middel van de niet-tegenwerpbaarheid afziet.

Le tiers intervenant ne peut pas exiger que des travaux déjà réalisés soient recommencés en sa présence, à moins qu’il ne justifie de son intérêt à leur égard. ».

De derde die tussenkomst kan niet eisen dat reeds gedane werkzaamheden in zijn bijzijn worden overgedaan, tenzij hij aantoont daar belang bij te hebben. ».

Art. 20. L’article 982 du même Code, modifié par la loi du 26 juin 1992, est remplacé par la disposition suivante :

Art. 20. Artikel 982 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992, wordt vervangen als volgt :

« Art. 982. Le juge ne désigne qu’un seul expert à moins qu’il ne juge nécessaire d’en désigner plusieurs.

« Art. 982. De rechter stelt slechts één deskundige aan, tenzij het nodig acht om meerdere deskundigen aan te stellen.

Les experts dressent un seul rapport; ils forment un seul avis à la pluralité des voix, ils indiquent néanmoins, en cas d’avis différents, les motifs des divers avis. Le rapport est signé par tous les experts judiciaires.

De deskundigen maken één enkel verslag op, zij geven één enkel advies bij meerderheid van stemmen. Bij verschil van mening vermelden zij de onderscheiden meningen met de gronden ervan. Het verslag wordt door alle deskundigen ondertekend.

L’état des frais et honoraires détaillé est collectif s’il y a plusieurs experts judiciaires pour la même cause. Il indique clairement la quote-part de chacun. »

Voor verscheidene deskundigen in een zelfde zaak wordt een gedetailleeerde gezamenlijke staat vna de kosten en het ereloon opgemaakt, met een duidelijke opgave van ieders aandeel. »

Art. 21. L’article 983 du même Code, modifié par la loi du 21 avril 1982, est remplacé par la disposition suivante :

Art. 21. Artikel 983 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 april 1982, wordt vervangen als volgt :

« Art. 983. Le greffier envoie, par simple lettre, une copie du jugement définitif à l’expert. »

« Art. 983. De griffier stuurt bij gewone brief een afschrift van het eindvonnis naar de deskundige. »

43902


Art. 22. Il est inséré dans la même seciton du même Code une sous-section 4 contenant les articles 984 à 986, dont l’intitulé est rédigé comme suit : « Sous-section 4. De l’intervention limitée des experts. »

Art. 22. In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 4 ingevoegd die de artikelen 984 tot 986 omvat, waarvan het opschrift luidt als volgt : « Onderafdeling 4. Beperkte tussenkomst van de deskundigen. »



« Art. 984. Si le juge ne trouve pas dans le rapport les éclaircissements suffisants, il peut ordonner soit la réalisation d’une expertise complémentaire par le même expert, soit la réalisation d’une nouvelle expertise par un autre expert.

« Art. 984. Indien de rechter in het verslag niet voldoende opheldering vindt, kan hij een aanvullend onderzoek door dezelfde deskundige ofwel een nieuw onderzoek door een andere deskundige bevelen.

Le nouvel expert peut demander à l’expert précédemment nommé les renseignements qu’il jugera utiles. »

De nieuwe deskundige mag aan de vroeger benoemde deskundige de inlichtingen vragen die hij dienstig acht. »

Art. 24. L’article 985 du même Code, modifié par la loi du 27 mai 1974, est remplacé par la disposition suivante :

Art. 24. Artikel 985 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 27 mei 1974, wordt vervangen als volgt :

« Art. 985. Le juge peut entendre l’expert à l’audience. Celui-ci peut s’aider de documents lors de l’audition.

« Art. 985. De rechter kan de deskundige ter zitting horen. De deskundige mag zich bij het verhoor van stukken bedienen.

L’expert prête, avant d’être entendu, le serment dans les termes suivants :

Alvorens hij wordt gehoord, legt de deskundige mondeling de eed af in de volgende bewoordingen :

« Je jure de faire mon rapport en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »;

« Ik zweer dat ik in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk verslag zal doen. »;

ou « Ik zweer dat ik in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk verslag zal doen. »; ou

of « Je jure de faire mon rapport en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »; of

«Ich schwöre mein Gutachten ouf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich abzugeben.»

«Ich schwöre mein Gutachten auf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich abzugeben.»

Les déclarations de l’expert sont actées dans un procès-verbal signé par le juge, par le greffier et par lui même après lecture et observations s’il y a lieu.

De verklaringen van de deskundige worden vermeld in een procesverbaal dat de rechter, de griffier en hijzelf ondertekenen na lezing en eventuele opmerkingen.

A la demande des parties, le juge peut entendre leurs conseillers techniques.

Op verzoek van de partijen kan de rechter hun technische raadgevers horen.

Le juge taxe immédiatement les frais et honoraires de l’expert au bas du procès-verbal et il en est délivré exécutoire contre la partie ou les parties qu’il désigne et dans la proportion qu’il détermine. Dans la décision finale, ces montants seront taxés comme frais de justice. »

Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot. »


Art. 25. Artikel 986 van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :

« Art. 986. Le juge peut désigner un expert afin qu’il soit présent lors d’une mesure d’instruction qu’il a ordonnée pour fournir des explications techniques ou pour faire rapport oralement à l’audience fixée à cet effet. Le juge peut également enjoindre à cet expert de produire pendant l’audition des documents utiles pour la solution du litige.

« Art. 986. De rechter kan een deskundige aanwijzen die aanwezig moet zijn bij een onderzoeksmaatregel die hij heeft bevolen om technische toelichting te verstrekken of om mondeling verslag te doen op de daartoe vastgestelde zitting. De rechter kan die deskundige ook gelasten tijdens zijn verhoor stukken over te leggen die dienstig zijn voor de oplossing van het geschil.

L’expert peut s’aider de documents. L’expert prête verbalement serment dans les termes suivants : « Je jure de donner toutes les explications qui me seront demandées, en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »; ou : « Ik zweer dat ik alle gevraagde toelichting in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk zal verstrekken. »; ou : «Ich schwöre, alle geforderten Erläuterungen auf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich zu geben.» II est dressé procès-verbal des déclarations de l’expert.

De deskundige mag zich van stukken bedienen. De deskundige legt mondeling de eed af in de volgende bewoordingen : « Ik zweer dat ik alle gevraagde toelichting in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk zal verstrekken. »; of : « Je jure de donner toutes les explications qui me seront demandées, en honneur et conscience, avec exactitude et probité. »; of : «Ich schwöre, alle geforderten Erläuterungen auf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich zu geben.» Van de verklaring van de deskundige wordt procesverbaal opgemaakt.

Le juge taxe immédiatement les frais et honoraires de l’expert au bas du procès-verbal et il en est délivré exécutoire contre la partie ou les parties qu’il désigne et dans la proportion qu’il détermine. Dans la décision finale, ces montants seront taxés comme frais de justice. ».

Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot. ».

Art. 26. II est inséré dans la même section du même Code une sous-section 5 comprenant les articles 987 à 991bis, dont l’intitulé est rédigé comme suit :

Art. 26. In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 5 ingevoegd die de artikelen 987 tot 991bis omvat, waarvan het opschrift luidt als volgt :

« Sous-section 5. Des frais et honoraires des experts. »

« Onderafdeling 5. Kosten en erelonen van deskundigen. »


43903

Art. 27. L’article 987 du même Code, modifié par la loi du 27 mai 1984, est remplacé par la disposition suivante :

Art. 27. Artikel 987 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 27 mei 1984, wordt vervangen als volgt :

« Art. 987. Le juge peut fixer la provision que chaque partie est tenue de consigner au greffe ou auprès de l’établissement de crédit dont les parties ont convenu, ainsi que le délai dans lequel elle doit satisfaire à cette obligation. Le juge ne peut imposer cette obligation à la partie qui, conformément à l’article 1017, ne peut être condamnée aux dépens.

« Art. 987. De rechter kan het voorschot bepalen dat elke partij moet consigneren ter griffie of bij de kredietinstelling die de partijen gezamenlijk hebben gekozen, en de termijn waarbinnen zij aan deze verplichting moet voldoen. De rechter kan deze verplichting niet opleggen aan de partij die overeenkomstig artikel 1017 niet in de kosten kan worden verwezen.

Le juge peut déterminer la partie raisonnable de la provision à libérer en vue de couvrir les frais de l’expert.

De rechter kan het redelijk deel van het voorschot bepalen dat wordt vrijgegeven teneinde de kosten van de deskundige te dekken.

Dès que la provision est consignée, le greffe ou l’établissement de crédit en informe l’expert par lettre missive.

Zodra het voorschot in consignatie werd gegeven, brengt de griffie of de kredietinstelling de deskundige hiervan op de hoogte bij gewone brief.

Le cas échéant, le greffe verse la partie libérée à l’expert. »

In voorkomend geval stort de griffie het vrijgegeven deel door naar de deskundige. »



« Art. 988. Si l’expert considère que la provision ou que la partie libérée de celle-ci ne suffit pas, il peut demander au juge de consigner une provision supplémentaire ou d’en libérer une plus grande partie.

« Art. 988. Indien de deskundige meent dat het voorschot of het vrijgegeven deel daarvan niet volstaat, kan hij de rechter om de consignatie van een bijkomend voorschot of verdere vrijgave verzoeken.

Une autre libération est également possible pour couvrir une partie raisonnable des honoraires afférents aux travaux déjà exécutés.

Verdere vrijgave is ook mogelijk om een redelijk deel van het ereloon voor reeds uitgevoerde werkzaamheden te dekken.

Le juge refuse la consignation supplémentaire ou la libération d’une plus grande partie de la provision s’il estime qu’elle n’est pas raisonnablement justifiée. II motive cette décision. »

De rechter weigert de bijkomende consignatie of verdere vrijgave van het voorschot wanneer hij van oordeel is dat die niet redelijk verantwoord is. Deze beslissing wordt met redenen omkleedt. »



« Art. 989. Si une partie ne procède pas à la consignation dans le délai imparti, le juge peut en tirer les conclusions qu’il juge appropriées. »

« Art. 989 Indien een partij niet binnen de termijn consigneert, kan de rechter daaruit de conclusies trekken die hij geraden acht. »

Art. 30. L’article 990 du même Code, modifié par la loi du 24 juin 1970, est remplacé par la disposition suivante :

Art. 30. Artikel 990 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 24 juni 1970, wordt vervangen als volgt :

« Art. 990. L’état de frais et honoraires détaillé de l’expertise mentionne séparément :

« Art. 990. De gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van het deskundigenonderzoek vermeldt afzonderlijk :

— le tarif horaire;

— het uurloon;

— les frais de déplacement;

— de verplaatsingskosten;

— les frais de séjour;

de verblijfkosten;

— les frais généraux;

— de algemene kosten;

— les montants payés à des tiers;

— de bedragen die aan derden zijn betaald;

— l’imputation des montants libérés.

de verrekening van vrijgegeven bedragen.

Si l’expert ne dépose pas son état de frais et honoraires, les parties peuvent demander au juge de procéder à la taxation. »

Indien de deskundige nalaat zijn staat van kosten en ereloon in te dienen, kunnen de partijen de rechter verzoeken deze te begroten. »



« Art. 991. § 1er. Si, dans les quinze jours du dépôt de l’état détaillé au greffe, les parties ont informé, par écrit, le juge qu’elles sont d’accord sur le montant des honoraires et des frais réclamés par les experts, ceux-ci sont taxés par le juge au bas de la minute de l’état et il en est délivré exécutoire conformément à l’accord intervenu entre les parties ou contre la ou les parties, ainsi qu’il est prévu pour la consignation de la provision.

« Art. 991. § 1. Indien de partijen binnen vijftien dagen na de neerlegging ter griffie van de gedetailleerde staat schriftelijk aan de rechter hebben medegedeeld dat zij het eens zijn met het bedrag van het ereloon en de kosten die door de deskundigen worden aangerekend, worden deze door de rechter begroot onderaan op de minuut van de staat en wordt daarvan een bevel tot tenuitvoerlegging gegeven, overeenkomstig het akkoord dat de partijen gesloten hebben of tegen de partij of partijen, zoals bepaald voor de consignatie van het voorschot.

§ 2. Si, dans le délai visé au § 1er, les parties n’ont pas donné leur accord, l’expert ou les parties peuvent, conformément à l’article 973, § 2, saisir le juge afin qu’il procède à la taxation de frais et honoraires.

§ 2. Indien de partijen niet binnen de in § 1 bedoelde termijn hun instemming hebben betuigd, kunnen de deskundige of de partijen overeenkomstig artikel 973, § 2, beroep doen op de rechter teneinde de kosten en het ereloon te laten begroten.

Le juge fixe le montant des frais et honoraires sans préjudice des dommages et intérêts éventuels.

De rechter stelt het bedrag vast van de kosten en het ereloon onverminderd eventuele schadevergoeding en intresten.

II tient surtout compte de la rigueur avec laquelle le travail a été exécuté, du respect des délais impartis et de la qualité du travail fourni.

Hij houdt hoofdzakelijk rekening met de zorgvuldigheid waarmee het werk werd uitgevoerd, de nakoming van de vooropgestelde termijnen en de kwaliteit van het geleverde werk.

Le juge déclare le jugement exécutoire contre la ou les parties, ainsi qu’il est prévu pour la consignation de la provision.

De rechter verklaart het vonnis uitvoerbaar tegen de partij of partijen zoals bepaald voor de consignatie van het voorschot.

§ 3. Dans la décision finale, ces montants seront taxés comme frais de justice. »

§ 3. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot. »

43904


Art. 32. Un article 991bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même Code :

Art. 32. In hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 991 bis ingevoegd, luidende als volgt :

« Art. 991bis. Après la taxation définitive, la provision est retirée par les experts à concurrence de la somme qui leur est due. Le reliquat éventuel est remboursé d’office aux parties par le greffier au prorata des montants qu’elles étaient tenues de consigner et qu’elles ont effectivement consigné.

« Art. 991bis. Na definitieve begroting nemen de deskundigen het voorschot op ten belope van de hun verschuldigde som. Het eventuele saldo wordt door de griffier ambtshalve aan de partijen terugbetaald in verhouding tot de bedragen die zij in consignatie moesten geven en die zij ook werkelijk hebben geconsigneerd.

Les experts peuvent seulement recevoir un paiement direct après que leur état de frais et honoraires a été définitivement taxé et pour autant que la provision consignée soit insuffisante. »

De deskundigen mogen slechts een rechtstreekse betaling in ontvangst nemen nadat hun staat van kosten en ereloon definitief is begroot en voor zover het geconsigneerde voorschot ontoereikend is. »

CHAPITRE III. — Modification du Code pénal

HOOFDSTUK III. — Wijziging van het Strafwetboek

Art. 33. L’article 509quater du Code pénal inséré par la loi du 9 mars 1989 et abrogé par la loi du 4 décembre 1990, est rétabli dans la rédaction suivante :

Art. 33. Artikel 509quater van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 9 maart 1989 en opgeheven bij de wet van 4 december 1990, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Art. 509quater. Sera puni d’un emprisonnement de huit jours à trois mois et d’une amende de deux cents euros à quinze cents euros, ou d’une de ces peines seulement, l’expert qui, sachant qu’un paiement direct n’est pas autorisé, l’accepte malgré tout d’une partie à la cause. »

« Art. 509quater. Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van tweehonderd euro tot vijftienhonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft de deskundige die, wetende dat een rechtstreekse betaling niet toegelaten is, deze toch aanvaardt van een partij in het geding. »

CHAPITRE IV. — Dispositions transitoires

HOOFDSTUK IV. — Overgangsbepalingen

Art. 34. La présente loi s’applique aux expertises ordonnées après l’entrée en vigueur de la présente loi.

Art. 34. Deze wet is van toepassing op deskundigenonderzoeken die bevolen worden na de inwerkingtreding van deze wet.

Les dispositions suivantes s’appliquent cependant déjà aux expertises en cours au moment de l’entrée en vigueur de la présente loi :

Volgende bepalingen zijn evenwel reeds van toepassing op deskundigenonderzoeken die aanhangig zijn bij de inwerkingtreding van deze wet :

— le nouvel article 875bis;

— het nieuwe artikel 875bis; er

er

— le nouvel article 972bis, § 1 , alinéa 1 ;

— het nieuwe artikel 972bis, § 1, eerste lid;

— le nouvel article 973, § 1er;

— het nieuwe artikel 973, § 1;

— le nouvel article 974, § 1er;

— het nieuwe artikel 974, § 1;

— le nouvel article 991, § 2, alinéas 2 et 3.

— het nieuwe artikel 991, § 2, tweede en derde lid.

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge. Donné à Bruxelles, le 15 mai 2007.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 15 mei 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Scellé du sceau de l’Etat :

Met ’s Lands zegel gezegeld :



Note

Nota

(1) Session 2005-2006. Chambre des représentants : Documents parlementaires : 51-2540 : N° 1 : Proposition de loi. N° 2 : Amendements. N° 3 : Avis du Conseil d’Etat. Nos 4 à 6 : Amendements. N° 7 : Rapport. N° 8 : Texte adopté par la commission. N° 9 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. Compte rendu intégral : 12 avril 2007. Sénat : Documents parlementaires : 3-2390 : N° 1 : Projet non évoqué par le Sénat.

(1) Zitting 2005-2006. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken : 51-2540 : Nr. 1 : Wetsvoorstel. Nr. 2 : Amendementen. Nr. 3 : Advies van de Raad van State. Nrs. 4 tot 6 : Amendementen. Nr. 7 : Verslag. Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de senaat. Integraal verslag : 12 april 2007. Senaat : Parlementaire stukken : 3-2390 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

43905

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

F. 2007 — 3559

[C − 2007/14267] 2 AOUT 2007. — Arrêté royal portant émission de nouvelles valeurs postales

N. 2007 — 3559 [C − 2007/14267] 2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende uitgifte van nieuwe postwaarden

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 mars 1991, portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, notamment l’article 143;

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 maart 1991, betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 143; Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 2005, houdende goedkeuring van het vierde beheerscontract van De Post; Gelet op het voorstel van de beheersorganen van De Post; Op de voordracht van Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,

Vu l’arrêté royal du 13 décembre 2005, portant approbation du quatrième contrat de gestion de La Poste; Vu la proposition des organes de gestion de La Poste; Sur la proposition de Notre Secrétaire d’Etat aux Entreprises publiques, Nous avons arrêté et arrêtons :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

er

Article 1 . Il est émis un timbre-poste spécial ayant comme thème « La Reine Paola 70 ».

Artikel 1. Er wordt een speciale postzegel uitgegeven met als thema « Koningin Paola 70 ».

Art. 2. La valeur d’affranchissement du timbre énuméré à l’article 1er correspondra au tarif d’un envoi non normalisé jusqu’à 100 gr en service intérieur.

Art. 2. De frankeerwaarde van de in artikel 1 opgesomde zegel zal het tarief voor een niet-genormaliseerde zending tot 100 gr voor het binnenland bedragen.

Art. 3. Notre Secrétaire d’Etat aux Entreprises publiques est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.

Donné à Bruxelles, le 2 août 2007.

Gegeven te Brussel, 2 augustus 2007.

ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Secrétaire d’Etat aux Entreprises publiques, B. TUYBENS

De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 3560

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C − 2007/23158]

2 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 23 mars 1982 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires ou de l’intervention de l’assurance soins de santé dans les honoraires pour certaines prestations

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

N. 2007 — 3560

[C − 2007/23158]

2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 37, § 1er, modifié par les lois des 24 décembre 1999, 22 août 2002 et 27 décembre 2006 et par l’arrêté royal du 16 avril 1997;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999, 22 augustus 2002 en 27 december 2006 en bij het koninklijk besluit van 16 april 1997;

Vu l’arrêté royal du 23 mars 1982 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires ou de l’intervention de l’assurance soins de santé dans les honoraires pour certaines prestations, notamment l’article 7 tel qu’il a été modifié à ce jour et l’article 7novies, inséré par l’arrêté royal du 4 juin 2003 et modifié par l’arrêté royal du 22 décembre 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, inzonderheid op artikel 7, zoals dit tot op heden is gewijzigd, en op artikel 7novies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003;

Vu l’avis de la Commission de contrôle budgétaire du 8 février 2007;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 8 februari 2007;

Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé donné le 12 février 2007;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging gegeven op 12 februari 2007;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 17 avril 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 april 2007;

43906


Vu l’accord de Notre Ministre du Budget donné le 22 mai 2007; Vu l’avis 43.280/1 du Conseil d’Etat, donné le 26 juin 2007 en application de l’article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons :

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 22 mei 2007; Gelet op het advies 43.280/1 van de Raad van State, gegeven op 26 juni 2007 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

er

Article 1 . A l’article 7 de l’arrêté royal du 23 mars 1982 portant fixation de l’intervention personnelle des bénéficiaires ou de l’intervention de l’assurance soins de santé dans les honoraires pour certaines prestations, tel que modifié à ce jour, sont apportées les modifications suivantes :

Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, zoals dit tot op heden is gewijzigd, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° A l’alinéa 1er, deuxième phrase, la prestation 560313 est ajoutée entre le mot « prestations » et la prestation « 563312 »;

1° In het eerste lid, tweede zin, wordt de verstrekking 560313 ingevoegd tussen het woord « verstrekkingen » en de verstrekking « 563312 »;

2° A l’alinéa 1er, troisième phrase, la prestation 560313 est supprimée;

2° In het eerste lid, derde zin, wordt de verstrekking 560313 geschrapt;

3° A l’alinéa 3, deuxième phrase, la prestation 560313 est ajoutée entre le mot « prestations » et la prestation « 563312 »;

3° In het derde lid, tweede zin, wordt de verstrekking 560313 ingevoegd tussen het woord « verstrekkingen » en de verstrekking « 563312 »;

4° A l’alinéa 3, troisième phrase, la prestation 560313 est supprimée;

4° In het derde lid, derde zin, wordt de verstrekking 560313 geschrapt;

5° A l’alinéa 11, deuxième phrase, les prestations 560011, 560114, 560210 sont ajoutées entre le mot « prestations » et la prestation « 563010 »;

5° In het elfde lid, tweede zin, worden de verstrekkingen 560011, 560114, 560210 ingevoegd tussen het woord « verstrekkingen » en de verstrekking « 563010 »;

6° A l’alinéa 11 la phrase « Pour les prestations 560011, 560114 et 560210, les taux des interventions personnelles susvisées sont portés respectivement à 32,9 p.c., 16,5 p.c., 20,5 p.c. et 8,1 p.c. » est abrogée.

6° In het elfde lid wordt de zin « Voor de verstrekkingen 560011, 560114 en 560210 worden de bedoelde hoegrootheden van de persoonlijke aandelen respectievelijk gebracht op 32,9 pct., 16,5 pct., 20,5 pct. en 8,1 pct. » opgeheven.

Art. 2. Dans l’article 7novies du même arrêté, inséré par l’arrêté royal du 4 juin 2003 et modifié par l’arrêté royal du 22 décembre 2003, les mots « aux rubriques I et II, de l’article 7, § 1er, 2°, 5° et 6° » sont remplacés par les mots « à l’article 7, 1er, ».

Art. 2. In artikel 7novies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003, worden de woorden : « in de rubrieken I en II van artikel 7, § 1, 2°, 5° en 6 » vervangen door de woorden «in artikel 7, § 1, ».

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur Belge.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé des Affaires européennes, D. DONFUT

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met de Europese Zaken, D. DONFUT

* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2007 — 3561

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C − 2007/22972]

3 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’annexe de l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 35, § 1er, modifié par les lois des 20 décembre 1995, 22 février 1998, 24 décembre 1999, 10 août 2001, 22 août 2002, 5 août 2003, 22 décembre 2003, 9 juillet 2004, 27 avril 2005 et 27 décembre 2005 et § 2, modifié par les lois des 20 décembre 1995 et 10 août 2001, et par l’arrêté royal du 25 avril 1997;

N. 2007 — 3561

[C − 2007/22972]

3 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, § 1, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 24 december 1999, 10 augustus 2001, 22 augustus 2002, 5 augustus 2003, 22 december 2003, 9 juli 2004, 27 april 2005 en 27 december 2005 en § 2, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995 en 10 augustus 2001, en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;

43907

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’annexe à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, notamment l’article 8; Vu la proposition de la Commission de convention praticiens de l’art infirmier-organismes assureurs, donné le 15 mars 2007; Vu l’avis du Service d’évaluation et de contrôle médicaux donné le 15 mars 2007; Vu l’avis de la Commission de contrôle budgétaire, donné le 28 mars 2007; Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, donné le 16 avril 2007; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 2 mai 2007; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 13 juillet 2007; Vu l’avis n° 43.014/1 du Conseil d’Etat, donné le 24 mai 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Nous avons arrêté et arrêtons :

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op het artikel 8; Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen, gegeven op 15 maart 2007; Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, gegeven op 15 maart 2007; Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 28 maart 2007; Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 april 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 2007; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 juli 2007; Gelet op het advies nr. 43.014/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er. A l’article 8 de l’annexe à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, tel qu’il a été modifié jusqu’à ce jour, sont apportées les modifications suivantes :

Artikel 1. In artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals tot op heden gewijzigd, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° A la rubrique I, B, du § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, le libellé des prestations 423054, 423253, 423356 et 423430 est remplacé par le libellé « Administration de médicaments, y compris le remplacement de l’héparjet, par voie intraveineuse directe ou via un cathéter intraveineux préalablement installé »;

1° In rubriek I, B, van § 1, 1°, 2°, 3° en 4° wordt de omschrijving van de verstrekkingen 423054, 423253, 423356 en 423430 vervangen door de omschrijving « Toedienen van geneesmiddelen, waaronder de vervanging van het heparineslot, via een directe intraveneuze toedieningsweg of via een eerder geplaatste intraveneuze katheter »;

2° A la rubrique I, B, du § 1er, 1°, 3° en 4° :

2° In rubriek I, B, van § 1, 1°, 3° en 4° wordt :

a) le coefficient « 0,484 » des prestations 423054, 423356 et 423452 est remplacé par le coefficient « 0,532 »;

a) het coëfficiëntgetal « 0,484 » van de verstrekkingen 423054, 423356 en 423452 vervangen door het coëfficiëntgetal « 0,532 »;

b) le coefficient « 0,484 » des prestations 423091, 423393 et 423474 est remplacé par le coefficient « 0,508 »;

b) het coëfficiëntgetal « 0,484 » van de verstrekkingen 423091, 423393 en 423474 vervangen door het coëfficiëntgetal « 0,508 »;

c) le coefficient « 1,459 » des prestations 424351, 424653 et 424815 est remplacé par le coefficient « 1,599 »;

c) het coëfficiëntgetal « 1,459 » van de verstrekkingen 424351, 424653 en 424815 vervangen door het coëfficiëntgetal « 1,599 »;

3° A la rubrique I, B, du § 1er, 2° :

3° In rubriek I, B, van § 1, 2° wordt :

a) le coefficient « 0,730 » de la prestation 423253 est remplacé par le coefficient « 0,803 »;

a) het coëfficiëntgetal « 0,730 » van de verstrekking 423253 vervangen door het coëfficiëntgetal « 0,803 »;

b) le coefficient « 0,730 » de la prestation 423290 est remplacé par le coefficient « 0,766 »;

b) het coëfficiëntgetal « 0,730 » van de verstrekking 423290 vervangen door het coëfficiëntgetal « 0,766 »;

c) le coefficient « 2,189 » de la prestation 424513 est remplacé par le coefficient « 2,329 »;

c) het coëfficiëntgetal « 2,189 » van de verstrekking 424513 vervangen door het coëfficiëntgetal « 2,329 »;

4° Le § 1er, 1°, I, B, est complété par la prestation suivante :

4° § 1, 1°, I, B, wordt aangevuld met de volgende verstrekking :

« 425736

« 425736

Préparation et administration de médicaments pour patients psychiatriques chroniques

W 0,180 »

5° le § 1er, 2°, I, B, est complété par la prestation suivante : « 425751

Préparation et administration de médicaments pour patients psychiatriques chroniques;

W 0,269 »

6° A la rubrique III du § 1er, 1°, 2° et 3° : a) le libellé des prestations 425375, 425773 et 426171 est remplacé par le libellé « Honoraires forfaitaires par journée de soins comprenant un ou plusieurs des actes techniques spécifiques suivants : — mise en place et/ou surveillance des perfusions (intraveineuses ou sous-cutanées);

Voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten

W 0,180 »

5° § 1, 2°, I, B, wordt aangevuld met de volgende verstrekking : « 425751

Voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten;

W 0,269 »

6° In rubriek III van § 1, 1°, 2° en 3°, wordt : a) de omschrijving van de verstrekkingen 425375, 425773 en 426171 vervangen door de omschrijving « Forfaitair honorarium per verzorgingsdag voor patiënten die verzorging met één of meerdere van de volgende specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen vereisen : — plaatsen van en/of toezicht op (intraveneuze of subcutane) perfusie;

— administration et/ou surveillance de l’alimentation parentérale;

— toediening van en/of toezicht op parenterale voeding;

— administration d’une dose d’entretien médicamenteuse via un cathéter épidural ou intrathécal pour analgésie de longue durée »;

— toediening medicatie voor chronische analgesie via epidurale of intrathecale catheter »;

43908


b) le libellé des prestations 423113, 423312 et 423415 est remplacé par le libellé « Mise en place d’un cathéter à demeure ou d’un matériel spécifique permettant l’administration d’une solution médicamenteuse dans une chambre implantable »; 7° Le § 2, deuxième alinéa est remplacé par la disposition suivante : « Cette prescription doit mentionner la nature des prestations, leur nombre et leur fréquence. Elle ne peut être limitée à la seule mention du numéro de nomenclature, mais doit contenir les données nécessaires pour identifier les soins portés en compte. Pour les prestations 425736 et 425751, la prescription doit mentionner, au lieu du nombre de prestations, la période sur laquelle elle porte; cette période est de maximum un an; la prescription est renouvelable. »; 8° Le § 5, 3°, a), est complété par les mots « à l’exception des honoraires forfaitaires PP »; 9° Dans le § 5, 3°, c), après la ligne avec les numéros 425213, 425611 et 426016 il est inséré la ligne suivante : 425736 ou 425751

428013

b) de omschrijving van de verstrekkingen 423113, 423312 en 423415 vervangen door de omschrijving « Plaatsing van een verblijfskatheter of van specifiek materiaal dat de toediening van een geneeskundige oplossing in een inplanteerbare kamer toelaat »; 7° § 2, tweede lid wordt vervangen als volgt : « Dat voorschrift vermeldt de aard, het aantal en de frequentie van de te verlenen verstrekkingen. Het moet de nodige gegevens bevatten om de aangerekende verzorging te kunnen identificeren, en mag zich derhalve niet beperken tot een loutere vermelding van het betrokken nomenclatuurnummer. Voor de verstrekkingen 425736 en 425751 moet het voorschrift in plaats van het aantal verstrekkingen de periode vermelden waarop het betrekking heeft; deze periode mag maximum één jaar beslaan; het voorschrift is hernieuwbaar. » 8° § 5, 3°, a), wordt aangevuld met de woorden « behalve voor de forfaitaire honoraria PP »; 9° In § 5, 3°, c), wordt na de rij met de nummers 425213, 425611 en 426016 de volgende rij ingevoegd : 425736 of 425751

428013

10° Il est inséré un § 8bis, rédigé comme suit : « § 8bis. Précisions concernant les prestations dispensées aux patients psychiatriques chroniques (425736 et 425751). visés sous la rubrique I, B, du § 1er, 1° et 2° : Pour l’application du présent article, on entend par ″patients psychiatriques chroniques″, des bénéficiaires souffrant de schizophrénie (DSM IV code 295.xx) ou d’un trouble de l’humeur bipolaire (DSM IV code 296.xx). Le médecin prescripteur doit conserver dans le dossier médical les éléments qui démontrent que le patient répond à cette définition. Les prestations 425736 et 425751 ne sont remboursées qu’une seule fois par jour et ne peuvent être cumulées au cours d’une même séance avec aucune autre prestation du présent article, sauf une prestation de base. »; 11° Le § 9, deuxième alinéa est supprimé; 12° Au § 9, septième alinéa, les mots « (l’enlèvement de l’héparine administrée auparavant, le rinç age au NaCl, et la pose d’un nouvel héparjet) » sont supprimés; 13° Au § 9, le huitième alinéa est remplacé par la disposition suivante : « Les prestations techniques spécifiques visées à la rubrique III du § 1er, 1°, 2° et 3° peuvent être cumulées avec toutes les prestations du § 1er au cours de la même journée; elles ne peuvent cependant pas être cumulées au cours de la même séance avec les prestations 424255, 424410, 424550, 424712, 424270, 424432, 424572, 424734, 424292, 424454, 424594, 424756, 424314, 424476, 424616, 424771, 425736 et 425751. »

10° Er wordt een § 8bis ingevoegd, luidende : « § 8bis. Nadere bepalingen inzake de verstrekkingen verleend aan chronische psychiatrische patiënten (425736 en 425751) bedoeld in rubriek I, B, van § 1, 1° en 2° : Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder « chronische psychiatrische patiënten », rechthebbenden die lijden aan schizofrenie (DSM IV code 295.xx) of een bipolaire stemmingsstoornis (DSM IV code 296.xx). De voorschrijvende geneesheer moet in het medisch dossier de elementen bewaren die aantonen dat de patiënt aan deze definitie beantwoordt. De verstrekkingen 425736 en 425751 worden slechts eenmaal per dag terugbetaald, en mogen tijdens dezelfde zitting niet gecumuleerd worden met enige andere verstrekking van dit artikel, behoudens een basisverstrekking.»; 11° § 9, tweede lid wordt geschrapt; 12° In § 9, zevende lid worden de woorden « (het verwijderen van eerder ingebrachte heparine, het spoelen met NaCl, en het inbrengen van een nieuw heparineslot) » geschrapt; 13° § 9, achtste lid wordt vervangen als volgt :

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3. Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

« De specifiek technische verstrekkingen bedoeld in rubriek III van § 1, 1°, 2° en 3° mogen gecumuleerd worden met alle verstrekkingen van § 1 op dezelfde dag; ze mogen evenwel tijdens een zelfde zitting niet gecumuleerd worden met de verstrekkingen 424255, 424410, 424550, 424712, 424270, 424432, 424572, 424734, 424292, 424454, 424594, 424756, 424314, 424476, 424616, 424771, 425736 en 425751. »



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, D. DONFUT

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, D. DONFUT

* SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE F. 2007 — 3562

[C − 2007/23253]

2 AOUT 2007. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l’arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, notamment l’article 37, § 3, alinéa 2, rétabli par la loi du 6 février 1976 et remplacé par la loi du 27 décembre 2006;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N. 2007 — 3562

[C − 2007/23253]

2 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 37, § 3, tweede lid, opnieuw opgenomen bij de wet van 6 februari 1976 en vervangen bij de wet van 27 december 2006;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, notamment l’article 199;

43909

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 199;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 25 avril 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2007;

Vu l’accord de notre Ministre du Budget, donné le 27 avril 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2007;

Vu l’avis n° 43.118/1 du Conseil d’Etat, donné le 7 juin 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1° des lois coordonnées sur de Conseil d’Etat;

Gelet op het advies nr. 43.118/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Sur la proposition de Notre Ministre des Classes moyennes et de Notre Ministre des Pensions,

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er. L’article 199 de l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants est remplacé par la disposition suivante :

Artikel 1. Artikel 199 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen wordt vervangen als volgt :

« Art. 199. En application de l’article 37, § 3, alinéa 2, de l’arrêté royal n° 72, l’organisme assureur est tenu de verser, pour le 31 décembre 2007 au plus tard, à l’Institut national la réserve d’inventaire pour la rente.

« Art. 199. Met toepassing van artikel 37, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 72 is de verzekeringsinstelling verplicht om aan het Rijksinstituut vóór 31 december 2007 ten laatste de inventarisreserve voor de rente te storten.

Le montant total à transférer par l’organisme assureur correspond à la valeur de toutes les polices que l’organisme gère au 1er janvier 2007 à 0.00 heure et qui font ou devraient faire l’objet d’un paiement de rente direct ou indirect via l’Institut national.

Het totale bedrag dat de verzekeringsinstelling moet storten, stemt overeen met de waarde van alle polissen die zij op 1 januari 2007 om 0.00 uur in beheer heeft en die het voorwerp uitmaken of dienen uit te maken van een rechtstreekse of onrechtstreekse rente-uitkering via het Rijksinstituut.

L’organisme assureur calcule la réserve d’inventaire pour la rente conformément au calcul des provisions techniques du compte annuel de l’année comptable écoulée 2006 et communique au plus tard le 1er septembre 2007, la valeur de la réserve d’inventaire à l’Institut national et à la Direction générale Indépendants du Service public fédéral Sécurité sociale.

De verzekeringsinstelling berekent de inventarisreserve voor de rente overeenkomstig de berekening van de technische voorzieningen bij de jaarrekening van het afgelopen boekjaar 2006 en deelt ten laatste op 1 september 2007 de waarde van de inventarisreserve mee aan het Rijksinstituut en aan de Directie-generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Lorsque l’organisme assureur omet de communiquer la valeur de la réserve d’inventaire, conformément à la procédure prévue à l’alinéa précédent, alors il est tenu de verser à l’Institut national le montant fixé par la Direction générale Indépendants du Service public fédéral Sécurité sociale, calculé sur base des tables de mortalité et des taux d’intérêt de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’activité d’assurance sur la vie et sur base d’un supplément d’inventaire de 4 % sur la rente.

Wanneer de verzekeringsinstelling nalaat om de waarde van de inventarisreserve mee te delen overeenkomstig de in het vorige lid voorziene procedure, dan is zij ertoe gehouden aan het Rijksinstituut het bedrag te storten dat de Directie-generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid vaststelt op basis van de sterftetafels en de rentevoeten van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit en op basis van een inventaristoeslag op de rente van 4 %.

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Notre Ministre des Classes moyennes et Notre Ministre des Pensions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.

Art. 3. Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.



ALBERT

ALBERT

Par le Roi :

Van Koningswege :

La Ministre des Classes moyennes, Mme S. LARUELLLE Le Ministre des Pensions, B. TOBBACK

De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLLE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK

43910


GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2007 — 3563 [C − 2007/36440] 13 JULI 2007. — Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008 (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008, wordt bekrachtigd. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 13 juli 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE Nota’s (1) Zitting 2006-2007 : Stukken. — Ontwerp van decreet 1251 - Nr. 1. — Verslag 1251 – Nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1251 – Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming : vergadering van 10 juli 2007.

TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2007 — 3563 [C − 2007/36440] 13 JUILLET 2007. — Décret sanctionnant l’arrêté du Gouvernement flamand du 15 juin 2007 portant approbation de projets temporaires dans l’enseignement artistique à temps partiel à partir de l’année scolaire 2007-2008 (1) Le Parlement flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : Décret sanctionnant l’arrêté du Gouvernement flamand du 15 juin 2007 portant approbation de projets temporaires dans l’enseignement artistique à temps partiel à partir de l’année scolaire 2007-2008. Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire. Art. 2. L’arrêté du Gouvernement flamand portant approbation de projets temporaires dans l’enseignement artistique à temps partiel à partir de l’année scolaire 2007-2008 est sanctionné. Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Bruxelles, le 13 juillet 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation, F. VANDENBROUCKE Notes (1) Session 2006-2007 : Documents. — Projet de décret 1251 – N° 1. — Rapport 1251 – N° 2. — Texte adopté en séance plénière : 1251 – N° 3. Annales. — Discussion et adoption : séance du 10 juillet 2007.

43911


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 3564

[2007/202563]

5 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon portant le règlement général de la comptabilité communale, en exécution de l’article L1315-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation Le Gouvernement wallon, Vu le Code de la démocratie locale et de la décentralisation, notamment l’article L1315-1; Vu la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, notamment son article 87, disposant que ″Le règlement général de la comptabilité communale est applicable aux centres publics d’aide sociale à l’exception des hôpitaux qui en dépendent et sous réserve des règles dérogatoires arrêtées par le Gouvernement″; Vu l’arrêté royal du 2 août 1990 portant le règlement général de la comptabilité communale; Vu l’avis du Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne, donné le 12 mars 2007; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donné le 14 juin 2007, en application de l’article 84, alinéa 1er, 1o, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur proposition du Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Arrête : REGLEMENT GENERAL DE LA COMPTABILITE COMMUNALE TITRE Ier. — Dispositions générales Article 1 . Pour l’application du présent règlement, il y a lieu d’entendre par : 1o ″service ordinaire du budget″ : l’ensemble des recettes et des dépenses qui se produisent une fois au moins au cours de chaque exercice financier et qui assurent à la commune des revenus et un fonctionnement réguliers, en ce compris le remboursement périodique de la dette; 2o ″service extraordinaire du budget″ : l’ensemble des recettes et des dépenses qui affectent directement et durablement l’importance, la valeur ou la conservation du patrimoine communal, à l’exclusion de son entretien courant; il comprend également les subsides et prêts consentis à ces mêmes fins, les participations et placements de fonds à plus d’un an, ainsi que les remboursements anticipés de la dette; 3o ″modification budgétaire″ : toute décision adoptée par le conseil communal après l’arrêt du budget et ayant pour effet de créer, supprimer ou modifier un ou plusieurs crédits budgétaires; 4o toutes les opérations comptables extraordinaires, tant en comptabilité budgétaire qu’en comptabilité générale, sont identifiées par une référence informatique appelée ″numéro de projet extraordinaire″. Constitue un projet extraordinaire, l’ensemble des recettes et des dépenses affectées à un même objectif d’investissement, de la conception à la finalisation complète. Les modalités d’application de la présente disposition et les documents y afférents seront arrêtés par le Ministre; 5o ″code fonctionnel et économique″ : l’identification numérique, comprenant deux séries d’au moins trois chiffres, qui détermine la destination et la nature du crédit auquel elle se rapporte; l’ensemble des codes fonctionnels et économiques constitue la classification fonctionnelle et économique; 6o ″livre journal″ : le registre comptable qui mentionne chronologiquement et sans compensation toutes les opérations comptables; il comprend deux parties distinctes : — le livre journal des opérations budgétaires; — le livre journal des opérations générales; 7o ″grand livre″ : le registre comptable qui mentionne par compte les opérations portées au livre journal, il comprend deux parties distinctes : — le grand livre des opérations budgétaires; — le grand livre des opérations générales; 8o ″mandat de paiement″ : l’ordre écrit donné au receveur communal par le collège communal de payer la somme y indiquée à l’ayant droit mentionné; 9o ″receveur communal″ : le receveur local ou le receveur régional; 10o ″prélèvement d’office″ : tout prélèvement imposé par ou en vertu de la loi et effectué sans l’autorisation de la commune sur un compte ouvert par celle-ci auprès d’un organisme financier; 11o ″encaisse de la commune″ : l’ensemble des fonds et valeurs disponibles ou placés à un an maximum; 12o ″droit à recette″ : toute somme due à la commune de manière certaine, par un tiers précisément désigné, au cours d’un exercice déterminé; 13o ″droit constaté″ : le droit à recette qui a fait l’objet d’un enregistrement comptable; 14o ″voirie″ : l’ensemble des voies de communication publiques, en ce inclus les terrassements, le revêtement, les accessoires, les canalisations, la signalisation, les ouvrages d’art, les cours d’eau et les plans d’eau; 15o transferts de service, fonds de réserve et provisions pour risques et charges : les modes de pré-financement de charges futures ou de constitution de réserve ou de provisions. On distingue : — transferts de service : mouvements via le code fonctionnel ″Prélèvements″ entre services et fonds de réserve (sous l’unique réserve des emprunts accordés par le CRAC qui constituent la seule exception de mouvements entre l’extraordinaire et l’ordinaire et qui se réalisent à l’exercice proprement dit); — fonds de réserve ordinaire ou extraordinaire : permettent d’inscrire certaines recettes et dépenses au résultat global du budget. Ils peuvent être précisément affectés à couvrir certaines dépenses bien définies ou demeurer généraux sans affectation spécifique; er

43912

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD — provision pour risques et charges : la constitution de provisions pour risques et charges vise à introduire une planification de certaines dépenses à venir dans la comptabilité communale. Il doit s’agir de dépenses afférentes à un exercice futur, certaines ou du moins très probables quant à leur principe, circonscrites quant à leur nature ou leur objet mais indéterminées quant à leur montant. Elle permet le rapatriement et l’inscription des recettes nécessaires à l’exercice propre d’un budget ultérieur, dans la fonction concernée; 16o le Ministre : le Ministre des Affaires intérieures. Art. 2. Les modalités d’application des dispositions prévues à l’article 1er, 4o, ainsi que les documents y afférents, seront arrêtés par le Ministre. Art. 3. § 1er. Un fonds de réserve ne peut jamais être rapatrié dans l’exercice proprement dit d’un budget mais uniquement dans le résultat global par la fonction 060 et systématiquement dans le service auquel il appartient. § 2. Il est interdit de constituer une provision et de l’utiliser au cours du même exercice. Il est également interdit de mélanger prélèvements et provisions. Ceci confond irrégulièrement les deux notions et change la nature des crédits concernés, en totale infraction avec les articles 7 et 8 du présent règlement. Art. 4. Tous les procès verbaux du conseil et du collège sont immédiatement notifiés au receveur communal. Toute décision de l’autorité de tutelle est communiquée par le collège communal au conseil communal et au receveur communal. Art. 5. Le collège communal détermine le mode de conservation des titres justificatifs des inscriptions ou dépôts, ainsi que de tous autres actes établissant les droits de la commune. Art. 6. Les comptes financiers sont ouverts au nom de la commune par le receveur communal après accord du collège. Ils sont gérés par le receveur communal et la correspondance lui est directement adressée. TITRE II. — Du budget CHAPITRE Ier. — Généralités Art. 7. Le budget comprend l’estimation précise de toutes les recettes et de toutes les dépenses susceptibles d’être effectuées dans le courant de l’exercice financier, à l’exception des mouvements de fonds opérés pour le compte de tiers ou n’affectant que la trésorerie. Il comprend notamment l’impact complet au niveau du service ordinaire des investissements prévus. Le budget ne mentionne toutefois que le résultat des budgets particuliers des établissements et services communaux à caractère industriel ou commercial organisés en régies conformément à l’article L1231-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation. Il est établi au sein du budget une distinction entre le service ordinaire et le service extraordinaire et, au sein de chacun de ceux-ci entre l’exercice financier proprement dit et les exercices antérieurs. Toute inscription de recette fiscale nouvelle doit être justifiée par un règlement voté par le conseil communal. Art. 8. Les recettes et les dépenses, ainsi que leur résultat, sont irrévocablement imputés à un exercice et à un service. CHAPITRE II. — Du budget Art. 9. Lorsque les disponibilités budgétaires sont suffisantes, le conseil communal peut inscrire à son budget des crédits en vue d’affecter ces disponibilités : 1o à des placements rémunérateurs à plus d’un an; 2o à l’acquisition de fonds publics et de valeurs de portefeuille; 3o au remboursement anticipé des emprunts les plus onéreux; 4o à la constitution : a) de provisions ou de fonds de réserves ordinaires et extraordinaires; b) de recettes extraordinaires, à prélever sur le service ordinaire, pour couvrir des dépenses extraordinaires de l’exercice. Art. 10. L’excédent ou le déficit estimé des exercices antérieurs qui est porté au budget résulte du budget de l’exercice antérieur et de ses éventuelles modifications. Aussitôt que le compte budgétaire de cet exercice antérieur est arrêté par le conseil communal, l’excédent ou le déficit estimé qui a été porté au budget est remplacé par celui résultant du compte ainsi arrêté, par voie de modification budgétaire. Lorsque cette modification est de nature à provoquer ou à accroître un déficit, le conseil communal prend les mesures propres à rétablir l’équilibre budgétaire. Art. 11. Les crédits de dépenses ne peuvent être utilisés à d’autres fins que celles que leur assigne le budget. Ils sont limitatifs, à l’exception de ceux relatifs à des dépenses prélevées d’office. La limitation visée à l’alinéa 2 s’applique, pour les dépenses du service ordinaire, au total des crédits portant les mêmes codes fonctionnels et économiques limités aux trois premiers chiffres du code fonctionnel et aux deux premiers chiffres du code économique. Les crédits de dépenses relatifs à l’enregistrement de non-valeurs ne provoquant aucun décaissement peuvent être considérés comme non limitatifs. Art. 12. Le collège communal établit le projet de budget après avoir recueilli l’avis d’une commission où siègent au moins un membre du collège désigné à cette fin, le secrétaire et le receveur communal. Cette commission doit donner son avis sur la légalité et les implications financières prévisibles du projet de budget, en ce compris la projection sur plusieurs exercices de l’impact au service ordinaire des investissements significatifs. Le rapport écrit de cette commission doit faire apparaître clairement l’avis de chacun de ses membres, tel qu’émis au cours de la réunion, même si l’avis doit être présenté d’une manière unique. Ce rapport doit être joint au projet de budget présenté au conseil communal et au budget soumis à l’approbation de la tutelle. Cette procédure doit également être appliquée à toutes les modifications budgétaires ultérieures. L’avis de chacun des membres de cette commission doit être clairement repris dans le compte-rendu de la commission si des opinions divergentes apparaissent. L’absence de l’avis de cette commission ne peut que conduire à la non-approbation du budget (ou de la modification budgétaire) concerné(e). Le rapport écrit de cette commission sera établi selon le modèle arrêté par le Ministre. Art. 13. Une fois qu’il est définitivement approuvé, le budget est exécutoire, sans préjudice du contrôle par l’autorité de tutelle et le receveur communal de l’exécution des crédits qui y sont portés.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 14. § 1er. Avant l’arrêt définitif du budget, il peut être pourvu par des crédits provisoires aux dépenses du service ordinaire pour lesquelles un crédit exécutoire était inscrit au budget de l’exercice précédent. Toutefois, lorsque le budget n’est pas encore voté, les crédits provisoires sont arrêtés par le conseil communal et, lorsque la loi ou le décret l’exige, approuvés par l’autorité de tutelle. § 2. Les crédits provisoires ne peuvent excéder par mois écoulé ou commencé le douzième; 1o du crédit budgétaire de l’exercice précédent lorsque le budget de l’exercice n’est pas encore voté. Cette restriction n’est pas applicable aux dépenses relatives à la rémunération du personnel, au paiement des primes d’assurances, des taxes et de toute dépense strictement indispensable à la bonne marche du service public. Dans ce dernier cas, l’engagement de la dépense ne pourra s’effectuer que moyennant une délibération motivée du collège, ratifiée à la plus proche séance du conseil communal; 2o du crédit budgétaire de l’exercice en cours, lorsque le budget de l’exercice est déjà voté. Art. 15. Les modifications budgétaires sont soumises aux mêmes procédures que celles applicables au budget. Elles sont dûment justifiées pour chaque crédit budgétaire. Chaque modification budgétaire ordinaire et/ou extraordinaire sera décidée par une seule et même délibération du conseil communal. Il ne sera transmis à l’autorité de tutelle après le 15 novembre de l’exercice que les modifications budgétaires strictement indispensables au bon fonctionnement de la commune et dont il n’a pas été possible de tenir compte dans le budget avant cette date. Le conseil communal ne peut voter une modification budgétaire extraordinaire isolée sauf si elle n’a aucun impact sur le service ordinaire. Art. 16. Doivent être inscrits à la plus proche séance du conseil communal, les crédits budgétaires nécessaires pour couvrir les dépenses effectuées en vertu de l’article L1311-5 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation et celles effectuées par prélèvement d’office, ainsi que les crédits budgétaires afférents à des recettes imprévues. TITRE III. — Du patrimoine et de la gestion CHAPITRE Ier. — Du patrimoine et du bilan Art. 17. § 1er. La situation générale de la commune au 31 décembre de chaque exercice est déterminée par un bilan. § 2. L’actif du bilan, qui est constitué de l’ensemble des avoirs et droits rassemblés par l’utilisation des valeurs du passif, comprend : 1o les actifs immobilisés, qui sont les biens acquis par la commune de façon durable, soit : a) les immobilisations incorporelles; b) les immobilisations corporelles comprenant le patrimoine immobilier et le patrimoine mobilier; c) les crédits et prêts octroyés; d) les immobilisations financières; 2o les actifs circulants, qui sont les avoirs et droits de la commune, soit : a) les stocks; b) les créances à un an au plus; c) les placements de trésorerie à un an au plus; d) les valeurs disponibles; e) les comptes de régularisation. § 3. Le passif du bilan, qui donne l’origine des ressources dont la commune dispose pour réaliser ses objectifs, comprend : 1o les fonds propres, qui sont les moyens investis par la commune et dont elle est propriétaire, soit : a) le capital initial; b) les résultats capitalisés; c) les résultats des exercices antérieurs; d) les réserves; e) les subsides d’investissement reçus; f) les provisions pour risques et charges; 2o les fonds externes ou la dette, qui sont les moyens mis à la disposition de la commune par des tiers, soit : a) les dettes à plus d’un an; b) les dettes à un an au plus; c) les opérations pour compte de tiers; d) les comptes de régularisation. § 4. Au bilan de départ, le capital initial est constitué de la différence entre l’actif et le total des dettes, des réserves, du résultat cumulé des exercices antérieurs, des subsides d’investissement reçus et des provisions pour risques et charges. La différence entre l’actif et les dettes donne la situation nette de la commune. Elle est corrigée chaque année par l’apport du solde du compte de résultats de l’exercice clôturé. § 5. Toutes les valeurs de bilan sont mentionnées en euros. Art. 18. Le compte de résultats comprend l’enregistrement comparé et la différence entre les produits et les charges de la commune au cours de l’exercice. Les produits et les charges sont de trois ordres : 1o produits et charges courants : ceux-ci sont formés des droits constatés et des dépenses imputées aux articles budgétaires du service ordinaire; 2o produits et charges résultant des variations normales des valeurs de bilan ou des redressements des charges et des produits. Ils résultent notamment : a) des dotations aux amortissements et aux provisions pour risques et charges; b) des variations de stocks;

43913

43914

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD c) des opérations de redressement comptable concernant l’imputation du remboursement périodique des emprunts; d) des apports des travaux effectués en régie aux biens de l’actif immobilisé. e) de réévaluations de la valeur des biens de l’actif immobilisé visées à l’article 21, § 1er. 3o produits et charges exceptionnels et réserves : a) les produits de cette nature résultent notamment : — de réévaluations de la valeur des biens de l’actif immobilisé visées à l’article 21, § 2; — de plus-values réalisées lors de la cession de biens de l’actif immobilisé; — de dédommagements exceptionnels reçus pour les biens du patrimoine; — de prélèvements sur les réserves; — de tout autre apport exceptionnel du service ordinaire ou du service extraordinaire; b) les charges de cette nature résultent notamment : — de réévaluations de la valeur des biens de l’actif immobilisé visées à l’article 21, § 2; — de plus-values exceptionnelles enregistrées par les emprunts publics émis par la commune; — de la mise en non-valeurs ou en irrécouvrables d’impositions communales, créances, crédits et prêts octroyés, visée à l’article 51; — de moins-values réalisées lors de la cession ou à l’occasion de la perte de biens de l’actif immobilisé; — de dédommagements exceptionnels de tiers par la commune; — de dotations aux réductions de valeur; — de dotations au fonds de réserve ordinaire ou extraordinaire. Le compte de résultats enregistre les résultats suivants : a) boni d’exploitation ou mali d’exploitation : le résultat dégagé par la comptabilité générale et déterminé par la comparaison des charges et des produits visés aux 1o et 2o; b) boni ou mali exceptionnel : le résultat dégagé par la comptabilité générale et déterminé par la comparaison des charges et des produits visés au 3o; c) boni ou mali de l’exercice : le résultat d’exploitation augmenté du résultat exceptionnel. Art. 19. L’administration communale tient l’inventaire détaillé de ses biens mobiliers et immobiliers qui ont une durée d’amortissement de plus d’un an. Pour le petit mobilier ou le petit outillage acquis à l’ordinaire, un système de suivi des biens, arrêté selon les directives du Ministre, sera mis en place. Sur base d’un document arrêté en collège, le receveur communal est immédiatement tenu informé des pertes, vols ou déclassement des biens repris à l’actif, ainsi que de toute opération affectant le passif, et procède aussitôt aux corrections des valeurs reprises au bilan. Pour vérification, le receveur communal communique annuellement aux services communaux une liste des comptes particuliers des biens repris à l’actif. Art. 20. La comptabilité distingue la valeur du terrain de celle des biens immeubles qui s’y trouvent. Art. 21. § 1er. Les biens du patrimoine immobilier sont réévalués annuellement, à l’exception des bois sur pied. La réévaluation est opérée, selon la nature du bien, en fonction : — soit de l’indice des prix à la construction; — soit du rendement, pour la commune, du centime additionnel au précompte immobilier. Le Ministre détermine lequel de ces deux critères doit être appliqué dans chaque cas. En ce qui concerne la voirie, seul le terrain fait l’objet d’une réévaluation annuelle. § 2. Au cas où se produiraient des fluctuations importantes et non occasionnelles du marché, le Ministre peut imposer une réévaluation exceptionnelle des biens du patrimoine immobilier, à condition qu’aucun des critères visés au § 1er ne puisse suffire à rendre compte de ces fluctuations. Art. 22. L’amortissement est annuel et linéaire. Les biens sont soumis à l’amortissement conformément à l’annexe au présent arrêté. Les subsides d’investissement doivent être réduits au rythme de l’amortissement du bien auquel le subside a été affecté. Art 23. La commune peut prévoir une gestion du stock, selon les règles fixées par le Ministre. Art. 24. Par dérogation à l’article 52, le paiement des charges nettes salariales et la perception d’un produit relatif à l’exercice suivant sont autorisés et comptabilisés sur un compte de régularisation qui n’influence pas le résultat de l’exercice. A l’ouverture de l’exercice suivant, ces comptes sont soldés par l’enregistrement d’un droit constaté ou d’une imputation. CHAPITRE II. — Des emprunts Art. 25. Sur décision du conseil communal, la commune peut contracter des emprunts pour couvrir le montant des dépenses extraordinaires. Le délai de remboursement des emprunts ne peut excéder la durée d’amortissement des biens pour lesquels ces emprunts ont été contractés. Le fichier de la dette mentionne par année et par emprunt les tranches de remboursement et les intérêts dus, sur la base du taux en vigueur. Art. 26. Préalablement à l’établissement du bilan, la dette à plus d’un an est réduite du montant des tranches de remboursement venant à échéance au cours de l’exercice suivant, lesquelles sont portées dans la dette à un an au plus. Art. 27. § 1er. Sauf convention contraire, les communes peuvent acquérir les titres de leurs propres emprunts, mais uniquement en vue d’un remboursement anticipé. Le montant des crédits budgétaires inscrits à cette fin au budget communal est transféré à un fonds de remboursement des emprunts publics.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD La partie des annuités ordinaires correspondant à la valeur normale de remboursement et aux intérêts des obligations et titres remboursés anticipativement est transférée aux échéances au même fonds. Les titres rachetés ne peuvent être remis en circulation. § 2. Sont annulés immédiatement par l’apposition d’une marque indélébile : 1o les titres rachetés, lors de leur rachat; 2o les titres remboursés, lors de leur remboursement; 3o les coupons d’intérêts, classés par échéance, lors de leur paiement. § 3. Au moins une fois par an, l’annulation des obligations et titres rachetés ou remboursés, ainsi que des coupons d’intérêts y attachés, est constatée par un procès-verbal approuvé par le collège communal et déposé dans les archives communales. Une copie de ce procès-verbal est jointe aux comptes annuels en justification des remboursements et paiements effectués. CHAPITRE III. — De la trésorerie et des fonds placés Art. 28. Le collège communal veille à ce que l’encaisse communale dispose des moyens de trésorerie suffisants pour faire face en tout temps aux engagements et dépenses de la commune. Il veille également à ce que les décisions de lever des impôts, de contracter des emprunts ou des ouvertures de crédit, soient prises et exécutées sans délai. Sur décision du conseil communal, la commune peut contracter des ouvertures de crédit en escomptant des subsides ou d’autres recettes prévues au budget. Art. 29. Les placements réalisés au moyen de fonds spéciaux provenant de dons et legs ayant une destination déterminée, ainsi que les revenus de ces placements, sont imputés aux articles budgétaires propres à chacun de ces fonds. Ces placements font l’objet d’une gestion distincte tant à l’inventaire qu’en comptabilité. Art. 30. Les placements ne peuvent être réalisés qu’auprès d’institutions financières qui satisfont, selon le cas, au prescrit des articles 7, 65 et 66 de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédits, et à la condition expresse de prévoir une garantie de remboursement du capital placé. Les placements à moins d’un an relèvent de la responsabilité du receveur communal. Les placements dont l’échéance excède un an sont effectués par le receveur communal conformément aux articles L1222-1 à 4 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation. Art. 31. § 1er. Le receveur communal est responsable de l’encaisse, à l’exception de celle des comptes de tiers et des régies communales qui ne sont pas gérés dans le cadre de sa mission. Les fonds de l’encaisse sont gérés de manière distincte dans les écritures comptables qui en mentionnent chaque mouvement. § 2. Dans le cas où une activité ponctuelle ou récurrente de la commune exige d’avoir recours à des paiements au comptant sans qu’il soit matériellement possible de suivre la procédure d’engagement, d’ordonnancement et de mandatement prévue à l’article 51, le conseil communal peut décider d’octroyer une provision de trésorerie, à hauteur d’un montant maximum strictement justifié par la nature des opérations, à un agent de la commune nommément désigné à cet effet. Dans, ce cas, le communal définit la nature des opérations de paiement pouvant être effectuées. Cette provision sera reprise à hauteur de son montant dans la situation de caisse communale. En possession de la délibération, le receveur remet le montant de la provision au responsable désigné par le conseil, ou le verse au compte ouvert à cet effet au nom du responsable, conformément à la décision du conseil. Sur base de mandats réguliers, accompagnés des pièces justificatives, le receveur procède au renflouement de la provision à hauteur du montant mandaté. Pour chaque provision, le responsable dresse un décompte chronologique détaillé des mouvements de caisse opérés. Ce décompte est joint aux pièces du compte d’exercice consultables par les conseillers. Art 32. Sauf cas exceptionnels, le receveur communal procède aux paiements par voie de virement bancaire, électronique, d’émission de chèques ou de documents bancaires assimilés. Il veille à ce que les fonds en espèces recueillis dans les différents services communaux soient régulièrement portés en comptes ouverts auprès d’institutions financières. Art. 33. Le receveur communal est responsable des pertes d’intérêts qui pourraient résulter : 1o des retards qui lui sont imputables dans le recouvrement des impositions et revenus de la commune; 2o du maintien de fonds communaux en caisse ou en comptes improductifs au-delà des normes fixées par le collège; 3o du maintien d’un solde négatif aux comptes courants lorsque les fonds restés en caisse excèdent ceux nécessaires au règlement des proches échéances de paiement. TITRE IV. — De la comptabilité CHAPITRE Ier. — Généralités Art. 34. Le collège communal et, sous son autorité, le receveur communal sont chargés de la tenue de la comptabilité de la commune. Le collège communal met à la disposition du receveur les moyens matériels nécessaires à l’exercice de ses attributions, ainsi que le personnel nécessaire. Art. 35. § 1er. A l’issue de la clôture de chaque compte d’exercice, les documents suivants doivent être imprimés et archivés sur papier : 1. le grand-livre des articles budgétaires; 2. le grand-livre des comptes généraux. Le collège communal veillera à ce que les données comptables soient régulièrement sauvegardées sur un support informatique stocké à l’extérieur du bâtiment abritant le matériel informatique contenant les bases de données comptables. § 2. Toute écriture est fondée sur des pièces justificatives. Sur les pièces justificatives figurent : 1o un numéro d’ordre correspondant à leur comptabilisation; 2o l’exercice;

43915

43916

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 3o le numéro de l’article budgétaire; 4o une mention de contrôle du droit constaté ou de l’engagement. Les pièces délivrées par des tiers et se rapportant à des services rendus ou à des fournitures faites à la commune sont, en outre, visées pour réception. § 3. Les écritures comptables sont effectuées jour par jour, du 1er janvier au 31 décembre. Chaque inscription porte un numéro d’ordre. Il n’est laissé ni blanc ni interligne. Toute rectification est signalée par un signe distinctif placé en évidence en début de ligne. Tout montant négatif est précédé d’un signe distinctif. § 4. Les augmentations des postes d’actif et de charges sont portées à leur débit, et les diminutions à leur crédit. Les augmentations des postes de passif et de produits sont portées à leur crédit, et les diminutions à leur débit. Les mouvements des comptes généraux débitent les uns au crédit des autres. § 5. Il peut être ouvert des livres auxiliaires principaux lorsque le volume des opérations le requiert. Ces livres auxiliaires, sont tenus suivant les mêmes règles que les livres principaux. § 6. La comptabilité est clôturée au moins une fois par mois. Lors de chaque clôture, le receveur communal dresse une situation de caisse établissant la concordance des écritures avec l’encaisse, et la communique pour information au collège. § 7. Les livres et pièces justificatives sont conservés par le receveur communal jusqu’à l’arrêt définitif des comptes. Ils sont conservés pendant trente ans par la commune. § 8. Selon les critères arrêtés par le Ministre, et dans le respect des dispositions relatives à la protection de la vie privée, les systèmes informatiques comptables devront comporter un module d’extraction des données en vue de constituer une base locale de données comptables standardisées dont une extraction des données constitutives des budgets, des modifications budgétaires, des comptes, et de leurs annexes légales sera transférée aux services compétents de la Région wallonne. § 9. Les extraits bancaires sous forme numérique sont admis au titre de pièces justificatives moyennant leur certification électronique. L’annotation prévue au § 2 du présent article est sans objet dans ce cas. Art. 36. La comptabilité budgétaire enregistre et justifie : 1o en recettes : les droits à recette, les non-valeurs et les irrécouvrables; 2o en dépenses : les engagements et les imputations comptables. Elle est tenue en partie simple au moyen du livre journal et du grand livre des opérations budgétaires. Elle produit le compte budgétaire à l’échéance de chaque exercice. Il est établi au sein du compte budgétaire une distinction entre le service ordinaire et le service extraordinaire et, au sein de chacun de ceux-ci entre l’exercice financier proprement dit et les exercices antérieurs. Art. 37. La comptabilité générale enregistre les mouvements des valeurs de bilan, les charges et les produits. Elle est tenue en partie double, au moyen du livre journal et du grand livre des opérations générales. Elle produit le bilan et le compte des résultats à l’échéance de chaque exercice. Art. 38. § 1er. Aux comptes généraux de bilan sont adjoints les comptes particuliers nécessaires. A chaque moment la balance des comptes généraux doit être justifiée par la balance des comptes particuliers. § 2 Les comptes généraux de charges et de produits peuvent être ventilés ou regroupés afin d’en permettre l’analyse, selon les modalités arrêtées par le Ministre. Art. 39. Tous les mouvements de la comptabilité budgétaire et générale sont enregistrés au cours de l’exercice où ils se produisent. Les opérations budgétaires imputables à un autre exercice sont spécifiées par l’indication de cet exercice. Art. 40. La classification fonctionnelle et économique et celle des comptes généraux et particuliers sont arrêtées par le Ministre. Il arrête également les plans comptables minima fondés sur cette classification et ces comptes, ainsi que les documents comptables à tenir. La nomenclature des codes et des comptes est de stricte application. CHAPITRE II. — Des recettes et des produits Section 1re. — Des droits à recette et des produits Art. 41. § 1er. Seul le collège communal détermine les droits à recette. § 2. Lorsque le droit n’est pas établi par la loi ou par un document faisant foi, le collège communal dresse un état de recouvrement et le transmet au receveur communal avec toutes les pièces justificatives du droit et de sa constatation. L’état de recouvrement mentionne le nom et l’adresse du redevable, la nature et le montant de la créance, ainsi que l’exercice et l’article budgétaires. Un état de recouvrement collectif peut être établi lorsque la justification et l’imputation sont communes à plusieurs créances. § 3. Les pièces justificatives sont complétées par la mention de l’exercice budgétaire et de l’article budgétaire auxquels les recettes sont imputées. Art. 42. § 1er. Tout droit à recette est immédiatement enregistré en comptabilité sans préjudice de l’article 48. § 2. Dans les cas suivants, le droit à recette est constaté : 1o dès la réception par le receveur communal des rôles exécutoires d’imposition; 2o lors du versement au receveur communal par d’autres agents communaux des sommes perçues au comptant pour compte de la commune; 3o lors de la mise à disposition de l’emprunt par l’organisme de crédit; 4o dès le versement des acomptes sur les bénéfices nets des régies et, à l’égard du solde attribué à la commune, dès l’approbation par le conseil communal des comptes de la régie; 5o lors de la notification, pour les dividendes, les parts bénéficiaires et la part attribuée dans le fonds des communes;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 6o à l’échéance, pour les intérêts; 7o à la clôture des comptes annuels, pour les recettes perçues à l’intervention des receveurs des contributions directes, les montants relatifs à l’exercice de clôture qui sont attribués à la commune et qui restent à percevoir, à l’exclusion des droits dont la perception est en instance. Art. 43. Les comptes généraux sont tenus à jour en même temps que la constatation des droits en comptabilité budgétaire. Art. 44. Les fournitures, travaux ou services effectués par la commune au bénéfice de tiers donnent lieu à l’établissement de factures, de déclarations de créance ou d’invitation à payer en double exemplaire. Les factures, les déclarations de créance et les invitations à payer mentionnent les renseignements qui doivent figurer sur tout état de recouvrement. Toutefois, aucun de ces documents n’est requis pour les droits payables sur place et en espèces en ce compris les paiements par voie électronique contre délivrance d’une quittance ou de tout autre document de preuve. Dans tous les cas, les invitations à payer font mention du numéro de compte de la commune sur lequel la somme doit être versée. Art. 45. Les droits peuvent être provisoirement constatés en comptabilité budgétaire, encore qu’ils ne constituent pas des droits à recette. Ces droits sont remplacés par des droits à recette lors de leur constatation. Les droits provisoirement constatés sont en tout cas annulés à la clôture de l’exercice. Art. 46. Le grand livre des opérations budgétaires mentionne en regard de chaque article budgétaire de recettes : 1o le libellé et le montant du crédit budgétaire; 2o la date et le numéro de la pièce principale justifiant le droit à recette, la non-valeur ou l’irrécouvrable et le cas échéant, le numéro du compte particulier; 3o le montant des droits à recette, des non-valeurs et des irrécouvrables numérotés au jour le jour en les distinguant des droits provisoirement constatés; 4o la différence entre le crédit budgétaire et le total des droits à recette, sous déduction des irrécouvrables et des non-valeurs; 5o le total perçu en regard de chacun des droits constatés. Art. 47. Le receveur communal tient à l’égard de chaque redevable un compte particulier qui mentionne, outre l’identité du redevable : 1o la date, le montant et le numéro du droit constaté; 2o la date, le montant et la référence des recouvrements; 3o les non-valeurs et irrécouvrables. Les droits établis par voie de rôles ou de relevés collectifs peuvent être enregistrés dans un compte global par taxe ou redevance et par exercice. Section 2. — Des recettes Art. 48. Dès qu’il est en possession des documents établissant les droits de la commune, le receveur communal contrôle la régularité de ces documents et de leurs justificatifs, ainsi que leur inscription en comptabilité budgétaire et générale. En cas de désaccord, il les renvoie au collège avec remarques. Art. 49. Le receveur communal porte régulièrement par écrit à la connaissance du collège communal les poursuites entamées en matière de taxes. Si un débiteur ne s’exécute pas dans les délais impartis et s’il n’existe pas de titre portant exécution parée, le receveur communal en informe par écrit le collège communal, en vue de l’application éventuelle de l’article L1242-1 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation. Les créances de la commune dont la perception est devenue incertaine seront transférées dans un compte ″débiteurs douteux″ de la comptabilité générale, sur base de la décision du collège communal prise sur rapport du receveur communal. Art. 50. § 1er. Le receveur communal et les agents de recettes comptabilisent les droits à recette recouvrés et les droits constatés. Ils comptabilisent également les sommes indûment recouvrées. § 2. Lorsque les montants sont versés en espèces ainsi que pour les paiements électroniques, une quittance ou toute autre preuve de paiement est délivrée. Art. 51. § 1er. Le receveur communal porte en non-valeurs les dégrèvements et remises dûment autorisés par le collège communal ou par le conseil communal en vertu de l’article L1222-2 du Code de la démocratie et de la décentralisation, qui lui notifie les autorisations. § 2. Le receveur communal porte en irrécouvrables : 1o les sommes dues par des redevables dont l’insolvabilité est établie par toutes pièces probantes; 2o les droits constatés tombant en annulation du chef d’erreurs matérielles; 3oles créances prescrites. § 3. Les impositions frappant des contribuables insolvables ne peuvent être portées en irrécouvrables qu’à la date de la prescription du rôle. Toutefois, pour des raisons pratiques de gestion des rappels et des contraintes, les systèmes informatiques devront comporter une possibilité de mise en attente des dites impositions. CHAPITRE III. — Des dépenses et des charges Section 1re. — Disposition préliminaire Art. 52. Sauf exception établie par la loi ou le présent règlement, nulle dépense budgétaire ne peut être acquittée qu’après engagement définitif et imputation aux articles budgétaires concernés, enregistrement dans les comptes généraux des factures entrantes, imputation aux comptes généraux et particuliers, ordonnancement par le collège communal et établissement d’un mandat de paiement conformément à l’article L1311-6 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation. Les opérations sur les comptes généraux d’attente donnant lieu à décaissement doivent faire l’objet d’un ordonnancement et d’un mandatement sans indication budgétaire.

43917

43918

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Section 2. — De l’engagement et de l’imputation des dépenses et des charges Art. 53. Le collège communal est seul habilité à procéder à des engagements sauf les exceptions visées à l’article 56. L’engagement procède d’une obligation résultant de la loi, d’une convention ou d’une décision unilatérale de l’autorité communale. L’engagement réserve tout ou partie d’un crédit budgétaire à une fin exclusive de toute autre destination. L’engagement mentionne : 1o le nom du créancier ou de l’ayant droit; 2o le montant présumé; 3o l’exercice et l’article budgétaire. Aucun engagement ne peut plus être effectué après la clôture de l’exercice en cours. Art. 54. Les prélèvements d’office sont imputés à l’exercice au cours duquel ils ont lieu sauf les charges d’emprunt qui sont imputées à l’exercice de leur échéance. Art. 55. L’engagement d’une dépense peut être effectué à titre provisoire si le collège communal décide de réserver tout ou partie d’un crédit budgétaire à l’exécution d’une obligation prévisible de la commune. Cet engagement est acté dans les articles budgétaires, il est remplacé en tout ou en partie par un engagement définitif et, en tout cas, annulé à la clôture de l’exercice. Art. 56. Lorsque les dépenses peuvent être justifiées par une simple facture acceptée, le service intéressé par la dépense effectue toute commande au moyen d’un bon de commande acté dans la comptabilité budgétaire et visé par le collège communal. Le créancier de la commune doit produire une facture, en double exemplaire, accompagnée du bon de commande et adressée au collège communal. Art. 57. Les engagements de dépenses sont portés au grand livre des opérations budgétaires dès qu’il y est procédé conformément à l’article 52. Les prélèvements d’office à l’exception des charges d’emprunt sont inscrits à la date de réception des extraits de compte qui s’y rapportent. Les dotations au centre public d’aide sociale et à la zone de police, si la commune est reprise dans une zone pluri-communale, sont inscrites à la date de la notification de l’approbation définitive du budget de la commune. Art. 58. Le grand livre des opérations budgétaires mentionne, en regard de chaque article budgétaire : 1o le libellé et le montant du crédit budgétaire; 2o la date et le numéro de la pièce principale justifiant l’engagement ou l’imputation et, le numéro de compte particulier; 3o le montant des engagements numérotés, au jour le jour, en distinguant les engagements provisoires des engagements définitifs; 4o le montant imputé sur chaque engagement; 5o le solde du crédit budgétaire; 6o les paiements effectués en regard de chacun des engagements. Art. 59. Le receveur procède immédiatement à l’enregistrement temporaire des factures ou documents en tenant lieu dans les comptes généraux y afférents. L’enregistrement se fait de telle sorte que la date d’échéance soit aisément consultable à tout moment. Avant leur mise en paiement les factures doivent être visées pour réception par l’agent désigné à cet effet, qui, par son visa, atteste de l’adéquation des fournitures ou des services prestés avec l’objet, la nature, les quantités, et la destination prévue dans la commande. Art. 60. Les factures et autres pièces de dépenses sont transmises au receveur communal ou à l’agent désigné par lui, avec tous les documents justificatifs de la régularité de la dépense qu’elles entraînent. Le receveur communal ou l’agent désigné par lui, après avoir contrôlé ces documents, procède à l’imputation aux articles budgétaires ou aux comptes généraux. En cas de désaccord sur une facture ou une pièce de dépense, le receveur communal, les transmet au collège accompagné d’un rapport motivant son refus de l’imputer. Le collège prend acte du rapport du receveur communal, et, soit : — fournit les éléments manquants pour justifier de la régularité de sa décision au receveur communal qui les exécute dès lors conformément aux prescriptions de la loi, des décrets et des règlements; — décide que la dépense doit être imputée et exécutée sous sa responsabilité, et restitue immédiatement le dossier, accompagné de sa décision motivée, au receveur communal pour exécution obligatoire sous sa responsabilité. Dans ce cas, la délibération motivée du collège sera jointe au mandat de paiement. L’imputation aux articles budgétaires consiste à enregistrer la charge et les mouvements du bilan liés à la dépense et à contre-passer l’enregistrement visé à l’article 59. L’imputation aux articles budgétaires consiste à y porter la somme réellement due suite à l’engagement et, s’il échet, à corriger l’engagement. Section 3. — De l’ordonnancement des dépenses et de l’établissement des mandats de paiement Art. 61. § 1er. Les dépenses sont ordonnancées en séance du collège sous la forme d’une liste, signée par le secrétaire et le bourgmestre ou son représentant et un membre du collège communal. Cette liste reprend pour chaque dépense : 1o l’article budgétaire, son disponible calculé conformément à l’article 11, et l’exercice d’origine; 2o la nature de la dépense; 3o les ayants droit; 4o la somme à payer; 5o les voies et moyens lorsqu’il s’agit de dépenses extraordinaires. § 2. Les mandats établis en exécution de cette liste d’ordonnancement mentionnent : 1o la date de la séance du collège;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 2o l’article budgétaire, et son disponible calculé conformément à l’article 11; 3o L’exercice d’origine; 4o la nature de la dépense; 5o les ayants droit; 6o la somme à payer; 7o les voies et moyens lorsqu’il s’agit de dépenses extraordinaires; 8o le numéro d’engagement; 9o le cas échéant, le numéro de projet extraordinaire; 10o le cas échéant, le document de contrôle interne des marchés publics établis conformément aux modèles arrêtés par le Ministre; 11o le cas échéant tout autre document de contrôle interne arrêté par le Ministre. Les mandats à payer en espèces à des organismes non dotés de la personnalité juridique font mention du nom, du prénom et de la qualité de deux personnes chargées de l’encaissement des fonds. Les mandats collectifs sont en outre appuyés d’un état mentionnant le détail des dépenses. § 3. Toutes les pièces justificatives sont jointes au mandat de paiement et y restent attachées. Les pièces justificatives relatives à plusieurs mandats successifs sont jointes au premier d’entre eux. § 4. Les modifications apportées aux écritures figurant sur les mandants de paiement doivent être signées par les personnes visées au § 1er. Art. 62. Il n’y a pas lieu d’établir un mandat de paiement lorsque la dépense fait l’objet d’un prélèvement d’office ou d’un prélèvement visé à l’article L1124-46 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation. Art. 63. Le receveur communal porte dans la comptabilité les paiements en cours d’exécution. Section 4. — Du paiement des dépenses Art. 64. Le receveur communal renvoie au collège communal tout mandat non régulier, en faisant connaître les motifs pour lesquels il refuse le paiement : a) lorsque ces documents sont incomplets ou que leurs éléments ne cadrent pas avec les pièces jointes; b) lorsqu’ils portent des ratures ou surcharges non approuvées; c) lorsqu’ils ne sont pas appuyés des pièces justificatives ou lorsque les pièces justificatives des fournitures, travaux ou prestations diverses ne relatent point soit les approbations nécessaires, soit les visas de réception ou de certification attestant la réalité de la créance ou le service fait et accepté; d) lorsque la dépense est imputée sur des allocations qui lui sont étrangères; e) lorsque le budget ou les délibérations ouvrant des crédits spéciaux prévoyant la dépense n’est point susceptible d’être payée dans la limite des crédits provisoires autorisés ou de crédits ouverts conformément à l’article L1311-5 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation; f) lorsque la dépense excède le disponible des allocations y afférentes du budget; g) lorsque la dépense en tout ou partie a déjà fait l’objet d’une liquidation antérieure; h) lorsque la dépense est contraire aux lois, aux règlements ou aux décisions du conseil communal. Art. 65. § 1er. Le numéro du compte financier des créanciers de la commune doit être indiqué sur les contrats, factures, déclarations de créance et autres pièces relatives à la liquidation des sommes dues pour livraisons, fournitures, travaux ou prestations quelconques. § 2. Tout créancier peut demander que le montant de sa créance soit versé à un compte financier dont il n’est pas le titulaire. Cette demande peut être faite soit par correspondance, soit par la mention sur la facture ou sur la déclaration de créance du numéro du compte à créditer, suivi du nom du titulaire de ce compte. Ces indications sont reproduites sur le mandat de paiement. En cas de doute sur l’authenticité de la signature des pièces par lesquelles le créancier demande de verser le montant de sa créance à un compte dont il n’est pas le titulaire, la légalisation de cette signature peut être exigée. CHAPITRE IV. — Des comptes annuels Section 1re. — Contenu des comptes Art 66. Les comptes annuels sont composés des documents suivants, dont la forme est arrêtée par le Ministre : — le compte budgétaire; — le bilan et le compte de résultat; — la synthèse analytique qui comprend notamment : 1o une analyse des résultats et du bilan; 2o une synthèse des financements de l’extraordinaire; 3o des ratios pertinents en terme de gestion publique; 4o un tableau de bord de l’évolution des dépenses et des recettes. Section 2. — De la clôture des comptes Art. 67. En ce qui concerne les traitements du personnel enseignant de la commune, seules les sommes liquidées à l’intervention de la commune ou les subsides réellement à percevoir doivent figurer aux comptes. Art. 68. Entre le 1er décembre de l’exercice budgétaire à clôturer et le 15 février de l’année suivante, il est procédé aux opérations suivantes : 1o le relevé des soldes disponibles sur les crédits budgétaires est remis aux agents ou services gestionnaires; 2o ceux-ci remettent au receveur communal les pièces en cours d’imputation dont l’enregistrement aux articles budgétaires doit être effectué le plus rapidement possible; 3o le receveur communal établit ensuite la liste des engagements en cours et la fait compléter par les gestionnaires, qui y mentionnent les engagements à clôturer; 4o l’apurement des articles budgétaires est effectué en totalisant les engagements clôturés et en mettant en évidence chaque engagement non clôturé;

43919

43920

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 5o un premier relevé provisoire de la situation des crédits budgétaires, engagements et imputations est établi et transmis aux gestionnaires qui y portent les engagements et les imputations restant à effectuer; 6o sur la base de ce relevé provisoire, le receveur communal comptabilise définitivement et de manière distincte : a) les engagements clôturés; b) les engagements en réduction; c) le total des engagements; d) les crédits engagés, non clôturés et à reporter à l’exercice suivant; e) les crédits sans emploi; 7o le collège communal arrête aussitôt la liste des crédits et engagements à reporter, par engagement et par article budgétaire; 8o les reports visés au 7o sont inscrits aux articles budgétaires de l’exercice suivant. Section 3. — De l’établissement des comptes annuels Art. 69. Après la clôture des grands livres et l’arrêt par le collège communal de la liste des crédits budgétaires et des engagements reportés a l’exercice suivant, le receveur communal dresse le compte budgétaire. Art. 70. § 1er. Le compte budgétaire récapitule chaque article budgétaire du grand livre des opérations budgétaires et établit la somme des articles budgétaires selon la classification fonctionnelle et économique. Il mentionne : 1o le résultat budgétaire, soit la différence entre, d’une part, les droits constatés diminués des non-valeurs et irrécouvrables et, d’autre part, les engagements; 2o les résultats comptables, soit la différence entre, d’une part, les droits constatés diminués des non-valeurs et irrécouvrables et, d’autre part, les imputations de dépenses. Le résultat comptable constitue le solde à reporter à l’exercice suivant. Ce résultat inclut les résultats comptables cumulés des exercices antérieurs. § 2. Au compte budgétaire est jointe la liste par article des crédits budgétaires et des engagements à reporter à l’exercice suivant. § 3. Aux pièces du compte, consultables sur place par les conseillers, sera jointe la liste par compte particulier et par exercice des droits constatés à recouvrer. Art. 71. § 1er. Avant l’établissement du bilan, il est procédé à la réévaluation visée à l’article 21, § 1er, aux amortissements visés à l’article 22 et à l’établissement de l’inventaire, arrêté au 31décembre. § 2. Sauf justification jointe aux pièces du compte, les sommes présentes en comptes généraux d’attente depuis plus de deux ans devront faire l’objet d’un rapatriement en comptabilité budgétaire. Art 72. Les systèmes informatiques comptables doivent intégrer un contrôle de cohérence selon les modalités arrêtées par le Ministre. Art. 73. Le compte de résultats et le bilan sont établis sur la base des soldes de la balance définitive des comptes généraux. Art. 74. Les comptes annuels, signés par le receveur communal, auxquels sont annexés les comptes des agents visés à l’article L1124-44 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation, sont transmis au collège communal avant le 1er mars de l’exercice suivant. Après vérification, le collège certifie que tous les actes relevant de sa compétence ont été correctement portés aux comptes. Art. 75. Les comptes définitivement arrêtés sont notifiés au receveur communal. Les écritures des livres sont, s’il y a lieu, rectifiées conformément aux comptes arrêtés. TITRE V. — Du receveur communal et du compte de fin de gestion CHAPITRE Ier. — Du receveur communal et des agents spéciaux de perception Art. 76. Le receveur communal transmet au collège communal, à la fin de chaque mois, le document établissant la concordance des écritures, visé à l’article 35, § 6. Art. 77. La vérification de l’encaisse a lieu sans avertissement préalable. L’autorité chargée de la vérification peut exiger l’accès aux bureaux du receveur communal, même s’ils sont établis à son domicile privé. Elle peut se faire accompagner, sans dégager aucunement sa responsabilité, d’un technicien et d’une personne chargée de tenir les écritures de la vérification. Lors de cette vérification, le receveur communal est tenu de présenter tous livres, pièces, valeurs, et de fournir tous renseignements sur sa gestion et sur l’avoir de la commune. Art. 78. En vue d’assurer l’exactitude des comptes en cas de déficit, de vol ou de perte, une créance d’un même montant est ouverte en comptabilité générale. Dès notification de la décision définitive prise à ce sujet, le receveur communal porte, le cas échéant, en dépense le montant pour lequel il a obtenu décharge. Art. 79. Le receveur communal est responsable des actes, titres et documents qui lui sont confiés. Il est tenu : 1o d’avertir le collège communal de l’expiration des contrats, au moins six mois à l’avance; 2o d’empêcher la prescription des droits de la commune, et de veiller à la conservation des domaines, privilèges et hypothèques; 3o de requérir l’inscription au bureau des hypothèques de tous titres qui en sont susceptibles; 4o d’avertir le collège communal du vol ou de la perte des actes, titres et documents qui lui sont confiés. Le receveur communal ne peut se dessaisir des livres et documents qui lui sont confiés, ni en délivrer des copies ou extraits, excepté des rôles d’imposition, sans y être autorisé par le collège communal. Art. 80. Les agents spéciaux de perception institués conformément à l’article L1124-44 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation sont, mutatis mutandis, soumis aux dispositions des articles 76 à 79 et 81 à 84.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE II. — Du compte de fin de gestion Section 1re. — Cessation définitive des fonctions Art. 81. § 1er. Le receveur communal démissionnaire ne cesse ses fonctions que lors de l’installation de son successeur. Il dresse à ce moment un inventaire en triple expédition des documents, livres, mobilier, matériel et objets remis au nouveau receveur communal. Cet inventaire est signé par les deux receveurs qui en gardent chacun une expédition. La troisième expédition est déposée aux archives de la commune ou du gouvernement provincial, lorsqu’il s’agit d’un receveur régional. § 2. En cas de décès, révocation, suspension du receveur communal local, ou s’il se trouve dans l’impossibilité de dresser le compte de fin de gestion, toutes les mesures conservatoires requises sont prises et l’inventaire est dressé à l’intervention du collège communal. Dès que le remplaçant est désigné, cet inventaire lui est remis. Art. 82. § 1er. Après l’inventaire, le compte de fin de gestion est dressé, signé et certifié exact par le receveur communal sortant, et accepté sous réserve par le receveur communal entrant. § 2. En cas de retard ou de refus du receveur communal local sortant de remettre au successeur le compte de fin de gestion, le collège communal le met en demeure de satisfaire à ses obligations. Cette mise en demeure est faite par exploit d’huissier de justice qui fixe le délai d’exécution. Si, à l’expiration de ce délai, la sommation est restée sans suite, le collège communal dresse le compte de fin de gestion d’après les éléments en sa possession. Les frais de sommation et d’expert sont imputés au compte de fin de gestion à charge du receveur sortant. Un exemplaire du compte est transmis au receveur sortant, avec invitation à formuler ses observations dans les trente jours. § 3. En cas de décès ou de révocation du receveur communal local, ou si le receveur communal local sortant se trouve dans l’impossibilité de dresser le compte de fin de gestion, le collège communal le dresse. Un exemplaire du compte est transmis au receveur sortant ou à ses ayants cause, avec invitation à formuler leurs observations dans les trente jours. § 4. Le compte de fin de gestion, accompagné, s’il échet, des observations du receveur communal local sortant ou de ses ayants cause, est soumis au conseil communal, qui l’arrête. Art. 83. Les articles 81, § 2 et 82, §§ 2 à 4, sont applicables au receveur régional, sous la réserve que les attributions confiées par ces dispositions au collège communal ou au conseil communal sont exercées par le gouverneur de la province. Art. 84. Le compte de fin de gestion comprend les documents suivants arrêtés à la date de la fin de fonction, pour l’exercice en cours et pour l’exercice en voie de clôture : 1o la balance des articles budgétaires; 2o la balance des comptes généraux; 3o la balance des comptes particuliers; 4o la situation de caisse justifiée par les soldes des extraits de banque ou les délibérations pour les provisions valant espèces en caisse. Art. 85. Le receveur entrant ne sera responsable que des opérations passées par lui à dater de son entrée en fonction effective, moyennant le blocage informatique des écritures comptables et la sécurisation des dates. Lorsque les comptes annuels sont dressés par le receveur entrant, sa responsabilité se limite aux écritures passées à dater de sa prise de fonction. Section 3. — Dispositions communes Art. 86. Dès qu’il a été statué définitivement sur le compte de fin de gestion, les écritures comptables sont modifiées en conséquence, s’il y a lieu. Art. 87. En cas de déficit de caisse, une créance du montant du déficit est ouverte en comptabilité générale à charge du receveur communal sortant. Une expédition du compte de fin de gestion est remise, après qu’il ait été arrêté : 1o au receveur communal sortant ou à ses ayants cause; 2o au receveur communal entrant; 3o au collège communal. Le déficit mis à charge des receveurs régionaux est remboursé à la commune par la Région wallonne selon les modalités qu’elle établira, et récupéré sur les receveurs régionaux en débet par l’administration de la taxe sur la valeur ajoutée, de l’enregistrement et des domaines. TITRE VI. — Dispositions diverses Art. 88. Les comptes annuels et les comptes de fin de gestion ne peuvent plus être modifiés lorsque ces comptes ont été arrêtés définitivement. Toutefois, en cas d’erreur, omission, faux ou double emploi, le receveur communal ou le conseil communal peuvent, au cours des trente ans qui suivent l’arrêt définitif de ces comptes, demander leur révision à l’autorité habilitée à les arrêter définitivement. La demande précise les faits qui justifient la révision.

43921

43922

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD TITRE VII. — Dispositions finales Art. 89. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2008, sauf en ce qui concerne les dispositions relatives à l’élaboration des budgets initiaux 2008, qui entrent en vigueur à sa date de publication. Art. 90. L’arrêté royal du 2 août 1990 portant le règlement général de la comptabilité communale est abrogé. Art. 91. Le Ministre des Affaires intérieures est chargé de l’exécution du présent arrêté. Namur, le 5 juillet 2007. Le Ministre-Président, E. DI RUPO Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique, Ph. COURARD

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 3564

[2007/202563]

5. JULI 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Einführung der allgemeinen Gemeindebuchführungsordnung in Ausführung von Artikel L1315-1 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung, insbesondere Artikel L1315-1; Aufgrund des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, insbesondere Artikel 87 in dem bestimmt wird, dass ″die allgemeine Gemeindebuchführungsordnung auf die öffentlichen Sozialhilfezentren mit Ausnahme der von ihnen abhängenden Krankenhäuser anwendbar ist, unter Vorbehalt der von der Regierung erlassenen abweichenden Regeln″; Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 2. August 1990 zur Einführung der allgemeinen Gemeindebuchführungsordnung; Aufgrund des am 12. März 2007 abgegebenen Gutachtens des ″Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne″ (Hoher Rat der Städte, Gemeinden und Provinzen der wallonischen Region); Aufgrund des am 14. Juni 2007 in Anwendung des Artikels 84 Absatz 1 1o der koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens des Staatsrats; Auf Vorschlag des Ministers der inneren Angelegenheiten und des öffentlichen Dienstes, Beschließt: ALLGEMEINE GEMEINDEBUCHFÜHRUNGSORDNUNG TITEL I — Allgemeine Bestimmungen Artikel 1 - Für die Anwendung vorliegender Ordnung ist zu verstehen unter: 1o ″ordentlicher Dienst des Haushaltsplans″: die Gesamtheit der Einnahmen und Ausgaben, die im Laufe jedes Finanzjahres mindestens einmal vorkommen und der Gemeinde regelmäßige Einkünfte und eine regelmäßige Arbeitsweise garantieren, darin einbegriffen die periodische Rückzahlung der Schuld; 2o ″außerordentlicher Dienst des Haushaltsplans″: die Gesamtheit der Einnahmen und Ausgaben, die den Umfang, den Wert und die Erhaltung des Gemeindevermögens mit Ausnahme der laufenden Unterhaltsarbeiten direkt und dauerhaft beeinflussen; er umfasst auch die für dieselben Zwecke gewährten Zuschüsse und Darlehen, die Beteiligungen und Kapitalanlagen mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr sowie die vorzeitigen Rückzahlungen der Schuld; 3o ″Abänderung des Haushaltsplans″: jeder vom Gemeinderat nach Feststellung des Haushaltsplans angenommene Beschluss, der zur Schaffung, Streichung oder Abänderung eines oder mehrerer Haushaltsmittelbeträge führt; 4o alle außerordentlichen Buchführungsverrichtungen, sowohl in der Haushaltsbuchführung als in der allgemeinen Buchführung, werden mit einer EDV-Bezugsnummer gekennzeichnet, die als ″außerordentliche Entwurfsnummer″ bezeichnet wird. Als außerordentlicher Entwurf gilt die Gesamtheit der Einnahmen und Ausgaben, die für ein gleiches Investitionsziel bestimmt sind, von der Projektierung bis zur kompletten Vollendung. Die Anwendungsmodalitäten der vorliegenden Bestimmung und die einschlägigen Unterlagen werden vom Minister erlassen; 5o ″funktioneller und wirtschaftlicher Kode″: die numerische Identifikation mit zwei Serien von mindestens drei Ziffern, die die Bestimmung und die Art des Haushaltsmittelbetrags festlegt, auf den sie sich bezieht; die Gesamtheit der funktionellen und wirtschaftlichen Kodes bildet die funktionelle und wirtschaftliche Klassifikation; 6o ″Journal″: das Buchführungsregister, das chronologisch und ohne Ausgleich alle Buchführungsverrichtungen pro Konto aufführt; es besteht aus zwei getrennten Teilen: — dem Journal der Haushaltsverrichtungen; — dem Journal der allgemeinen Verrichtungen; 7o ″Hauptbuch″: das Buchführungsregister, das die ins Journal eingetragenen Verrichtungen pro Konto aufführt; es besteht aus zwei getrennten Teilen: — dem Hauptbuch der Haushaltsverrichtungen; — dem Hauptbuch der allgemeinen Verrichtungen; 8o ″Zahlungsanweisung″: der dem Gemeindeeinnehmer vom Gemeindekollegium schriftlich erteilte Befehl, den darauf angegebenen Betrag an den erwähnten Anspruchsberechtigten zu zahlen; 9o ″Gemeindeeinnehmer″: der lokale Einnehmer oder der Bezirkseinnehmer; 10o ″Abhebung von Amts wegen″: jede durch das Gesetz oder aufgrund des Gesetzes auferlegte und ohne vorherige Erlaubnis der Gemeinde erfolgte Abhebung von einem von ihr bei einem Finanzinstitut eröffneten Konto;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 11o ″Kassenvorrat der Gemeinde″: die Gesamtheit der verfügbaren oder für höchstens ein Jahr angelegten Gelder und Werte; 12o ″Einnahmeanrecht″: jeder Betrag, den eine bestimmte Drittperson im Laufe eines bestimmten Rechnungsjahres der Gemeinde erwiesenermaßen schuldet; 13o ″festgestelltes Anrecht″: das Einnahmeanrecht, das in der Buchführung registriert worden ist; 14o ″Straßen- und Wegenetz″: die Gesamtheit der öffentlichen Verkehrsstraßen und -wege, Erdarbeiten, Belag, Zubehör, Kanalisation, Beschilderung, Bauwerke, Wasserläufe und Wasserflächen einbegriffen; 15o Übertragungen zwischen Diensten, Reservefonds und Rückstellungen für Risiken und Aufwendungen: die Arten der Vorfinanzierung von künftigen Lasten oder der Bildung von Reserven oder Rückstellungen. Man unterscheidet zwischen: — Übertragungen zwischen Diensten: Bewegungen über den funktionellen Kode ″Abhebungen″ zwischen Diensten und Reservefonds (unter dem einzigen Vorbehalt der von dem CRAC gewährten Darlehen, die die einzige Ausnahme von Bewegungen zwischen außerordentlichen und ordentlichen Haushaltsmitteln bilden und während des eigentlichen Rechnungsjahrs zustande kommen); — ordentlicher oder außerordentlicher Reservefonds: sie ermöglichen die Eintragung bestimmter Einnahmen und Ausgaben ins Gesamtergebnis des Haushaltsplans. Sie können genau zur Deckung bestimmter Ausgaben dienen oder allgemein bleiben, ohne spezifische Zweckbestimmung; — Rückstellung für Risiken und Aufwendungen: die Bildung von Rückstellungen für Risiken und Aufwendungen zielt darauf ab, eine Planung bestimmter künftiger Ausgaben in die Gemeindebuchführung einzuführen. Es muss sich um Ausgaben betreffend ein künftiges Haushaltsjahr handeln, die hinsichtlich ihres Grundsatzes sicher oder zumindest sehr wahrscheinlich sind, hinsichtlich ihrer Art bzw. ihres Gegenstands sehr gut abgegrenzt sind, hinsichtlich ihrer Höhe jedoch unbestimmt sind. Sie ermöglicht die Rückführung und Eintragung der Einnahmen, die für das eigentliche Rechnungsjahr eines späteren Haushaltsplans in der betroffenen Funktion notwendig sind; 16o der Minister: der Minister der inneren Angelegenheiten. Art. 2 - Die Anwendungsmodalitäten für die in Artikel 1 4o vorgesehenen Bestimmungen und die einschlägigen Unterlagen werden vom Minister erlassen. Art. 3 - § 1 - Ein Reservefonds darf nie in das eigentliche Rechnungsjahr eines Haushaltsplans zurückgeführt werden; es darf nur ins gesamte Ergebnis durch die Funktion 060, und dies systematisch in den Dienst, dem er angehört, zurückgeführt werden. § 2 - Es ist untersagt, eine Rückstellung zu bilden, und diese im Laufe desselben Haushaltsjahrs zu benutzen. Es ist ebenfalls untersagt, Abhebungen und Rückstellungen zu vertauschen. Dadurch werden beide Begriffe rechtswidrig verwechselt und wird die Art der betroffenen Mittel geändert, was ein grober gegen Artikel 7 und 8 der vorliegenden Ordnung bildet. Art. 4 - Alle Protokolle des Rats und des Kollegiums werden unverzüglich dem Gemeindeeinnehmer notifiziert. Beschlüsse der Aufsichtsbehörde teilt das Gemeindekollegium dem Gemeinderat und dem Gemeindeeinnehmer mit. Art. 5 - Das Gemeindekollegium legt die Art und Weise fest, wie die Belege der Eintragungen und Hinterlegungen, sowie alle anderen Akte, aus denen die Anrechte der Gemeinde hervorgehen, aufbewahrt werden. Art. 6 - Die Finanzkonten werden vom Gemeindeeinnehmer auf den Namen der Gemeinde eröffnet, nachdem das Kollegium sein Einverständnis gegeben hat. Sie werden vom Gemeindeeinnehmer verwaltet, und die Post wird direkt an ihn gerichtet. TITEL II — Der Haushaltsplan KAPITEL I — Allgemeines Art. 7 - Der Haushaltsplan umfasst die genaue Schätzung aller Einnahmen und aller Ausgaben, die im Laufe des Finanzjahres getätigt werden können, mit Ausnahme der für Rechnung Dritter verrichteten oder nur dem Barmittelbestand betreffenden Geldbewegungen. Er legt u.a. die gesamten Folgen der vorgesehenen Investitionen auf den ordentlichen Dienst dar. Der Haushaltsplan erwähnt jedoch nur das Ergebnis der individuellen Haushaltspläne der gemäß Artikel L1231-1 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung in Regien organisierten Gemeindeeinrichtungen und -dienste industrieller oder kommerzieller Art. Innerhalb des Haushaltsplans wird unterschieden zwischen dem ordentlichen Dienst und dem außerordentlichen Dienst und innerhalb eines jeden dieser Dienste zwischen dem eigentlichen Finanzjahr und den vorherigen Rechnungsjahren. Jede Eintragung einer neuen Steuereinnahme muss durch eine vom Gemeinderat gewählte Verordnung begründet werden. Art. 8 - Die Einnahmen und die Ausgaben sowie ihr Ergebnis werden unwiderruflich auf ein Rechnungsjahr und einen Dienst angerechnet. KAPITEL II — Der Haushaltsplan Art. 9 - Wenn die Haushaltsmittel ausreichen, kann der Gemeinderat in seinem Haushaltsplan Mittel bereitstellen: 1o für gewinnbringende Anlagen mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr; 2o für den Erwerb von Staatspapieren oder Effekten; 3o für die vorzeitige Rückzahlung der teuersten Anleihen; 4o für die Bildung: a) von Rückstellungen oder ordentlichen oder außerordentlichen Reservefonds; b) von außerordentlichen Einnahmen, die dem ordentlichen Dienst zu entnehmen sind, um außerordentliche Ausgaben des Rechnungsjahrs zu decken. Art. 10 - Der in den Haushaltsplan eingetragene geschätzte Überschuss oder das darin eingetragene geschätzte Defizit der vorherigen Rechnungsjahre ergibt sich aus dem Haushaltsplan des vorigen Rechnungsjahres und seinen eventuellen Abänderungen.

43923

43924

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Sobald die Haushaltsrechnung dieses vorigen Rechnungsjahres vom Gemeinderat abgeschlossen ist, wird der im Haushaltsplan eingetragene geschätzte Überschuss oder das darin eingetragene geschätzte Defizit im Wege einer Abänderung des Haushaltsplans durch den Überschuss beziehungsweise das Defizit ersetzt, der beziehungsweise das sich aus der so abgeschlossenen Rechnung ergibt. Wenn durch diese Abänderung ein Defizit entsteht oder das Defizit ansteigt, trifft der Gemeinderat geeignete Maßnahmen, um das Haushaltsgleichgewicht wiederherzustellen. Art. 11 - Die Ausgabenhaushaltsmittel können zu keinen anderen Zwecken benutzt werden als zu denen, die ihnen im Haushaltsplan zugewiesen sind. Sie sind beschränkt, mit Ausnahme derjenigen, die sich auf Ausgaben beziehen, deren Beträge von Amts wegen abgehoben werden. Die in Absatz 2 erwähnte Beschränkung kommt, was die Ausgaben im ordentlichen Dienst betrifft, zur Anwendung auf die Gesamtheit der Mittel, die dieselben - auf die ersten drei Ziffern des funktionellen Kodes und die ersten zwei Ziffern des wirtschaftlichen Kodes beschränkten - funktionellen und wirtschaftlichen Kodes tragen. Die Ausgabenhaushaltsmittel betreffend die Registrierung von nicht einzutreibenden Forderungen, die keine Auszahlung mit sich bringen, können als nicht beschränkt betrachtet werden. Art. 12 - Das Gemeindekollegium erstellt den Entwurf des Haushaltsplans, nachdem es die Stellungnahme einer Kommission eingeholt hat, in der mindestens ein dazu bestimmtes Mitglied des Kollegiums, der Sekretär und der Gemeindeeinnehmer sitzen. Diese Kommission muss ihre Stellungnahme über die Gesetzmäßigkeit und die vorhersehbaren finanziellen Folgen des Haushaltsplanentwurfs geben, einschließlich der Projektierung der Auswirkung der bedeutsamen Investitionen auf den ordentlichen Dienst über mehrere Rechnungsjahre. Im schriftlichen Bericht dieser Kommission muss die Stellungnahme jedes ihrer Mitglieder, so wie sie während der Versammlung erörtert worden ist, deutlich ersichtlich sein, auch wenn die Stellungnahme auf eine einzige Weise dargelegt werden muss. Dieser Bericht muss dem dem Gemeinderat vorgelegten Haushaltsplanentwurf und dem der Zustimmung der Aufsichtsbehörde vorgelegten Haushaltsplan beigefügt werden. Dieses Verfahren muss ebenfalls auf alle späteren Abänderungen des Haushaltsplans angewandt werden. Die Stellungnahme jedes der Mitglieder dieser Kommission muss im Bericht der Kommission deutlich aufgenommen werden wenn abweichende Ansichten zum Vorschein kommen. Das Nichtvorhandensein der Stellungnahme dieser Kommission kann nur zur Nichtzustimmung des Haushaltsplans (oder der betroffenen Abänderung des Haushaltsplans) führen. Der schriftliche Bericht dieser Kommission wird nach dem vom Minister festgelegten Muster erstellt. Art. 13 - Sobald der Haushaltsplan endgültig festgestellt ist, ist er ausführbar, unbeschadet der Kontrolle der Ausführung der darin eingetragenen Mittel durch die Aufsichtsbehörde und den Gemeindeeinnehmer. Art. 14 - § 1 - Vor der definitiven Feststellung des Haushaltsplans können anhand provisorischer Mittel Ausgaben des ordentlichen Dienstes getätigt werden, für die ausführbare Mittel im Haushaltsplan des vorigen Rechnungsjahres eingetragen waren. Wenn der Haushaltsplan jedoch noch nicht verabschiedet ist, werden die provisorischen Mittel vom Gemeinderat festgestellt und, falls das Gesetz oder das Dekret es verlangt, von der Aufsichtsbehörde gebilligt. § 2 - Die provisorischen Mittel dürfen pro abgelaufenen oder begonnenen Monat nicht höher sein als ein Zwölftel: 1o der Haushaltsmittel des vorigen Rechnungsjahres, wenn der Haushaltsplan des Rechnungsjahres noch nicht verabschiedet ist; diese Einschränkung findet keine Anwendung auf die Ausgaben für die Entlohnung des Personals, die Zahlung der Versicherungsprämien, der Steuern und aller Ausgaben, die für die reibungslose Funktion des öffentlichen Dienstes strikt notwendig ist; in letzterem Falle kann die Ausgabenverpflichtung nur nach einem begründeten Beschluss des Kollegiums vorgenommen werden, der bei der nächsten Sitzung des Gemeinderats ratifiziert wird; 2o der Haushaltsmittel des laufenden Rechnungsjahres, wenn der Haushaltsplan des Rechnungsjahres bereits verabschiedet ist. Art. 15 - Die Abänderungen des Haushaltsplans unterliegen denselben Verfahren wie der Haushaltsplan. Sie sind für jeden Haushaltsmittelbetrag ordnungsgemäß zu rechtfertigen. Jede ordentliche und/oder außerordentliche Abänderung des Haushaltsplans wird durch einen einzigen und selben Beschluss des Gemeinderats verabschiedet. Der Aufsichtsbehörde werden nach dem 15. November des Rechnungsjahres nur die Abänderungen des Haushaltsplans übermittelt, die für die reibungslose Funktion der Gemeinde strikt notwendig sind, und die nicht vor diesem Datum im Haushaltsplan berücksichtigt werden konnten. Der Gemeinderat darf keine gesonderte außerordentliche Abänderung des Haushaltsplans verabschieden, außer wenn sie keine Auswirkung auf den ordentlichen Dienst hat. Art. 16 - Die Haushaltsmittel, die notwendig sind, um die aufgrund Artikel L1311-5 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung getätigten Ausgaben und diejenigen, die durch Abhebungen von Amts wegen erfolgt sind, zu decken, sowie die Haushaltsmittel, die sich auf unvorhergesehene Einnahmen beziehen, müssen für die nächste Sitzung des Gemeinderats aufgenommen sein. TITEL III — Vermögen und Geschäftsführung KAPITEL I — Vermögen und Bilanz Art. 17 - § 1 - Die allgemeine Lage der Gemeinde am 31. Dezember eines jeden Rechnungsjahres wird durch eine Bilanz bestimmt. § 2 - Die Aktiva der Bilanz, die aus der Gesamtheit der Vermögenswerte und der Anrechte bestehen, welche durch Verwendung der Werte der Passiva zusammenkommen, umfassen: 1o das Anlagevermögen, das die von der Gemeinde auf Dauer erworbenen Güter darstellt, nämlich: a) die immateriellen Anlagen; b) die Sachanlagen, die das unbewegliche und das bewegliche Vermögen umfassen; c) die gewährten Kredite und Darlehen; d) die Finanzanlagen; 2o das Umlaufvermögen, das die Vermögenswerte und die Anrechte der Gemeinde darstellt, nämlich: a) die Vorräte;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD b) die Forderungen mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr; c) die Geldanlagen mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr; d) die verfügbaren Werte; e) die Ausgleichskonten. § 3 - Die Passiva der Bilanz, die die Herkunft der Mittel angeben, über die die Gemeinde verfügt, um ihre Ziele zu verwirklichen, umfassen: 1o die Eigenmittel, die die von der Gemeinde investierten Mittel sind, deren Eigentümer sie ist, nämlich: a) das Ursprungskapital; b) die kapitalisierten Ergebnisse; c) die Ergebnisse der vorherigen Rechnungsjahre; d) die Rücklagen; e) die erhaltenen Investitionszuschüsse; f) die Rückstellungen für Risiken und Aufwendungen; 2o die Fremdmittel oder die Schulden, welche die der Gemeinde von Dritten zur Verfügung gestellten Mittel sind, nämlich: a) die Schulden mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr; b) die Schulden mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr; c) die Verrichtungen für Rechnung Dritter; d) die Ausgleichskonten. § 4 - In der Ausgangsbilanz besteht das Ursprungskapital aus der Differenz zwischen den Aktiva und dem Gesamtbetrag der Schulden, der Rücklagen, des kumulierten Ergebnisses der vorherigen Rechnungsjahre, der erhaltenen Investitionszuschüsse und der Rückstellungen für Risiken und Aufwendungen. Aus der Differenz zwischen den Aktiva und den Schulden ergibt sich das Nettovermögen der Gemeinde. Diese Vermögenslage wird jedes Jahr durch die Übernahme des Saldos der Ergebnisrechnung des abgeschlossenen Rechnungsjahres angepasst. § 5 - Alle Bilanzwerte werden in Euro angegeben. Art. 18 - Die Ergebnisrechnung umfasst die vergleichende Buchung von und die Differenz zwischen den Erträgen und den Aufwendungen der Gemeinde im Laufe des Rechnungsjahrs. Es gibt drei Arten von Erträgen und Aufwendungen: 1o laufende Erträge und Aufwendungen: sie bestehen aus den festgestellten Anrechten und den Ausgaben, die auf die Artikel des ordentlichen Dienstes im Haushaltsplan angerechnet werden; 2o Erträge und Aufwendungen, die sich aus den normalen Schwankungen der Bilanzwerte oder aus den Wiederherstellungen der Aufwendungen und Erträge ergeben. Sie ergeben sich insbesondere: a) aus Zuführungen an die Abschreibungen und Rückstellungen für Risiken und Aufwendungen; b) aus Vorratsschwankungen; c) aus Kontenwiederherstellungsvorgängen betreffend die Anrechnung periodischer Rückzahlungen von Anleihen; d) aus Einbringungen von in eigener Regie ausgeführten Arbeiten in das Anlagevermögen; e) aus in Artikel 21 § 1 erwähnten Neubewertungen von Gütern des Anlagevermögens; 3o außergewöhnliche Erträge und Aufwendungen sowie Rücklagen: a) Die Erträge dieser Art ergeben sich insbesondere: — aus in Artikel 21 § 2 erwähnten Neubewertungen von Gütern des Anlagevermögens; — aus Mehrwerten bei der Abtretung von Gütern des Anlagevermögens; — aus außergewöhnlichen Schadenersatzleistungen für Güter des Anlagevermögens; — aus Abhebungen von den Rücklagen; — aus anderen außergewöhnlichen Einbringungen des ordentlichen oder des außerordentlichen Dienstes. b) Die Aufwendungen dieser Art ergeben sich insbesondere: — aus in Artikel 21 § 2 erwähnten Neubewertungen von Gütern des Anlagevermögens; — aus außergewöhnlichen Mehrwerten, die auf den von der Gemeinde begebenen öffentlichen Anleihen registriert werden; — aus der in Artikel 51 vorgesehenen Eintragung von Gemeindesteuern, Schuldforderungen und gewährten Krediten und Darlehen unter die nicht einzutreibenden und uneintreibbaren Forderungen; — aus Minderwerten bei der Abtretung oder anlässlich des Verlustes von Gütern des Anlagevermögens; — aus außergewöhnlichen Schadenersatzleistungen an Dritte durch die Gemeinde; — aus Zuführungen an die Wertminderungen; — aus Zuführungen an die ordentlichen und außerordentlichen Rücklagenfonds. In der Ergebnisrechnung sind folgende Ergebnisse angeführt: a) der Betriebsüberschuss oder das Betriebsdefizit: das Ergebnis, das aus der allgemeinen Buchführung hervorgeht und durch den Vergleich der unter den Nummern 1 und 2 erwähnten Aufwendungen und Erträge bestimmt wird; b) der außergewöhnliche Überschuss oder das außergewöhnliche Defizit: das Ergebnis, das aus der allgemeinen Buchführung hervorgeht und durch den Vergleich der unter der Nummer 3 erwähnten Aufwendungen und Erträge bestimmt wird; c) der Überschuss oder das Defizit des Rechnungsjahres: das Betriebsergebnis zuzüglich des außergewöhnlichen Ergebnisses. Art. 19 - Die Gemeindeverwaltung führt ein detailliertes Inventar all ihrer beweglichen und unbeweglichen Güter mit einer Abschreibungsdauer von mehr als einem Jahr. Für das Kleinmobiliar und Kleinwerkzeug, das mit Mitteln des ordentlichen Haushaltsplans erworben wird, wird gemäß den Richtlinien des Ministers ein System zur Begleitung der Güter eingeführt.

43925

43926

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Auf der Grundlage eines im Kollegium erlassenen Dokuments wird der Gemeindeeinnehmer unverzüglich über die Verluste, Diebstähle oder die Deklassierung der in den Aktiva aufgenommenen Güter informiert, sowie über jeden Vorgang, der Auswirkungen auf die Passiva hat; er nimmt sofort die Berichtigung der in der Bilanz aufgenommenen Werte vor. Der Gemeindeeinnehmer teilt den kommunalen Dienststellen jährlich eine Liste der individuellen Konten der in den Aktiva aufgenommenen Güter zwecks Prüfung mit. Art. 20 - In der Buchführung wird zwischen dem Wert des Grundstücks und demjenigen der sich darauf befindenden Immobilien unterschieden. Art. 21 - § 1 - Die Güter des unbeweglichen Vermögens werden jährlich neu bewertet mit Ausnahme der Waldungen auf dem Stück. Die Neubewertung erfolgt nach der Art des Gutes — entweder aufgrund des Indexes der Preise im Bausektor — oder aufgrund des für die Gemeinde entstehenden Aufkommens der Zuschlaghundertstel auf den Immobiliensteuervorabzug. Der Minister bestimmt, welches dieser beiden Kriterien im jeweiligen Fall anzuwenden ist. Was das Straßen- und Wegenetz betrifft, wird nur das Gelände jährlich neu bewertet. § 2 - Falls bedeutende und nicht rein gelegentliche Marktschwankungen auftreten sollten, kann der Minister eine außergewöhnliche Neubewertung der Güter des unbeweglichen Vermögens anordnen, unter der Voraussetzung, dass keins der in § 1 erwähnten Kriterien ausreicht, um diesen Schwankungen Rechnung zu tragen. Art. 22 - Die Abschreibung erfolgt jährlich und ist linear. Die Güter werden gemäß der Anlage zu vorliegendem Erlass abgeschrieben. Die Investitionszuschüsse müssen so reduziert werden, wie das Gut, für das der Zuschussbetrag gewährt wurde, abgeschrieben wird. Art. 23 - Die Gemeinde kann gemäß den vom Minister festgelegten Regeln eine Verwaltung der Vorräte vorsehen. Art. 24 - In Abweichung von Artikel 52 werden die Zahlung von Nettolohnkosten und die Einziehung eines Ertrags bezüglich des nachfolgenden Rechnungsjahres erlaubt und auf ein Ausgleichskonto angerechnet, das das Ergebnis des Rechnungsjahrs nicht beeinflusst. Bei der Eröffnung des nächsten Rechnungsjahres werden diese Konten durch die Registrierung eines festgestellten Anrechts oder einer Anrechnung abgeschlossen. KAPITEL II — Anleihen Art. 25 - Auf Beschluss des Gemeinderats kann die Gemeinde Anleihen aufnehmen, um den Betrag der außerordentlichen Ausgaben zu decken. Die Frist für die Rückzahlung der Anleihen darf nicht länger sein als die Dauer der Abschreibung der Güter, für die diese Anleihen aufgenommen wurden. Das Schuldenverzeichnis erwähnt pro Jahr und pro Anleihe die Rückzahlungsraten und die geschuldeten Zinsen auf der Grundlage der geltenden Zinssätze. Art. 26 - Vor der Erstellung der Bilanz werden die Schulden mit einer Laufzeit von mehr als einem Jahr um den Betrag der Rückzahlungsraten reduziert, die im Laufe des kommenden Rechnungsjahrs fällig sind und bei den Schulden mit einer Laufzeit bis zu einem Jahr eingetragen werden. Art. 27 - § 1 - Außer bei einer gegenteiligen Abmachung können die Gemeinden die Wertpapiere ihrer eigenen Anleihen erwerben, allerdings nur im Hinblick auf eine vorzeitige Zahlung. Der Betrag der zu diesem Zweck im Gemeindehaushaltsplan eingetragenen Haushaltsmittel wird einem Fonds für die Rückzahlung öffentlicher Anleihen zugewiesen. Der Teil der ordentlichen Jahresraten, der dem normalen Rückzahlungswert und den Zinsen der vorzeitig zurückgezahlten Obligation und Wertpapiere entspricht, wird an den Fälligkeitstagen demselben Fonds zugewiesen. Die zurückgekauften Wertpapiere können nicht wieder in Umlauf gebracht werden. § 2 - Durch das Anbringen eines wischfesten Stempels werden 1o die zurückgekauften Wertpapiere bei ihrem Rückkauf 2o die zurückgezahlten Wertpapiere bei ihrer Rückzahlung 3o die nach Fälligkeitsterminen klassierten Zinsscheine bei ihrer Zahlung sofort für nichtig erklärt. § 3 - Mindestens einmal im Jahr wird die Nichtigkeit der eingelösten und zurückgezahlten Obligationen und Wertpapiere sowie der dazugehörigen Zinsscheine durch ein vom Gemeindekollegium gebilligtes und in den Gemeindearchiven hinterlegtes Protokoll festgestellt. Eine Kopie dieses Protokolls wird den Jahresrechnungen als Beleg für die erfolgten Rückzahlungen und Zahlungen beigefügt. KAPITEL III — Barmittelbestand und angelegtes Geld Art. 28 - Das Gemeindekollegium sorgt dafür, dass der Kassenvorrat der Gemeinde genügend Kassenmittel umfasst, um den Verpflichtungen der Gemeinde jederzeit nachzukommen und ihre Ausgaben begleichen zu können. Es sorgt auch dafür, dass die Beschlüsse, Steuern zu erheben, Anleihen aufzunehmen oder Krediteröffnungsverträge zu schließen, unverzüglich gefasst und ausgeführt werden. Auf Beschluss des Gemeinderats kann die Gemeinde Krediteröffnungsverträge schließen durch Einkalkulierung von zu erwartenden Zuschüssen oder anderen im Haushaltsplan vorgesehenen Einnahmen. Art. 29 - Anlagen von besonderen Fonds aus Schenkungen und Legaten mit festgelegter Bestimmung sowie die Einkünfte aus diesen Anlagen werden auf die jedem dieser Fonds eigenen Artikel des Haushaltsplans angerechnet. Diese Anlagen werden sowohl im Inventar als auch in der Buchführung getrennt verwaltet. Art. 30 - Die Anlagen dürfen nur bei Finanzinstituten getätigt werden, die, je nach Fall, den Vorschriften der Artikel 7, 65 und 66 des Gesetzes vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute genügen, unter der ausdrücklichen Bedingung, dass eine Garantie der Rückzahlung des angelegten Kapitals vorgesehen wird. Anlagen mit einer Laufzeit von weniger als einem Jahr unterliegen der Verantwortung des Gemeindeeinnehmers. Anlagen mit einer Laufzeit von weniger als einem Jahr werden vom Gemeindeeinnehmer in Übereinstimmung mit den Artikeln L1222-1 bis 4 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung getätigt.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 31 - § 1 - Der Gemeindeeinnehmer ist für den Kassenvorrat verantwortlich, mit Ausnahme des Kassenvorrats der Konten Dritter und des Kassenvorrats der Gemeinderegien, die nicht im Rahmen seiner Aufgabe verwaltet werden. Die Gelder des Kassenvorrats werden in der Buchführung, bei der jede Geldbewegung registriert wird, getrennt verwaltet. § 2 - Im Falle, wo eine punktuelle oder regelmäßige Aktivität der Gemeinde Barzahlungen erfordert, ohne dass es materiell möglich ist, das in Artikel 51 vorgesehene Verfahren der Ausgabenverpflichtung, -anweisung und Ausstellung der Auszahlungsanweisung zu beachten, kann der Gemeinderat beschließen, einem namentlich zu diesem Zweck bestimmten Bediensteten der Gemeinde einen Kassenvorschuss zu gewähren, dessen Höchstbetrag durch die Art der Verrichtungen gerechtfertigt ist. In diesem Fall bestimmt der Gemeinderat die Art der Zahlungsverrichtungen, die getätigt werden können. Dieser Vorschuss wird zur Höhe seines Betrags in der kommunalen Kassenlage aufgenommen. Der über den Gemeindebeschluss verfügende Einnehmer zahlt den Betrag des Kassenvorschusses an die vom Rat bestimmte verantwortliche Person, oder überweist diesen Betrag auf das zu diesem Zweck auf den Namen der verantwortlichen Person eröffnete Konto in Übereinstimmung mit dem Beschluss des Rates. Wenn reguläre Anweisungen vorliegen, denen die entsprechenden Belege beigefügt sind, führt der Einnehmer die entsprechenden Vorauszahlungen in Höhe des angewiesenen Betrags vor. Für jeden Vorschuss erstellt die verantwortliche Person eine chronologische Abrechnung der getätigten Kassenbewegungen. Diese Abrechnung wird den Belegen des Jahresabschlusses beigefügt, die die Ratsmitglieder zur Einsicht nehmen können. Art. 32 - Außer in Ausnahmefällen führt der Gemeindeeinnehmer die Zahlungen durch Banküberweisung, elektronische Überweisung, Ausstellung von Schecks oder gleichgestellten Bankunterlagen durch. Er sorgt dafür, dass die bei den verschiedenen kommunalen Dienststellen eingeholten Bargeldmittel regelmäßig auf bei Finanzinstituten eröffneten Konten eingezahlt werden. Art. 33 - Der Gemeindeeinnehmer ist verantwortlich für Zinsverluste, die zurückzuführen sind auf: 1o durch ihn verschuldete Verspätungen bei der Eintreibung der Gemeindesteuern und -einkünfte; 2o das Festhalten von Gemeindegeldern in der Kasse oder auf unproduktiven Konten über die vom Kollegium festgelegten Normen hinaus; 3o das Beibehalten eines negativen Saldos auf den laufenden Konten, wenn die in der Kasse verbliebenen Gelder weit mehr als nur ausreichen, um die nächstfälligen Zahlungen zu verrichten. TITEL IV — Buchführung KAPITEL I — Allgemeines Art. 34 - Das Gemeindekollegium und, unter seiner Aufsicht, der Gemeindeeinnehmer, sind mit der Buchführung der Gemeinde beauftragt. Das Gemeindekollegium stellt der Einnehmer die zur Ausübung seiner Zuständigkeiten notwendigen materiellen Mittel sowie das nötige Personal zur Verfügung. Art. 35 - § 1 - Am Abschluss jedes Rechnungsjahres müssen folgende Dokumente ausgedruckt und auf Papier archiviert werden: 1. das Hauptbuch der Haushaltsartikel; 2. das Hauptbuch der allgemeinen Konten. Das Gemeindekollegium sorgt dafür, dass die Buchführungsdaten regelmäßig auf einen EDV-Träger gespeichert werden, der sich außerhalb des Gebäudes befindet, in dem die EDV-Ausrüstungen, die die Buchführungsdaten enthalten, untergebracht sind. § 2 - Jede Buchung beruht auf Belegen. Auf den Belegen stehen: 1o eine laufende Nummer entsprechend ihrer Buchung, 2o das Rechnungsjahr, 3o die Nummer des Artikels des Haushaltsplans; 4o ein Kontrollvermerk über das festgestellte Anrecht oder die Verpflichtung. Von Dritten ausgestellte Belege, die sich auf Dienstleistungen oder Lieferungen an die Gemeinde beziehen, werden außerdem mit einem Sichtvermerk als Empfangsbestätigung versehen. § 3 - Die Buchungen werden Tag für Tag vom 1. Januar bis zum 31. Dezember vorgenommen. Jede Eintragung trägt eine laufende Nummer. Es dürfen keine Leerstellen noch Zwischenräume gelassen werden. Jede Richtigstellung wird durch ein Kennzeichen am Anfang der Zeile hervorgehoben. Vor jedem negativen Betrag steht ein Kennzeichen. § 4 - Die Erhöhungen der Aktivkonten und der Aufwendungskonten werden auf der Debetseite gebucht und die Verminderungen auf der Kreditseite. Die Erhöhungen der Passivkonten und der Ertragskonten werden auf der Kreditseite gebucht und die Verminderungen auf der Debetseite. Die Bewegungen der allgemeinen Konten bewirken, dass, wenn ein Konto belastet wird, einem anderen dafür gutgeschrieben wird. § 5 - Es können zu den Büchern der Hauptbuchführung auch Nebenbücher angelegt werden, wenn der Umfang der Verrichtungen es erforderlich macht. Diese Nebenbücher werden nach denselben Regeln geführt wie die Bücher der Hauptbuchführung. § 6 - Die Bücher werden mindestens einmal im Monat abgeschlossen. Bei jedem Abschluss erstellt der Gemeindeeinnehmer ein Dokument über die Kassenlage, aus dem hervorgeht, dass die Buchungen mit dem Kassenvorrat übereinstimmen, welches er dem Kollegium zur Information übermittelt. § 7 - Die Bücher und Belege werden vom Gemeindeeinnehmer bis zum definitiven Abschluss der Rechnungen aufbewahrt. Sie werden während dreißig Jahren in der Gemeinde aufbewahrt.

43927

43928

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 8 - Nach vom Minister erlassenen Kriterien und unter Beachtung der Bestimmungen zum Schutz des Privatlebens müssen die für die Buchführung benutzten EDV-Systeme im Hinblick auf die Bildung einer lokalen Bank von standardisierten Buchführungsdaten ein Modul für die Extraktion der Daten umfassen, worunter eine Extraktion der konstitutiven Daten der Haushaltspläne, der Abänderungen des Haushaltspläne, des Rechnungen und ihrer gesetzmäßigen Anlagen den zuständigen Dienststellen der Wallonischen Region übermittelt wird. § 9 - Bankauszüge in numerischer Form werden als Belege akzeptiert, unter der Voraussetzung, dass ihre elektronische Beglaubigung vorhanden ist. In diesem Fall sind die in § 2 vorliegenden Artikels vorgesehenen Angaben gegenstandslos. Art. 36 - In der Haushaltsbuchführung werden registriert und gerechtfertigt: 1o bei den Einnahmen: die Einnahmeanrechte, die nicht einzutreibenden und die uneintreibbaren Forderungen; 2o bei den Ausgaben: die Ausgabenverpflichtungen und die Anrechnungen. Die Haushaltsbuchführung wird nach der Methode der einfachen Buchführung geführt mittels des Journals und des Hauptbuchs der Haushaltsverrichtungen. Aus ihr ergibt sich nach Ablauf des Rechnungsjahrs die Haushaltsrechnung. Innerhalb der Haushaltsrechnung wird unterschieden zwischen dem ordentlichen Dienst und dem außerordentlichen Dienst und innerhalb eines jeden dieser Dienste zwischen dem eigentlichen Finanzjahr und den vorherigen Rechnungsjahren. Art. 37 - In der allgemeinen Buchführung werden die Bewegungen der Bilanzwerte, die Aufwendungen und die Erträge registriert. Sie wird nach der Methode der doppelten Buchführung geführt mittels des Journals und des Hauptbuchs der allgemeinen Verrichtungen. Aus ihr ergibt sich nach Ablauf des Rechnungsjahrs die Bilanz und die Ergebnisrechnung. Art. 38 - § 1 - Den allgemeinen Konten der Bilanz werden die erforderlichen individuellen Konten beigefügt. Zu jeder Zeit muss die Bilanz der allgemeinen Konten durch die Bilanz der individuellen Konten gerechtfertigt werden. § 2 - Die allgemeinen Konten der Aufwendungen und Erträge können so aufgegliedert oder zusammengefügt werden, dass deren Analyse ermöglicht wird, unter Beachtung der vom Minister verabschiedeten Modalitäten. Art. 39 - Alle Bewegungen der Haushalts- und allgemeinen Buchführung werden im Laufe des Rechnungsjahres registriert, in dem sie erfolgen. Die auf ein anderes Rechnungsjahr anzurechnenden Haushaltsverrichtungen werden durch die Angabe dieses Rechnungsjahrs spezifiziert. Art. 40 - Die funktionelle und wirtschaftliche Klassifikation und die der allgemeinen und individuellen Konten werden vom Minister festgelegt. Er legt auch die Mindestkostenpläne, die auf dieser Klassifikation und auf diesen Konten basierten, sowie die zu führenden Buchführungsdokumente fest. Die Nomenklatur der Koden und Konten ist strikt anzuwenden. KAPITEL II — Einnahmen und Erträge Abschnitt 1 — Einnahmeanrechte und Erträge Art. 41 - § 1 - Allein das Gemeindekollegium stellt die Einnahmeanrechte fest. § 2 - Wenn das Anrecht nicht durch Gesetz oder durch ein beweiskräftiges Dokument erwiesen ist, erstellt das Gemeindekollegium einen Eintreibungsbericht und übermittelt ihn dem Gemeindeeinnehmer mit allen Belegen zur Rechtfertigung des Anrechts und seiner Feststellung. Auf dem Eintreibungsbericht sind der Name und die Adresse des Zahlungspflichtigen, die Art und der Betrag der Forderung sowie das Rechnungsjahr und der Artikel des Haushaltsplans erwähnt. Es kann ein kollektiver Eintreibungsbericht erstellt werden, wenn eine buchhalterische Rechtfertigung und Anrechnung mehrere Forderungen betrifft. § 3 - Auf den Belegen werden das Rechnungsjahr und der Artikel des Haushaltsplans, auf die die Einnahmen angerechnet werden, vermerkt. Art. 42 - § 1. Jedes Einnahmeanrecht wird sofort in der Buchführung registriert, unbeschadet Artikel 48. § 2 - In den folgenden Fällen wird das Einnahmeanrecht festgestellt: 1o sobald der Gemeindeeinnehmer die für vollstreckbar erklärten Heberollen erhält; 2o wenn andere Gemeindebedienstete für die Gemeinde in bar eingenommene Beträge an den Gemeindeeinnehmer auszahlen; 3o bei der Zurverfügungstellung des Anleihebetrags durch die Krediteinrichtung; 4o sobald die Vorschüsse auf die Nettogewinne der Regien eingezahlt sind und, für den der Gemeinde zuerkannten Saldo, sobald der Gemeinderat die Konten der Regie gebilligt hat; 5o bei der Notifizierung der Dividenden, der Gewinnanteile und des Anteils am Gemeindefonds; 6o am Fälligkeitstag, was die Zinsen betrifft; 7o bei Abschluss der Jahresrechnungen, für sich auf das abzuschließende Rechnungsjahr beziehende, der Gemeinde zuerteilte Beträge, die durch Vermittlung der Einnehmer der direkten Steuern einzunehmen bleiben, unter Ausschluss der Anrechte, deren Einforderung noch nicht abgeschlossen ist. Art. 43 - Die allgemeinen Konten werden gleichzeitig mit der Feststellung der Anrechte in der Haushaltsbuchführung fortgeschrieben. Art. 44 - Für Lieferungen, Arbeiten oder Dienstleistungen der Gemeinde zugunsten Dritter werden Rechnungen, Schuldforderungserklärungen oder Eintreibungsberichte in doppelter Ausfertigung ausgestellt. Auf den Rechnungen, Schuldforderungserklärungen und Zahlungsaufforderungen sind alle Auskünfte angegeben, die auf jedem Eintreibungsbericht stehen müssen. Für Anrechte, die auf der Stelle und in bar gegen Ausstellung einer Quittung oder irgendeines anderen Belegs gezahlt werden müssen, einschließlich der Zahlungen auf elektronischen Wege, ist jedoch weder eine Rechnung, Schuldforderungserklärkung oder Zahlungsaufforderung erforderlich. In allen Fällen wird auf den Zahlungsaufforderungen die Nummer des Kontos der Gemeinde erwähnt, auf das der Betrag zu überweisen ist.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 45 - Die Anrechte können in der Haushaltsbuchführung provisorisch festgestellt werden, obwohl sie noch keine Einnahmerechte darstellen. Diese Anrechte werden bei ihrer Feststellung durch Einnahmeanrechte ersetzt. Die provisorisch festgestellten Anrechte werden auf jeden Fall mit Abschluss des Rechnungsjahres gestrichen. Art. 46 - Im Hauptbuch der Haushaltsverrichtungen stehen gegenüber jedem Artikel des Haushaltsplans auf der Einnahmenseite: 1o die Bezeichnung und der Haushaltsmittelbetrag; 2o das Datum und die Nummer des Hauptbelegs zur Rechtfertigung des Einnahmeanrechts, der nicht einzutreiben oder der uneintreibbaren Forderung und ggf. die Nummer des individuellen Kontos; 3o der Betrag der Einnahmerechte, der nicht einzutreibenden und der uneintreibbaren Forderungen, Tag für Tag numeriert und getrennt von den provisorisch festgestellten Anrechten; 4o die Differenz zwischen dem Haushaltsmittelbetrag und dem Total der Einnahmeanrechte unter Abzug der uneintreibbaren und der nicht einzutreibenden Forderungen; 5o das Total der erfolgten Eintreibungen für jedes der festgestellten Anrechte. Art. 47 - Der Gemeindeeinnehmer führt für jeden Zahlungspflichtigen ein individuelles Konto, auf dem außer der Identität des Zahlungspflichtigen 1o das Datum, der Betrag und die Nummer des festgestelltes Anrechts, 2o das Datum, der Betrag und das Zeichen der Eintreibungen, 3o die nicht einzutreibenden und die uneintreibbaren Forderungen angegeben sind Die mittels Rollen oder kollektiver Aufstellungen festgestellten Anrechte können in einem globalen Konto pro Steuer oder Gebühr und pro Rechnungsjahr registriert werden. Abschnitt 2 — Einnahmen Art. 48 - Sobald der Gemeindeeinnehmer im Besitz der Dokumente ist, durch die die Anrechte der Gemeinde festgestellt werden, kontrolliert er die Regularität dieser Dokumente und ihrer Belege sowie ihre Anrechnung in der Haushaltsbuchführung und in der allgemeinen Buchführung. Im Falle einer Unstimmigkeit übermittelt er sie dem Kollegium mit seinen Bemerkungen. Art. 49 - Der Gemeindeeinnehmer setzt das Gemeindekollegium regelmäßig von den in Steuerangelegenheiten eingeleiteten Verfolgungen schriftlich in Kenntnis. Wenn ein Schuldner binnen der eingeräumten Frist nicht zahlt und kein schriftlicher Vollstreckungsbefehl vorliegt, informiert der Gemeindeeinnehmer das Gemeindekollegium schriftlich darüber, und zwar im Hinblick auf die eventuelle Anwendung des Artikels L1242-1 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung. Die Schuldforderungen der Gemeinde, deren Eintreibung unsicher geworden ist, werden auf ein Konto ″zweifelhafte Schuldner″ der allgemeinen Buchführung übertragen, und zwar auf der Grundlage eines Beschlusses des Gemeindekollegiums infolge eines Berichts des Gemeindeeinnehmers. Art. 50 - § 1 - Der Gemeindeeinnehmer und die Einnahmenbediensteten buchen die eingetriebenen Einnahmeanrechte und die festgestellten Anrechte. Sie buchen auch die unrechtmäßig eingetriebenen Beträge. § 2 - Wenn die Beträge bar eingezahlt werden oder im Falle von elektronischen Zahlungen wird eine Quittung oder irgendein anderer Zahlungsnachweis ausgestellt. Art. 51 - § 1 - Der Gemeindeeinnehmer trägt bei den nicht einzutreibenden Forderungen die vom Gemeindekollegium oder Gemeinderat kraft Artikel L1222-2 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung genehmigten Steuerbefreiungen und -ermäßigungen ein, für ihm vom Kollegium bzw. vom Rat eine Erlaubnis notifiziert wird. § 2 - Der Gemeindeeinnehmer trägt bei den uneintreibbaren Forderungen: 1o die Beträge, die von Zahlungspflichtigen geschuldet werden, deren Zahlungsunfähigkeit durch Beweisstücke erwiesen ist; 2o die festgestellten Anrechte, die aufgrund materieller Irrtümer verfallen; 3o die verjährten Forderungen, ein. § 3 - Steuern zu Lasten von zahlungsunfähigen Steuerpflichtigen können erst am Datum ihrer Verjährung bei den uneintreibbaren Forderungen gebucht werden. Aus praktischen Gründen in Zusammenhang mit der Verwaltung der Mahnungen und Zahlungsbefehle werden die EDV-Systeme jedoch über eine Möglichkeit zur Eintragung besagter Steuern in einer Wartedatei verfügen. KAPITEL III — Ausgaben und Aufwendungen Abschnitt 1 — Voraufgehende Bestimmung Art. 52 - Außer in Fällen, die durch das Gesetz oder durch vorliegende Ordnung bestimmt sind, darf eine Ausgabe erst getätigt werden nach der definitiven Ausgabenverpflichtung, ihrer Anrechnung auf den Artikel des Haushaltsplans, ihrer Registrierung bei den allgemeinen Konten der eingehenden Rechnungen, ihrer Anrechnung auf die allgemeinen und individuellen Konten, ihrer Anweisung durch das Gemeindekollegium und der Aufstellung einer Zahlungsanweisung gemäß Artikel L1311-6 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung. Die Buchungen auf den allgemeinen Wartekonten, die eine Auszahlung mit sich bringen, müssen Gegenstand einer Anweisung und einer Auszahlungsanweisung ohne Eintragung in den Haushaltsplan sein. Abschnitt 2 — Ausgaben- und Aufwendungsverpflichtung und -anrechnung Art. 53 - Allein das Gemeindekollegium ist dazu befugt, Ausgabenverpflichtungen außer der in Artikel 56 erwähnten Ausnahmen einzugehen. Die Ausgabenverpflichtung ergibt sich aus einer Verpflichtung, die aus dem Gesetz, aus einem Abkommen oder aus einem einseitigen Beschluss der Gemeindebehörde hervorgeht. Durch die Ausgabenverpflichtung wird ein Haushaltsmittelbetrag ganz oder teilweise für einen festen Zweck unter Ausschluss jeglicher anderen Bestimmung bereitgehalten.

43929

43930

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD In der Ausgabenverpflichtung werden: 1o der Name des Gläubigers oder des Anspruchsberechtigten; 2o der wahrscheinliche Betrag; 3o das Rechnungsjahr und der Artikel des Haushaltsplans erwähnt. Nach Abschluss des laufenden Rechnungsjahres dürfen keine Verpflichtungen mehr eingegangen werden. Art. 54 - Die Abhebungen von Amts wegen werden auf das Rechnungsjahr angerechnet, in dem sie stattfinden, mit Ausnahme der Anleihenlasten, die auf das Rechnungsjahr ihrer Fälligkeit angerechnet sind. Art. 55 - Eine Ausgabenverpflichtung kann provisorisch eingegangen werden, wenn das Gemeindekollegium beschließt, einen Haushaltsmittelbetrag ganz oder teilweise für die Ausführung einer voraussehbaren Verpflichtung der Gemeinde vorzubehalten. Diese Ausgabenverpflichtung wird in den Artikeln des Haushaltsplans aufgenommen; sie wird ganz oder teilweise durch eine definitive Verpflichtung ersetzt und verfällt auf jeden Fall bei Abschluss des Rechnungsjahres. Art. 56 - Wenn die Ausgaben durch eine einfache Rechnung belegt werden können, gibt der betreffende Dienst jegliche Bestellung mittels eines Bestellscheins auf, der in der Haushaltsbuchführung beurkundet wird und vom Gemeindekollegium mit einem Sichtvermerk versehen wird. Der Gläubiger der Gemeinde muss dem Gemeindekollegium eine Rechnung in zweifacher Ausfertigung mit dem beigefügten Bestellschein vorlegen. Art. 57 - Die Ausgabenverpflichtungen werden im Hauptbuch der Haushaltsverrichtungen eingetragen, sobald sie gemäß Artikel 52 eingegangen worden sind. Die Abhebungen von Amts wegen mit Ausnahme der Anleihenlasten werden am Tag des Empfangs der sich auf sie beziehenden Kontoauszüge eingetragen. Die Dotationen an das öffentliche Sozialhilfezentrum und an die Polizeizone, wenn die Gemeinde einer Mehrgemeindezone angehört, werden am Tag der Notifikation der definitiven Feststellung des Gemeindehaushaltsplans eingetragen. Art. 58 - Im Hauptbuch der Haushaltsverrichtungen stehen gegenüber jedem Artikel des Haushaltsplans: 1o die Bezeichnung und der Haushaltsmittelbetrag; 2o das Datum und die Nummer des Hauptbelegs zur Rechtfertigung der Ausgabenverpflichtung und die Nummer des individuellen Kontos; 3o die Höhe der Tag für Tag numerierten Ausgabenverpflichtungen, wobei die provisorischen Ausgabenverpflichtungen von den definitiven getrennt stehen; 4o der auf jede Ausgabenverpflichtung angerechnete Betrag; 5o der Saldo des Haushaltsmittelbetrags; 6o die für jede der Ausgabenverpflichtungen getätigten Zahlungen. Art. 59 - Der Einnehmer bucht unmittelbar Rechnungen oder Dokumente, die diese ersetzen, zeitweilig bei den diesbezüglichen allgemeinen Konten. Die Buchung erfolgt so, dass das Fälligkeitsdatum jederzeit leicht nachgeschlagen werden kann. Bevor sie zur Zahlung angewiesen werden, müssen die Rechnungen vom Bediensteten, der zu diesem Zweck benannt worden ist, mit einem Empfangsvermerk versehen werden, durch den er bestätigt, dass die Lieferungen oder Dienstleistungen mit dem Gegenstand, der Art, den Mengen und der Zweckbestimmung übereinstimmen, die in der Bestellung vorgesehen sind. Art. 60 - Die Rechnungen und anderen Ausgabendokumente werden dem Gemeindeeinnehmer mit allen Belegen zugesandt, die die Regularität der sich daraus ergebenden Ausgabe rechtfertigen. Nachdem der Gemeindeeinnehmer oder der von ihm bestimmte Bedienstete diese Dokumente kontrolliert hat, nimmt er die Anrechnung auf die Haushaltsartikel oder allgemeinen Konten vor. Bei einer Unstimmigkeit über eine Rechnung oder einen Ausgabenbeleg übermittelt der Gemeindeeinnehmer diese Dokumente, denen er einen Bericht zur Begründung seiner Verweigerung der Anrechnung beifügt, dem Rat. Das Kollegium nimmt den Bericht des Gemeindeeinnehmers zur Kenntnis, und — übermittelt dem Gemeindeeinnehmer die fehlenden Elemente zur Begründung der Regularität seines Beschlusses; der Gemeindeeinnehmer bearbeitet anschließend diese Elemente in Übereinstimmung mit den Bestimmungen des Gesetzes, der Dekrete und Verordnungen, oder — beschließt, dass die Ausgabe unter seiner Verantwortung angerechnet und getätigt werden muss, wobei es die Akte, der es seinen begründeten Beschluss beifügt, unmittelbar dem Gemeindeeinnehmer zurückgibt im Hinblick auf eine obligatorische Durchführung unter seiner Verantwortung. In diesem Fall wird der begründete Beschluss des Kollegiums der Zahlungsanweisung beigefügt. Die Anrechnung auf die Haushaltsartikel besteht darin, die Aufwendung und die mit der Ausgabe einhergehende Bilanzbewegung zu registrieren und die in Artikel 59 erwähnte Buchung gegenzubuchen. Die Anrechnung auf die Haushaltsartikel besteht darin, den infolge der Ausgabenverpflichtung tatsächlich geschuldeten Betrag einzutragen, und die Verpflichtung gegebenenfalls zu korrigieren. Abschnitt 3 — Ausgabenanweisung und Erstellung der Zahlungsanweisungen Art. 61 - § 1 - Die Anweisung zur Zahlung der Ausgaben erfolgt während einer Sitzung des Kollegiums in der Form einer Liste, die von dem Sekretär und Bürgermeister oder seinem Vertreter und einem Mitglied des Gemeindekollegiums unterzeichnet wird. Für jede Ausgabe führt diese Liste folgende Angaben an: 1o der Haushaltsartikel, die in Übereinstimmung mit Art. 11 berechneten, darauf verfügbaren Mittel, und das ursprüngliche Rechnungsjahr; 2o die Art der Ausgabe; 3o die Anspruchsberechtigten; 4o die zu zahlende Summe; 5o die Mittel und Wege, wenn es sich um außerordentliche Ausgaben handelt.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 2 - Die in Ausführung dieser Liste der Ausgabenanweisungen erstellten Zahlungsanweisungen führen folgende Angaben an: 1o das Datum der Sitzung des Kollegiums; 2o der Haushaltsartikel, und die in Übereinstimmung mit Artikel 11 berechneten, darauf verfügbaren Mittel; 3o das ursprüngliche Rechnungsjahr; 4o die Art der Ausgabe; 5o die Anspruchsberechtigten; 6o die zu zahlende Summe; 7o die Mittel und Wege, wenn es sich um außerordentliche Ausgaben handelt; 8o die Verpflichtungsnummer; 9o ggf. die außerordentliche Entwurfsnummer; 10o ggf. das Dokument zur internen Kontrolle der öffentlichen Aufträge, das nach den vom Minister erlassenen Mustern erstellt worden ist; 11o ggf. jedes weitere Dokument zur internen Kontrolle, das nach den vom Minister erlassenen Mustern erstellt worden ist. Auf den in bar an Einrichtungen ohne Rechtspersönlichkeit zu zahlenden Anweisungen sind Name, Vorname und Eigenschaft von zwei Personen, die mit der Einkassierung des Geldes beauftragt sind, vermerkt. Kollektive Anweisungen werden außerdem durch eine Aufschlüsselung der Ausgaben gestützt. § 3 - Alle Belege werden der Zahlungsanweisung beigefügt und bleiben bei ihr. Die Belege, die sich auf mehrere aufeinanderfolgende Anweisungen beziehen, werden der ersten beigefügt. § 4 - Abänderungen der Angaben auf den Zahlungsanweisungen müssen von den in § 1 erwähnten Personen unterzeichnet werden. Art. 62 - Es muss keine Zahlungsanweisung erstellt werden, wenn die Ausgabe Gegenstand einer Abhebung von Amts wegen oder einer in Artikel L1124-46 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung erwähnten Abhebung ist. Art. 63 - Der Gemeindeeinnehmer trägt die in der Ausführung begriffenen Zahlungen in die Buchführung ein. Abschnitt 4 — Zahlung der Ausgaben Art. 64 - Der Gemeindeeinnehmer schickt jede nicht reguläre Zahlungsanweisung an das Gemeindekollegium zurück und gibt dabei die Gründe an, aus denen er die Zahlung verweigert: a) wenn diese Dokumente unvollständig sind oder ihre Elemente mit den Beilagen nicht übereinstimmen; b) wenn sie nicht zugelassene Streichungen oder Markierungen aufweisen; c) wenn sie nicht durch Belege gestützt werden oder wenn die Belege der Lieferungen, Arbeiten oder sonstigen Leistungen entweder die erforderlichen Genehmigungen, oder die Empfangs- oder Zertifizierungsvermerke zur Beglaubigung der Tatsächlichkeit der Forderung oder der erbrachten und akzeptieren Dienstleistung nicht anführen; d) wenn die Ausgabe auf Zuwendungen angerechnet wird, die ihr fremd sind; e) wenn der Haushaltsplan oder die Beschlüsse zur Eröffnung von Sonderhaushaltsmitteln vorsehen, dass die Ausgabe nicht innerhalb der Begrenzungen der genehmigten vorläufigen Mittel oder gemäß Artikel L1311-5 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung bezahlt werden kann; f) wenn die Ausgabe die verfügbaren Mittel der sie betreffenden Zuwendungen des Haushaltsplans überschreitet; g) wenn die Ausgabe ganz oder teilweise bereits Gegenstand einer vorherigen Auszahlung gewesen ist; h) wenn die Ausgabe gegen die Gesetze, Regelungen oder Beschlüsse des Gemeinderats verstößt. Art. 65 - § 1 - Auf den Verträgen, Rechnungen, Schuldforderungserklärungen und anderen Unterlagen im Zusammenhang mit der Auszahlung der für Lieferungen, Arbeiten oder gleich welche Leistungen geschuldeten Beträge muss die Nummer des Finanzkontos der Gläubiger der Gemeinde angegeben sein. § 2 - Jeder Gläubiger kann beantragen, dass der Betrag seiner Schuldforderung auf ein Finanzkonto überwiesen wird, von dem er nicht der Inhaber ist. Dieser Antrag kann entweder per Post erfolgen oder durch Angabe der Nummer des zu kreditierenden Kontos auf der Rechnung oder auf der Schuldforderung, gefolgt vom Namen seines Inhabers. Diese Angaben werden auf der Zahlungsanweisung übernommen. Wenn Zweifel bestehen über die Echtheit der Unterschrift der Unterlagen, durch die der Gläubiger die Überweisung des Betrags seiner Forderung auf ein Konto beantragt, von dem er nicht der Inhaber ist, kann die Legalisation dieser Unterschrift verlangt werden. KAPITEL IV — Jahresrechnungen Abschnitt 1 — Inhalt der Konten Art 66 - Die Jahresrechnungen bestehen aus folgenden Dokumenten, deren Form vom Minister erlassen wird: — die Haushaltsrechnung; — die Bilanz und die Ergebnisrechnung; — die analytische Synthese, die u.a. Folgendes umfasst: 1o eine Analyse der Ergebnisse und der Bilanz; 2o eine Synthese der Finanzierungen der außerordentlichen Haushaltsmittel; 3o relevante Verhältniszahlen in Sachen öffentliche Verwaltung; 4o eine Übersichtstabelle der Entwicklung der Ausgaben und Einnahmen. Abschnitt 2 — Abschluss der Konten Art. 67 - Was die Gehälter der Mitglieder des Lehrpersonals der Gemeinde angeht, müssen nur die durch Vermittlung der Gemeinde ausgezahlten Beträge oder die tatsächlich zu erhaltenden Zuschüsse in den Konten angeführt werden. Art. 68 - Zwischen dem 1. Dezember des abzuschließenden Haushaltsjahres und dem 15. Februar des nächsten Jahres werden folgende Verrichtungen erledigt:

43931

43932

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 1o die Aufstellung der noch verfügbaren Haushaltsmittel wird den zuständigen Bediensteten oder Diensten übermittelt; 2o diese übermitteln dem Gemeindeeinnehmer die Unterlagen, für die die Anrechnung noch nicht abgeschlossen ist und für die die Eintragung in die Artikel des Haushaltsplans so schnell wie möglich erfolgen muss; 3o der Gemeindeeinnehmer erstellt anschließend die Liste der laufenden Verpflichtungen und lässt sie von den zuständigen Bediensteten oder Diensten, die die abzuschließenden Verpflichtungen darauf vermerken, ergänzen; 4o die Bereinigung der Artikel des Haushaltsplans geschieht, indem die abgeschlossenen Verpflichtungen totalisiert und alle nicht abgeschlossenen Verpflichtungen getrennt vermerkt werden; 5o ein erster provisorischer Lagebericht über die Haushaltsmittel, Verpflichtungen und Anrechnungen wird erstellt und den zuständigen Bediensteten oder Diensten übermittelt, die darauf die Verpflichtungen und Anrechnungen vermerken, die noch zu tätigen bleiben; 6o auf der Grundlage dieses provisorischen Berichts bucht der Gemeindeeinnehmer definitiv und getrennt: a) die abgeschlossenen Verpflichtungen; b) die abzuziehenden Verpflichtungen; c) das Total der Verpflichtungen; d) die Haushaltsmittelbeträge, für die eine Verpflichtung eingegangen worden ist, für die kein Abschluss vorliegt und die auf das nächste Rechnungsjahr zu übertragen sind; e) die ungenutzten Haushaltsmittel; 7o das Gemeindekollegium stellt pro Verpflichtung und Artikel des Haushaltsplans sofort die Liste der zu übertragenden Haushaltsmittel und Verpflichtungen fest; 8o die unter 7o erwähnten Übertragungen werden in die Artikel des Haushaltsplans des nächsten Rechnungsjahres eingetragen. Abschnitt 3 — Erstellung der Jahresrechnungen Art. 69 - Nach Abschluss der Hauptbücher und Feststellung der Liste der auf das nächste Rechnungsjahr übertragenen Haushaltsmittel und Verpflichtungen durch das Gemeindekollegium erstellt der Gemeindeeinnehmer die Haushaltsrechnung. Art. 70 - § 1 - In der Haushaltsrechnung wird jeder Haushaltsplanartikel des Hauptbuchs der Haushaltsverrichtungen zusammengefasst und werden des Artikels des Haushaltsplans in der Reihenfolge der funktionellen und wirtschaftlichen Klassifizierung zusammengefasst. Die Haushaltsrechnung enthält: 1o das Haushaltsergebnis, das heißt die Differenz zwischen einerseits den festgestellten Anrechten nach Abzug der nicht einzutreibenden und der uneintreibbaren Forderungen und andererseits den Ausgabenverpflichtungen; 2o das Buchführungsergebnis, das heißt die Differenz zwischen einerseits den festgestellten Anrechten nach Abzug der nicht einzutreibenden und der uneintreibbaren Forderungen und andererseits den angerechneten Ausgaben. Das Buchführungsergebnis bildet den auf das nächste Rechnungsjahr zu übertragenden Saldo. Dieses Ergebnis umfasst die kumulierten Buchführungsergebnisse der vorherigen Rechnungsjahre. § 2 - Der Haushaltsrechnung wird die Liste pro Artikel der Haushaltsmittel und Ausgabenverpflichtungen, die auf das nächste Rechnungsjahr zu übertragen sind, beigefügt. § 3 - Den Rechnungsbelegen, die vor Ort von den Ratsmitgliedern eingesehen werden können, wird die Liste pro individuelles Konto und pro Rechnungsjahr der festgestellten Ansprüche, die einzunehmen sind, beigefügt. Art. 71 - § 1 - Bevor die Bilanz erstellt wird, werden die in Artikel 21 § 1 erwähnte Neubewertung, die in Artikel 22 erwähnten Abschreibungen und die Erstellung des zum 31. Dezember abgeschlossenen Inventars vorgenommen. § 2 - In Ermangelung einer den Rechnungsbelegen beigefügten Rechtfertigung müssen die seit mehr als zwei Jahren in den allgemeinen Wartekonten eingetragenen Beträge Gegenstand einer Zurückführung in die Haushaltsbuchführung sein. Art 72 - Die EDV-Buchführungssysteme müssen nach vom Minister erlassenen Modalitäten mit einer Anwendung zur Kontrolle der Kohärenz ausgestattet sein. Art. 73 - Die Ergebnisrechnung und die Bilanz werden auf der Grundlage der Saldi der definitiven Bilanz der allgemeinen Konten erstellt. Art. 74 - Die vom Gemeindeeinnehmer unterzeichneten Jahresrechnungen, denen die Rechnungen der in Artikel L1124-44 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung erwähnten Bediensteten beigefügt wurden, werden dem Gemeindekollegium vor dem 1. März des nächsten Rechnungsjahres übermittelt. Nach erfolgter Überprüfung bescheinigt das Kollegium, dass alle Handlungen, für die es zuständig ist, in der Buchführung korrekt aufgenommen wurden. Art. 75 - Die definitiv abgeschlossenen Rechnungen werden dem Gemeindeeinnehmer notifiziert. Gegebenenfalls werden die Eintragungen in den Büchern nach Maßgabe der abgeschlossenen Rechnungen angepasst. TITEL V — Der Gemeindeeinnehmer und die Endabrechnung der Geschäftsführung KAPITEL I — Der Gemeindeeinnehmer und die Einnahmesonderbeamten Art. 76 - Am Ende jedes Monats übermittelt der Gemeindeeinnehmer dem Gemeindekollegium das in Artikel 35 § 6 erwähnte Dokument, aus dem die Übereinstimmung der Buchungen hervorgeht. Art. 77 - Die Kassenprüfung findet ohne vorherige Ankündigung statt. Die mit der Prüfung beauftragte Behörde kann Zutritt zu den Büroräumen des Gemeindeeinnehmers verlangen, auch wenn diese in seiner Privatwohnung eingerichtet sind. Sie kann sich ohne ihre Verantwortung dabei zu schmälern, von einem Sachverständigen und von einer mit der Verfassung eines Kassenprüfungsberichts beauftragten Person begleiten lassen. Bei dieser Kassenprüfung ist der Gemeindeeinnehmer verpflichtet, alle Bücher, Unterlagen und Werte vorzulegen sowie alle Auskünfte über seine Geschäftsführung und das Vermögen der Gemeinde zu erteilen. Art. 78 - Um die Richtigkeit der Konten im Falle eines Defizits, eines Diebstahls oder eines Verlustes zu gewährleisten, wird in der allgemeinen Buchführung eine Schuldforderung in gleicher Höhe gebucht.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Gleich nach der Notifikation des diesbezüglich getroffenen definitiven Beschlusses trägt der Gemeindeeinnehmer gegebenenfalls den Betrag, für den er entlastet worden ist, bei den Ausgaben ein. Art. 79 - Die Gemeindeeinnehmer ist verantwortlich für die Akte, Wertpapiere und Dokumente, die ihm anvertraut worden sind. Er ist verpflichtet: 1o das Gemeindekollegium mindestens sechs Monate im Voraus über den Ablauf der Verträge zu benachrichtigen; 2o die Verjährung der Anrechte der Gemeinde zu verhindern und auf die Erhaltung der Domänen, Vorzugsrechte und Hypotheken zu achten; 3o die Eintragung beim Hypothekenamt für alle dafür in Frage kommenden Wertpapiere zu fordern; 4o das Gemeindekollegium zu informieren über den Diebstahl oder den Verlust der Akte, Wertpapiere und Dokumente, die ihm anvertraut worden sind. Der Gemeindeeinnehmer darf, wenn er vom Gemeindekollegium dafür keine Erlaubnis hat, Bücher und Dokumente, die ihm anvertraut worden sind, mit Ausnahme von Heberollen, weder herausgeben noch Kopien oder Auszüge davon ausstellen. Art. 80 - Die gemäß Artikel L1124-44 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung eingesetzten Einnahmesonderbeamten unterliegen mutatis mutandis den Bestimmungen der Artikel 76 bis 79 und 81 bis 84. KAPITEL II — Endabrechnung der Geschäftsführung Abschnitt 1 — Endgültiges Ausscheiden aus dem Amt Art. 81 - § 1 - Der ausscheidende Gemeindeeinnehmer tritt von seinem Amt erst zurück, wenn sein Nachfolger eingesetzt wird. Er erstellt zu diesem Zeitpunkt in dreifacher Ausfertigung ein Inventar der dem neuen Gemeindeeinnehmer übergebenen Dokumente und Bücher, des Mobiliars, des Materials und der Gegenstände. Dieses Inventar wird von beiden Einnehmern unterzeichnet, die jeder eine Ausfertigung davon aufbewahren. Die dritte Ausfertigung wird bei dem Archiv der Gemeinde oder, wenn es sich um einen Bezirkseinnehmer handelt, bei dem Archiv der Provinzialregierung hinterlegt. § 2 - Im Todesfall, bei einer Entfernung aus dem Dienst oder einer einstweiligen Amtsenthebung oder wenn es dem lokalen Einnehmer unmöglich ist, die Endabrechnung der Geschäftsführung zu machen, werden alle erforderlichen Sicherungsmaßnahmen getroffen und wird das Inventar durch Vermittlung des Gemeindekollegiums erstellt. Sobald die Ersatzperson bestimmt ist, wird ihr dieses Inventar übergeben. Art. 82 - § 1 - Nach dem Inventar wird die Endabrechnung der Geschäftsführung erstellt, unterzeichnet, vom ausscheidenden Gemeindeeinnehmer für richtig bescheinigt und vom neuen Gemeindeeinnehmer unter Vorbehalt angenommen. § 2 - Sollte der ausscheidende lokale Einnehmer seinem Nachfolger die Endabrechnung seiner Geschäftsführung mit Verspätung geben oder sich gar weigern, sie an ihn abzugeben, fordert das Gemeindekollegium ihn auf, seinen Verpflichtungen nachzukommen. Diese Aufforderung erfolgt durch eine Zustellungsurkunde, in der der Durchführungstermin festgelegt ist. Wenn die Aufforderung bei Ablauf dieser Frist nicht befolgt worden ist, wird die Endabrechnung der Geschäftsführung vom Gemeindekollegium nach den Angaben, über die es verfügt, erstellt. Die Aufforderungs- und Sachverständigenkosten werden in der Endabrechnung der Geschäftsführung zu Lasten des ausscheidenden Einnehmers angerechnet. Ein Exemplar der Endabrechnung wird dem ausscheidenden Einnehmer übermittelt mit der Aufforderung, binnen dreißig Tagen seine Bemerkungen dazu zu formulieren. § 3 - Im Todesfall oder wenn der lokale Einnehmer aus dem Dienst entfernt wird oder wenn es dem ausscheidenden lokalen Einnehmer unmöglich ist, die Endabrechnung der Geschäftsführung zu machen, wird sie vom Gemeindekollegium erstellt. Ein Exemplar der Rechnung wird dem ausscheidenden Einnehmer oder seinen Rechtsnachfolgern übermittelt mit der Aufforderung, binnen dreißig Tagen ihre Bemerkungen dazu zu formulieren. § 4 - Die Endabrechnung der Geschäftsführung wird ggf. zusammen mit den Bemerkungen des ausscheidenden lokalen Gemeindeeinnehmers oder seiner Rechtsnachfolger an den Gemeinderat übermittelt, der sie abschließt. Art. 83 - Die Artikel 81 § 2 und 82 §§ 2 bis 4 sind auf den Bezirkseinnehmer anwendbar unter dem Vorbehalt, dass die dem Gemeindekollegium oder dem Gemeinderat durch diese Bestimmungen anvertrauten Zuständigkeiten vom Provinzgouverneur wahrgenommen werden. Art. 84 - Die Endabrechnung der Geschäftsführung enthält die folgenden, am Datum des Ausscheidens aus dem Amt für das laufende und das künftig abzuschließende Rechnungsjahr festgelegten Dokumente: 1o die Bilanz der Artikel des Haushaltsplans; 2o die Bilanz der allgemeinen Konten; 3o die Bilanz der individuellen Konten; 4o die Kassenlage, die durch die Soldi der Bankauszüge oder die Beschlüsse für die Vorschüsse, die als Kassenbargeld gelten, gerechtfertigt sind. Art. 85 - Der antretende Gemeindeeinnehmer wird nur für die Verrichtungen haften, die er ab seinem effektiven Amtsantritt getätigt hat, dies mittels einer EDV-gestützten Stilllegung der Buchungen und der Absicherung der Daten. Wenn die Jahresrechnungen vom antretenden Einnehmer erstellt werden, beschränkt sich dessen Haftung auf die ab dem Datum seines Amtsantritts getätigten Buchungen. Abschnitt 3 — Gemeinsame Bestimmungen Art. 86 - Sobald die Endabrechnung der Geschäftsführung definitiv abgeschlossen ist, werden die Buchungen, wenn nötig, mit ihr in Übereinstimmung gebracht. Art. 87 - Im Falle eines Kassendefizits wird in der allgemeinen Buchführung zu Lasten des ausscheidenden Gemeindeeinnehmers eine Schuldforderung in Höhe des Betrags des Defizits gebucht. Nach Abschluss der Endabrechnung der Geschäftsführung wird eine Ausfertigung davon: 1o an den ausscheidenden Gemeindeeinnehmer oder an seine Rechtsnachfolger;

43933

43934

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 2o an den antretenden Gemeindeeinnehmer; 3o an das Bürgermeister- und Schöffenkollegium übermittelt. Das Defizit zu Lasten der Bezirkseinnehmer wird der Gemeinde von der Wallonischen Region nach von ihr festgelegten Modalitäten zurückbezahlt und von der Mehrwertsteuer-, Registrierungs- und Domänenverwaltung bei den in der Schuld stehenden Bezirkseinnehmern wieder eingetrieben. TITEL VI — Verschiedene Bestimmungen Art. 88 - Die Jahresrechnungen und die Endabrechnungen der Geschäftsführung können nicht mehr abgeändert werden, wenn sie definitiv abgeschlossen sind. Im Falle eines Irrtums, eines Versäumnisses, einer Fälschung oder einer unnötigen Wiederholung können der Gemeindeeinnehmer oder der Gemeinderat jedoch bis dreißig Jahre nach dem definitiven Abschluss dieser Rechnungen bei der Behörde, die dazu befugt ist, sie definitiv abzuschließen, ihre Revision beantragen. Im Antrag sind die Sachverhalte anzugeben, die die Revision rechtfertigen. TITEL VII — Schlussbestimmungen Art. 89 - Der vorliegende Erlass tritt am 1. Januar 2008 in Kraft, mit Ausnahme der Bestimmungen über die Erstellung der ursprünglichen Haushaltspläne 2008, die am Datum seiner Veröffentlichung in Kraft treten. Art. 90 - Der Königliche Erlass vom 2. August 1990 zur Einführung der allgemeinen Gemeindebuchführungsordnung wird außer Kraft gesetzt. Art. 91 - Der Minister der inneren Angelegenheiten wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 5. Juli 2007 Der Minister-Präsident, E. DI RUPO Der Minister der inneren Angelegenheiten und des öffentlichen Dienstes, Ph. COURARD

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 3564 [2007/202563] 5 JULI 2007. — Besluit van de Waalse Regering houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, ter uitvoering van artikel L1315-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, inzonderheid op artikel L1315-1; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 87 ervan, dat hetvolgende bepaalt : ″ Het algemeen reglement betreffende de gemeentecomptabiliteit is toepasselijk op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, behalve op de ziekenhuizen die ervan afhangen en onder voorbehoud van de door de Regering vastgestelde afwijkingsregels ″; Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 betreffende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; Gelet op het advies van de Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 12 maart 2007; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 juni 2007, overeenkomstig artikel 84, lid 1, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit : ALGEMEEN REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE COMPTABILITEIT TITEL I. — Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement dient te worden verstaan onder : 1o ″gewone dienst van de begroting″ : alle ontvangsten en uitgaven die ten minste een maal per financieel dienstjaar voorkomen en die de gemeente regelmatige inkomsten en een regelmatige werking waarborgen, met inbegrip van de periodieke aflossing van de schuld; 2o ″buitengewone dienst van de begroting″ : alle ontvangsten en uitgaven die rechtstreeks en op een duurzame wijze invloed hebben op de omvang, de waarde of de instandhouding van het patrimonium van de gemeente, uitgezonderd de normale onderhoudswerken; de term omvat eveneens de voor hetzelfde doel toegestane toelagen en leningen, die deelnemingen en beleggingen op meer dan één jaar, alsmede de vervroegde terugbetalingen van de schuld; 3o ″begrotingswijziging″ : elke beslissing die door de gemeenteraad aangenomen wordt na de vaststelling van de begroting en leidt tot het onstaan, de schrapping of de wijziging van één of meer begrotingskredieten; 4o er wordt naar alle buitengewone boekhoudkundige verrichtingen, zowel op het vlak van de begrotingsboekhouding als op het vlak van de algemene boekhouding, verwezen via een computerreferentie, ″buitengewoon ontwerpnummer″ genoemd. Alle inkomsten en uitgaven die eenzelfde investeringsdoel gelden, van bij het ontstaan tot aan de voleindiging ervan, vormen een buitengewoon ontwerp. De uitvoeringswijze van deze bepaling en de daarop betrekking hebbende stukken worden door de Minister bepaald;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 5o ″functionele en economische code″ : de numerieke identificatie, bestaande uit twee reeksen van ten minste drie cijfers, die de toewijzing en de aard bepaalt van het krediet waarop ze betrekking heeft; het geheel van de functionele en economische codes vormt de functionele en economische classificatie; 6o ″journaal″ : boekhoudkundig register dat chronologisch en zonder compensatie alle boekhoudkundige bewerkingen vermeldt; het bestaat uit twee onderscheiden delen : — het journaal van de budgettaire verrichtingen; — het journaal van de algemene verrichtingen; 7o ″grootboek″ : boekhoudkundig register dat per rekening de verrichtingen overneemt van het journaal; het omvat twee onderscheiden delen : — het grootboek van de budgettaire verrichtingen; — het grootboek van de algemene verrichtingen; 8o ″betalingsbevel″ : het geschreven bevel waarbij het gemeentecollege opdracht geeft aan de gemeenteontvanger de vermelde som te betalen aan de aangeduide rechthebbende; 9o ″gemeenteontvanger″ : de plaatselijke of de gewestelijke ontvanger; 10o ″ambtshalve opneming″ : elke opneming die bij of krachtens de wet is voorgeschreven en die zonder de voorafgaande toestemming van de gemeente wordt gedaan in een rekening die de gemeente bij een financiële instelling heeft geopend; 11o ″kasvoorraad van de gemeente″ : het geheel van de gelden en de waarden die beschikbaar zijn of op maximaal één jaar belegd zijn; 12o ″invorderingsrecht″ : elk bedrag dat met zekerheid, door een welbepaalde derde, tijdens een bepaald dienstjaar aan de gemeente verschuldigd is; 13o ″vastgelegd recht″ : het invorderingsrecht dat geboekt is; 14o ″wegennet″ : het geheel van de openbare verkeerswegen, met inbegrip van de zate, de wegbedekking, de toebehoren, de leidingen, de signalisatie, de kunstbouwwerken, de waterlopen en -bekkens; 15o overboekingen tussen diensten, reservefondsen en voorzieningen voor risico’s en kosten : de wijzen van voorfinanciering van toekomstige lasten en van aanleg van reserves of voorzieningen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen : — overboekingen tussen diensten : bewegingen via de functionele code ″opnemingen″ tussen diensten en reservefondsen (onder het enig voorbehoud van de leningen die door het gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten zijn toegestaan, die de enige uitzondering uitmaken op bewegingen tussen het buitengewone en het gewone en die bij het eigenlijke dienstjaar tot stand komen); — gewoon of buitengewoon reservefonds : dient om bepaalde inkomsten en uitgaven in het globale resultaat van de begroting op te nemen. Zij kunnen juist gebruikt worden om welbepaalde uitgaven te dekken of algemeen blijven zonder specifieke toewijzing; — voorzieningen voor risico’s en kosten : de aanleg van voorzieningen voor risico’s en kosten is erop gericht bepaalde uitgaven die een weerslag zullen hebben de gemeentelijke comptabiliteit, te plannen. Het dient uitgaven te betreffen in verband met een toekomstig dienstjaar, waarvan het principe vaststaat of ten minste zeer vermoedelijk is, beperkt in hun aard of doel maar zonder specifiek bedrag. Daardoor worden het terugbrengen en de opneming van de inkomsten voor het eigenlijke dienstjaar van een latere begroting in de betrokken functie mogelijk gemaakt; 16o de Minister : de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden. Art. 2. De wijze van uitvoering van de bepalingen van artikel 1, 4o, en de desbetreffende stukken worden door de Minister bepaald. Art. 3. § 1. Een reservefonds mag nooit genoteerd worden in het eigenlijke corps van de begroting, maar enkel in het globale resultaat via functie 060 en systematisch in de dienst waaronder het valt. § 2. Het is verboden een voorziening aan te leggen en het in hetzelfde dienstjaar te gebruiken. Het is eveneens verboden opnemingen en voorzieningen zonder onderscheid te gebruiken. Daardoor worden beide begrippen onregelmatig verward en wordt de aard van de betrokken kredieten veranderd, geheel in strijd met de artikelen 7 en 8 van dit reglement. Art. 4. Alle processen-verbaal van de raad en het colege worden onmiddellijk medegedeeld aan de gemeenteontvanger. Elke beslissing van de toezichthoudende overheid wordt door het gemeentecollege medegedeeld aan de gemeenteraad en de gemeenteontvanger. Art. 5. Het gemeentecollege bepaald de wijze van bewaring van de bewijsstukken van de inschrijvingen of neerleggingen, evenals alle andere akten tot vaststelling van de rechten van de gemeente. Art. 6. De financiële rekeningen worden op naam van de gemeente geopend door de gemeenteontvanger na instemming van het college. Ze worden door de gemeenteontvanger beheerd en de briefwisseling wordt rechtstreeks aan hem gericht. TITEL II. — De begroting HOOFDSTUK I. — Algemeen Art. 7. De begroting omvat de precieze raming van alle ontvangsten en uitgaven die in de loop van het financieel dienstjaar kunnen worden gedaan, met uitzondering van de geldverrichtingen voor rekening van derden of die slechts de thesaurie treffen. Zij bevat onder meer de volledige weerslag van de voorziene investeringen op de gewone dienst. De begroting vermeldt echter slechts het resultaat van de bijzondere begrotingen van de gemeentelijke inrichtingen en diensten van industriële of commerciële aard, die als gemeentebedrijven georganiseerd zijn overeenkomstig artikel L1231-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie. Binnen de begroting wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone en buitengewone dienst en, binnen elk van de diensten, tussen het eigenlijk financieel dienstjaar en de vorige dienstjaren. Elke opneming van een nieuwe belastinginkomst moet verantwoord worden door een reglement dat door de gemeenteraad wordt gestemd. Art. 8. De ontvangsten en uitgaven, alsook het resultaat ervan, worden onherroepelijk op een dienstjaar en op een dienst aangerekend.

43935

43936

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK II. — De begroting Art. 9. Wanneer de begrotingsmiddelen toereikend zijn, kan de gemeenteraad kredieten op zijn begroting uittrekken om die middelen te bestemmen : 1o voor renderende beleggingen op meer dan één jaar; 2o voor de verwerving van publieke fondsen en effecten; 3o voor de vervroegde terugbetaling van de duurste leningen; 4o voor de vorming van : a) gewone en buitengewone voorzieningen of reservefondsen; b) buitengewone ontvangsten op te nemen op de gewone dienst, tot dekking van buitengewone uitgaven van het dienstjaar. Art. 10. Het geraamde overschot of tekort van de vorige dienstjaren, dat op de begroting wordt gebracht, is het resultaat van de begroting van het voorgaande dienstjaar, aangepast door de begrotingswijzigingen. Zodra de begrotingsrekening van dat voorgaand dienstjaar door de gemeenteraad afgesloten is, wordt het geraamde overschot of tekort dat op de begroting gebracht is, vervangen door dat welk het resultaat is van de aldus afgesloten rekening, en zulks door middel van een begrotingswijziging. Wanneer die wijziging van die aard is dat ze een tekort veroorzaakt of vergroot, neemt de gemeenteraad de passende maatregelen om het begrotingsevenwicht te herstellen. Art. 11. De uitgavekredieten mogen slechts worden gebruikt voor het door de begroting vooropgestelde doel. Ze zijn beperkt, met uitzondering van de kredieten voor uitgaven welke ambtshalve worden opgenomen. De beperking bedoeld in lid 2 geldt, wat betreft de uitgaven van de gewone dienst, voor het totaal van de kredieten die dezelfde functionele en economische codes dragen, beperkt tot de eerste drie cijfers van de functionele code en de eerste twee cijfers van de economische code. De uitgavekredieten voor de registratie van niet-invorderbare schulden die geen uitbetaling tot gevolg hebben kunnen als niet beperkt worden beschouwd. Art. 12. Het gemeentecollege maakt het begrotingsontwerp op na het advies te hebben ingewonnen van een commissie waarin tenmiste een daartoe aangeduid lid van het college, de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger zetelen. Die commissie moet advies uitbrengen over de wettelijkheid en de te verwachten financiële weerslag van de ontwerp-begroting, met inbegrip van de projectie op verschillende dienstjaren van de weerslag van de omvangrijke investeringen op de gewone dienst. Het schriftelijk verslag van die commissie moet duidelijk het advies vermelden van elk van zijn leden, zoals uitgebracht tijdens de vergadering, zelfs als dat advies samengevat moet worden weergegeven. Dat verslag moet gevoegd worden bij de ontwerp-begroting voorgelegd aan de gemeenteraad en bij de begroting die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de toezichthoudende overheid. Die procedure moet eveneens worden toegepast op alle latere begrotingswijzigingen. Het advies van elk van de leden van die commissie moet duidelijk opgenomen worden in het verslag van de commissie indien blijkt dat er afwijkende meningen zijn. De ontstentenis van het advies van die commissie kan enkel maar de niet-goedkeuring van de betrokken begroting (of begrotingswijziging) tot gevolg hebben. Het schriftelijk verslag van die commissie wordt opgesteld volgens het model bepaald door de Minister. Art. 13. Zodra de begroting definitief goedgekeurd is, is ze uitvoerbaar, onverminderd de controle van de uitvoering van de op de begroting gebrachte kredieten door de toezichthoudende overheid en de gemeenteontvanger. Art. 14. § 1. Voor de definitieve vaststelling van de begroting, mogen, door middel van voorlopige kredieten, uitgaven van de gewone dienst worden verricht waarvoor een uitvoerbaar krediet uitgetrokken was op de begroting van het vorige dienstjaar. Wanneer de begroting nog niet aangenomen is, worden de voorlopige kredieten evenwel vastgesteld door de gemeenteraad, en, wanneer de wet of het decreet het voorschrijft, goedgekeurd door de toezichthoudende overheid. § 2. De voorlopige kredieten mogen, per verlopen of begonnen maand, niet meer bedragen dan één twaalfde : 1o van het begrotingskrediet van het vorige dienstjaar, wanneer de begroting van het dienstjaar nog niet aangenomen is. Die beperking geldt niet voor de uitgaven ter bezoldiging van het personnel, voor de betaling van de verzekeringspremies, de belastingen en elke uitgave die strikt noodzakelijk is voor de goede werking van de openbare dienstverlening. In dat laatste geval kan de vastlegging van de uitgave enkel gebeuren via een gemotiveerd besluit van het college dat bij de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt goedgekeurd; 2o van het begrotingskrediet van het lopende dienstjaar, wanneer de begroting van het dienstjaar reeds aangenomen is. Art. 15. De begrotingswijzigingen zijn onderworpen aan dezelfde procedures als deze die toepasbaar zijn op de begroting. Zij worden voor elk krediet behoorlijk gerechtvaardigd Elke gewone en/of buitengewone begrotingswijziging wordt beslist bij één en hetzelfde besluit van de gemeenteraad. Enkel de begrotingswijzigingen die strikt noodzakelijk zijn voor de goede werking van de gemeente en waar geen verslag over kon worden uitgebracht in de begroting vóór 15 november van het dienstjaar worden aan de toezichthoudende overheid overgemaakt na die datum. De gemeenteraad kan een afzonderlijke buitengewone begrotingswijziging niet goedkeuren behalve als ze geen weerslag heeft op de gewone dienst. Art. 16. De begrotingskredieten die noodzakelijk zijn om de uitgaven te dekken verricht krachtens artikel L1311-5 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en de uitgaven verricht door ambtshalve opneming, evenals de begrotingskredieten die betrekking hebben op onvoorziene inkomsten moeten op de agenda worden gezet van de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad. TITEL III. — Het patrimonium en het beheer HOOFDSTUK I. — Het patrimonium en de balans Art. 17. § 1. De algemene toestand van de gemeente op 31 december van elk dienstjaar wordt bepaald door de balans.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Het actief van de balans, dat bestaat uit de bezittingen en de vorderingen als geheel, die zijn opgebracht door het gebruik van de waarden van het passief, omvat : 1o de vaste activa, welke de goederen zijn die blijvend verworven zijn door de gemeente, namelijk : a) de materiële vaste activa; b) de materiële vaste activa die het onroerend en het roerend patrimonium omvatten; c) de kredieten en toegekende leningen; d) de financiële vaste activa; 2o de vlottende activa, die de bezittingen en de vorderingen van de gemeente zijn, namelijk : a) de voorraden; b) de vorderingen op ten hoogste één jaar; c) de geldbeleggingen op ten hoogste één jaar; d) de liquide middelen; e) de overlopende rekeningen. § 3. Het passief van de balans, dat de herkomst aangeeft van de middelen waarover de gemeente beschikt om haar doelstellingen te bereiken, omvat : 1o het eigen vermogen dat bestaat uit de middelen die de gemeente heeft geïnvesteerd en waarvan zij eigenaar is, namelijk : a) het aanvangskapitaal; b) de gekapitaliseerde resultaten; c) de resultaten van de vorige dienstjaren; d) de reserves; e) de ontvangen investeringstoelagen; f) de voorzieningen voor risico’s en kosten; 2o het vreemd vermogen of de schuld, welke de middelen zijn die door derden ter beschikking van de gemeente worden gesteld, namelijk : a) de schulden op meer dan één jaar; b) de schulden op ten hoogste één jaar; c) de verrichtingen voor rekening van derden; e) de overlopende rekeningen. § 4. In de beginbalans bestaat het aanvangskapitaal uit het verschil tussen het actief en het totaal van de schulden, de reserves, het samengevoegde resultaat van de voorgaande dienstjaren, de ontvangen investeringstoelagen en de voorzieningen voor risico’s en kosten. Het verschil tussen het actief en de schulden bepaalt het nettovermogen van de gemeente. Dit wordt elk jaar aangepast door de inbreng van het saldo van de resultatenrekening van het afgesloten dienstjaar. § 5. Alle balanswaarden worden aangegeven in euro. Art. 18. De resultatenrekening omvat de vergelijkende boeking van en het verschil tussen de opbrengsten en de kosten van de gemeente tijdens een dienstjaar. De opbrengsten en de kosten zijn van drieërlei aard : 1o de courante opbrengsten en kosten : zij bestaan uit de vastgestelde rechten en de uitgaven aangerekend op de begrotingsposten van de gewone dienst; 2o de opbrengsten en kosten die voortvloeien uit de normale schommelingen van de balanswaarden of de rechtzettingen van de opbrengsten en de kosten. Zij komen met name voort uit : a) de toevoegingen aan afschrijvingen en aan de voorzieningen voor risico’s en kosten; b) de wijzigingen in de voorraad; c) de verrichtingen in verband met de boekhoudkundige rechtzetting van de aanrekening van periodieke terugbetalingen van leningen; d) de inbreng van werk uitgevoerd in eigen beheer in de vaste activa; e) de herramingen van de waarde van de vaste activa bedoeld in artikel 21, § 1; 3o de uitzonderlijke opbrengsten en kosten en reserves : a) dergelijke opbrengsten komen met name voort uit : — de in artikel 21, § 2, bedoelde herwaarderingen van de waarde van de goederen van de vaste activa; — de meerwaarden gerealiseerd bij de overdracht van goederen uit de vaste activa; — de ontvangen uitzonderlijke schadevergoedingen voor de goederen van het patrimonium; — de onttrekkingen aan de reserves; — enige andere uitzonderlijke inbreng van de gewone of de buitengewone dienst; b) dergelijke kosten vinden met name hun oorsprong in : — de in artikel 21, § 2, bedoelde herwaarderingen van de waarde van de goederen van de vaste activa; — de uitzonderlijke meerwaarde geboekt op de openbare leningen die de gemeente heeft uitgegeven; — het oninbaar of oninvorderbaar verklaren van gemeentelijke heffingen, vorderingen, kredieten en toegekende leningen, zoals bedoeld in artikel 51; — de minderwaarden gerealiseerd bij de overdracht of bij verlies van goederen van de vaste activa; — de uitzonderlijke schadeloosstellingen van derden door de gemeente; — de toevoegingen aan de waardeverminderingen; — de toevoegingen aan het gewoon of buitengwoon reservefonds. In de resultatenrekening worden de volgende resultaten opgenomen : a) batig of nadelig bedrijfssaldo : het resultaat dat blijkt uit de algemene boekhouding en wordt bepaald door het vergelijken van in 1o en 2o bedoelde kosten en opbrengsten;

43937

43938

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD b) uitzonderlijk batig of nadelig saldo : het resultaat dat blijkt uit de algemene boekhouding en wordt bepaald door het vergelijken van de in 3o bedoelde kosten en opbrengsten; c) batig of nadelig saldo van het dienstjaar : het bedrijfsresultaat vermeerderd met het uitzonderlijk resultaat. Art. 19. Het gemeentebestuur houdt de gedetailleerde inventaris bij van haar roerende en onroerende goederen waarvan de aflossing meer dan één jaar duurt. Voor het kleine meubilair en het kleine gereedschap, aangekocht in gewone dienst, wordt er in een systeem voor de opvolging van de goederen, bepaald volgens de richtlijnen van de Minister, voorzien. Op grond van een stuk, vastgesteld in het college, wordt de gemeenteontvanger onmiddellijk op de hoogte gehouden van verlies, diefstal of buitenbedrijfstelling van goederen opgenomen in de activa en van elke verrichting die de passiva aangaat en voert onmiddellijk de correctie van de waarden opgenomen in de balans door. Ter verificatie deelt de gemeenteontvanger jaarlijks een lijst van de bijzondere rekeningen van de goederen opgenomen in de activa aan de gemeentelijke diensten mee. Art. 20. In de boekhouding wordt een onderscheid gemaakt tussen de waarde van de grond en die van de onroerende goederen die zich daarop bevinden. Art. 21. § 1. De goederen van het onroerend patrimonium worden jaarlijks geherwaardeerd, met uitzondering van het hout op stam. De herwaardering geschiedt volgens de aard van het goed rekening houdende met : — ofwel de index van de prijzen van de bouwsector; — ofwel de opbrengst, voor de gemeente, van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. De Minister bepaalt welk van de twee criteria in elk geval moet worden toegepast. Alleen het terrein van het wegennet wordt jaarlijks geherwaardeerd. § 2. Indien er zich aanzienlijke en niet-incidentele marktschommelingen voordoen, kan de Minister een uitzondelijke herwaardering van de goederen van het onroerend patrimonium opleggen, op voorwaarde dat men met geen van de in paragraaf 1 bedoelde criteria kan volstaan om die schommelingen in te calculeren. Art. 22. De afschrijving is jaarlijks en lineair. De goederen worden afgeschreven overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. De investeringstoelagen worden op dezelfde wijze verrekend als de afschrijvingen van het goed waarvoor de toelage werd verleend. Art. 23. De gemeente kan voorzien in een beheer van voorraad overeenkomstig de regels vastgesteld door de Minister. Art. 24. In afwijking van artikel 52 worden de betaling van de netto-loonkosten en de inning van een opbrengst voor het volgende dienstjaar toegelaten en geboekt op een overlopende rekening die van geen invloed is op het resultaat van het dienstjaar. Bij de opening van het volgende boekjaar wordt het saldo van die rekeningen opgemaakt door de boeking van een vastgesteld recht of een toerekening. HOOFDSTUK II. — De leningen Art. 25. Op beslissing van de gemeenteraad kan de gemeente leningen aangaan om het bedrag van de buitengewone uitgaven te dekken. De termijn voor terugbetaling van de leningen mag niet langer lopen dan de termijn voor het afschrijven van de goederen waarvoor die leningen zijn aangegaan. In het leningenbestand worden de terugbetalingstranches en de verschuldigde intresten per jaar en per lening vermeld volgens de vigerende rentevoet. Art. 26. Voorafgaand aan het opmaken van de balans wordt de schuld op meer dan één jaar verminderd met de aflossingstranches die binnen het volgend jaar vervallen en worden geboekt op een rekening van de schuld op ten hoogste één jaar. Art. 27. § 1. Behoudens tegenbeding kunnen de gemeenten de effecten van hun eigen leningen inkopen, evenwel uitsluitend met het oog op de vervroegde aflossing. Het bedrag van de met dit doel in de gemeentebegroting in te schrijven kredieten wordt overgebracht naar een fonds tot terugbetaling van de openbare leningen. Het gedeelte van de gewone annuïteiten dat overeenstemt met de normale terugbetalingswaarde en met de intresten van de vervroegde terugbetaalde obligaties en effecten, wordt op de vervaldagen naar hetzelfde fonds overgedragen. De ingekochte effecten mogen niet opnieuw in omloop worden gebracht. § 2. Door het aanbrengen van een onuitwisbare stempel worden onmiddellijk vernietigd : 1o de ingekochte effecten bij de inkoop; 2o de terugbetaalde effecten bij de terugbetaling; 3o de rentecoupons, ingedeeld naar de vervaldag, bij de uitbetaling. § 3. Ten minste eenmaal per jaar wordt van de vernietiging van de ingekochte of terugbetaalde obligaties en effecten alsook van de daarbij behorende rentecoupons een proces-verbaal opgemaakt dat door het gemeentecollege wordt goedgekeurd en in het gemeentearchief wordt neergelegd. Afschrift van dit proces-verbaal wordt bij de jaarrekeningen gevoegd ter verantwoording van de gedane aflossingen en betalingen. HOOFDSTUK III. — Thesaurie en beleggingen Art. 28. Het gemeentecollege ziet erop toe dat de kasvoorraad van de gemeente voldoende kasmiddelen omvat om te allen tijde de verbintenissen van de gemeente te kunnen nakomen en haar uitgaven te kunnen betalen. Te dien einde waakt het er eveneens over dat de beslissingen aangaande het heffen van belastingen en de beslissingen omtrent leningen of kredietopeningen zonder verwijl worden genomen en uitgevoerd. Op beslissing van de gemeenteraad kan de gemeente kredietopeningen aangaan door te rekenen op subsidies of andere inkomsten voorzien in de begroting. Art. 29. De beleggingen verricht met speciale fondsen afkomstig van giften en legaten met een bepaalde bestemming, alsmede de inkomsten uit die beleggingen, worden aangerekend op de begrotingsposten die op elk van deze fondsen betrekking hebben.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Die beleggingen worden zowel in de inventaris als in de boekhouding apart beheerd. Art. 30. De beleggingen kunnen enkel verricht worden bij financiële instellingen die al naargelang voldoen aan het bepaalde van de artikelen 7, 65 en 66 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, en op de uitdrukkelijke voorwaarde dat er een waarborg wordt gesteld voor de terugbetaling van het belegde kapitaal. De beleggingen op minder dan één jaar ressorteren onder de verantwoordelijkheid van de gemeenteontvanger. De beleggingen waarvan de vervaltermijn hoger is dan één jaar worden verricht door de gemeenteontvanger overeenkomstig de artikelen L1222-1 tot en met 4 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie. Art. 31. § 1. De gemeenteontvanger is verantwoordelijk voor de kasvoorraad, met uitzondering van die van de rekeningen van derden en de gemeentebedrijven die niet in het kader van zijn opdracht beheerd worden. De gelden van de kasvoorraad worden afzonderlijk beheerd in de boekhouding waarin alle verrichtingen worden vermeld. § 2. Indien er voor een gerichte of weerkerende activiteit van de gemeente contante betalingen nodig zijn zonder dat het materieel mogelijk is om de vastleggings-, ordonnancerings- en mandateringsprocedure te volgen bepaald in artikel 51, kan de gemeenteraad beslissen om voor een maximumbedrag dat strikt verantwoord is door de aard der verrichtingen een kasvoorziening toekennen aan een daartoe bij naam genoemd personeelslid. In dat geval bepaalt de gemeenteraad de aard van de betaalverrichtingen die doorgevoerd mogen worden. Die voorziening wordt tegen het overeenstemmende bedrag in de gemeentelijke kastoestand opgenomen. Zodra hij in het bezit is van het besluit, maakt de ontvanger het bedrag van de voorziening over aan de door de raad aangewezen verantwoordelijke of stort het op de rekening die daartoe geopend wordt op naam van de verantwoordelijke overeenkomstig de beslissing van de raad. Op grond van regelmatige mandaten, waarbij de verantwoordingsstukken worden gevoegd, wordt de voorziening tegen het gemandateerde bedrag gecompenseerd. Voor elke voorziening maakt de verantwoordelijke een gedetailleerde chronologische afrekening op van de doorgevoerde kasbewegingen. Die afrekening wordt gevoegd bij de stukken van de rekening van het dienstjaar die de raadsleden kunnen inzien. Art. 32. Behalve uitzonderlijke gevallen verricht de gemeenteontvanger de betalingen per bankoverschrijving, op elektronische wijze, bij uitgifte van chèques of daarmee gelijkgestelde bankbescheiden. Hij ziet erop toe dat de in contanten ontvangen gelden in de verschillende gemeentelijke diensten regelmatig op een rekening gestort wordt die bij financiële instellingen geopend is. Art. 33. De gemeenteontvanger is aansprakelijk voor het intrestverlies dat zou voortspruiten uit het feit : 1o dat door zijn schuld gemeentebelastingen en -inkomsten niet tijdig werden ingevorderd; 2o dat gemeentegelden in kas werden gehouden of op niet renderende rekeningen bleven staan boven de door het college vastgestelde normen; 3o dat op de lopende rekeningen van de gemeente een negatief saldo is blijven staan wanneer de beschikbare kasmiddelen meer bedragen dan die nodig voor betalingen op nabije vervaldagen. TITEL IV. — Boekhouding HOOFDSTUK I. — Algemeen Art. 34. Het gemeentecollege en, onder het gezag van dit college, de gemeenteontvanger zijn belast met het houden van de gemeenteboekhouding. Het gemeentecollege stelt de gemeenteontvanger de middelen, alsmede het personeel, ter beschikking die noodzakelijk zijn om zijn bevoegdheden uit te oefenen. Art. 35. § 1. Na afsluiten van elke rekening van een dienstjaar worden volgende bescheiden gedrukt en op papier gearchiveerd : 1. het grootboek van de begrotingsposten; 2. het grootboek van de algemene rekeningen. Het gemeentecollege ziet erop toe dat de boekhoukundige gegevens regelmatig bewaard worden op een elektronische informatiedrager die bewaard wordt buiten het gebouw waarin het computermaterieel is ondergebracht waarop de boekhoudkundige gegevensbanken opgeslagen wordt. § 2. Elke boeking wordt gestaafd door bewijsstukken. Op de bewijsstukken worden vermeld : 1o een volgnummer dat overeenstemt met de boeking ervan; 2o het dienstjaar; 3o het begrotingsartikel; 4o een controlemerk van het invorderingsrecht of van de vastlegging. De door derden afgegeven stukken die betrekking hebben op diensten of leveringen ten bate van de gemeente worden bovendien voor ontvangst geviseerd. § 3. De boekingen worden dag na dag bijgehouden, van 1 januari tot 31 december. Elke inschrijving draagt een volgnummer. Er wordt geen blanco of interlinie gelaten. Elke correctie wordt aangegeven met een kenteken dat ter wille van de duidelijkheid aan het begin van de regel wordt geplaatst. Elke negatief bedrag wordt voorafgegaan door een kenteken. § 4. De verhogingen van de actiefrekeningen en de kostenrekeningen worden op het debet geboekt, en de verminderingen op het credit. De verhogingen van de passiefrekeningen en de opbrengstenrekeningen worden op het credit geboekt, en de verminderingen op het debet. Het debiteren van rekeningen heeft het crediteren van andere rekeningen tot gevolg. § 5. Bij de hoofdboeken kunnen hulpboeken worden geopend wanneer de omvang van de verrichtingen dat vereist. Die hulpboeken worden bijgehouden volgens dezelfde regels als de hoofdboeken. § 6. De boekhouding wordt één keer per maand afgesloten. Bij elke afsluiting maakt de gemeenteontvanger een staat op waaruit de overeenstemming van de boekingen met de kasmiddelen blijkt en deelt dat er informatie mee aan het college.

43939

43940

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD § 7. de boeken en bewijsstukken worden door de gemeenteontvanger bewaard tot de definitieve vaststelling van de rekening. Ze worden gedurende dertig jaar in de gemeente bewaard. § 8. Volgens de door de Minister bepaalde criteria en mits inachtneming van de bepalingen ter bescherming van het privé-leven dienen de boekhoudkundige computersystemen een module te bevatten voor de gegevensextractie naar een lokale gegevensbank voor gestandaardiseerde boekhoudgegevens waarvan een uittreksel uit de gegevens van de begrotingen, begrotingswijzigingen, rekeningen en hun wettelijke bijlagen overgemaakt wordt aan de bevoegde diensten van het Waalse Gewest. § 9. De elektronische bankuittreksels worden als bewijsstukken toegelaten indien de elektronische certificering beschikbaar is. In dat geval worden de merktekens bepaald in § 2 van dit artikel overbodig. Art. 36. De budgettaire boekhouding vermeldt en verantwoordt : 1o bij de ontvangsten : de invorderingsrechten, de onverhaalbare posten en de oninvorderbare ontvangsten; 2o bij de uitgaven : de vastleggingen en de aanrekeningen. Ze wordt gevoerd volgens de methode van enkelvoudig boekhouden door middel van het journaal en het grootboek van de budgettaire boekhouding. Ze geeft na afloop van elk dienstjaar de begrotingsrekening. Binnen de begroting wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone en buitengewone dienst en, binnen elk van de diensten, tussen het eigenlijk financieel dienstjaar en de vorige dienstjaren. Art. 37. De algemene boekhouding registreert de veranderingen in de balanswaarden, de kosten en de opbrengsten. Ze wordt gevoerd volgens de dubbele methode, door middel van het journaal en het grootboek van de algemene verrichtingen. Zij geeft na afloop van elk dienstjaar de balans en de resultatenrekening. Art. 38. § 1. Aan de algemene balansrekeningen worden de noodzakelijke bijzondere rekeningen toegevoegd. Op elk tijdstip moet de balans van de algemene rekeningen verantwoord worden door de balans van de bijzondere rekeningen. § 2. De algemene rekeningen van lasten en opbrengsten mogen opgedeeld of samengebracht worden om de analyse ervan mogelijk te maken volgens de wijze bepaald door de Minister. Art. 39. Alle bewerkingen van de algemene en de budgettaire boekhouding worden geregistreerd tijdens het dienstjaar waarin zij zich voordoen. De op een ander dienstjaar aan te rekenen budgettaire verrichtingen worden aangeduid door de vermelding van dat dienstjaar. Art. 40. De functionele en economische classificatie en die van de algemene en individuele rekeningen worden door de Minister bepaald. Hij stelt eveneens de minimale rekeningenstelsels die op de classificatie en die rekeningen gebaseerd zijn, alsook de boekhoudkundige documenten die moeten worden bijgehouden, vast. De nomenclatuur van de codes en de rekeningen wordt strikt toegepast. HOOFDSTUK II. — De ontvangsten en de opbrengsten Afdeling 1. — De invorderingsrechten en de opbrengsten Art. 41. § 1. Alleen het gemeentecollege stelt de invorderingsrechten vast. § 2. Wanneer het recht niet door de wet of door een bewijskrachtig document wordt aangetoond, maakt het gemeentecollege een invorderingsstaat op die het samen met alle bewijsstukken van het recht en van de vaststelling ervan aan de gemeenteontvanger bezorgt. Op de invorderingsstaat wordt de naam en het adres van de schuldenaar, de aard en het bedrag van de vordering, alsook het dienstjaar en het begrotingsartikel vermeld. Er kan een collectieve invorderingsstaat worden opgemaakt wanneer de boekhoudkundige verantwoording en aanrekening voor verscheidene vorderingen gemeenschappelijk zijn. § 3. Op de bewijsstukken worden het dienstjaar en het begrotingsartikel, waarop de ontvangsten worden aangerekend vermeld. Art. 42. § 1. Elk invorderingsrecht wordt onmiddellijk geboekt onverminderd artikel 48. § 2. In de volgende gevallen wordt het invorderingsrecht vastgesteld : 1o zodra de gemeenteontvanger de uitvoerbare belastingkohieren ontvangt; 2o wanneer andere personeelsleden van de gemeente de bedragen die contant geïnd zijn voor rekening van de gemeente, aan de gemeenteontvanger storten; 3o wanneer de kredietinstelling de lening beschikbaar stelt; 4o zodra de voorschotten op de nettowinsten van de gemeentebedrijven worden gestort en, voor het saldo toegekend aan de gemeente, zodra de bedrijfsrekeningen door de gemeenteraad goedgekeurd zijn; 5o bij de kennisgeving van de dividenden en winstaandelen en van het aandeel van de gemeente in het Gemeentefonds; 6o op de vervaldag van de intresten; 7o bij het afsluiten van de jaarrekening voor de inkomsten van de gemeente geïnd door de bemiddeling van de ontvangers der directe belastingen, voor de bedragen die ten bate van het af te sluiten dienstjaar aan de gemeente toegekend en nog te innen zijn, met uitsluiting dus van de rechten waarvan de invordering nog hangende is; Art. 43. De algemene rekeningen worden tegelijkertijd met de vaststelling van de rechten in de budgettaire boekhouding bijgehouden. Art. 44. De leveringen, werkzaamheden of diensten die de gemeente voor rekening van derden heeft verricht, geven aanleiding tot het opmaken van facturen, schuldvorderingen of invorderingsstaten in tweevoud. Op de facturen, de schuldvorderingen en de verzoeken om betalingen worden alle inlichtingen vermeld die op elke invorderingsstaat moeten staan. Er is echter geen enkel van bovenvermelde stukken vereist voor rechten die ter plaatse en contant betaalbaar zijn tegen kwijting of enig ander bewijsstuk, elektronische betalingen inbegrepen. In ieder geval vermelden de verzoeken om betaling het rekeningnummer van de gemeente waarop het geld gestort moet worden.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 45. De rechten kunnen voorlopig worden vastgesteld in de budgettaire boekhouding alhoewel ze nog geen invorderingsrechten uitmaken. Deze worden door invorderingsrechten vervangen op het ogenblik van de vaststelling. De voorlopige invorderingsrechten worden in elk geval geschrapt bij de afsluiting van het dienstjaar. Art. 46. Het grootboek van de budgettaire boekhouding vermeldt voor elk begrotingsartikel van de ontvangsten : 1o de omschrijving en het bedrag van het begrotingskrediet; 2o de datum en het nummer van het basisdocument dat het bewijs levert van het invorderingsrecht, de onverhaalbare post of de oninvorderbare ontvangst en, in voorkomend geval, het nummer van de individuele rekening; 3o het bedrag van de invorderingsrechten, onverhaalbare posten en oninvorderbare ontvangsten die dag na dag genummerd zijn, waarbij ze worden onderscheiden van de voorlopig vastgestelde rechten; 4o het verschil tussen het begrotingskrediet en het totaal van de invorderingsrechten verminderd met de oninvorderbare ontvangsten en de onverhaalbare posten; 5o het ingevorderde totaalbedrag recht tegenover de vastgestelde rechten. Art. 47. De gemeenteontvanger houdt de individuele rekeningen bij van de schuldenaren die benevens hun identiteit, volgende inlichtingen bevatten : 1o de datum, het bedrag en het nummer van het vastgesteld recht; 2o de datum, het bedrag en de refertes van de inning; 3o de onverhaalbare en de oninvorderbare bedragen. De rechten vastgesteld bij middel van kohieren of collectieve invorderingstaten mogen ingeschreven worden in een globale rekening per belasting of retributie en per dienstjaar. Afdeling 2. — De ontvangsten Art. 48. Zodra de gemeenteontvanger in het bezit is van de documenten die de rechten van de gemeente vaststellen, controleert hij de regelmatigheid van deze documenten en van hun bewijsstukken evenals hun aanrekening in de budgettaire en algemene boekhouding. Als er geen overeenstemming is, stuurt hij ze met bemerkingen naar het college. Art. 49. De gemeenteontvanger geeft geregeld aan het gemeentecollege schriftelijk kennis van de tegen schuldenaars ingestelde vervolgingen inzake belastingen. Als een schuldenaar niet betaalt binnen de toegestane termijnen en als er geen titel tot dadelijke uitwinning is, brengt de gemeenteontvanger het gemeentecollege daarvan schriftelijk op de hoogte met het oog op de eventuele toepassing van artikel L1242-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie. Bij beslissing van het gemeentecollege genomen op basis van een verslag van de gemeenteontvanger worden de vorderingen van de gemeente, waarvan de invorderbaarheid twijfelachtig is, in de algemene boekhouding overgeboekt naar een rekening ″dubieuze debiteuren″. Art. 50. § 1. De gemeenteontvanger en de personeelsleden van de ontvangsten boeken de geïnde invorderingsrechten en de vastgestelde rechten. Zij boeken tevens de onrechtmatig geïnde bedragen. § 2. Wanneer de bedragen in gereed geld of via een elektronische transactie worden betaald, geeft de gemeenteontvanger een kwijting of enig ander bewijs van betaling. Art. 51. § 1. De gemeenteontvanger boekt als onverhaalbare post de ontheffingen en verminderingen die behoorlijk zijn toegestaan door het gemeentecollege of door de gemeenteraad krachtens artikel L1222-2 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, dat hem kennis geeft van de toestemmingen. § 2. De gemeenteontvanger boekt als oninvorderbare ontvangsten : 1o de bedragen te betalen door schuldenaren wier insolventie bewezen is door onverschillig welke bewijsstukken; 2o de vastgestelde rechten die wegens materiële vergissingen vervallen; 3o de verjaarde schuldvorderingen. § 3. De belastingen, geheven ten laste van insolvente belastingplichtigen, mogen eerst als oninvorderbare ontvangsten worden geboekt op de datum waarop het kohier verjaart. Om praktische redenen inzake het beheer van de aanmaningen en dwangschriften dienen de computersystemen evenwel een mogelijkheid te bevatten om die belastingen in een wachtdossier onder te brengen. HOOFDSTUK III. — De uitgaven en de kosten Afdeling 1. — Voorafgaande bepaling Art. 52. Behoudens de bij de wet of onderhavig reglement bepaalde uitzondering kan geen uitgave aangezuiverd worden dan na de definitieve vastlegging, de aanrekening op een begrotingsrekening, de registratie in de algemene rekeningen betreffende de inkomende facturen, de aanrekening op de algemene en individuele rekeningen, de betaalbaarstelling door het gemeentecollege en het opmaken van een bevelschrift tot betaling overeenkomstig artikel L1311-6 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie. De verrichtingen op de algemene wachtrekeningen die aanleiding geven tot een uitbetaling moeten geordonnanceerd en gemandateerd worden zonder budgetindicatie. Afdeling 2. — De vastlegging en de aanrekening van de uitgaven en de kosten Art. 53. Alleen het gemeentecollege is bevoegd om tot vastleggingen over te gaan, behalve de uitzonderingen bedoeld in artikel 56. De vastlegging is het gevolg van een verplichting voortvloeiend uit de wet, een overeenkomst of een eenzijdige beslissing van de gemeenteoverheid. Door de vastlegging wordt het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde bestemming voorbehouden. Een vastlegging omvat : 1o de naam van de schuldeiser of rechthebbende; 2o het vermoedelijk bedrag;

43941

43942

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 3o het dienstjaar en het budgettair artikel. Geen enkele vastlegging mag nog worden verricht na afsluiting van het lopende dienstjaar. Art. 54. De ambtshalve opnemingen worden aangerekend op het dienstjaar waarin ze worden gedaan, behalve de leninglasten die aangerekend worden op het dienstjaar waarin ze vervallen. Art. 55. De vastlegging van een uitgave kan voorlopig gedaan worden als het gemeentecollege beslist om een begrotingskrediet geheel of gedeeltelijk voor te behouden voor de uitvoering van een voorzienbare verplichting van de gemeente. Die vastlegging wordt geakteerd in de begrotingsartikelen, zij wordt geheel of gedeeltelijk vervangen door een definitieve vastlegging en in ieder geval geschrapt bij de afsluiting van het dienstjaar. Art. 56. Wanneer de betalingen door een eenvoudige aanvaarde factuur gestaafd kunnen worden, plaatst de betrokken dienst elke bestelling door middel van een in de begrotingsboekhouding geakteerde bestelbon die door het gemeentecollege geviseerd wordt. De factuur, die de schuldeiser, in tweevoud aan het gemeentecollege richt, dient vergezeld te zijn van de bestelbon. Art. 57. De vastleggingen van die uitgaven worden in het grootboek van de budgettaire boekhouding ingeschreven zodra ze worden gedaan overeenkomstig artikel 52. De ambtshalve opnemingen, met uitzondering van de leninglasten, worden ingeschreven op de datum van ontvangst van de rekeninguittreksels die er betrekking op hebben. De dotaties aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en aan de politiezone als de gemeente deel uitmaakt van een meergemeentenpolitiezone worden ingeschreven op de datum van de kenniseving van de definitieve vaststelling van de gemeentebegroting. Art. 58. Het grootboek van de budgettaire boekhouding vermeldt voor elk begrotingsartikel van de uitgaven : 1o de omschrijving en het bedrag van het begrotingskrediet; 2o de datum en het nummer van het basisdocument dat het bewijs levert van de vastlegging of de aanrekening en, in voorkomend geval, het nummer van de individuele rekening; 3o het bedrag van de dag na dag genummerde vastleggingen, op elk begrotingskrediet waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de voorlopige vastleggingen en de definitieve vastleggingen; 4o het op elke vastlegging aangerekende bedrag; 5o het saldo van het begrotingskrediet; 6o de verrichte betalingen recht tegenover de vastgestelde rechten. Art. 59. De ontvanger boekt onmiddellijk de facturen of de documenten die deze vervangen tijdelijk in de desbetreffende algemene rekeningen. Die boeking geschiedt zodanig dat de vervaldatum altijd gemakkelijk kan worden nagekeken. Voor de betaalbaarstelling worden de facturen voor ontvangst getekend door het daartoe aangewezen personeelslid dat door zijn visum aangeeft dat de leveringen of de dienstverlening overeenstemmen met het doel, de aard, de hoeveelheden en de in de bestelling voorziene bestemming. Art. 60. De facturen en andere uitgavedocumenten worden aan de gemeenteontvanger of het door hem aangewezen personeelslid overgemaakt samen met alle stukken tot staving van de regelmatigheid van de uitgaven die hiermee gepaard gaan. Na onderzoek van deze documenten gaat de gemeenteontvanger over tot de aanrekening op de budgettaire en algemene rekeningen. Indien hij niet akkoord gaat met een factuur of een uitgavedocument maakt de gemeenteontvanger ze over aan het college, samen met een verslag waarin hij de redenen voor zijn weigering tot aanrekening opgeeft. Het college neemt akte van het verslag van de gemeenteontvanger en ofwel : — het verstrekt de ontbrekende stukken om de regelmatigheid van zijn beslissing te verantwoorden tegenover de gemeenteontvanger die ze uitvoert overeenkomstig de bepalingen van de wet, de decreten of de reglementen; — het beslist dat de uitgave aangerekend en uitgevoerd moet worden onder zijn verantwoordelijkheid en geeft het dossier samen met zijn gemotiveerde beslissing terug aan de gemeenteontvanger voor verplichte uitvoering onder zijn verantwoordelijkheid. In dat geval wordt het gemotiveerde besluit van het college bij het betalingsbevel gevoegd. Door de aanrekening in de begrotingsartikelen worden de kosten en de balanswijzigingen, die daaraan verbonden zijn, geregistreerd en de inschrijving bedoeld bij artikel 59 tegengeboekt. Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigd bedrag, ingevolge de vastlegging, op de begrotingsrekeningen geboekt en indien nodig de vastlegging aangepast. Afdeling 3. — De ordonnancering van de uitgaven en het opmaken van de bevelschriften tot betaling Art. 61. § 1. De uitgaven worden tijdens de vergadering van het college geordonnanceerd in de vorm van een lijst, ondertekend door de secretaris en de burgemeester of diens vertegenwoordiger en een lid van het gemeentecollege. Die lijst vermeldt voor elke uitgave : 1o de begrotingspost, het beschikbare bedrag berekend overeenkomstig artikel 11, en het oorspronkelijk dienstjaar; 2o de aard van de uitgave; 3o de rechthebbenden; 4o de te betalen som; 5o de middelen bij buitengewone uitgaven. § 2. De mandaten, opgemaakt ter uitvoering van deze ordonnanceringslijst, vermelden : 1o de datum van de vergadering van het college; 2o de begrotingspost en het beschikbare bedrag berekend overeenkomstig artikel 11; 3o het oorspronkelijke dienstjaar; 4o de aard van de uitgave; 5o de rechthebbenden; 6o de te betalen som; 7o de middelen bij buitengewone uitgaven. 8o het vastleggingsnummer;

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD 9o in voorkomend geval, het buitengewone projectnummer; 10o in voorkomend geval, het interne controledocument voor de overheidsopdrachten die vastgesteld zijn overeenkomstig de modellen bepaald door de Minister; 11o in voorkomend geval, elk ander intern controledocument bepaald door de Minister. De bevelschriften die in gereed geld moeten worden betaald aan instellingen zonder rechtspersoonlijkheid maken melding van de naam, de voornaam en de hoedanigheid van twee personen belast met het innen van het geld. Bij collectieve bevelschriften tot betaling wordt tot staving ook een staat met een opsomming van de uitgaven gevoegd. § 3. Alle bewijsstukken worden bij het bevelschrift tot betaling gevoegd en blijven eraan gehecht. De bewijsstukken voor meerdere opeenvolgende bevelschriften worden bij het eerste bevelschrift gevoegd. § 4. De wijzigingen in de geschriften die op de bevelschriften tot betaling voorkomen moeten ondertekend worden door de personen bedoeld in § 1. Art. 62. Er behoeft geen bevelschrift tot betaling te worden opgesteld wanneer voor de uitgave een ambtshalve vooruitneming of een vooruitneming bedoeld in artikel L1124-46 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt uitgevoerd. Art. 63. De gemeenteontvanger boekt de in uitvoering zijnde betalingen. Afdeling 4. — De betaling van de uitgaven Art. 64. De gemeenteontvanger stuurt elk niet regelmatig bevelschrift aan het gemeentecollege terug, met vermelding van de redenen waarop de weigering tot betalen steunt. a) wanneer die stukken onvolledig zijn of hun gegevens niet stroken met de bijgevoegde stukken; b) bij er niet-goedgekeurde doorhalingen of toevoegingen; c) wanneer ze niet gestaafd worden door verantwoordingsstukken of wanneer de verantwoordingsstukken van de leveringen, werken of allerhande prestaties ofwel de noodzakelijke goedkeuringen of de ontvangst- of certificeringsvisa’s die het werkelijk bestaan van de schuldvordering of de gedane en aanvaarde dienstlevering aantonen, niet weergeven; d) indien de uitgave aangerekend wordt op alloacties die er geen verband mee houden; e) indien de begroting of de besluiten die bijzondere kredieten openen ter voorziening van de uitgave niet de betaling binnen de perken van de goedgekeurde voorlopige kredieten of van kredieten geopend overeenkomstig artikel L1311-5 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisering niet aankunnen; f) indien de uitgave het beschikbare bedrag van de desbetreffende allocaties van de begroting overschrijdt; g) wanneer de uitgave geheel of gedeeltelijk reeds het voorwerp uitmaakte van een vorige betaling; h) wanneer de uitgave strijdig is met de wetten, de reglementen of de beslissingen van de gemeenteraad. Art. 65. § 1. Het nummer van de financiële rekening van de schuldeisers van de gemeente moet op de contracten, facturen, schuldvorderingen en andere stukken in verband met de uitbetaling van de verschuldigde sommen voor leveringen, werken of prestaties allerhande opgegeven worden. § 2. Elke schuldeiser kan verzoeken dat het bedrag van zijn schuldvordering betaald wordt op een financiële rekening waar hij geen houder van is. Dat verzoekt gebeurt ofwel per briefwisseling ofwel per vermelding van het nummer van de te crediteren rekening op de factuur of op de schuldvorderingsverklaring, gevolgd door de naam van de houder van die rekening. Die aanwijzingen worden op het bevelschrift tot betaling overgenomen. Bij twijfel over de authenticiteit van de ondertekening van de stukken waardoor de schuldeiser verzoekt om het bedrag van zijn schuldvordering te storten op een rekening waar hij geen houder van is, kan de legalisering van die handtekening vereist worden. HOOFDSTUK IV. — De jaarrekeningen Afdeling 1. — Inhoud van de rekeningen Art. 66. De jaarrekeningen bestaan uit de volgende stukken waarvan de vorm door de Minister bepaald wordt : — de begrotingsrekening; — de balans en de resultaatrekening; — de analytische synthse, die onder meer omvat : 1o een analyse van de resultaten en de balans; 2o een synthese van de financiering van de buitengewone uitgaven; 3o de relevante ratio’s in termen van overheidsbeheer; 4o een situatie-overzicht van de evolutie van de uitgaven en de inkomsten. Afdeling 2. — Afsluiting van de rekeningen Art. 67. Wat de wedden van het onderwijzend personeel van de gemeente betreft worden enkel de sommen uitbetaald door toedoen van de gemeente of de werkelijk te innen subsidies in de rekeningen opgenomen. Art. 68. Tussen 1 december van het af te sluiten begrotingsjaar en 15 februari van het volgend jaar, worden de volgende verrichtingen gedaan : 1o de opgave van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan de beherende beambten of diensten bezorgd; 2o dezen overhandigen aan de gemeenteontvanger de stukken betreffende de niet afgehandelde aanrekeningen, waarvan de inschrijving in de begrotingsartikelen zo vlug mogelijk moet worden verricht; 3o de gemeenteontvanger stelt daarna de lijst van de lopende vastleggingen op en laat die door de beheerders aanvullen, die er de af te sluiten vastleggingen op vermelden; 4o de aanzuivering van de begrotingsartikelen geschiedt door het optellen van de afgesloten vastleggingen en door elke niet-afgesloten vastlegging apart te vermelden; 5o er wordt een eerste voorlopige opgave met de toestand van de begrotingskredieten, de vastleggingen en de aanrekeningen opgemaakt en toegezonden aan de beheerders die er de nog te verrichten vastleggingen en aanrekeningen op aantekenen; 6o op grond van die voorlopige opgave boekt de gemeenteontvanger definitief en afzonderlijk : a) de afgesloten vastleggingen;

43943

43944

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD b) de af te trekken vastleggingen; c) het totaal van de vastleggingen; d) de niet-afgesloten vastgelegde kredieten die naar het volgende dienstjaar moeten worden overgedragen; e) de ongebruikte kredieten; 7o het gemeentecollege stelt onverwijld, per vastlegging en per begrotingsartikel de lijst op van de over te dragen kredieten en vastleggingen; 8o de in ten 7o bedoelde overdrachten worden ingeschreven in de begrotingsartikelen van het volgende dienstjaar. Afdeling 3. — De vaststelling van de jaarrekeningen Art. 69. Na de afsluiting van de grootboeken en nadat het gemeentecollege de lijst van de naar het volgende dienstjaar overgedragen begrotingskredieten en vastleggingen opgesteld heeft, maakt de gemeenteontvanger de begrotingsrekening op. Art. 70. § 1. De begrotingsrekening recapituleert elk begrotingsartikel van het grootboek van de begrotingsverrichtingen en maakt het totaal van de begrotingsartikelen in de volgorde van de functionele en economische indeling van de begroting. Ze vermeldt : 1o het begrotingsresultaat, dat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en de oninvorderbare ontvangsten, en anderzijds de vastleggingen; 2o het boekhoudkundig resultaat, dat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en oninvorderbare ontvangsten, en anderzijds de aangerekende uitgaven. Het boekhoudkundig resultaat vormt het saldo dat naar het volgende dienstjaar moet worden overgedragen. In dat resultaat zijn de gecumuleerde boekhoudkundige resultaten van de voorgaande dienstjaren begrepen. § 2. Bij de begrotingsrekening wordt de lijst per artikel van de naar het volgende dienstjaar over te dragen begrotingskredieten en vastleggingen gevoegd. § 3. Bij de stukken van de rekening, die de adviseurs ter plaatse kunnen inzien, wordt de lijst gevoegd per bijzondere rekening en per dienstjaar van de te innen vastgestelde rechten. Art. 71. § 1. Het opmaken van de balans wordt voorafgegaan door de herwaardering bedoeld in artikel 21, § 1, de afschrijvingen bedoeld in artikel 22 en het opmaken van de inventaris op 31 december. § 2. Behoudens een verantwoording die bij de stukken van de rekening worden gevoegd moeten de sommen die sinds meer dan twee jaar op algemene wachtrekeningen staan naar de begrotingsboekhouding teruggebracht worden. Art. 72. De boekhoudkundige computersystemen moeten een controle op de samenhang bevatten volgens de nadere regels bepaald door de Minister. Art. 73. De resultatenrekening en de balans worden opgemaakt op basis van de saldi van de definitieve balans van de algemene rekeningen. Art. 74. De door de gemeenteontvanger ondertekende jaarrekeningen, worden samen met de rekeningen van de personeelsleden bedoeld in artikel L1124-44 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vóór 1 maart van het volgende dienstjaar aan het gemeentecollege toegezonden. Na verificatie bevestigt het college dat alle handelingen waarvoor het bevoegd is, correct zijn opgenomen in de rekeningen. Art. 75. De definitief vastgestelde rekeningen worden voor kennisgeving aan de gemeenteontvanger bezorgd. De schrifturen van de boeken worden in voorkomend geval aangepast aan de vastgestelde rekeningen. TITEL V. — De gemeenteontvanger en de eindrekening HOOFDSTUK I. — De gemeenteontvanger en de bijzondere ontvangers Art. 76. De gemeenteontvanger overhandigt aan het einde van elke maand aan het gemeentecollege het in artikel 35, § 6, bedoelde stuk waaruit de overeenstemming tussen de boekingen blijkt. Art. 77. Het nazicht van de kasmiddelen geschiedt zonder voorafgaande waarschuwing. De met het nazicht belaste overheid kan toegang eisen tot de kantoren van de gemeenteontvanger, zelfs wanneer ze in diens privéwoning ingericht zijn. Ze kan zich zonder afbreuk te doen aan haar verantwoordelijkheid laten vergezellen door een deskundige en door iemand die de verrichtingen in verband met het nazicht moet bijhouden. Bij dat nazicht moet de gemeenteontvanger alle boeken, bescheiden en waarden overleggen en alle inlichtingen verstrekken omtrent zijn beheer en het vermogen van de gemeente. Art. 78. Ten einde de juistheid van de rekeningen te behouden in geval van tekort, diefstal of verlies, zal een vordering ten belope van hetzelfde bedrag worden geboekt in de algemene boekhouding. Zodra de definitieve beslissing hieromtrent genotificeerd is, zal de gemeenteontvanger in voorkomend geval het bedrag waarvoor hij ontlasting bekwam, in uitgave brengen. Art. 79. De gemeenteontvanger is verantwoordelijk voor de hem toevertrouwde akten, titels en documenten. Hij moet : 1o het gemeentecollege ten minste zes maanden van tevoren in kennis stellen van het aflopen van de contracten; 2o verhinderen dat de rechten van de gemeente verjaren en waken over het behouden van de domeinen, voorrechten en hypotheken; 3o de inschrijving op het kantoor der hypotheken vorderen voor alle daarvoor in aanmerking komende titels; 4o het gemeentecollege verwittigen van diefstal of verlies van de akten, titels en bescheiden die hem toevertrouwd zijn. De gemeenteontvanger mag zich niet van de de hem toevertrouwde boeken en bescheiden ontdoen noch er, zonder toestemming van het gemeentecollege afschrift of uittreksel van geven, behoudens wat de belastingkohieren betreft. Art. 80. De bijzondere ontvangers, ingesteld overeenkomstig artikel L1124-44 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisering vallen mutatis mutandis onder de bepalingen van de artikelen 76 tot 79 en 81 tot 84.

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK II. — De eindrekening Afdeling 1. — Definitieve ambtsneerlegging Art. 81. § 1. De ontslagnemende gemeenteontvanger blijft zijn dienst waarnemen tot aan de ambtsaanvaarding van zijn opvolger. Op dat ogenblik maakt hij, in drievoud, een inventaris op van de documenten, de boeken, het meubilair, het materieel en andere voorwerpen dieaan de gemeenteontvanger worden overhandigd. Die inventaris wordt ondertekend door beide ontvangers die er elk een uitgifte van bewaren. Het derde exemplaar berust in het archief van de gemeente of in dat van het provinciaal gouvernement wanneeer het een gewestelijk ontvanger betreft. § 2. Bij overlijden, afzetting of schorsing van de plaatselijke ontvanger, of wanneer hij zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, worden alle vereiste bewarende maatregelen getroffen en wordt de voormelde inventaris, opgemaakt door bemiddeling van het gemeentecollege. Zodra de vervanger aangewezen is wordt hem die inventaris ter hand gesteld. Art. 82. § 1. Na de inventaris wordt de eindrekening opgemaakt, ondertekend en gewaarmerkt door de uittredende gemeenteontvanger, en onder voorbehoud aanvaard door de nieuwe gemeenteontvanger. § 2. Wanneer de uittredende plaatselijke ontvanger de eindrekening te laat afgeeft of weigert af te geven aan de opvolger, maant het gemeentecollege hem aan zijn verplichtingen na te komen. De aanmaning geschiedt bij gerechtsdeurwaardersexploot dat de uitvoeringstermijn vaststelt. Is de aanmaning bij het verstrijken van die termijn zonder gevolg gebleven, dan maakt het gemeentecollege de eindrekening op volgens de gegevens die in zijn bezit zijn. De aanmanings- en expertisekosten zijn in de eindrekening ten laste van de uittredende ontvanger aangerekend. Een exemplaar van de rekening wordt de uittredende gemeenteontvanger ter hand gesteld met verzoek zijn opmerkingen te formuleren binnen dertig dagen. § 3. Bij overlijden of afzetting van de plaatselijke ontvanger, of wanneer de uittredende plaatselijke ontvanger zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, maakt het gemeentecollege die rekening op. Een exemplaar van de rekening wordt de uittredende ontvanger of aan zijn rechtverkrijgende ter hand gesteld, met verzoek hun opmerkingen te formuleren binnen dertig dagen. § 4. De eindrekening wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de uittredende plaatselijke ontvanger of zijn rechtverkrijgenden, voorgelegd aan de gemeenteraad, die ze voorlopig afsluit. Art. 83. De artikelen 81, § 2 en 82, §§ 2 tot 4, zijn van toepassing op de gewestelijke ontvanger, onder voorbehoud dat de bevoedheden door deze bepalingen toevertrouwd aan het gemeentecollege of aan de gemeenteraad worden uitgeoefend door de provinciegouverneur. Art. 84. De eindrekening omvat volgende stukken, vastgesteld bij de ambtsneerlegging, voor het lopende dienstjaar en voor het in afsluiting zijnde dienstjaar : 1o de balans van de begrotngsartikelen; 2o de balans van de algemene rekeningen; 3o de balans van de bijzondere rekeningen; 4o de kastoestand, verantwoord door de saldo’s van de bankuittreksels of de besluiten voor de provies die gelijk zijn aan contanten in kas. Art. 85. De aantredende ontvanger is enkel verantwoordelijk voor de verrichtingen die hij zelf verleden heeft te rekenen van zijn daadwerkelijke ambtsaanvaarding, middels de computergewijze blokkering van de boekhoudkundige geschriften en de beveiliging van de data. Indien de jaarrekeningen opgesteld worden door de aantredende ontvanger, blijft zijn verantwoordelijkheid berperkt tot de schrifturen die te rekenen van zijn ambtsaanvaarding verleden zijn. Afdeling 3. — Gemeenschappelijke bepalingen Art. 86. Zodra definitief is beslist over de eindrekening, worden de boekhoudkundige geschriften indien nodig gewijzigd. Art. 87. Bij een kastekort wordt er een schuldvordering ten bedrage van het tekort in de algemene boekhouding geopend ten laste van de uittredende gemeenteontvanger. Een uitgifte van de eindrekening wordt na vaststelling ervan overhandigd aan : 1o de uittredende gemeenteontvanger of aan zijn rechthebbenden; 2o aan de aantredende gemeenteontvanger; 3o aan het gemeentecollege. Het tekort dat ten laste wordt gelegd van de gewestelijke ontvangers wordt door het Waalse Gewest aan de gemeente terugbetaald op de door het Gewest bepaalde wijze en wordt door het bestuur van de belasting op de toegevoegde waarde, de registratie en de domeinen verhaald op de in debet zijnde gewestelijke ontvangers. TITEL VI. — Diverse bepalingen Art. 88. De jaarrekeningen en de eindrekeningen kunnen niet meer gewijzigd worden nadat zij defintief vastgesteld zijn. Bij vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen kunnen de gemeenteontvanger of de gemeenteraad evenwel binnen de dertig jaren die volgen op hun definitieve vaststelling, de herziening van deze rekeningen aanvragen bij de overheid die bevoegd is om ze definitief vast te stellen. De aanvraag bepaalt nauwkeurig de feiten die de herziening rechtvaardigen.

43945

43946

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD TITEL VII. — Slotbepalingen Art. 89. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008, behoudens wat betreft de bepalingen voor de opstelling van de oorspronkelijke begrotingen voor 2008, die in werking treden op de datum van bekendmaking ervan. Art. 90. Het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 betreffende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit wordt opgeheven. Art. 91. De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 5 juli 2007. De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 2007 — 3565

[2007/202562]

12 JUILLET 2007. — Arrêté ministériel portant création de la zone humide d’intérêt biologique des ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ à Cerfontaine et Walcourt Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, Vu la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, modifiée par les décrets des 11 avril 1984, 16 juillet 1985, 7 octobre 1985, 7 septembre 1989, 21 avril 1994, 6 avril 1995, 22 janvier 1998 et 6 décembre 2001, notamment les articles 6, 11, 12, 33 et 51; Vu l’arrêté de l’Exécutif régional wallon du 8 juin 1989 relatif à la protection des zones humides d’intérêt biologique, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 et notamment son article 4; Vu l’arrêté ministériel du 3 décembre 2002 portant création de la zone humide d’intérêt biologique des ″Mares de Daussois, Jamiolle et Yves-Gomezée″; Vu la convention signée le 8 novembre 2005 entre la commune de Cerfontaine et la Région wallonne; Vu la convention signée le 12 juillet 2006 entre la commune de Walcourt et la Région wallonne; Vu la convention signée le 30 septembre 2005 entre Mme Jacqueline Dardenne et la Région wallonne; Vu la convention signée le 4 août 2006 entre l’indivision Paquet-Scohy et la Région wallonne; Vu la convention signée le 7 décembre 2005 entre les époux Hardy, Patrick-Hendrickx, Monique et la Région wallonne; Vu l’avis du Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature, donné le 22 mai 2007; Considérant la nécessité de prendre les mesures adéquates de préservation et de gestion du site des ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ afin d’y favoriser la biodiversité, Arrête : Article 1er. Sont constitués en zone humide d’intérêt biologique des ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ les 5 ha 51 a 48 ca de terrains figurés en gris foncé sur la carte jointe et cadastrés comme indiqué dans le tableau ci-après : Commune Cerfontaine

Walcourt

Division

Section

Lieu-dit

No mare

Parcelle

Surface (ha)

Propriétaire

4

B

Au chemin de Jamiolle

1

218d pie

0,1075

J. Dardenne

4

B


2

224r pie

0,1124

com. de Cerfontaine

4

B


2, 3, 4

224s pie

0,2243

com. de Cerfontaine

4

C

Croix Henri

5

19a pie

0,1317

J. Dardenne

4

C

Croix Henri

5

19b pie

0,1248

J. Dardenne

4

C

Sauvlonnière

5

1a pie

0,0461

Hardy-Hendrickx

4

C

Sauvlonnière

5

1b pie

0,0889

Hardy-Hendrickx

4

C

Sauvlonnière

5

2a

0,5470

com. de Cerfontaine

15

E

Grosse Roue

5

35k pie

1,9290

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35l

0,4960

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35m

0,2320

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35n pie

0,9265

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

6

36 pie

0,0291

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

7

35k pie

0,1110

com. de Walcourt

15

E

Grosse Roue

8

27/02 pie

0,2947

com. de Walcourt

15

E

Magu Pouqui

9

31pie

0,1138

ind. Paquet-Scohy

5,5148

43947

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. L’Agent du Ministère de la Région wallonne chargé de la gestion de la zone humide d’intérêt biologique est l’ingénieur-chef de cantonnement de la Division de la Nature et des Forêts du ressort territorial concerné. La gestion se fera en collaboration avec les propriétaires. Art. 3. Les mesures de gestion de la zone humide d’intérêt biologique viseront à améliorer la biodiversité du site. Elles consisteront en : - une remise en lumière des berges par un débroussaillage/recépage régulier des arbres et arbustes y poussant sur 2/3 de leur longueur des berges - en veillant à laisser quelques vieux saules en place; - un curage ou creusement léger des mares les plus comblées pour éviter leur atterrissement et leur assèchement; - l’évacuation des déchets et détritus divers; - la limitation des populations de carpe; - l’aménagement d’abreuvoirs pour les mares voisines de prairies pour limiter l’accès du bétail au plan d’eau. Art. 4. Dans le cadre strict des objectifs définis à l’article 3 du présent arrêté, le gestionnaire est autorisé à déroger aux articles 2 et 3 de l’arrêté de l’Exécutif régional wallon du 8 juin 1989 relatif à la protection des zones humides d’intérêt biologique. Art. 5. En dehors des travaux de gestion tels que définis à l’article 3, est interdite toute action directe ou indirecte de nature à modifier les caractéristiques des habitats des espèces naturelles présentes. Sont interdits les travaux de drainage, de remblais, de dépôt et de brûlage. Art. 6. L’arrêté ministériel du 3 décembre 2002 portant création de la zone humide d’intérêt biologique des ″Mares de Daussois, de Jamiolle et d’Yves-Gomezée″ est abrogé. Namur, le 12 juillet 2007. B. LUTGEN La carte peut être consultée auprès de la Division de la Nature et des Forêts de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement, avenue Prince de Liège 15, à 5100 Jambes.

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D. 2007 — 3565 [2007/202562] 12. JULI 2007 — Ministerialerlass zur Errichtung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ in Cerfontaine und Walcourt Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, Aufgrund des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur, in seiner durch die Dekrete vom 11. April 1984, 16. Juli 1985, 7. Oktober 1985, 7. September 1989, 21. April 1994, 6. April 1995, 22. Januar 1998 und 6. Dezember 2001 abgeänderten Fassung, insbesondere der Artikel 6, 11, 12, 33 und 51; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 8. Juni 1989 über den Schutz der biologisch wertvollen Feuchtgebiete, abgeändert durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 10. Juli 1997, insbesondere seines Artikels 4; Aufgrund des Ministerialerlasses vom 3. Dezember 2002 zur Errichtung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets ″Mares de Daussois de Jamiolle et d’Yves-Gomezée″; Aufgrund des am 8. November 2005 zwischen der Gemeinde Cerfontaine und der Wallonischen Region unterzeichneten Abkommens; Aufgrund des am 12. Juli 2006 zwischen der Gemeinde Walcourt und der Wallonischen Region unterzeichneten Abkommens; Aufgrund des am 30. September 2005 zwischen Frau Jacqueline Dardenne und der Wallonischen Region unterzeichneten Abkommens; Aufgrund des am 4. August 2006 zwischen der ungeteilten Rechtsgemeinschaft Paquet-Scohy und der Wallonischen Region unterzeichneten Abkommens; Aufgrund des am 7. Dezember 2005 zwischen den Eheleuten Hardy, Patrick-Hendrickx, Monique und der Wallonischen Region unterzeichneten Abkommens; Aufgrund des am 22. Mai 2007 abgegebenen Gutachtens des ″Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature″ (Wallonischer hoher Rat für die Erhaltung der Natur); In Erwägung der Notwendigkeit, angepasste Maßnahmen zum Schutz und zur Bewirtschaftung des ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ genannten Standorts zu treffen, insbesondere um dort die biologische Vielfalt zu fördern, Beschließt: Artikel 1 - Die 5ha 51a 48ca großen, auf der beigefügten Karte in grauer Farbe gekennzeichneten Gelände, die wie in der nachstehenden Tabelle katastriert sind, werden als biologisch wertvolles Feuchtgebiet ″Mares de Daussois et d’Yves-Gomezée″ errichtet: Gemeinde Cerfontaine

Gemarkung

Flur

Ortslage

Nr. Tümpel 1

218d pie

4

B


4

B


2

4

B


2, 3, 4

4

C

Croix Henri

5

Parzelle

Fläche (ha)

Eigentümer

0,1075

J. Dardenne

224r pie

0,1124

Gemeinde Cerfontaine

224s pie

0,2243


19a pie

0,1317

J. Dardenne

43948


Gemeinde

Walcourt

Gemarkung

Flur

Ortslage

Nr. Tümpel

Parzelle

Fläche (ha)

Eigentümer

4

C

Croix Henri

5

19b pie

0,1248

J. Dardenne

4

C

Sauvlonnière

5

1a pie

0,0461

Hardy-Hendrickx

4

C

Sauvlonnière

5

1b pie

0,0889

Hardy-Hendrickx

4

C

Sauvlonnière

5

2a

0,5470


15

E

Grosse Roue

5

35k pie

1,9290

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35l

0,4960

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35m

0,2320

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35n pie

0,9265

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

6

36 pie

0,0291

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

7

35k pie

0,1110

Gemeinde Walcourt

15

E

Grosse Roue

8

27/02 pie

0,2947

Gemeinde Walcourt

15

E

Magu Pouqui

9

31pie

0,1138

Ungeteilte Rechtsgemeinschaft PaquetScohy

5,5148 Art. 2 - Der Bedienstete des Ministeriums der Wallonischen Region, der mit der Bewirtschaftung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets beauftragt ist, ist der Ingenieur, der das zuständige Forstamt der Abteilung Natur und Forstwesen in dem betreffenden Gebiet leitet. Die Bewirtschaftung wird in Zusammenarbeit mit den Eigentümern erfolgen. Art. 3 - Die Maßnahmen zur Bewirtschaftung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets werden zum Zweck haben, die biologische Vielfalt zu verbessern. Sie bestehen aus: - eine Verlichtung der Ufer durch Gestrüppentfernen/regelmäßigen Tiefschnitt der dort wachsenden Bäume und Sträucher auf 2/3 der Länge der Ufer, während einige alte Weiden gelassen werden; - eine Reinigung oder ein leichtes Graben der am meisten mit Erde gefüllten Tümpel, um zu vermeiden, dass sie erdig oder trocken werden; - die Beseitigung verschiedener Abfälle und Rückstände; - die Beschränkung des Karpfenbestands; - die Ausstattung von Tränken für die Tümpel, die an Wiesen angrenzend sind, um den Zugang des Viehs zum Wasserspiegel zu beschränken. Art. 4 - Im strikten Rahmen der in Artikel 3 des vorliegenden Erlasses bestimmten Ziele ist der Bewirtschafter erlaubt, von den Artikeln 2 und 3 des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 8. Juni 1989 über den Schutz der biologisch relevanten Zonen abzuweichen. Art. 5 - Außer den in Artikel 3 erwähnten Bewirtschaftungsarbeiten ist jegliche direkte oder indirekte Handlung, die die Eigenschaften der Lebensräume der dort lebenden natürlichen Arten ändern kann, verboten. Entwässerungs-, Aufschüttungs-, Lagerungs- und Verbrennungsarbeiten sind verboten. Art. 6 - Der Ministerialerlass vom 3. Dezember 2002 zur Errichtung des biologisch wertvollen Feuchtgebiets ″Mares de Daussois de Jamiolle et d’Yves-Gomezée″ wird aufgehoben. Namur, den 12. Juli 2007 B. LUTGEN Die Karte kann bei der Abteilung Natur und Forstwesen der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt, avenue Prince de Liège 15, in 5100 Jambes eingesehen werden.

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2007 — 3565 [2007/202562] 12 JULI 2007. — Ministerieel besluit tot inrichting van het biologisch waardevolle vochtige gebied ″Mares de Daussois en Yves-Gomezée″ in Cerfontaine en Walcourt De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, gewijzigd bij de decreten van 11 april 1984, 16 juli 1985, 7 oktober 1985, 7 september 1989, 21 april 1994, 6 april 1995, 22 januari 1998 en 6 december 2001, inzonderheid op de artikelen 6, 11, 12, 33 en 51; Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 8 juni 1989 betreffende de bescherming van de vochtige gebieden met een biologisch belang, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997, inzonderheid op artikel 4; Gelet op het ministerieel besluit van 3 december 2002 tot inrichting van het vochtige gebied met een biologisch belang ″Mares de Daussois, Jamiolle et Yves-Gomezée″; Gelet op de overeenkomst ondertekend op 8 november 2005 tussen de gemeente Cerfontaine en het Waalse Gewest; Gelet op de overeenkomst ondertekend op 12 juli 2006 tussen de gemeente Walcourt en het Waalse Gewest; Gelet op de overeenkomst ondertekend op 30 september 2005 tussen Mevr. Jacqueline Dardenne en het Waalse Gewest;

43949

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Gelet op de overeenkomst ondertekend op 4 augustus 2006 tussen de mede-eigendom Paquet-Scohy en het Waalse Gewest; Gelet op de overeenkomst ondertekend op 7 december 2005 tussen het echtpaar Hardy, Patrick-Hendrickx, Monique en het Waalse Gewest; Gelet op het advies van de ″Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature″ (Waalse Hoge Raad voor Natuurbehoud), gegeven op 22 mei 2007; Overwegende dat geschikte maatregelen m.b.t. de instandhouding en het beheer van de site ″Mares de Daussois en Yves-Gomezée″ getroffen moeten worden om er de biodiversiteit te bevorderen, Besluit : Artikel 1. De 5 ha 51 a 48 ca grond, in het donkergrijs ingekleurd op bijgevoegde kaart, worden ingericht als biologisch waardevol vochtig gebied ″Mares de Daussois en Yves-Gomezée″ en gekadastreerd als volgt : Gemeente

Afdeling

Cerfontaine

4

Walcourt

Sectie

Plaatsnaam

Nr. poel

Perceel

B


1

218d pie

4

B


2

4

B


2, 3, 4

4

C

Croix Henri

4

C

Croix Henri

4

C

4 4

Oppervlakte (ha)

Eigenaar

0,1075

J. Dardenne

224r pie

0,1124

gem. Cerfontaine

224s pie

0,2243

gem. Cerfontaine

5

19a pie

0,1317

J. Dardenne

5

19b pie

0,1248

J. Dardenne

Sauvlonnière

5

1a pie

0,0461

Hardy-Hendrickx

C

Sauvlonnière

5

1b pie

0,0889

Hardy-Hendrickx

C

Sauvlonnière

5

2a

0,5470

gem. Cerfontaine

15

E

Grosse Roue

5

35k pie

1,9290

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35l

0,4960

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35m

0,2320

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

5

35n pie

0,9265

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

6

36 pie

0,0291

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

7

35k pie

0,1110

gem. Walcourt

15

E

Grosse Roue

8

27/02 pie

0,2947

gem. Walcourt

15

E

Magu Pouqui

9

31pie

0,1138

mede-eigendom Paquet-Scohy

5,5148 Art. 2. Het personeelslid van het Ministerie van het Waalse Gewest dat instaat voor het beheer van het biologisch waardevolle vochtige gebied is de ingenieur-houtvester van de Afdeling Natuur en Bossen van het desbetreffende ambtsgebied. Het beheer wordt in samenwerking met de eigenaars waargenomen. Art. 3. De beheersmaatregelen van het biologisch waardevolle vochtige gebied beogen een betere biodiversiteit van de site. Ze bestaan in : - het schoonmaken van de oevers door een regelmatige struikgewasverwijdering/kortsnoeiing van de bomen en struiken die er groeien - over twee derde van de oeverlengte ervan - waarbij een aantal oudere wilgen onaangetast gelaten worden; - een reiniging of lichte uitdieping van de meest gevulde poelen om de aanslibbing en drooglegging ervan te voorkomen; - het verwijderen van afval en zwerfvuil; - de beperking van de karperpopulatie; - de plaatsing van drinkbakken in weien die poelen aangrenzen zodat het vee geen toegang tot die watervlakken krijgt. Art. 4. De beheerder kan binnen het beperkte kader van de in artikel 3 van dit besluit omschreven doelstellingen afwijken van de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 8 juni 1989 betreffende de bescherming van de vochtige gebieden met een biologisch belang. Art. 5. Behalve de in artikel 3 omschreven beheerswerken is elke rechtstreekse of onrechtstreekse actie verboden die de kenmerken van de habitat van de aanwezige natuurlijke dier- en plantensoorten kan wijzigen. Bagger-, aanvullings-, opslag- en afbrandwerken zijn verboden. Art. 6. Het ministerieel besluit van 3 december 2002 tot inrichting van het vochtige gebied met een biologisch belang ″Mares de Daussois, Jamiolle en Yves-Gomezée″ wordt opgeheven. Namen, 12 juli 2007. B. LUTGEN

Het plan ligt ter inzage bij de ″Division de la Nature et des Forêts de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement ″ (Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu), avenue Prince de Liège 15, te 5100 Jambes.

43950


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[2007/00627]

[2007/00627] Collecte à domicile. — Autorisation

Huis-aan-huis collecte. — Vergunning

Un arrêté du 29 juin 2007 pris en vertu de l’arrêté du 22 septembre 1823 contenant des dispositions à l’égard des collectes dans les églises et à domicile, autorise l’association sans but lucratif « Opération de Solidarité 48.81.00 », à Bruxelles, à collecter des fonds à domicile, dans tout le pays, du 7 octobre 2007 au 14 octobre 2007 inclus sous la dénomination de « CAP 48 ».

Bij koninklijk besluit van 29 juni 2007 genomen krachtens het koninklijk besluit van 22 september 1823 houdende bepalingen nopens het doen van collecten in de kerken en aan de huizen, is vergunning verleend aan de vereniging zonder winstoogmerk « Opérations de Solidarité 48.81.00 » te Brussel om in het gehele land een huis-aan-huis collecte te houden van fondsen van 7 oktober 2007 tot en met 14 oktober 2007 onder de benaming « CAP 48 ».

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


[2007/00671]



Un arrêté royal du 26 juillet 2007 pris en vertu de l’arrêté royal du 22 septembre 1823 contenant des dispositions à l’égard des collectes dans les églises et à domicile, autorise l’association sans but lucratif « Broederlijk Delen » à Bruxelles à collecter des fonds à domicile, dans tout le pays, du 6 février 2008 au 23 mars 2008 inclus.

Bij koninklijk besluit van 26 juli 2007 genomen krachtens het koninklijk besluit van 22 september 1823 houdende bepalingen nopens het doen van collecten in de kerken en aan de huizen, is vergunning verleend aan de vereniging zonder winstoogmerk « Broederlijk Delen » te Brussel om in het gehele land een huis-an-huis collecte te houden van geld van 6 februari 2008 tot en met 23 maart 2008.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


[2007/00672]



Un arrêté royal du 26 juillet 2007 pris en vertu de l’arrêté royal du 22 septembre 1823 contenant des dispositions à l’égard des collectes dans les églises et à domicile, autorise les associations sans but lucratif « Centre national de Coopération au Développement » et « Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 » à Bruxelles à organiser ensemble une collecte de fonds à domicile dans tout le pays sous la dénomination « Opération 11.11.11 » du 1er au 18 novembre 2007 inclus.

Bij koninklijk besluit van 26 juli 2007 genomen krachtens het koninklijk besluit van 22 september 1823 houdende bepalingen nopens het doen van collecten in de kerken en aan de huizen, is vergunning verleend aan de verenigingen zonder winstoogmerk « Centre national de Coopération au Développement » en « Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 » te Brussel om te samen in het gehele land en huis-aan-huis collecte van geld te organiseren onder de benaming « 11.11.11-actie », van 1 tot en met 18 november 2007.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2007/00767]

[C − 2007/00767]

Autorisation d’exploiter une entreprise de gardiennage en application de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière. — Modification

Vergunning tot het exploiteren van een bewakingsonderneming in toepassing van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. — Wijziging

Par arrêté ministériel du 13 juillet 2007, l’article 2 de l’arrêté ministériel du 25 mai 2007 d’autorisation comme entreprise de gardiennage accordée à PAX SECURITA SPRL est modifié comme suit :

Bij ministerieel besluit van 13 juli 2007 wordt artikel 2 van het ministerieel besluit van 25 mei 2007 van de vergunning als bewakingsonderneming van PAX SECURITA BVBA als volgt vervangen :

§ 1. L’autorisation visée à l’article 1er porte sur l’exercice d’activités de :

§ 1. De in artikel 1 bedoelde vergunning heeft betrekking op het uitoefenen van activiteiten van :

— surveillance et protection de biens mobiliers ou immobiliers en ce compris des activités de gardiennage mobile mais à l’exclusion de l’intervention après alarme;

— toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen met inbegrip van mobiele bewaking en met uitsluiting van interventie na alarm;

— surveillance et contrôle de personnes dans des lieux accessibles ou non au public en ce compris des activités de portiers et à l’exclusion des activités d’inspecteurs de magasin;

— toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet voor het publiek toegankelijke plaatsen met inbegrip van portiers en met uitsluiting van winkelinspectie;

— réalisation de constatations se rapportant exclusivement à la situation immédiatement perceptible de biens se trouvant sur le domaine public, sur ordre de l’autorité compétente ou du titulaire d’une concession publique.

— verrichten van de vaststellingen die uitsluitend betrekking hebben op de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die zich bevinden op het openbaar domein, in opdracht van de bevoegde overheid of van de houder van een overheidsconcessie.

§ 2. Ces activités s’effectuent sans armes et sans chien.

§ 2. Deze activiteiten worden ongewapend en zonder hond uitgeoefend.

43951


FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [S − C − 2007/12402] Règlement général pour la protection du travail Certificat de secouriste

[S − C − 2007/12402] Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming Getuigschrift van hulpverlener

Par arrêté ministériel du 16 août 2007 Falck Ambuce, Bijkhoevelaan 8, 2110 Wijnegem, est autorisé à délivrer le certificat de secouriste visé à l’article 177 du Règlement général pour la protection du travail pour une période de cinq ans.

Bij ministerieel besluit van 16 augustus 2007 wordt Falck Ambuce, Bijkhoevelaan 8, te 2110 Wijnegem, gemachtigd het in het artikel 177 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming bedoelde getuigschrift van hulpverlener uit te reiken voor een periode van vijf jaar.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG



Par arrêté ministériel du 16 août 2007, l’arrêté ministériel du 13 janvier 1983 autorisant le service médical interentreprise ″Interprofessionnelle de médecine du travail (Imétra)″, rue Puissant 15, à Charleroi, à délivrer des certificats de secouriste industriel visés à l’article 177 du Règlement général pour la protection du travail, est modifié comme suit : — Les mots « le service médical interentreprise « Interprofessionnelle de médecine du travail (Imétra) », rue Puissant 15, à 6000 Charleroi », sont remplacés par les mots « ADHESIA Service externe pour la Prévention et la Protection au travail ASBL, rue Puissant 15, à 6000 Charleroi ».

Bij ministerieel besluit van 16 augustus 2007 is het ministerieel besluit van 13 januari 1983 waarbij de interbedrijfsgeneeskundige dienst ″Interprofessionnelle de médecine du travail (Imétra)″, rue Puissant 15, te 6000 Charleroi, gemachtigd werd de in artikel 177 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming bedoelde getuigschriften van hulpverlener uit te reiken, als volgt gewijzigd : — De woorden « de interbedrijfsgeneeskundige dienst ″Interprofessionnelle de médecine du travail (Imétra)″, rue Puissant 15, te 6000 Charleroi », worden vervangen door de woorden « ADHESIA Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk VZW, rue Puissant 15, te 6000 Charleroi ».

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG



Par arrêté ministériel du 16 août 2007, Avicenna, Van Hovestraat 12, 2140 Antwerpen, est autorisé à délivrer le certificat de secouriste visé à l’article 177 du Règlement général pour la protection du travail.

Bij ministerieel besluit van 16 augustus 2007 wordt Avicenna, Van Hovestraat 12, 2140 Antwerpen, gemachtigd het in het artikel 177 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming bedoelde getuigschrift van hulpverlener uit te reiken.

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID [2007/36425] Provincie West-Vlaanderen. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). — « Zannekinlaan » VEURNE. — Bij besluit van 12 juli 2007 van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen wordt het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) « Zannekinlaan » voor de stad Veurne, zoals definitief vastgesteld bij besluit van 23 april 2007 van de gemeenteraad van Veurne en gevoegd in bijlage bij het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen, goedgekeurd, met uitsluiting van de volgende bepaling uit de stedenbouwkundige voorschriften (p. 33 en p. 36) : « Deze verplichting wordt eveneens opgeheven indien kan aangetoond worden dat elders, binnen een straal van 100 m, een private parkeerplaats ter beschikking is van de residenten. »

43952

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C − 2007/36150] Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Sectoraal Uitvoeringsplan « Milieuverantwoord materiaal gebruik en afvalbeheer in de bouw » Op 7 juli 2007 stelde de Vlaamse regering het Sectoraal Uitvoeringsplan « Milieuverantwoord materiaal gebruik en afvalbeheer in de bouw » vast, zoals bedoeld in artikel 35 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van 20 april 1994. Het Sectoraal Uitvoeringsplan (SUP) geeft de uitvoering aan de gecombineerde projectmatige uitvoering van het materialen- en afvalbeleid, zoals voorzien in het milieuprogramma 2007 en de verschillende beleidsbrieven van de minister voor Leefmilieu. Op basis van de wijziging van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid maakt het Milieujaarprogramma (MJP) 2007 een onderdeel uit van de begroting. Het uitvoeringsplan kadert in het transversaal Vlaams project « beleid gericht op voorraden » dat transitiemanagement omvat met twee onderdelen « transitie duurzaam materialenbeleid » en « transitie duurzaam bouwen en wonen ». Overeenkomstig artikel 36, § 5 van genoemd decreet van 2 juli 1981 ligt het Uitvoeringsplan en het in artikel 36, § 4 bedoelde verslag vanaf de tiende dag na huidige publicatie ter inzage bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM), de provincies en de gemeenten.

* VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2007/36449] Provincie Limburg. — Ruimtelijke ordening. — Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan HAM. — Bij besluit van 12 juli 2007 heeft de deputatie van de provincie Limburg het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan « Sportterreinnen Gerhees », dat definitief werd vaststeld door de gemeenteraad van Ham in zitting van 7 juni 2007 en dat een toelichtingsnota, een plan bestaande feitelijke toestand, een bestaande juridische toestand, een grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften bevat, goedgekeurd met uitsluiting van het onteigeningsplan.

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2007/202561] 6 AOUT 2007. — Arrêté ministériel désignant les membres de la Commission de plan de tir à l’espèce cerf et déléguant le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme,

Vu la loi du 28 février 1882 sur la Chasse, notamment l’article 1quater; Vu l’arrêté de l’Exécutif régional wallon du 22 avril 1993 relatif au Plan de tir pour la chasse au cerf, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 6 mai 2004, notamment l’article 4; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 désignant les membres du Conseil supérieur wallon de la Chasse; Vu l’arrêté ministériel du 22 juin 1999 désignant les membres de la Commission de Plan de tir et déléguant le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 18 juillet 2001 et du 25 juillet 2002, Arrête : Article 1er. Sont désignés membres effectifs de la Commission de Plan de tir à l’espèce cerf en qualité : A. de représentants de la Division de la Nature et des Forêts : - M. Weinquin Philippe, directeur, rue du Carmel 1, B-6900 Marche-en-Famenne; - M. Dahmen René, chef de cantonnement, Unter den Linden 5, B-4750 Elsenborn; - Mme Lemoine Nathalie, chef de cantonnement, rue de Neufchâteau 1, B-6820 Florenville;

43953

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD B. de représentants des chasseurs au grand gibier à l’espèce cerf : - M. Speth Jean, chemin du Bois Magonette 2A, B-1380 Lasne; - M. Allard Philippe, rue du Cercle 255, B-6717 Post; C. de membres du Conseil supérieur wallon de la Chasse : - M. Petit Benoît, rue Théodore Baron 38, B-5000 Namur; - Mme Renward Michelle, Kortenbusch 31, B-4730 Raeren. Art. 2. Sont désignés membres suppléants de la Commission de Plan de tir à l’espèce cerf en qualité : A. de représentants de la Division de la Nature et des Forêts : - M. Schlembach Léo, directeur, avenue Mon Bijou 8, B-4960 Malmedy; - M. Deom Bernard, chef de cantonnement, rue du Commerce 48B, B-6890 Libin; - Mme Dekeyser Bernadette, chef de cantonnement, rue des Wez 4, B-5555 Bièvre; B. de représentants des chasseurs au grand gibier à l’espèce cerf : - M. Lapaille Auguste, route de Gohineaux 1, B-6880 Bertrix; - M. Wauters Charles, chemin des Dames 15, B-4280 Hannut; C. de membres du Conseil supérieur wallon de la Chasse : - M. de Liedekerke Bertrand, Oudoumont 1, B-4537 Verlaine; - M. Lhoist Léon, avenue des Fleurs 8, B-1150 Bruxelles. Art. 3. Sont désignés respectivement secrétaire et secrétaire adjoint de la Commission de Plan de tir à l’espèce cerf : - Mme Duran Valérie, attachée à la Direction de la Chasse et de la Pêche, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes; - M. Villers Michel, directeur de la Direction de la Chasse et de la Pêche, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes. Art. 4. Les membres de la Commission sont désignés pour une durée de cinq années consécutives à compter du jour de la parution dans le Moniteur belge de l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 désignant les membres du Conseil supérieur wallon de la Chasse. En cas de décès ou de démission d’un membre effectif ou suppléant, le Ministre désigne un remplaçant qui exercera son mandat jusqu’à la date ci-avant précisée. Art. 5. Le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement reçoit délégation au sens de l’article 4, § 5, de l’arrêté de l’Exécutif régional wallon du 22 avril 1993 relatif au Plan de tir pour la chasse au cerf. Art. 6. L’arrêté ministériel du 22 juin 1999 désignant les membres de la Commission de Plan de tir et déléguant le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 18 juillet 2001 et du 25 juillet 2002, est abrogé. Art. 7. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa parution au Moniteur belge. Namur, le 6 août 2007. B. LUTGEN

ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION [2007/202561] 6. AUGUST 2007 — Ministerialerlass zur Bezeichnung der Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch und zur Bevollmächtigung des Generaldirektors der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, Aufgrund des Gesetzes vom 28. Februar 1882 über die Jagd, insbesondere des Artikels 1quater; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 22. April 1993 über den Abschussplan für die Jagd auf Hirsch, abgeändert durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 6. Mai 2004, insbesondere des Artikels 4; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 19. Juli 2007 zur Bezeichnung der Mitglieder des ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ (Wallonischer hoher Rat für das Jagdwesen);

43954

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Aufgrund des Ministerialerlasses vom 22. Juni 1999 zur Bezeichnung der Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch und zur Bevollmächtigung des Generaldirektors der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt, abgeändert durch die Erlasse der Wallonischen Regierung vom 18. Juli 2001 und vom 25. Juli 2002, Beschließt: Artikel 1 - Die folgenden Personen werden als effektive Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch bezeichnet, und zwar als: A. Vertreter der Abteilung Natur und Forstwesen : - Herr Weinquin Philippe, Direktor, rue du Carmel 1, B-6900 Marche-en-Famenne; - Herr Dahmen René, Forstamtleiter, Unter den Linden 5, B-4750 Elsenborn; - Frau Lemoine Nathalie, Forstamtleiter, rue de Neufchâteau 1, B-6820 Florenville; B. Vertreter der Jäger auf Großwild der Hirschart: - Herr Speth Jean, chemin du Bois Magonette 2A, B-1380 Lasne; - Herr Allard Philippe, rue du Cercle 255, B-6717 Post; C. Mitglieder des ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″: - Herr Benoît Petit, rue Théodore Baron 38, in B-5000 Namur; - Frau Michelle Renward, Kortenbusch 31, in B-4730 Raeren. Art. 2 - Die folgenden Personen werden als stellvertretende Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch bezeichnet, und zwar als: A. Vertreter der Abteilung Natur und Forstwesen: - Herr Schlembach Léo, Direktor, avenue Mon Bijou 8, B-4960 Malmedy; - Herr Deom Bernard, Forstamtleiter, rue du Commerce 48B, B-6890 Libin; - Frau Dekeyser Bernadette, Forstamtleiter, rue des Wez 4, B-5555 Bièvre; B. Vertreter der Jäger auf Großwild der Hirschart: - Herr Lapaille Auguste, route de Gohineaux 1, B-6880 Bertrix; - Herr Wauters Charles, chemin des Dames 15, B-4280 Hannut; C. Mitglieder des ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″: - Herr de Liedekerke Bertrand, Oudoumont 1, B-4537 Verlaine; - Herr Léon Lhoist, avenue des Fleurs 8, in B-1150 Brüssel. Art. 3 - Die folgenden Personen werden als Sekretär bzw. beigeordneter Sekretär des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch bezeichnet: - Frau Duran Valérie, Attachée bei der Direktion des Jagdwesens und des Fischfangs, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes; - Herr Villers Michel, Direktor bei der Direktion des Jagdwesens und des Fischfangs, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes. Art. 4 - Die Mitglieder des Ausschusses werden für eine Dauer von fünf aufeinanderfolgenden Jahren ab dem Tag der Veröffentlichung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 19. Juli 2007 zur Bezeichnung der Mitglieder des ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ im Belgischen Staatsblatt bezeichnet. Wenn ein effektives oder stellvertretendes Mitglied stirbt oder seinen Rücktritt erklärt, bezeichnet der Minister einen Vertreter, der sein Mandat bis zum hieroben angegebenen Datum ausüben wird. Art. 5 - Der Generaldirektor der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt wird im Sinne von Artikel 4, § 5, des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 22. April 1993 über den Abschlussplan für die Jagd auf Hirsch bevollmächtigt. Art. 6 - Der Ministerialerlass vom 22. Juni 1999 zur Bezeichnung der Mitglieder des Ausschusses für Abschlusspläne für die Jagd auf Hirsch und zur Bevollmächtigung des Generaldirektors der Generaldirektion der Naturschätze und der Umwelt, abgeändert durch die Erlasse der Wallonischen Regierung vom 18. Juli 2001 und vom 25. Juli 2002, wird aufgehoben. Art. 7 - Der vorliegende Erlass tritt am Tage seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. Namur, den 6. August 2007 B. LUTGEN

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [2007/202561] 6 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ (Commissie afschotplan voor de jacht op edelhert) en tot machtiging van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 1quater; Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 april 1993 betreffende het afschotplan voor de jacht op edelhert, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 2004, inzonderheid op artikel 4; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007 tot aanwijzing van de leden van de ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ (Waalse Hoge Jachtraad),


43955

Gelet op het ministerieel besluit van 22 juni 1999 tot aanwijzing van de leden van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ en tot machtiging van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 18 juli 2001 en 25 juli 2002, Besluit : Artikel 1. De volgende personen worden als gewoon lid van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ aangewezen : A. ter vertegenwoordiging van de Afdeling Natuur en Bossen : - de heer Weinquin Philippe, directeur, rue du Carmel 1, B-6900 Marche-en-Famenne; - de heer Dahmen René, houtvester, Unter den Linden 5, B-4750 Elsenborn; - Mevr. Lemoine Nathalie, houtvestster, rue de Neufchâteau 1, B-6820 Florenville; B. ter vertegenwoordiging van de jagers op grof wild van het soort edelhert : - de heer Speth Jean, chemin du Bois Magonette 2A, B-1380 Lasne; - de heer Allard Philippe, rue du Cercle 255, B-6717 Post; C. ter vertegenwoordiging van de ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ : - de heer Benoît Petit, rue Théodore Baron 38, B-5000 Namen; - Mevr. Renward Michelle, Kortenbusch 31, B-4730 Raeren. Art. 2. De volgende personen worden als plaastvervangend lid van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ aangewezen : A. ter vertegenwoordiging van de Afdeling Natuur en Bossen : - de heer Schlembach Léo, directeur, avenue Mon Bijou 8, B-4960 Malmedy; - de heer Deom Bernard, houtvester, rue du Commerce 48B, B-6890 Libin; - Mevr. Dekeyser Bernadette, houtvestster, rue des Wez 4, B-5555 Bièvre; B. ter vertegenwoordiging van de jagers op grof wild van het soort edelhert : - de heer Lapaille Auguste, route de Gohineaux 1, B-6880 Bertrix; - de heer Wauters Charles, chemin des Dames 15, B-4280 Hannut; C. ter vertegenwoordiging van de ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ : - de heer de Liedekerke Bertrand, Oudoumont 1, B-4537 Verlaine; - de heer Lhoist Léon, Bloemenlaan 8, B-1150 Brussel. Art. 3. De volgende personen worden respectievelijk als secretaresse en adjunct-secretaris van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ aangewezen : - Mevr. Duran Valérie, attaché bij de ″Direction de la Chasse et de la Pêche″, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes; - de heer Villers Michel, attaché bij de ″Direction de la Chasse et de la Pêche″, avenue Prince de Liège 7, B-5100 Jambes. Art. 4. De leden van de Commissie worden aangewezen voor een periode van vijf opeenvolgende jaren die ingaat op de datum waarop het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007 tot aanwijzing van de leden van de ″Conseil supérieur wallon de la Chasse″ in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Bij overlijden of ontslag van een gewoon of plaatsvervangend lid wijst de Minister een plaatsvervanger aan die het mandaat zal voleindigen. Art. 5. De directeur-generaal van de het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu krijgt machtiging in de zin van artikel 4, § 5, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 april 1993 betreffende het afschotplan voor de jacht op edelhert. Art. 6. Het ministerieel besluit van 22 juni 1999 tot aanwijzing van de leden van de ″Commission de plan de tir à l’espèce cerf″ en tot machtiging van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 18 juli 2001 en 25 juli 2002, wordt opgeheven. Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Namen, 6 augustus 2007. B. LUTGEN

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

[S − C − 2007/31365] Annulation par le Conseil d’Etat (publication prescrite par l’article 39 du Règlement de procédure)

[S − C − 2007/31365] Vernietiging door de Raad van State (bekendmaking voorgeschreven bij artikel 39 van de Procedureregeling)

Par arrêt n° 172.348 du 18 juin 2007, le Conseil d’Etat, section du contentieux administratif, IXe chambre, a annulé l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 30 mai 1996 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale par lequel Wilfried Pashley, est nommé avec effet au 1er juin 1996 au grade d’inspecteur général dans les Services du Secrétaire général, Direction générale des Instruments de Gestion et de la Statistique du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale.

Bij arrest nr. 172.348 van 18 juni 2007 heeft de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, IXe kamer, het besluit van 30 mei 1996 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij Wilfried Pashley, met ingang van 1 juni 1996 benoemd wordt in de graad van inspecteur-generaal bij de diensten van de Secretaris-generaal, Algemene Inspectie Beheersinstrument en Statistiek van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vernietigd.

43956

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE


[C − 2007/31362]

[C − 2007/31362]

Protection du patrimoine

Bescherming van het erfgoed

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 mai 2007, est classée comme monument la totalité, en ce compris la cour anglaise, de l’immeuble sis rue Le Corrège 35, à Bruxelles, connu au cadastre de Bruxelles, 6e division, section F, 4e feuille, parcelle n° 294g 3, en raison de son intérêt historique, artistique et esthétique.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2007, wordt beschermd als monument de totaliteit van het gebouw gelegen Correggiostraat 35, te Brussel, met inbegrip van de Engelse koer, bekend ten kadaster te Brussel, afdeling 6, sectie F, blad 4, perceel 294 g 3, wegens zijn historische, artistieke en esthetische waarde.


43957


[2007/31364]

[2007/31364]



Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 juillet 2007, est entamée la procédure d’inscription sur la liste de sauvegarde comme site de l’érable plane (Acer platanoïdes) sis avenue Général Derache 45, à Ixelles, connu au cadastre d’Ixelles, 5e division, section C, 2e feuille, parcelle n° 262m33 (partie ) (coordonnées Lambert belge : x = 151220, y = 167293), en raison de leur intérêt scientifique et esthétique.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2007 wordt ingesteld de procedure tot inschrijving op de bewaarlijst als landschap van de Noorse esdoorn (Acer platanoïdes) gelegen Generaal Geneesheer Derachelaan 45, te Elsene, bekend ten kadaster te Elsene, 5e afdeling, sectie C, 2e blad, perceel nr. 262m33 (deel) (Belgische coördinaten van Lambert : x = 151220, y = 167293), wegens zijn wetenschappelijke en esthetische waarde.

43958



[2007/31363]

[2007/31363]



Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2007, est classé comme site le Parc du Couvent des Religieuses de l’Eucharistie situé avenue Léopold Wiener 18-34, à WatermaelBoitsfort, 1re division, section D, 3e feuille, parcelles 366 F 10, 366 G 4, 366 A 5, 366 P 10, 366 N 11 (partie), 366 L 8 et 366 M 11 (partie), en raison de son intérêt historique, esthétique et scientifique.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2007 wordt beschermd als landschap het Park van het Klooster van de Religieuzen van de Eucharistie, gelegen Leopold Wienerlaan 18-34, te Watermaal-Bosvoorde, afdeling 1, sectie D, blad 3, percelen 366 F 10, 366 G 4, 366 A 5, 366 P 10, 366 N 11 (deel), 366 L 8 en 366 M 11 (deel), vanwege de historische esthetische en wetenschappelijke waarde.

43959


AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN CONSEIL D’ETAT

RAAD VAN STATE

[C − 2007/18130] Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat

[C − 2007/18130] Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

La SA Base a demandé au Conseil d’Etat la suspension et l’annulation de l’arrêté royal du 28 mars 2007 modifiant l’arrêté royal du 18 janvier 2001 fixant le cahier des charges et la procédure relative à l’octroi d’autorisations pour les systèmes de télécommunications mobiles de la troisième génération.

De NV Base heeft bij de Raad van State een vordering ingediend tot schorsing en tot nietigverklaring van het koninklijk besluit van 28 maart 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie. Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A. 184.313/XV572.

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 184.313/XV-572.

De waarnemende Hoofdgriffier : M.-Chr. Malcorps, Griffier.

Le Greffier en chef f.f. : M.-Chr. Malcorps, Greffier.

STAATSRAT [C − 2007/18130] Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates Die Base AG hat beim Staatsrat die Aussetzung und die Nichtigerklärung des königlichen Erlasses vom ¨ nderung des königlichen Erlasses vom 18. Januar 2001 zur Festlegung des Lastenhefts und des 28. März 2007 zur A Verfahrens bezüglich der Erteilung von Genehmigungen für die Mobiltelekommunikationssysteme der dritten Generation beantragt. Diese Sache wurde unter der Nummer G/A. 184.313/XV-572 ins Geschäftsverzeichnis eingetragen. Der stellv. Hauptkanzler: M.-Chr. Malcorps, Kanzler.

* RECHTERLIJKE MACHT

POUVOIR JUDICIAIRE

[C − 2007/09746]

[C − 2007/09746] Cour de cassation

Hof van Cassatie

La Cour, réunie en assemblée générale le 24 mai 2007, a désigné M. Storck, Ch., président de section à la Cour de cassation, comme président de cette Cour, pour une période de trois ans prenant cours le 28 juin 2007.

Het Hof, verenigd in algemene vergadering op 24 mei 2007, heeft de heer Storck, Ch., afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie, aangewezen tot voorzitter van dit hof, voor een termijn van drie jaar met ingang van 28 juni 2007.

* SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

[C − 2007/11417] Liste des personnes enregistrées comme prêteur agréé à la date du 30 juin 2007 en application de l’article 75bis de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation

[C − 2007/11417] Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 geregistreerd als erkende kredietgever in toepassing van artikel 75bis van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet

Publication faite par le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie en exécution de l’article 76 de la loi susvisée. Les personnes citées ci-après sont enregistrées comme prêteur agréé aux fins d’effectuer les opérations qui correspondent aux rubriques suivantes, placées en regard de leurs nom et adresse. A1. la vente à tempérament visée à l’article 1er, 9°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, sans recourir au financement par un tiers; A2. le crédit-bail visé à l’article 1er, 10°, de la même loi, sans recourir au financement par un tiers;

Bekendmaking gedaan door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in uitvoering van artikel 76 van bovengenoemde wet. De hierna vermelde personen worden geregistreerd als erkende kredietgever om de verrichtingen te doen behorend bij het kenteken dat voorafgaat aan hun naam en adres. A1. de verkoop op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 9°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, zonder financiering door een derde; A2. de financieringshuur bedoeld in artikel 1, 10°, van dezelfde wet, zonder financiering door een derde;

43960


A3. le prêt à tempérament visé à l’article 1er, 11°, de la même loi; A4. l’ouverture de crédit, visée à l’article 1er, 12°, de la même loi;

A3. de lening op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 11°, van dezelfde wet; A4. de kredietopening, bedoeld in artikel 1, 12°, van dezelfde wet;

A5. l’intervention comme financeur suite à une cession ou subrogation immédiate pour la vente à tempérament ou le crédit-bail, conformément aux articles 1er, 9° et 10°, et 74, deuxième alinéa, de la même loi;

A5. de tussenkomst als financierder ingevolge onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling bij verkoop op afbetaling of financieringshuur, overeenkomstig de artikelen 1, 9° en 10°, en 74, tweede lid, van dezelfde wet;

A 6. le contrat de crédit visé à l’article 1er, 4°, de la même loi, qui ne fait pas l’objet d’une réglementation particulière.

A 6. de kredietovereenkomst, bedoeld in artikel 1, 4°, van dezelfde wet, die niet het voorwerp uitmaakt van een bijzondere regelgeving.

Numéro d’agrément — ErkenningsNummer

Type de crédit — Kredietvorm

Nom N° d’entreprise — Naam Ondernemingsnummer

000522

A4

COMMERZBANK AG, SOCIETE ANONYME DE DROIT ALLEMAND 0416.444.061

BOULEVARD LOUIS SCHMIDT 87 1040 BRUXELLES

000624

A3 A5

FCE BANK PLC 0450.853.723

GROENENBORGERLAAN 16 2610 WILRIJK-ANTWERPEN

000635

A3

BANQUE CHAABI DU MAROC SOCIETE ANONYME DE DROIT FRANÇAIS 0423.454.191

BOULEVARD DU MIDI 62 1000 BRUXELLES

000996

A4

LLOYDS TSB BANK PLC 0448.315.291

AVENUE DE TERVUREN 2 1040 BRUXELLES

000998

A3 A4

BANCO BILBAO VIZCAYA ARGENTARIA, SOCIETE ANONYME DE DROIT ESPAGNOL 0448.595.504

AVENUE DES ARTS 43 1040 BRUXELLES

123701

A3 A4 A6

SOCIETE GENERALE, SOCIETE ANONYME DE DROIT FRANÇAIS 0455.297.412

TOUR BASTION, PLACE DU CHAMP DE MARS 5 1050 BRUXELLES

125561

A3 A4 A5

RBS (RD EUROPE) BV 0445.641.853

DE MOLEN, 10-14, 3990 DB HOUTEN, NEDERLAND KUIPERSKAAI 55 9000 GENT

133725

A3 A5

VOLKSWAGEN BANK GMBH, SOCIETE DE DROIT ALLEMAND 0461.275.580

DE KLEETLAAN 5/5 1831 DIEGEM

202770

A3

DHB BANK NV 0464.655.437

PARKLAAN, 8 NL-3016 ROTTERDAM SIEGE SOCIAL EN BELGIQUE RUE ROYALE 168 1000 BRUXELLES

203920

A3 A4

SA BNP PARIBAS BANQUE PRIVEE 0474.703.548

BOULEVARD HAUSSMAN 1, 75009 PARIS, FRANCE SIEGE D’EXPLOITATION EN BELGIQUE : AVENUE LOUISE 489 1050 BRUXELLES

204043

A3 A4

CREDIT EUROPA BANK NV 0471.833.041

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL : KARSPELDDREEF 6A 1101 CJ AMSTERDAM NEDERLAND BIJKANTOOR BELGIE : FRANKRIJKLEI 121 2000 ANTWERPEN

204807

A3 A4 A6

ABN-AMROBANK NV 0434.676.301

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL : FOPPINGADREEF 22 POSTBUS 283 1000 EA AMSTERDAM ZUIDOOST NEDERLAND BIJKANTOOR BELGIE REGENTLAAN 53 1000 BRUSSEL

205823

A3 A4

COOPERATIEVE CENTRALE RAFFEISEN – BOERENLEENBANK VBR 0426.220.671

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL : VOORBURGWAL 162-170 AMSTERDAM NEDERLAND BIJKANTOOR BELGIE : UITBREIDINGSTRAAT 86, BUS 3 2600 ANTWERPEN

Adresse — Adres

43961

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Numéro d’agrément — ErkenningsNummer



206973

A4

BANQUE PRIVEE EDMOND DE ROTSCHILD EUROPE 0479.608.085

SIEGE SOCIAL : BOULEVARD EMMANUEL SERVAIS 20, 2535 LUXEMBOURG GRAND-DUCHE DE LUXEMBOURG SUCCURSALE BELGE : AVENUE LOUISE 480, B16 A 1050 BRUXELLES

208665

A4

BINCKBANK NV 0877.764.678

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL : VIJZELSTRAAT 20, 1017HK AMSTERDAM NEDERLAND BIJKANTOOR BELGIE : DE KEYSERLEI 58 2018 ANTWERPEN

209088

A3 A4

COMMERZBANK INTERNATIONAL SA 0883.791.843

SIEGE SOCIAL : RUE EDWARD STEICHEN 25, 2540 LUXEMBOURG GRAND-DUCHE DE LUXEMBOURG SUCCURSALE BELGE : BOULEVARD LOUIS SCHMIDT 87 1040 BRUXELLES

209669

A3

SA ATTIJARIWAFA BANK EUROPE

SIEGE SOCIAL : BOULEVARD HAUSSLANN 170, 78008 PARIS France SUCCURALE BELGE : BOULEVARD ANSPACH 168 1000 BRUXELLES

209806

A2

CIE GENERALE DE LOCATION D’EQUIPMENTS CGL

AV. DE FLANDRE 69 59700 MARCQ EN BAROEUL FRANCE

209807

A2

SGB FINANCE

AV. DE FLANDRE 69 59700 MARCQ EN BAROEUL FRANCE

Adresse — Adres

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE


[C − 2007/11418]

[C − 2007/11418]

Liste des personnes agréées à la date du 30 juin 2007 en application de l’article 3, § 3, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation

Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 erkend in toepassing van artikel 3, § 3, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet

Publication faite par le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie en exécution de l’article 76 de la loi susvisée.

Bekendmaking gedaan door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in uitvoering van artikel 76 van bovengenoemde wet.

Les personnes citées ci-après sont agréées aux fins d’effectuer les opérations qui correspondent aux rubriques suivantes, placées en regard de leurs nom et adresse.

De hierna vermelde personen worden erkend om de verrichtingen te doen behorend bij het kenteken dat voorafgaat aan hun naam en adres.

A1. la vente à tempérament visée à l’article 1er, 9°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, sans recourir au financement par un tiers;

A1. de verkoop op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 9°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, zonder financiering door een derde;

A2. le crédit-bail visé à l’article 1er, 10°, de la même loi, sans recourir au financement par un tiers;

A2. de financieringshuur bedoeld in artikel 1, 10°, van dezelfde wet, zonder financiering door een derde;

A3. le prêt à tempérament visé à l’article 1er, 11°, de la même loi;

A3. de lening op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 11°, van dezelfde wet;

A4. l’ouverture de crédit, visée à l’article 1er, 12°, de la même loi;

A4. de kredietopening, bedoeld in artikel 1, 12°, van dezelfde wet;

43962


A5. l’intervention comme financeur suite à une cession ou subrogation immédiate pour la vente à tempérament ou le crédit-bail, conformément aux articles 1er, 9° et 10°, et 74, deuxième alinéa, de la même loi;


A6. le contrat de crédit visé à l’article 1er, 4°, de la même loi, qui ne fait pas l’objet d’une réglementation particulière.

A6. de kredietovereenkomst, bedoeld in artikel 1, 4°, van dezelfde wet, die niet het voorwerp uitmaakt van een bijzondere regelgeving.



129295

A3

130941

A3 A6

132195


Adresse — Adres

GEZINSBOND VZW 0406.605.192

TROONSTRAAT 125 1050 BRUSSEL

LA PROVINCE DE LIEGE 0207.725.104

PLACE DE LA REPUBLIQUE FRANÇAISE 1 4000 LIEGE

A3

ENTRAIDE SANTE PLURIELLE ASBL 0458.578.089

RUE DE LA VICTOIRE 110 1060 BRUXELLES

134984

A3

FONDS DU LOGEMENT DES FAMILLES DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 0427.273.221

RUE CAPITAINE CRESPEL 9 1050 BRUXELLES

200170

A3 A4

LA PROVINCE DU HAINAUT 0207.656.610

AVENUE GENERAL DE GAULE 102 7000 MONS

204039

A3

OSIRIS – CREDAL PLUS ASBL 0457.212.072

PLACE DE L’UNIVERSITE 16 1348 LOUVAIN-LA-NEUVE

205479

A3

FONDS DU LOGEMENT DES FAMILLES NOMBREUSES DE WALLONIE SCRL 0421.102.536

RUE SAINT-NICOLAS 67 5000 NAMUR

207847

A3

PROVINCE DE NAMUR 0207.656.511

RUE DU COLLEGE 33 5000 NAMUR

208338

A3

PROVINCE DU BRABANT WALLON 0253.973.318

AVENUE EINSTEIN 2 1300 WAVRE

209779

A3

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF ENERGIE OOSTENDE 0888.540.586

VINDICTIVELAAN 1 8400 OOSTENDE

* SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE


[C − 2007/11419]

[C − 2007/11419]

Liste des personnes agréées à la date du 30 juin 2007 en application des articles 74 et 75 de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation ou qui font l’objet d’une confirmation de leur agrément en application de l’article 111 de la même loi

Lijst der personen op datum van 30 juni 2007 erkend in toepassing van artikelen 74 en 75 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of die het voorwerp uitmaken van een bevestiging van erkenning in toepassing van artikel 111 van dezelfde wet

Publication faite par le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie en exécution de l’article 76 de la loi susvisée.

Bekendmaking gedaan door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in uitvoering van artikel 76 van bovengenoemde wet.

Les personnes citées ci-après sont agréées aux fins d’effectuer les opérations qui correspondent aux rubriques suivantes, placées en regard de leurs nom et adresse.

De hierna vermelde personen worden erkend om de verrichtingen te doen behorend bij het kenteken dat voorafgaat aan hun naam en adres.

A1. la vente à tempérament visée à l’article 1er, 9°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, sans recourir au financement par un tiers;

A1. de verkoop op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 9°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, zonder financiering door een derde;

A2. le crédit-bail visé à l’article 1er, 10°, de la même loi, sans recourir au financement par un tiers;

A2. de financieringshuur bedoeld in artikel 1, 10°, van dezelfde wet, zonder financiering door een derde;

A3. le prêt à tempérament visé à l’article 1er, 11°, de la même loi;

A3. de lening op afbetaling, bedoeld in artikel 1, 11°, van dezelfde wet;

A4. l’ouverture de crédit visée à l’article 1er, 12°, de la même loi;

A4. de kredietopening, bedoeld in artikel 1, 12°, van dezelfde wet;

43963

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD A5. l’intervention comme financeur suite à une cession ou à une subrogation immédiate pour la vente à tempérament ou le crédit-bail, conformément aux articles 1er, 9° et 10°, et 74, deuxième alinéa, de la même loi;


A6. le contrat de crédit visé à l’article 1er, 4°, de la même loi, qui ne fait pas l’objet d’une réglementation particulière.

A6. de kredietovereenkomst, bedoeld in artikel 1, 4°, van dezelfde wet, die niet het voorwerp uitmaakt van een bijzondere regelgeving.




Adresse — Adres

000502

A3 A4 A6

NV BANQUE DELEN & DE SCHAETZEN 0453.076.211

JAN VAN RIJKSWIJCKLAAN 184 2020 ANTWERPEN

000512

A3 A5

NV ETHIAS BANK 0420.327.328

STERRENKUNDELAAN 19 1210 BRUSSEL

000529

A3

NV FINMATIC 0400.943.362

FESTRAETSSTRAAT 33 3800 ST-TRUIDEN

000539

A3

NV C.K.V. 0400.040.965

HOLSTRAAT 59 8790 WAREGEM

000540

A3

SA CREDIT POPULAIRE BENELUX 0401.383.723

RUE DU GRAND TAILLIS 14 5020 SUARLEE

000542

A3

NV DAIMLER CHRYSLER FINANCIAL SERVICES 0405.816.821

LUCHTHAVENLAAN 27A 1800 VILVOORDE

000549

A3

NV EB-LEASE 0424.416.570

BURGSTRAAT 170 9000 GENT

000552

A3

SA ARBOPA FINANCE 0425.541.077

PLACE ALBERT IER 28 6000 CHARLEROI

000601

A3 A4 A6

NV VOLKSDEPOSITOKAS 0400.067.788

SINT-MICHIELSPLEIN 16 9000 GENT

000602

A3

NV DEFINCO 0415.155.644

PLANTIN EN MORETUSLEI 295-303 2140 ANTWERPEN (BORGERHOUT)

000648

A3 A5

SA PSA FINANCE BELUX 0417.159.386

RUE DE L’ETOILE 99 1180 BRUXELLES (UCCLE)

000669

A3

NV ANTWERPSE FINANCIELE HANDELSMAATSCHAPPIJ 0418.759.886

PLANTIN EN MORETUSLEI 295 2140 ANTWERPEN (BORGERHOUT)

000710

A3

NV CREDIMO 0407.226.685

WEVERSSTRAAT 6/8/10 1730 ASSE

000723

A3 A5

SA FIAT CREDIT BELGIO 0408.445.818

RUE DE GENEVE 175 1140 BRUXELLES

000733

A3 A4 A5

RECORD BANK NV 0403.263.642

HENRI MATISSELAAN 16 1140 BRUSSEL

000738

A3 A5

NV DELTA 0412.489.728

WEVELGEMSTRAAT 124 8930 MENEN-LAUWE

000741

A3

NV NECADIS CREDIT 0412.639.384

PLANTIN EN MORETUSLEI 295 2140 ANTWERPEN

000779

A3 A6

SA DEXIA SOCIETE DE CREDIT 0404.228.296

RUE DES CLARISSES 38 4000 LIEGE

000784

A3

SA FINOA FINANCIAL SERVICES 0414.204.648

MONTAGNE-DE-BUEREN 21 4000 LIEGE

000786

A3 A4

SCRL CAISSE COOPERATIVE DE DEPOTS ET DE CREDIT AGRICOLLE (AGRICAISSE) 0403.256.714

BOULEVARD S. DUPUIS 251 1070 BRUXELLES

000787

A3 A4

CVBA COOPERATIEVE DEPOSITO- EN KREDIETKAS VOOR DE LANDBOUW « LANBOKAS » 0403.263.840

S. DUPUISLAAN 251 1070 BRUSSEL

000821

A3 A5

CV OOSTVLAAMS BEROEPSKREDIET 0400.154.890

DR A RUBBENSSTRAAT 49 9240 ZELE

43964 Numéro d’agrément — ErkenningsNummer

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Nom N° d’entreprise — Naam Ondernemingsnummer


Adresse — Adres

000823

A3 A4

NV DELTA LLOYD BANK 0404.140.107

STERRENKUNDELAAN 23 1210 SINT-JOOST-TEN-NODE

000829

A3

BVBA FINANCIERINGSMAATSCHAPPIJ SOFIBE 0403.620.661

LIERSESTEENWEG 219 2220 HEIST-OP-DEN-BERG

000858

A3

CV ONDERLING BEROEPSKREDIET-B.M.O.V. 0400.235.856

GRAAF VAN VLAANDERENPLEIN 19 9000 GENT

000862

A3

NV BANK OF AMERICA 0404.455.257

UITBREIDINGSSTRAAT 180, BUS 6 2600 BERCHEM

000864

A3

SA ADEA 0404.221.863

AVISTER 21 4130 ESNEUX

000905

A3

SA IMMOLUX 0403.272.154

RUE JOSEPH CALOZET 11 6870 SAINT-HUBERT

000937

A3 A4

NV EUROPABANK 0400.028.394

BURGSTRAAT 170 9000 GENT

000950

A3

NV DE BEIDE VLAANDEREN 0405.489.197

WILGENLAAN 39 8610 KORTEMARK

000961

A3

NV GOFFIN BANK-GOFFIN BANQUE 0404.164.653

VERLORENBROODSTRAAT 120/1 9820 MERELBEKE

000993

A3 A4

NV AXA BANK BELGIUM 0404.476.835

GROTE STEENWEG 214 2600 BERCHEM

001090

A1

NV GARAGE MEELBERGS 0400.945.837

LEUVENSESTEENWEG 108 3290 DIEST

001200

A3 A4 A6

SA ING BELGIQUE 0403.200.393

AV. MARNIX 24 1000 BRUXELLES

001544

A1

SA D’IETEREN 0403.448.140

RUE DU MAIL 50 1050 BRUXELLES

001579

A1 A3 A5

NV GM ACCEPTANCE CORPORATION CONTINENTAL 0404.472.182

NOORDERLAAN 401 2030 ANTWERPEN

001603

A3

SA C.E.P.F. 0402.543.466

AVENUE CARDINAL MERCIER 3 5000 NAMUR

001652

A3 A5

SA ENTRAIDE FINANCIERE DU TOURNAISIS 0402.482.491

RUE NEUVE 2-4 7601 ROUCOURT-PERUWELZ

001676

A3 A5

SA COGIFI 0402.323.534

AVENUE DES COMMUNAUTES 5 1140 BRUXELLES

001680

A3 A4 A5

SA AUXIFINA 0403.256.417

AVENUE DES COMMUNAUTES 5 1140 BRUXELLES

001773

A1 A2 A3 A4 A5

NV BANK J. VAN BREDA EN CIE 0404.055.577

PLANTIN EN MORETUSLEI 295 2140 ANTWERPEN (BORGERHOUT)

001821

A3 A4

SCRL BANQUE CPH 0402.487.939

RUE PERDUE 7 7500 TOURNAI

001823

A3 A5

KREFIMA 0404.094.377

MECHELSESTEENWEG 150 2018 ANTWERPEN

001841

A3

SA FIMEN 0402.493.976

BLD GENERAL JACQUES 263G 1050 BRUXELLES

001881

A3 A4

SA BANQUE NAGELMACKERS 1747 0440.573.208

AVENUE DE L’ASTRONOMIE 23 1210 BRUXELLES

001900

A3 A4

SA FORTIS BANQUE 0403.199.702

MONTAGNE DU PARC 3 1000 BRUXELLES

001975

A3 A5

NV ARGENTA SPAARBANK 0404.453.574

BELGIELEI 49-53 2000 ANTWERPEN

001990

A3 A4 A5

SA CITIBANK BELGIUM 0401.517.147

BOULEVARD GENERAL JACQUES 263G 1050 BRUXELLES

002212

A2 A3

NV KBC LEASE HOLDING 0403.272.253

PARIJSSTRAAT 52 3000 LEUVEN

43965




003228

A3

CV ANTWERPS BEROEPSKREDIET 0404.456.841

FRANKRIJKLEI 136 2000 ANTWERPEN

003268

A1 A3 A4

NV DEUTSCHE BANK 0404.474.855

MARNIXLAAN 13-15 1000 BRUSSEL

003317

A1

NV JANIC 0405.035.970

HEIDEBAAN 45 9100 SINT-NIKLAAS

003570

A3

CV FEDERALE KAS VOOR HET BEROEPSKREDIET 0405.338.848

DOORNIKSESTRAAT 38 8500 KORTRIJK

003989

A3

CVBA WEST-VLAAMSE BANK 0405.156.825

ADRIAAN WILLAERTSTRAAT 9 8000 BRUGGE

004052

A3 A4

SA BELGOLAISE 0403.200.294

CANTERSTEEN 1 1000 BRUXELLES

004424

A3

SA CREDIOR 0402.268.304

RUE GRANDJEAN 2 4800 VERVIERS

004507

A3 A4 A6

SA CBC BANQUE 0403.211.380

GRAND-PLACE 5 1000 BRUXELLES

004837

A3 A4

SCRL CREDIT PROFESSIONNEL DU BRABANTBANQUE BANQUE DU BRABANT 0403.256.813

BOULEVARD DU REGENT 58 1000 BRUXELLES

04850

A1

SA ETS COLSON & FILS 0401.584.255

CHAUSSEE DE BRUXELLES 11-25 6020 DAMPREMY

004944

A3 A4 A6

SA DEXIA BANQUE 0403.201.185

BOULEVARD PACHECO 44 1000 BRUXELLES

004981

A3

SA SOFIPAR 0401.563.370

AVENUE DES ALLIES 30 6000 CHARLEROI

004982

A3

NV FINKAP 0400.296.927

CAPUCIENENLAAN 40, BUS 2 9300 AALST

100583

A1

SA GARAGE BAUDOUIN PIERRE 0401.451.821

QUAI DE COMPIEGNE 72 4500 HUY

101794

A1

SA SCALDIA VOLGA 0402.654.126

AVENUE GALILEE 5 1300 WAVRE

103566

A1

NV GARAGE DOCKX 0407.907.269

MECHELSESTEENWEG 108 2500 LIER

103588

A1

SA ETS PIERRE OHN 0407.651.012

ROUTE DE HERBESTHAL 118 4700 EUPEN

103735

A1

SA ETS.SPIRLET 0415.951.836

RUE GUSTAVE TAILLARD 27 4650 HERVE

103879

A4

NV NECKERMANN IMMO BEHEER & SERVICES 0419.339.809

LUXEMBURGSTRAAT 20 9140 TEMSE

103952

A1 A2

NV SERTYN 0407.689.416

ABDIJSTRAAT 135 2020 ANTWERPEN

105069

A3

SA SOWAFINA 0401.423.612

RUE DE BOUILLON 12 5555 BIEVRE

105527

A3

SA CREFIBEL 0426.114.268

RUE DE LOUVROY 55 6120 HAM-SUR-HEURE

105722

A3 A4 A5

SA COFIDIS 0400.359.283

RUE DU GLATEGNIES 4 7500 TOURNAI

106289

A3 A4 A5

SCRL RECORD CREDIT SERVICES 0403.257.407

RUE GEORGES CLEMENCEAU 13 4000 LIEGE

106878

A2 A3 A5

NV VOLVO CAR FINANCE BELGIUM 0426.985.585

HUNDERENVELDLAAN 10 1082 BRUSSEL

Adresse — Adres

43966





107439

A3

SC CREDIT PROFESSIONNEL INTERFEDERAL 0427.752.380

RUE DE LA STATION 40 7700 MOUSCRON

108287

A3

SA PREFINA 0402.533.964

BLD AUDENT 10 6000 CHARLEROI

108523

A3

SA CREDIT IMMOBILIER AUX CHEMINOTS 0403.265.325

AVENUE DE LA PORTE DE HAL 40 1060 BRUXELLES

108524

A3

NV KREBEMA 0429.352.187

KERKSTRAAT 212 1851 GRIMBERGEN

109029

A3

SA CREFI – WAVRE 0428.337.746

PRE DES QUERELLES 9 1300 WAVRE

113455

A2 A3 A4 A5

SA FIMASER 0434.818.930

BOULEVARD ANSPACH 1/13 1000 BRUXELLES

115758

A1 A4

SA SAINT-BRICE 0401.222.385

CHAUSSEE DE LILLE 11 7501 ORCQ

119011

A3 A5

SA NISSAN FINANCE BELGIUM 0445.305.917

RUE RAVENSTEIN 60/26 1000 BRUXELLES

119038

A3 A4 A5

SA ALPHA CREDIT 0445.781.316

RUE RAVENSTEIN 60 1000 BRUXELLES

119283

A4

NV QUELLE LA SOURCE SA 0406.761.778

PLASLAAR 42 2500 LIER

119285

A3 A4 A5

NV CENTEA 0404.477.528

MECHELSESTEENWEG 180 2018 ANTWERPEN

122052

A1 A2

NV ELECTRO-A.V. 0441.729.783

LEUZESESTEENWEG 169 9600 RONSE

122060

A3 A4 A5

SA FIDUCRE 0403.173.372

AVENUE HENRI MATISSE 16 1140 BRUXELLES

124454

A4

SA FINAREF BENELUX 0434.954.235

RUE DE MENIN 4 7730 ESTAIMPUIS

124904

A3 A4

SA BANQUE DEGROOF 0403.212.172

RUE DE L’INDUSTRIE 44 1040 BRUXELLES

124906

A3 A4 A5

SA FIDUSUD 0416.526.908

CHAUSSEE DE MARCHE 511 5101 ERPENT

126238

A3

SC UNION HYPOTHECAIRE 0403.277.597

SQUARE DE MEEUS 21 1000 BRUXELLES

126515

A1

NV BMW BELGIUM 0413.533.863

LODDERSTRAAT 16 2880 BORNEM

126639

A3 A4 A5

SA BANCA MONTE PASCHI BELGIO 0403.199.306

RUE JOSEPH II 24 1000 BRUXELLES

126815

A2

NV KBC LEASE BELGIUM 0426.403.684


126941

A2

SA FORTIS LEASE 0403.269.481

GENTSESTEENWEG 1440 1082 SINT-AGATHA-BERCHEM

126943

A2

SA FORTIS LEASE CAR & TRUCK 0401.108.064


126947

A3

CVBA EUROFINA 0449.977.654

ZWAAIKOMSTRAAT 19 8800 ROESELARE

127984

A3

NV NATIONALE KREDIET EN VERZEKERINGSKAS 0416.700.149

KURINGERSTEENWEG 520 3500 HASSELT

128109

A3

SA BANQUE COMMERCIALE DU MAROC 0445.974.623

BOULEVARD ANSPACH 194-198 1000 BRUXELLES

Adresse — Adres

43967




Adresse — Adres

128348

A1 A3 A5

NV BMW FINANCIAL SERVICES BELGIUM 0451.453.242

LODDERSTRAAT 16 2880 BORNEM

128850

A3

SA SOCIETE FINANCIERE GUILLAUME 0433.051.649

RUE DE LA GARE 36 6880 BERTRIX

128925

A3

SA SOCOFIMA 0430.193.713

RUE BASSE CAMPAGNE 171 4040 HERSTAL

128931

A2

NV ACE LEASING 0435.610.370


129272

A2 A3

NV KBC VENDOR LEASE 0444.058.872


129278

A2 A5

SA ING CAR (FINANCIAL) LEASE BELGIUM 0403.438.737

KOLONEL BOURGSTRAAT 155 1140 EVERE

130174

A3

NV CEFIMA 0454.123.217

HOLSTRAAT 59 8790 WAREGEM

130180

A4

NV FINDUCOM 0400.823.301

VAUCAMPSLAAN 28 1654 HUIZINGEN

130486

A3

SA HAYOIT ASSURANCES ET PRETS 0448.824.938

RUE JULES DESTREE 124 7390 QUAREGNON

130864

A1 A4

GMBH ROBERT KLINGEL EUROPE 0451.129.281

JOE ENGLISHSTRAAT 54 2140 BORGERHOUT

131065

A4 A6

SA HSBC BANQUE DEWAAY 0403.294.920

AVENUE DE TERVUREN 270 1150 BRUXELLES

131120

A2

NV EXCELEASE 0453.566.951

EXCELSIORLAAN 8 1930 ZAVENTEM

131166

A3 A4

SA BANQUE DE LA POSTE OU BANK VAN DE POST NV 0456.038.471

RUE DES COLONIES, 56 1000 BRUXELLES COLONIENSTRAAT 56 1000 BRUSSEL

131285

A1

SPRL STRUVAY-THEUNENS 0411.937.620

RUE E.LEROUSSEAU 32-34 4042 LIERS

131398

A2 A3 A4 A5

SA CETELEM BELGIUM 0400.282.277

PLACE DE BROUCKERE 2 1000 BRUXELLES

133112

A4

NV UNIVERSUM INKASSO BELGIUM 0448.847.506

WINNINGLAAN 3 9140 TEMSE

133224

A3

SCRL BANQUE DE CREDIT PROFESSIONNEL 0460.910.841

RUE DES CROISIERS 41 5000 NAMUR

133225

A3

NV WAASKREDIET 0447.390.427

KNAPSTANDSTRAAT 79 9100 SINT-NIKLAAS

133421

A3

SCRIL ASSOCIATION LIEGEOISE DU GAZ 0206.042.153

RUE SAINTE-MARIE 11 4000 LIEGE

133422

A3

SA AGRECO SERVICES 0455.414.505

CHAUSSEE DE GAND 1140 1082 BRUXELLES

133423

A3

NV LEENKAS LEEMANS 0460.291.130

CHRISTINASTRAAT 4/5 8400 OOSTENDE

133482

A2

RCI FINANCIAL SERVICES NV 0413.419.641

PLEINLAAN 21 1050 BRUSSEL

133773

A1

SA DRIVE LEASE 0437.092.985

RUE LEOPOLD 27 1000 BRUXELLES

133781

A1

SA MURPROTEC 0424.850.991

AVENUE DE L’INDUSTRIE 22 1420 BRAINE L’ALLEUD

134330

A3

SA CEB FIN 0462.095.429

RUE DES CLARISSES 38 4000 LIEGE

134347

A2 A3 A4 A6

NV KBC BANK 0462.920.226

HAVENLAAN 2 1080 BRUSSEL

43968





134368

A3 A4

SA FIDEXIS 0461.066.635

RUE DE LA CHARITE 13-17 1210 BRUXELLES

134394

A3

SA IMMOCO 0416.531.757

RUE DU VICINAL 12 6900 MARLOIE

134945

A3

SA V.F. C.I.A. FINANCE 0445.581.970

RUE BASSE CAMPAGNE 171 4040 HERSTAL

135002

A3

NV FINAUTO 0464.646.232

PLANTIN EN MORETUSLEI 295 2140 BORGERHOUT

135095

A3

SA BELGIUM FINANCE 0464.767.283

AVENUE DES ALLIES 46 6000 CHARLEROI

135097

A3

NV GUCLAN 0417.070.504

ZONNEWEELDELAAN 17/6 3600 GENK

200029

A2

SA REALLEASE 0437.695.375

BOULEVARD DU SOUVERAIN 100 1170 BRUXELLES

200176

A3

NV FIRST FLANDERS FINANCE 0449.918.365

BOOMSESTEENWEG, 510A 2020 ANTWERPEN

200252

A3

SA LA LUXEMBOURGEOISE DE CREDIT 0464.979.495

AVENUE NOTHOMB 71 6700 ARLON

200317

A3

SA SILVER FINANCE 0464.375.028

ROMBOUTSTRAAT 3 1932 SINT-STEVENS-WOLUWE

200960

A3 A4

NV AREMAS 0466.301.368

RAVENSTEINSTRAAT 60/28 1000 BRUSSEL

201127

A2 A3 A5

NV LEASING J.VAN BREDA & C° 0406.019.135


201254

A3

NV LEEMANS KREDIETEN 0439.618.054

TURNHOUTSEBAAN 120 2100 DEURNE

201645

A3

SA ELECTRABEL 0403.170.701

BOULEVARD DU REGENT 8 1000 BRUXELLES

201722

A2

NV DEXIA LEASE BELGIUM 0431.916.551

BOULEVARD PACHECO 44 1000 BRUXELLES

201741

A3

SA INTER BROKERS 0428.302.807


201766

A3

SA SERENITY CREDIT 0460.159.783

ROMBOUTSTRAAT 3 1932 SINT-STEVENS-WOLUWE

201942

A3

SA EURO-FINANCES 0444.208.728

RUE DE MONTIGNY 80 6000 CHARLEROI

202031

A4

NV NEOFIN 0473.301.107

WINNINGSTRAAT 3 9140 TEMSE

202144

A4

SA KBC PINTO SYSTEMS 0473.404.540

BOULEVARD ANSPACH 1/21 1000 BRUXELLES

202181

A4

NV BANK CARD COMPANY 468.380.237

KONING ALBERT II LAAN 9 1210 BRUSSEL

202355

A4 A5

NV SG PRIVATE BANKING 0415.835.337

RIJSENBERGSTRAAT 148 9000 GENT

202696

A3

BVBA CREDITMAX 0473.942.790

VRIJHEIDSPLEIN 4 1000 BRUSSEL

202977

A2 A3 A5

NV VAN BREDA CAR FINANCE 0475.277.432


203145

A3

NV DE LIMBURGSE 0401.322.652

WEG NAAR AS 138/11 3600 GENK

203796

A2

BNP PARIBAS LEASE GROUPE SA 0444.779.741

AVENUE LOUISE 489 1050 BRUXELLES

203918

A3

BVBA KREDIETPARTNER 0461.917.859

VRIJHEIDSPLEIN 4 1000 BRUSSEL

Adresse — Adres

43969




Adresse — Adres

204040

A3 A4 A6

SA UBS BELGIUM 0477.866.243

AVENUE DE TERVUEREN 300 1050 BRUXELLES

204259

A3

MICROSOFT BVBA 0437.910.359

CULLIGANLAAN 1 1831 DIEGEM

204376

A4

N.V. F. VAN LANSCHOT BANKIERS BELGIE 0444.356.802

JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 4 2018 ANTWERPEN

204441

A4

KEYTRADE BANK SA 0464.034.340


204909

A3

BUREAU THIERRY HAVELANGE SCRL 0429.489.571

RUE DE LA BELLE-VUE 62 6700 ARLON

205051

A3

BEST CREDITLINE BV 0861.300.018

PARKLAAN 8 3016 BB ROTTERDAM NEDERLAND BIJKANTOOR BELGIE KONINGSSTRAAT 168 1000 BRUSSEL

205632

A3

KEMPAR NV 0455.731.041

ACHTERSTENHOEK 48 2275 LILLE

205921

A1 A3

SA BELGIAN EURO-FINANCE 0465.364.923

AVENUE HOUBA DE STROOPER 790 1020 BRUXELLES

205924

A4

PUILAETCO PRIVATE BANKERS SA 0403.236.126

AVENUE HERRMAN DEBROUX 46 1160 BRUXELLES

205959

A3

CREDIUM NV 0866.484.469

BRUSSELSESTEENWEG 166 1500 HALLE

206047

A4

ALPHA CARD SCRL 0463.926.551


207077

A3

SA BANQUE TRANSATLANTIQUE BELGIUM 0872.743.345

RUE DE CRAYER 14 1000 BRUXELLES

207629

A3

SPRL FINALEASE CAR CREDIT 0453.112.041

AVENUE DU MONDE 17 1400 NIVELLES

207715

A3

NV ANTWERP FINANCE 0464.459.655

FRANKRIJKLEI 37 2000 ANTWERPEN

207722

A3

SPRL FASHION AND BUSINESS 0447.016.283

RUE DE LA FORET 56 6970 TENNEVILLE

208702

A3 A4

NV FINALIA 0878.920.562

RAVENSTEINSTRAAT 60, BUS 29 1000 BRUSSEL

*

AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN [C − 2007/23262]

[C − 2007/23262] Validation de guides

Validatie van gidsen

La version 1 du « Guide sectoriel pour l’instauration d’un système d’autocontrôle dans le secteur des compléments alimentaires », datée du 7 août 2007, a été approuvée le 9 août 2007 par l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire en vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la traç abilité dans la chaîne alimentaire. Ce guide peut être obtenu auprès de NAREDI - Fédération belge de l’Industrie et du Commerce des Compléments alimentaires, des Produits naturels, de Réforme et de Diététique, avenue des Arts 43, 1 0 4 0 B ru x e l l e s , T é l . 0 2 - 7 8 8 4 3 6 6 , F a x : 0 2 - 5 5 0 1 7 5 4 ,

Versie 1 van de « Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem in de sector van de voedingssupplementen » gedateerd op 7 augustus 2007 werd op 9 augustus 2007 krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingslicht en traceerbaarheid in de voedselketen door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen goedgekeurd. Deze gids kan bekomen worden bij NAREDI - Federatie van de handel en nijverheid in Voedingssupplementen Natuur, Reform en dieetwaren in België, Kunstlaan 43, 1040 Brussel, Tel. 02-788 43 66, Fax : 02-550 17 54, E-mail : [email protected], Website : www.naredi.be.

43970

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Gestorex, société anonyme, rue de Neerpede 811, 1070 Bruxelles

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS

R.P.M. Bruxelles 0441.157.879

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN

Assemblée générale ordinaire le 7 septembre 2007, à 14 heures, au siège social. Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Décharge aux administrateurs. (35571)

Beerse Metaalwerken (Bemetal), naamloze vennootschap, Lilsedijk 17, 2340 Beerse

Decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening

Ondernemingsnummer 0422.668.788 Stad Zottegem Algemene vergadering op de zetel op 11 september 2007, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Ontslag en benoeming van bestuurders. Diversen. (35572)

RUP zonevreemde recreatie « F.C. Erwetegem » Het college van burgemeester en schepenen van de stad Zottegem brengt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 52 van het decreet van 18 mei 1999 (en latere wijzigingen) houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, ter kennis van de bevolking dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplannen RUP zonevreemde recreatie « F.C. Erwetegem », definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 augustus 2006. Zottegem, 8 augustus 2007.

ATLANTIC HOUSE, naamloze vennootschap, Heemraadssingel 285, 3023 BG ROTTERDAM (NL) H.R. Antwerpen 122487

(35568) Algemene vergadering op 11/9/2007, om 11 uur, te 2600 Antwerpen (Berchem), Fruithoflaan 95. Agenda : 1. Verslag van de vereffenaar. 2. Goedkeuring van de jaarrekening. 3. Rekeningnummer voor binnenkomende gelden. 4. Bijhouden van documenten. 5. Kwijting aan de vereffenaar.

Annonces − Aankondigingen

(AOPC1710145/22.08)

(35632)

DETRIC, naamloze vennootschap, SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

Priester Daensstraat 10, 8870 IZEGEM Ondernemingsnummer 0474.515.783

SA Sidech, société anonyme, rue de la Station 8, à 1495 Villers-la-Ville Numéro d’entreprise 0400.355.226

Il est porté à la connaissance des actionnaires de la SA Sidech, rue de la Station 8, à 1495 Villers-la-Ville, que les actionnaires détenant plus de 95 % des parts proposent, en application de l’article 513 du Code des sociétés le rachat des actionnaires minoritaires. Le prix par action proposé est de 5.200 euros (cinq mille deux-cents euros). Les documents explicatifs de cette offre peuvent être obtenus sur simple demande au siège de la société durant les heures de bureau, tél. : 071-87 88 21, demander M. Laurent Raskin. (35569)

De aandeelhouders worden in jaarvergadering bijeengeroepen op de maatschappelijke zetel op zaterdag 15/9/2007, om 10 uur. Agenda : 1. Verslaggeving door het bestuursorgaan. 2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31/3/2007. 3. Resultaatsbestemming. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Bezoldiging bestuurder. 6. Benoeming bestuurder. 7. Rondvraag. Om geldig aanwezig of vertegenwoordigd te zijn, dienen de wettelijke en statutaire bepalingen nageleefd te worden. Neerlegging van de aandelen geschiedt op de maatschappelijke zetel. De raad van bestuur. (AOPC-1-7-05269/22.08)

(35633)

VAMACO, naamloze vennootschap, Guldenbergplantsoen 6, bus 41, 8500 Kortrijk Ondernemingsnummer 0448.559.276 — RPR Kortrijk

Chapeauveau exploitation, en abrégé : « Chapex », société anonyme, rue du Chapeauveau 8, 1357 Hélécine R.P.M. Nivelles 0411.921.683

Assemblée générale ordinaire le 7 septembre 2007, à 15 heures, au siège social. Ordre du jour : 1. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 mars 2007. 2. Décharge aux administrateurs. 3. Répartition du résultat. 4. Divers. (35570)

Uitnodiging tot de jaarvergadering op 08/9/2007, om 14 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. Goedkeuring jaarrekening per 31/3/2007, inclusief de bestemming van het resultaat. 2. Kwijting aan bestuurders. 3. Varia. De aandeelhouders gelieven zich te schikken naar de statuten en de wettelijke voorschriften ter zake. De raad van bestuur. (AOPC-1-7-09624/22.08)

(35634)


43971

Belgomine, naamloze vennootschap, Parklaan 69, 9100 Sint-Niklaas

Gimefa, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Groot-Bijgaardenstraat 302, 1600 Sint-Pieters-Leeuw

0405.004.890 RPR Dendermonde

0405.589.068 RPR Brussel

De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering bij te wonen die zal gehouden worden op de zetel van de vennootschap op 14/09/2007 om 14 uur, met volgende agenda : 1. Lezing van het jaarverslag. 2. Lezing van het verslag van de commissaris. 3. Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31/03/2007. 4. Kwijting. (35622) De raad van bestuur.

Jaarvergadering op 13/09/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Diverse. (35628)

Immobrew, naamloze vennootschap, Industrielaan 21, 1070 Brussel 0405.819.096 RPR Brussel

Bemas, naamloze vennootschap, Vinkenstraat 18, 2490 Balen 0431.236.561 RPR Turnhout

Jaarvergadering op 14/09/2007 om 15 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (35623)

Bouckaert H., commanditaire vennootschap op aandelen, Ooststraat 50/A, 8800 Roeselare 0446.303.829 RPR Kortrijk

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op de zetel van de vennootschap op 14 september 2007 om 15 uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31 maart 2007. Kwijting. (35624) De zaakvoerders.

Bouckaert P., commanditaire vennootschap op aandelen, Ooststraat 50/B, 8800 Roeselare 0446.303.433 RPR Kortrijk

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op de zetel van de vennootschap op 14 september 2007 om 17.00 uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31 maart 2007. Kwijting. (35625) De zaakvoerders.

Gaby, naamloze vennootschap, Napoleon Annicqstraat 44, 9600 Ronse

De aandeelhouders worden verzocht de buitengewone algemene vergadering bij te wonen, die zal gehouden worden te Leuven, Vaartkom 31, op 6 september 2007, om 17 u. 30 m., met volgende agenda : 1. Kapitaalverhoging door inbreng in natura. a) Verslagen (artikel 602 van het Wetboek van vennootschappen) : - verslag van de commissaris van de vennootschap, te weten, KPMG Bourgetlaan 40, te 1130 Brussel, omtrent de beschrijving van de inbrengen in natura, de toegepaste methoden van waardering en de als tegenprestatie verstrekte vergoeding; - verslag van de raad van bestuur omtrent het belang, voor de vennootschap, van de inbrengen in natura en van de voorgestelde kapitaalverhoging. b) Verhoging van het kapitaal ten belope van vijf miljoen achtduizend zevenhonderd zestien euro (5.008.716,00 EUR) om het te brengen van vijfennegentig miljoen negenhonderdzevenendertigduizend vierhonderd vijfenzestig euro drieënvijftig cent (95.937.465,53 EUR) tot honderd miljoen negenhonderdzesenveertigduizend honderd eenentachtig euro drieënvijftig cent (100.946.181,53 EUR) door creatie van zesduizend vijfhonderd achttien (6 518) nieuw aandelen (genummerd van één miljoen vijfhonderd drieëntachtigduizend vierhonderd zesentachtig (1 583 486) tot één miljoen vijfhonderdnegentigduizend en vier (1 590 004) van dezelfde soort en die van zelfde rechten en voordelen zullen genieten als de bestaande aandelen en die in de winst zullen delen vanaf 1 januari 2007. Toekenning van deze nieuwe aandelen, volledig volstort, als volgt : - duizend vierhonderd negenenvijftig (1 459) aandelen aan de naamloze vennootschap INBEV BELGIUM, Industrielaan 21, 1070 Anderlecht drieduizend vierhonderd en acht (3 408) aandelen aan de naamloze vennootschap CAVENOR, , Industrielaan 21, 1070 Anderlecht - tweehonderd drieënzestig (263) aandelen aan de naamloze vennootschap EURDRINK, Sasstraat 1, 3500 Hasselt - duizend driehonderd achtentachtig (1 388) aandelen aan de naamloze vennootschap BRASSERIE GHEENS, allée Centrale 45, 6040 Jumet, ter vergoeding van de inbreng van verschillende onroerende goederen. c) Inbreng en volstorting van de nieuwe aandelen. d) Vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging. e) Wijziging van artikel 5 van de statuten (betreffende het maatschappelijk kapitaal) om het in overeenstemming te brengen met de nieuwe toestand van het maatschappelijk kapitaal. 2. Bekrachtiging van de coöptatie van een bestuurder 3. Machten te verlenen voor de uitvoering van de voorgaande beslissing. (35629)

Immobrew, société anonyme, boulevard Industriel 21, 1070 Bruxelles

0446.704.992 RPR Oudenaarde

0405.819.096 R.P.M. Bruxelles

Jaarvergadering op 14/09/2007 om 18 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Kwijting bestuurders. (35626)

Les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale, qui se tiendra à Leuven, Vaartkom 31, le 6 septembre 2007, à 17 h 30 m, avec l’agenda suivant : 1. Augmentation de capital par apports en nature. a) Rapports (article 602 du Code des sociétés) : - rapport du commissaire de la société à savoir KPMG, avenue du Bourget 40, 1130 Bruxelles, sur les apports en nature ci-après décrits, sur les modes d’évaluation adoptés et sur la rémunération attribuée en contrepartie; - rapport du conseil d’administration concernant l’intérêt, pour la société, desdits apports en nature et de l’augmentation de capital proposée. b) Augmentation du capital à concurrence de cinq millions huit mille sept cent seize euros (5.008.716,00 EUR), pour le porter de nonante-cinq millions neuf cent trente-sept mille quatre cent soixantecinq euros cinquante-trois cents (95.937.465,53 EUR) à cent millions neuf cent quarante-six mille cent quatre-vingt-un euros cinquante-trois cents (100.946.181,53 EUR) par la création de six mille cinq cent dix-huit

Garage J.L. De Pauw, naamloze vennootschap, Brusselsesteenweg 19, 1730 Asse 0440.364.261 RPR Brussel

Jaarvergadering op 14/09/2007 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Kwijting bestuurders. (35627)

43972


(6 518) nouvelles actions numérotées de un million cinq cent quatrevingt-trois mille quatre cent quatre-vingt-six (1 583 486) à un million cinq cent nonante mille quatre (1 590 004) du même type et jouissant des mêmes droits et avantages que les actions existantes et participant aux bénéfices à partir du 1er janvier 2007 Attribution des nouvelles actions, entièrement libérées, comme suit : - mille quatre cent cinquante-neuf (1 459) actions à la société anonyme INBEV BELGIUM, boulevard Industriel 21, 1070 Anderlecht - trois mille quatre cent huit (3 408) actions à la société anonyme CAVENOR, boulevard Industriel 21, 1070 Anderlecht - deux cent soixante-trois (263) actions à la société anonyme EURDRINK, Sasstraat 1, 3500 Hasselt - mille trois cent quatre-vingt-huit (1 388) actions à la société anonyme BRASSERIE GHEENS, allée Centrale 45, à 6040 Jumet, en rémunération de l’apport de différents biens immobiliers. c) Apports et libération des nouvelles actions. d) Constatation de la réalisation de l’augmentation de capital. e) Modification de l’article 5 des statuts (relatif au capital social) pour le mettre en concordance avec la nouvelle situation du capital social. 2. Ratification de la cooptation d’un administrateur 3. Pouvoirs à conférer pour l’exécution des résolutions qui précèdent. (35629)

Kempeneers, naamloze vennootschap, Schelfheidestraat 28, 3850 Nieuwerkerken 0436.927.788 RPR Hasselt Jaarvergadering op 14/09/2007 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/03/2007. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslag en benoemingen bestuurders. Allerlei. Zich richten naar de statuten. (35630)

Promedica International, naamloze vennootschap, Halewijnlaan 18, 3060 Bertem 0459.514.932 RPR Leuven Jaarvergadering op 14/09/2007 om 11 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (35631)

Administrations publiques et Enseignement technique Openbare Besturen en Technisch Onderwijs

Voornaamste toelatingsvoorwaarden : de Belgische nationaliteit of de nationaliteit van een EU-land bezitten en van goed zedelijk gedrag zijn. De aanwervingsvoorwaarden worden toegezonden op aanvraag. Slagen in een wervingsexamen. Wij bieden : een boeiende functie in vast dienstverband. Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques, fietsvergoeding en hospitalisatieverzekering. Een leuke job buiten in het groen. Interesse in deze functie ? voor alle inlichtingen i.v.m. de aanwervingsvoorwaarden, het indienen van de kandidaturen, de functiebeschrijving en het examenprogramma kan je contact opnemen met de personeelsdienst. Tel : 03-620 22 20. E-mail : [email protected] Solliciteren kan : — ofwel door een aangetekend schrijven met CV en een kopie van de gevraagde documenten te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Kerkeneind 13, te 2920 Kalmthout. Uiterste datum van indienen kandidatuurstellingen : 13 september 2007 (poststempel geldt als bewijs). — ofwel door het afgeven van uw sollicitatiebrief met CV en een kopie van de gevraagde documenten tegen ontvangstbewijs op het gemeentehuis van Kalmthout, Personeelsdienst, Kerkeneind 13, te 2920 Kalmthout, tijdens de openingsuren ten laatste op 13 september 2007. (35573)

BTC-CTB

BTC is het Belgisch agentschap voor ontwikkelingssamenwerking. Als openbare dienstverlener steunt BTC, in opdracht van de Belgische federale regering, en meer bepaald van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de ontwikkelingslanden in hun strijd tegen armoede. Dankzij haar expertise op het terrein voert BTC ook opdrachten uit voor rekening van andere nationale en internationale organisaties die werken aan duurzame menselijke ontwikkeling. BTC is sinds april 1999 operationeel en beheert meer dan 200 projecten in 30 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Met een omzet in 2006 van 160 miljoen euro stelt BTC momenteel 360 personeelsleden te werk, van wie 140 in het hoofdkantoor in Brussel en 220 in de landen waar projecten en programma’s worden uitgevoerd. In 24 landen heeft BTC een eigen vertegenwoordiging. In het kader van de verdere ontwikkeling van haar activiteiten, zoekt BTC (M/V) : BRUSSEL – Expert Governance – BRU/07/47EG RWANDA/BURUNDI – Administratief-Financieel Verantwoordelijke – BRU/07/35RF

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

DR CONGO – Experts Lokale Ontwikkeling – RDC/07/094-1 Geïnteresseerd ?

Gemeente Kalmthout De heidegemeente Kalmthout is gelegen in het groene noorden van de provincie Antwerpen. Zo’n 17 000 inwoners wonen er in een mooie en aangename omgeving. De toeristische en recreatieve mogelijkheden van Kalmthout lokken elk jaar opnieuw duizenden mensen, op zoek naar ontspanning.

Solliciteer uiterlijk tegen 5 september 2007 voor de vacature in DR Congo en uiterlijk tegen 9 september 2007 voor de andere vacatures, bij voorkeur via onze website of stuur uw sollicitatiebrief en CV (in Nederlands, Frans of Engels) naar [email protected]. Vermeld duidelijk de functie waarvoor u solliciteert en het referentienummer. Voor de gedetailleerde beschrijvingen en profielen van deze functies verwijzen wij naar onze website www.btcctb.org. (35574)

Het gemeentebestuur van Kalmthout gaat over tot aanwerving van : werkman (m/v) groendienst, statutair verband

CTB-BTC

Functie : je werkt als groenarbeider in ploegjes van 3 à 4 personen. Je staat in voor onderhoud van openbaar groen in de gemeente, uitvoeren van aanplantingen, snoeien van bomen en hagen, grasmaaien, opruimen van zwerfvuil en sluikstort, enz. Je doet vervangingen op het recyclagepark. Profiel : wij zoeken iemand die de handen uit de mouwen wil steken. Je moet graag buiten werken en liefde hebben voor al wat groen ziet. In ploegverband kunnen werken en flexibel zijn in werkuren. Een diploma in groenverzorging is niet nodig. Een beetje ervaring zou prettig zijn. Rijbewijs is pluspunt.

La CTB est l’agence belge de coopération au développement. Prestataire de services publics, elle soutient, pour le gouvernement fédéral belge et, plus précisément, pour le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement, les pays en développement dans leur lutte contre la pauvreté. Grâce à son expertise de terrain, la CTB exécute également des prestations pour le compte d’autres organisations nationales et internationales contribuant à un développement humain durable.

43973

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD La CTB est opérationnelle depuis avril 1999 et gère plus de 200 programmes répartis dans 30 pays en Afrique, Asie et Amérique latine. Avec un chiffre d’affaires de 160 millions d’euros en 2006, la CTB emploie aujourd’hui 360 membres du personnel dont 140 au siège à Bruxelles et 220 répartis dans les pays dans lesquels elle met en œuvre des projets et des programmes. Elle dispose d’une propre représentation dans 24 pays.

De kandidaturen moeten volledig en aangetekend worden verstuurd aan het college van burgemeester en schepenen, Kerkstraat 1, te 8720 Dentergem, en uiterlijk worden gepost op 30 september 2007. Verdere inlichtingen betreffende de te vervullen voorwaarden, functieomschrijving en -profiel, en de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, zijn te verkrijgen op het gemeentesecretariaat, 051-57 55 13. (35577)

Dans le cadre du développement de ses activités, la CTB recherche un (H/F) : BRUXELLES – Expert Gouvernance – BRU/07/47EG RWANDA/BURUNDI – Responsable administratif et financier – BRU/07/35RF

Actes judiciaires et extraits de jugements

RD CONGO – Experts en Développement local – RDC/07/094-1 Intéressé(e) ?

Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen

Postulez au plus tard le 5 septembre 2007 pour le poste en RD Congo et au plus tard le 9 septembre 2007 pour les autres postes, de préférence via notre site Web ou adressez votre lettre de motivation ainsi que votre curriculum vitae (franç ais, néerlandais ou anglais) en mentionnant clairement la fonction pour laquelle vous posez votre candidature ainsi que le numéro de référence, en envoyant un courriel à l’adresse [email protected].

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil

Les descriptions de fonctions et les profils détaillés sont disponibles sur notre site Internet www.btcctb.org. (35574)

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek

Hogeschool West-Vlaanderen

Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder

De Hogeschool West-Vlaanderen verklaart de mandaatfunctie van departementshoofd vacant voor het departement DLO-VESHISS vanaf academiejaar 2007-2008, m.i.v. 1 oktober 2007.

Justice de paix du troisième canton de Bruxelles

Het vacaturebericht met functiebeschrijving kan geraadpleegd worden op www.howest.be. Kandidatuurstellingen dienen bezorgd te worden via een aangetekende schriftelijke en gemotiveerde sollicitatie en uitgebreid curriculum vitae uiterlijk op vrijdag 7 september 2007 (poststempel geldt als bewijs) t.a.v. Hogeschool West-Vlaanderen, de heer Lode De Geyter, algemeen directeur, Marksesteenweg 58, te 8500 Kortrijk. (35575)

XIOS Hogeschool Limburg

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Bruxelles, du 2 août 2007, M. Belbachir, Stéphane, né à Etterbeek le 13 février 1989, domicilié à 1000 Bruxelles, « maison d’accueil l’Ilot », rue Locquenghien 38, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Valvekens, Sandrine, domiciliée à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Bonnewijn, Freddy. (68611)

XIOS Hogeschool Limburg is momenteel op zoek naar (m/v) : Justice de paix du deuxième canton de Charleroi

Departement sociaal agogisch werk : — Departementaal verantwoordelijke internationalisering – 30 % (07/SAW/VAC/07). Voor meer informatie over deze vacature : www.xios.be. Kandidaturen dienen aangetekend te gebeuren op formulieren die op aanvraag kunnen bekomen worden bij de XIOS Hogeschool Limburg, Centrale Administratie, Universitaire Campus, Agoralaan, Gebouw H, 3590 Diepenbeek, telefoon 011-26 00 46, of die men kan downloaden van onze website www.xios.be, en die ingevuld uiterlijk op 25 augustus 2007 naar vernoemd adres moeten worden verstuurd. (35576)

Par ordonnance de M. le juge de paix suppléant du deuxième canton de Charleroi, en date du 13 août 2007, le nommé Govaerts, Roger, né à Les Avins le 16 avril 1945, domicilié à 6043 Ransart, rue Jean Froie 96A, mais actuellement hospitalisé à la clinique Sainte Thérèse, rue Trieu Kaisin 134, à 6061 Montignies-sur-Sambre, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant : Me Eric Herinne, avocat, à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 23, bte 18. Pour Paule.

extrait

conforme :

le

greffier,

(signé)

Dumay,

Marie(68612)

Gemeente Dentergem

• een stedenbouwkundig ambtenaar (m/v) (niveau B), in vast verband, met een prestatieduur van 38/38;

Par ordonnance de M. le juge de paix suppléant du deuxième canton de Charleroi, en date du 13 août 2007, le nommé Lardinois, Robert, né à Charleroi le 20 mars 1949, domicilié à 6001 Marcinelle, résidence Sart Saint-Nicolas, rue de Nalinnes 440, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant : Mme Valérie Lardinois, infirmière, domiciliée à 6110 Montigny-le-Tilleul, avenue des Eglantines 29.

• een deskundige personeel (m/v) (niveau B), in vast verband, met een prestatieduur van 38/38.

Pour Paule.

Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Dentergem maakt bekend dat zij zal overgaan tot de aanwerving van :

extrait

conforme :

le

greffier,

(signé)

Dumay,

Marie(68613)

43974

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du troisième canton de Charleroi

Justice de paix du canton de Seneffe

Suite à la requête déposée le 25 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 10 août 2007, Mme Bourel, Fernande, née à Namur le 15 février 1910, domiciliée à 6041 Gosselies, home Theys, Faubourg de Charleroi 11, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Desy, Pierre, domicilié à 6120 Ham-sur-Heure, Ganterie 21.

Par jugement du 5 juillet 2007, prononcée par le juge de paix du canton de Seneffe, siégeant en audience publique extraordinaire, Me Halbrecq, Jean, avocat, dont le cabinet est établi à 6540 Lobbes, rue de l’Abbaye 26, a été désigné en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Werrie, Catherine, née à Charleroi le 1er mai 1959, résidant à 7170 Manage, centre psychiatrique Saint-Bernard, rue Jules Empain 43, domiciliée à 6120 Ham-sur-Heure, val d’Heure 24 et non à 6120 Ham-sur-Heure, Val d’Heure, centre d’Heure 24 comme publié.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Devresse, Axelle. (68614)

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Desomberg, Jeaninne. (68619) Suite à la requête déposée le 22 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Charleroi, rendue le 27 juillet 2007, M. De Velaer, François Louis, né à Ransart le 21 mai 1947, domicilié à 6043 Ransart, rue Gillard 31, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Depasse, Didier, avocat, à 6041 Gosselies, chaussée de Fleurus 66. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Devresse, Axelle. (68615)

Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, siège de Jodoigne

Suite à la requête déposée le 17 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix suppléant du canton de Jodoigne-Perwez, section Jodoigne, rendue le 9 août 2007, Dolhen, Emma, née à Hannut le 26 mai 1923, domiciliée à 1350 Orp-Jauche, rue de la Station 48, et résidant au « Home Malevé », place de Maret 1, à 1350 Orp-Jauche, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Viellevoye, Jean-Pierre, domicilié à 5310 Bolinne, route de Ramillies 66. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Legros, Noël. (68616)

Justice de paix du canton de Liège IV

Suite à la requête déposée le 20 juillet 2007, par décision du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 31 juillet 2007, Mme Hebette, Eugénie Louise Alexandre Ghislaine, née le 23 avril 1949 à Liège, domiciliée rue de la Mutualité 3, à 4030 Grivegnée (Liège), a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Houben, Marcel, avocat, dont les bureaux sons sis rue Vinâve 32, à 4030 Grivegnée (Liège). Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Foges, Nicole.

(68617)

Justice de paix du premier canton de Namur

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 13 août 2007 (REP. N° 3515/07), Mme Paulette Meurant, née à Lobbes le 7 avril 1967, domiciliée à 1450 Chastre, Quartier du Petit Baty 5, et résidant à 5002 Saint-Servais, rue de Bricgniot 205, hôpital du Beau Vallon, a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir, Mme Sophie Muller, domiciliée à 5000 Namur, avenue du Val SaintGeorges 95.

Justice de paix du canton de Thuin

Suite à la requête déposée le 23 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix du canton de Thuin, rendue le 2 août 2007, M. Charlier, Arthur, né à Viesville le 1er avril 1931 domicilié 6041 Gosselies, rue de Namur 2, bte 1, résidant à l’établissement CHU Vésale, service psychogériatrie, sixième étage, rue de Gozée 706, à 6110 Montigny-le-Tilleul, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Clara, Josée, née le 21 septembre 1931, pensionnée, domiciliée 6041 Gosselies, rue de Namur 2, bte 1. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Mahieux, Jean-François. (68620)

Justice de paix du second canton de Wavre

Suite à la requête déposée le 26 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 1er aout 2007, M. Destrée, Gérard, né à Lonzée le 20 septembre 1941, domicilié à 5030 Lonzée, chaussée de Namur 285, résidant à 1340 Ottignies, centre neurologique William Lennox, allée de Clerlande 6, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Destrée, Marianne, domiciliée à 1457 Walhain, rue des Combattants 20, bte 1. Pour extrait Lucette.

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Jonet, (68621)

Suite à la requête déposée le 29 juin 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 1er aout 2007, M. Dethier, Claude, né à Saint-Géry le 11 décembre 1950, domicilié à 1450 Chastre, rue de Mellery 14A, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Westerlinck, Eléonore, avocate, à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2. Pour extrait Lucette.

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Jonet, (68622)

Namur, le 13 août 2007.

Suite à la requête déposée le 16 juillet 2007, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 1er aout 2007, Mme Eloy, Marie, née à Cortil-Noirmont le 1er janvier 1925, domiciliée à 1450 Chastre, rue de Mellery 14, résidant à 1450 Chastre, résidence « Les Sittelles », route Provinciale 121, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Westerlinck, Eléonore, avocate, à 1400 Nivelles, rue de Charleroi 2.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Michel Hernalsteen. (68618)

Pour extrait Lucette.

conforme :

le

greffier

en

chef,

(signé)

Jonet, (68623)

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 25 juli 2007.

Par ordonnance rendue le 10 août 2007, rép. 3578/2007 par le juge de paix de Woluwe-Saint-Pierre, le nommé M. Van Oldeneel tot Oldenzeel, Albert, né le 28 juin 1928, domicilié à 1490 Court-Saint-Etienne, clos du Lièvre 1, se trouvant à l’institut Notre Dame, avenue d’Huart 45, à 1150 Bruxelles, a été déclaré inapte à gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant Mme De La Vallée Poussin, MariePaule, épouse de M. Van Oldeneel tot Oldenzeel, Albert, domiciliée à 1490 Court-Saint-Etienne, clos du Lièvre 1. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Kinon, Josiane. (68624)

Vredegerecht van het eerste kanton Antwerpen

Bij vonnis van de plaatsvervangend vrederechter van het eerste kanton Antwerpen, verleend op 10 augustus 2007, werd : Van Bladel, Dore, geboren te Deurne op 30 juli 1969, keukenhulp, wonende te 2060 Antwerpen, Wetstraat 39, opgenomen in de instelling ZNA., P.Z. Stuivenberg, afdeling G2, Lange Beeldekensstraat 267, te 2060 Antwerpen, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Karin Vanderzande, advocaat, kantoorhoudende te 2600 Berchem, Elisabethlaan 1, bus 11. Antwerpen, 14 augustus 2007. De griffier, (get.) Braeken, Godelieve.

43975

(68625)

Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter derde kanton Antwerpen, verleend op 9 augustus 2007, werd : Boroje, Pierre, geboren te Antwerpen op 28 augustus 1927, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Spreeuwenstraat 5, verblijvende te ZNA Hoge Beuken, Commandant Weynsstraat 165, te 2660 Hoboken (Antwerpen), niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Gelder, Patricia, advocaat, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 24 juli 2007. Antwerpen, 14 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Patrik Rietjens. (68626)

Bij vonnis van de vrederechter derde kanton Antwerpen, verleend op 2 augustus 2007, werd : De Blieck, Gustaaf, geboren te Antwerpen op 14 december 1928, wonende te 2660 Hoboken (Antwerpen), Karel Meyvisstraat 22/24, verblijvende te ZNA Hoge Beuken, Commandant Weynsstraat 165, te 2660 Hoboken (Antwerpen), niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Blieck, Johnny, geboren op 30 november 1962, wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Sportstraat 10.

Antwerpen, 14 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Patrik Rietjens. (68628)

Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 8 augustus 2007, werd : Dewaele, Gerardus Alfons M., geboren te Ardooie op 4 februari 1912, wonende te 2950 Kapellen, Akkerstraat 70, en thans verblijvende in het ZNA Jan Palfijn, te 2170 Merksem (Antwerpen), Lange Bremstraat 70, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Peeters Christel, advocaat, kantoorhoudende te 2900 Schoten, Kunstlei 8. Merksem (Antwerpen), 14 augustus 2007. De adjunct-griffier, (get.) Taekels, Eric.

(68629)

Bij vonnis van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpen, verleend op 8 augustus 2007, werd : Van Looveren, Shana, geboren te Malle op 10 augustus 1989, wonende te 2900 Schoten, Marialei 27, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Jochems, Maria Joanna Cornelia, geboren te Wuustwezel op 2 oktober 1954, orthopedagoge, wonende te 2990 Wuustwezel, Westdoorn 14. Merksem (Antwerpen), 14 augustus 2007. De griffier, (get.) Van den Bulck, Gerd.

(68630)

Vredegerecht van het kanton Boom

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 14 augustus 2007, inzake A.R. 07A726 (07W42) werd : Geerts, Madeleine, geboren te Antwerpen op 22 oktober 1922, wonende te 2630 Aartselaar Frits Van den Berghelaan 134, niet in staat verklaard haar goederen ten beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Rompaey, Guido, wonende te 2630 Aartselaar, Frits Van den Berghelaan 134. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 1 augustus 2007. Boom, 14 augustus 2007. De hoofdgriffier, (get.) Verbeken, Sonja.

(68631)

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 19 juli 2007. Antwerpen, 13 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Patrik Rietjens. (68627)

Bij vonnis van de vrederechter derde kanton Antwerpen, verleend op 9 augustus 2007, werd : Hendrickx, Germaine, geboren te Antwerpen op 15 juni 1911, wonende te 2000 Antwerpen, Lange Gasthuisstraat 13, B7, verblijvende te RVT Hoge Beuken, Voorzorgstraat 1, te 2660 Hoboken (Antwerpen), niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Gelder, Patricia, advocaat, met kantoor te 2650 Edegem, Mechelsesteenweg 210.

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 14 augustus 2007, inzake O7A713 (07W41) werd : Sturlen, Paula Josephina, geboren te Berchem op 16 maart 1934, wonende in het R.V.T. Hoghe Cluyse, te 2620 Hemiksem, Bouwerijstraat 50, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Urbain, Nadia, geboren te Wilrijk, op 3 juni 1962, wonende te 2845 Niel, A. Janssenslaan 25. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 17 juli 2007. Boom, 14 augustus 2007. De hoofdgriffier, (get.) Verbeken, Sonja.

(68632)

43976

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het eerste kanton Brugge

Vredegerecht van het kanton Zelzate

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kanton Brugge, d.d. 25 juni 2007, werd Mevr. Badisco, Agnes, geboren te Borsbeke op 25 december 1927, wonende en verblijvende in het rusthuis Mariawende, Rollebaanstraat 10A, te 8730 Beernem, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder de heer De Saedeleer, Erik, wonende te 3530 Houthalen-Helchteren, Verbindingsstraat 47. Brugge, 13 augustus 2007. De afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) Smessaert, Rony.

Vonnis d.d. 31 juli 2007, Colpaert, Raoul, van Belgische nationaliteit, geboren te Leupegem op 7 augustus 1924, gepensioneerde, weduwnaar, wonende te 9000 Gent, Notelaarstraat 7, opgenomen in de instelling P.C. Sint-Jan-Baptist, Suikerkaai 81, te 9060 Zelzate, kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder Gaudius, Patrick, advocaat, wonende te 9060 Zelzate, Westkade 18. Zelzate, 14 augustus 2007. De hoofdgrififer : (get.) Riessauw, Karina.

(68638)

(68633) Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind

Vredegerecht van het eerste kanton Hasselt

Justice de paix du deuxième canton de Liège

Bij vonnis van de plaatsvervangende vrederechter van het eerste kanton te Hasselt van 8 augustus 2007, wordt over : Smits, Olivia, geboren te Hasselt op 11 april 1979, wonende te 3500 Hasselt, Demerstraat 40/6, aangesteld als voorlopig bewindvoerder : Maestripieri, Corinne, wonende te 3500 Hasselt, Zwartvennestraat 6.

Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège, du 13 août 2007, il a été constaté que la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 21 mai 2002, a pris fin suite au décès le 26 juillet 2007 de Mme Deffet, Georgette, veuve de Désiré Gromersch, née le 3 septembre 1913 à Liège, résidant à la résidence l’Air du Temps, à 4032 Chênée, rue des Haisses.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Baeyens, Veronique. (68634)

Bij vonnis van de plaatsvervangende vrederechter van het eerste kanton te Hasselt, van 8 augustus 2007, wordt over : Wieggers, Franciska, geboren te Wageningen (Nederland) op 4 mei 1923, wonende te 3500 Hasselt, Hazelarenlaan 64/19, aangesteld als voorlopige bewindvoerder : Berghs, Hubert, advocaat te 3520 Zonhoven, Dijkbeemdenweg 32. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Baeyens, Veronique. (68635)

Vredegerecht van het kanton Lennik

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lennik, verleend op 3 augustus 2007, werd : Deridder, Antoine, geboren te Anderlecht op 26 januari 1922, gedomicilieerd en verblijvende in het rusthuis Breugheldal, te 1701 Itterbeek, Itterbeeksebaan 208, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Deridder, Remi, wonende te 1702 Groot-Bijgaarden, Reinaertstraat 56.

Il a été mis fin, en conséquence, après dépôt d’un rapport de gestion, à la mission de son administrateur provisoire, Gromersch, Jeanine Clémentine (Mme), née le 29 juin 1944 à Liège, régente, domiciliée à 4032 Chênée, rue du Centenaire 162. Liège, le 13 août 2007. Pour extrait conforme : Christine.

le

greffier

adjoint,

(signé)

Martin, (68639)

Vredegerecht van het eerste kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Antwerpen, verleend op 13 augustus 2007, werd vastgesteld dat aan de opdracht van : John Elbers, advocaat, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Britselei 28, bus 2, als voorlopig bewindvoerder toegewezen aan : Gauthier, Georgette, geboren te Besné (Frankrijk) op 28 juni 1919, wonende in het RVT De Zavel, te 2060 Antwerpen, Duinstraat 21-23, bij beschikking verleend door de vrederechter eerste kanton Antwerpen, op 31 januari 2002 (rolnummer 02B16-Rep.R.247/ 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2002, blz. 4666 en onder nr. 61145), een einde is gekomen op datum van 16 juli 2007, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon op die datum. Antwerpen, 14 augustus 2007. De griffier, (get.) Braeken, Godelieve.

(68640)

Het verzoekschrift werd ter griffie neergelegd op 10 juli 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van Bever, Lena. (68636)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lennik, verleend op 3 augustus 2007, werd : Leyssens, Joanna Simone, geboren te Schepdaal op 18 augustus 1928, gedomicilieerd en verblijvende te 1701 Itterbeek, Plankenstraat 135, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : De Greef, Albert, wonende te 1701 Itterbeek, Plankenstraat 135. Het verzoekschrift werd ter griffie neergelegd op 16 juli 2007. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Van Bever, Lena. (68637)

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton Antwerpen, verleend op 13 augustus 2007, werd ingevolge het overlijden op 5 juni 2007 te Antwerpen : Beeckmans, Maria Victorine Sophie, geboren te Brussel op 22 maart 1923, ongehuwd, wonende te 2980 Zoersel, verpleegtehuis Joostens, Kapellei 133, een einde gesteld aan het mandaat van voorlopig bewindvoerder van : Van den Bosch, Chantal, geboren te Deurne op 3 augustus 1963, advocaat, kantoorhoudende te 2100 Antwerpen (Deurne), August Van de Wielelei 348 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 7 maart 2005, blz. 9258, nr. 61976). Antwerpen (Deurne), 13 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel, (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier. (68641)

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kanton Antwerpen, verleend op 13 augustus 2007, werd ingevolge het overlijden op 4 augustus 2007 te Antwerpen, district Deurne van : Hanegraef, Annie Antonia Theodora, weduwe van de heer Oscar Henri Louis Van den Eynden, geboren te Ekeren op 13 april 1950, wonende te 2100 Antwerpen (Deurne), De Manstraat 105, een einde gesteld aan het mandaat van voorlopig bewindvoerder van : Elbers, John, advocaat, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Britselei 28, bus 2 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 5 juli 2007, blz. 17918, nr. 5428). Antwerpen (Deurne), 13 augustus 2007. Voor eensluidend uittreksel, (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier. (68642)

Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem zetel Oudenaarde

Beschikking d.d. 9 augustus 2007. Verklaart Marcel Van De Velde, wonende te 3920 Lommel, aan Einde 9, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde, op 14 april 2005 (rolnummer 05A233-Rep.R. 674/2005), tot voorlopig bewindvoerder over Remi Van De Velde, geboren te Mullem op 22 september 1922, wonende en verblijvende te 9700 Oudenaarde, aan de Meerspoort 3, in het rustoord De Meerspoort (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 april 2005, blz. 18233 en onder nr. 63635), ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te Oudenaarde op 11 april 2007. Oudenaarde, 10 augustus 2007. De griffier, (get.) De Buysscher, Yves.

Vredegerecht van het kanton Arendonk

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Arendonk, verleend op 14 augustus 2007, werd Claessens, Linda Elisabeth Frans, geboren te Turnhout op 20 november 1973, advocate, met kantoor te 2440 Geel, Rijn 56, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Arendonk, op 31 mei 2005 (rolnummer 05A1054Rep.R. 1963/2005), tot voorlopig bewindvoerder over Smets, Maria Paulina, geboren te Retie op 6 juni 1921, gepensioneerde, wonende te 2470 Retie, Geelsebaan 176, verblijvende rusthuis « Sint-Isabella », Vrijheid 100, te 2370 Arendonk, ontslagen van haar opdracht als voorlopig bewindvoerder daar de beschermde persoon overleden is te Arendonk op 31 juli 2007. Arendonk, 14 augustus 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Van der Veken, Marianne. (68643)

43977

(68646)

Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder Vredegerecht van het tweede kanton Brugge

Bij vonnis van 13 augustus 2007, heeft de vrederechter van het tweede kanton Brugge, voor recht verklaard dat Mr. Van Poucke, Annelies, advocaat, met kantoor te 8000 Brugge, Langestraat 127, aangewezen bij vonnis verleend door deze zetel op 25 september 2006 (Rep.R. 2798/2007), tot voorlopige bewindvoerder over De Muer, Agnes, geboren te Brugge op 17 maart 1932, zonder beroep, wonende te 8200 Brugge, Eigen Heerd 3, verblijvende te 8200 Brugge (Sint-Andries), Gistelsteenweg 560, met ingang van 13 augustus 2007, ontslagen is van haar opdracht. Wijst aan als nieuwe voorlopige bewindvoerder over De Muer, Agnes, voornoemd : Mr. Beheyt, Jan, advocaat, kantoorhoudende te 8310 Brugge (Assebroek), Baron Ruzettelaan 34.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Arendonk, verleend op 14 augustus 2007, werd Stessens, Jozef Denis Martinus, bediende, geboren te Retie op 6 januari 1948, wonende te 2480 Dessel, Merelstraat 19, aangewezen bij vonnis uitgesproken door de vrederechter van het kanton Arendonk, op 22 februari 2007 (rolnummer 07A169-Rep.R. 508/2007), tot voorlopig bewindvoerder over Stessens, August Marten, geboren te Retie op 2 december 1920, gepensioneerde, wonende te 2470 Retie, Geenend 39 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 maart 2007 onder nr. 762487, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te Arendonk op 6 augustus 2007.

Brugge, 14 augustus 2007. De griffier, (get.) Logghe, Karin.

(68647)

Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Arendonk, 14 augustus 2007. De eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Van der Veken, Marianne. (68644)

Vredegerecht van het kanton Meise

Beschikking d.d. 13 augustus 2007. Verklaart Mr. De Valck, David, advocaat met kantoor te 1785 Brussegem, Nieuwelaan 21, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter te Meise, op 30 november 2004 (rolnummer 04A599-Rep.R. 2086), tot voorlopig bewindvoerder over Mevr. Robberechts, Carolina, wonende in het rusthuis te Meise (Wolvertem), Godshuisstraat 33, met ingang van 10 augustus 2007 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. De hoofdgriffier, (get.) Peeters, Lieve.

(68645)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen

Volgens akte verleden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechterlijk arrondissement Antwerpen, op 10 augustus 2007, heeft Mevr. van der Heijden, Sonja Jacobus Germaine, geboren te Merksem op 2 maart 1960, wonende te 2170 Merksem, Rietschoorvelden 117, handelend in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigster van haar zoon : jongeheer Abspoel, Jess, minderjarige, geboren te Merksem op 27 mei 1990, wonende te 2170, Merksem, Rietschoorvelden 117, voor en namens Jess Abspoel, verklaard te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap van wijlen de heer Abspoel, Rudi Jeanne Jean, geboren te Antwerpen op 29 november 1958, echtgenoot in tweede huwelijk van Mevr. Christel Amelia Leona Augusteyns, laatst wonende te 2900 Schoten, Cambeenboslaan D24 en overleden te Schoten op 14 mei 2007. Woonstkeuze wordt gedaan op het kantoor van notaris Roevens, geassocieerd notaris te Brasschaat.

43978


Mevr. Sonja Van der Heijden werd hiertoe gemachtigd bij beslissing van de vrederechter van het kanton Antwerpen 11, op 6 augustus 2007.

Tribunal de première instance de Dinant

De schuldeisers en de legatarissen worden verzocht hun recht te doen kennen binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van de opneming van deze bekendmaking in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad , bij aangetekend schrijven gericht aan de door de erfgenaam gekozen woonplaats.

Suivant acte n° 07/2000 dressé au greffe du tribunal de première instance de Dinant, le 9 août 2007, Mme Isabelle Demoustier, domiciliée à Mariembourg, rue Reine Astrid 6, agissant avec l’autorisation de M. le juge de paix du canton de Couvin en date du 28 juin 2007, dont copie conforme restera annexée au présent acte, pour et au nom de son enfant mineur Roman Dropsy, né le 23 septembre 1993 à Lobbes, domicilié avec elle, a déclaré, pour et au nom de son enfant mineur, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession qui lui est dévolue par le décès de son père Fabrice Dropsy, né à Mariembourg le 17 juillet 1962, en son vivant domicilié à Mariembourg, rue Reine Astrid 6, et décédé à Chimay en date du 3 mars 2007.

(Get.) Chr. Celis, geassocieerd notaris.

(35578)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen

Op 8 augustus 2007, is voor ons, R. Aerts, griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, ter griffie van deze rechtbank verschenen : Mees, Johan, advocaat, kantoorhoudende te 2610 Wilrijk, Groenenborgerlaan 124, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe benoemd bij beschikking van de vrederechter van het zesde kanton Antwerpen, d.d. 17 juli 2006, over de goederen van : Gosseling, Albert, geboren te Hoboken op 12 juni 1926, wonende te 2018 Antwerpen, Vinkenstraat 50. Verschijner verklaart ons, handelend in zijn voormelde hoedanigheid, de nalatenschap van wijlen Nietvelt, Josephina Hubertina, geboren te Hemiksem, op 14 mei 1928, in leven laatst wonende te 2018 Antwerpen 1, Van Schoonbekestraat 54, en overleden te Antwerpen op 25 juli 2007, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Er wordt woonstkeuze gedaan ten kantore van Meert, Benoît, notaris te 2018 Antwerpen, d.d. 7 augustus 2007, voor waarbij hij hiertoe gemachtigd werd. Waarvan akte, datum als boven. (Get.) J. Mees, R. Aerts. (Get.) R. Aerts, griffier.

(35579)

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente à Me Vincent Dandoy, notaire, à 5660 Mariembourg, chaussée de Roly 4. Pour extrait conforme délivré à Mme Isabelle Demoustier : le greffier ad. del., (signée) F. Bossiroy. (35581)

Tribunal de première instance de Liège L’an 2007, le 16 août, Au greffe du tribunal de première instance de Liège, A comparu : Mme Marie-Hélène Toussaint, née à Liège le 5 octobre 1980, domiciliée à 4040 Herstal, rue Large Voie 199, porteuse d’une procuration sous seing privé qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Mme Isabelle Hiard, née à Liège le 8 mai 1965, domiciliée à 4420 Montegnée, rue Thiou 53, agissant en qualité de mère et représentante légale de sa fille mineure d’âge : Reckmans, Sandy, née à Liège le 29 juillet 1999, domiciliée avec sa mère, et autorisée par ordonnance rendue le 13 décembre 2006 par Mme le juge de paix du canton de Saint-Nicolas, ordonnance qui restera annexée au présent acte. Laquelle comparante a déclaré ès qualités :

Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : Reckmans, Francis, né à Liège le 13 janvier 1953, de son vivant domicilié à Montegnée, rue Thiou 53, et décédé le 19 avril 2006 à Liège.

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk op 13 augustus 2007, heeft verklaard : Verzele, Fanny Caroline Marcella, geboren te Genk op 12 november 1956 en wonende te 8800 Roeselare, Moorseelsesteenweg 224, handelend in haar hoedanigheid van langstlevende ouder over haar minderjarige dochter : Lapere, Ellen Bea Jenny, geboren te Roeselare op 18 juni 1991, bij haar inwonende, handelend in haar gezegde hoedanigheid, onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Vanbeylen, Raymond Jozef Alfons, geboren te Izegem op 22 oktober 1936, in leven laatst wonende te 8870 Izegem, Beiaardstraat 23, en overleden te Izegem op 6 februari 2007. Tot staving van haar verklaring heeft de comparante ons een afschrift vertoond van de beschikking van 29 juni 2007, van de vrederechter van het kanton Roeselare, waarbij zij gemachtigd werd om in naam van haar voornoemde minderjarige dochter de nalatenschap van wijlen Vanbeylen, Raymond Jozef Alfons te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van meester Yannick Sabbe, notaris met standplaats te 8870 Izegem, Korenmarkt 24-25. Kortrijk, 14 augustus 2007. De griffier : (get.) Marc Audoor.

(35580)

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Jean-Louis Jeghers, notaire, à 4000 Liège, Mont Saint-Martin 17. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, (signé) J. Diederen.

(35582)

L’an 2007, le 16 août, Au greffe du tribunal de première instance de Liège, A comparu : Toussaint, Marie-Hélène, domiciliée à Herstal, rue Large Voie 199, porteuse d’une procuration sous seing privé qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Nihon, Francis, né à Liège le 27 mars 1957, domicilié à La Calamine, rue de l’Eglise 7, agissant en sa qualité de tuteur de Monsieur : Eyen, Luc, né à Liège le 9 juillet 1971, domicilié à Grivegnée, rue Montgomery 14, placé sous statut de minorité prolongée en vertu d’un jugement de la troisième chambre du tribunal de première instance de Liège rendu le 15 octobre 1999,

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD et à ce autorisé par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Liège-4 du 18 juin 2007, ordonnance qui est produite en photocopie et qui restera annexée au présent acte; laquelle comparante a déclaré ès qualités :

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek

Publication prescrite par l’article 584 du Code judiciaire

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : Eyen, Denis, né à Liège le 26 juillet 1978, de son vivant domicilié à Grivegnée (Liège), rue Montgomery 14, et décédé le 3 février 2006 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Jean-Louis Jeghers, notaire, à 4000 Liège, Mont Saint-Martin 17. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, (signé) J. Diederen.

43979

(35583)

Aanstelling voorlopig bewindvoerder Désignation d’un administrateur provisoire

Bij beschikking d.d. 26 mei 2006 werd Mr. Karen de Leur, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2900 Schoten, Alice Nahonlei 74, aangesteld als voorlopig bewindvoerder van B.V.B.A., Kadillak, waarvan de vennootschapszetel gevestigd was te 2000 Antwerpen, Engelse Beurs 1, thans te 2000 Antwerpen, Bredestraat 4, ondernemingsnummer 0452.562.507. Schuldeisers worden verzocht contact op te nemen met de voorlopig bewindvoerder.

L’an 2007, le 16 août,

(Get.) K. de Leur, advocaat.

(35586)

Au greffe du tribunal de première instance de Liège, A comparu :

Faillite − Faillissement

Toussaint, Marie-Hélène, domiciliée à Herstal, rue Large Voie 199, porteuse d’une procuration sous seing privé qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Hiard, Isabelle, née à Liège le 8 mai 1965, domiciliée à Montegnée, rue Thiou 53, agissant en sa qualité de représentante légale de son enfant mineur d’âge :

Tribunal de commerce de Neufchâteau

Reckmans, Sandy, née à Liège le 29 juillet 1999, domiciliée avec sa mère,

Par jugement du 14 août 2007, le tribunal de commerce de Neufchâteau a prononcé, sur aveu, la faillite de la SPRL Deco Style, dont le siège social est sis à 6880 Bertrix, rue de la Gare 12, inscrite au registre de la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0456.184.466, pour exercer les activités principales de décorateur d’intérieurs et commerce de détail de textiles.

et à ce autorisé par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Saint-Nicolas du 4 juin 2007, ordonnance qui est produite en copie conforme et qui restera annexée au présent acte; laquelle comparante a déclaré ès qualités :

Curateur : Me Denis Slachmuylders, avocat à 6600 Bastogne, rue des Ecoles 1.

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : Boosten, Raymonde, né à Liège le 19 septembre 1925, de son vivant domicilié à Liège 2, rue des Houblonnières 61, et décédé le 3 février 2007 à Liège.

Les créanciers sont invités à déposer au greffe du tribunal de commerce de Neufchâteau, rue Franklin Roosevelt 33, la déclaration de leurs créances, au plus tard, pour le 13 septembre 2007.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Jean-Louis Jeghers, notaire, à 4000 Liège, Mont Saint-Martin 17.

Le dépôt par le curateur au greffe de ce tribunal du premier procèsverbal de vérification des créances est fixé au vendredi 12 octobre 2007.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, (signé) J. Diederen.

(35584)

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Wanlin.

(35587)

Tribunal de commerce de Verviers

Tribunal de première instance de Mons

Faillite sur aveu

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, le 10 août 2007, Mme Vanderwalle, Vicky Elisabeth, née à La Louvière le 28 juillet 1986, domiciliée à Strépy-Bracquegnies, rue Tombou 108, a déclaré :

Par jugement du jeudi 16 août 2007, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de Rito, Luis, né à Marinha Grande (Portugal) le 15 avril 1965, domicilié à 4960 Malmedy, rue G. Apollinaire 5, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0879.405.958, pour une entreprise générale de construction exercée à 4800 Verviers (Lambermont), rue Victor Besme 42.

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : Samaes, Laurence Juliette Clémentine, née à Frameries le 17 janvier 1964, en son vivant domiciliée à La Louvière, rue Tombou 108, et décédée à La Louvière le 17 janvier 1007. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître par avis recommandé leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Jean-Pierre Derue, notaire de résidence à Le Rœulx, rue de la Station 83. Le greffier adjoint délégué, (signé) A. Delmotte.

(35585)

Curateur : Me Luc Defraiteur, avocat à 4800 Verviers, rue du Palais 34. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : le 17 octobre 2007, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Sabine Namur. (35588)

43980

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Antwerpen

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 16 augustus 2007, is Koekelcoren, Sandrina, geboren te 2000 Deurne op 22 oktober 1964, wonende te 2100 Deurne, Lammergierstraat 43, en handeldrijvende te 2100 Deurne (Antwerpen), Cogelsplein 7, onder de benaming « De solsleutel », cafés, ondernemingsnummer 0879.896.007, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Bruneel, Gregory, Amerikalei 22, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 16 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 14 september 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 12 oktober 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier, B. Franck.

(Pro deo)

(35589)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 16 augustus 2007, is Stultiens, Gunther, geboren te Deurne op 16 september 1965, wonende te 2050 Antwerpen, Blancefloerlaan 165, bus 70, tussenpersoon, ondernemingsnummer 0500.366.184, bij dagvaarding, failliet verklaard. Curator : Mr. De Bie, Eduard, Lange Lozanastraat 145-147, 2018 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 16 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 14 september 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 12 oktober 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier, B. Franck.

(Pro deo)

(35592)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 16 augustus 2007, is M. en B. Peeters, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Jan Van Rijswijcklaan 217, bus 5, 2020 Antwerpen-2, adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering en beheer, ondernemingsnummer 0431.211.520, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. De Leur, Karen, Alice Nahonlei 74, 2900 Schoten.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 16 augustus 2007, is Briers, Geert, geboren te Wilrijk op 26 oktober 1964, wonende en handeldrijvende te 2018 Antwerpen, Grétrystraat 1, bus 5, onder de benaming « Fabiola Productions », productie van kunstmanifestaties en voorstellingen door artistieke ensembles, ondernemingsnummer 0876.019.668, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. Bruneel, Jacques, Amerikalei 22, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 16 augustus 2007.

Datum der staking van betaling : 16 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 14 september 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 12 oktober 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier, B. Franck.

(Pro deo)

(35593)

Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 14 september 2007. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 12 oktober 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier, B. Franck.

(Pro deo)

(35590)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 16 augustus 2007, is VLV BVBA, De Brouwerstraat 10, 2600 Berchem (Antwerpen), tussenpersoon in de handel, ondernemingsnummer 0855.016.518, bij dagvaarding, failliet verklaard. Curator : Mr. De Ferm, Patrick, Ringlaan 138, 2170 Merksem (Antwerpen).

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende

Bij vonnis van de tijdelijke derde kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, werd op 13 augustus 2007, op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Sheffield, Olivier, geboren te Veurne op 30 januari 1971, wonende en met handelsuitbating te 8400 Oostende, Vindictivelaan 22, ondernemingsnummer 0877.420.527, en met als handelswerkzaamheid fastfoodzaak, snackbar, frituur, restaurant van het traditionele type, onder de benaming « Restaurant L’Absolue ». De datum van 13 augustus 2007.

staking

van

betaling

is

vastgesteld

op

Tot curatoren werden aangesteld : Mr. Frank Batsleer, advocaat te 8400 Oostende, Kemmelbergstraat 11; Mr. Jean Lammens, advocaat te 8400 Oostende, Kemmelbergstraat 11.

Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 14 september 2007.

De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canadaplein, vóór 13 september 2007.

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 12 oktober 2007, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail. W.

Datum der staking van betaling : 16 augustus 2007.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De adjunct-griffier, B. Franck.

(Pro deo)

(35591)

Het proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank, uiterlijk op 21 september 2007. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier-hoofd van dienst, (get.) A. Toune. (35594)

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Rechtbank van koophandel te Leuven

43981

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 14 augustus 2007, werd BVBA VNH Construct, met maatschappelijke zetel te 3200 Aarschot, Nieuwlandlaan 11, met ondernemingsnummer 0866.090.036, en met als activiteit : landen tuinwerken, gronden graafwerken, in staat van faillissement verklaard. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curator : Mr. Convents, advocaat te 3000 Leuven, Bondgenotenlaan 161.

Suivant ordonnance du 28 juin 2007, le tribunal de première instance de Marche-en-Famenne, statuant en chambre de conseil, a homologué l’acte reçu par Me Frédéric Dumoulin, notaire associé, membre de la société civile ayant adopté la forme d’une société privée à responsabilité limitée « Jean-Paul Ledoux et Frédéric Dumoulin, notaires associés », ayant son siège à Durbuy, le 5 mai 2007, acte par lequel les époux Réginald Godelaine, né à Heyd le 9 janvier 1964 et Valérie Cornelis, demeurant ensemble et domiciliés à 6941 Heyd (Durbuy), El Cwène 23, ont déclaré modifier leur régime matrimonial. (Signé) Jean-Paul Ledoux, notaire associé.

(35598)

Rechter-commissaris : de heer F. Van Eycken. Staking der betalingen : 13 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 14 september 2007, ter griffie dezer rechtbank. Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 25 september 2007. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets.

(35595)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 9 augustus 2007, werd BVBA The Apex, met zetel te 3400 Landen, Stationsstraat 51, met ondernemingsnummer 0460.555.505, en met als activiteiten : detailhandel in textiel, in staat van faillissement verklaard.

Par requête, en date du 1er août 2007, M. Xavier Butaije (plus souvent orthographié Butaye), et son épouse, Mme Marie-Eugénie Pieters, demeurant ensemble à Ecaussinnes, rue de la Marlière 23, ont introduit devant le tribunal de première instance de Mons, une demande en homologation d’un acte reçu par le notaire André Lecomte, de résidence à Braine-le-Comte, substituant les notaires associés Guy et Vincent Butaye, de résidence à Ecaussinnes, légalement empêchés, le 1er août 2007, visant à modifier leur régime matrimonial notamment par ameublissement dans le chef de l’époux d’une maison de commerce et de rapport sise à Woluwe-Saint-Lambert, avenue Georges Henri 309 et 311, d’un terrain sis à Ecaussinnes (ex-Ecaussinnes-d’Enghien), en retrait de la rue de la Marlière, et une terre sise à Gembloux (ex-GrandLeez), au lieu dit « campagne de Repeumont ». (Signé) G. Butaye, notaire associé.

(35599)

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curator : Mr. Christophe Celis, advocaat te 3290 Diest, Allenstraat 4. Rechter-commissaris : R. Cludts. Staking der betalingen : 6 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 7 september 2007, ter griffie dezer rechtbank. Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 18 september 2007. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets.

(35596)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 9 augustus 2007, werd BVBA Briers-Feyaerts, met zetel te 3020 Herent, Omleiding 93, met ondernemingsnummer 0462.851.138, en met als activiteiten : benzinestation, in staat van faillissement verklaard. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curator : Mr. Jan Convents, advocaat te 3000 Leuven, Bondgenotenlaan 161. Rechter-commissaris : F. Van Eycken.

Par requête en date du 4 avril 2007, signée par les deux époux, M. Ghion, Willy Richard, et son épouse, Mme Geerts, Odette Cecile, domiciliés à Anderlecht, boulevard Sylvain Dupuis 10, introduisent auprès du tribunal de première instance de Bruxelles, une demande en homologation de l’acte contenant modification de leur régime matrimonial, reçu par le notaire Christian Huylebrouck, de résidence à Bruxelles, en date du 4 avril 2007, visant à remplacer le régime légal par le régime de la séparation de biens. Bruxelles, le 16 août 2007. Le notaire, (signé) Christian Huylebrouck.

(35600)

En date du 14 août 2007, les époux Michel Hamaide et Martine Gheysen, domiciliés ensemble à Fontaine-l’Evêque, boulevard du Midi 95, ont introduit devant le tribunal de première instance de Charleroi, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par le notaire Léopold Derbaix, de résidence à Binche, le 14 août 2007. Cette modification entraîne changement de régime matrimonial du régime de communauté légale en régime de séparation de biens, et le changement dans la composition des patrimoines, à savoir les immeubles qui étaient de communauté sont attribués comme suit : En pleine propriété à Mme Martine Gheysen :

Staking der betalingen : 7 augustus 2007. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 7 september 2007, ter griffie dezer rechtbank. Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 18 september 2007. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets.

(35597)

1. Binche section de Waudrez : maison d’habitation sise rue de la Résistance 75, cadastrée section B n° 604L, de 28 ares 12 centiares. 2. Woluwe-Saint-Lambert : dans un immeuble « résidence Don Pablo », avenue Prince Héritier 1, cadastré section D n° 137K3, pour 1 are 48 centiares : l’appartement au deuxième étage et la cave 1 au sous-sol, repris au cadastre sous référence A2-C1.

43982


En pleine propriété à M. Michel Hamaide : 1. Binche : maison d’habitation sise rue de Merbes 41, cadastrée section C n° 28C7, pour 2 ares 40 centiares. 2. Ostende : dans un immeuble à appartements « résidence Oude Molen », Oude Molenstraat 3, cadastré section C n° 324C6, pour 66 centiares : l’appartement 2 situé au deuxième étage et grenier en partie aménagé au troisième étage. Pour extrait conforme, (signé) L. Derbaix, notaire.

(35601)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 22 mei 2007, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel gehomologeerd, verleden voor notaris Karel Vanbeylen, te Zwevezele, op 29 maart 2007, tussen de heer Devooght, Frans, en zijn echtgenote, Mevr. Vanslambrouck, Rita, samenwonende te Wingene, Noordakkerstraat 16, waarbij de heer Devooght, Frans, onroerende goederen in de huwgemeenschap heeft ingebracht.

De verzoekers wensen het wettelijk stelsel te behouden met inbreng van roerende goederen door Mevr. Vanderstraeten, Magda, in het gemeenschappelijk vermogen. Sint-Gillis-Waas, 16 augustus 2007. (Get.) D. Smet, notaris.

(35605)

Bij verzoekschrift van 14 augustus 2007 hebben de heer Kersten, Didier, landbouwer, geboren te Bilzen op 11 juli 1972, en zijn echtgenote, Mevr. Cloosen, Cindy, verpleegster, geboren te Tongeren op 2 januari 1977, beiden wonende te 3840 Borgloon (Gors-Opleeuw), Opleeuwstraat 14/B, bij de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren een verzoekschrift ingediend tot homologatie van een akte, verleden voor notaris Jean-Luc Snyers, te Alken, op 14 augustus 2007, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel van wettelijk stelsel naar scheiding van goederen met beperkte gemeenschap door inbreng in de gemeenschap van eigen onroerend goed te Borgloon (Gors-Opleeuw). Alken, 14 augustus 2007. (Get.) Jean-Luc Snyers, notaris.

(35606)

Voor de echtgenoten : (get.) Karel Vanbeylen, notaris te Zwevezele. (35602)

Bij verzoekschrift van 14 augustus 2007 hebben de heer De Sy, Daniel Jozef Maurice, geboren te Gent op 19 maart 1956, en zijn echtgenote, Mevr. De Smet, Kathleen Louise Camilla, geboren te Gent op 10 mei 1959, samenwonende te Evergem (Ertvelde), Eeklostraat 71, aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent, de homologie gevraagd van de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Rudy Vandermander, te Evergem (Ertvelde), op 14 augustus 2007. De akte behelst wijziging van het gemeenschappelijk vermogen door inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van diverse eigen onroerende goederen door de heer Daniël De Sy en toevoeging van een keuzebeding. Voor de verzoekers : (get.) Rudy Vandermander, notaris.

(35603)

Bij vonnis van 26 juni 2007, uitgesproken door de eerste burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, werd de akte gehomologeerd, verleden voor notaris Paul Boesmans, te Koersel (Beringen), op 7 februari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Daniëls, Lodewijk Remi, geboren te Kermt op 12 juli 1937, en zijn echtgenote, Mevr. Martens, Maria Josephina Alice, geboren te Zolder op 11 juni 1938, samenwonende te 3550 Heusden-Zolder, Vrunstraat 64, inhoudende de inbreng van een eigen onroerend goed van Mevr. Martens, Maria Josephina Alice, in de gemeenschap, met handhaving van het wettelijk stelsel. Namens de echtgenoten : (get.) Paul Boesmans, notaris.

(35604)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, van 19 juni 2007, werd de akte gehomologeerd, verleden voor Christophe Verhaeghe, geassocieerd notaris, vennoot van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een maatschap « Chr. Verhaeghe & A. Vanlauwe », geassocieerde notarissen, met zetel te Ruiselede, op 7 maart 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel dat bestaat tussen de heer De Smet, Noël Marcel Marie José, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Vande Casteele, Lucretia Maria, gepensioneerde, samenwonende te 8750 Wingene, Ruiseledesteenweg 165, door inbreng door Mevr. Vande Casteele van eigen onroerende goederen in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen. Namens de echtgenoten : (get.) Chr. Verhaeghe, geassocieerd notaris te Ruiselede. (35607)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt van 26 juni 2007, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Emile Jageneau, te Diepenbeek d.d. 28 maart 2007, waarbij de heer Vanden Wyngaert, Rudi Simon Maria, geboren te Antwerpen op 20 mei 1961, en zijn echtgenote, Mevr. Frederix, Godelieve Maria Guillemine, geboren te Diepenbeek op 18 augustus 1962, samenwonend te 3590 Diepenbeek, Stationsstraat 70, één wijziging in de samenstelling van het gemeenschappelijk vermogen aanbrengen, zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd. (Get.) Emile Jageneau, notaris.

Bij verzoekschrift van 17 augustus 2007, hebben de heer Krutwig, Richard, vrachtwagenchauffeur, geboren te Schaarbeek op 10 november 1953, en zijn echtgenote, Mevr. De Winter, Arlette Marie Fernande, interim-arbeidster, geboren te Etterbeek op 10 november 1953, samenwonende te Mechelen, Oscar Van Kerbeeckstraat 41/0603, aan de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen de homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Pierre Paeps, te Machelen op 8 mei 2007, inhoudende de overgang van het wettelijk stelsel naar het stelsel van scheiding van goederen. (Get.) Pierre Paeps, notaris.

Ingevolge vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, zevende kamer, d.d. 18 juni 2007, is de wijziging huwelijkscontract, verleden voor notaris Dirk Smet, te Sint-Gillis-Waas, op 2 maart 2007, inzake de heer Van Moere, Luc Yvonne Alois Walter, geboren te Antwerpen op 2 november 1958, rijksregisternummer 58110235507, en zijn echtgenote, Mevr. Vanderstraeten, Magda Jeannine Alfonsine, geboren te Merchtem op 7 april 1953, rijksregisternummer 53040747271, beiden wonende te 1745 Opwijk, Wijngaardstraat 91, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Merchtem op 8 februari 1991, onder het wettelijk stelsel ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Jan Muller, te Waasmunster, op 26 januari 1991, gehomologeerd.

(35608)

(35609)

Bij vonnis van 26 juni 2007 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt de akte gehomologeerd verleden voor notaris Guido Bax, te Houthalen-Helchteren, op 16 maart 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel van de heer Gijbels, Raphael Alfons Leo en Mevr. Donné, Carine, samenwonende te 3530 Houthalen-Helchteren, Helzoldstraat 149. Namens de echtgenoten Gijbels-Donné : (get.) Guido Bax, notaris. (35610)

MONITEUR BELGE — 22.08.2007 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen op 24 mei 2007, werd gehomologeerd de akte d.d. 28 maart 2007, op verzoek van de heer Cools, Julien Henri Virginia, hoofdinspecteur lokale politie, geboren te Bornem op 4 maart 1952, en zijn echtgenote, Mevr. Scheers, Krist’l Juul Ludovica Maria, ambtenaar, geboren te Reet op 8 januari 1962, samenwonende te 2870 Puurs, Neerheidedreef 5, inhoudende het behoud van het wettelijk stelsel, doch waarin werd bepaald dat de volle eigendom van een woonhuis te Puurs, op en met grond en alle verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de Neerheidedreef 5, gekadastreerd of het geweest, volgens titel en huidig kadaster sectie B, nummer 73/C, voor een oppervlakte volgens titel en huidig kadaster 6 a 8 ca door de heer Cools, Julien, werd ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen, alsook toevoeging van de keuzeclausule.

43983

De eerste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt heeft bij vonnis d.d. 26 juni 2007, de akte gehomologeerd houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Bruno Indekeu te Lommel op 13 maart 1970, tussen de heer Dirx, Marc, geboren te Lommel op 2 juni 1970, en zijn echtgenote, Mevr. Weckx, Christel Victor Josephina, geboren te Balen op 16 maart 1967, wonende te 3920 Lommel, Enneven 73, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van Lommel op 5 mei 2000, zonder huwelijkscontract. In deze akte bleef de wijziging beperkt tot de inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. Voor eensluidend uittreksel : namens de verzoekers, (get.) Bruno Indekeu, notaris. (35615)

Puurs, 16 augustus 2007. Voor de echtgenoten Cools-Scheers, (get.) Peter Verhaegen, notaris. (35611)

Bij vonnis uitgesproken door de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, eerste kamer, op 26 juni 2007, werd de akte gehomologeerd houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Kippers, Walther Constant Octaaf Ghislanus en Mevr. Darcis, Josée Maria Melanie, samenwonende te 3520 Zonhoven, Kretenveldweg 10, verleden voor notaris Nathalie Bovend’aerde te Zonhoven, op 5 maart 2007. Namens de echtgenoten Kippers-Darcis : (get.) Nathalie Bovend’aerde, notaris te Zonhoven. (35612)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde van 27 juni 2007, werd de akte gehomologeerd, verleden voor notaris Joost Vercouteren te Beveren, op 23 april 2007, van de heer Roggeman, Roger Constant Joseph, geboren te Sint-Pauwels op 17 maart 1929, met nationaal nummer 29.03.17 207-10, en zijn echtgenote Mevr. Van Puyvelde, Jeanneken Josephine, geboren te Sint-Pauwels op 12 april 1928, met nationaal nummer 28.04.12 206-50, hier vermeld met hun uitdrukkelijke toestemming, wonende te 9170 Sint-Gillis, deelgemeente Sint-Pauwels, Zandstraat 49, gehuwd onder het beheer der wettelijke gemeenschap ingevolge hun huwelijkscontract verleden voor notaris Hilaire Bohyn, te Kemzeke op 8 juni 1954.

De eerste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, heeft bij vonnis d.d. 26 juni 2007, de akte gehomologeerd houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Bruno Indekeu, te Lommel op 24 januari 2007, tussen de heer Emmers Eddy Sebastiaan Carolus, geboren te Lommel op 22 juli 1961, en zijn echtgenote, Mevr. Sanders, Sonja Josephine Josepha, geboren te Lommel op 27 december 1969, wonende te 3920 Lommel, Emmersstraat 17, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van Lommel op 27 april 1990, onder het wettelijk stelsel, blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Bruno Indekeu, te Lommel, op 3 februari 1990. In deze akte bleef de wijziging beperkt tot de inbreng van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. Voor eensluidend uitreksel : namens de verzoekers, (get.) Bruno Indekeu, notaris. (35616)

Bij verzoekschrift hebben de heer Janssen, Victor Marie Gillis en echtgenote, Mevr. Aerts, Maria Gertrudes Margaretha, wonende 3621 Rekem-Lanaken, Kampstraat 45, bij de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren een verzoek tot homologatie ingediend van de akte houdende wijziging van huwelijksvoorwaarden verleden voor notaris Dorine Merlo, te Rekem-Lanaken op 14 augustus 2007. Bij deze akte brengt de heer Janssen, Victor persoonlijke onroerende goederen in de gemeenschap. Voor de echtgenoten : (get.) Dorine Merlo, notaris te RekemLanaken. (35617)

Deze akte houdt in een regeling-inbreng huwelijksgemeenschap. (Get.) Wim Verstraeten, notaris, loco notaris, Joost Vercouteren. (35613)

Bij vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen op 9 mei 2007, werd gehomologeerd de akte d.d. 12 april 2007, op verzoek van de heer Smets, Marc Frans Andreas, ingenieur, geboren te Willebroek op 25 februari 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Van Der Linden, Renelde Bernadette Joanna, zaakvoerster, geboren te Willebroek op 25 februari 1958, samenwonende te 2870 Puurs (Ruisbroek), Gebroeders van Benedenlaan 12, inhoudende het behoud van het wettelijk stelsel, doch waarin werd bepaald dat de volle eigendom van een perceel grond gelegen in woongebied te Willebroek, met garage staande en gelegen aan Stationsplein 9, gekadastreerd of het geweest, volgens titel en huidig kadaster sectie A, nummer 524/B/3, met een oppervlakte volgens titel en huidig kadaster van 3 a 22 ca, door de heer Smets, Marc werd ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen, alsook toevoeging van de keuzeclausule. Puurs, 16 augustus 2007. Voor de echtgenoten Smets-Van Der Linden : (get.) Peter Verhaegen, notaris. (35614)

Bij vonnis gedaan door de eerste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt op 22 mei 2007, werd de homologatie verleend van de akte verleden voor notaris Luc Tournier te Beringen, Beverlo d.d. 19 februari 2007, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Dejong, Mathieu, Johan, geboren te Hamont op 28 september 1948, en zijn echtgenote, Mevr. Bove, Henriette Madeleine Catharina, geboren te Overpelt op 14 juni 1949, samenwonend te 3581 Beringen, Genebroekstraat 27. Wijziging : wijziging van scheiding van goederen naar het stelsel der wettelijke gemeenschap met inbreng van roerende en onroerende goederen. Namens de echtgenoten : (get.) Luc Tournier, notaris te Beringen, Beverlo. (35618)

Bij beschikking van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, d.d. 2 augustus 2007, werd de akte gehomologeerd inhoudende de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen Huybrechts, Hugo August Jozef, gepensioneerde en zijn echtgenote, Mevr. Van Espen, Maria Delphina, gepensioneerde, wonende te 2400 Mol, Leeuwerikheide 45.

43984


De wijzigende akte werd opgemaakt door Jean-Paul Van Ussel, geassocieerd notaris te Retie op 16 oktober 2007, en behelst de inbreng door de echtgenoten van een onroerend goed, hun tegenwoordige lichamelijke roerende goederen, alsmede een effectenrekening in een bijzondere gemeenschap. Voor de verzoekers : Jean-Paul Van Ussel, geassocieerd notaris. (35619)

Bij vonnis van 2 juli 2007 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt de akte gehomologeerd, waarbij het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd werd tussen de echtgenoten, de heer De Jaegere, Hubert Jean Marie, geboren te Hasselt op 8 oktober 1944, N.N. 441007/153-19, en zijn echtgenote, Mevr. Maris, Arlette Viviane Jeanine Euphrasie, geboren te Hasselt op 31 juli 1943, N.N. 430731/128-88, samenwonende te 3511 Hasselt, Sint-Jansstraat 10. Bij de voormelde akte, verleden voor notaris Karl Smeets te Hasselt, op 22 mei 2007, namens de betrokken echtgenoten het stelsel der scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten aan, met : de inbreng van de roerende goederen die zij thans bezitten, inclusief het aandeel in de netto-opbrengst van de verkoop van het woonhuis gelegen te Hasselt, Luchtvaartstraat 1, van Mevr. Maris, Arlette, in het gemeenschappelijk vermogen;

de inbreng van het onroerend goed : de gemeente Beringen, derde afdeling, Paal, tweede afdeling, een perceel bos en bouwland, gelegen ter plaatse genaamd « Wolfstraeterveld », gekadastreerd volgens recent kadaster, sectie C, nummers 1307/A en 1308/A met een totale oppervlakte van 58 a, in het gemeenschappelijk vermogen. Namens de echtgenoten De Jaegere-Maris : (get.) Meester Karl Smeets, notaris te Hasselt. (35620)

Bij vonnis verleend door de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 26 juni 2007, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel van de heer Lagaeysse, Hugo en zijn echtgenote Mevr. De Knock, Barbara, samenwonende te 8020 Oostkamp, Sijslostraat 20, verleden voor notaris Katia Denoo, te Oostkamp, op 15 maart 2007, inhoudende onder meer inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van een onroerend goed door laatstgenoemde gehomologeerd. Voor de echtgenoten Lagaeysse-De Knock : (get.) Katia Denoo, notaris te Oostkamp. (35621)

Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

bladzijden

Recommend Documents