IX. ASPECTEN VAN RECHTSVERGELIJKING Binnen de Europese Unie met haar 28 lidstaten117, bekleedt België een bijzondere plaats. Het is inderdaad het enige land waar de beroepen van bedrijfsjurist en advocaat geregeld worden door twee verschillende en parallelle wetgevingen. In België worden deze beide beroepen georganiseerd door de wetgevende macht die erop toeziet dat de cliënt een kwalitatief juridisch advies krijgt. Naast de balies en op gelijke voet met deze laatste wordt een Instituut van bedrijfsjuristen opgericht. In België kunnen naast advocaten en bedrijfsjuristen ook notarissen juridisch advies geven aan hun cliënten. Binnen de Europese Unie (met 24 officiële talen en 508 miljoen inwoners) kunnen we de 28 lidstaten in twee categorieën onderverdelen: (a) de 11 landen waarin bedrijfsjuristen lid kunnen zijn van een beroep dat publiekrechtelijk gereglementeerd wordt door de wet (balie of instituut) en waarin bedrijfsjuristen genieten van het Legal Professional Privilege (LPP) (zie Hoofdstuk X): Duitsland, België, Denemarken, Spanje, Finland, Griekenland, Ierland, Malta, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. (b) de 17 landen waarin bedrijfsjuristen geen lid mogen zijn van een beroep dat publiekrechtelijk gereglementeerd wordt door de wet (balie of instituut) en waarin bedrijfsjuristen niet genieten van het Legal Professional Privilege (LPP): Oostenrijk, Bulgarije, Cyprus, Kroatië, Estland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen, Roemenië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en Zweden. Het is niet oninteressant om ook te vermelden dat de bedrijfsjuristen ook in 20 landen, dus een grote meerderheid van de 28 lidstaten, onderworpen zijn aan deontologische regels: Duitsland, België, Bulgarije, Kroatië, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Er bestaat een Association Européenne des Juristes d’Entreprise (AEJE) / European Company Lawyers Association (ECLA), opgericht en 1983 (naar aanleiding van het arrest AM&S, zie Hoofdstuk X), die nationale organismes van bedrijfsjuristen verenigt (balies, Instituten, verenigingen). AEJE/ECLA verenigt zowat 33 000 bedrijfsjuristen in 22 landen (Duitsland, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Denemarken, Spanje, Estland, Frankrijk, Ierland, Italië, Litouwen, Noorwegen, Nederland, Polen, Portugal, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Tsjechië, Roemenië, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland).
117
We gaan hier niet in op de situatie van de bedrijfsjuristen in de twee kandidaat-lidstaten voor toetreding tot de Europese Unie: de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije.
DUITSLAND118 Elke bedrijfsjurist, voor zover zijn positie binnen het bedrijf en zijn tijdsindeling het toelaat, kan lid worden van een balie en advocaat (Rechtsanwalt) zijn. Deze bedrijfsjurist die ook advocaat is, krijgt dan de naam Syndikusanwalt: hij kan niet pleiten voor zijn eigen werkgever en wordt aan hetzelfde beroepsgeheim en dezelfde gedragscode onderworpen als een advocaat. OOSTENRIJK Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. De bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. De bedrijfsjurist mag zijn werkgever vertegenwoordigen bij zaken met een beperkte inzet (minder dan 4000 EUR) of voor burgerrechtelijke rechtbanken van eerste aanleg. BELGIË Zie punt I: Het wettelijke kader van het beroep van bedrijfsjurist. BULGARIJE Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Hiertoe werd een wetsontwerp ingediend bij het Parlement van Sofia. Er bestaat een Vereniging van bedrijfsjuristen (National Union of Jurisconsults) met een Deontologische code sinds meer dan een decennium. Bij burgerrechtelijke of administratieve procedures en bij arbitrage kunnen de bedrijfsjuristen hun werkgever vertegenwoordigen. Het Bulgaars mededingingsrecht erkent de vertrouwelijkheid van documenten die uitgewisseld worden tussen een advocaat en een bedrijfsjurist. CYPRUS Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. KROATIË Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie, maar zij kunnen wel het balie examen afleggen. Er zijn meerdere verenigingen die de bedrijfsjuristen vertegenwoordigen, enkelen zijn enkel toegankelijk voor bedrijfsjuristen die het balie examen hebben afgelegd. De belangrijkste nationale vereniging is de Hrvatska Udruga korporativnih pravnika. Deze vereniging is lid van ECLA. De leden van deze vereniging zijn onderworpen aan een deontologische code. De bedrijfsjuristen die het balie examen hebben afgelegd zijn vrij te kiezen voor een in-house functie dan wel een functie als extern advocaat (dit laatste vereist wel een inschrijving aan de balie). Juristen dienen 118
We hebben de landen in alfabetische volgorde vermeld en de 11 landen aan het begin van de vorige pagina onderlijnd (punt (a)).
evenwel niet verplicht deel uit te maken van de balie of van een vereniging voor bedrijfsjuristen om hun werk als jurist binnen het bedrijf uit te oefenen. De bedrijfsjuristen zijn gemandateerd om hun werkgever voor de rechtbanken te vertegenwoordigen. Zij vervullen er dezelfde functie als een extern advocaat. Conform de wet op de burgerlijke procedure genieten de bedrijfsjuristen die hun werkgever vertegenwoordigen in rechte van het beroepsgeheim.
DENEMARKEN Elke bedrijfsjurist die lid is van een balie draagt de titel advokat en geniet van het Legal professional privilege (LPP) behalve in mededingingsrecht: de Deense mededingingsautoriteiten beweren dat dit LPP niet inroepbaar is tegen hen, maar er is geen enkele rechtspraak op dit domein. Ze kunnen hun werkgevers voor de rechtbank vertegenwoordigen. Een vereniging (Danske Virksomhedsjurister), opgericht in 1988, verenigt de bedrijfsjuristen die lid zijn van een balie (twee derde van de leden) en ook bedrijfsjuristen die geen lid van een balie willen worden (een derde van de leden). SPANJE Elke jurist, of hij nu bedrijfsjurist of advocaat is, is lid van een balie (Colegio de Abogados) zodat hij zijn taak als juridisch adviseur kan uitvoeren. Bedrijfsjuristen en advocaten hebben dezelfde deontologische regels en tuchtsancties. Beiden zijn onderworpen aan het beroepsgeheim.119. Ze kunnen hun werkgevers voor de rechtbank vertegenwoordigen. ESTLAND Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. De bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor burgerrechtelijke rechtbanken. FINLAND Hoewel ze geen lid mogen zijn van een balie, genieten de bedrijfsjuristen van het Legal Professional Privilege (LPP), doch enkel als ze hun werkgever (oikeudenkäyntiasiamies) vertegenwoordigen in het kader van procedures voor burgerrechtelijke of administratieve
119
Een beslissing van 22 juli 2002 van het bestuursorgaan in mededingingsrecht, de Tribunal de Defensa de la Competencia, met betrekking tot bedrijven die koolzuurhoudende dranken bottelen, heeft in Spanje een kleine factor van onzekerheid gecreëerd omdat de tekst uitdrukkelijk het Legal Professional Privilege (LPP) erkent voor de advocaat (op basis van de Europese rechtspraak), maar niets zegt over de situatie van de bedrijfsjur ist. (Resolucion Expte. r 508/02 v, Pepsi-Cola/Coca-Cola). Het ging in het onderhavige geval om documenten die uitgewisseld werden tussen een bedrijfsjurist en een advocaat.
rechtbanken (inbegrepen Finse mededingingsautoriteiten) of voor arbitragehoven (met uitsluiting van strafprocedures), maar niet als ze juridisch advies geven. Er bestaat een Industrial Lawyers Association die op vrijwillige basis opgericht werd in 1995 en juristen verenigt die werkzaam zijn binnen industriële bedrijven. FRANKRIJK Het beroep van bedrijfsjurist wordt onvolledig gereglementeerd door de wet. Wet nr. 71-1130 du 31 december 1971 ,en vermeldt in artikel 58 uitdrukkelijk dat de “bedrijfsjurist” als gekwalificeerd persoon om juridisch advies te geven aan zijn werkgever: ‘Bedrijfsjuristen die hun functies uitvoeren in het kader van een arbeidsovereenkomst120, binnen een bedrijf of een groep van bedrijven, kunnen, bij de uitoefening van deze functies en uitsluitend in het voordeel van het bedrijf of elk bedrijf van de groep waarvoor ze werken, juridisch advies geven en onderhandse aktes opstellen die relevant zijn voor de activiteit van de voornoemde bedrijven.’. Een letterlijke interpretatie van deze wet zou ertoe leiden dat de bedrijfsjurist die een juridisch advies geeft zich in dezelfde situatie bevindt als een advocaat en dus bijgevolg onderworpen is aan hetzelfde beroepsgeheim. Maar er is geen publiek rechtspersoon opgericht die het beroep omkadert. Het Franse decreet nr. 91-1197 van 27 november 1991, met name het artikel 98-3° zorgde voor een “brug” die elke bedrijfsjurist die over acht jaar professionele ervaring beschikt de mogelijkheid biedt om toe te treden tot een balie. Deze bedrijfsjuristen worden dan uitdrukkelijk vrijgesteld van een theoretische en praktijkopleiding en van het behalen van het getuigschrift van bekwaamheid tot het uitoefenen van het beroep van advocaat (BUBA). De bedrijfsjurist die van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken voor een eventuele overstap moet sinds het Décret n°2012-44 van 3 april 2012 niet enkel meer de cursus deontologie van de balie volgen, maar ook slagen in het examen ter controle van de kennis van de deontologie en de beroepsreglementering. De Association Française des Juristes d’Entreprise (AFJE), opgericht in 1969, telt zo’n 4000 leden. De bedrijfsjuristen worden onderworpen aan deontologische regels, maar genieten niet van het beroepsgeheim. De bedrijfsjuristen kunnen vandaag geen lid zijn van een balie. Bedrijfsjuristen die lid worden van een balie (met name door toepassing van de bovenvermelde ‘brug’) verliezen de titel van bedrijfsjurist. Het Rapport Darrois over beroepen in de rechten, dat verscheen in maart 2009 stelt voor het beroep bedrijfsadvocaat in te richten: de jurist die een arbeidsovereenkomst heeft met een bedrijf, zal, zoals elke zelfstandige advocaat, onderworpen zijn aan het beroepsgeheim en vertrouwelijk advies kunnen verlenen. Het “Rapport Prada”, gepubliceerd op 19 april 2011 pleit voor het instellen van één grote beroepsgroep voor zowel bedrijfsjuristen als advocaten. Dit voorstel is onderbouwd vanuit de absolute noodzaak om aan bedrijfsjuristen de vertrouwelijkheid van de juridische adviezen aan hun werkgevers te verschaffen. Het voorstel voorziet dat de “advocaat in het bedrijf” zou ingeschreven worden aan de balie op een specifiek tableau. De bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor rechtbanken van eerste aanleg. 120
Onderlijning van ons
GRIEKENLAND Dit land maakt geen onderscheid tussen advocaten en bedrijfsjuristen: ze moeten beiden lid zijn van de balie en een deontologische code naleven, zijn onderworpen aan het beroepsgeheim en genieten van het Legal Professional privilege (LPP). De bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor rechtbanken. HONGARIJE Het beroep van bedrijfsjurist wordt onvolledig gereglementeerd door de wet. Hoewel er een wet bestaat(the 1983 Legal Counsel Act), kunnen ze noch lid zijn van een balie, noch genieten van het Legal professional privilege (LPP). De bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor burgerrechtelijke en administratieve rechtbanken. IERLAND Dit land maakt geen onderscheid tussen bedrijfsjuristen (In-house/employed Solicitors) en advocaten (Solicitors in private practice of Barristers): ze genieten beiden van het Legal Professional Privilege (LPP). De bedrijfsjuristen zijn lid van de Law Society of Ireland. Privilege applies to: (a) confidential communications connected with the defence or prosecution of apprehended, threatened, or actual litigation; and (b) confidential communications connected with the giving or seeking of legal advice (even where litigation is not pending or likely). These rules also apply before the Irish Competition Authority (including investigations by the Competition Authority). The test for whether a particular document is privileged is the “dominant purpose” test, i.e., did the document come into existence for the dominant purpose of either (a) or (b) above. ITALIË Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Er bestaat evenwel een uitzondering voor bedrijfsjuristen van de openbare sector, zij kunnen wel lid zijn van de balie. Een vereniging van bedrijfsjuristen, (Associazione Italiana Giuristi di Impresa) bestaat sinds 1976 en heeft een Deontologische Code en tuchtregels (sinds 1997). Ze genieten niet (behalve juristen van de openbare sector) van het Legal Professional Privilege (LPP). Er werd een wetsontwerp in het Italiaanse Parlement neergelegd (referenties AS711 en AS1198, beschikbaar op http://www.senato.it/leg/16/BGT/Schede/Ddliter/31520.htm, en op http://senato.it/leg/16/BGT/Schede/Ddliter/32726.htm dat de verplichting van vertrouwelijkheid voor advocaten bij geschillen en adviezen die gegeven worden buiten geschillen wil uitbreiden.
LETLAND Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Ze genieten niet van het Legal Professional Privilege (LPP). LITOUWEN Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Er bestaat een vereniging van bedrijfsjuristen, the Lithuanian Lawyers Association (Lietuvos Teisininku Draugija), Company Lawyers Division, die een Deontologische Code en tuchtregels opgesteld heeft waaraan bedrijfsjuristen onderworpen zijn. Ze genieten niet van het Legal Professional privilege (LPP). Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor hoven en rechtbanken. In dat opzicht kunnen ze gedwongen worden om te getuigen over elementen van het dossier waarvan ze kennis hebben als vertegenwoordiger van hun werkgever. LUXEMBURG Het beroep van bedrijfsjurist wordt onvolledig gereglementeerd door de wet. De wet van 10 augustus 1991 over het beroep van advocaat vermeldt in artikel 2 (3), § 3 uitdrukkelijk dat de “bedrijfsjurist” als gekwalificeerd persoon is om juridisch advies te geven aan zijn werkgever. Dezelfde wet zegt dat “bedrijfsjuristen die hun activiteiten in het kader van een arbeidsovereenkomst uitoefenen binnen een bedrijf of een groep bedrijven advies mogen geven en alle juridische handelingen mogen uitvoeren die nodig zijn voor de activiteiten van hun werkgever en er rechtstreeks verband mee houden” (vrije vertaling). Een letterlijke interpretatie van deze wet zou ertoe leiden dat de bedrijfsjurist die een juridisch advies geeft zich in dezelfde situatie bevindt als een advocaat en dus bijgevolg onderworpen is aan hetzelfde beroepsgeheim. Maar er is geen publiek rechtspersoon opgericht die het beroep omkadert. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. MALTA Een uniek organisme (The Malta Chamber of Advocates) verenigt de juristen van Malta, of ze nu zelfstandige of werknemer zijn onder de hoede van het ministerie van Justitie (Commission for the administration of Justice). Bedrijfsjuristen zijn onderworpen aan dezelfde Deontologische Code als advocaten, genieten van het beroepsgeheim (Deel vier, Hoofdstuk II van de Code of Ethics and Conduct for Advocates) en kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor hoven en rechtbanken. NEDERLAND Het Nederlandse Genootschap van Bedrijfsjuristen (NGB) werd opgericht in 1930 en telt 1400 leden. De bedrijfsjurist is onderworpen aan deontologische regels (bijv. de toepassing vermeld in Hoofdstuk V, deel 3, artikel 4 van de Code), maar niet aan het beroepsgeheim dat
strafrechtelijk bestrafd wordt, behalve indien hij lid is van een balie, wat vandaag de dag geldt voor 23% van de Nederlandse bedrijfsjuristen. De bedrijfsjuristen kunnen dus lid zijn van een balie (sinds 1992). Ongeveer 325 leden van het NGB hebben hiervoor gekozen. Een reglement (De Verordening op de Praktijkoefening in Dienstbetrekking van de Nederlandse Orde van Advocaten van 27 november 1996) reguleert de voorwaarden van deze toegang. Die bedrijfsjuristen kunnen een overeenkomst afsluiten met hun werkgever (Professioneel Statuut) dat maatregelen om de onafhankelijkheid van de bedrijfsjurist die is ingeschreven bij de balie te garanderen. Jegens derden moet hij altijd melden dat hij handelt als advocaat. Hij moet ook de verplichtingen van de balie op het vlak van opleidingen en stages naleven. Hij draagt de titel van advocaat in dienstbetrekking. In deze hoedanigheid kan hij ook zijn eigen werkgever vertegenwoordigen. Deze advocaat is, zelfs ten opzichte van de Nederlandse mededingingsautoriteiten, onderworpen aan het beroepsgeheim. De opleidingen die georganiseerd worden door de NGB worden ook in aanmerking genomen voor de opleidingsquota die de balie oplegt. Deze advocaten in dienstbetrekking zijn onderworpen aan de deontologische code en tuchtstraffen van de balie. Bedrijfsjuristen (die geen lid zijn van een balie) zijn onderworpen aan een gelijkaardige code en straffen die bepaald werden door de NGB. POLEN Het beroep van bedrijfsjurist (radca prawny) is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Er werd een beroepsvereniging van bedrijfsjuristen (Krajowa Rada Radcow Prawnych) opgericht door de wet van 6 juli 1982 die verschillend is van de balie. Het bijzondere is dat lidmaatschap verplicht is. De bedrijfsjuristen zijn onderworpen aan deontologische regels en tuchtstraffen. Maar een gerechtelijke beslissing (betwistbaar en betwist) van 22 november 2004 lijkt erop te wijzen dat ze niet genieten van het Legal Professional Privilege (LPP). De beroepsorganisatie van bedrijfsjuristen heeft deze beslissing scherp bekritiseerd door opnieuw te bevestigen dat hun leden onderworpen blijven aan het beroepsgeheim. Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor hoven en rechtbanken. PORTUGAL Bedrijfsjuristen mogen lid zijn van een balie. Als ze lid zijn van de balie (Ordem dos Advogados) zijn ze onderworpen aan het beroepsgeheim en genieten ze dus van het Legal Professional Privilege. (LPP) Zoals advocaten zijn bedrijfsjuristen die lid zijn van de balie onderworpen aan deontologische regels en tuchtstraffen. Het Instituto dos Advogados de Empresa werd opgericht binnen de balie. Het verenigt de bedrijfsjuristen die lid zijn van de balie. TSJECHIË
Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Bepaalde bedrijfsjuristen die werkzaam zijn binnen staatsbedrijven of binnen economisch gereguleerde sectoren genieten echter wel van een bescherming tegen inbeslagname. Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgevers vertegenwoordigen voor burgerrechtelijke rechtbanken, niet in van administratieve of strafrechtelijke procedures.
ROEMENIË Het beroep van bedrijfsjurist (consilieri juridici) is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Er bestaan beroepsverenigingen met bedrijfsjuristen die verenigd zijn per sector: de bedrijfsjuristen zijn onderworpen aan een deontologische code en tuchtstraffen. Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor hoven en rechtbanken. Constante rechtsspraak van het Hof van Cassatie laat toe dat bedrijfsjuristen met 10 jaar beroepservaring toetreden tot de balie zonder het toegangsexamen te moeten meedoen en dit conform de wet n° 51/1995 op de organisatie van het beroep van advocaat. Dit werd trouwens herinnerd in een arrest van 10 juli 2012121 van het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg. VERENIGD KONINKRIJK Dit land maakt geen onderscheid tussen bedrijfsjuristen (In-house/employed Solicitors of Barristers) en advocaten (Solicitors ou Barristers in private practice): beiden zijn onderworpen aan deontologische regels en tuchtstraffen. Beiden genieten van het Legal Professional Privilege (LPP). De Solicitors zijn lid van de Law Society of England and Wales. De Barristers zijn lid van de Bar Council. Privilege applies to: (a) confidential communications connected with the defence or prosecution of apprehended, threatened, or actual litigation; and (b) confidential communications connected with the giving or seeking of legal advice (even where litigation is not pending or likely). These rules also apply before the Office of Fair Trading and the Competition Commission. Where a communication is between a legal adviser and his client (or employer), the communication, where carried out in relation to the adviser’s professional capacity, is always privileged, even if no litigation is contemplated, provided that such communication was intended to be confidential. A document prepared for the purpose of such communication is also privileged, even if it is not communicated.
121
Europees Hof., Straatsburg, arrest van 10 juli 2012, Ilie Șerban c. Roemenië, n°17984/04. Het arrest steunt op artikel 6 EVRM.
SLOWAKIJE Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. SLOVENIË Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor burgerrechtelijke rechtbanken. In dat opzicht kunnen ze gedwongen worden om te getuigen over elementen van het dossier waarvan ze kennis hebben als vertegenwoordiger van hun werkgever. ZWEDEN Het beroep van bedrijfsjurist is niet wettelijk gereglementeerd. Bedrijfsjuristen kunnen geen lid zijn van een balie. Bedrijfsjuristen kunnen hun werkgever vertegenwoordigen voor rechtbanken (rättegångsombud). In dat beperkte opzicht genieten ze van het Legal Professional Privilege (LPP) in de mate waarin ze gedwongen kunnen worden om te getuigen over elementen van het dossier waarvan ze kennis hebben als vertegenwoordiger van hun werkgever. ***** Het is ongetwijfeld interessant om te vermelden dat ZWITSERLAND de bedoeling heeft om het beroep van bedrijfsjurist te reglementeren. De Ordre Fédéral de la Justice (OFJ) heeft een consultatieprocedure opgestart in april 2009 over een voorontwerp van een federale wet inzake bedrijfsadvocaten (LAE) die het beroep van bedrijfsjurist wil reglementeren. De Federale Raad wil de fundamenten inzake het geven van juridisch advies binnen bedrijven versterken met de nodige autonomie en autoriteit. Volgens de OFJ kan dit de bedrijven enkel maar meer stimuleren om in overeenstemming met het recht te handelen. Dit voorontwerp van de wet voorziet in de toepassing van het beroepsgeheim (artikel 11)122 zodat de bedrijven in het kader van een burgerrechtelijke, administratieve of strafrechtelijke procedure de adviezen die de bedrijfsjurist in zijn hoedanigheid als juridisch adviseur verstrekt heeft, niet moeten vrijgeven. ◎◎ ◎ ◎ ◎
122
“Artikel 11. Beroepsgeheim 1. De bedrijfsadvocaat is onderworpen aan het beroepsgeheim voor de resultaten van zijn activiteit als juridisch adviseur; deze verplichting is niet beperkt in de tijd en is van toepassing jegens derden. 2. Hij ziet erop toe dat zijn medewerkers het beroepsgeheim naleven. 3. Het controleorgaan kan het beroepsgeheim opheffen.”
X. HET EUROPESE MEDEDINGINGSRECHT & HET LEGAL PROFESSIONAL PRIVILEGE (LPP) Bibliografie: Peter L’ECLUSE, « Akzo » en zijn nakomelingen: geen winnaars, enkel verliezers, in Marktpraktijken, Intellectuele eigendom, Mededinging, 2010, p. 1057. Jacques BUHART, La confidentialité des avis rendus par des juristes d’entreprise exerçant dans l’Union européenne, JTDE, 2005, p. 33 et p. 68 (erratum). Muriel DENRUYTER, Le droit européen de la concurrence à l’épreuve du secret professionnel des juristes, RDAI, 2004, p. 751. Alphonse KOHL, Les notes internes du juriste d’entreprise peuvent-elles bénéficier de la confidentialité accordée aux membres du barreau ?, Cahier de Droit Européen, 1989, p. 179. Nicole MARÉCHAL, Legal privilege for in-house counsel, Cahier du Juriste 5/1996, p.75 Philippe MARCHANDISE, The confidentiality of the company lawyer, a privilege ? a duty !, in Tendensen in het Bedrijfsrecht, Vol. n° 5, Bruylant/Kluwer, p. 173. Dirk VANDERMEERSCH en Damien GERARD, Arrêt Akzo, JTDE, 2007, p. 267. Stijn SABBE et Joachim MARCHANDISE, Akzo « op zijn Belgisch » : de renaissance van het surrealisme ?, RCB, 2009-1, p. 54. Philippe MARCHANDISE, «Het AKZO-Arrest: wat moeten we echt onthouden?» ,Cahier van de Jurist 1/2011, p. 31. Deel 1: Het Legal Professional Privilege (LPP) When legal advice of any kind is sought from a professional advisor in his capacity as such, the communications relating to that purpose made in confidence by the client are in the client’s discretion permanently protected from disclosure by the client or by the legal advisor, except the protection may be waived. (John Henry WIGMORE, A Treatise on the Anglo-American System of Evidence in trials at Common Law, third edition, Little, Brown and Company, London, 1940, § 2292). Het Legal Professional Privilege (LPP), dat de Schotten vertalen als confidentiality of communications, werd erkend als een fundamenteel recht van de mens door de talrijke nationale beslissingen binnen de Europese Unie en het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg. Er is nog geen rechtspraak in Straatsburg over bedrijven en het mededingingsrecht. Het enige geval dat aanhangig gemaakt werd bij dit Hof (SENATOR LINES GmbH, verzoek nr. 56672/00) heeft nergens toe geleid omdat tijdens de procedure de boete van 13 750 000 EUR die door de Europese Commissie werd opgelegd aan het bedrijf op 16 september 1998 geannuleerd werd door een uitspraak van de Rechtbank van Eerste Aanleg
van de Europese Gemeenschappen op 30 september 2003. Het verzoek werd dus onontvankelijk verklaard (beslissing van 10 maart 2004). In het Verenigd Koninkrijk beschermt het Legal Professional Privilege (LPP) sinds 550 jaar bepaalde delen van de correspondentie tussen de solicitor en zijn cliënt jegens gerechtelijke instanties. Hij wordt niet strafrechtelijk bestraft. We gaan kort in op de gemeenschapsrechtspraak inzake deze materie. Deel 2: Het arrest AM&S van 18 mei 1982 We verlaten dus het nationaal niveau (dat we behandeld hebben in de acht eerste hoofdstukken) en bespreken nu het Europees of gemeenschapsniveau (dus gemeenschappelijk voor de 27 Lidstaten) en meer bepaald het communautaire mededingingsrecht. In de zaak AM&S ging het om juridisch advies dat door een solicitor, met andere woorden een bedrijfsjurist, gegeven werd in het kader van een arbeidsovereenkomst aan zijn werkgever in het Verenigd Koninkrijk.
De vraag was of dit juridisch advies in beslag genomen kon worden door de Europese Commissie in het kader van haar onderzoeksbevoegdheden binnen bedrijven? Het Hof van Justitie heeft hierop positief geantwoord en ontneemt het voordeel van het LLP aan deze Britse solicitor omdat hij in het kader van een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld is. Voor het Hof van Justitie kunnen enkel zelfstandige juridische adviseurs (in het Frans “avocats”, in het Engels “lawyers in private practice”) die lid zijn van één van de balies van de Lidstaten van het LPP genieten als hun juridische adviezen bovendien gegeven worden in “het kader van en omwille van de rechten op verdediging van de cliënt”. Deze verrassende beslissing die uitgesproken werd tegen het advies van advocaat-generaal Sir Gordon Slynn, ligt aan de basis van de oprichting van het ECLA in 1983 dat de Europese bedrijfsjuristen vertegenwoordigt. Ook de Amerikaanse advocaten waren niet blij met deze ontwikkeling. Krachtens een beschikking die uitgesproken werd in het kader van de zaak Hilti123 werd de vertrouwelijkheid uitgebreid tot de interne nota’s van het bedrijf voor zoverre zij
enkel de tekst of inhoud van de correspondentie met de externe juridische adviseurs weergeven. De arresten ‘Hoechst’ van 1989124 hebben de rechten van de Commissie inzake informatieaanvragen en controleprocedures duidelijk afgebakend.125.