BESTEMMINGSPLAN ZWARTSLUIS - DE EILANDEN
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden
Code 1014602 / 03-05-11
GEMEENTE ZWARTEWATERLAND 1014602 / 03-05-11 BESTEMMINGSPLAN ZWARTSLUIS - DE EILANDEN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
1. 1. 1. 1.
1. 2. 3. 4.
1 1 2 3
2.
BELEID 4
2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4.
3.
PLANBESCHRIJVING
3. 3. 3. 3. 3.
1. 2. 3. 4. 5.
4.
EFFECTEN OP OMGEVING
13
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Archeologie Ecologie Bedrijven en milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid Water
13 13 17 17 18 19 20 22
5.
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING
25
5. 1. 5. 2. 5. 3. 6.
Aanleiding Plangebied Planologische regeling Leeswijzer
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusies beleidskader
Aanleiding Geschiedenis eilandjes Inrichting van het plangebied Ruimtelijke en functionele inpasbaarheid Conclusie
Algemeen Juridisch systeem Toelichting op de bestemmingen
UITVOERBAARHEID
6. 1. 6. 2.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid
4 5 6 8 9 9 10 10 11 12
25 25 26 28 28 28
1014602
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding De gemeente Zwartewaterland is bezig met de actualisatie van haar bestemmingsplannen. Voor het centrum is thans een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Naast de actualisering vindt er ook een aantal ontwikkelingen binnen dit plangebied plaats. Eén van die ontwikkelingen betreft de realisatie van een bezoekerscentrum in het centrum en een Botterhus aan de Mastenmakersstraat, ten zuidwesten van het centrum van Zwartsluis. De realisatie van het Botterhus vormt mede de aanleiding om de erachter gelegen eilanden bij de ontwikkeling te betrekken en te ontwikkelen tot recreatiegebied. Om deze ontwikkelingen op korte termijn juridischplanologisch mogelijk te maken wordt voor een aantal panden aan de Mastenmakersstraat en de daarachter gelegen eilanden een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Mettertijd wordt dit gebied in de integrale herziening voor het centrumplan meegenomen. 1. 2. Plangebied Het plangebied wordt begrensd door het Meppelerdiep aan de oost-, noorden westzijde en door de Mastenmakersstraat aan de zuidzijde. De panden 15, 17 en 19 maken deel uit van het plangebied. Ook een deel van het water en de daarin liggende dwars- en langssteigers zijn in het plangebied meegenomen. Het plangebied bestaat uit drie ‘eilanden’ die in het Meppelerdiep zijn gelegen. In figuur 1 is de ligging van het plangebied weergegeven.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 2
1014602
Figuur 1. Ligging plangebied De Eilanden te Zwartsluis (bron: GoogleMaps)
1. 3. Planologische regeling Het plangebied maakt op dit moment onderdeel uit van het bestemmingsplan “Nieuwesluis” (vastgesteld op 12 juni 2003). In dit bestemmingsplan heeft het grootste deel van de eilanden de bestemming “Groen”; de panden langs de Mastenmakersstraat hebben de bestemmingen “Wonen II” (19) en “Maatschappelijke doeleinden” (15 en 17). De kosterswoning (15) heeft nog een aanduiding ‘wonen’. Omdat de eilanden opnieuw worden ingericht en de panden langs de Mastenmakersstraat een functiewijziging ondergaan, wordt voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 3
1. 4. Leeswijzer De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 behandelt het relevante beleid; In hoofdstuk 3 wordt de ontwikkeling in het plangebied besproken; In hoofdstuk 4 worden de omgevingsaspecten behandeld; Hoofdstuk 5 bevat een omschrijving van de juridische aspecten; Hoofdstuk 6 behandelt de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 4
2.
1014602
BELEID
2. 1. Rijksbeleid Nota Ruimte De Nota Ruimte (vastgesteld op 17 januari 2006) bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak in Nederland. Meer specifiek richt de nota zich op vier algemene doelen: • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; • borging van de veiligheid (tegen water en risicovolle activiteiten). In de Nota Ruimte staan de begrippen basiskwaliteit en Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur centraal. Ter waarborging van de algemene basiskwaliteit geeft de Nota Ruimte generieke regels die als ondergrens gelden voor alle ruimtelijke plannen. Daarnaast geeft de nota extra regels voor de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (c.q. de gebieden die van nationaal belang zijn). Hier streeft het rijk naar méér dan de algemene basiskwaliteit. In de Nota Ruimte zijn geen uitgangspunten genoemd die van belang zijn voor de specifieke ontwikkelingen in het plangebied. Nationaal landschap In de Nota Ruimte is een aantal gebieden aangewezen als Nationaal Landschap. De natuurlijke waarden in deze gebieden moeten waar mogelijk worden bewaard en beheerd. Zwartsluis ligt tussen het Nationaal Park Weerribben-Wieden (status per 2009) in het noorden en Nationaal Landschap IJsseldelta in het zuiden. Het gebied van de Weerribben-Wieden is één van de belangrijkste moerasgebieden van Europa. Voor het plangebied is alleen de ligging in het Nationaal Landschap van belang. De landschappelijke kernkwaliteiten van de IJsseldelta zijn volgens de Nota Ruimte: • de grote mate van openheid; • de oudste rationele, geometrische verkaveling; • reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen Het landschap van de IJsseldelta vertelt het verhaal van de eeuwenoude strijd met het water. Het beleid is gericht op behouden en versterken. Dit betekent in de eerste plaats dat de aanwezige waarden worden gekoesterd en beheerd. Daarnaast zal de beleving van de delta op specifieke plaatsen worden versterkt, onder andere door het uitgraven van kreken en hanken.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 5
De ligging in het Nationaal Landschap heeft geen directe invloed op de ontwikkeling in het centrumgebied van Zwartsluis, maar biedt veeleer mogelijkheden voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme in Zwartsluis. Om de ontwikkelingen langs het Zwarte Water in goede banen te leiden is in opdracht van de gemeente een stedenbouwkundige visie 1) opgesteld. Hiermee wordt de inpassing in het Nationaal Landschap voldoende begeleid. Ten behoeve van de herinrichting van de openbare ruimte op de eilanden heeft afstemming plaatsgevonden met de doelstellingen van het Nationaal Landschap. In onderstaande figuur is de begrenzing van het Nationaal Landschap weergegeven.
Figuur 2.
Zwartsluis ligt ingeklemd tussen Nationaal Park Weerribben-Wieden in het noorden en Nationaal Landschap IJsseldelta in het zuiden (bron: Omgevingsvisie Overijssel)
2. 2. Provinciaal beleid Omgevingsvisie Overijssel In de Omgevingsvisie Overijssel (2009) wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel geschetst. De visie is daarbij gericht op 2030. In de omgevingsvisie wordt de ligging van Zwartsluis te midden van het rivierlandschap van de IJsseldelta en het open laagveenlandschap genoemd als karakteristiek. 1)
Strategische ontwikkelingsvisie voor het stroomgebied van het Zwarte Water “Een dag op het Zwarte Water” (2006); KuiperCompagnons Rotterdam
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 6
1014602
De versterking van de kleinschalige centrumfunctie van Zwartsluis wordt genoemd als ‘potentieel brandpunt van een recreatief complex met nog ongekende mogelijkheden’. De herontwikkeling van de eilanden mag passend worden geacht in het provinciaal beleid. Omgevingsverordening Gekoppeld aan de Omgevingsvisie heeft de provincie een Omgevingsverordening (2009) opgesteld. In de Omgevingsverordening worden regels gesteld ten aanzien van het provinciaal belang. De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door, naast bescherming, vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang het uitgangspunt. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, de stedelijke laag en de lust- en leisurelaag. Het plangebied ligt in stedelijk gebied. Dit betekent dat de 'natuurlijke laag' en 'de laag van het agrarisch cultuurlandschap' buiten beschouwing kunnen blijven. De locatie is op de gebiedskenmerkenkaart als ‘stedelijke laag’ aangeduid met het gebiedstype “bebouwing woonwijken 1955-nu”. Overigens ligt het voorliggende plangebied zelf buiten de woongebieden, maar hoort het tot de uitlopers van het centrumgebied. Op de gebiedskenmerkenkaart van de Omgevingsverordening (‘de lust- en leisurelaag’) wordt aangegeven dat ten westen van de eilanden een recreatieve route loopt. Ook bevindt zich verblijfsrecreatie langs de Nieuwesluis (Bungalowpark de Weijsberg). De realisatie van het Botterhus en de herstructurering van de eilanden levert een bijdrage aan recreatie en toerisme in Zwartsluis en draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Zwartsluis. 2. 3. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Zwartewaterland In de structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020 wordt het ruimtelijke beleid van de gemeente geformuleerd voor de periode tot 2020. Hierbij wordt ingegaan op het geleiden van ruimtelijke ontwikkelingen en het sturen en begeleiden van ruimtelijke veranderingen. De ontwikkeling van oeverlocaties aan het Zwarte Water (waaronder dus Zwartsluis) en de aanpak van de historische kern Zwartsluis zijn pijlers van de visie. In de structuurvisie wordt ook specifiek op de eilanden ingegaan: “Rond de eilanden zal ruimte zijn voor kleinere vaartuigen van passanten en ligplaatsen voor kort verblijf (op de eilanden kunnen voorzieningen voor de jachthaven gemaakt worden).” Het beleid uit de structuurvisie is in dit bestemmingsplan verder uitgewerkt.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 7
Welstandsnota Gemeente Zwartewaterland, 2010 Het welstandsbeleid van de gemeente Zwartewaterland is vastgelegd in de Welstandsnota gemeente Zwartewaterland ”‘Opnieuw bekeken” uit 2010. De Eilanden maken onderdeel uit van het welstandsgebied “Oude kern Zwartsluis”. Het beleid is hier gericht op behoud en herstel van de aanwezige en verloren gegane architectonische en ruimtelijke kwaliteit. Ook is het beleid erop gericht om storende elementen in het straatbeeld zoveel mogelijk tegen te gaan. In de welstandsnota wordt nader ingegaan op aanvullende criteria. In het licht van de welstandsnota zullen ook de nieuwe bouwplannen in het plangebied beoordeeld worden. Strategische ontwikkelingsvisie voor het stroomgebied van het Zwarte Water De strategische ontwikkelingsvisie “Een dag op het Zwarte Water” is opgesteld om ruimte te creëren voor ontwikkelingen langs het Zwarte Water. Deze ontwikkelingen dienen ervoor te zorgen dat het stroomgebied binnen de gemeente Zwartewaterland één samenhangend geheel wordt. De meeste ontwikkelingslocaties liggen in Zwartsluis. De ontwikkeling van de eilanden wordt niet specifiek beschreven in de visie. Ontwikkelingsperspectief Zwartsluis Het ontwikkelingsperspectief voor Zwartsluis, verwoord in het document “Visie op de toekomst van Zwartsluis”, is de bijgestelde versie van de gemeentelijke visie op de toekomst van Zwartsluis. In dit document worden randvoorwaarden gesteld aan ontwikkelingen in het centrumgebied van Zwartsluis. Nieuwe ontwikkelingen moeten een bijdrage leveren aan de leefbaarheid (voorzieningenniveau, gemeenschapszin, draagkracht), de ruimtelijke kwaliteit (vormgeving, functie, visie) en de economische veerkracht (toerisme, centrum) van Zwartsluis. Ontwikkelingen in het centrum van Zwartsluis worden aan deze visie getoetst. Als gevolg van de ontwikkeling in het plangebied verandert de functie en de openbare ruimte. Deze ontwikkeling past binnen de in de visie verwoorde randvoorwaarden. Bestemmingsplan Nieuwesluis Het plangebied maakt op dit moment onderdeel uit van het bestemmingsplan “Nieuwesluis” (vastgesteld op 12 juni 2003. In dit bestemmingsplan heeft het grootste deel van de eilanden de bestemming “Groen”; de panden Mastenmakersstraat 15, 17 en 19 hebben respectievelijk de bestemmingen “Maatschappelijke doeleinden” en “Wonen II”. In onderstaande figuur 3 is een fragment uit het bestemmingsplan opgenomen. Omdat de eilanden volledig opnieuw worden ingericht en de panden een functiewijziging ondergaan wordt voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan opgesteld.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 8
Figuur 3.
1014602
Fragment bestemmingsplan “Nieuwesluis”
2. 4. Conclusies beleidskader De herontwikkeling van de eilanden maakt onderdeel uit van een groter geheel: het meer op de kaart zetten van Zwartsluis als toeristisch interessante plaats. Hierbij gaat de aandacht uit naar het vergroten van de leefbaarheid en het versterken van de centrumfunctie in Zwartsluis. In zowel het provinciale als het gemeentelijke beleid wordt de herstructurering uitgewerkt. De ontwikkeling is dan ook niet in strijd met het bovengenoemde beleid.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
3.
blz 9
PLANBESCHRIJVING
3. 1. Aanleiding De incidentele verpaupering van het centrum en het toenemende aantal leegstaande panden zijn enkele jaren geleden aanleiding geweest om na te denken over de ontwikkeling van (het centrum van) Zwartsluis. De ontwikkeling van recreatie en toerisme lijkt daarbij belangrijke economische kansen te bieden aan Zwartsluis. Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente Zwartewaterland in samenspraak met bewoners onder andere het initiatief genomen tot het realiseren van het project bezoekerscentrum. Als onderdeel daarvan wordt op eiland 1 aan de Mastenmakersstraat een Botterhus gerealiseerd. Het doel van het initiatief is Zwartsluis maatschappelijk en toeristisch te ontwikkelen waardoor de leefbaarheid zal worden behouden en versterkt en de ruimtelijke kwaliteit wordt gehandhaafd en vergroot. Deze ontwikkeling zal een positief effect hebben op de locale economie. De gemeente heeft een aantal panden aan de Mastenmakersstraat (nr. 15 en 17; voormalige christelijke gereformeerde kerk en de daarbij behorende kosterswoning) en nr. 19 (voormalige woning van de familie Van Dijk) (zie figuur 4) verkocht onder voorbehoud dat zij een passende gemengde bestemming krijgen. Hiermee wil de gemeente voorkomen dat er conflicterende belangen ontstaan als de eilanden worden ingericht tot openbaar recreatief gebied en wordt de recreatieve bestemming van de eilanden geborgd.
Figuur 4.
Ligging van de eilanden 1, 2 en 3
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 10
1014602
3. 2. Geschiedenis eilandjes Ten zuiden van de tegenwoordige Kolksluis lag tot 1649 de “Nye Sluys”. De oever van het Meppelerdiep werd gebruikt bij de opslag en handel in turf. Bij een stormramp in 1649 spoelde de sluis weg en werd de Staphorsterschutsluis aangelegd. Daartoe werd een nieuwe monding voor het Meppelerdiep gegraven waarbij de eilandjes ontstonden. Na de bouw van de Kolksluis in 1879 verminderde het belang van turfopslag. Scheepsbouw en reparatie namen de plaats in van turf, al werd er tot in begin 20e eeuw wel turf opgeslagen. Langzamerhand veroverde de natuur de werkzaamheden en na de Tweede Wereldoorlog raakten de eilandjes dicht begroeid. Eind jaren ‘60 werden de eilandjes, op enkele bomen na, volledig kaalgekapt. Begin jaren '70 werden er nieuwe bomen aangeplant, maar het reguliere onderhoud van de houtopstanden bleef achterwege. De beplanting verrommelde verder waardoor de eilanden er verwaarloosd uitzien. 3. 3. Inrichting van het plangebied De kerk en de kosterswoning zullen een nieuwe bestemming krijgen. Hierbij kan worden gedacht aan een theetuin en wijnproeverij, maar ook een kantoorfunctie, of een invulling als bed and breakfast of vakantieverblijf behoort tot de mogelijkheden. Over de precieze invulling is nog geen duidelijkheid. Voorwaarde voor de nieuwe bestemming is dat deze geen parkeerdruk oplevert, dat de functie rendabel is, dat de openbare toegang tot de eilanden wordt gewaarborgd en dat er geen (overmatige) hinder voor buren/omwonenden ontstaat. Rechts naast de kerk bevindt zich de toegang tot het Botterhus en de eilanden. Het Botterhus zal worden gebouwd naast de voormalige tuin van het pand op Mastenmakersstraat 19. Onderstaande foto geeft een impressie van de huidige situatie.
Figuur 5.
Huidige situatie Mastenmakersstraat 15, 17 en 19 (bron: Buro Vijn)
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 11
Het Botterhus maakt onderdeel uit van het bezoekerscentrum, dat noordelijk van het Meppelerdiep (buiten dit plangebied) is voorzien in de voormalige SNS-bank aan de Handelskade. In de nieuwe situatie moeten de eilanden tot nieuwsgierigheid aanzetten en er uitnodigend uitzien. Om er een nieuwe, recreatieve invulling aan te geven moet de aanblik van jachthaven, of aanlegplaats niet dominant zijn. Daartoe is een ontwerp gemaakt voor de inrichting van het gebied. Het Botterhus krijgt een plek op het eerste eiland. Hier worden het veenverleden en de sfeer van de tijd dat er in Zwartsluis nog turfoverslag was, weer beleefbaar gemaakt. Het Botterhus krijgt de uitstraling van een werfje (Botterschuur) met een authentieke boothelling. Ook vindt een aantal historische schepen hier een aanlegplaats. Daarnaast worden er sanitaire voorzieningen voor de omliggende passantenhaven gerealiseerd. Het eiland is toegankelijk vanaf de Mastenmakersstraat tussen de nummers 17 en 19. Het Botterhus krijgt in de huidige plannen een daklengte van 14 m, een breedte van 8 m. Het gebouw zal bestaan uit een overdekt terras en een overdekt gedeelte waar opslag plaats kan vinden en de sanitaire voorzieningen hun plek krijgen. Daarnaast bevindt zich in het pand een expositie-/ voorlichtingsruimte, een werkplaats en een berging (zolder). Aan de oostzijde van het eiland zal een schutting worden gerealiseerd, om zo voldoende privacy te creëren voor de woningen aan de Mastenmakersstraat. Daarnaast kan de schutting voor tentoonstellingsdoeleinden worden gebruikt. Deze schutting zal ter hoogte van de woningen een hoogte hebben van 3,5 meter, en verderop op het eiland 2 meter. De eilanden 1, 2 en 3 worden ingericht als toeristisch, recreatief gebied met wandelpaden, expositie, straatmeubilair, etc. Daarnaast wordt de beschoeiing opgeknapt, de steigers geoptimaliseerd en wordt een brug geplaatst tussen het 2e en 3e eiland. 3.3.1. Parkeren en ontsluiting Voor het parkeren zijn de bezoekers van de jachthaven en de eilandjes aangewezen op de parkeerplaatsen bij de naburige jachthaven (Mastenmakersstraat 21). Hier is voldoende parkeergelegenheid aanwezig om aan de parkeernorm te voldoen. Voor de nieuwe functies die in de panden aan de Mastenmakersstraat zijn voorzien, is er in principe voldoende parkeergelegenheid in de Mastenmakersstraat. De ruimte tussen de gebouwen, waar zich tevens de toegangsweg tot het erachter gelegen eiland bevindt, zal ook ruimte bieden voor kortparkeren. 3. 4. Ruimtelijke en functionele inpasbaarheid De ontwikkeling van de eilanden is noodzakelijk voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in Zwartsluis.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 12
1014602
De toegangswegen over weg en water moeten visueel aantrekkelijk zijn en uitnodigen tot een bezoek van de plaats. Met name voor de waterrecreatie heeft de ontwikkeling van het plangebied toegevoegde waarde, omdat er op de eilanden specifiek voor deze groep een aantal voorzieningen wordt aangelegd. Op en nabij eiland 1 bevinden zich een jachthaven, een kleinschalig bungalowpark en een recreatiecentrum. De verdere recreatieve ontwikkeling van het eiland past bij deze aanwezige functies. Daarnaast draagt de ontwikkeling bij aan het versterken van de positie van het eerste eiland als entree voor de andere twee. In de huidige situatie zijn de eilanden 2 en 3 groen, maar verwaarloosd. In de nieuwe situatie wordt de natuurlijke uitstraling behouden, maar wordt door de aanleg van paden en straatmeubilair de gebruiksmogelijkheid vergroot. Om de beleefbaarheid vanaf de Handelskade te vergroten, is het wenselijk dat die situatie wordt aangepakt. Zo worden het centrum en de eilanden qua beleving meer tot één geheel gemaakt, hetgeen ten goede komt aan de uitstraling van Zwartsluis als toeristisch-recreatieve trekpleister. De vele bootgasten die Zwartsluis vanaf het Zwarte Water en het Meppelerdiep aandoen, worden door de opwaardering van het centrum en de eilanden uitgenodigd om hun bezoek aan het stadje te verlengen. De ontwikkeling van de voormalige kerk en kosterwoning betreft een functieverandering. Het pand bevindt zich aan de Mastenmakersstraat, parallel aan de provinciale weg (N331). Omdat de provinciale weg een toegangsweg is tot het centrum met een menging van functies, is dit een geschikte locatie voor een toeristisch-recreatieve functie. Het is tevens een stimulans voor de ontwikkeling van watersportvoorzieningen op de erachter gelegen eilanden. In ruimtelijke zin wordt de bebouwingsstructuur van de Mastenmakerstraat niet gewijzigd door de bestemmingswijziging. 3. 5. Conclusie Vanuit zowel ruimtelijk als functioneel oogpunt betekent de realisatie van het Botterhus een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Ook de opwaardering van het groen op de eilanden in het Meppelerdiep is van toegevoegde waarde voor de ontwikkeling van Zwartsluis. Uitgangspunt voor dit bestemmingsplan is dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. De ruimtelijke ontwikkeling die door dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, draagt dan ook bij aan de recreatieve en economische waarde van Zwartsluis.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
4.
blz 13
EFFECTEN OP OMGEVING
Uit de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving vloeit een aantal randvoorwaarden voor de ruimtelijke ordening voort. In de volgende paragrafen worden deze omgevingsaspecten besproken 4. 1. Archeologie Normstelling en beleid Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt onderdeel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van Wamz is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De Wamz verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarde, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een aanlegvergunningenstelsel. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Voor de gehele gemeente is een Archeologische Waardenkaart vastgesteld. Hierin is per gebied een waardering toegekend ten aanzien van de archeologische waarden. De Eilanden zijn gelegen in het gebied “Zwartsluis De Schans, Mastenmakersstraat I” (nummer 223) en “Zwartsluis De Schans, Mastenmakersstraat II” (nummer 224). Hieraan is een waardering van 90% respectievelijk 50 % toegekend. Gebieden met een waardering van 90% gelden als archeologisch zeer waardevol. Een opgraving is hier noodzakelijk en de vondstkans is nagenoeg 100%. Gebieden met een waardering van 50% gelden als archeologisch waardevol: een opgraving is noodzakelijk en de vondstkans is 1:2. Gelet op de archeologische waardering, zoals omschreven in de Archeologische Waardenkaart moet nader archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. De uitslag van dat onderzoek zal in het ontwerp bestemmingsplan worden verwerkt. 4. 2. Ecologie Normstelling en beleid Gebiedsbescherming Ten aanzien van de gebiedsbescherming is met name de op 1 oktober 2005 in werking getreden Natuurbeschermingswet van belang. In deze wet is de bescherming van natuurgebieden, die zijn aangewezen onder de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen, geregeld (de zogenaamde Natura 2000-gebieden).
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 14
1014602
Daarnaast kunnen op grond van de Natuurbeschermingswet- gebieden van nationaal belang worden aangewezen: Beschermde Natuurmonumenten (Natura2000-gebieden). Ten aanzien van activiteiten in de omgeving van deze gebieden, dient te worden beoordeeld of deze activiteiten ‘‘significant negatieve effecten’’ kunnen veroorzaken. Indien een kans op effecten niet kan worden uitgesloten, moet een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet worden aangevraagd. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. In de omgeving van Zwartsluis liggen een viertal grote Natura 2000gebieden, de Wieden (9.260 ha), Oldematen & Veerslootlanden (993 ha), Zwarte Meer (2.169 ha) en Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (1.504 ha). In onderstaande figuren wordt de ligging van deze gebieden weergegeven.
Figuur 6.
Natura 2000-gebied Wieden
Figuur 8.
Natura 2000-gebied Zwarte Meer
Figuur 7.
Figuur 9.
Natura 2000-gebied Oldematen & Veerslootlanden
Natura 2000-gebied Zwarte Water en Vecht
(Bron: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 15
EHS Naast gebieden die zijn aangewezen op grond van de Natuurbeschermingswet dient rekening te worden gehouden met het rijks- en provinciale beleid ten aanzien van gebieden die zijn gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS heeft als doel natuurgebieden te vergroten en te verbinden. Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ‘’nee, tenzijprincipe’’, hetgeen betekent dat ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan de natuurlijke kenmerken van het gebied. Als vernietiging of verstoring van de EHS plaats vindt, dient te allen tijde compensatie plaats te vinden. De IJsseldelta is het meest dichtbij het plangebied gelegen deel van de EHS.
Figuur 10. EHS gebieden rondom Zwartsluis
Soortenbescherming De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen of beschadigen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. Artikel 75 van de wet voorziet in aantal gevallen in een mogelijkheid tot ontheffing. Deze gevallen zijn verder uitgewerkt in het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantsoorten. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie verschillende categorieën: • Tabel 1 betreft de zogenaamde algemene soorten waarbij ten aanzien van de meeste activiteiten een vrijstelling geldt; • In tabel 2 worden de overige soorten opgesomd waarvoor vrijstelling kan worden gegeven mits activiteiten worden uitgevoerd volgens een door het ministerie goedgekeurde gedragscode. In deze tabel vallen tevens alle vogelsoorten; • Tabel 3 is van toepassing op de zwaar beschermde soorten. Het betreft soorten die zijn aangewezen op basis van bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn en overige zwaar beschermde soorten. Voor deze moet ontheffing worden aangevraagd. Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 16
1014602
Een aanvraag dient te voldoen aan de zogenaamde ‘uitgebreide toets’. Daarbij wordt gekeken of er sprake is van een bij de wet genoemd belang, of er alternatieven zijn en of het project geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding. In de Flora- en faunawet heeft de overheid van nature in Nederland voorkomende planten- en diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. De bescherming houdt in dat het verboden is beschermde, inheemse planten te beschadigen en om beschermde, inheemse dieren te doden, verontrusten, dan wel hun nesten, holen of andere voortplantingsof vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen of te verstoren. Daarnaast geldt voor alle in het wild levende dieren en planten en hun directe omgeving ‘de zorgplicht’. Dit houdt in dat iedereen dient te voorkomen dat zijn handelen nadelige gevolgen voor flora en fauna heeft. De zorgplicht geldt altijd, zowel voor beschermde als onbeschermde soorten Voor vogels geldt een algemene bescherming, waarbij het verboden is vogels en hun nesten in het broedseizoen te verstoren. Dat betekent dat het in die periode niet is toegestaan om werkzaamheden in een gebied te starten die bedreigend zijn voor broedvogels. Voor de meeste vogels geldt een broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Toetsing In de huidige situatie zijn met de name eiland 2 en 3 qua onderhoud verwaarloosd, maar is niet uitgesloten dat zich bepaalde soorten hebben ontwikkeld. Nader ecologisch onderzoek moet uitwijzen of er en conflict optreedt met de Flora- en faunawet ten aanzien van de ontwikkeling. Deze voorgenomen ontwikkeling ligt buiten de Natura2000-gebieden of de EHS; gelet op afstand en relaties worden geen significant negatieve effecten verwacht. (in het plangebied bevinden zich geen activiteiten met een uitstralend effect op deze natuurgebieden). Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Gelet op het feit dat sprake is van bebouwd gebied, zou verwacht mogen worden dat geen sprake is van beschermde soorten binnen het plangebied. Echter, bij sloop moet rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld vleermuizen, uilen en dergelijke. Uit het verkennend ecologisch onderzoek blijkt dat in het plangebied mogelijk overig en streng beschermde soorten aanwezig zijn (gebouwbewonende vleermuizen en - broedvogels) afhankelijk van de werkzaamheden ondervinden deze soorten wel of geen schade van de geplande ontwikkelingen. Aanvullend vleermuizenonderzoek en onderzoek naar het voorkomen van de gierzwaluw, huiszwaluw en huismus moet plaatsvinden als de werkzaamheden aan het dak van de kerk en de kosterswoning plaatsvinden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 17
Ook als er in het nieuwe plan verlichting aan de bestaande gebouwen wordt toegevoegd is aanvullend onderzoek verplicht. Afhankelijk van de uitkomsten van het aanvullend onderzoek is een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet nodig. Op dit moment betreft de wijziging met name een functieverandering, en worden er geen werkzaamheden aan de gebouwen verricht. Nader ecologisch onderzoek is op dit moment dan ook niet aan de orde. 4. 3. Bedrijven en milieuzonering Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient bij een bestemmingsplan afstemming plaats te vinden tussen activiteiten die milieuhinder kunnen veroorzaken en hindergevoelige functies. Voor deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de lijst met richtafstanden uit de VNGbrochure ‘‘Bedrijven en Milieuzonering’’ (2009). Deze richtafstanden gelden ten aanzien van de hinderaspecten geluid-, stof- en geurhinder en gevaar en kunnen worden gezien als een de afstand waarbij onaanvaardbare hinder van een milieubelastende activiteit voor gevoelige functies kan worden uitgesloten. In gebieden waar een menging van functies voorkomt, wordt uitgegaan van een kleinere richtafstand. Toetsing In de nabijheid van het plangebied is op Mastenmakersstraat 23 een jachthaven gevestigd. Deze functie is geen belemmering voor de ontwikkeling in het plangebied. Van de andere kant moet voor het Botterhus rekening worden gehouden met een normafstand van 10 meter ten opzichte van gevoelige functies als het wonen. Aan deze norm wordt voldaan omdat het gebouw op het eiland, op circa 20 meter van de bestaande bebouwing, is geprojecteerd. 4. 4. Bodem Normstelling en beleid Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in geval van ruimtelijke ontwikkelingen aan te worden getoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging moet tenminste een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval. Bij bodemverontreinigingen groter dan 25 m3 en grondwaterverontreinigingen groter dan 100 m3 is er sprake van een urgent saneringsgeval. Bij verontreinigingen kleiner dan deze omvang kan het bevoegd gezag zelf een afweging maken. Daarbij dient zij uiteraard de gevoeligheid van het toekomst functiegebruik te betrekken.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 18
1014602
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Het is niet uit te sluiten dat de grond op de eilanden is vervuild. Daarom is in opdracht van de gemeente Zwartewaterland een verkennend bodemonderzoek 2) uitgevoerd. Op basis van dat onderzoek wordt geconcludeerd dat er nabij de eilanden mogelijke bodemverontreiniging is. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om opslag van dieselolie, welke in de nabijheid van de kadastrale begrenzing was gesitueerd. Daarnaast wordt opgemerkt dat de ligging nabij het Meppelerdiep en het Zwartewater, en de daaruit voortvloeiende aanwezigheid van bedrijfsterreinen aan de oostzijde van het Meppelerdiep, aanleiding is om de locatie als verdacht aan te merken voor de parameters zware metalen en PAK. Daarnaast is de onderzoekslocatie verdacht op het voorkomen van minerale olie in grond en grondwater vanwege de voormalige olieopslag op het aangrenzende perceel. De vervuiling ter plekke van de Botterschuur kan worden gesaneerd door een betonnen afdeklaag te gebruiken. Daarmee is er vanuit het omgevingsaspect bodem geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. 4. 5. Geluid Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is rond inrichtingen die ‘‘in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken’’, wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om te bepalen of de ontwikkeling voldoet aan de in de wet bepaalde voorkeursgrenswaarde. Doel van de Wgh is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. Vanuit deze wet gelden voorwaarden ten aanzien van wegverkeers-, spoorweg-, en industrielawaai. In het kader van de voorgenomen activiteit is alleen wegverkeerslawaai van belang. In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waarbinnen aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Dit geldt niet voor: a. wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; b. wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt voor de volgende 30 km per uur wegen wel aandacht besteedt aan geluidhinder: - asfaltwegen met een verkeersintensiteit > 2450 motorvoertuigen per etmaal; - klinkerwegen met een verkeersintensiteit > 1150 motorvoertuigen per etmaal. De hoogst toelaatbare geluidsbelasting Lden (voorkeursgrenswaarde) bedraagt 48 dB (art. 82). 2)
Verkennend bodemonderzoek Marktplein en De Eilanden te Zwartsluis (maart 2011); IDDS milieutechniek bv Noordwijk (ZH)
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 19
Voor nieuwbouwwoningen in stedelijk gebied kan een hogere waarde worden vastgesteld, tot 63 dB (art. 83 lid 2). Mocht blijken dat een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld, dan dient een dergelijk besluit om hogere waarden goed te worden gemotiveerd. Toetsing De panden aan de Mastenmakersstraat bevinden zich op een afstand van circa 25 meter van de provinciale weg. De huidige bestemming van de panden 15 en 19 is geluidgevoelig (wonen). Op dit moment is nog niet duidelijk wat de exacte invulling van de panden zal worden. De panden worden niet gesloopt. Omdat er in de huidige situatie sprake is van een geluidgevoelige bestemming, kan deze bestemming opnieuw worden toegekend, zonder dat er maatregelen moeten worden getroffen in het kader van de Wet geluidhinder. Als de panden een niet-geluidgevoelige invulling krijgen vloeien er geen (aanvullende) eisen voort uit de Wet geluidhinder. In dit geval is het handhaven van de woonbestemming niet wenselijk, vanwege de toegangsfunctie naar de achterliggende eilanden. De panden zullen een toeristisch-recreatieve bestemming krijgen. Nader geluidonderzoek is niet nodig. De geluidsoverlast die op inrichtingsniveau door het Botterhus wordt veroorzaakt, betreft met name het parkeren en kortdurend bezoek. In de huidige situatie wordt het eiland ook al gebruikt voor recreatieve doeleinden (aanlegplaats, jachthaven). De geluidhinder zal als gevolg van de functiewijziging en de realisatie van het Botterhus niet beduidend meer geluidhinder opleveren dan in de huidige situatie. Vanuit het omgevingsaspect geluid is er geen belemmering voor dit project. 4. 6. Luchtkwaliteit Normstelling en beleid In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn op grond van het Besluit niet in betekenende mate (NIBM) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Dit geldt onder andere voor woningbouwlocaties met niet meer dan 1.500 nieuwe woningen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient, los van het toetsingskader uit de Wet milieubeheer, te worden afgewogen of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat uit het oogpunt van de luchtkwaliteit. Toetsing De ontwikkeling in het plangebied leidt tot een zekere toename van het aantal verkeersbewegingen. Het plangebied ligt nabij het centrum van Zwartsluis en nabij de provinciale weg, waar veel verkeer passeert. De voornaamste bron van luchtverontreiniging is het wegverkeer in de directe omgeving van het plangebied.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 20
1014602
Gezien de aard van de ontwikkeling is het niet aannemelijk dat als gevolg van de ontwikkeling in het plangebied een verslechtering van de luchtkwaliteit zal ontstaan. Vanuit het omgevingsaspect luchtkwaliteit is er geen belemmering voor de uitvoering van dit project. 4. 7. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de risicobronnen (inrichtingen, buisleidingen, luchthavens en transport van gevaarlijke stoffen) die zorgen voor risico’s in het plangebied. Dit kunnen ook risicobronnen zijn die buiten het plangebied liggen, maar die mogelijk wel zorgen voor risico’s in het plangebied. De gemeente Zwartewaterland heeft haar eigen externe veiligheidsbeleid vastgelegd in de Externe Veiligheidsvisie Zwartewaterland op veilig (vastgesteld op 28 juni 2007). Dit is gebaseerd op het landelijk beleid dat hieronder verder wordt uitgewerkt. Risicovolle inrichtingen Normstelling en beleid Bij externe veiligheid rondom inrichtingen gaat het om het beheersen van de risico’s voor omwonenden van inrichtingen met gevaarlijke stoffen. Met inrichtingen worden hier locaties bedoeld waar opslag, gebruik en productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Belangrijke regelgeving hierbij zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) en het Vuurwerkbesluit. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om LPG-tankstations, opslagplaatsen (PGS), ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico (PR) 3) en regels voor het groepsrisico (GR) 4). Het verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen hiermee rekening te houden.
3)
4)
Plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is. Voor nieuwe kwetsba-6 re objecten geldt dat het plaatsgebonden risico niet groter mag zijn dan 10 / jaar (kans van 1 op 1 miljoen per jaar). Groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 21
In de Revi staan regels over de veiligheidsafstanden en berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Op grond van het Bevi zijn in de Revi voor een aantal bedrijfscategorieën (zoals LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties, opslagplaatsen) vaste veiligheidsafstanden opgenomen. Naast de risicovolle inrichtingen die onder het Bevi vallen, zijn er inrichtingen met risicovolle activiteiten opgenomen in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit). Het risico van deze inrichtingen is beperkt tot de grens van deze bedrijven. Deze inrichtingen hebben geen plaatsgebonden risico buiten de grens van de inrichting die hoger is dan 10-6 per jaar (kans van 1 op 1 miljoen per jaar). Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Uit de risicokaart blijkt dat er in de nabijheid van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen waarvoor een PR- of GR-contour moet worden berekend. Vervoer van gevaarlijke stoffen Normstelling en beleid Het externe veiligheidsbeleid voor vervoer van gevaarlijke stoffen staat in de Nota en Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Om te kunnen bepalen of het vervoer van gevaarlijke stoffen over een bepaalde route voldoet aan de externe veiligheidsnormen, moeten ook hier eerst het plaatsgebonden risico en het groepsrisico worden berekend. Het rijk heeft het ontwerp Basisnet Weg, Water en Spoor opgesteld. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen spelen belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid een grote rol. Er zijn steeds meer ontwikkelingen in Nederland zichtbaar die zorgen voor spanning tussen deze belangen. Met het doel een duurzaam evenwicht te creëren tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid is het Basisnet ontstaan. Uiteindelijk zal het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen bestaan uit 3 kaarten: vervoer over de weg, de binnenwateren en het spoor. Op de kaarten zal per gebied worden aangeven welke beperkingen er zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het maximale risico per route wordt vastgelegd in de Wet Vervoer gevaarlijke stoffen. De bouwbeperkingen worden vastgelegd in het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid. De verwachting is dat deze regelgeving eind 2012 in werking kan treden. In de circulaire Risiconormering zijn wel al de normen voor het plaatsgebonden risico van wegen en vaarwegen opgenomen. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Het Zwarte Water is in het Basisnet Water aangewezen als binnenvaartroute zonder frequent vervoer van gevaarlijke stoffen (groene route). Voor deze vaarwegen is geen PR10-6 contour aanwezig. In het concept-Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) is bepaald dat het groepsrisico niet hoeft te worden verantwoord als er onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde wordt gebleven. Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 22
1014602
Dit betekent in de praktijk dat gemeenten langs groene vaarwegen het groepsrisico niet hoeven te verantwoorden. Buisleidingen Normstelling en beleid Het Besluit houdende milieukwaliteitseisen externe veiligheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen (Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)) treedt naar verwachting 1 januari 2011 in werking. Het Bevb vervangt de circulaires Zonering langs hogedrukaardgasleidingen (1984) en Zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie (1991). In het Bevb is geen sprake meer van veiligheids-/bebouwings- en toetsingsafstanden zoals deze werden voorgeschreven in de circulaires. Het Bevb gaat uit van grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico (PR) en een verantwoordingsplicht van het groepsrisico (GR). De regeling voor buisleidingen is hiermee vergelijkbaar met de regeling voor inrichtingen zoals vastgelegd in het Bevi. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen leidingen die vanuit externe veiligheid een risico vormen. Vanuit het omgevingsaspect externe veiligheid is er geen belemmering voor de ontwikkeling in het plangebied. 4. 8. Water Normstelling en beleid Het waterbeleid op rijksniveau is verankerd in 4e Nota Waterhuishouding, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het rapport Waterbeleid 21e Eeuw. Ook de Europese Kaderrichtlijn Water heeft gevolgen voor het waterbeheer in Nederland. Algemene uitgangspunten van het waterbeleid zijn: • bij waterbeheer wordt de voorkeursvolgorde vasthouden, bergen en afvoeren gehanteerd; • hemelwater wordt zoveel mogelijk afgekoppeld van het rioleringssysteem en geïnfiltreerd in de bodem; • de toename van verhard oppervlak dient te worden vermeden en, indien dit niet mogelijk is, te worden gecompenseerd door het realiseren van extra waterberging; • waterlopen worden waar mogelijk teruggebracht in een natuurlijke staat. Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is dat sinds 2003 de ‘watertoets’ wettelijk verplicht is gesteld. De watertoets kan vooral worden gezien als een procesinstrument die moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 23
In het desbetreffende plangebied is Rijkswaterstaat de aangewezen overlegpartner. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Het verbreed gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP), zoals in 2009 is vastgesteld beschrijft het beleid op het gebied van de riolering, grondwater en hemelwater voor de gemeente Zwartewaterland. Een belangrijk element uit het vGRP is het hemelwater en afvalwater op een verantwoorde wijze te scheiden. De gemeente Zwartewaterland stimuleert het duurzaam omgaan met hemelwater. Bij nieuwbouw zal ernaar worden gestreefd om hemelwater niet te laten afwateren op de riolering. Indien dit, bijvoorbeeld vanwege hoge grondwaterstanden of slecht doorlatende grond, niet mogelijk is, dient voor een (verbeterd) gescheiden stelsel te worden geopteerd. Naast duurzaamheid wordt in het vGRP ingestoken op thema's als bewustwording en communicatie. Waterplan Zwartewaterland De gemeente Zwartewaterland, Waterschap Groot Salland en Waterschap Reest en Wieden, hebben een Waterplan voor de gemeente Zwartewaterland opgesteld. Door het opstellen van een Waterplan leggen de betrokken partijen hun gezamenlijk beleid ten aanzien van het water vast en wordt de uitvoering van het beleid gecoördineerd. Hiermee wordt invulling gegeven aan het beleid van de Vierde Nota Waterhuishouding, de Nota Ruimte en de afspraken die tussen gemeenten en waterschappen zijn gemaakt in het Nationaal en Regionaal Bestuursakkoord Water. Gelet op de ligging van de gemeente te midden van veel water is een goede waterhuishouding van dit gebied van essentieel belang. Dit vergt een goede afstemming. In het waterplan zijn met de waterpartners in dit gebied afspraken gemaakt ten aanzien van het beleid en de uitvoering van maatregelen. Het beleid en maatregelen zijn geformuleerd rondom de peilers waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterveiligheid. In het Waterplan wordt ook benadrukt dat de toetsing (aan de veiligheidseisen) van de waterkeringen continue aandacht moet hebben om de veiligheid te waarborgen. Europese ‘Richtlijn overstromingsrisico’s De in november 2007 van kracht geworden Europese ‘Richtlijn overstromingsrisico’s’ verplicht de lidstaten tot het inrichten van een planstelsel voor het beheersen van overstromingsrisico’s dat: • internationaal is afgestemd (solidariteit, niet afwentelen); • de veiligheidsketen volgt; • afstemt met het planstelsel voor de KRW en • gebruik maakt van drie instrumenten: een voorlopige risicobeoordeling, kaarten en risicobeheersplannen. De richtlijn biedt het kader voor een betere bescherming tegen overstromingen, anticiperend op klimaatverandering. Bovendien biedt de richtlijn de burgers, bedrijven en overheden duidelijkheid over mogelijke overstromingsrisico’s (welke gebieden en hoe groot) en wat daaraan wordt gedaan (en door wie) om die te verminderen (doelstellingen en maatregelen). In 2009 is deze richtlijn in nationale wetgeving (Waterwet) overgenomen.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 24
1014602
In de risicobeheersplannen wordt de aanpak van het overstromingsrisico beschreven. De richtlijn benoemt welke zaken in het plan aan de orde moeten komen. Bovendien zijn er procedure-eisen voor de publieke participatie en de afstemming op de KRW. De risicobeheersplannen moeten uiterlijk 22 december 2015 gereed zijn en in werking treden. De richtlijn geldt, conform het voorlopig nationaal kader voor toepassingsbereik, in Overijssel in elk geval voor de binnendijkse (dijkringen) en buitendijkse gebieden van het hoofdwatersysteem. Het gaat dan om de IJssel, de Overijsselse Vecht vanaf Ommen en het Zwarte Water en voor grensoverschrijdende kleine rivieren, de Overijsselse Vecht en Dinkel, en de gebieden langs de aangewezen regionale keringen in het regionale watersysteem. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan De beoogde planontwikkeling zal leiden tot toename van het verhard oppervlak van circa 120 – 150 m2. Gezien de ligging aan het Meppelerdiep waar voldoende capaciteit is voor de afvoer van regenwater hoeft geen watercompensatie te worden gerealiseerd. Het hemelwater kan niet worden aangesloten op de riolering omdat er in dit gebied een drukrioleringssysteem ligt. Daarom wordt het hemelwater via het oppervlak afgevoerd naar het Meppelerdiep. Het plangebied ligt binnen een regionale waterkering (zie figuur 11). Op de eilanden wordt er naar gestreefd de inrichting ten aanzien van water duurzaam in te vullen als educatieve- en/of voorbeeldfunctie. In het kader van de watertoets zal overleg plaatsvinden met Rijkswaterstaat.
Figuur 11. Functiekaart water (bron: Omgevingsvisie Overijssel)
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 25
5. JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING 5. 1. Algemeen In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Daarnaast zal, daar waar dat verduidelijkend werkt, ook de systematiek van de verbeelding worden toegelicht. Daarbij wordt aangeven op welke wijze de binnen het plangebied voorkomende functies in het bestemmingsplan zijn geregeld. Met het bestemmingsplan wordt een zodanig plan beoogd dat enerzijds rechtszekerheid wordt geboden aan de burgers en instellingen en dat anderzijds voldoende praktische mogelijkheden worden geboden om flexibel op ondergeschikte aanpassingen in te kunnen spelen. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De wijze waarop de regeling juridisch zal worden vormgegeven, wordt bepaald door de Wro en het Bro. De juridische regeling wordt vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding worden de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels per bestemming de bouw- en gebruiksmogelijkheden. De verbeelding en regels zijn opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan wordt geregeld en om de uitleg daarvan. 5. 2. Juridisch systeem In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de tekst van de regels en in beeld op de verbeelding. Verbeelding en regels zijn één geheel en niet afzonderlijk leesbaar. SVBP 2008 Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is onder andere bedoeld om de burger via het Internet informatie te verschaffen over het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. In het kader van de wet- en regelgeving zal het plan technisch als een digitaal raadpleegbare versie worden uitgevoerd en zal het voldoen aan de RO-standaarden. Het plan kan in het informatiesysteem van de gemeente en diverse andere overheden worden ingevoerd en worden ontsloten via Internet.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 26
1014602
Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf 1 januari 2010 verplicht. Regels De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden gebruikt. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels en gebruiksregels opgenomen. In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan de hoofdvorm van bebouwing. Flexibiliteitsbepalingen De regels bevatten een aantal flexibiliteitsbepalingen; door middel van een omgevingsvergunning kan van de regels worden afgeweken. Deze bepalingen maken het mogelijk veranderingen mogelijk te maken en uitzonderingen toe te staan. Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid zijn aan de flexibiliteitsbepalingen procedurele waarborgen en/of voorwaarden verbonden. In de regels zijn de criteria aangegeven die in acht dienen te worden genomen. Bij uitzondering kan door middel van een omgevingsvergunning worden toegestaan dat van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, wordt afgeweken. Het gaat dan om incidentele gevallen, waarbij het om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk wordt geacht en aantoonbaar is, dat in geringe mate van de gegeven maten moet worden afgeweken. Vergunningsvrij bouwen Uit bijlage II van het Bor (besluit omgevingsrecht volgt dat een grote categorie bouwwerken, zoals garages, serres, e.d., binnen nader gestelde maximale afmetingen, bouwvergunningvrij gerealiseerd kan worden. Het bouwen van deze bouwwerken wordt niet aan het bestemmingsplan getoetst. 5. 3. Toelichting op de bestemmingen Hierna volgt een korte omschrijving van de op de verbeelding voorkomende bestemmingen. Gemengd De panden aan de Mastenmakersstraat zijn ondergebracht in de bestemming “Gemengd”. Binnen deze bestemming zijn onder andere de volgende functies mogelijk: theetuin, wijnproeverij, bed & breakfast, zorgfunctie (bijv. voor mensen met verstandelijke beperking), kleinschalige verhuur boten en fietsen, vakantieverblijf, kantoorfunctie, galerie of een dienstwoning bij een van bovengenoemde functies.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 27
Recreatie - Dagrecreatie De eilanden vallen onder de bestemming Recreatie - Dagrecreatie. Het is in beginsel een onbebouwde bestemming. Binnen deze bestemming mogen paden worden aangelegd en straatmeubilair worden geplaatst ten behoeve van de dagrecreatieve functie. Door middel van een aanduiding is aangegeven waar de bebouwing van het Botterhus is toegestaan. Verder wordt aan de oostzijde van het eiland een schutting geplaatst met een tentoonstellingsfunctie. Het terrein mag ook worden gebruikt als trekkersveldjes, en incidenteel voor kleinschalige evenementen (bijv. openluchttheater). Water Het water dat tussen de eilanden is gelegen binnen de grenzen van het plangebied is onder de bestemming `Water” gebracht. Binnen deze bestemming zijn aanlegplaatsen voor boten toegestaan in de vorm van dwars- en langssteigers. De eilanden zullen middels bruggetjes met elkaar worden verbonden.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.
blz 28
1014602
6. UITVOERBAARHEID Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een ruimtelijk plan. In dat verband wordt in dit hoofdstuk onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het voorontwerp bestemmingsplan zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. In die periode is er voor een ieder gelegenheid tot het geven van een inspraakreactie. Daarnaast wordt het bestemmingsplan voorgelegd aan overlegpartners. Eventuele opmerkingen uit de inspraak- en overlegronde worden verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan dat gedurende zes weken ter inzage zal worden gelegd. Tijdens deze periode kunnen belanghebbenden hun zienswijze bekend maken. Hierna wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd, vastgesteld. 6. 2. Economische uitvoerbaarheid Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het project is het van belang te weten of de ontwikkeling economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie) en anderzijds door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid). 6.2.1. Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke onderbouwing. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie, door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten “anderszins verzekerd” zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Een combinatie van een exploitatieplan en overeenkomsten is ook mogelijk. De bouw van het Botterhus heeft een oppervlakte kleiner dan 1000 m2 en wordt daarom niet aangemerkt als bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro. Daarom bestaat de verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan in principe niet, tenzij het stellen van nadere eisen of een verplichte fasering noodzakelijk zijn. Bij dit initiatief zijn het stellen van nadere eisen of een fasering niet aan de orde, waardoor er geen exploitatieplan vastgesteld hoeft te worden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
1014602
blz 29
6.2.2. Financiële haalbaarheid De ontwikkeling van het bezoekerscentrum is mede afhankelijk van beschikbaar gestelde subsidies. De eilanden zijn door de gemeente aangekocht. De herinrichting van de eilanden komt dan ook uit gemeentelijke middelen. Hiervoor zijn financiën gereserveerd in de gemeentelijke begroting. In het projectplan Bezoekerscentrum Zwartsluis 5) zijn de gereserveerde financiën nader gespecificeerd. Financieel is het plan uitvoerbaar.
===
5)
Projectplan bezoekerscentrum Zwartsluis: Onderdeel Sluus tot Sluus (oktober 2010) opgesteld door kernteam binnen de gemeente Zwartsluis.
Bestemmingsplan Zwartsluis - De Eilanden Status: Voorontwerp / 03-05-11
Buro Vijn B.V.