Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014
November 2013: sector Inwonerszaken, team Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs
1
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen ................................................................................... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen ............................................................................................... 3 Hoofdstuk 2. Regels ten aanzien van het persoonsgebonden budget ............................ 3 Artikel 2 Verzoek ............................................................................................................... 3 Artikel 3 Beperking ............................................................................................................ 3 Artikel 4 Procedure ............................................................................................................ 3 Artikel 5 Hoogte................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 3. Wonen in een geschikt huis ......................................................................... 4 Artikel 6 Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget ................................. 4 Artikel 7 Tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten...................................... 4 Artikel 8 Woningaanpassingen .......................................................................................... 4 Artikel 9 Het primaat van verhuizen ................................................................................... 4 Artikel 10 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard. ......................... 4 Artikel 11 Bezoekbaar maken van de woning .................................................................... 4 Artikel 12 Terugbetaling bij verkoop................................................................................... 5 Hoofdstuk 4. Verplaatsen per vervoermiddel en sociale contacten aangaan en onderhouden ....................................................................................................................... 5 Artikel 13 Vergoedingen .................................................................................................... 5 Artikel 14 Sportrolstoel....................................................................................................... 5 Hoofdstuk 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel.................................................................. 5 Artikel 15 berekening eigen bijdrage en eigen aandeel...................................................... 5 Artikel 16 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel............................................................ 5 Hoofdstuk 6. Onderzoek ..................................................................................................... 6 Artikel 17 Samenhangende afstemming ............................................................................ 6 Hoofdstuk 7. Slotbepalingen .............................................................................................. 6 Artikel 18 Citeertitel ........................................................................................................... 6
2
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Onder verordening wordt verstaan de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Westvoorne 2014. Voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar artikel 1 van de verordening.
Hoofdstuk 2. Regels ten aanzien van het persoonsgebonden budget Artikel 2 Verzoek Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt slechts plaats op verzoek van de aanvrager.
Artikel 3 Beperking Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats als: - het vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget of; - op grond van de progressiviteit van het ziektebeeld de aangevraagde voorziening zo snel weer door een aangepaste voorziening vervangen dient te worden dat deze verstrekking zich daardoor niet leent voor een persoonsgebonden budget. - er sprake is van bezwaren van overwegende aard.
Artikel 4 Procedure De toekenning, de omvang en de looptijd van het te verstrekken persoonsgebonden budget worden bij beschikking vastgesteld. Hulp bij het huishouden Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt verstrekt na ontvangst van een door de aanvrager ondertekende Overeenkomst Persoonsgebonden budget (Pgb) voor hulp bij het huishouden. Overige voorzieningen Bij de beschikking wordt een programma van eisen verstrekt waarin aangegeven is aan welke vereisten de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening dient te voldoen. De budgethouder overlegt direct na aanschaf van de voorziening, doch uiterlijk binnen drie maanden na toekenning van het persoonsgebonden budget, aan het college de orderbevestiging of factuur van de aangeschafte voorziening. Het college beoordeelt of de aangeschafte voorziening voldoet aan het programma van eisen, waarna het persoonsgebonden budget betaalbaar wordt gesteld.
Artikel 5 Hoogte Hulp bij het huishouden Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt per uur € 14,45 dat geldt voor de betreffende soort hulp bij het huishouden in natura. Dit bedrag is het bedrag van 2013 en wordt jaarlijks geïndexeerd. Overige voorzieningen Het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, verhoogd met het een bedrag voor onderhoud, reparatie en eventueel verzekering.
3
Hoofdstuk 3. Wonen in een geschikt huis Artikel 6 Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget De hoogte van de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld, conform de door het college geaccepteerde offerte.
Artikel 7 Tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten Het bedrag voor de tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten, zoals genoemd in artikel 15 onder a van de Verordening is een forfaitair bedrag en bedraagt € 2.700,- voor een 1 of 2 persoonshuishouden. Voor iedere persoon meer dan 2 wordt een vergoeding verstrekt van maximaal € 324,- per persoon. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 8 Woningaanpassingen Indien de aanvraag voor de kosten van bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen leidt tot toekenning van een bedrag hoger dan € 20.420,-- geldt het primaat van een losse woonunit. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 9 Het primaat van verhuizen 1. Van het primaat van verhuizen wordt afgezien, als de noodzakelijke aanpassingskosten lager zijn dan of gelijk aan € 2.700,-. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. 2. Van het primaat van verhuizen kan worden afgezien als de noodzakelijke aanpassingskosten liggen tussen € 2.700,- en € 6.700,-. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 10 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard. Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of niet-technische aard worden, met uitzondering van voorzieningen in verband met woningsanering, in bruikleen verstrekt. Wanneer het college hiertoe aanleiding zien, kunnen deze voorzieningen in eigendom verstrekt worden. Indien de bedoelde voorzieningen woningsanering betreft, die noodzakelijk is in verband met COPD, cara en/of allergische aandoeningen, of de vervanging van vloerbekleding die niet geschikt is voor rolstoelgebruik, worden de maximale vergoedingsbedragen als volgt berekend: Gordijnen : maximaal € 15,35 per strekkende meter. Gladde vloerbekleding1: maximaal € 54,20 per strekkende meter, uitgaande van een rol van 4 meter breed. Deze bedragen wordt jaarlijks geïndexeerd.
Bij het bepalen van de financiële tegemoetkoming wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen gordijnen en vloerbedekking in een periode van 8 jaar, op de volgende wijze: • Artikel tot 2 jaar oud: vergoeding van 100 % van het normbedrag; • Artikel tot 4 jaar oud: vergoeding van 75 % van het normbedrag; • Artikel tot 6 jaar oud: vergoeding van 50 % van het normbedrag; • Artikel tot 8 jaar oud: vergoeding van 25 % van het normbedrag; • Ouder dan 8 jaar: geen vergoeding meer omdat de artikelen zijn afgeschreven.
Artikel 11 Bezoekbaar maken van de woning Het bedrag dat maximaal wordt verstrekt voor het bezoekbaar maken van de woning, zoals genoemd
1
Hierbij kan gedacht worden aan laminaat, linoleum of zeil.
4
in artikel 9 lid 1 onder b van de verordening bedraagt € 6.500,00. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 12 Terugbetaling bij verkoop 1. De eigenaar-bewoner, die bij of krachtens de Verordening een woonvoorziening heeft ontvangen, die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 5 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop onverwijld te melden aan het college. De meerwaarde van de woning dient geheel of gedeeltelijk aan het college terugbetaald te worden zoals bepaald in artikel 21 van de Verordening, tot een maximum van de kostprijs. 2. De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. voor het eerste jaar na gereedmelding 100% van de meerwaarde; b. voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde; c. voor het derde jaar 60% van de meerwaarde; d. voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde; e. voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde. Doch nooit meer dan het bedrag dat ten laste van de gemeente is gekomen in verband met de getroffen voorzieningen. De kosten van de taxatie zijn voor rekening van de eigenaar-bewoner.
Hoofdstuk 4. Verplaatsen per vervoermiddel en sociale contacten aangaan en onderhouden Artikel 13 Vergoedingen De financiële tegemoetkoming die per jaar verstrekt wordt voor het vervoer van een persoon, die als gevolg van ziekte of gebrek, inclusief chronisch psychische en psychosociale problemen, geen gebruik kan maken van het collectieve vervoerssysteem bedraagt voor: a. gebruik eigen auto € 1.055,62 b. gebruik taxi € 1.055,62 c. gebruik rolstoeltaxi € 1650,07 Deze bedragen gelden per jaar en worden maandelijks uitbetaald in 12 gelijke maandbedragen. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 14 Sportrolstoel Voor de aanschaf van een sportrolstoel kan uitsluitend een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Deze tegemoetkoming bedraagt € 3.000,-- en is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf, onderhoud en verzekering voor een periode van drie jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Hoofdstuk 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel Artikel 15 berekening eigen bijdrage en eigen aandeel Bij een voorziening in natura of pgb spreekt men van een eigen bijdrage. Bij een financiële tegemoetkoming heet dit een eigen aandeel. Deze bijdrage of dit aandeel wordt berekend en geïnd door het CAK.
Artikel 16 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Het CAK berekent de maximaal te heffen eigen bijdrage, ofwel de maximale periodebijdrage. Een eigen bijdrage wordt per periode van vier weken geïnd. De eigen bijdrage bedraagt niet meer dan de kostprijs van de voorziening.
5
Hoofdstuk 6. Onderzoek Artikel 17 Samenhangende afstemming Van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 26 van de verordening indien van toepassing aandacht besteed aan: de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt; de woning en de woonomgeving van de aanvrager; het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; de sociale omstandigheden van de aanvrager. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten, tenzij het college gemotiveerd van de bevindingen afwijkt.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen Artikel 18 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als: "Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Westvoorne 2014" en treedt in werking op 1 januari 2014.
6