BEHEREN VAN HET SCHOOLMAGAZIJN Examendraaiboek 2013
Informatie over examineren van leerlingen door het SVA Examenbureau en de daaraan voorafgaande voorbereidingen door de school
©KPC Groep Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
1 VOORAF
3
2 INSTRUCTIE BIJ HET INSTALLEREN VAN HET
4
PROGRAMMA 'KIEM MAGAZIJNBEHEER' 3 WAT MOET U WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN
5
OP HET EXAMEN? 3.1 Wie betaalt de kosten van het examen?
5
3.2 Ouders en leerlingen informeren over het belang van de
5
cursus en het belang van het certificaat
Inhoud
3.3 Zijn de leerlingen geïnstrueerd conform de richtlijnen?
6
3.4 Het besluit is genomen leerlingen voor te dragen voor het
6
examen. U neemt een proefexamen af 3.5 U meldt de kandidaten aan voor het examen bij het SVA
7
Examenbureau 3.6 Waar meldt u het examen aan?
8
3.7 U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken
8
4 HET GEREEDMAKEN VAN DE EXAMENRUIMTE VOOR
9
HET EXAMEN 4.1 Het gereedmaken van de examenruimte
9
4.2 Wat is In de examenruimte aanwezig?
9
5 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN
11
5.1 De observant controleert met u of alles in orde is
11
5.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt
11
doorgesproken 5.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen
11
van het examen 5.4 Voorbeeld van een examenprogramma
12
5.5 Evaluatie
12
6 HET EXAMENREGLEMENT
14
6.1 SVA-certificaat
14
6.2 Organisatie examen
14
6.3 De examenlocatie
14
6.4 Het aantal examengelegenheden
14
6.5 Voorwaarden deelname examen
15
6.6 Afnemen examen
15
6.7 Inzagerecht
15
6.8 Fraudebepaling
15
6.9 De beroepsprocedure in verband met het examen
16
7 GESPREKSPROTOCOLLEN, OBSERVATIELIJSTEN EN
17
ANTWOORDEN VOOR HET PROEFEXAMEN
Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
8 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN
35
1 VOORAF Voor u ligt het herziene draaiboek 'Beheren van het schoolmagazijn'. Het certificaat 'Beheren van het schoolmagazijn' geeft aan dat de leerling bewezen heeft dat hij correct en nauwkeurig kan werken in een magazijnomgeving bij zowel het inventariseren van de voorraad als bij het verzamelen van bestelde artikelen, alsmede ook bij het op de juiste plaats terugzetten van artikelen. Het zijn kwaliteiten die hij kan benutten in een winkelomgeving of in een distributiebedrijf. Het draaiboek bevat alle informatie over het examineren van leerlingen van scholen voor praktijkonderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs evenals van cliënten van dagbestedingcentra, door het SVA Examenbureau. Vanaf het schooljaar 2011-2012 is het nieuwe programma Kiem Magazijnbeheer van OVD Educatieve Uitgeverij beschikbaar. Dit vernieuwde programma sluit aan bij het lesmateriaal Kiem Beheren van het schoolmagazijn. In dit examendraaiboek gaan we er vanuit dat u het programma Kiem Beheren van het schoolmagazijn op uw computer hebt geïnstalleerd. In de praktijk is gebleken dat de opdrachten voor de getrainde leerling ruimschoots binnen het gegeven tijdsbestek kunnen worden uitgevoerd (per taak 20 minuten). De opdrachten bestaan uit drie onderdelen. 1
Gespreksprotocollen en observatielijst voor het maken van bonnen voor de door een klant bestelde goederen, waaronder vijf verbruiksgoederen en twee gebruiksgoederen. De kandidaat krijgt een bestelformulier (een willekeurige keuze uit drie) aangereikt waarop een denkbeeldige klant vijf verbruiksgoederen en twee gebruiksgoederen bestelt. De leerling maakt voor de verbruikgoederen die hij uitgeeft een pakbon. Voor de gebruiksgoederen die hij uitgeeft maakt hij een uitleenbon aan. Dit zijn bij Kiem Magazijnbeheer verschillende functies met verschillende knoppen.
2
Gespreksprotocollen en observatielijst voor het maken van retourbonnen voor twee gebruiksgoederen die teruggeplaatst moeten worden in het magazijn.
3
Gespreksprotocollen en observatielijst voor het uitvoeren van een inventarisatie van drie artikelen (gebruiksgoederen) waarbij tenminste bij een van de artikelen een verschil bestaat in de administratieve voorraad en de getelde voorraad.
Dit arbeidstrainingsprogramma is door KPC Groep ontwikkeld in samenwerking met Kennis Centrum Handel (KC Handel). KPC Groep bewaakt de kwaliteit van het programma en verzorgt het examen van de eindtermen. Voor dit laatste is het SVA Examenbureau ingericht.
Pagina 3/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2 INSTRUCTIE BIJ HET INSTALLEREN VAN HET PROGRAMMA 'KIEM MAGAZIJNBEHEER' Op de site http://www.ovd.nl/uitgeverij/homepage, via de knop in menu Pro/VSO-Pro/vso docent login kunnen de gebruikers de handleiding voor Kiem Magazijnbeheer downloaden. Hier is ook de importeertool te vinden, zodat docenten makkelijk hun 'oude' database van KPC Groep kunnen importeren in Kiem Magazijnbeheer.
Pagina 4/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
3 WAT MOET U WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN OP HET EXAMEN? 3.1 Wie betaalt de kosten van het examen? Wat zijn de kosten? Het examen moet kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De prijzen die door het SVA Examenbureau worden berekend zijn all-in prijzen (voorbereidende administratieve handelingen, samenstellen van de examenmap, het reizen, het examen zelf, het gereedmaken van het certificaat, de administratieve afhandeling en de nazorg). De kosten voor een examen bedragen € 350,-- per dagdeel (exclusief 21% btw). Op één dagdeel kunnen vier leerlingen worden geëxamineerd, na overleg maximaal vijf leerlingen. Zie onderstaand kostenoverzicht. Dit is mede afhankelijk van de observant, gelet de zwaarte van het programma. Zie verder onderstaand kostenoverzicht. Kostenoverzicht (exclusief btw) -
Bij één tot en met vier leerlingen: er wordt op één dagdeel geëxamineerd. Kosten totaal: € 350,-- exclusief 21% btw.
-
Bij vijf leerlingen wordt één dagdeel in rekening gebracht plus € 88,-- voor de vijfde leerling. Er is overleg met de observant of het examineren van vijf leerlingen op een dagdeel uitvoerbaar is (taakbelasting). Kosten totaal: € 438,-- exclusief 21% btw.
-
Bij zes tot en met acht leerlingen: er wordt op twee dagdelen geëxamineerd of op één dagdeel met twee observanten. Het examineren met twee observanten kan alleen in geval de school over twee examenruimten (of een ruim schoolmagazijn) voor het uitvoeren van de opdrachten beschikt (twee computers, werkplekken, enzovoort) en twee leerkrachten die het examen bij de kandidaten afnemen. Het examineren met twee observanten kan niet gegarandeerd worden in de maanden mei, juni en juli, vanwege het grote aantal examens in deze periode. Kosten totaal: € 700,-- exclusief 21% btw.
Het financiële aspect van het examen is geregeld Voordat u de leerling aanmeldt voor het examen informeert u de ouders en de leerling over het belang van het examen. Er moet vooraf duidelijkheid bestaan over de wijze waarop het examen wordt gefinancierd. Scholen voeren hierin een eigen beleid. -
Er zijn scholen die aan de ouders een bijdrage vragen. Het (mee)betalen aan het examen versterkt de betrokkenheid van de ouders bij de scholing; maar vaak behoren ouders tot een financieel niet-draagkrachtige groep.
-
Scholen maken een budget vrij voor het financieren van het examen; in het financiële
-
Scholen leggen contacten met het UWV/CVI of met een lokale werkgever voor
beleid van de school worden prioriteiten gesteld. aanvullende middelen. Leerlingen die de school verlaten zonder een vorm van kwalificatie kunnen worden gezien als 'voortijdige schoolverlaters'. UWV/CVI voert beleid om dit zoveel mogelijk te voorkomen. -
Scholen wenden ESF-subsidie aan om de kosten voor het examen te betalen.
-
Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden.
3.2 Ouders en leerlingen informeren over het belang van de cursus en het belang van het certificaat Pagina 5/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
In de cursus 'Beheren van het schoolmagazijn' leren de leerlingen die werkzaamheden uit te voeren die voortvloeien uit het magazijnbeheer: -
het regelmatig inventariseren van de werkvoorraad;
-
het maken van bonnen (pakbonnen en uitleenbonnen);
-
het verzamelen van bestelde artikelen;
-
het maken van retourbonnen;
-
het terugplaatsen van teruggebrachte artikelen;
-
veilig werken en ergonomie;
-
het onderhouden van het magazijn.
Het certificaat geeft aan dat de leerling bewezen heeft dat hij nauwkeurig en correct deze werkzaamheden kan uitvoeren. Daarmee bewijst hij geschikt te zijn om te worden ingezet in een distributiebedrijf of zelfbedieningswinkel. Daarnaast leert hij in de cursus hoe de interne goederenstroom verloopt in een distributiebedrijf. 3.3 Zijn de leerlingen geïnstrueerd conform de richtlijnen? U heeft zich ervan overtuigd dat de leerlingen zijn geïnstrueerd en getraind conform de richtlijnen. Belangrijk is dat de nadruk daarbij ligt op leren door doen. Zodra de leerling goed is geïnstrueerd en hij heeft aangetoond het werk te kunnen doen, gaat hij bij voorkeur de praktijk in: hij beheert voor een periode het daarvoor ingerichte schoolmagazijn. Het schoolmagazijn is een 'gesloten magazijn' hetgeen wil zeggen dat alleen via de magazijnmeester artikelen uit het magazijn kunnen worden gehaald (en teruggeplaatst). De leerling wordt daarbij begeleid en gecoacht, zodat hij zich verder zal bekwamen. De cursus is een uitstekende voorbereiding op de SVA-programma's 'Ontvangst en opslag' (KIEM) en 'Winkelmedewerker' (Kiem) (voorheen 'Detailmedewerker'). Beide programma's kunnen worden afgesloten met een certificaat van KC Handel. Het leerlingenboek Wij wijzen docenten er nadrukkelijk op het leerlingenboek terughoudend te gebruiken en dan alleen die delen die voor de leerling relevant en/of aantrekkelijk zijn. Voor het afnemen van het examen is het niet verplicht dat de leerling de opdrachten en vragen uit het leerlingenboek heeft gemaakt. Het leerlingenboek is voor sommigen 'status' verhogend: je leert iets, want er is een boek. Ook voor ouders is het leerlingenboek vaak een herkenbaar punt: een boek hoort bij het leren op school. 3.4 Het besluit is genomen leerlingen voor te dragen voor het examen. U neemt een proefexamen af Voor leerlingen uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs is de mogelijkheid gekwalificeerd te worden een grote stimulans. Het is niet alleen motiverend voor de leerlingen maar ook voor de leerkracht. Er kan immers gericht gewerkt worden naar een kwalificerende afronding: het examen. Wij vragen van scholen slechts die leerlingen voor te dragen voor het examen waarbij men zelf heeft geconstateerd dat zij aan de beschreven norm kunnen voldoen. De beste manier om dit vast te stellen is de in dit draaiboek opgenomen gespreksprotocollen en observatieformulieren zelf eerst bij de leerlingen af te nemen: het proefexamen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: de leerkracht krijgt een beeld van welke leerlingen voorgedragen kunnen worden voor het examen en de leerlingen ervaren wat het examen inhoudt. Het proefexamen Zodra het besluit is genomen leerlingen voor te dragen voor het examen, neemt u bij alle Pagina 6/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
leerlingen een proefexamen af. Leerlingen die het proefexamen op alle onderdelen voldoende of goed scoren en die in de praktijk ook goed functioneren kunt u 'met een gerust hart' voordragen voor het examen. Voor leerlingen die onvoldoende scoren op een of meerdere
onderdelen van het proefexamen en die ook in de praktijk niet voldoende functioneren vraagt u geen examen aan. U kunt de leerling zo mogelijk met een schoolcertificaat waarderen. Het proefexamen bestaat uit: 1
gespreksprotocollen en observatielijst voor het maken van bonnen (pakbonnen en uitleenbonnen) voor door een klant bestelde goederen waaronder vijf verbruiksgoederen en twee gebruiksgoederen. Bij een van de verbruiksgoederen wordt de minimum voorraad overschreden;
2
gespreksprotocollen en observatielijst voor het maken van retourbonnen voor drie gebruiksartikelen die teruggeplaatst moeten worden in het magazijn;
3
gespreksprotocollen en observatielijst voor het uitvoeren van een inventarisatie van drie artikelen waarbij bij een van de artikelen een verschil bestaat in de administratieve voorraad en de getelde voorraad.
Bij een proefexamen worden bij elke leerling alle onderdelen afgenomen. De resultaten van het proefexamen worden door de school per leerling vastgelegd in een verzamelstaat (zie hoofdstuk 8 van dit draaiboek). Deze zijn voor de observant van het SVA Examenbureau, die bij het examen aanwezig is, in te zien. Bij het examen wordt een keuze gemaakt van twee onderdelen. Welke onderdelen een kandidaat moet uitvoeren op het examen, wordt bij de start van het examen aan de kandidaat bekend gemaakt. De beoordeling van die onderdelen, die niet in het examen zijn opgenomen, worden uit de resultaten van het proefexamen overgenomen (voor de cijferlijst). Ongeacht of een leerling wel of niet wordt voorgedragen voor het examen zijn de protocollen en de observatielijsten goede instrumenten in de begeleiding van de leerling gedurende de arbeidstraining. 3.5 U meldt de kandidaten aan voor het examen bij het SVA Examenbureau Voordat u kandidaten gaat aanmelden heeft u zich georiënteerd op de volgende vragen. -
In welke periode kan het examen worden afgenomen?
-
Is er een voorkeursdag?
-
Op welke locatie wordt het examen afgenomen?
-
Welke leerlingen waarvan u voldoende zeker bent dat zij zullen slagen voor het examen, worden voorgedragen (is er toestemming nodig van de ouders)?
Aanmelden kan via de site www.scholingvoorarbeid.nl. Het e-mailadres:
[email protected]. Voor inhoudelijke vragen kunt u via doorkiesnummer 073 6247 226 contact opnemen met Willeke Westerlaken. In principe kunt u zich het hele jaar door aanmelden voor het examen. De praktijk leert echter dat voor de maanden mei, juni en juli veel scholen een verzoek indienen. Wij spannen ons in om de examens op het voor uw school meest geschikte moment te laten plaatsvinden. Daarom verzoeken wij u om uw kandidaten tenminste twee maanden voor de gewenste examendatum aan te melden via de website: www.scholingvoorarbeid.nl. Dit geldt zeker als het examen in de maanden mei, juni of juli gewenst is. Belangrijk Pagina 7/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
In overleg met de school stelt het SVA Examenbureau een programma op voor het examen. Aan de school wordt gevraagd of direct aansluitend op het examen, de certificaten worden uitgereikt. De observant kan in dat geval hierbij een rol spelen. Daarover maakt de school
eventueel afspraken met de observant. De school wordt erop gewezen dat zij zelf verantwoordelijk is voor de (feestelijke) uitreiking van de certificaten. Ook dient de school erop toe te zien dat er voor de kandidaten, die onverhoopt niet mochten voldoen aan de criteria, een vervangende (school)verklaring beschikbaar is. De school is hiervoor verantwoordelijk. 3.6 Waar meldt u het examen aan? Aanmelding dient te geschieden bij het SVA Examenbureau, dat ondergebracht is bij KPC Groep. De aanmelding geschiedt via de website van het SVA-project: www.scholingvoorarbeid.nl. U meldt de leerlingen aan die u wilt voordragen voor het examen, tevens reserveert u een of meerdere data waarop het examen bij voorkeur wordt uitgevoerd. Belangrijk De school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. De ervaring leert dat de leerlingengegevens zoals deze zijn opgenomen in het leerlingendossier van de school niet altijd correct zijn (gegevens en schrijfwijze). Raadzaam is de gegevens schriftelijk te laten controleren door de ouders/verzorgers van de kandidaat. De gegevens van de kandidaten dienen uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum in bezit te zijn van het SVA Examenbureau. Tot zes weken voor de datum waarop het examen is ingepland kunt u nog wijzigingen aanbrengen. Daarna wordt het examen afgenomen zoals is overeengekomen. Gezien de ervaringen in het verleden zijn wij helaas genoodzaakt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening te brengen bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum worden € 40,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. Het wisselen van kandidaten brengt administratieve 'rompslomp' met zich mee. Daarom wordt voor elke wisseling/wijziging een bedrag van € 20,-- administratiekosten in rekening gebracht. 3.7 U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken U informeert ouders over de gang van zaken bij het examen. Het examen bestaat voor alle kandidaten uit twee taken die door het SVA Examenbureau worden aangewezen. De leerling en zijn ouders worden schriftelijk geïnformeerd door de school over:
Pagina 8/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
de datum en de tijd waarop het examen wordt afgenomen;
-
de plaats waar het examen wordt afgenomen;
-
het tijdstip waarop de leerling tenminste aanwezig moet zijn;
-
de ruimte waar de leerling wacht tot het moment waarop het examen start;
-
informatie waar en wanneer de certificaten worden uitgereikt.
4 HET GEREEDMAKEN VAN DE EXAMENRUIMTE VOOR HET EXAMEN 4.1 Het gereedmaken van de examenruimte Voor het afnemen van het examen moet een examenruimte beschikbaar zijn voor het afnemen van de theoretische kennis aan de hand van de protocollen, waar de gegevens van de kandidaten aanwezig zijn (verzamelstaat met de resultaten van het proefexamen) en waar de nabespreking kan plaatsvinden. Daarnaast is het schoolmagazijn beschikbaar voor het uitvoeren van de praktijkopdrachten. De examenruimte mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de leerkracht die het examen afneemt en de kandidaat worden betreden. Collega's zijn tijdig geïnformeerd over het sluiten van het magazijn in verband met het examen. De school is verantwoordelijk voor het toezicht houden op de kandidaten die op een examen wachten of die zijn geëxamineerd. De kandidaten moeten buiten de examenruimte worden opgevangen. De school is er verantwoordelijk voor dat de kandidaten op tijd zijn voor het examen. Kandidaten die te laat komen, moeten het examen uitvoeren binnen de resterende tijd. In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd (zie examenreglement). 4.2 Wat is In de examenruimte aanwezig? In de examenruimte is een tafel en een stoel beschikbaar voor de observant. Op deze tafel liggen: -
de verzamelstaten van alle kandidaten met daarop de resultaten van het proefexamen;
Een tweede tafel is beschikbaar voor de leerkracht en de kandidaat voor het toetsen van de praktische/theoretische kennis. De leerkracht die het examen afneemt, neemt vooraf de gespreksprotocollen door en draagt er zorg voor dat de middelen die daarvoor nodig zijn tijdens het examen aanwezig zijn. -
Een drietal bestelformulieren met op elk formulier vijf verbruiksgoederen en twee gebruiksgoederen die in het schoolmagazijn aanwezig zijn. De bestelformulieren zijn zo mogelijk op alle zeven artikelen verschillend van elkaar. Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen staan in een willekeurige volgorde op het bestelformulier. Bij één van de verbruiksartikelen daalt de voorraad onder het minimum.
-
Twee sets van drie uitleenbonnen gebruiksgoederen elk met een gebruiksartikel. Deze artikelen moeten door de leerling worden teruggeplaatst in het magazijn, zowel administratief (retourbon maken) als fysiek (terugplaatsen in de stelling op de juiste locatie).
-
Vier telbonnen met op elk drie artikelen waarvan de werkvoorraad door de leerling moet worden gecontroleerd. De werkvoorraad van één van de drie artikelen van elke telbon is vermeerderd of verminderd (de leerkracht heeft vooraf een artikel weggenomen of extra toegevoegd), zodat er een verschil is ontstaan met de administratieve voorraad.
-
Eén transportbak.
-
Eén niet ingevulde pakbon verbruiksgoederen.
-
Eén niet ingevulde uitleenbon gebruiksgoederen.
-
Eén niet ingevulde retourbon.
Het magazijn is direct voorafgaande aan het examen door de leerkracht en observant gecontroleerd: -
computerprogramma Kiem Magazijnbeheer is bedrijfsklaar;
Pagina 9/36
-
er is een transportbak;
Januari 2013
-
er zijn drie verschillende bestelformulieren opgesteld met op ieder vijf verbruiksartikelen en
WW3.12.0120 (12070)
twee gebruiksartikelen;
-
Pagina 10/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
er zijn drie bonnen met telkens een gebruiksartikel per bon;
-
één niet ingevulde pakbon verbruiksgoederen;
-
één niet ingevulde uitleenbon gebruiksgoederen;
-
één niet ingevulde retourbon;
-
vier telbonnen met op elk drie artikelen.
5 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN 5.1 De observant controleert met u of alles in orde is De observant controleert met de docent de gegevens van de kandidaten. Tevens wordt het examenpakket van elke kandidaat aan de leerkracht bekend gemaakt. Met de leerkracht wordt de examenruimte geïnspecteerd. Gecontroleerd wordt of alle middelen zoals is voorgeschreven, aanwezig zijn (zie 3.2). 5.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt doorgesproken Het examen verloopt als volgt. -
De observant verwelkomt de kandidaat en informeert hem globaal over het verloop van
-
De observant geeft aan welke opdrachten de kandidaat moet uitvoeren.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de eerste taak, terwijl de
het examen.
observant scoort op het formulier. De observant observeert de leerling tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier. -
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de tweede taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de leerling tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
Nabespreking tussen de observant en de leerkracht; vaststellen van de eindbeoordeling.
Aanwijzingen voor de leerkracht tijdens de uitvoering van de opdracht door de kandidaat 1
De leerkracht stelt de vragen die in het gespreksprotocol voorkomen op een dusdanige wijze dat er sprake is van een zo natuurlijk mogelijk gesprek (niet sec een vraag stellen).
2
De leerkracht geeft ondersteuning aan de kandidaat als dit uit oogpunt van de veiligheid noodzakelijk is. De ondersteuning blijft beperkt tot het voorkomen van risico's.
3
Op vragen van de kandidaat geeft de leerkracht antwoord. In het antwoord beperkt de leerkracht zich tot de gestelde vraag.
4
In geval de kandidaat niet meer resultaatgericht werkt, corrigeert en instrueert de leerkracht de kandidaat (geen 'paniek' bij de kandidaat laten ontstaan).
5.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen van het examen Tijdsbewaking De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreden en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'fout' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (bijvoorbeeld storingen van buitenaf, printerprobleem). Pagina 11/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
De eindbeoordeling van de kandidaat De leerkracht en de observant spreken met elkaar af of de kandidaat na het uitvoeren van de twee taken aansluitend wordt geïnformeerd over de eindbeoordeling of dat men dit doet aan het einde van de examendag. De voorkeur gaat uit naar een aansluitende eindbeoordeling om de spanning niet extra te vergroten voor de kandidaat. In de eindbeoordeling wordt ook aangegeven waar de kandidaat aandacht voor moet hebben. In geval de kandidaat niet aan de beschreven norm voldoet Direct na afloop van ieder examen overleggen de observant en de leerkracht kort over hun bevindingen. Na afloop van het totale examenprogramma is er tussen de leerkracht en de observant meer uitvoerig overleg over die leerlingen waarvan de observant van mening is dat deze niet voldoen aan de criteria. Hierbij kunnen gegevens van het proefexamen worden ingebracht. De observant neemt uiteindelijk een beslissing. In het geval er geen overeenstemming wordt bereikt over de eindbeoordeling beslist de observant. De totaalbeoordeling wordt door leerkracht en observant ondertekend of alleen door de observant. De leerkracht maakt in het laatste geval een notitie op de totaalbeoordeling. Daarin wordt de reden vermeld waarom de totaalbeoordeling niet door de leerkracht is ondertekend. Vervangende verklaring In geval aan een kandidaat geen certificaat kan worden toegekend, zorgt de school voor een vervangende (school)verklaring. Er wordt bij uitreiking van de certificaten niet gesproken over 'gezakt zijn': er zijn leerlingen die een certificaat van het SVA Examenbureau krijgen en leerlingen die een schoolverklaring ontvangen. 5.4 Voorbeeld van een examenprogramma In overleg met de school wordt door het SVA Examenbureau een examenprogramma opgesteld. Dit programma geeft een indicatie voor het verloop van het examen. In de praktijk bepalen de observant en de leerkracht in overleg over de feitelijke uitvoering wat betreft de tijdsfasering. Goede kandidaten zullen ruim voldoende hebben aan de geplande tijd. Bij het proefexamen heeft de leerkracht al een beeld gekregen van de snelheid waarmee de kandidaten de taken kunnen uitvoeren. Hiermee kan men rekening houden bij het tijdig 'oproepen' van de kandidaten. 5.5 Evaluatie Na afloop van het examen evalueert de school met de observant het verloop van het examen en de dienstverlening van het SVA Examenbureau. De school ontvangt na afloop van het examen per e-mail een verzoek tot invullen van een evaluatieformulier. De school wordt nadrukkelijk verzocht dit evaluatieformulier in te vullen en te retourneren. De observant meldt de school op welke punten de aanpak van het programma op school verbetering behoeft (voorzieningen, materialen, instructie). De observant legt deze punten schriftelijk en rapporteert hierover aan het SVA Examenbureau.
Pagina 12/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Een voorbeeld van een programma waar acht leerlingen worden geëxamineerd. Tijd
Programma
09.30 uur
Observant en leerkracht zijn aanwezig
09.30 - 09.45 uur
Observant controleert met de leerkracht de examenruimte/het magazijn
09.45 - 10.30 uur
Examinering van de vakkennis en de praktische vaardigheden van de
10.30 - 11.15 uur
Examen tweede kandidaat
11.15 - 12.00 uur
Examen derde kandidaat
12.00 - 12.45 uur
Examen vierde kandidaat
eerste kandidaat inclusief een korte nabespreking
12.45 - 13.15 uur
Pauze
13.15 - 14.00 uur
Examen vijfde kandidaat
14.00 - 14.45 uur
Examen zesde kandidaat
14.45 - 15.30 uur
Examen zevende kandidaat
15.30 - 16.15 uur
Examen achtste kandidaat
16.15 -
De observant stelt de definitieve uitslag vast Bekendmaking aan de kandidaten en eventueel uitreiking van de certificaten Dit deel van het programma vindt aansluitend plaats na het examen van de laatste kandidaat
In elke 45 minuten dat een kandidaat wordt geëxamineerd is er ook een korte nabespreking tussen leerkracht en observant. Er is in het programma vijf minuten ingepland voor de wisseling van kandidaat. Het tijdsschema ziet er per kandidaat als volgt uit. Start examen -
Verwelkoming van de kandidaat door de observant van het SVA Examenbureau. Er wordt kort informatie gegeven over het verloop van het examen. In het geval er oefeningen uit het leerlingenboek zijn gemaakt en de school het op prijs stelt dat de observant daar kennis van neemt, wordt dit gedaan.
Eerste opdracht maximaal 20 minuten: de observant van het SVA Examenbureau observeert en scoort -
Voorbereidend gesprek door de leerkracht.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
Nabespreking door de leerkracht.
Tweede opdracht maximaal 20 minuten: de observant van het SVA Examenbureau observeert en scoort -
Voorbereidend gesprek door de leerkracht.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
Nabespreking door de leerkracht.
Afronding -
De kandidaat verlaat de ruimte.
-
Korte nabespreking van het verloop en de resultaten tussen de leerkracht en de observant.
Pagina 13/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
6 HET EXAMENREGLEMENT 6.1 SVA-certificaat Kandidaten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen van het SVA Examenbureau een SVA-certificaat. Een SVA-certificaat heeft betrekking op werknemersvaardigheden in een specifieke branche van de arbeidsmarkt. SVA-certificaten worden door het betreffende kenniscentrum/brancheorganisatie erkend. 6.2 Organisatie examen Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van het examen staan in het examendraaiboek omschreven. 6.3 De examenlocatie De examenlocatie is conform de richtlijnen zoals vermeld in het examendraaiboek ingericht. Indien de examenlocatie niet voldoet aan de omschreven richtlijnen beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd of dat de examenlocatie alsnog binnen beperkte tijd in gereedheid moet worden gemaakt waarna het examen wel kan plaatsvinden. De locatie waar geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de docent die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. 6.4 Het aantal examengelegenheden -
De kandidaat komt één maal in aanmerking voor het maken van het examen.
-
Als een kandidaat niet slaagt voor het examen, kan hij/zij zich opnieuw aanmelden voor
-
Het examen dient minimaal acht weken voor de gewenste examendatum te worden
-
De school is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens van de
het examen. Hieraan zijn extra kosten verbonden. aangevraagd bij het SVA Examenbureau. kandidaten: naam en roepnaam, de geboortedatum en geboorteplaats. Deze gegevens van de kandidaat worden uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum aangeleverd. Bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens wordt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. Bij annulering van een examen wordt € 120,-- exclusief 21% btw in rekening gebracht. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum wordt € 40,-- exclusief 21% btw in rekening gebracht, mits dit minimaal één week voorafgaand aan de geplande examendatum is gecommuniceerd. Verplaatsingen binnen een week voorafgaand aan de geplande examendatum worden beschouwd als een annulering; de kosten van het examen worden doorberekend. -
Voor het examen ontvangt de school een oproep van het SVA Examenbureau. De school is verantwoordelijk voor het informeren van de kandidaten en de ouders over: -
tijdstip aanvang examen;
-
gebruik van werkkleding, handschoenen en veiligheidschoenen;
-
examenlocatie;
-
het verloop van het examen;
-
uitreiking certificaten.
-
Kandidaten die te laat komen, mogen het examen uitvoeren binnen de resterende tijd.
-
In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd. Hij overlegt zo spoedig mogelijk aan het SVA Examenbureau een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. Het SVA Examenbureau oordeelt over de geldigheid van het verzuim en bericht de kandidaat hierover. Voor kandidaten die een geldige reden hadden komt de
Pagina 14/36
eerst volgende examengelegenheid in de plaats van de verzuimde examengelegenheid.
Januari 2013
Voor cursisten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde examengelegenheid
WW3.12.0120 (12070)
geldig en worden de kosten van het examen doorberekend.
6.5 Voorwaarden deelname examen Als voorbereiding op het examen door het SVA Examenbureau, neemt de school zelf bij alle kandidaten een proefexamen af. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. De resultaten en de datum van afname worden door de school per kandidaat vermeld op een verzamelstaat. Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn of als de resultaten niet voor alle onderdelen voldoende of goed zijn beoordeeld, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. Om in aanmerking te komen voor een SVA-2 examen is stage een verplicht onderdeel. De stage en het stageverslag dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld door de stagebieder. Bij het examen zijn de beoordelingen door de observant van SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken, onvolledig zijn of de stage niet voldoende of goed beoordeeld is, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. 6.6 Afnemen examen Het SVA Examenbureau bepaalt vooraf ad random welke praktijkonderdelen bij elke kandidaat worden geëxamineerd. De docent neemt het examen af bij de kandidaat. De observant ziet er op toe of dit volgens de richtlijnen gebeurt zoals beschreven in het examendraaiboek. In onderling overleg kan de observant desgewenst het examen afnemen. De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'onvoldoende' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de docent start later met de toets dan gepland is bijvoorbeeld). De observant maakt ter plekke de uitslag van het examen bekend bij de kandidaat. 6.7 Inzagerecht Alle materialen die te maken hebben met het examen, inclusief de beoordeling(en) van de observator, worden bewaard door het SVA Examenbureau. De bewaartermijn bedraagt één jaar. De termijn gaat in na de einduitslag van het desbetreffende certificaat. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die beroep hebben aangetekend (9) recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van deze periode worden de materialen vernietigd. 6.8 Fraudebepaling Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij het SVA Examenbureau. Het SVA Examenbureau kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van het examen onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat gehoord. Het staat ter beoordeling van het SVA Examenbureau om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid. Alle partijen worden van de maatregel die het SVA Examenbureau neemt, schriftelijk in kennis gesteld. Pagina 15/36
De maatregelen kunnen zijn:
Januari 2013
-
het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
WW3.12.0120 (12070)
-
het uitsluiten van (verdere) deelname aan SVA-examens.
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van medewerkers van het SVA Examenbureau of van personen die door het SVA Examenbureau zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen zoals bedoeld onder fraudebepaling slechts toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid. 6.9 De beroepsprocedure in verband met het examen Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen schriftelijk beroep aantekenen bij het SVA Examenbureau. Het beroepschrift dient binnen drie weken nadat de bestreden beslissing ter kennis aan de kandidaat is gesteld, bij het SVA Examenbureau te worden ingediend. Het beroepsschrift moet door de kandidaat zijn ondertekend en bevat tenminste: -
naam en adres van de kandidaat;
-
omschrijving en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep/bezwaar is gericht;
-
de gronden van het beroep/bezwaar;
-
dagtekening.
Het beroepschrift wordt voorgelegd aan een beroepscommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de school/instituut, een vertegenwoordiger van de betreffende brancheorganisatie/kenniscentrum en een vertegenwoordiger van het SVA Examenbureau. De uitspraak van deze beroepscommissie is bindend.
Pagina 16/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
7 GESPREKSPROTOCOLLEN, OBSERVATIELIJSTEN EN ANTWOORDEN VOOR HET PROEFEXAMEN Deze gespreksprotocollen en observatielijsten worden ook bij het examen gebruikt.
Pagina 17/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
PAKBON EN UITLEENBON MAKEN Voorbereidend gesprek De opdracht Een leerkracht heeft goederen besteld bij het schoolmagazijn. De kandidaat kijkt op het bestelformulier om welke goederen het gaat. -
De kandidaat maakt een pakbon verbruiksgoederen voor de artikelen die niet meer terugkeren naar het magazijn.
-
De kandidaat meldt wanneer de minimum voorraad wordt overschreden van een verbruiksartikel.
-
De kandidaat maakt een uitleenbon gebruiksgoederen voor elk artikel dat na gebruik weer terugkomt naar het magazijn.
-
De kandidaat zet alle bestelde artikelen op de balie.
Nodig Een bestelformulier met daarop vijf verbruiksartikelen en twee gebruiksartikelen. De voorraad van een van de verbruiksartikelen moet na de bestelling beneden de minimum voorraad komen.
Beoordelingspunten
Pt.
Hier zie je een bestelformulier van een 'klant'. Deze klant bestelt gebruiks- en verbruiksartikelen. 1
Wat zijn op dit bestelformulier de gebruiksgoederen?
0,5
2
Wat zijn de verbruiksgoederen op dit bestelformulier?
0,5
Je maakt een pakbon en een uitleenbon.
0,5
3
Vertel mij waarom je dat doet. 4
Hier zie je een niet ingevulde pakbon voor verbruiksgoederen. Vertel mij
0,5
welke gegevens jij met behulp van de computer gaat invullen. 5
Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat?
2,5
Wat doe je eerst en wat doe je daarna? 6
De klant zal de gevraagde artikelen meenemen. Hoe geef jij de gevraagde artikelen mee?
Totaalscore
Beoordeling Score maximaal 5 punten
Pagina 18/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
0,5
Score
Antwoorden en score bij Voorbereidend gesprek - Pakbon en uitleenbon maken 1
De leerling noemt de gebruiksgoederen op die op het bestelformulier staan (0,5 punt). De leerling noemt een verbruiksartikel of noemt een gebruiksartikel niet (0 punten).
2
De leerling noemt de verbruiksgoederen op die op het bestelformulier staan (0,5 punt). De leerling noemt een gebruiksartikel of noemt een verbruiksartikel niet (0 punten).
3
Je maakt een uitleenbon van de gebruiksartikelen want deze komen dus terug in het magazijn (0,25 punt). Je maakt een pakbon voor de verbruiksartikelen want deze komen niet meer terug in het magazijn (0,25 punt).
4
5
De kandidaat moet op de bon bij 'opmerkingen' invullen: -
de naam van het artikel (0,2 punt);
-
van elk artikel het aantal (0,2 punt);
-
de naam van de leerkracht (0,1 punt);
-
(de naam van de leerling die het komt ophalen; is niet op elke school het geval).
De kandidaat moet: -
een pakbon maken voor de verbruiksartikelen en de bon in tweevoud
-
een uitleenbon maken voor elk gebruiksartikel apart en de bon in tweevoud
-
de goederen uit de rekken halen (0,5 punt);
-
controleren van de artikelen op kwaliteit, kwantiteit en juistheid (is het het juiste
uitprinten (0,2 punt); uitprinten (0,2 punt);
artikel?) (0,4 punt); -
de klant de bonnen laten tekenen (0,5 punt);
-
een bon aan de klant meegeven voor de verbruiksgoederen en één voor de
-
een bon bewaren in een map of in een bakje: één in de map/bak pakbonnen van
gebruiksgoederen (0,2 punt); verbruiksartikelen en één bon in de map of bakje voor de uitleenbonnen voor gebruiksartikelen (0,5 punt). 6
De artikelen worden meegenomen: -
in een transportbak als het om meerdere (kleine) artikelen gaat;
-
los in de hand als het om een klein aantal artikelen gaat dat makkelijk mee te nemen is (0,5 punt).
Pagina 19/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Observatieformulier - Pakbon en uitleenbon maken Er komt een klant bij het magazijn die zeven artikelen nodig heeft. Van elk artikel een aantal. De klant heeft een bestelformulier opgesteld. Jij gaat de bestelling uitvoeren: bonnen maken, artikelen uit de stelling halen, klaarmaken voor vervoer. Je waarschuwt als van een artikel de minimum voorraad wordt overschreden. Beoordelingspunten 1
Deel een van de werkprocedure: noteren van de bestelling
Pt. 5
De leerling begroet de 'klant' (gespeeld door de observant/leerkracht); de 'klant' toont het bestelformulier 2
Deel twee van de werkprocedure: invoeren van de gegevens De leerling gaat na welke van de gevraagde artikelen gebruiksgoederen zijn en welke verbruiksgoederen. De leerling start het programma 'Kiem Magazijnbeheer' op. De leerling toetst zijn gebruikersnaam en wachtwoord correct in. De leerling gaat nu naar 'Magazijn-uitgeven'. De leerling gaat of eerst bonnen maken voor de verbruiksgoederen of voor de gebruiksgoederen. De leerling vult in ‘Aan wie geef je uit?’, ‘Wat geef je uit?’ en ‘Aantal’ en steeds de knop ‘Toevoegen’. De leerling vraagt aan de 'klant' de naam van de leerkracht in wiens naam hij de artikelen komt halen en voert deze naam in bij ‘Aan wie geef je uit?’ Hij voert het eerste artikel in bij ‘Wat geeft je uit?’ en de knop Toevoegen. De leerling bepaalt steeds of er nog meer artikelen toegevoegd moeten worden. Hij klikt in het Magazijnhulpje ‘ja’ of ‘nee’. Zijn alle artikelen ingevuld dan klikt de leerling op ‘Order maken’ en print de pakbon. Dit gaat in principe vanzelf twee keer, mits dit bij Beheer-Instellingen door de docent zo is ingesteld. Tot slot klikt de leerling ‘Close’ om de procedure af te sluiten. Op dezelfde manier maakt hij een uitleenbon via de knop ‘MagazijnUitlenen’. De leerling print de pakbon uit en controleert met de klant of de gegevens juist zijn; zo nodig, corrigeert hij deze. De leerling maakt een aantekening van het artikel waarvan het aantal onder minimum voorraad is gekomen of hij waarschuwt de begeleidende leerkracht. In Kiem Magazijnbeheer zie je alleen of artikelen onder het minimum zijn als je na de bestelling op de knop ‘Artikelen’ klikt. Hier geeft de computer aan dat er artikelen onder het minimum zijn, als dit het geval is. Door op de knop ‘Bestellen’ te klikken kun je zien om welke artikelen het gaat. 6 punten als procedure verbruiksgoederen goed is uitgevoerd 6 punten als procedure gebruiksgoederen goed is uitgevoerd 3 punten als de leerling een notitie heeft gemaakt van het artikel dat in aantal beneden de minimum voorraad is
Pagina 20/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
15
Score
Beoordelingspunten
Pt.
3
15
Deel drie van de werkprocedure: de gevraagde artikelen worden verzameld De leerling haalt de gevraagde artikelen uit het magazijn. De leerling controleert het artikel en het aantal. De leerling doet de artikelen in een transportbak of anderszins (het meest geëigende middel om het artikel te vervoeren). De leerling controleert of de juiste artikelen en de juiste hoeveelheden zijn verzameld. 15 punten als de leerling alle artikelen correct heeft verzameld. Bij elke gemaakte fout (verkeerd artikel of niet het juiste aantal) worden
4
5 punten afgetrokken. 5
Deel vier van de procedure: afronding De leerling laat de bonnen door de 'klant' ondertekenen en neemt afscheid van de klant. De leerling bergt de bonnen op een correcte wijze op: gebruiksgoederen en verbruiksgoederen apart.
Totaalscore
Beoordeling
Pagina 21/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
40 – 36
35 - 30
29 - <
Goed
Voldoende
Matig
Score
Afrondend gesprek - Pakbon en uitleenbon maken Beoordelingspunten
Pt.
1
0,5
De artikelen die jij hebt geleverd, komen die uit de werkvoorraad of de bulkvoorraad? Wat is het verschil tussen een werkvoorraad en een bulkvoorraad?
2
De werkvoorraad staat zoveel als mogelijk op grijphoogte of op
0,5
ooghoogte. Waarom denk je dat dat zo is? 3
Er is een groep artikelen waar veel vraag naar is en er is een groep
0,5
artikelen waar weinig vraag naar is. Welke groep noemt men 'snellopers'? 4
Kun je een paar 'snellopers' noemen uit het schoolmagazijn?
1,0
5
Alle artikelen in het schoolmagazijn hebben een vaste plaats: een vaste
0,5
locatie. Hoe noem je dit systeem van opbergen? 6
Het schoolmagazijn is een gesloten magazijn.
0,5
Kun jij mij vertellen wat dat betekent? 7
Waarom is bij een gesloten magazijn de balie zo belangrijk?
0,5
8
Een artikel heeft de volgende code: 100905 (hier wordt een voorbeeld
1,0
van gegeven) (de codering die de school gebruikt in het schoolmagazijn). Kun je vertellen wat deze code betekent? Totaalscore
Als de kandidaat alle vragen goed beantwoord heeft, worden er vijf punten gescoord. Beoordeling Score maximaal 5 punten
Pagina 22/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score
Antwoorden en score bij Afrondend gesprek - Pakbon en uitleenbon maken 1
Uit de werkvoorraad. Uit de werkvoorraad worden de artikelen die besteld zijn genomen. De bulkvoorraad is de voorraad van waaruit de werkvoorraad wordt aangevuld.
2
Uit ergonomische overwegingen: je hoeft niet te bukken, te strekken of te klimmen.
3
De artikelen waar veel vraag naar is noemt men 'snellopers'.
4
De kandidaat kan tenminste twee 'snellopers' noemen.
5
Een vast locatiesysteem.
6
Niemand heeft toegang tot het magazijn, behalve de magazijnbeheerder.
7
De balie is belangrijk, omdat:
8
Pagina 23/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
het magazijn zo afgesloten wordt;
-
de bestelde goederen erop geplaatst kunnen worden.
In het voorbeeld: -
10: stelling nummer 10;
-
09: het negende schap/plank;
-
05: de vijfde locatie op het schap.
TOTAALBEOORDELING PAKBON EN UITLEENBON MAKEN Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Maximaal te behalen punten Werkvoorbereiding
Score van de leerling
Maximaal 5
(voorgesprek) Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de taak ‘pakbon en uitleenbon maken' Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de leerling
Geen verklaring
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 24/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
RETOURBON MAKEN Voorbereidend gesprek De opdracht Een leerkracht heeft gebruiksgoederen besteld bij het schoolmagazijn. Nu worden drie ervan weer naar het magazijn teruggebracht. De kandidaat zoekt de uitleenbon op die is gemaakt voor het uitlenen van het artikel. Hij maakt een retourbon voor de teruggebrachte artikelen. Hij print deze twee maal. Dan controleert hij elk artikel op aantal en eventuele beschadigingen (e/o incompleetheid). Bij beschadiging e/o incompleetheid wordt dit op de retourbon genoteerd. Pas dan wordt de retourbon ondertekend door klant en magazijnbeheerder (leerling). Vervolgens streept de leerling de teruggebrachte artikelen op de uitleenbon door. Hij vernietigt de uitleenbon als alle artikelen op de bon zijn teruggebracht. Hij zet de teruggebrachte artikelen weer op de juiste plaats terug in de stelling. Hij bewaart de retourbon. Nodig Er wordt gebruik gemaakt van de uitleenbon voor gebruiksgoederen. Drie gebruiksartikelen en een lege retourbon. Eén artikel is beschadigd of niet compleet.
Beoordelingspunten
Pt.
1
0,5
Er worden drie gebruiksartikelen teruggebracht naar het magazijn. Hier heb je de uitleenbon die je hebt gemaakt toen de artikelen werden uitgeleend. Kun jij de uitleenbon lezen?
2
Noem mij twee andere voorbeelden van gebruiksgoederen die in het
0,5
schoolmagazijn staan? 3
Een klant brengt deze artikelen terug naar het magazijn. Wat voor soort
0,5
bon moet je maken? 4
Hier zie je een niet ingevulde retourbon. Vertel mij welke gegevens jij met
0,5
behulp van de computer gaat invullen. 5
Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat?
2,5
Wat doe je eerst en wat doe je daarna? 6
Het artikel moet door jou teruggeplaatst worden in het magazijn. Wat moet je doen?
Totaalscore
Beoordeling Score maximaal 5 punten
Pagina 25/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
0,5
Score
Antwoorden en score bij Voorbereidend gesprek - Retourbon maken 1
De kandidaat leest de bonnen zonder steun van de leerkracht. De kandidaat leest de bonnen zonder fouten: 0,5 punt. Bij elk gemaakte fout wordt 0,1 punt in mindering gebracht.
2
De kandidaat noemt twee andere voorbeelden van gebruiksgoederen. De kandidaat noemt twee voorbeelden: 0,5 punt. De kandidaat weet een voorbeeld: 0,2 punt.
3
Een retourbon: 0,5 punt.
4
De kandidaat moet op de retourbon invullen: -
de naam van het artikel (0,1 punt);
-
van het artikel het aantal (0,1 punt);
-
de naam van de leerkracht/klant (0,1 punt);
-
controle uitgevoerd ja/nee (0,1 punt);
-
totaal aantal artikelen (0,1 punt);
De kandidaat benoemt alles: 0,5 punt. 5
De kandidaat moet: -
de uitleenbon 'opzoeken' (de juiste kiezen uit de drie beschikbare);
-
retourbon maken;
-
bon uitprinten;
-
het artikel controleren;
-
artikel in de rekken zetten;
-
de klant de twee bonnen laten tekenen;
-
een retourbon meegegeven; de andere retourbon bewaren; de uitleenbon wordt vernietigd mits alle artikelen zijn ingeleverd;
-
de oorspronkelijke uitleenbon wordt vernietigd.
De kandidaat scoort:
6
-
2,5 punt als zes/vijf van genoemde punten worden genoemd;
-
1 punt als vier/drie van genoemde punten worden genoemd.
Afhankelijk van het artikel: het artikel controleren: -
is het volledig/compleet;
-
is het onbeschadigd;
-
functioneert het nog.
Als het artikel niet compleet is of beschadigd moet de magazijnbeheerder dit melden aan zijn begeleider. Hij maakt ook een aantekening op de retourbon. De kandidaat noemt een controlepunt: 0,1 punt. De kandidaat noemt twee controlepunten: 0,3 punt. De kandidaat noemt drie controlepunten: 0,5 punt.
Pagina 26/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Observatieformulier - Retourbon maken Een klant komt bij het magazijn drie gebruiksartikelen inleveren. De kandidaat zoekt de betreffende uitleenbon op. De kandidaat controleert de artikelen. Hij maakt een retourbon en plaatst de artikelen terug in de stelling. Beoordelingspunten 1
Pt.
Eerste deel van de werkprocedure: voorbereiding
5
De leerling begroet de klant. De leerling heeft de bij het uitlenen van het artikel gemaakte bon. 2
Tweede deel van de werkprocedure: invoeren van de gegevens
15
Start Kiem Magazijnbeheer. De leerling logt in met gebruikersnaam en wachtwoord. De leerling gaat naar Magazijn-Retour nemen. De leerling vult in: Van wie neem je retour?, Wat neem je retour?, Aantal en Toevoegen. De leerling klikt op ‘Retourorder maken’ De leerling print de retourbon (gaat vanzelf twee keer mits zo ingesteld door docent). De leerling klikt op ‘Close’ om de order af te ronden. De naam van de leerling die het artikel terugbrengt hoeft de leerling in de computer niet in te vullen, dit kan de leerling bij opmerkingen invullen op de geprinte bon. De leerling controleert de bon op juistheid. De kandidaat kiest het verkeerde menu: 5 punten minder De kandidaat tikt het verkeerde artikel in: 5 punten minder De kandidaat tikt het verkeerde aantal in: 5 punten minder 3
Derde deel van de werkprocedure: controle en terugplaatsen van het
15
artikel De leerling controleert het artikel: compleet/onbeschadigd. De leerling constateert een 'gebrek' (vooraf aangebracht door de leerkracht). De leerling noteert defecten en dergelijke op de bon. De leerling zet het artikel op de juiste plaats terug in de schappen. De kandidaat verzuimt de controle: 5 punten minder De kandidaat constateert het ‘gebrek’ niet: 5 punten minder De kandidaat zet het artikel niet op de juiste plaats terug: 5 punten minder 4
5
Laatste deel van de procedure De leerling laat de retourbonnen door de 'klant' ondertekenen. De leerling neemt afscheid van de klant.
Totaalscore
Beoordeling 40 – 36
35 - 30
29 - <
Goed
Voldoende
Matig
Pagina 27/36
Toelichting
Januari 2013
De kandidaat scoort de genoemde punten als hij de handelingen correct uitvoert.
WW3.12.0120 (12070)
Score
Afrondend gesprek - Retourbon maken Beoordelingspunten 1
De artikelen die zijn teruggebracht; waren dat verbruiks- of
Pt.
Score
1
gebruiksartikelen? 2
Zware artikelen staan bij voorkeur laag in de stelling.
1
Waarvoor is dat zo, denk jij? 3
Als het artikel weer terugkomt in het magazijn, waar controleer jij het dan
1
op voordat jij het terugzet in de stelling? 4
Om zware artikelen te verplaatsen gebruik je een steekwagen of een
1
magazijnwagen. Welke van de twee zou jij bij de volgende artikelen gebruiken:
5
-
een televisietoestel;
-
drie dozen tekenpapier;
-
een beamer.
Wat doe je met de uitleenbon die je hebt gemaakt toen het artikel werd
1
uitgeleend? Totaalscore
Beoordeling Score maximaal 5 punten
Antwoorden bij Afrondend gesprek - Retourbon maken 1
Gebruiksartikelen.
2
Zware artikelen met de hand hoog uit een rek halen is gevaarlijk en slecht voor je rug.
3
Afhankelijk van het geleverde artikel:
4
-
is het compleet?
-
functioneert het nog?
-
is het beschadigd?
Je gebruikt: -
5
Pagina 28/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
een magazijnwagen voor een televisietoestel;
-
een steekwagen voor drie dozen tekenpapier;
-
een magazijnwagen voor een beamer
De uitleenbon wordt vernietigd.
TOTAALBEOORDELING RETOURBON MAKEN Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Maximaal te behalen punten Werkvoorbereiding
Score van de leerling
Maximaal 5
(voorgesprek) Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de taak ‘Retourbon maken' Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de leerling
Geen verklaring
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 29/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
INVENTARISEREN Voorbereidend gesprek De opdracht De kandidaat krijgt een telbon met daarop drie artikelen die in het magazijn zijn opgeslagen. De kandidaat gaat na wat de administratieve voorraad is en vult dit op de bon in. Vervolgens telt hij de werkvoorraad en vult dat eveneens op de bon in. De kandidaat maakt een aantekening als beide afwijken. Nodig Een telbon met drie artikelen waarvan tenminste een artikel bij de administratieve voorraad afwijkt van de werkelijke voorraad. Beoordelingspunten
Pt.
1
0,5
Van deze artikelen (leerkracht toont een tellijst) moet je de werkvoorraad inventariseren? Kun jij lezen van welke artikelen jij de voorraad gaat inventariseren?
2
Hoe noem je deze bon waarmee je gaat inventariseren?
0,5
3
Gaat het om gebruiksgoederen of om verbruiksgoederen?
0,5
4
Je telt hoeveel van deze artikelen er in de werkvoorraad zitten en dan
0,5
vergelijk je dat met de administratieve voorraad. Wat is de administratieve voorraad? 5
Als er verschil is dan noteer je dat op de telbon. Als er minder artikelen in
1
de werkvoorraad zitten dan dat er in de administratie staat aangegeven, dan spreek je van derving. Wat is derving? 6
Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat bij het inventariseren? Wat doe je eerst en wat doe je daarna?
Totaalscore
Beoordeling Score maximaal 5 punten
Pagina 30/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
Score
Antwoorden bij Voorbereidend gesprek - Inventariseren
1
De kandidaat leest de telbon correct.
2
Een telbon.
3
Verbruiksgoederen of gebruiksartikelen (afhankelijk van hetgeen op de telbon staat).
4
Administratieve voorraad is de voorraad zoals deze in de computer is vastgelegd.
5
Derving is verlies dat ontstaat als er artikelen kapot gaan, bederven, zoekraken of worden gestolen.
6
Drie stappen in volgorde. 1
2 3
De leerling roept het scherm op voor inventariseren. -
De leerling noteert het artikelnummer/code op de telbon.
-
De leerling noteert de administratieve voorraad op de telbon.
De leerling telt de werkvoorraad van het artikel. De leerling vergelijkt het getelde aantal met de genoteerde administratieve voorraad. -
De leerling maakt een notitie op de telbon als er een verschil is (meer/minder).
De kandidaat scoort:
Pagina 31/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
2 punten bij het volledig benoemen van de drie stappen in de juiste volgorde;
-
1 punt bij het benoemen van handelingen uit de drie stappen in de juiste volgorde.
Observatieformulier - Inventariseren Het is belangrijk dat je weet wat je in voorraad hebt in het magazijn. Dan kun je tijdig artikelen die bijna op zijn bestellen. Daarvoor gebruik je het computer programma 'Kiem Magazijnbeheer'. Om er zeker van te zijn dat alles klopt, tel je regelmatig de werkvoorraad. Je gaat van drie artikelen de werkvoorraad vergelijken met de administratieve voorraad. Noteer als er afwijkingen zijn. Beoordelingspunten
Pt.
1
15
Deel een van de werkprocedure: administratieve voorraad noteren De leerling start het programma Kiem Magazijnbeheer op. De leerling logt in met zijn gebruikersnaam en wachtwoord. De leerling kiest ‘Artikelen’. De leerling zoekt het eerste artikel op dat hij moet inventariseren en klikt dit aan. De leerling zoekt het artikel op met de zoekfunctie, of hij zoekt in de alfabetische artikellijst door op de knop ‘Artikelen’ te klikken. De leerling noteert op de telbon de administratieve voorraad van het artikel en het artikelnummer/locatiecode (om zo makkelijk de artikelen in het magazijn te vinden bij het tellen). De leerling herhaalt de procedure voor alle artikelen die hij moet inventariseren De kandidaat kiest het verkeerde menu: 5 punten minder. De kandidaat kiest het verkeerde artikel: 5 punten minder.
2
20
Deel twee van de werkprocedure: tellen De leerling telt de werkvoorraad van de artikelen en noteert dit bij ‘Aantal werkelijke voorraad’ op de telbon. De leerling noteert geconstateerde afwijkingen. De kandidaat noteert de gegevens foutief op de tellijst: 5 punten minder. De kandidaat constateert het verschil niet: 5 punten minder.
3
Afsluiten van de werkprocedure
5
De leerling brengt aan de leerkracht verslag uit van de inventarisatie. Totaalscore
Beoordeling
Pagina 32/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
40 – 36
35 - 30
29 - <
Goed
Voldoende
Matig
Score
Afrondend gesprek - Inventariseren
Beoordelingspunten 1 2
Pt.
Van welke artikelen heb je de werkvoorraad geïnventariseerd?
1
Welke verschillen heb je aangetroffen tussen de werkvoorraad en de
1
administratieve voorraad? 3
Deze verschillen zijn nu expres voor dit examen veroorzaakt.
1
In werkelijkheid komen er ook verschillen voor. Hoe kunnen die ontstaan? Geef twee voorbeelden. 4
Wat doe je als je verschillen constateert?
1
5
Aan wie geef je de telbon na het inventariseren?
1
Totaalscore
Beoordeling Score maximaal 5 punten
Antwoorden en score bij Afrondend gesprek - Inventariseren 1
De kandidaat noemt de artikelen.
2
De kandidaat benoemt de geconstateerde verschillen.
3
Deze vraag is (mogelijk) al eerder gesteld. Mogelijk antwoorden:
4
5
Pagina 33/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
diefstal;
-
verkeerd geteld bij het uitleveren;
-
in het magazijn zoekgeraakt;
-
kapot/niet meer te gebruiken.
Verschillende antwoorden: -
bij verschil maak je een notitie op de telbon;
-
dit meedelen aan de begeleidende leerkracht.
De telbon geef je aan de begeleidende leerkracht.
Score
TOTAALBEOORDELING INVENTARISEREN Naam van de kandidaat: Datum van het proefexamen: Maximaal te behalen punten Werkvoorbereiding
Score van de leerling
Maximaal 5
(voorgesprek) Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de gestelde tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De leerling beheerst de taak ‘Inventariseren' Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de leerling
Geen verklaring
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 34/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
8 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN De school heeft voor elke kandidaat een verzamelstaat ingevuld. Dit overzicht en de scoreformulieren dienen bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. De resultaten van het proefexamen worden bij het examen in aanwezigheid van een observant van het SVA Examenbureau gebruikt: -
in geval er twijfel is over de mate waarin de leerling de getoetste vaardigheid beheerst;
-
bij duidelijke afwijking van het resultaat van het proefexamen;
-
voor het overnemen van de totaalbeoordeling voor die onderdelen die niet tijdens het examen zijn geëxamineerd.
Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal ongeveer drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld.
Pagina 35/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN Naam leerling: ............................................................................................................................... Datum proefexamen: .....................................................................................................................
Beoordeling gespreksprotocollen en observatielijsten Onderwerp
Datum
Score (G - V - M)
Pakbon en uitleenbon maken Voorbereidend gesprek Observatieformulier Afrondend gesprek Totaal aantal punten: Retourbon maken Voorbereidend gesprek Observatieformulier Afrondend gesprek Totaal aantal punten: Inventariseren Voorbereidend gesprek Observatieformulier Afrondend gesprek Totaal aantal punten:
Beoordeling De kandidaat is geslaagd bij minimaal 80 punten in totaal en per praktijkopdracht minimaal 30 punten.
Pagina 36/36 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)