Jeugd- en jongeren beleidsplan Versie – 2.0 – 2006 - gefaseerd lineair NGK Voorthuizen / Barneveld
Inleiding Deze versie van het Jeugd- en jongerenbeleidsplan is gebaseerd op de versie die in 2001 tot stand is gekomen op initiatief van de Jeugdraad. Door de jaren heen zijn er opmerkingen en kanttekeningen geplaatst. Zowel door de leden van de Jeugdraad zelf als door de diverse leiders in het jongerenwerk van onze gemeente. Daarnaast vindt de Jeugdraad het van belang om periodiek het geformuleerde beleid tegen het licht te houden en aan te passen aan de actualiteit. Zo proberen we te voorkomen dat het een slapend document wordt waarvan vrijwel niemand het bestaan meer kent. Beleid moet iets zijn wat mensen een referentiekader geeft om hun activiteiten in het jeugdwerk aan te toetsen.
Hoofddoelstelling Vanuit de in- en door de gemeente(leden) te bieden geborgenheid de jeugd begeleiden naar geestelijke jongvolwassenheid, door ze te stimuleren in het geloof en in het dagelijks leven als christen opdat de kerk van Christus gebouwd wordt. * Deze doelstelling is samen te vatten in vier kernbegrippen: GEBORGENHEID BIEDEN – BEGELEIDEN – STIMULEREN – BOUWEN AAN DE TOEKOMST
Navolging – voorbeeld In de Bijbel kun je een aantal keer lezen over navolgers en voorbeelden. Dat is een dynamisch proces. Iemand kan in de ene context een navolger zijn en in een andere weer een voorbeeld. Je zou kunnen zeggen dat kinderen beginnen in de rol van navolgers. Geestelijke jongvolwassenheid bestaat o.a. uit het groeien naar het zijn van een voorbeeld. Hierin staat eerbied voor God en Zijn woord centraal. We moeten het verwachten van Hem. Navolgen: 1 Corinthiërs 11:1, Filippenzen 3:17-20, 1 Tessalonicenzen 1:6-7, Hebreeën 13:7vv Voorbeeld zijn: 1 Timotheüs 4:12-16, Titus 2:7-8, 1 Petrus 2:21-25, 5:1-4,
Gefaseerd lineair traject (Een traject bekeken in fasen, gebaseerd op leeftijden waarin één inhoudelijke lijn wordt uitgezet) De voorzet van het gefaseerde lineaire traject is uiteengezet in verschillende leeftijdscategorieën. Bij deze onderscheiding proberen we elke keer 5 punten uit te werken. 1. Doelen: Welke doelen willen we bereiken in het licht van onze hoofddoelstelling? 2. Aandachtspunten: waar moet je op letten bij deze leeftijdsgroep. Dit is vooral bekeken vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief. 3. Activiteiten: Welke thema’s moet een leeftijdsgroep doorlopen om uiteindelijk op een goede manier te groeien naar de geestelijke jongvolwassenheid en een eigen rol binnen de gemeente. 4. Rol Jongere: In de Bijbel zie je een wisselwerking tussen de begrippen navolgers en voorbeelden. Binnen de ontwikkelingspsychologie wordt gezegd dat jongeren moeten groeien naar zelfstandigheid, binnen context van de gemeente mag je zeggen dat jongeren moeten groeien naar het voorbeeld-zijn, maar daarin wel levenslang navolger van Christus blijven. Geestelijke jongvolwassenheid is een andere term, ieder naar de gaven die ze hebben! 5. Vorm: Dit is een beknopt overzicht van vormen die er nu zijn voor een leeftijdsgroep of die er zouden moeten komen (?!), waarbinnen de eerdergenoemde activiteiten en doelen verwezenlijkt zouden moeten worden.
Concrete uitwerking Sommige dingen die genoemd worden zijn heel gewoon of we zijn er lang aan gewend; andere punten kunnen afwijkend en aanvullend zijn. De leeftijdsgrenzen zijn een hulpmiddel om aan te geven welke groep mensen we bedoelen. Daarbij is het goed te proberen rekening te houden met de verschillen in ontwikkeling tussen mensen. Bij de rol van de leiding hebben we de vooronderstelling dat leiding zelf ook moet luisteren naar Gods woord en dat zo getrouw mogelijk moet doorgeven. Verder zijn ouders zelf als eerste verantwoordelijk voor de geloofsopvoeding van hun kinderen, maar wel in de context van hun thuisgemeente.
1
Leeftijd 0 - 3 jaar (0-1 en 2-3) 1. Doelen 2. Aandachtspunten
• • • • • •
3. Activiteiten
• • • • • • • • •
4. Rol kind
• •
5. Rol leiding
• • • • •
•
6. Vorm 7. Opmerkingen
• • •
Jonge kinderen binnen onze gemeente geborgenheid geven. Jonge kinderen binnen onze gemeente laten kennismaken met de Bijbel. In afhankelijkheid van Christus bouwen aan de kerk van nu en de toekomst. Het belangrijkste in deze fase is om als kerk en mens Geborgenheid te bieden aan het jonge kind, zodat kinderen zich thuis voelen, leeftijdsgenoten leren kennen e.d.. Zorg voor coaching van (nieuwe) oppashulpen. Dit kan gebeuren door de leidende oppas en eventueel door derden. Zorg voor voldoende menskracht, alle kinderen hebben recht op aandacht. Het streven is hier 1 leider op 5 kinderen. Nieuwe omgeving kan bij kinderen onzekerheid veroorzaken. Deze kinderen zijn afhankelijk voor de basisbehoeften van de oppas! e e Begin rond het 2 en 3 levensjaar met het vertellen van de Bijbelse geschiedenis op hun niveau. Bij deze verhalen hoeft er nog geen structuur in te zitten. Kennismaken is het doel bij deze leeftijdscategorie! Ook kennismaken intermenselijk gezien. Niet alleen met de Bijbel, maar ook met leeftijdsgenoten en volwassen christenen. Het is wel belangrijk om voor een vast tijdsschema te zorgen en veel herhaling in te bouwen, dus een duidelijke structuur. Leer kinderen liedjes over de Bijbel, draai en zing veel kinderliedjes. Ook door liedjes is er overdracht van eerder genoemde geborgenheid. Waarbij draaien van liedjes vooral bij 0-1 jaar gedaan wordt en zingen vooral bij 2-3 jarigen. Er moet voldoende materiaal voor handen zijn, zoals boekjes, liedjes en bandjes (denk aan materiaal in de lijn van Timotheüs). Het is belangrijk om dingen zichtbaar en tastbaar te maken bij een verhaal, bijvoorbeeld met voorwerpen, water of zand. Kinderen krijgen geen verantwoordelijkheid, er wordt gewoon lekker voor ze gezorgd Bij het 3e levensjaar kun je beginnen met verantwoordelijkheden aanleren door kinderen samen met de leiding even te laten opruimen of regels in de groep te leren. Zorgt in eerste instantie voor het coachen van (nieuwe) oppashulpen. Probeert voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is verantwoordelijk voor voldoende menskracht. Biedt randvoorwaarden aan van eerdergenoemde geborgenheid. Dit kan door voldoende aandacht voor de kinderen, goed omgaan met een baby, e.d.. Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit. Zorgt voor goede overdracht door een kort maar helder verslag te schrijven in een schrift voor de oppas van de volgende keer. Hierin zou kunnen staan welke liedjes en verhalen er met de kinderen zijn gedaan. Of een tip over een bepaald kind. ‘Baby X is kun je goed stil krijgen met liedje Y in combinatie met speeltje Z’. Ook overdracht richting ouders: over liedjes en werkjes, maar ook actief aanspreken als bepaalde kinderen niet komen. Begin zoals nu gebeurt: bij de doop een uitnodiging geven voor de crèche of bij voorstellen van de nieuwe gemeenteleden. Babygroep en dreumesgroep (0 + 1 jaar) Peutergroepen (2 + 3 jaar) Bij deze leeftijdsgroepen zien we wel een verschil tussen de manier van werken met de 0-1 en 2-3 jarigen, maar niet per definitie anders dan in andere leeftijdsgroepen. Daarom kiezen we toch voor deze brede groep.
2
Leeftijd 4 - 7 jaar 1. Doelen
• • • • • •
2. Aandachtspunten
• • • • •
3. Activiteiten
• • • • • • • •
4. Rol kind 5. Rol leiding
• • • • • • • •
6. Vorm 7. Opmerkingen
• • • •
Kinderen in onze gemeente geborgenheid laten ervaren. De basis over de Bijbel en geloof bij kinderen opbouwen. Kinderen gedoseerd verantwoordelijkheden geven. Kinderen leren bidden. In afhankelijkheid van Christus bouwen aan de kerk van nu en de toekomst. Kinderen de kans bieden om onderlinge relaties te ontwikkelen in de context van de kerk en hun eigen geloofsgroei. Kinderen in deze leeftijdsfase komen in grotere sociale verbanden (school, sport, muziekles e.d.). Het is belangrijk om kinderen in deze leeftijdsfase positief te benaderen, daardoor ontstaat spontane leergierigheid. Juist binnen de kerk moet een plaats zijn waar het veilig is! Waar ze mogen zijn zoals ze zijn en waar ze gezien worden. Geef kinderen tijd en ruimte om binnen te komen na de bijbelklas in de dienst. In de kerk komen is “thuis” komen. Wellicht is het ook goed als de kinderen iets eerder naar de bijbelklas gaan, zodat hun werk meer ‘af’ is. Al vroeg het onderling respect aanleren is belangrijk. Vooral geschiedenis uit het OT vertellen, als voorloper op de geschiedenis van het NT. Gebruik maken van hulpmiddelen, zoals flanelbord. Prikkel het inbeeldingsvermogen van het jonge kind. De richtlijn voor vertellingen zijn bedoeld als kader om richting te geven aan de clubs, natuurlijk moet er oog blijven voor de verschillende fasen in het kerkelijk jaar. Leer kinderen ook bidden. Koppel gebed aan concrete situaties. Bijvoorbeeld oma is ziek, iemand heeft gebroken arm. Koppel taak heel concreet aan iets begrijpelijks. Collecteren? Okay, maar neem bv. een foto mee waarvoor! Een lied zingen of spelen dat past bij het behandelde in de bijbelklas. Zowel bij terugkomst als na de dienst (door zowel de Ds als door de gemeenteleden) aandacht schenken aan de kinderen en wat zij gedaan hebben in de Bijbelklas. Gebruik hierbij creatieve (spel) vormen om het thema te onderstrepen en leer deze kinderen ook liedjes over de Bijbel en het geloof. Geef deze kinderen kleine verantwoordelijkheden. Collecte, werkje laten zien aan dominee, gedichtje oplezen in kerk. Maak ze al jong vertrouwd met een aantal van deze dingen (zie activiteiten). Leert kinderen bidden voor concrete zaken. Vertelt verhalen uit het OT en gebruikt hulpmidden. Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit. Probeert voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is verantwoordelijk voor voldoende menskracht. Biedt randvoorwaarden aan van eerdergenoemde geborgenheid (1 op 5). Zorgt voor goede overdracht door een kort maar helder verslag te schrijven in een schrift voor de leiding van de volgende keer. Gezinsdiensten Bijbelklas Impliciet: plaats binnen eredienst! Idee: gebedsschrift voor ouders neerleggen? Of gebedspunten geven aan de dominee?
3
Leeftijd 8 – 11 jaar 1. ontwikkeling
• • • • • •
2. Geloofsontwikkeling
• • •
3. Activiteiten
•
• • • • • •
4. Rol kind
• •
5. Rol leiding
• • • • • • • •
6. Vorm
• • • • • •
Kinderen in deze leeftijd de basiskennis over de Bijbel, God’s liefde voor mensen, het geloof in Hem en ons liefhebben van Hem meegeven. Aan kinderen deze basiskennis toewenden opdat ze groeien in hun geloof en om in de toekomst hun eigen gave(n) te ontdekken en in te zetten binnen onze gemeente. Kinderen in onze gemeente geborgenheid laten ervaren. Kinderen meer eigen verantwoordelijkheid geven. In afhankelijkheid van Christus bouwen aan de kerk van nu en de toekomst. Kinderen de kans bieden om onderlinge relaties te ontwikkelen in de context van de kerk en hun eigen geloofsgroei. Het is belangrijk om kinderen in deze leeftijdsfase positief te benaderen, daardoor ontstaat spontane leergierigheid. Meestal worden kinderen in deze levensfase erg leergierig, zij kunnen heel goed feitjes leren. Er ontstaat een drang om te leren. Kinderen zijn ook erg prestatie gevoelig. In deze fase wordt alles voortdurend beoordeeld. Positieve beoordeling bevordert gevoel van competentie (eigenwaarde en zin). e e Begin rond 8 en 9 levensjaar, als aansluiting op de geschiedenis uit het OT, vooral met de geschiedenis uit het NT. Daarnaast ook beginnen met een aantal dingen leren (bijvoorbeeld de Bijbelboeken, een belangrijke tekst of het Onze Vader). Op een speelse wijze. Inductief (van bijzonder naar algemeen, van de Bijbel naar actuele thema’s uit het leven van het kind). Er moet natuurlijk ook rekening gehouden worden met het kerkelijk jaar. Met kinderen in de leeftijd 9 –11 jaar kun je basiscatechese gaan doen. Dat is: basis leggen voor catechese of kennisgedeelte catechese naar voren halen. Thema’s: Kerk(dienst), sleutelfiguren uit de Bijbel, feesten, door de geschiedenis tot vandaag. Samen bidden blijft doorgaan, laat ze nu zelf een gebed uitspreken. Laat ze zelf een doel verzinnen voor de collecte bijvoorbeeld. Bij club een thema met eigen vragen voorbereiden waar de dominee tijdens de preek op in kan gaan. Op die manier worden deze vormen van ‘onderwijs’ ook beter met elkaar geïntegreerd. Gebruik hierbij creatieve (spel) vormen om het thema te onderstrepen en leer deze kinderen ook liedjes over de Bijbel en het geloof. Verantwoordelijkheden moeten groeien. Ook op bijvoorbeeld muzikaal of creatief gebied kans geven om te ontwikkelen. Met de mogelijkheid van terugval op ervaren mensen. Vooral groeien in wijsheid en kennis. Zoals de Bijbel dat omschrijft: ‘groeien in gehoorzaamheid aan en eerbied voor God en Zijn geboden door God lief te hebben boven alles en de naaste als jezelf.’ Biedt randvoorwaarden aan van eerdergenoemde geborgenheid (1 op 5). Geeft kinderen verantwoordelijkheden. Leert kinderen bidden. Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit. Probeert voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is verantwoordelijk voor voldoende menskracht. Onderwijst kinderen in de basiskennis over de Bijbel en het geloof vanuit een levende relatie met God en zijn Woord. Rol van de leiding wordt meer continu. Leiding is gericht op een relatie met kinderen. Jongeren serieus nemen door tijd; interesse; luisteren; eerlijkheid. Ook ouderen in de clubleiding opnemen (overbrengen wijsheid) om zo beter gemixte contacten binnen de gemeente te realiseren. Schatgravers Escape Bijbelklas (bijvoorbeeld 1 keer in de vier weken) (?) *Basiscatechese: integreren in clubwerk…? Kerkdienst Gezinsdienst
7. Opmerkingen
4
Leeftijd 12 – 15 jaar 1. Doelen
• • • • •
2. Aandachtspunten
• • • • •
3. Activiteiten
• • • •
4. Rol tiener
• • •
5. Rol leiding
• • • • •
6. Vorm
• • • • •
Tieners begeleiden in hun zoektocht naar hun eigen identiteit. Tieners stimuleren in het nadenken over geloof en de Bijbel in het leven van alledag. Dat tieners in onze gemeente geborgenheid ervaren. In afhankelijkheid van Christus bouwen aan de kerk van nu en de toekomst. Tieners de kans bieden om onderlinge relaties te ontwikkelen in de context van de kerk en hun eigen geloofsgroei. In het leven van tieners zijn Veel ontwikkelingen gaande (lichamelijk, geestelijk, emotioneel, verstandelijk en religieus). Wie ben ik?? Centrale vraag: hoe ga je met je geloof om in de praktijk van het leven van alledag? Juist nu leren dat de Bijbel, het geloof iets te zeggen heeft over de ‘levensvragen’ waar tieners mee worstelen o.a. door verdieping van de basiskennis en concretisering daarvan. Het sociale aspect is heel belangrijk in deze levensfase: de rol van identificatiefiguren. Ouders worden bevraagd op hun normen en waarden, maar waar vinden tieners hun antwoorden? Als dat niet binnen de kerk is dan wel buiten de kerk. Relatie is sleutel tot openheid bij jongeren. Geen trucje, maar het gaat om echte interesse, geef hun ruimte om zichzelf te zijn. Dan komt er ook onderling respect. Kerkdiensten moeten aansprekend zijn. In de kerk komen is ‘thuiskomen’. Tijdens catechese /club verschillende aandachtsvelden (zoals in basiscatechese) bespreken in licht van geloofsvraag. Leren bidden en Bijbellezen. Bijbel spreekt ook tot hen. Deductief (Algemeen naar bijzonder, vanuit actuele situatie zoek je de weg naar de Bijbel). Catechese is herhalen van eerder opgedane basiskennis en daaruit linken leggen naar de praktijk. Catechese in huiselijke sfeer wordt vaak als positief ervaren door tieners in deze leeftijd. In die context kunnen nog goed dingen geleerd en verdiept worden. Verantwoordelijkheden van tieners worden groter. Ze denken mee over de invulling van diensten, doen kleine diaconale projecten, zijn vooral praktisch bezig met hun geloof. Zoals nu: 12/13 jarigen activiteit bereiden een activiteit voor op club. 14-15 jarigen maken een inleiding. Goed begeleiden en coachen is belangrijk. Jongeren ook mee laten draaien in de gemeentekringen. Inschakelen bij ouderenbezoek; werken in de zorg voor gemeenteleden en anderen (sociaal bewustzijn, en diaconaal bezig zijn). Is relatiegericht (1 op 5) bezig met het clubwerk. De leiding is zich bewust van zijn eigen rol als identificatiefiguur en is ook bereid de rol van geloven in leven van alledag laten zien! Neemt tieners serieus door tijd; interesse; luisteren; eerlijkheid. Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit. Probeert voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is verantwoordelijk voor voldoende menskracht. Ook ouderen in de clubleiding opnemen (overbrengen wijsheid) om zo beter gemixte contacten binnen de gemeente te realiseren. Djoinus Jong Klimop Catechisatie *Huiscatechisatie Kerkdienst
7. Opmerkingen
5
Leeftijd 16 – jongvolwassenheid (circa 23 jaar) 1. Doelen
• • • • •
2. Aandachtspunten
• • • • •
3. Activiteiten
• • • •
4. Rol jongere
• • •
5a. Rol leiding
• •
5b. Rol Coach
• • •
6. Vorm
• • • • • • •
7. Opmerkingen
•
Jongeren geborgenheid geven. Jongeren begeleiden rond de identiteitsvraag en op weg naar hun belijdenis en in hun relatie met God. Jongeren stimuleren hun geloof handen en voeten te geven en een positie te kiezen m.b.t. hun geloof. Jongeren helpen te zoeken naar een eigen plaats binnen de opbouw van onze gemeente. Jongeren de kans bieden om onderlinge relaties te ontwikkelen in de context van de kerk en hun eigen geloofsgroei. Jongeren gaan de balans opmaken van de zoektocht naar hun identiteit. Jongeren vormen een stevige eigen mening en maken ook keuzes die een gevolg kunnen hebben voor de rest van hun leven (positief of negatief). Jongeren zoeken hun plaats in de maatschappij. Jongeren zoeken hun plaats in de kerk. Relatie is sleutel tot openheid bij jongeren. Geen trucje, maar het gaat om echte interesse, geef hun ruimte om zichzelf te zijn. Dan komt er ook onderling respect. Kerkdiensten moeten aantrekkelijk zijn. In de kerk komen is ‘thuiskomen’. Uitdagen een positie te bepalen: wat geloof je. Nu is er weer meer ruimte om inhoudelijk dingen uit te werken. Bijbelstudie. Jongeren helpen relatie met God eigen te maken, daar handen en voeten aan te geven en ook leren wat vruchtdragen is. De 3 hoofdpunten aandacht geven die belangrijk zijn binnen catechese: Bidden (Onze Vader), Belijdenis (12 artikelen) en Belofte (10 geboden). Leert zijn geloof handen en voeten te geven door diaconale activiteiten. Krijgt meer verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld bij de jongere clubs, in kerkdiensten of in een soort ‘stage’. Jongeren geven hun eigen vereniging vorm en worden daarin gecoacht door een ‘coach’. is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit. probeert voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is eindverantwoordelijk voor voldoende menskracht. Begeleiden en stimuleren in het uitvoeren en voorbereiden van de activiteiten. Geborgenheid geven door ruimte te creëren voor het worstelen met vragen. Samen met de leiding probeert de coach voldoende menskracht aan te dragen voor de verschillende taken. De jeugdraad is verantwoordelijk voor voldoende menskracht. Coach neemt tieners serieus door tijd; interesse; luisteren; eerlijkheid (1 op…?) Credo Jorai Catechisatie (belijdenis) *Youth Alpha / Soul Survivor-activiteiten (mogelijkheid geven tot…) *Diaconaal bezig. Kleinschalig (bv hulp aan ouderen / zieken in de gemeente) en grootschalig (bv via World Servants of vergelijkbare organisaties/initiatieven) * Stagelopen op verschillende terreinen in de gemeente (bijvoorbeeld op basis van een top-3 interesselijst). Wat is er na Jorai voor de nieuwe generatie…?
6
Jeugd- en jongerenpastoraat 1. Doelen
•
2. Aandachtspunten
• •
•
3. Activiteiten
•
• •
•
4. Rol jongere 5. Rol leiding (pastor)
• • •
6. Vorm
7. Opmerkingen
• • • • • • • •
Jongeren naar een situatie laten groeien waar ze actief en gelukkig voluit leven vanuit een levende relatie met Christus als Redder en Heer. Binnen clubs letten op positieve en negatieve signalen van kinderen en jongeren, dit kan door dicht bij ze te staan (relatie). Wie is er verantwoordelijk? Allereerst heeft de clubleiding een signalerende rol, zij staan het dichtst bij het kind en de jongere (1 op 5 principe). De kerkenraad is verantwoordelijk voor de pastorale zorg (zie doel) aan en voor een kind en jongere. Zowel het signaleren als het verantwoordelijk zijn, is gericht op de positieve en negatieve ontwikkelingen van het kind/ de jongere. In principe vallen alle leeftijdscategorieën hieronder. De leeftijdscategorie 12 + verdient speciale aandacht, omdat hier de rol van de ouders verandert, er komt een zekere (gezonde) afstand in het groeien naar zelfstandigheid. Verantwoordelijken weten wat pastoraat inhoudt. Dat betekent dat jeugdleiding bewust is van het feit dat zij een signalerende rol hebben, maar dat er niet van hen wordt gevraagd de verantwoording te dragen voor het pastoraat in het geheel. De kerkenraad draagt haar verantwoordelijkheid voor het pastoraat, maar maakt gebruik van de kennis die jeugdleiding heeft. Deze kennis moet zonodig strikt vertrouwelijk gehouden worden. Verwachtingen over de rol binnen het jeugd- en jongerenpastoraat moeten helder worden naar iedereen. De kerkelijke gemeente is ook bewust van haar pastorale taak (zowel in bemoedigende als vermanende zin). In het kader van het doopformulier zijn ook zij verantwoordelijk voor de pastorale zorg voor kinderen en jongeren in het verlengde van het eerder genoemde doel. Toerusten jeugd- en jongerenleiding Empathie, leef je in in de leefwereld van jongeren. Feedback geven, bevestig jongeren en corrigeer ze soms. Hiervoor is wel een basis van vertrouwen nodig. Stiltes, geef kinderen en jongeren soms een beetje ruimte. Als hetgeen je zegt niet meer waarde heeft dan wanneer je zwijgt kun je beter even stil zijn. Gebed, bid voor en met de jeugd en jongeren. Dit geldt ook voor de gemeenteleden. Actie m.b.t. lijnen van doorverwijzen (positief en negatief). Club Jeugdouderling Kerkdiensten Kring Buiten-eredienstige-gemeente-activiteiten ofwel; alle activiteiten binnen de context van de gemeente die niet met de eredienst op zich te maken hebben. Koffiedrinken na kerktijd, gemeentedag, thuis en in de winkel om de hoek. Pastoraat heeft de neiging alleen gericht te zijn op kinderen, tieners en jongeren met geestelijke problemen. Maar ook materiele zorg en positieve ontwikkelingen en de zorg daarvoor valt onder pastoraat.
7
Jeugddiensten 1. Doelen
•
2. Aandachtspunten
• • • •
3. Activiteiten
4. Rol jongere
5. Rol leiding
6. Vorm
7. Opmerkingen
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Tijdens een gewone kerkdienst ’s avonds het accent op jongeren in de leeftijd tussen 15 en 25 jaar leggen. Een vertaalslag van Gods Woord naar het dagelijkse leven maken. Gelovige jongeren helpen hun geloof verder uit te diepen. Houdt in het oog dat het in principe een dienst is voor de hele gemeente. Als je de doelgroep 15-25 jaar wilt aanspreken, is het van groot belang dat jongeren ook een aandeel kunnen leveren in de voorbereiding van de dienst. Benut gaven en talenten in de gemeente en met name van jongeren. In overleg met de predikant het thema en doel van elke dienst bepalen. Als team door middel van bijbelstudie verdiepen in het thema en wat God’s woord daarover zegt. Hoofdpunten van de liturgie vaststellen. Invulling verzorgen die past bij het thema en aansluit bij de doelgroep. Publiciteit ook buiten de kerk verzorgen. Een viertal jongeren neemt actief deel in de voorbereiding van de dienst. Hun inbreng is van wezenlijk belang voor aansluiting bij de doelgroep. Uitgangspunt is dat deze groep voor iedere dienst opnieuw wordt samengesteld. Zo wordt voorkomen dat men zich gedurende lange tijd gebonden voelt Zo raken meer jongeren betrokken bij deze activiteiten. Kernteam wordt gevormd door Jeugdraadsleden en een jeugdouderling. De predikant is faciliterend op het gebied van onderwerpkeuze en verdieping daarvan voor het team. De predikant is verantwoordelijk voor de inhoud van de verkondiging. Er is ruimte voor diverse vormen van invulling zoals multimedia, sketches etc. Elke dienst kent een verkondiging door een predikant. Na afloop van elke dienst is er pastorale ondersteuning voor hen die daar behoefte aan hebben. Alle vormen van invulling moeten ondersteunend zijn aan het doel van de dienst De dienst moet impact hebben. Met name door de boodschap Om te weten wat voor talenten er zijn onder de jongeren, is het belangrijk een inventarisatie te maken. Bijvoorbeeld via oproepen in clubverband of via het kerkblad
8