Auteur Elfri De Neve www.elfri.be
Onderwerp Wat is een tontine & wat is een beding van aanwas?
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M& D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. © M&D Seminars - 2007
M&D CONSULT BVBA ARTHUR VERHAEGENSTRAAT 26 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
WAT IS EEN TONTINE & WAT IS EEN BEDING VAN AANWAS Bij de aankoop van een onroerend goed kan het de wens zijn van gehuwde of samenwonende partners dat bij het overlijden van één van hen het goed in het vermogen in het genot valt van de overlevende partner op een zo fiscaal gunstig mogelijke wijze. Hiertoe worden de tontine en het beding van aanwas gebruikt. DE EIGENDOM- TONTINE De eigendomstontine wordt in een verkoopscontract van een onroerend goed vastgelegd. Beide partners verklaren dat de eerst stervende geacht zal worden nooit eigenaar te zijn geweest. Terzelfdertijd verklaren beide partners dat de overlevende geacht zal worden steeds eigenaar te zijn geweest. DE VRUCHTGEBRUIK- TONTINE De vruchtgebruiktontine wordt eveneens in de verkoopakte vastgelegd. De beide partners verwerven elk de onverdeelde helft van het goed. Zij komen verder overeen dat de langstlevende het vruchtgebruik van de andere helft bekomt na het overlijden van de eerst stervende. In dit geval zullen de erfgenamen van de eerst stervende slechts het genot verkrijgen van hun helft op het ogenblik van het overlijden van de langstlevende. Een tontine kan slechts tot stand komen door tussenkomst van een verkoper. Het nadeel van de tontine is dan ook dat deze verkoper zal dienen tussen te komen bij eventuele wijzigingen van de tontine bvb. ingevolge relatiebreuk. Wanneer er tussen de partners een belangrijk leeftijdsverschil bestaat of wanneer één van de partners ernstig ziek is op het ogenblik van het afsluiten van de tontine dient deze ongelijkheid gecompenseerd te worden bvb. door het betalen van een hogere prijs van diegene die het meeste kansen heeft om het goed uiteindelijk te verwerven. Doet men dit niet dan is de kans groot dat de tontine aanzien wordt als een schenking. Het gevaar hiervan is dat een schenking tussen echtgenoten steeds kan herroepen worden en dat anderzijds de erfgenamen wel degelijk hun rechten kunnen laten gelden onder meer door de inkorting. Ook wanneer schuldeisers zich benadeeld zouden voelen doordat zij geen beslag meer zouden kunnen leggen op een onroerend goed bij een ongelijke tontine, zou de tontine kunnen nietig verklaard worden. Nochtans oordeelde de rechtbank dat een leeftijdsverschil van 20 jaar op zichzelf nog geen ongelijkheid uitmaakt van de kansen van de partners. De rechtspraak is dus op dit punt zeer toegeeflijk. Een groot probleem stelt zich bij een relatiebreuk anders dan door overlijden. Algemeen wordt wel aanvaard dat een onroerend goed dat middels een tontine gekocht werd met wederzijdse instemming van beide partijen kan verdeeld worden. Maar wanneer één van de partijen niet akkoord gaat met de verdeling, kan volgens het merendeel van de rechtsleer niet tot verdeling worden overgegaan waardoor de “tontinepartners” veroordeeld blijven tot de bepalingen van de tontine. Om dit te vermijden kan u het beding van aanwas verkiezen boven de tontine (zie verder). Tontines worden meestal bedongen tussen samenwonenden. Maar ook tussen echtgenoten die gehuwd zijn onder een stelsel van scheiding van goederen
worden zij vaak gehanteerd. Doordat de goederen die het voorwerp uitmaken van de tontine niet in de nalatenschap vallen van de eerst stervende, zullen de erfgenamen bij een correct uitgevoerde tontine geen inbreng of inkorting kunnen vorderen. Dit is vooral van belang bij een tweede huwelijk waardoor alsdan de rechten van de langstlevende gevrijwaard blijven. In de praktijk wordt bij een tweede huwelijk meestal de tontine in vruchtgebruik gehanteerd. EIGENDOM-TONTINE EN FISCUS Bij aankoop worden de registratierechten geheven op het aandeel van ieder der deelgenoten (zonder hierbij rekening te houden met het tontinebeding dat stelt dat men bij vooroverlijden geacht wordt nooit eigenaar te zijn geweest). Bij het overlijden van de eerststervende worden de rechten geheven op het bijkomende gedeelte dat de langstlevende verwerft. Volgens het tarief toepasselijk op het ogenblik van de aankoop en op basis van de waarde van het goed op het moment van het overlijden.
VRUCHTGEBRUIK- TONTINE EN FISCUS Bij de aankoop wordt het verschuldigde recht geheven op ieders aandeel, zonder rekening te houden met het tontinebeding dat men geacht wordt geen rechten te verwerven voor zover men eerst komt te overlijden. Bij het overlijden van de eerststervende wordt het recht geheven op het bijkomende deel in vruchtgebruik dat de langstlevende verwerft ingevolge het overlijden van de eerststervende. Sinds 2001 worden samenwonende in het vlaamse gewest fiscaal gelijk gesteld met gehuwden. De vraag stelt zich dan ook of in Vlaanderen er nog belang kan bestaan bij een tontine, anders dan in Wallonië en in Brussel. Tontine blijft interessant in Vlaanderen wanneer de partners nog ouders hebben of kinderen teneinde aldus te bekomen dat de goederen overgaan naar de langstlevende. Maar ook voor echtgenoten en samenwonenden kan de tontine fiscaal interessant zijn. Hiertoe is het aangewezen u goed fiscaal te laten bijstaan afhankelijk van uw eigen situatie. DISCRIMINATIE DOOR FISCUS VAN AANWAS EN TONTINE SINDS 2007 Vanaf 1 januari 2007 zijn de successierechten op de gezinswoning in Vlaanderen afgeschaft voor de rechten die langstlevende echtgenoot in deze woning verkrijgt. Dit voordel bestaat niet ten aanzien van de gezinswoning die door samenwonenden middels de tontine of het beding van aanwas wordt aangekocht. Bij het overlijden van de eerststervende dient de langstlevende dan, binnen de vier maanden, een verklaring ter registratie aan te bieden en de registratierechten (reken op 10 %) te betalen op de rechten die hij verkrijgt (in de regel is dit op de waarde van de helft van de woning die aanwast). De vrijstelling van de successierechten op de gezinswoning telt dus niet voor de meeste samenwonenden, namelijk voor zij die gekocht hebben met een beding van tontine of aanwas. Het vervangen van een tontinebeding of een beding van aanwas door een gewone onverdeeldheid, waarvoor de vrijstelling van successierechten wel geldt
lost het probleem wel fiscaal op maar biedt geen geen zekerheid dat de gezinswoning naar de langstlevende gaat. Dit omdat de feitelijk samenwonenden niet van mekaar erven. Vanaf 18 mei 2007 erven wettelijk (dus geen feitelijke samenwonenden wel van mekaar, zonder dat er in een testament dient voorzien te worden. De langstlevende wettelijk samenwonende partner erft het vruchtgebruik van de gemeenschappelijke verblijfplaats en de daarin aanwezige inboedel. Dit vruchtgebruik kan net zoals bij echtgenoten enkel worden omgezet (in volle eigendom, kapitaal of in een rente) met de goedkeuring van de langstlevende wettelijk samenwonende partner. De langstlevende wettelijk samenwonende partner heeft evenwel geen reservatair recht op de gezinswoning, waardoor de wettelijk samenwonende partner middels testament kan onterfd worden. Samenwonenden kunnen wel een (steeds herroepbaar) testament opmaken, docht dit testament kan niet de rechten van de “reservataire erfgenamen” ongedaan maken maken, zoals deze van eventuele kinderen of van de ouders van ongehuwde samenwonenden die elk ¼ van de nalatenschap kunnen opeisen. Dit probleem kan opgelost worden door een huwelijk tussen de samenwonenden (al zou er binnenkort een wet gestemd worden die één en ander zou verhelpen, doch zekerheid kan terzake niet geboden). BEDINGEN VAN AANWAS De tontine heeft als belangrijkste nadeel de problemen om uit onverdeeldheid te treden. Het beding van aanwas verhelpt hieraan. Bij het beding van aanwas wordt bepaald dat bij het overlijden het aandeel van de eerst stervende van rechtswege toekomt aan de langstlevende. In praktijk wordt het beding van aanwas thans heel wat meer gebruikt dan de ietwat verouderde tontine. Bij het beding van aanwas staan de partners de volle eigendom van hun deel af aan de andere partners onder opschortende voorwaarde van hun vooroverlijden. Als tegenprestatie verkrijgt dan deze overdrager de kans om de volle eigendom van het deel van de andere partner te verkrijgen voor zover hij of zij langer leeft. Een beding van aanwas wordt afgesloten voor een periode van twee jaar en wordt nadien telkemale stilzwijgend verlengd met periodes van twee jaar behoudens indien één van de partners de wil kenbaar heeft gemaakt om de aanwas te beëindigen. Dit kan dan gebeuren met een gewone aangetekende brief te versturen minstens drie maanden voor het einde van de lopende periode van twee jaar. De langstlevende van beide partners die ingevolge aanwas het volledige goed heeft verworven zal geen vergoeding verschuldigd zijn aan de erfgenamen van de eerst stervende. Aldus wordt zonder de overige nadelen van de tontine hetzelfde resultaat bereikt. Bij een beding van aanwas wordt in de regel gestipuleerd dat bij een relatiebreuk de partner die in de woning blijft een vergoeding zal betalen aan de andere partner ten belope van de helft van de normale huurwaarde die bij gebreke aan akkoord door een deskundige wordt bepaald. Het bereikte resultaat van het beding van aanwas is eigenlijk hetzelfde als bij
de tontine. De langstlevende verwerft het goed in volle eigendom og in vruchtgebruik na het overlijden van de eerststervende. Maar zolang beide partijen leven is het beding van aanwas opzegbaar en kunnen de modaliteiten van de beëindiging geregeld worden. De fiscale aspecten van de bedingen van aanwas en de tontine zijn dezelfde. Hoe kan een tontinebeding verbroken worden ? Men kan een tontine afsluiten voor een bepaalde duur, eens de duurtijd verstreken kan er een nieuw beding worden afgesloten, bij gebreke waaraan de rechten verlopen. Problemen kunnen zich stellen bij de beëindiging van een relatie waarin een tontine werd verleend, of wanneer de modaliteiten van een tontine dienen gewijzigd. Een tontine kan in onderling akkoord verbroken worden, deze verbreking dient dan in een notariële akte opgenomen te worden, om tegenstelbaar te zijn aan derden. Aangezien de oorspronkelijke verkoper een partij was bij de overeenkomst is het principieel noodzakelijk dat deze oorspronkelijke verkoper mee de verbrekingsovereenkomst of de wijzigingsovereenkomst ondertekent. Hier wringt vaak het schoentje, soms weigert deze verkoper zijn tussenkomst of kan hij niet meer teruggevonden worden. Dit probleem kan vooraf vermeden worden door gebruik te maken van het beding van aanwas (zie hoger) dan wel door in de verkoopakte te stipuleren dat de verkoper een onherroepelijke volmacht verleent aan de kopers om het tontinebeding te beëindigen. De fiscale administratie aanvaardde reeds dat de samenwonende partners onderling het tontinebeding kunnen verbreken, zonder tussenkomst van de verkoper, omdat die er normalerwijze geen belang bij heeft om de verbreking van het beding te betwisten. Hierbij behoudt de administratie zich het recht voor haar standpunt te herzien ingeval van latere betwisting van de verbreking (Besliss. 14 december 1992, Rec. Gén. Enr. Not., 1993, nr. 24.238; Besliss. 4 augustus 1995, Rec. Gén. Enr. Not., 1996, nr. 24.558). Rechtspraak: • Antwerpen 10 februari 1988, Rev. not. b. 1988, 437; , T. Not. 1989, 320. Opdat een tontineovereenkomst geldig zou zijn is niet vereist dat de contractanten het goed ab initio, door verkoop of schenking, gemeenschappelijk van een derde verkrijgen; de verkrijging voor gemene rekening kan eveneens geschieden door middel van een verenigingscontract 'sui generis' tussen de contractanten, dat het ermee gepaard gaand beding van aanwas voorafgaat. Dergelijk geldig tontinebeding is geen verboden erfovereenkomst. De tontine is in principe een kansovereenkomst die niet uit vrijgevigheid gesloten wordt. In casu blijkt het leeftijdsverschil tussen de contractanten niet van die aard te zijn dat de gelijkheid van de (overlevings)kansen erdoor teniet gaat. Als een volmacht op een rekening bepaalt dat de lasthebber de rekening in zijn voordeel mag salderen, is hij gemachtigd gelden aan zichzelf te schenken.
Het beding van aanwas - ook tontine genoemd - maakt geen beding uit over een toekomstige nalatenschap (art. 1130, lid 2 B.W.), indien overeengekomen werd dat bij overlijden van de ene echtgenoot, diens aandeel in de gemeenschap in vruchtgebruik zal toekomen aan de mede-echtgenoot. • Rb. Gent (14e k.) 2 september 2003, T. Not. 2005, afl. 7-8, 409, noot BOUCKAERT, F. . met noot BOUCKAERT, F., Hoe tontine- en aanwasbedingen kunnen worden beëindigd? Bedenkingen bij het vonnis van de rechtbank te Gent van 2 september 2003, bij het arrest van het Hof van Beroep te Gent van 24 maart 2005 en bij het vonnis van de rechtbank te Brugge van 16 januari 2004
Een beding waarbij elke partij een voorwaardelijk recht verwerft op het volledige goed (hetzij in eigendom, hetzij in vruchtgebruik) onder voorwaarde van het vooroverlijden van de andere partij, kan niet worden omgezet in de uitonverdeeldheidtreding, zolang de voorwaarde van het vooroverlijden van een van hen niet is vervuld. Door middel van een tontinebeding wordt een bepaald goed voorbestemd om bij overlijden van de partner de toekomst van de langstlevende van de partners veilig te stellen door hem of haar de zekerheid te geven dat hij/zij het goed zal kunnen blijven bewonen, zonder te worden verontrust door de aanspraken van de erfgenamen van de eerststervende. De tontine brengt dan een doelvermogen tot stand dat van het persoonsbegrip wordt losgeweekt zodat de deelgenoten er eenzijdig geen eind kunnen aan maken. Uitonverdeeldheidtreding is derhalve, onder gelding van het tontinebeding, uitgesloten. Volgens cassatierechtspraak vervalt een gift of een testament wanneer de oorzaak (lees beweegreden) is komen te verdwijnen. Niets staat eraan in de weg dat die leer wordt toegepast op rechtshandelingen onder bezwarende titel, inzonderheid wanneer, in het kader van een tontineovereenkomst, de relatie tussen de partners verbroken is. Een overeenkomst onder bezwarende titel aangegaan zoals een tontine- of aanwasbeding of een van haar bedingen vervalt, wanneer ze ingevolge gewijzigde omstandigheden geen reden van bestaan meer heeft. De partij die onder die omstandigheden aandringt op de uitvoering van de overeenkomst, handelt niet te goeder trouw. Uitonverdeeldheidtreding moet dan ook in die hypothese worden toegestaan. Het feit dat een partij zich verzet tegen de uitonverdeeldheidtreding omdat verweerder de woning deels met eigen geld gefinancierd heeft en de hypothecaire lening heeft afbetaald, ook al heeft de eiseres huishoudelijke lasten gedragen, is niet van die aard dat daardoor de eis om uit onverdeeldheid te treden, kan worden afgewend. Verrekeningen tussen echtgenoten kunnen plaatshebben tijdens de verrichtingen van de verdeling van de gelden na openbare verkoping van het onroerend goed.
Parlementaire vragen
Parlementaire Vraag nr. 839 van de heer Van Biesen dd. 14.06.2005 Vr. en Antw., Kamer, 2004-2005, nr. 086, blz. 15000-15001 Tontine en aanwas - Roerende goederen
VRAAG Het gebruik van de tontine en/of bedingen van aanwas tussen ongehuwde samenwoners, (en in bepaalde omstandigheden) tussen echtgenoten is reeds lang ingeburgerd bij verwerving van onroerende goederen. In de juridische doctrine is men ervan overtuigd dat de tontine en/of het beding van aanwas ook mogelijk moet zijn met betrekking tot roerende goederen. Bij mijn weten heeft de fiscale administratie tot op heden nog geen officieel standpunt ingenomen inzake tontine- en aanwasbedingen met betrekking tot roerende goederen. Immers, uit de aanhef van de administratieve aanschrijving nr. 17 van 22 oktober 1992 over deze materie blijkt dat deze enkel van toepassing is op onroerende goederen. 1. Kan u bevestigen dat de fiscus de fiscaal gunstige werking - inzonderheid afwezigheid van schenkingsen successierechten - eveneens aanvaardt bij tontineen/ of bedingen van aanwas die roerende goederen tot voorwerp hebben? 2. Kan u meedelen hoe de fiscale administratie concreet de fiscale behandeling ziet van de tontine- en/of aanwasbedingen die roerende goederen tot voorwerp hebben, zowel in de hypothese dat de tontine/aanwas op de volle eigendom slaat als in de hypothese dat deze enkel op het vruchtgebruik betrekking heeft? 3. a) Is de fiscale behandeling verschillend naar gelang de begunstigden van het beding al dan niet gehuwd zijn? b) Zo ja, op grond waarvan wordt een eventuele verschillende behandeling tussen gehuwden en ongehuwden verantwoord? ANTWOORD (minister van Financiën, 08.07.2005) 1. Ik kan u bevestigen dat de principes die gelden voor bedingen van tontine en/of aanwas die betrekking hebben op onroerende goederen ook gelden voor bedingen van tontine en/of aanwas die roerende goederen betreffen. 2. Voor de concrete fiscale behandeling van tontine-en/of aanwasbedingen verwijs ik het geachte lid naai de aanschrijving nr. 17 van 22 oktober 1992. De in deze aanschrijving uiteengezette principes zijn mutatis mutandis van toepassing op tontine- en/of aanwasbedingen betreffende roerende goederen 3. De kwalificatie van een tontine- en/of aanwasbeding als een verrichting ten bezwarende titel of als een verrichting ten kosteloze titel hangt af van de bedoeling van de partijen. Deze bedoeling wordt nagegaan rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak en onder meer met de hoedanigheid van partijen en met de tussen hen bestaande banden. Voor de kwalificatie van een aanwasbeding tussen echtgenoten gaat de administratie uit van een feitelijk vermoeden van vrijgevigheid. Er wordt aangenomen dat deze aanwas normaal voortkomt uit wederkerige bevoordelingen. Vanzelfsprekend mag dit vermoeden van vrijgevigheid, zowel door de administratie als door de partijen, weerlegd worden. De fiscale behandeling is bijgevolg niet verschillend naar gelang de begunstigden van het beding al dan niet gehuwd zijn. In elke hypothese wordt er uiteindelijk rekening gehouden met de bedoeling van de partijen. Vraag nr. 840 van de heer Van Biesen dd. 14.06.2005 Vr. en Antw., Kamer, 2004-2005, nr. 086, blz. 15001-15003 Beding van aanwas - Familiebedrijfsaandelen VRAAG Onder impuls van het verlaagd schenkingsrecht voor roerende goederen (in Vlaanderen en Brussel) gaan bedrijfsleiders alsmaar vaker over tot schenking van de aandelen van het familiebedrijf aan hun kinderen-opvolgers.
Stel dat de kinderen-opvolgers niet gehuwd zijn (bijvoorbeeld twee ongehuwde broers) en de bedrijfsleider hen zijn aandelen in onverdeeldheid schenkt. Stel dat vervolgens de begiftigden - die per hypothese min of meer leeftijdsgenoten zijn - onderling overgaan tot de opmaak van een contract van beding van aanwas waardoor bij het overlijden van één van hen de langstlevende het volledige aandelenpakket bekomt ten titel van kanscontract onder bezwarende titel. 1. Is het dan correct dat op deze aanwas door de langstlevende van de begiftigden geen successierecht moet betaald worden en evenmin enig schenkingsrecht? 2. Kan u bevestigen dat het in casu om een verkrijging buiten erfenis gaat die ten bezwarende titel is waardoor er noch verkooprechten, noch schenkingsrechten, noch successierechten moeten betaald worden? ANTWOORD (minister van Financiën, 08.07.2005) Vooraf wens ik erop te wijzen dat, zoals door het geachte lid in zijn vraag werd gesteld, mijn antwoord enkel betrekking heeft op de in het Vlaams en het Brussels Gewest toepasselijke wetgeving. Aangezien de titel van de aanwas, die plaatsheeft bij het overlijden van de eerststervende, gelegen is in een overeenkomst onder de levenden, valt de aanwas in beginsel in het toepassingsgebied van het registratierecht en niet in dat van het successierecht. De kwalificatie van een aanwasbeding als een verrichting ten bezwarende titel of als een verrichting ten kosteloze titel hangt af van de bedoeling van de partijen. Deze bedoeling wordt nagegaan rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak en onder meer met de hoedanigheid van partijen en met de tussen hen bestaande banden. Ik kan u bevestigen dat indien de overeenkomst van aanwas een werkelijk kanscontract is, en bijgevolg ten bezwarende titel, de aanwas niet aan een evenredig registratierecht onderworpen is en evenmin aan het successierecht. Wanneer er evenwel een bevoordelingsbedoeling aanwezig is, wordt het aanwasbeding als een schenking gekwalificeerd. In dat geval zal in beginsel het schenkingsrecht verschuldigd zijn indien het contract van aanwas bij een in België verleden notariële akte werd vastgesteld of in een vrijwillig ter registratie aangeboden onderhandse akte. Voor schenkingen gelokaliseerd in het Vlaams en het Brussels Gewest is dit schenkingsrecht evenwel niet van toepassing wanneer deze schenking met een legaat wordt gelijkgesteld (artikel 131, § 2, laatste lid, in fine van het Wetboek van registratie juncto artikel 4, 3°, van het Wetboek van successierechten). Door deze gelijkschakeling is het successierecht verschuldigd op de aanwas. Indien het contract van beding van aanwas niet bij een in België verleden notariële akte werd vastgesteld of niet in een vrijwillig ter registratie aangeboden onderhandse akte, is artikel 7 van het Wetboek van successierechten toepasselijk indien de schenker overlijdt binnen de drie jaar te rekenen vanaf de datum van de overeenkomst van aanwas.
rechtsleer Dirk Michiels: zie rubriek Tontine en aanwas op zijn site met verder uitgediepte info over fiscaliteit en tontine en beding van aanwas tussen echtgenoten
Elfri De Neve