30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 1
Binnenstad Bericht Informatie Binnenstad Parochie Utrecht
11 Juli/Augustus 2008
In dit nummer:
Toekomst parochieblad Berichten uit de Achterhoek, slot Aankondiging Willibrordprocessie
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 2
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
COLOFON Jaargang 11 nummer 11 Een uitgave van de Binnenstad Parochie Utrecht Dit blad wordt binnen de parochiegrenzen gratis bezorgd bij hen die dat willen.Voor € 9,00 per jaar kan het per post worden toegestuurd. Het kan ook gratis van achteruit de kerk worden meegenomen. Verschijnt 1x per maand Redactieadres: Rozenstraat 1 3511 BV Utrecht De pastoor van de Binnenstadparochie draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit Binnenstadbericht e-mail:
[email protected] Druk: Drukkerij Anraad, Nieuwegein Overname van artikelen is met bronvermelding toegestaan. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden artikelen al dan niet (ingekort) te plaatsen.
Verschijningsdatum volgende nummer Zoals u op bladzijde 7 kunt lezen is het op dit moment nog niet helemaal duidelijk of en wanneer een volgend nummer van dit blad zal verschijnen. Als er in september weer een editie uitkomt moet de kopij daarvoor uiterlijk 15 augustus bij de redactie zijn ingeleverd. De nieuwste uitgave van Binnenstad Bericht staat telkens ongeveer een week voor de officiële verschijningsdatum al op de websites van de Kathedraal en Augustinus.
2
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 3
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
Geloven dat Jesus naar ons toe is gezonden Zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden (Joh 17,8). Wie zegt dit eigenlijk? Wie is hier aan het woord? En waarop doelt de spreker? Aan het woord is Jesus. Hij richt zich al biddend tot God, zijn hemelse Vader. En Hij spreekt over zijn leerlingen. Zij zijn het die in Hem geloven. Nu is ‘geloven’ een woord waar je veel kanten mee op kunt. Het heeft uiteenlopende betekenissen. Ik geloof er geen snars van: dan kun je er niets mee. Ik geloof dat het morgen mooi weer wordt: dan weet je het niet zeker. Maar als je zegt: ik geloof daar wel in: dan heb je veel vertrouwen in de zaak. En om dat laatste gaat het hier. Als we op zondag tijdens de viering van de eucharistie ons geloof belijden met de woorden: Ik geloof in Jesus, zijn eniggeboren Zoon onze Heer, dan betekent die belijdenis dat je vertrouwen in Hem zo groot is dat je met Hem op weg durft te gaan. Je bent door Hem geraakt. Je bent ervan overtuigd geraakt dat Hij belangrijk voor je is: niet zomaar voor even, maar voor heel je leven; zó belangrijk dat je het aandurft met Hem verder te gaan. Verder komen willen we allemaal. Niemand wil blijven stilstaan of achterop raken op de weg die we hebben te gaan. We willen vooruit. En om vooruit te komen, heb je er niet genoeg aan de dingen logisch, mathematisch of metafysisch zeker te weten. Zekerheid kan zelfs de dood in de pot betekenen. Overigens is in het mensenleven niets zo zeker als de dood. Om vooruit te komen, dien je vooral vertrouwen te hebben. Zelfs de beurs keldert, als er geen vertrouwen is. Vriendschap verdwijnt, als je het vertrouwen in elkaar kwijtraakt of niet meer koestert. Zo is er ook tot God geen toegang, wanneer vertrouwen ontbreekt. Vertrouwen of liefde krijg je, als het om mensen gaat, hopelijk van je ouders, van een welwillende omgeving, van je vrienden of vriendinnen, van je man of je vrouw: vertrouwen, in allerhande situaties. Maar hoe positief dat ook mag zijn, en hoe desastreus als het niet gebeurt, steeds merken we dat we tegenover elkaar altijd in vertrouwen tekort schieten, tekort schieten in liefde geven, omdat we daarvan blijkbaar nooit genoeg kunnen krijgen. Het fundamentele vertrouwen kunnen we elkaar immers niet geven. Onze liefde stroomt vanuit een bron van liefde, ons vertrouwen ontspringt aan een oorsprong die wij niet zélf zijn. Als zoekers geschapen, blijven we steeds maar zoekend op weg naar die verre oorsprong, naar die uiteindelijke bron. Daar willen we bij terecht komen; daar willen we aankomen, gelijk het dorstige hert in psalm 42. Dat is ons doel, en dan het liefst samen met onze geliefden, samen met onze dierbaren, want gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Als wij belijden: Ik geloof in God de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde, dan gaat het over die bron. Als wij belijden: En in Jesus Christus zijn enige Zoon onze Heer, dan gaat het over de toegangsweg tot die bron. En als wij belijden: Ik geloof in de Heilige Geest, dan gaat het over het vertrouwen tussen Vader en Zoon, over hun liefde voor elkaar. (lees verder op blz. 4)
3
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 4
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
(vervolg van blz. 3) Onze liefde voor elkaar is daarvan een afgeleide. Vader en Zoon gelijken in hun Liefde zo op elkaar en zijn zo aan elkaar gelijk dat zij elkaar in hun Liefde niets toegeven. Hun verhouding is zo open en overvloedig dat hun Liefde van harte overstroomt omdat die geen grenzen kent. Er is in God nooit te weinig, altijd -om zo te zeggen- veel te veel, en wel zo’n overvloed dat hun Liefde ernaar verlangt ons en alle mensen en heel de schepping te overkomen. Zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden. Wij belijden dat in het openbaar en voor elkaar. Wij geloven dat God Jesus heeft gezonden, niet alleen naar deze wereld als totaliteit, maar ook heel bijzonder naar ons zelf, naar ieder van ons persoonlijk. Om zover te komen dat je dit met overtuiging kunt zeggen, moet je eerst een eigen weg afleggen. Tot geloof komen gaat nooit vanzelf; en, achteraf gezien, kun je van je eigen geloven ook nooit vinden dat het zomaar toevallig gebeurt. Je zult nooit zeggen: Hé, dat is ook toevallig, ik merk dat ik geloof. Als je terugkijkt, kun je eventueel verbaasd zijn over de weg die hebt afgelegd. Je kunt er verwonderd over staan. Je voelt je misschien heel dankbaar dat je zover gekomen bent … Het enige wat je niet zult zeggen is, dat het louter toeval is. Dat je alleen tot geloven bent gekomen dankzij het blinde noodlot. Zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden. Wat doen wij tijdens het zingen of zeggen van de geloofsbelijdenis anders dan belijden dat Jesus naar ons toe is gezonden door God? Want dat betekent het toch voor ons: dat God Hem op onze weg heeft gestuurd. Op sommige ogenblikken denk je misschien wel eens: niet alleen op mijn weg gestuurd, maar ook op mijn dak. Dat God Jesus op je dak heeft gestuurd. Maar wij, die Jesus op ons dak hebben gekregen, wonen nu onder zijn dak. En onze eigen weg gaat nu samen met de Weg die Jesus is. Hij zegt: Ik ben de Weg. Met Hem als we zijn, zijn we op die Weg niet meer alleen. Op die weg zijn we met velen en toch één. Het sacrament van het Doopsel geeft toegang tot de Weg die Jesus is. Het sacrament van het Vormsel geeft onze stappen op die Weg stevigheid. Het sacrament van de Eucharistie verinnigt onze verbondenheid met Hem, waardoor Hij voor ons niet alleen Weg en Waarheid is maar ook Leven. Het is dikwijls ontroerend van volwassenen te horen hoe zij dit op hun eigen weg hebben ontdekt, en hoe er toen een nieuwe wereld voor hen is open gegaan. Hoe zij in het sacrament dat we dagelijks mogen ontvangen, ernaar verlangen de bijzondere eenheid met Christus te vieren, gezalfd als zij zijn evenals hun medegelovigen in Jesus de Gezalfde. Pastor Martijn Schrama o.s.a.
4
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 5
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
De eeuwigheid in een fractie van een seconde Het verleden bestaat niet meer, het is voorbij. De toekomst daarentegen bestaat nog niet. Er is echter één moment waarvan we met zekerheid kunnen vaststellen dat het wél bestaat: dit moment wel te verstaan. Maak je dus geen zorgen over de dag van morgen. Nu keihard werken en later profiteren? Dat komt er slechts op neer dat je in je studententijd je uitslooft om een goede baan te krijgen en die goede baan alleen maar wilt om later een goed pensioen te krijgen. Ofwel, je bent dan bereid je beste tijd op te geven om als je oud bent goed te kunnen leven. En wie weet lig je voor die tijd al lang onder de graszoden. Het lijkt dus beter in het hier en nu te leven. Het vreemde aan tijd is dat er oneindig, of in ieder geval, vrij veel van schijnt te zijn. Je zou kunnen zeggen dat het altijd een seconde later kan worden. Net als met getallen: neem een willekeurig getal, en je kunt er altijd weer 1 bij optellen. We hebben dus oneindig veel tijd, maar we weten dat alleen maar het nu daadwerkelijk bestaat. Het nu duurt echter vrij kort. Vergeleken met de oneindige zee van tijd waar we ons in bevinden is het nu een minuscuul deel. Dit deel is ongeveer even groot als één druppel water vergeleken met een oceaan. Als je het op deze manier bekijkt is dit moment niet van grote betekenis. Het is zo weer voorbij, en het deel van de tijd dat het beslaat is oneindig klein, lees nul. Dit is onverzoenbaar met de bewering dat het moment alles is. Dit klinkt u misschien wat te filosofisch in de oren, maar het is voor de praktijk van groot belang. De bereidheid van personen om te investeren in een project dat pas over 20, 50 of 100 jaar vruchten zal afwerpen, bepaalt in grote mate de maatschappelijke beslissingen die worden genomen. Maar het is ook van belang voor ieder mens op zich, om te bedenken waar de prioriteiten liggen. Daarbij is een begrip van zowel het moment als de oneindigheid noodzakelijk. Wanneer we keuzes maken – wat we voortdurend doen – begeven we ons automatisch in het spanningsveld tussen de twee. Beide hebben de neiging de ander te verdrijven. We zien dit ook sterk terug in het christelijke geloof. God is aan de ene kant eeuwig, tijdloos, onveranderlijk. Aan de andere kant handelt God in de tijd. Schepping en eschaton (einde) zijn aan tijd gebonden. Dit geldt ook voor alles daartussen, zoals de komst van Jezus Christus. De eeuwige God werd op een bepaald moment een tijdgebonden persoon. Daarentegen is de Allerheiligste Drie-eenheid eeuwig, bestond dus ook al voor de geboorte van Jezus. Bij het spreken over de Drie-eenheid komen we al snel tot feiten die elkaar weerspreken. De ideeën eeuwigheid en moment laten elkaar niet toe. Toch zijn ze tegelijkertijd waar. In de Katholieke Kerk zijn we er toch aardig in geslaagd dit zichtbaar te maken. Tijdens de Eucharistie “vallen tijd en ruimte weg”: het offer van Jezus Christus vindt dan daadwerkelijk op dat moment plaats. Ook in ons dagelijks leven zijn we meestal goed in staat om de twee uitersten met elkaar te verzoenen. We maken plannen voor de toekomst, maar we genieten van het moment. Als mens hebben we voortdurend te maken met tegenstrijdigheden, maar we kunnen daar prima mee leven. Guido Jacobs
Groot naslagwerk verschenen over 20ste eeuwse ‘bloedgetuigen’ Recent is een groot naslagwerk verschenen over Nederlandse katholieke ‘bloedgetuigen’ uit de twintigste eeuw. Bij de millenniumwisseling riep paus Johannes Paulus II alle bisschoppen ter wereld op om de gedachtenis aan de landeigen martelaren van de 20ste eeuw niet verloren te laten gaan, hetgeen in Nederland dit omvangrijke naslagwerk (bijna 700 pagina’s) opleverde. De Nationale Raad voor Liturgie deed in opdracht van de Nederlandse bisschoppen onderzoek naar Nederlandse ‘bloedgetuigen’ uit de vorige eeuw. In het nu verschenen standaardwerk worden 221 Nederlandse ‘bloedgetuigen’ voorgesteld die als geloofsgetuigen om het leven zijn gekomen. De Nederlandse bisschoppen schrijven in hun gezamenlijk voorwoord: “Als bisschoppen van Nederland zijn wij dankbaar dat de oproep van paus Johannes Paulus II destijds nu ook in onze kerkprovincie heeft geleid tot het bijeenbrengen van het getuigenis van tientallen rooms-katholieke bloedgetuigen uit Nederland van de twintigste eeuw.” ‘Getuigen voor Christus. Rooms-katholieke bloedgetuigen uit Nederland in de twintigste eeuw’. Met een voorwoord van de Nederlandse bisschoppen. Uitgegeven door de Nationale Raad voor Liturgie, Den Bosch, 2008. Gebonden editie met stofomslag, geïllustreerd met foto’s, en voorzien van een omvangrijk register. Formaat: 25 x 17,5 cm. Omvang: 672 blz.. Prijs: € 44,90 (excl. verzenden). Bestellen: Administratie NRL, Postbus 13049, 3507 LA Utrecht, tel.: 030 2326909, e-mail:
[email protected]
5
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 6
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
DE BINNENSTAD PAROCHIE UTRECHT Centraal Adres Pastoraal Centrum, Rozenstraat 1, 3511 BV Utrecht. Achter de St. Augustinuskerk ligt het Pastoraal Centrum. De ingang is naast de ingang van parkeergarage La Vie. Voor informatie en vragen over de parochie kunt u bij het Pastoraal Centrum terecht op maandag tot en met vrijdag van 09.30u tot 12.30u. Telefoon: 030-2318545, e-mail:
[email protected]. Ook als u contact wilt met de pastores, dient u dit nummer te bellen. Buiten de openingstijden kunt u de voicemail inspreken, dan bellen wij u tijdens onze openingstijden terug. Alleen voor noodgevallen kunt u bellen naar 06-14395413. Als u de voicemail op de noodtelefoon inspreekt wordt u zo gauw mogelijk teruggebeld door een van de pastores. Het Pastoraal Team Pater J. van Dril o.s.a., pastoor en teamleider, verantwoordelijke voor de St. Augustinuskerk. Telefoon en voicemail: 030-2319288; e-mail:
[email protected] Telefonisch spreekuur: 030-2318545, donderdag 10.30-12.00 uur Pastor N. Schnell, verantwoordelijke voor de St. Catharinakerk. Telefoon: 030-2310490; e-mail:
[email protected] Telefonisch spreekuur: 030-2310490, donderdag 09.00-10.00 uur. Kosters St. Augustinuskerk: Th. van Hasselt St. Catharinakerk: W. Zuurhout, H. van Bunnik Gironummers Pastoor Augustinus Parochie Penningmeester Augustinus Parochie Penningmeester Catharina Parochie Actie Kerkbalans
: 191853 : 136740 : 148501 : 3341144
St. Augustinuskerk, Oudegracht 69 website: www.deaugustinus.com
St. Catharinakerk, Lange Nieuwstraat 36 website: www.dekathedraal.com
Tijden:
Tijden:
De St. Augustinuskerk is dagelijks geopend van 9.30-17.00; op donderdag is de kerk geopend van 12.00-13.30 en de Mariakapel van 10.30-16.30
Zaterdag:
Zaterdag:
12.00 uur 16.00 uur Zondag: 10.30 uur 12.30 uur Maandag t/m Vrijdag: 12.30 uur
H. Mis met samenzang Biechtgelegenheid tot 17.00 uur Hoogmis H. Mis (in de Engelse taal) H. Mis
11.00-17.00 uur Aanbidding in de Vredeskapel 17.15 tot 18.15 uur Aanbidding in de kerk Zaterdag: 17.15 uur Biechtgelegenheid tot 17.45 uur 18.30 uur H. Mis met samenzang Zondag: 10.30 uur Hoogmis 17.30 uur H. Mis (Vereniging voor Latijnse Liturgie) Woensdag: 19.00 uur H. Mis (in de Vredeskapel)
Open Kerk: elke zaterdagmiddag en koopzondag Open Kerk: zaterdag van 11.00-17.00 uur
6
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 7
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
Toekomst Binnenstadbericht Al jaren verschijnt iedere maand het Binnenstadbericht. In de zomermaanden valt er een nummer uit. Lang niet iedereen zal zich iedere keer als hij het nieuwe nummer ter hand neemt, realiseren wat daar allemaal voor komt kijken. De redactie die al een aantal jaren er voor gezorgd heeft dat het blad gevuld en gedrukt werd, heeft in het begin van dit jaar laten weten te stoppen met de werkzaamheden voor het blad. Een tijdelijke redactie heeft er voor gezorgd dat het Binnenstadbericht toch nog een poosje kon blijven verschijnen. Het nummer dat u nu in uw hand heeft, zal voorlopig het laatste zijn, tenzij het parochiebestuur er in slaagt, met uw medewerking, op korte termijn een nieuwe frisse redactie samen te stellen. Het parochiebestuur zoekt daarom een aantal parochianen die met elkaar zich willen inzetten voor het in stand houden van het Binnenstadbericht. Wij zoeken parochianen die betrokken zijn bij het kerkelijk leven, een vlotte pen hebben, vaardig op de pc zijn en die in goed overleg tot onderlinge taakverdeling kunnen komen. Een van de pastores is eindverantwoordelijk voor het pastorale gedeelte van het blad. We hopen van harte dat het septembernummer op de gebruikelijke wijze kan verschijnen. Mocht dit niet lukken, dan zal daarvoor in de plaats, in sobere opmaak, een mededelingenblad komen. U kunt ons helpen het niet zover te laten komen! U kunt uw belangstelling kenbaar maken door een mailtje te sturen naar het Pastoraalcentrum
[email protected] . Een gewone brief kan natuurlijk ook (Rozenstraat 1, 3511 BV Utrecht). Graag wil het parochiebestuur al degenen die de afgelopen jaren met hun tijd en aandacht er voor gezorgd hebben dat het Binnenstadbericht kon verschijnen hartelijk danken voor die vele, vele uren aan inzet. Martin Ridder Vicevoorzitter parochiebestuur
De Alpha-cursus Wilt u wel eens wat meer te weten komen over het christelijk geloof? Bent u nog maar pas christen geworden? Vraagt u zich af waarvoor u nou eigenlijk leeft? De Alpha-cursus biedt iedereen, jong en oud, de mogelijkheid dieper na te denken over of kennis te maken met het christelijk geloof. Onderwerpen die zoal aan de orde komen zijn: - Wat is bidden en hoe doe je dat? - Bijbellezen: waarom en hoe? - Waarom stierf Jezus aan het kruis? - Hoe zit het met de kerk? - Wie is de Heilige Geest? - Hoe leidt God ons? De cursus duurt 11 weken: tien donderdagavonden, een kort weekend en een slotavond. We beginnen altijd met een eenvoudige maaltijd. Vervolgens is er een inleiding en na de pauze praten we in kleine groepen over het onderwerp door. Vragen staat daarbij vrij op de Alpha-cursus! De Alpha-cursus is gratis. We vragen alleen een bijdrage voor de maaltijden en voor het weekend. De eerste avond kunt u vrijblijvend komen kijken of het iets voor u is. Welkom op de eerstvolgende cursus: Tijd: Locatie:
donderdagavond 11 september a.s. 18:30 tot 21:30 uur Nieuwegracht 61, Utrecht
U kunt zich telefonisch of per e-mail aanmelden bij: Elly Kooistra, tel. 030-2300735; e-mail:
[email protected] Leon Spithoven, tel. 06-16708579; e-mail:
[email protected]
7
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 8
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
De Tien Geboden (5) Het vierde gebod “Eer uw vader en uw moeder” Gezinsleven als spil van de samenleving In het oude Israël was het gezinsleven de spil waar de hele samenleving om draaide. Een leven zonder gezin was voor de Israëlieten ondenkbaar; het gezin was de basiseenheid van de stam en van de natie. Bij het woord ‘gezin’ moeten we dan wel denken aan een grotere familie dan wij tegenwoordig gewend zijn. De zonen die trouwden bleven thuis wonen en de dochters vertrokken pas als ze gingen trouwen. Een vrouw die weduwe werd of, wat helaas ook wel voorkwam, door haar man verstoten werd, keerde terug naar het huis van haar vader. Zo had iedereen, heel bijzondere gevallen daargelaten, altijd een thuisbasis, iets om op terug te vallen. Er is vooral de laatste decennia nogal benadrukt dat de samenleving in het oude Israël patriarchaal was en dat vrouwen er een inferieure positie zouden innemen. Als we het Oude Testament zorgvuldig lezen, blijkt dat echter behoorlijk mee te vallen. Zeker, vrouwen speelden hun voornaamste rol thuis, en voor iedere Israëlitische vrouw was het hoogste ideaal het moederschap. Daar moeten we echter onmiddellijk aan toe voegen dat het vaderschap ook het hoogste ideaal van iedere Israëlitische man was. De psalmist zegt het poëtisch: Kinderen zijn een geschenk van de Heer, de vrucht van de schoot is Zijn gave. Als pijlen gelegd in de hand van de strijder zijn zonen verwekt in zijn jeugd. Gelukkig wie daarmee zijn pijlkoker vult, hij staat niet beschaamd wanneer hij zich weert in de poort. (Ps. 127,4-5) Jong trouwen en veel kinderen krijgen, dat was het Israëlitische ideaal voor zowel jongens als meisjes. Het gezin vormde toen inderdaad de hoeksteen van de samenleving; sterker nog een andere vorm van leven was amper mogelijk. Vrede en harmonie in het gezin Als er in een gezin vrede en harmonie zullen heersen, moet er wederzijds respect zijn. Het vierde gebod regelt dit respect van de kinderen ten opzichte van de ouders, en de Israëlieten legden daar ook tamelijk veel nadruk op, waarbij moet worden opgemerkt dat de eerbied jegens de moeder zeker niet minder zwaar telde dan die jegens de vader. In het boek Leviticus (19,3) wordt de traditionele volgorde van het vierde gebod zelfs omgedraaid: “Ieder van u moet eerbied hebben voor zijn moeder en vader”. Wie zijn vader of moeder slaat of vervloekt staat de doodstraf te wachten (Ex. 21,15;17). Er zijn ook heel wat teksten die het belang van de moeder en haar gezag over de kinderen aantonen. De auteur van het boek Jezus Sirach windt er geen doekjes om: “De Heer heeft ... het oordeel van de moeder bindend gemaakt voor haar zonen”. (Sir. 3,2) “Wie zijn moeder eer bewijst is als iemand die schatten verzamelt”. (Sir. 3,3) Het is, zo blijkt uit de boven geciteerde teksten, een kwestie van zowel gehoorzaamheid als eerbied. Je kunt ook zeggen dat het om respect gaat. Als kinderen geen respect voor hun ouders hebben, is de harmonie in het gezin helemaal zoek. Geldt dat dan niet van ouders met betrekking tot hun kinderen? Zeker wel. Het oudtestamentische gebod is weliswaar strikt genomen beperkt tot de eerbied van kinderen jegens hun ouders, maar wil dit gebod de harmonie in het gezin bevorderen, dan zal het wederzijds moeten zijn. Eer uw kind Sint Paulus gaat in zijn brieven aan de Christenen van Kolosse en van Efese in op de verhouding tussen man en vrouw, en tussen ouders en kinderen. Over de verhouding tussen ouders en kinderen zegt hij in zijn brief aan de Kolossenzen: “Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verlie¬zen”. (Kol. 3,20-21) Aan de Efeziërs schrijft hij: “Kinderen, gehoorzaamt uw ouders; zo hoort het. Eer uw vader en uw moeder, zo luidt het eerste gebod waaraan een belofte is verbonden, opdat het u welga en gij lang moogt leven op aarde. En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt ze op met christelijke tucht en vermaning”. (Ef. 6,1-4) Zo zien we dat in het Nieuwe Testament het vierde gebod wederzijds is gemaakt. Niet alleen moeten kinderen hun ouders gehoorzamen en eren, maar ouders moeten hun kinderen goed opvoeden en zorgen dat ze de moed niet verliezen. Eigenlijk zien we bij deze uitwerking in het kader van het Nieuwe Testament pas de volheid van dit gebod. Eerbied en respect moeten wederzijds zijn. Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen, omdat ouders anders hun opvoedende taak niet kunnen uitvoeren. Ouders moeten goede, begripvolle en liefhebbende opvoeders zijn. Dan kan er harmonie in een gezin heersen, tot heil van alle gezinsleden. In zijn Brief aan de Gezinnen (1994) schrijft Paus Johannes Paulus II over, wat hij in navolging van Paus Paulus VI, de “cultuur van de liefde” is gaan noemen. In een goed gezin vinden we deze cultuur van de liefde. Men houdt van elkaar en heeft eerbied voor elkaar. Zo kan ieder gezinslid zich ontwikkelen en ontplooien tot volledige menselijkheid. (lees verder op blz. 9)
8
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 9
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
(vervolg van blz. 8) Eerbied voor ouderdom Onze samenleving heeft een overdreven voorkeur voor alles wat jong is. In alle advertentiecampagnes, met name op TV, worden de heerlijkheden van de jeugd benadrukt. Wie niet jong, slank, snel en dynamisch is, die hoort er gewoon niet meer bij. Ook als we de advertenties in de krant doorkijken, valt het al snel op dat voor de meeste banen een (lage) leeftijdsgrens wordt aangegeven. Het lijkt wel alsof ervaring amper nog van belang is, en over levenswijsheid hebben we het al helemaal niet. Dat is lang niet altijd zo geweest, en het is in andere culturen dan de onze ook tegenwoordig nog niet het geval. Met name in veel Aziatische landen heeft men grote eerbied voor oudere mensen, die veel hebben meegemaakt en dikwijls door ervaring en lijden wijs zijn geworden. In het Oude Testament geldt eerbied voor oude mensen als een goddelijke wet: “Gij moet opstaan voor een grijsaard en eerbied hebben voor een bejaarde” (Lev. 19,32). Maar dat ook toen jonge mensen wel eens de neiging hadden oudere mensen, en zelfs hun ouders, minder netjes te bejegenen, blijkt uit sommige vermaningen: “Zoon, verzorg uw vader als hij oud is, en doe hem geen ver¬driet, zolang hij leeft. Ook al is zijn verstand verzwakt, gij moet het hem niet kwalijk nemen, en hem niet verachten, gij die nog al uw kracht hebt”. (Sir. 3,12-13) “Luister naar uw vader ... en minacht niet uw moeder als zij oud is geworden”. (Spr. 23,22) Ook Paulus doet in deze kwestie nog een duit in het zakje: “Tegen een oudere man moogt gij niet uitvaren; spreek tot hem als was hij uw vader”. (1 Tim. 5,1) De moderne houding van ‘met ouderen hoef je geen rekening te houden’ is dus allesbehalve christelijk en bijbels, integendeel. Het gezin als leerschool van de eerbied Eerbied is tegenwoordig een schaars goed geworden. Hoe dikwijls horen we niet de klacht: “Ze hebben ook nergens meer eerbied voor”. Dat lijkt bij sommige mensen inderdaad het geval te zijn. Men heeft geen eerbied voor elkaars eigendommen: het aantal inbraken neemt jaarlijks toe, en over het aantal gestolen fietsen wil ik het niet eens hebben. Men heeft ook geen eerbied voor het openbare bezit: treinstellen en bushokjes worden gesloopt of het niets is. Ondanks het feit dat er een luidruchtige milieubeweging ontstaan is, hebben veel mensen absoluut geen eerbied voor de schepping. De vervuiling van water en lucht, de aanslagen op flora en fauna, ze gaan allemaal gewoon door. Maar nog veel erger is het gebrek aan eerbied voor de medemens. Het is hiermee net als met de milieubeweging, die de vervuiling ook geen halt kan toeroepen. Er zijn wel allerlei anti-discriminatie-wetten, en verenigingen die zich de zorg voor bepaalde groeperingen ten doel stellen, maar dat alles raakt de kern van de zaak niet. Ten diepste hebben heel veel mensen minachting voor anderen en staan ze volstrekt onverschillig tegenover hun medemensen. Juist die onverschilligheid is een van de griezeligste verschijnselen van onze tijd, want wie onverschillig staat tegenover een ander, zal die ander ook niet helpen of verdedigen als dat nodig is. Veel mensen hebben niet meer geleerd wat eerbied betekent, en dat komt niet op de laatste plaats omdat men het vierde gebod uit het oog verloren heeft. Wie thuis niet leert wat eerbied is, wie niet geleerd wordt zijn vader en moeder te eren, die maakt een slechte start in het leven waar het de eerbied in het algemeen betreft. Het gezin als huiskerk In het Oude Testament wordt de eerbied voor vader en moeder nogal eens gekoppeld aan de eerbied voor God. Jezus maakt dit verband nog explicieter als Hij ons leert God ‘Vader’ te noemen. Wij mogen God Vader noemen, maar hoe staat het met de eerbied voor die hemelse Vader? Wie niet geleerd heeft zijn ouders te eren, zal het ook niet gemakkelijk vinden de hemelse Vader de eer te bewijzen die Hem toekomt. Het gebrek aan eerbied, dat zo’n opvallend verschijnsel van deze tijd is, strekt zich heel nadrukkelijk uit tot gebrek aan eerbied voor God. Heel veel mensen geloven niet in God, of zeggen dat althans, maar ze putten zich wel uit in de schunnigste godslasteringen, zonder eerbied voor de gevoelens van gelovige mensen. Maar ook mensen die nog wel geloven, nemen het met de eerbied niet zo nauw. Als je echt nadenkt over de immense grootheid van God, zou je toch eerbiedig gedrag ten opzichte van Hem verwachten, maar helaas ... Gebrek aan eerbied is meer regel dan uitzondering. Hoeveel mensen, die nog wel naar de kerk gaan, knielen niet meer voor het Tabernakel? Hoeveel mensen blijven rustig zitten bij de Consecratie, wanneer de Godmens Jezus Zelf op het altaar komt? Het kan gebrek aan geloof zijn, maar het is vaak gewoon gebrek aan eerbied. In het gezin leren kinderen, als het goed is, eerbied en liefde kennen, voor hun ouders, voor andere mensen en voor God. Het is de plicht van de ouders ervoor te zorgen dat die eerbied mogelijk is. Zo kan het gezin echt een ‘huiskerk’ zijn, waar kinderen aansluitend aan het vierde gebod ook leren de hemelse Vader met liefdevolle eerbied tegemoet te treden. Nelly Stienstra
9
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 10
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
Berichten uit de Achterhoek (11) Tempus fugit. De tijd vliegt. Dat blijkt dit jaar eens te meer. De stage is voor mijn gevoel nauwelijks begonnen en hij is alweer voorbij. Komende donderdag (bij het schrijven van dit stuk) hebben we op de universiteit de afrondende bijeenkomst, waarop we met onze stagegroep onze eindevaluaties gaan bespreken. Ook kijken we terug naar wat we beleefd en geleerd hebben, en vooruit naar onze plannen voor de toekomst. Als ik terugkijk naar mijn eigen stagejaar, dan ben ik dankbaar voor alles wat ik mee heb mogen maken. Veel grote gebeurtenissen, maar ook veel kleine. Bij groot denk ik aan de bedevaarten en kermissen, maar ook aan de eerste communie in Vragender, of aan de uitvaart van een dorpsgenoot: allemaal zaken waarin het gemeenschappelijk leven van een dorp tot uiting komt. Maar ook de vele huisbezoeken, ontmoetingen en gesprekken tussendoor hebben mij veel gegeven. Wat is er mooier dan het geloof te leven, en dat samen te doen? Wat dat betreft hoor ik ook dat de mensen mijn aanwezigheid gewaardeerd hebben. Een fris iemand van buiten geeft altijd weer nieuwe impulsen aan een gemeenschap. Beide kanten geven elkaar wat. Het jaar heeft mij ook veel materiaal gegeven om over na te denken en om mij verder te ontwikkelen. Zowel wat betreft mijzelf, mijn sterke en zwakke kanten, als wat betreft de situatie van de kerk en hoe ik daar in de toekomst aan wil werken. Want met alle mooie dingen die ik meemaak, zie ik natuurlijk ook wel dat de kerk onder druk staat. Ook hier. Wat dat betreft is de situatie in de Achterhoek niet heel anders dan die in Utrecht. Waarmee ik niet wil zeggen dat er geen verschillen zijn! Het grootste verschil is mijns inziens de nog steeds innige verwevenheid van dorp en kerk in de Achterhoek. Dat beschouw ik tegelijk als een kracht en een zwakte. Een kracht, omdat veel mensen zich betrokken voelen en zich in willen zetten. Het verbaast me nog regelmatig hoe veel werk men voor de kerk wil verzetten, en hoeveel deuren open gaan zodra mensen weten dat je van de kerk bent. Maar ook een zwakte: want het geloof heeft als gevolg van de secularisatie geen vanzelfsprekende plaats meer. Dat maakte de eerste communie hier mij wel duidelijk. Alle kinderen doen mee, maar er zijn er bij die nog nooit een kerk van binnen hebben gezien. Het kost drie middagen voordat iedereen een kruisteken kan maken. En bij het organiseren van de vieringen blijkt, dat het meer om een ‘rite de passage’ in de dorpsgemeenschap gaat, dan om een stap in de relatie met Christus. Dit zeg ik niet om te klagen, of om iemand iets kwalijk te nemen. Maar wel om een verschil aan te geven dat ik zie tussen stad en dorp – kort door de bocht en sterk generaliserend uiteraard. Mensen die in de stad er nog voor kiezen om naar de kerk gaan, hebben echt iets met Christus en met het geloof. De betrokkenheid bij een concrete parochie is echter vaak tijdelijk, of tot op zekere hoogte, waardoor het moeilijk wordt een stabiele gemeenschap op te bouwen. De stadskerk loopt het gevaar uit elkaar te vallen. In het dorp is die stabiele gemeenschap geen probleem: de betrokkenheid is groot. Maar de inhoud heeft het moeilijk. De dorpskerk loopt het gevaar te ontkerkelijken. Waarom vertelde ik dit ook alweer? O ja: werken aan de toekomst. De uitdagingen in de stad zijn dus anders dan die in het dorp, en vergen daarom ook een andere aanpak. Dit wist ik voor de stage natuurlijk ook al, maar ik heb nu wel een beter idee van wat die verschillen precies zijn. Voor mijzelf betekent komend jaar een terugkeer naar het konvikt. Ik zal mijn eindscriptie gaan schrijven en de laatste vakken afronden. Daar denk ik nog één jaar voor nodig te hebben. In de zomer van 2009 zit het er dan op, zodat ik in het voorjaar van 2010 tot priester gewijd kan worden – Deo volente. Een leuk detail is, dat het konvikt een nieuwe conrector krijgt: mijn huidige stagepastoor, Patrick Kuipers. We kunnen dus samen naar de domstad verhuizen en blijven misschien zelfs huisgenoten. Wellicht zult U hem in de parochie ook wel eens zien. Ikzelf zal in ieder geval weer meer in de binnenstad meevieren, nu ik naar Utrecht terugkeer. Mijn maandelijkse stukjes komen hiermee aan hun einde. Ik heb van veel mensen gehoord dat ze ze met interesse gelezen hebben. Daar ben ik blij om, want dat was precies mijn bedoeling: om het contact met de thuisparochie vast te houden. Ik zie er naar uit om het komende jaar weer in uw midden te zijn. En als u dan wilt weten hoe het er met mij voorstaat: u mag mij altijd aanschieten. Wouter de Paepe priesterstudent
10
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 11
Binnenstad Bericht
Juli/Augustus 2008
Welkom bij de St.Willibrordprocessie Op zondagmiddag 14 september a.s. zal voor de zesde keer de St. Willibrordprocessie door de Binnenstad van Utrecht trekken. De processie werd in het jaar 2002 voor het eerst gehouden, toen de Binnenstadparochie Utrecht de eerste Nederlandse parochie was die gebruik maakte van de opheffing van het zogenaamde processieverbod. Wij zijn natuurlijk erg blij dat ons voorbeeld inmiddels de nodige navolging heeft gevonden. De processie wil een uiting zijn van onze dank aan God voor het leven en de arbeid van St. Willibrord, die in het jaar 690 vanuit Ierland naar ons land kwam om Christus en Zijn Evangelie te verkondigen en Zijn Kerk op te bouwen. De processie start om 16.00 uur bij het standbeeld van St.Willibrord op het Janskerkhof en gaat over het Domplein (waar St. Willibrord het eerste kerkje van St. Maarten herstelde en de eerste bisschopskerk bouwde, toegewijd aan Christus de Verlosser) naar de kathedraal St. Catharina in de Lange Nieuwstraat, waar een plechtige vespers gevierd zal worden. In de processie zullen het Evangelieboek en de schrijn met de relieken van St.Willibrord worden meegedragen. Als we over het Domplein trekken, zullen de klokken van de Dom feestelijk worden geluid, waarna de klokken van de kathedraal het overnemen. Iedereen – en dat geldt ook voor mensen van buiten de parochie – is van harte uitgenodigd zich bij de processie aan te sluiten en zo uitdrukking te geven aan het motto waaronder deze wordt gehouden: geloven mag gezien worden. Mgr.W.J Eijk, aartsbisschop van Utrecht, zal de processie leiden en tevens de celebrant zijn van de vespers, waarbij hij ook de homilie verzorgt. De processie zal worden begeleid door priesters, leden van de Ridderordes van Malta en het H.Graf van Jeruzalem, de fanfare Carolanka uit Montfoort en zangers. Het Kathedrale Koor Utrecht zal zingen tijdens de vespers. Na afloop van de Willibrordvespers is er gelegenheid elkaar informeel te ontmoeten in de pastorie aan de Nieuwegracht 61 onder het genot van een drankje. N.B. De Utrechtse Binnenstad is op 14 september autovrij. Wel bestaat de mogelijkheid te parkeren aan de rand van de stad en dan te voet of met het openbaar vervoer verder te gaan. Ook vanaf het Centraat Station is de Binnenstad heel gemakkelijk te bereiken.
11
30JX69-BINNENSTAD-JULI 08.qxd
19-06-2008
15:47
Pagina 12
Vakantie God, Gij geeft ons dagen van arbeid en dagen van rust. Wij bidden U: Dat wij Uw wereld bewonen in vrijheid en daarin Uw beeld herkennen. Dat wij de stad en het land liefhebben en ze beide vrijwaren voor verval. Dat wij het huis liefhebben vanwaar wij uitgaan en waarheen wij terugkeren. Dat wij het vreemde en het eigene waarderen, want de hele wereld is Uw heerlijkheid. Dat wij het hoge en het lage verzoenen, hemel en aarde, lichaam en geest, want uit de aarde zijn wij gevormd en door Uw adem zijn we bezield. Dat wij mogen leven in het broederlijke verbond met lucht en water en vuur en aarde, en zo aan den lijve verlossing ervaren. God, geef ons de vrijheid om te genieten van al Uw gaven en U in alles dank te zeggen. F. Cromphout