Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Gezondheid Koning Albert II–laan 35, bus 31, 1030 BRUSSEL Tel. 02 553 33 79 – Fax 02 553 34 35 E-mail:
[email protected]
Auditverslag Algemeen ziekenhuis Sint-Dimpna Geel December 2008
Inhoud Inhoud........................................................................................................................................2 Inleiding.....................................................................................................................................4 1.1. Toepassingsgebieden.....................................................................................................4 1.2. Definities........................................................................................................................4 1.3. Auditdata.......................................................................................................................5 1.4. Samenstelling van het auditteam..................................................................................5 Identificatie van de instelling....................................................................................................6 Algemeen beleid.........................................................................................................................7 Medisch beleid..........................................................................................................................12 Verpleegkundig beleid.............................................................................................................15 Kwaliteitsbeleid........................................................................................................................19 Audit van de verpleegafdelingen, diensten, functies en zorgprogramma’s ..................................................................................................................................................23 Verpleegafdelingen............................................................................................................23 Materniteit – verloskwartier – melkkeuken – neonatologie.............................................25 Zorgprogramma voor kinderen ..............................................................................................................................................28 Zorgprogramma voor geriatrie ..............................................................................................................................................30 Palliatieve functie ..............................................................................................................................................32 Gespecialiseerde spoedgevallenzorg..................................................................................33 Operatiekwartier – Centrale sterilisatie ..............................................................................................................................................35 Intensieve zorgen................................................................................................................38 Apotheek ..............................................................................................................................................39 Ombudsfunctie...................................................................................................................43 Milieu en hygiëne.....................................................................................................................45 Milieuvergunningen...........................................................................................................45 Voedselbereiding en -bedeling...........................................................................................45 Ziekenhuisafval..................................................................................................................46 Mortuarium .......................................................................................................................47 Drinkwaterdistributie.........................................................................................................48
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
2
Legionellabeheersing.........................................................................................................48 Huishoudelijk onderhoud..................................................................................................50 Linnenbehandeling............................................................................................................50 Opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen........................................................................51 Bestrijding en preventie van ongedierte............................................................................51 Klinisch laboratorium........................................................................................................52 Verbouwingen....................................................................................................................53 Infectieziektebeheersing .........................................................................................................54
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
3
Inleiding In het auditverslag bespreken we eerst het algemeen beleid dat betrekking heeft op de globale werking van het ziekenhuis. Daarna behandelen we achtereenvolgens het medisch en verpleegkundig beleid en het kwaliteitsbeleid. Vervolgens bespreken we de resultaten van de specifieke audit van de hospitalisatiedienst. Tenslotte worden de infectieziektepreventie en de medisch milieukundige aspecten besproken. Een voorlopige versie van het auditverslag wordt voorgesteld en afgegeven op de laatste dag van de audit.
1.1. Toepassingsgebieden 1. Kwaliteit van zorg • toetsing van de federale erkenningsnormen; • evaluatie van het kwaliteitsbeleid i.f.v. het kwaliteitsdecreet. 2. Infectieziektepreventie en medisch milieukundige aspecten: deze vaststellingen worden gedaan door het Toezicht Volksgezondheid.
1.2. Definities In het auditverslag wordt gebruik gemaakt van 5 soorten vaststellingen: Algemene vaststellingen Deze elementen scoren niet negatief en niet positief. Ze worden beschouwd als nuttige achtergrondinformatie. Sterke punten Dit zijn punten die de auditoren als een meerwaarde voor het ziekenhuis beschouwen. Het minimaal voldoen aan de normen wordt niet als een meerwaarde aanzien. Aanbevelingen De aanbevelingen zijn niet dwingend en niet gebonden aan normering. Het zijn de adviezen die de auditoren wensen mee te geven ter verbetering van de kwaliteit van zorg. Non-conformiteiten Dit zijn de elementen die volgens het team niet conform de norm zijn. Hiervoor baseren de auditoren zich op de wetgeving. Gezien het agentschap Zorg en Gezondheid bevoegd is voor deze regelgeving en de interpretatie ervan dienen deze non-conformiteiten te worden gelezen Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
4
als een "voorstel van non-conformiteit". Het agentschap Zorg en Gezondheid kan deze kwalificatie wijzigen. Tekortkomingen Dit zijn net als de non-conformiteiten aspecten waarvoor het ziekenhuis onvoldoende scoort, maar de auditoren baseren zich hiervoor niet op erkenningsnormen. Gezien het agentschap Zorg en Gezondheid bevoegd is voor deze regelgeving en de interpretatie ervan dienen ook deze tekortkomingen te worden gelezen als een "voorstel van tekortkoming". Het agentschap Zorg en Gezondheid kan deze kwalificatie wijzigen. Het agentschap Zorg en Gezondheid zal op basis van deze informatie de definitieve kwalificatie van de vaststellingen alsook, met betrekking tot sommige non-conformiteiten, de uiterlijke termijnen bepalen tegen wanneer de instelling gevolg moet gegeven hebben aan de opmerkingen. Indien er geen termijn aan gekoppeld werd, dient de non-conformiteit weggewerkt te worden tegen de volgende audit. Non-conformiteiten en tekortkomingen zullen steeds het voorwerp uitmaken van een opvolging.
1.3. Auditdata De audit vond plaats op volgende data: 4 december 2008 9 december 2008 15 december 2008 18 december 2008
Audit Audit Opmaak verslag Presentatie verslag
1.4. Samenstelling van het auditteam Tom Wylin Veerle Meeus Nele Van Cauteren Inge Maes Frank Noorts Koen Schoeters
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
Hoofdauditor IVA Inspectie WVG Auditor IVA Inspectie WVG Auditor IVA Inspectie WVG Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid
5
Identificatie van de instelling Naam Adres Gemeente Telefoon Fax e-mail web Erkenningsnummer
Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna J.B. Stessensstraat 2 2440 Geel 014 / 57 77 77 014 / 57 74 23
[email protected] www.azstdimpna.be 709
Inrichtende macht Autonome Verzorgingsinstelling AZ Sint-Dimpna J.B. Stessensstraat 2 2440 Geel Voorzitter van de Raad van Bestuur Dhr. M. Vangenechten
Directie Algemeen directeur Hoofdgeneesheer Directeur nursing Administratief-financieel directeur Directeur technische en facilitaire diensten
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
Dhr. Willy Verbraeken Dr. Jo Leenders Dhr. Walter Claessens Dhr. Marc Goormans Dhr. Danny Van Reeth
6
Algemeen beleid Algemene vaststellingen •
Het Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna telt 295 erkende bedden: C 117
D 115
G 25
E 15
M 23
Totaal 295
•
Het AZ Sint-Dimpna ontstond op 1 januari 1988 uit de fusie van het SintElisabethziekenhuis en de vlakbij gelegen Onze-Lieve-Vrouwkliniek. Alle hospitalisatieactiviteiten zijn intussen samengebracht op de campus Sint-Elisabeth. Op de andere campus bevinden zich administratieve diensten en de ambulante revalidatie.
•
Binnen een straal van 20 km liggen nog 4 ziekenhuizen in de Antwerpse Kempen die qua omvang weinig van elkaar verschillen: Sint-Elisabeth en Sint-Jozef te Turnhout (met 369 en 296 bedden), Sint-Elisabeth te Herentals (243 bedden) en het Heilig Hartziekenhuis te Mol (193 bedden).
•
Er bestaat een belangrijke samenwerking met het Heilig Hartziekenhuis van Mol (associatie voor de NMR, preferentiële samenwerking op het vlak van oncologie, neurologie en cardiologie). Deze samenwerking wil men in de toekomst verder uitbouwen. Verder bestaat er op het vlak van cardiologie een intense samenwerking met het UZ Antwerpen.
•
Qua bestuurstype is het ziekenhuis een autonome verzorgingsinstelling zoals voorzien in hoofdstuk XII van de OCMW-wetgeving. De Raad van Bestuur wordt gevormd door OCMW-raadsleden en de vzw Gemeenschap Augustinessen Geel, de vereniging die de vroegere O.L.V.-kliniek uitbaatte. Deze vzw zal zich echter uit het bestuur terugtrekken nadat alle patiëntgebonden activiteiten samengebracht zijn op de campus Sint-Elisabeth.
•
Er zijn een tijdlang gesprekken aan de gang geweest tussen de 5 ziekenhuizen uit de Antwerpse kempen met betrekking tot de oprichting van een cardiaal centrum. Deze gesprekken hebben niet tot een resultaat geleid.
Sterke punten •
De instelling werkt aan de realisatie van een toekomstproject. Hiertoe werd een zorgstrategisch plan ingediend. Hierin past de zoektocht naar Sp-bedden, het verwerven van bijkomende bedden voor NAH-patiënten en de vraag naar een erkende borstkliniek.
•
Het niet dragen van ringen of sieraden aan handen en polsen, als onderdeel van de richtlijnen rond handhygiëne, wordt in dit ziekenhuis goed toegepast.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
7
Non-conformiteiten •
De functie van ombudsman is - naargelang de versie van het organogram - een rechtstreekse staffunctie van de algemeen directeur of de directeur patiëntenzorg. Verder is de ombudsman ook kwaliteitscoördinator en middenkader en in deze laatste functie heeft hij een leidende functie. De ombudsman deelt zijn bureau met dat van de andere middenkaderleden en staat ook als dusdanig vermeld aan de buitenzijde van deze kantoorruimte. Verder wordt de klager bij afwezigheid van de ombudspersoon verwezen naar de directie. Deze werkwijze en positie compromitteert de strikte neutraliteit en onpartijdigheid van de ombudspersoon.
•
Het patiëntendossier is voor alle verpleegkundigen oproepbaar op de pc (beperkt tot de patiënten van de desbetreffende afdeling). Het systeem voorziet dat men zich steeds dient aan te loggen of af te loggen. Tijdens het bezoek bleek dat het dossier blijft openstaan eens aangelogd. Op verschillende plaatsen in het ziekenhuis zagen wij dat men de dossiers niet afsluit om vlot te kunnen blijven werken. Hierdoor kan men in de praktijk niet nagaan wie welke zorgen toediende, aangezien men in een dossier kan werken dat onder een andere login werd geopend. Ook vanuit het oogpunt van het beroepsgeheim is het belangrijk dat deze dossiers worden afgesloten. Het kan niet zijn dat bv. in de boxen van spoed of IZ eenieder (bezoekers, schoonmaakpersoneel, technici…) op de pc het patiëntendossier volledig kan raadplegen. Het is zelfs mogelijk om via deze weg ook andere patiëntendossiers te consulteren.
Tekortkomingen •
De instelling beschikt niet over een jaarverslag. Deze momenten van kritische terugblik, waarin zowel positieve als negatieve opmerkingen aan bod kunnen komen, kunnen voor de instelling nochtans de basis vormen voor een verder beleid van permanente verbetering.
• De huidige organogrammen dienen in de eerste plaats kritisch te worden herbekeken naar incongruenties: o Verschillende comités staan op het ene organogram wel, op het andere niet vermeld, of krijgen een andere naam (directeur nursing – directeur patiëntenzorg, comité veiligheid, farmaceutisch comité, kwaliteitscomité – kwaliteitscoördinator, directiecomité); o Verschillende comités en functies verschillen qua positie volgens organogram (ethisch comité, ombudsfunctie, sterilisatie, preventieadviseur…); o Andere organen ontbreken (comité medisch materiaal, antibioticabeleidsgroep, associatiecomité, verschillende poliklinieken, psychologen, overleg medische raad – raad van bestuur…); o Het verpleegkundig departement is totaal verschillend gestructureerd van organogram tot organogram. •
Een FONA-registratie is al enkele jaren lopende. In 2006 werden 164 meldingen geregistreerd, in 2007 267. De meldingen komen hoofdzakelijk van de afdelingen D8 en
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
8
D9 en het oncologisch dagziekenhuis (in 2006: 119/164 meldingen, d.i. 73%, in 2007: 185/267, d.i. 69%). Om een veilige en kwaliteitsvolle zorg te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat de FONA-registratie op alle afdelingen en vanuit alle departementen gebeurt. De registratie dient verder jaarlijks te resulteren in een rapport met sensibiliseringscampagnes en verbeteracties. In oktober 2008 werd een nieuw FONA-systeem opgestart (namelijk MIP), waarbij voorzien is in een regelmatige terugkoppeling en analyse. Verder is het nuttig de gegevens van de klachtenregistratie en de patiëntentevredenheidsenquêtes samen te beoordelen met deze van de MIP-registratie. •
Er worden niet steeds van alle – vaak informele - overlegvergaderingen verslagen opgemaakt (zo bespreken de directieleden ’s morgens allerhande problemen, maar worden de resultaten van deze besprekingen vaak niet of laattijdig geformaliseerd).
•
De interprofessionele werking, gebaseerd op een georganiseerd formeel overleg tussen de geneesheren, verpleegkundigen, zorgkundigen en paramedici, is in onvoldoende mate aanwezig. Integratie van medische, verpleegkundige en paramedische zorgen, waarbij de patiënt centraal wordt gesteld, vereist een goede communicatie en afstemming tussen de verschillende zorgactoren. Patiëntenbesprekingen op de dienst in aanwezigheid van de behandelende arts, opmaak van overdrachtsnota’s en medische orders, verdere ontwikkeling van procedures, standing orders en op evidentie gebaseerde zorgprocessen, enz. zijn hiervoor geëigende instrumenten.
•
De chirurgische (18 posities) en oncologische (12 posities) dagziekenhuizen kunnen niet alle dagpatiënten opvangen, waardoor zeer frequent dagpatiënten opgevangen worden op gewone verpleegafdelingen.
•
De interne signalisatie vertoont verschillende gebreken. Zo is de weg naar de directie nergens aangeduid. Er is geen enkele signalisatie naar de ombudsdienst, ook het geriatrisch dagziekenhuis is nergens aangegeven.
•
Mede door de concentratie van de activiteiten op één campus, beschikt het ziekenhuis over te weinig parkeerplaatsen. Tijdens de audit konden we geregeld vaststellen dat vanaf 9 uur alle parkeerplaatsen waren ingenomen en dat mensen overal rond het ziekenhuisdomein op zoek moeten naar een plaatsje.
•
Er werd recent gewerkt aan het op punt zetten van het beleid inzake fixatie en isolatie van agressieve en geagiteerde patiënten binnen het ziekenhuis. In de praktijk blijkt dit beleid nog niet goed toegepast te worden. Men dient meer vorming te voorzien bij de implementatie van de nieuwe werkwijze. Verder voldoet de isolatiekamer op spoed niet aan de vereisten inzake veiligheid, waardoor deze kamer tot op heden amper gebruikt werd. Men dient deze aan te passen en het beleid hieraan aan te passen. Daarbij dient duidelijker omschreven te worden wanneer isolatie en/of fixatie kan worden toegepast, en dient het toezicht op de patiënt beter uitgewerkt te worden.
•
De activiteiten van het ethisch comité staan eerder op een laag pitje. De voorbije jaren kwam het ethisch comité telkens een keer samen. Advies om het plaatselijk ethisch comité bekender en toegankelijker te maken op de
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
9
werkvloer. Recent werd hiervoor iemand specifiek aangeduid en merkt men al een toename van de activiteit. Een scherpere profilering kan bijdragen aan een grotere belangstelling. Dit is mogelijk via infobrochures, een eigen stek op het intranet… De oprichting van een specifiek ethisch meldpunt waar iedere medewerker ethische problemen kenbaar kan maken zou ook een optie kunnen zijn. Men dient verder te onderzoeken of alle beroepsgroepen (verpleegkundigen, apotheker) zich in voldoende mate betrokken voelen bij het ethische discours binnen het ziekenhuis. •
Er is geen uitgeschreven procedure voor disfunctionerende personeelsleden.
Aanbevelingen •
We bevelen aan om bij de keuze van nieuwe leden voor de Raad van Bestuur de voorkeur te geven aan personen met expertise in ziekenhuismanagement, dit om de professionalisering verder door te voeren op het niveau van de Raad van Bestuur. Hierbij aansluitend bevelen we aan te taak van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering blijvend te evalueren in het licht van recente adviezen van de koepelorganisaties inzake hospital governance.
•
We bevelen aan om taken en verantwoordelijkheden duidelijk te omschrijven voor alle managementfuncties en –organen (bv. tijdsinvulling en taken hoofdgeneesheer; kwaliteitscoördinator, ombudspersoon…).
•
De opstelling en uitwerking van jaarverslagen per dienst, functie en zorgprogramma, die multidisciplinair worden geëvalueerd, staat voor tal van diensten nog in zijn kinderschoenen. Met de opstelling van beleidsplannen werd amper een aanvang genomen. Deze momenten van kritische terugblik, waarin zowel positieve als negatieve opmerkingen aan bod kunnen komen, kunnen de basis vormen voor een verder beleid van permanente verbetering. We bevelen aan om met het oog op zelfevaluatie door de afdelingen en diensten en voor stoffering van het jaarverslag, de centraal beschikbare registratiegegevens (MKG, MVG…) op maat van de verschillende diensten terug te koppelen.
•
De laatste jaren is er regelmatig rechtstreeks overleg tussen een delegatie van de Medische Raad en een delegatie van de raad van bestuur. We bevelen aan dit overleg te formaliseren en uit te breiden tot een Permanent Overlegcomité, zoals voorzien is in de ziekenhuiswetgeving.
•
De organisatie van het ziekenhuis is nog te veel gestructureerd vanuit het aanbod, met grotendeels naast elkaar opgestelde afdelingen en professionele groepen. Dit bemoeilijkt de geïntegreerde en multidisciplinaire benadering van de patiënt, hetgeen noodzakelijk is wil men de patiënt centraal stellen. Wil men de zorg explicieter op de patiënt oriënteren, dan dient de organisatie van het ziekenhuis zich ook meer te richten naar de zorgprocessen en naar de behoeften en vragen van de patiënt.
•
Gezien de belangrijke impact van de apotheek op het financiële en organisatorische vlak, is een nauwe betrokkenheid van de hoofdapotheker in het dagelijkse bestuur van het
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
10
ziekenhuis van groot belang. Een nauwe samenwerking met de algemeen directeur, de hoofdgeneesheer, verpleegkundig directeur en het hoofd van de administratief en financieel departement, is dan ook vereist. Een systematische uitnodiging van de hoofdapotheker op de vergaderingen van het directiecomité kan in dit kader worden overwogen. •
Het gebruikte beperkingformulier op de afdelingen voorziet drie codes van restrictie. Dit formulier wordt enkel bij het instellen van een restrictie toegevoegd aan het dossier. We bevelen aan het protocol therapeutische codering uit te breiden met een therapeutische codering 0 (geen therapeutische restricties), en de status voor elke patiënt te specifiëren.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
11
Medisch beleid Algemene vaststellingen •
Er zijn 93 artsen verbonden aan het ziekenhuis (23 als consulent, toegelaten geneesheer, in het kader van de MOC’s of als assistent).
•
De huidige hoofdgeneesheer is pas aangesteld, sinds 26/09/2008, in opvolging van een pensioengerechtigde collega. De hoofdgeneesheer, die aangesteld is voor onbepaalde duur, is daarnaast nog halftijds aan de slag als neuroloog. Voorheen was hij 3 jaar de ondervoorzitter en 5 jaar de voorzitter van de medische raad.
•
De hoofdgeneesheer is, net als de algemeen, de administratief-financieel directeur en de directeur patiëntenzorg, ook adviserend lid van de Raad van Bestuur. De hoofdgeneesheer blijft verder deel uitmaken van de medische raad.
Sterke punten •
Ondanks het ontbreken van revalidatiebedden, beschikt het ziekenhuis over een sterk uitgebouwde revalidatiedienst, men ondermeer verschillende revalidatieartsen.
•
De medische raad heeft een (externe) vertegenwoordiger binnen de Raad van Bestuur.
•
De artsen zijn volgens specialiteit verbonden in grote associaties. Associatievorming wordt gestimuleerd vanuit het beheer.
Non-conformiteiten •
Er is geen medisch jaarverslag. Er bestaat alleen een verzamelmap met bundeling van een aantal jaarverslagen, die onderling sterk van elkaar verschillen qua structuur en inhoudelijke kwaliteit.
•
Thuismedicatie wordt door de huisarts voorgeschreven, door de patiënt meegebracht, op de kamer bewaard en valt onder verantwoordelijkheid van de patiënt. Het bewaren van de medicatie op de kamer en inname zonder toezicht van het verpleegkundige personeel dient vermeden te worden. Indien dit toch wordt toegepast, dient de behandelende geneesheer hiervoor een medisch order in het patiëntendossier te noteren. De verpleegkundigen kunnen dan niet aansprakelijk gesteld worden voor het eventueel foutief toedienen van geneesmiddelen.
Tekortkomingen •
De medische activiteit is onvoldoende gestructureerd en te weinig geïntegreerd in de totale ziekenhuisactiviteit.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
12
o Het medisch departement is op een weinig logische manier gestructureerd (een “departement heelkunde” naast “ziekenhuisdiensten”; ORL is een onderdeel van de algemene heelkunde, terwijl orthopedie geen deel uitmaakt van het departement heelkunde, radiologie staat los van NMR…). In het organogram zijn ook een paar hiaten (spoed, palliatieve); o De functie van geneesheer-diensthoofd kent soms een facultatief bestaan en dient naar zijn doelstelling te worden hersteld. De geneesheer-diensthoofden dienen op regelmatige basis onderling te overleggen, evenals met de hoofdgeneesheer en verpleegkundigen en dit op een gestructureerde wijze; o Er is te weinig gestructureerd en formeel overleg tussen de artsen onderling en met het verpleegkundig departement; o Procedures verschillen tussen artsen van eenzelfde discipline; o Onvoldoende aantal multidisciplinaire vergaderingen en patiëntenbesprekingen. o Er zijn weinig afspraken over de organisatie van de zaalrondes op de verpleegafdelingen. o Strategische, op elkaar afgestemde beleidsplannen van de verschillende disciplines ontbreken, wat de ontwikkeling van een gefundeerde toekomstvisie bemoeilijkt. o Een gestructureerde toetsing van de medische kwaliteit bestaat niet. o Onvoldoende betrokkenheid van de artsen in het kwaliteitsbeleid. Het is uitermate belangrijk dat alle artsen in hun werking deel uit maken van de ziekenhuisorganisatie als één geheel. Het oude denkbeeld van een ziekenhuis als facilitair bedrijf, waar artsen hun patiënten konden behandelen en laten verzorgen, dient te worden vermeden. •
De interne liaison geriatrie is onvoldoende ontwikkeld. De beperkte omvang van de dienst ligt echter aan de basis van het feit dat heel wat geriatrische patiënten op de afdelingen interne en chirurgie terechtkomen, wat de noodzaak aan een interne liaison des te groter maakt. Een plurisdisciplinaire benadering en de opstart van revalidatie vanaf de eerste dag van opname bepaalt in sterke mate de kans op terugkeer naar huis voor geriatrische patiënten. Een opname van een geriatrische patiënt op een niet-geriatrische afdeling houdt een verhoogd risico in inzake morbiditeit en mortaliteit. Verdere uitwerking van de interne liaisonwerking op alle afdelingen en opleiding van de referentieverpleegkundigen is dan ook nodig.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
13
Aanbevelingen •
We bevelen aan om voor de medische diensthoofden een opleiding inzake communicatie en het omgaan met klachten te organiseren.
•
Wil men een daadwerkelijke betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van het artsenkorps bekomen voor de organisatie en beleid van de zorgverlening, dan dient de participatie van de artsen aan het management van het ziekenhuis te worden geïntensifieerd. We bevelen in dit kader aan om een aantal artsen te stimuleren om de opleiding ziekenhuismanagement te volgen.
•
In het ziekenhuis worden regelmatig vulvaplasties uitgevoerd (minstens 15 in 2007). Het is van belang steeds goed te overwegen of de indicatie voor deze ingreep wel voldoende verdedigbaar is. Zoniet, dan loopt men het risico dat dit later beschouwd wordt als genitale verminking. Wij adviseren daarom een procedure op te stellen waarbij voorafgaand aan iedere mogelijke casus een bespreking op en advies van het ethisch comité voorzien wordt.
•
De medische raad vervult een aantal opdrachten m.b.t. de kwaliteit van de zorg binnen het ziekenhuis. Wel zou de medische raad nog wat actiever kunnen participeren aan het kwaliteitsbeleid binnen het ziekenhuis.
•
We bevelen aan om investeringsbehoeften op een meer gestructureerde manier op te maken en een investeringsplan op te stellen met een tijdshorizon van bijvoorbeeld drie jaar.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
14
Verpleegkundig beleid Algemene vaststellingen •
Aan het hoofd van het verpleegkundig departement staat de directeur patiëntenzorg. De 4 zorgcoördinators hebben een gecombineerde lijn/staffunctie. De diensten IZ, spoed, OK, sterilisatie, labo en revalidatie worden rechtstreeks aangestuurd door de directeur patiëntenzorg. Hij is tevens verantwoordelijk voor de aansturing van de paramedici.
•
Eén van de zorgcoördinatoren, tevens ombudspersoon én kwaliteitsverantwoordelijke verlaat vanaf januari 2009 het ziekenhuis. De hoofdverpleegkundige van het zorgprogramma voor kinderen/pediatrie neemt de functies over.
•
Grote diensten (bv. OK en revalidatie) hebben naast een hoofdverpleegkundige ook een adjunct-hoofdverpleegkundige.
•
Momenteel beschikken drie afdelingen (M, IZ, spoed en het zorgprogramma voor kinderen) over een afdelingsbeleidsplan.
•
Sinds november 2008 is men van start gegaan met het invoeren van de verpleegkundige procedures in een computerprogramma waardoor deze via intranet eenvoudig raadpleegbaar zijn.
Sterke punten •
De betrokkenheid van de directeur patiëntenzorg en het middenkader bij de werkvloer is groot. Zo komen zij dagelijks langs op verpleegafdelingen waarvoor zij verantwoordelijk zijn en zijn ze aanwezig op de verplichte afdelingsvergaderingen.
•
De functie van hoofdverpleegkundigen evolueert meer en meer naar een managementopdracht. Hoofdverpleegkundigen worden aangeworven via een assessmentbureau en worden getest op competentieprofielen die werden uitgewerkt in een functieomschrijving. In 2007 volgden de hoofdverpleegkundigen een opleiding i.v.m. functioneringsgesprekken en klinische processen. In 2009 gaan 5 hoofdverpleegkundigen de opleiding clinical leadership volgen. Op de hoofdverpleegkundigenvergadering krijgen hoofdverpleegkundigen gegevens betreffende de werking van hun eigen dienst teruggekoppeld, bv. bezettingsgegevens, verbruik handalcoholgel, verbruik handschoenen, feedback uit patiëntentevredenheidsmetingen (obesitaskliniek, na cataractingreep), klachten (spoed). Waar nodig worden hier verbeteracties opgezet (bv. wachttijden obesitaskliniek, communicatie op spoed). De directie opteert ervoor om hoofdverpleegkundigen fulltime te laten werken. Enkel verlof i.v.m. tijdskrediet en het opnemen van ADV-dagen (arbeidsduurvermindering) wordt toegelaten. Dit is om de continuïteit te verzekeren.
•
Verpleegkundigen met een BBT en referentieverpleegkundigen die een cursus van meer dan 160 uren volgen krijgen een loontoeslag.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
15
•
Men werkt o.a. met referentieverpleegkundigen wondzorg. Deze verpleegkundigen hebben een bijkomende opleiding wondzorg gehad en hebben maandelijks overleg (met casusbespreking, bespreking nieuwe materialen) onder leiding van het middenkader. Dit leidde tot een nieuw wondzorgdossier (intranet) en afspraken met de apotheek i.v.m. bestellen van specifieke high-tech verbanden.
•
Regelmatig gaan de verpleegkundig ziekenhuishygiënisten langs op een afdeling met een checklist i.v.m. hygiëne. Verbeterpunten worden onmiddellijk doorgegeven. In de toekomst gaat men de jaarlijkse audit van een verpleegafdeling (momenteel opgeschort) door de directeur en het middenkader integreren in een audit i.v.m. patiëntveiligheid (controle van o.a. patiëntenidentificatiebandjes, documenten i.v.m. bloedtransfusies…).
Non-conformiteiten •
Rekening houdend met het aantal bedden, is er normatief nood aan een mobiele equipe van 8,23 VTE. Momenteel bestaat de mobiele equipe uit 3 VTE verpleegkundigen en 2,5 VTE zorgkundigen. Er is een normatief tekort van 2,7 VTE.
•
Tijdens de weekdagen en in het weekend is een hoofdverpleegkundige aangeduid als supervisor, voor de nacht wordt deze taak aan niemand toevertrouwd.
Tekortkomingen •
De voorgelegde organogrammen van het verpleegkundig departement geven geen correct beeld van de huidige toestand. o Er wordt een andere benaming gebruikt voor de directeur patiëntenzorg in het algemeen organogram (directeur nursing); o Er wordt melding gemaakt van een adjunct-middenkader alhoewel zij momenteel als volwaardig middenkader in functie is; o Tevens is het organogram onvoldoende transparant inzake paramedisch personeel. Minimaal dient de hiërarchische weg inzake communicatie topdown en bottum- up duidelijk te worden weergegeven; o Verder dient duidelijk te worden wat de plaats van de ombudspersoon is (staat in het algemene organogram in staf van de algemeen directeur, in het verpleegkundig organogram in staf van de directeur patiëntenzorg.
•
De huidige taakinhoud van de zorgcoördinator, die naast middenkaderlid ook kwaliteitscoördinator en ombudspersoon is, lijkt te omvangrijk en dient geherevalueerd te worden.
•
Op verschillende verpleegafdelingen (dienst 6, 7 en 8) wordt een krappe personeelsbestaffing genoteerd. Er wordt op deze afdelingen veel beroep gedaan op interimpersoneel om tekorten aan te vullen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de actuele zorggraad van patiënten en de werklast voor het personeel. Het uitwerken en hanteren van een aangepast meetinstrument om de actuele zorggraad van de patiënten –
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
16
werklast voor het personeel in kaart te brengen en op basis daarvan (interim-)personeel objectief toe te wijzen, is in dit kader aan te bevelen. •
Er werd een jaarverslag 2007 verpleegkundig departement (bestaande uit activiteits- en personeelsgegevens) opgesteld. Dit geeft onvoldoende een beeld van de kwaliteit van het verpleegkundig handelen. Door middel van jaarverslagen wordt systematisch, periodiek en kritisch teruggekeken op de eigen werking. In het jaarverslag kan vermeld worden welke doelstellingen werden gerealiseerd en waar de eigen sterktes, zwaktes, opportuniteiten en eventuele bedreigingen zich bevinden. In het beleidsplan kan men hiervan vertrekkend de visie en missie van het verpleegkundig departement uitwerken.
•
Het patiëntendossier is teveel versnipperd en onoverzichtelijk. Naast het EMD, met een luik voor de registratie van verpleegkundige parameters en het elektronisch medicatieschema is er nog een papieren verpleegkundig (en vaak ook medisch) dossier. Het verpleegkundig zorgplan is dan weer elektronisch. Andere disciplines hebben vaak nog eigen nota’s. De verpleegkundigen hebben geen zicht op de gegevens over de kinesitherapeutische behandeling. De geriatrische interne liaison rapporteert in een apart dossier dat zich op de afdeling bevindt waar de patiënt verblijft. Ook het PST hanteert een eigen dossier. Op de kinderafdeling nemen de spelbegeleidster en de psychosociale medewerkers nota in eigen kaften en schrijven hun waarnemingen niet steeds in het patiëntendossier. Ook verslagen van multidisciplinaire teamvergaderingen zijn vaak niet terug te vinden in het patiëntendossier.
•
Er zijn veel informele contacten tussen de directeur patiëntenzorg en elk van de andere directieleden, maar geen gestructureerde formele contacten met verslag. Kunnen terugvallen op een verslag kan de opvolging van gemaakte afspraken ten goede komen.
•
Vaak bestaat de zorgplanning uit een kopie van de toegediende zorgen van de vorige dag, zonder enig overleg. Het is aangewezen om de zorg, op de kamer en in overleg met de patiënt te plannen. Zorgplanning is een belangrijk gegeven in de continuïteit van zorgverlening. Zorgplanning in overleg met de patiënt maakt het mogelijk om zelfzorg en betrokkenheid in het eigen genezingsproces te stimuleren. Afspraken tussen patiënt en zorgverlener, gebaseerd op verpleegkundige observaties, worden in het patiëntendossier weergegeven in de vorm van geplande zorg voor de dag nadien. Dit is de basis waarop de (collega) verpleegkundige zich zal baseren om, daags nadien, deze afspraken na te komen.
•
Verpleegkundigen in opleiding worden in het ziekenhuis tewerkgesteld (tijdens vakanties) als ‘verpleeghulp’. Er bestaat geen uitgeschreven taakomschrijving van wat deze jobstudenten al dan niet mogen doen.
•
Verpleegkundigen in vast nachtdienstverband werken nooit in dagdienst. Dit moet betrokkenen toelaten om bij te blijven inzake technieken op afdelingsniveau. Een gestructureerd programma voor deze dagen is aan te raden, zodat dit door de betrokken personeelsleden als een effectieve meerwaarde kan worden gezien.
•
Voor de opvang en begeleiding van de (her)intreders werd een inscholingsprogramma ziekenhuisbreed opgesteld. Nog niet op alle afdelingen verloopt de dienstspecifieke
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
17
inscholing volgens een stappenplan. Dit stappenplan kan verder ook gebruikt worden als leidraad tijdens evaluatiegesprekken. •
Het aantal uren /onderwerpen gevolgde vorming is beperkt. Er zijn geen afspraken i.v.m. aantal uren vorming. Men laat het initiatief over aan de medewerkers. Uit gesprekken op de werkvloer blijkt dat het vaak dezelfde verpleegkundigen zijn die vorming volgen.
•
Niet op alle hospitalisatie afdelingen zijn er afspraken in verband met zaalrondes of worden gemaakte afspraken niet steeds gerespecteerd. Op sommige afdelingen toeren artsen op allerhande momenten van de dag (D10: 7 artsen). Goede afspraken omtrent zaalrondes die haalbaar zijn voor alle partijen, zouden de verpleegkundigen kunnen toelaten om de zorg voor de patiënt optimaler te plannen.
Aanbevelingen •
Aanbeveling om een gestructureerd actief aanbod uit te werken om personeelsleden op te vangen na incidenten, en dit breed bekend te maken.
•
Niet op elke afdeling slaagt men erin om jaarlijks met alle medewerkers een functioneringsgesprek te houden. Het verdient aanbeveling de bestaande functieomschrijvingen voor elke dienst te herbekijken en te herwerken tot competentieprofielen met duidelijke doelstellingen en objectieve criteria, met aandacht voor functiedifferentiatie. Dit kan een basis zijn voor de functioneringsgesprekken.
•
Aanbeveling om het overleg tussen hoofdverpleegkundigen en medisch diensthoofden over de dagdagelijkse werking en het beleid (zoals op M, dienst 10, zorgprogramma voor kinderen en revalidatie) op alle afdelingen in te voeren.
•
We adviseren om op ziekenhuisniveau blijvend inspanning te leveren en manieren te zoeken waardoor de (dynamische) reële werklast per afdeling en functie kan worden geobjectiveerd. Enkel op deze wijze kan op objectieve wijze een optimale en transparante inzet van de personeelseffectieven (bv. de vliegende equipe) worden gerealiseerd.
•
We bevelen aan om het werken met interimkrachten kritisch te bewaken gezien de beperkte inscholingsmogelijkheden en het belang van zorgcontinuïteit.
•
Aanbeveling om de communicatie en informatiedoorstroming tussen directie en de werkvloer te evalueren (kennis van procedures, MIP-instrument, fixatiebeleid…).
•
Het operatiekwartier kan voor vervangingen geen beroep doen op de personeelsleden van de mobiele equipe, omdat het werk vrij specifiek is. Advies om na te gaan of het niet mogelijk zou zijn om bepaalde mensen van de mobiele equipe specifiek op te leiden voor deze dienst.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
18
Kwaliteitsbeleid Algemene vaststellingen •
Het ziekenhuis heeft geopteerd voor het behoud van een kwaliteitscoördinator (40% prestatieregime in functie van kwaliteitscoördinator, 35% middenkader waarvan meer dan de helft gaat naar de taak van coördinator geriatrisch zorgprogramma, 25% ombudsman) voor het uitwerken van het kwaliteitshandboek en dito kwaliteitsbeleid.
•
Het kwaliteitshandboek bestaat uit een paar bladzijden met de missie en visie die dan gevolgd worden door een verzameling van verschillende bijlagen (o.a. documenten, verslagen, beleidsplannen, powerpoint en andere voorstellingen…).
•
Binnen de 4 verplichte domeinen worden volgende verbeterdoelstellingen weerhouden en/of projecten uitgevoerd binnen het ziekenhuis. - Evaluatie van de klinische performantie: interne audit op de verpleegafdelingen, transfusiehandboek, MRSA opvolging, opvolging clostridium, opvolging septicemieën, opvolging valincidenten, opvolging handhygiëne, opvolging cijfers verloskunde, opvolging ziekenhuissterfte, opvolging ongeplande heropnames; - Evaluatie van de operationele performantie: opvolging verblijfsduur verloskunde, opvolging cataract in DH, opvolging varices in DH; - Evaluatie van de gebruikers: patiëntentevredenheidsmetingen bij volgende groepen; cataract, slaaplabo, pendel Antwerpen, obesitaskliniek, materniteit, algemene tevredenheid (pas in 2009), FONA en klachten; - Evaluatie van de medewerkers: opvolging absenteïsme, harmony uurroostering, tevredenheid inscholing.
•
In het kader van een preventiebeleid werd in oktober 2008 een nieuw FONA systeem opgestart, namelijk MIP (meldingen incidenten patiëntveiligheid). Het MIP systeem houdt, naast een registratie, ook een leer- en verbeterplatform in. (Bijna)-incidenten (agressie, decubitus, valincidenten, medicatieveiligheid, overleg, transfusie, diefstal, andere) kunnen gemeld worden via een elektronisch registratiedocument. Alle in MIP gerapporteerde incidenten worden geanalyseerd. Een eerste feedback van het nieuwe systeem werd georganiseerd op 19 november (na ongeveer 1,5 maand registratie). Door meerdere keuzemogelijkheden te voorzien, zien we een andere spreiding in de meldingen. Valincidenten blijven nog steeds de meest gemelde incidenten, maar ook medicatie, agressie en andere worden nu gemeld. Aangezien het systeem nog zeer recent werd geïntroduceerd dienen nog een aantal aanpassingen (i.f.v. tijdsbelasting, kosten en gebruiksvriendelijkheid) overwogen te worden en dient er nog werk gemaakt te moeten worden van de verdere implementatie ziekenhuisbreed en doorheen alle departementen (artsen, apotheek…).
Sterke punten •
Binnen het ziekenhuis worden heel wat projecten op enthousiaste wijze uitgewerkt.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
19
•
Naar aanleiding van de intekening aan het project van de FOD rond patiëntveiligheid werd een stuurgroep kwaliteit en patiëntveiligheid opgericht. Hierdoor werd een forum gecreëerd waarbinnen een duidelijke visie en strategie voor het patiëntveiligheidsbeleid kan ontwikkeld worden. De stuurgroep bestaat uit de hoofdgeneesheer, algemeen directeur, verpleegkundig directeur, kwaliteitscoördinator…). Op deze manier kan het patiëntveiligheidsbeleid ziekenhuisbreed worden gevoerd. o Er worden 2 keer per jaar interne controle audits op de verpleegafdelingen uitgevoerd. Deze controles zijn hoofdzakelijk gericht op zorgaspecten (bv. fixatieformulier, handhygiëne…) en zijn een bron van bruikbare informatie; o Men is een ‘patiëntenveiligheidskaart’ voor het personeel en een ‘patiëntenveiligheidsfolder’ voor patiënten aan het uitwerken (prototype is klaar); o Uit verscheidene verslagen blijkt een daadwerkelijke aanpak van verbeterpunten en een opvolging van de veranderingen en verbeterprocessen (cultuurmeting, MIPmeting…).
•
Door de gecombineerde functies van kwaliteitscoördinator, ombudsman, coördinator zorgprogramma geriatrie en middenkader, heeft de kwaliteitscoördinator een goed zicht op wat er leeft binnen het ziekenhuis. Zowel de verbeterpunten als de sterke punten zijn gekend.
•
Enkele hoofdverpleegkundigen (M, dienst 10) hebben missie en visie vertaald in een gedragscode aangepast aan hun verpleegafdeling. Deze gedragscode richt zich zowel naar de medewerker als de patiënt.
Non-conformiteiten •
Het domein evaluatie door de medewerkers werd nog niet opgestart. Het opvolgen van het absenteïsme kan niet gezien worden als een voldoende evaluatie van de verwachtingen, noden, behoeften en waarden van de medewerkers. Binnen dit gehele proces is het van belang de timing te bewaken, er moet aangetoond worden dat de vooropgestelde en uiteindelijke geselecteerde doelstellingen binnen een tijdspanne van 5 jaar behaald zullen worden (eind 2009).
•
Er is nog geen procedure vastgelegd in verband met de bekendmaking van het evaluatierapport van de zelfevaluatie. In dit evaluatierapport, opgemaakt door de administratie, wordt op objectieve wijze een beoordeling gegeven over de mate waarin de voorziening de kwaliteit van zorg waarborgt. Het moet door het ziekenhuis op actieve wijze aan de inrichtende macht, de medewerkers en de gebruikers van de voorziening worden kenbaar gemaakt. Het ziekenhuis dient hiertoe een procedure vast te leggen.
•
Een beschrijving van het kwaliteitsmanagementsysteem ontbreekt in het handboek. Het handboek bevat geen lijst van gangbare procedures, noch de procedure voor het opstellen van procedures.
Tekortkomingen •
Het kwaliteitshandboek is onvolledig uitgewerkt. Het kwaliteitshandboek is vooral een verzameling van verschillende bijlagen (o.a. documenten, verslagen, beleidsplannen,
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
20
powerpoint-presentaties…). De bindteksten en de linken tussen al deze verschillende documenten is niet altijd even duidelijk uitgewerkt. De verschillende stappen, zoals de regelgeving voorschrijft, zijn niet uitgewerkt. De gegevensverzameling waarop een analyse en een gemotiveerde keuze van verbeterdoelstellingen dient te gebeuren, ontbreekt volledig voor alle onderdelen binnen het kwaliteitshandboek. Momenteel is het niet duidelijk welke knelpunten het ziekenhuis voor elk domein heeft opgelijst, hoe zij hiertoe gekomen zijn en waarop men de uiteindelijke selectie heeft gebaseerd. •
Kwaliteitsbeleid is in dit ziekenhuis geen organisatiebeleid. Het kwaliteitsbeleid is enkel een verpleegkundige aangelegenheid en is te weinig gestuurd en gedragen door de voltallige directie. Andere departementen (medisch, facilitair…) participeren niet in dit beleid. Het is dan ook belangrijk dat de structuur waarbinnen kwaliteit ingebed wordt, vorm krijgt binnen dit ziekenhuis en zodanig uitgewerkt wordt dat aan deze voorwaarden voldaan wordt. Met de recente opstart van de stuurgroep patiëntveiligheid en kwaliteit waarin zowel de hoofdgeneesheer als de algemeen directeur zetelen, wordt hier zeker al een stap in de goede richting gezet.
•
Klinische performantie: - Er werd een te beperkte klinische sterkte-zwakte analyse opgemaakt door het ziekenhuis. De MKG-gegevens werden niet opgenomen en geanalyseerd in deze bespreking. Het is belangrijk dat het ziekenhuis zelf actief op zoek gaat naar gegevens en informatie omtrent hun klinische performantie. Het is belangrijk om op basis van deze gegevens en analyses, gemotiveerde keuzes te maken naar verbetering. Deze besprekingen moeten leiden tot ten minste één verbeterdoelstelling binnen de klinische performantie. - De geselecteerde verbeterdoelstellingen binnen de klinische performantie werden gekozen binnen het verpleegkundig middenkader zonder inbreng van artsen. - De doelstellingen zijn niet altijd even SMART opgemaakt en voorzien van actieplannen. Het is nochtans belangrijk doelstellingen zo specifiek en meetbaar mogelijk te omschrijven, zodat gericht hiernaartoe kan gewerkt worden met specifieke acties en hieraan gekoppelde timing. Loutere opvolging en het uitvoeren van metingen kunnen niet als verbeterdoelstelling benoemd worden.
•
De evaluatie door de gebruikers is beperkt tot een aantal welafgelijnde kleinere patiëntengroepen. Deze bevragingen (bv. cataract) geven slechts een fractie weer van de verwachtingen, noden en waarden binnen de gehele groep van gebruikers van het ziekenhuis. Het is belangrijk een systeem uit te werken waarbij een zo volledig en getrouw mogelijke weergave kan bekomen worden van de gehele gebruikersgroep, waardoor het beleid van het ziekenhuis optimaal de patiënt centraal kan stellen.
•
Binnen de zelfevaluatie van de gebruikers werden reeds tal van verbeteracties doorgevoerd. Deze verbeteracties worden ad hoc doorgevoerd naar aanleiding van de vastgestelde tekorten. Het is belangrijk deze ‘kleinere’ verbeteracties op te nemen in het kwaliteitshandboek. Het kan ook nuttig zijn de resultaten van de bevragingen (zeker deze van de geplande algemene patiëntenbevraging in 2009) op een voldoende hoog draagvlak te bespreken zodat eventueel ‘langere’ termijn doelstellingen kunnen gekozen worden.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
21
•
Binnen de periodieke evaluatie door de gebruikers en de medewerkers is het nodig deze groepen te definiëren en hun verwachtingen, noden, behoeften en waarden te inventariseren. Deze werkwijze laat toe gemotiveerde keuzes te maken in de verbetermogelijkheden.
•
De kwaliteitscoördinator heeft geen volledig zicht op alle mogelijke kwaliteitsprojecten binnen dit ziekenhuis. Vooral medische kwaliteitsprojecten lijken een eigen leven te leiden en kunnen ook los van elkaar opgezet worden. Het is belangrijk naar opvolging, ondersteuning en het leveren van onnodig dubbel werk dat een actueel overzicht bekomen wordt. Het is ook belangrijk de rol van de kwaliteitscoördinator ten volle naar waarde te schatten binnen het ziekenhuis. Zijn ervaring met het uitwerken van projecten (o.a. de keuze van indicatoren, informatieuitwisseling binnen de kwaco’s, oplossingen voor reeds eerder gestelde problemen…) kunnen bijdragen tot een efficiënte ondersteuning van de kwaliteitsprojecten binnen het ziekenhuis. Een systeem waardoor de opstart (of mogelijke opstart) van een nieuw project gemeld wordt aan de kwaliteitscoördinator zou kunnen bijdragen tot het bewaken van zo een volledig overzicht en kan de noodzaak naar ondersteuning afgetoetst worden.
•
Het is niet duidelijk op welke wijze de kwaliteitsprojecten, standaarden en procedures opgevolgd worden in hun praktijkuitvoering. Meer aandacht dient te worden besteed aan de kennis over en de correcte toepassing van de verschillende procedures bij de medewerkers. Een duidelijk systeem voor evaluatie/controle van de kennis en juiste uitvoering van de verschillende acties/processen, dient te worden uitgewerkt.
Aanbevelingen •
Er werd een functieomschrijving opgemaakt voor de kwaliteitscoördinator. Deze functieomschrijving dient kritisch herbekeken en aangepast te worden. In het licht van de toekomstige vervanging van de kwaliteitscoördinator kan het nuttig zijn de taken van de kwaliteitscoördinator uit te zuiveren, rekening houdend met de rol die hij binnen dit ziekenhuis dient te vervullen.
•
De interne controle audits op de afdelingen zijn momenteel goed ingeburgerd en aanvaard binnen het ziekenhuis. We bevelen aan deze audits uit te breiden naar controle op implementatie van procedures.
•
We bevelen aan de artsen en de ziekenhuisleiding meer te betrekken in het kwaliteitsbeleid. De noodzaak van te werken aan kwaliteit dient duidelijk gecommuniceerd te worden aan de artsen evenals de noodzaak van hun deelname hierin.
•
We bevelen aan de procedure van de procedure duidelijk uit te schrijven en te communiceren. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe procedure (hangt samen met de aankoop van een nieuw software pakket). Het is belangrijk de communicatie in een overgangsperiode tussen een oude en een nieuwe procedure te bewaken.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
22
Audit van de verpleegafdelingen, diensten, functies en zorgprogramma’s
Algemene vaststellingen •
D2 (kortverblijf), D10 (orthopedie/neurochirurgie), E, G en M werden bezocht.
•
De verpleegeenheid D10 telt 30 C-bedden verdeeld over 6 eenpersoonskamers en 12 tweepersoonskamers. Tot november 2008 werden comapatiënten opgenomen op deze afdeling. De bezetting voor 2007 bedroeg 82%.
•
De afdelingen beschikken over verschillende referentieverpleegkundigen: wondzorg, reanimatie, geriatrie en hygiëne. Er zijn mentoren aangeduid voor de begeleiding van studenten.
•
Men is recent gestart met het voeren van functioneringsgesprekken.
•
De afdeling D2, short stay, is niet mee opgenomen in het volledig elektronisch medicatiebeheer, wegens de eigenheid van de dienst (korte verblijfduur).
Sterke punten •
De gerenoveerde verpleegafdelingen zijn erg geslaagd. Men beschikt over aangename, ruime kamers, allen voorzien van een elektronisch verstelbaar bed. Overal zijn er Tempur®-matrassen.
•
Er hangt op alle afdelingen een richtlijn i.v.m. bezoek, die aandacht heeft voor algemene hygiëne aspecten (bezoekvolgorde, kledijvoorschriften).
•
Op de meeste verpleegafdelingen gebeurt het volledige medicatieproces geautomatiseerd. Medicatie wordt ook individueel herverpakt geleverd.
•
Men beschikt over klinische paden totale knie- en heupprothese. Patiënten die opgenomen worden in het kader van Joint Care krijgen worden uitgenodigd op een informatienamiddag (verloop operatie, revalidatie). Vragenlijsten i.v.m. anesthesie, voorbereiding op ontslag, checklist i.v.m. wat mee te brengen bij opname en thuismedicatie worden dan meegegeven.
Non-conformiteiten •
Volle zuurstofflessen zonder vaste bevestiging werden opgemerkt (G, D 10). Hiervoor dienen uit veiligheidsoverwegingen de nodige maatregelen te worden genomen.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
23
•
Verpleegkundigen zonder de nodige opleiding of 5 jaar ervaring dienen cytostatica toe (D2).
•
Er worden in de zomermaanden regelmatig kinderen opgenomen op de afdeling D2 (heelkunde; buisjes, tandjes).
Tekortkomingen •
Bij nazicht van een dossier van een patiënt die gefixeerd werd, bleek op het fixatieformulier de manier van fixatie niet ingevuld te zijn (D10). In een ander dossier (G) werd de goedkeuring door de arts niet op het formulier ingevuld en getekend. De goedkeuring werd wel vermeld in het verpleegkundig dossier, maar niet getekend.
•
Bij nazicht van een dossier bleek dat er gebruik werd gemaakt van een sticker om fouten te verbergen (D10).
•
Op siropen (bv. Lysotossil®) die in gebruik zijn wordt geen openingsdatum of patiëntenidentificatie vermeld.
•
Uit gesprek blijkt dat patiënten doorgaans een bedbad krijgen en men ze niet gestimuleerd krijgt om zich mits hulp aan de lavabo te wassen. In het kader van revalidatie en zelfredzaamheid naar ontslag dient dit geëvalueerd te worden (D10).
•
Er zijn geen multidisciplinaire patiëntenbesprekingen.
•
Door het gebruik van overdrachtformulieren/papieren bestaat het risico dat deze informatie niet altijd even consequent overgenomen wordt in het patiëntendossier. Men zou tot een werking moeten komen waar de zorgplanning gebeurt aan het bed van de patiënt en direct zijn weerslag vindt in het patiëntendossier (D10).
•
Afval en vuil linnen worden tot ophaling gestockeerd in de gang (D10).
•
Voorgeschreven medicatie, die niet werd toegediend, wordt niet geargumenteerd in het elektronisch dossier. Het is belangrijk dat steeds kan achterhaald worden waarom bepaalde medicatie niet wordt toegediend op het daarvoor voorziene tijdstip.
•
Op datum van bezoek was de reanimatiekar op verschillende afdelingen (G, M) niet verzegeld. Het is belangrijk na ieder gebruik de reanimatiekar te vervolledigen en opnieuw te verzegelen, zodat men te allen tijde op een volledig conforme reanimatiekar kan vertrouwen.
•
De voornaamste risico’s op fouten in de medicatiedistributie zijn: o het opstellen van medicatievoorschriften gebeurt door verpleegkundigen. Deze medicatievoorschriften worden achteraf gevalideerd (binnen de 24 uur); o geen sluitende controle op de thuismedicatie. Patiënten nemen zonder toezicht zelf thuismedicatie in, deze medicatie wordt meestal ook bewaard op de kamer
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
24
o o o
o
o
•
van de patiënt zelf. Thuismedicatie wordt niet steeds in de computer ingebracht. De reden waarom bepaalde medicatie niet wordt toegediend, wordt niet steeds vermeld. Medicatie (Actrapid®), individueel voorgeschreven wordt na opening nog 1 maand bewaard, en toegediend aan andere patiënten. Geen sluitende stockcontrole van de narcotische analgetica op afdelingsniveau. Er wordt gewerkt met een bundel van 10 afscheurbare voorschriften/per dosis/per medicatie. Dergelijk systeem is niet sluitend, het zegt niets over de oorspronkelijke begin aantallen. D2 heeft een voorraad van 30 ampullen Dipidolor® en een voorschriftenbundel van 10 voorschriften; Er gebeurt geen dagelijkse registratie van de koelkasttemperatuur. Niet alle koelkasten hebben een locker, en deze worden pas achteraf uitgelezen. De grenswaarden zijn niet steeds gekend en de richtlijnen omtrent wat te doen bij een alarm (= temperatuur bevindt zich buiten de grenswaarden) zijn onduidelijk voor de afdelingen (D2); De controle op vervaldata is niet sluitend; er werd één reeds lang vervallen medicijn teruggevonden.
De verpleegafdelingen kennen een aantal architectonische tekortkomingen: o De hoogte van de spiegels in de badkamers zijn niet aangepast aan rolstoelgebruikers (D10, D2); o Het toilet en de lavabo in 2 persoonskamers zijn niet rolstoeltoegankelijk.(D2); o De gemeenschappelijke douche is niet rolstoeltoegankelijk.
r – melkkeuken – neonatologie Algemene vaststellingen •
De kraamafdeling werd verbouwd in 2005 en telt 17 bedden, verdeeld over 3 luxekamers, 12 éénpersoonskamers en 1 tweepersoonskamer. Allen zijn voorzien van een badkamer met douche en toilet en een aparte babybox. Overnachting door de partner is mogelijk in de éénpersoonskamer op een relaxzetel, in de luxekamers op een zetelbed.
•
De ruime N* afdeling telt 4 gesloten incubators, 2 verwarmde bedjes en 5 gewone bedjes. Een isolatiebox en een borstvoedingsruimte (met aangenaam sfeerlicht en voorzien van oproepsysteem) is aanwezig. Tijdens de audit lagen er 7 kindjes op N*.
•
Het verloskwartier is ruim en bestaat uit 4 arbeids-verloskamers waarvan 1 met een bevallingsbad. De sectio’s gebeuren in het operatiekwartier. Naast een extra opvangruimte voor 2 baby’s is er een dokterslokaal en een monitorruimte met 2 bedden.
•
De melkkeuken bevindt zich op de afdeling. Men gebruikt enkel wegwerpflesjes en sinds 2007 maakt men gebruik van een snelkoeler. Alle medewerkers bereiden melkvoedingen.
•
De ruime verpleegpost is centraal gelegen tussen de kraamafdeling, het verloskwartier en N*. De consultatieruimten van de gynaecologen bevinden zich vlak naast het verloskwartier.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
25
•
Aanpalend aan de afdeling is een ruim lokaal waar o.a. prenatale kinesitherapie, prenatale cursussen en info-avonden van Kind en Gezin plaats hebben. Ook dienst- en stafvergaderingen gaan hier door.
•
Men beschikt over klinische paden: “normaal post-partum moeder” en “sectio”.
Sterke punten •
Het borstvoedingsbeleid, gebaseerd op de tien vuistregels van de WHO, werd in 2007 herwerkt door 2 lactatiedeskundigen. Deze lactatieverpleegkundigen gaven bijscholing aan de vroedvrouwen over het borstvoedingsbeleid en geven systematisch nieuwe informatie door. Men beschikt over een werkgroep borstvoeding die bestaat uit 4 vroedvrouwen waarvan er 2 nachtverpleegkundigen zijn. Via infobrochures, informatie-avonden en individuele begeleiding wordt borstvoeding éénduidig als de beste voeding gepromoot. Men beschikt over talrijke presentaties over borstvoeding, maar ook over borstvoeding in bijzondere omstandigheden bv. keizersnede, cupfeeding. I.v.m. een eventuele aanvraag voor baby friendly hospital heeft men een actieplan opgesteld (o.a. registratie van borstvoeding bij ontslag / uitgebreid verslag in verpleegdossier door vroedvrouw indien moeder wil stoppen met borstvoeding). De gynaecologen moeten dit actieplan nog goedkeuren.
•
Actieve betrokkenheid van de ouders bij de zorg wordt reeds aangehaald in de onthaalbrochure. Voor de vroedvrouwen zijn er specifieke (bv. startmoment verluieren premature baby door ouders) en algemene richtlijnen uitgewerkt. Ouders worden gevraagd om het volgblad pasgeborene op de kamer consequent in te vullen. Rooming-in wordt aangeboden aan ouders met een kind op N* i.f.v. ontslag. Kangoeroeën wordt gestimuleerd.
•
De dienst promoot spontane arbeid en bevalling, mits medisch verantwoord en met eerbied voor de keuze van de patiënt. Het inductiecijfer daalde de laatste jaren progressief (30,3% in 2007). In 2007 kregen de vroedvrouwen bijscholing over actief arbeidsbeleid. Zij bereiden toekomstige ouders hierop voor en laten hen een formulier ondertekenen waarmee zij aangeven uitgebreid geïnformeerd te zijn over de voor- en nadelen van het inleiden van de baring. Naar de toekomst wil men toekomstige ouders die een inductie wensen op 36 weken zwangerschap verplichten om een gesprek te hebben met een kinderarts.
•
De dienst kent een gestructureerde werking. Op medisch vlak komen de 5 gynaecologen maandelijks op associatieniveau samen om calamiteiten, opmerkingen, financiële perikelen, enz. te bespreken en bij te sturen. Drie- à viermaandelijks wordende perinatale sterftecijfers besproken op de multidisciplinaire patiëntenbespreking. Stagiairs-gynaecologen en -pediaters bereiden een case-report voor. De dienst materniteit beschikt over een afdelingsbeleidsplan 2008 met strategie, doelstellingen, indicatoren en een concrete planning, een visie op de huidige zorgverlening, aandachtspunten en uitdagingen. Dit werd opgesteld door de hoofdvroedvrouw en voorgelegd aan de gynaecologen. Tevens werd er door het medisch diensthoofd gynaecologie-verloskunde een jaarverslag 2007 opgesteld.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
26
Men gebruikt checklisten (weekplanning en maandplanning) voor de dienst neonatologie om allerhande taken (uitwassen ijskast, reinigen microgolfoven, reinigen incubator, reanimatie check, medicatie nakijken op vervaldatum…) op te volgen.
Non-conformiteiten •
Bij overbezetting van het ziekenhuis worden patiënten van het dagziekenhuis opgenomen op materniteit (bv. extractie wijsheidstanden). Tevens worden patiënten opgenomen op materniteit voor een niet oncologische gynaecologische ingreep (2007: 163 patiënten, 500 ligdagen). Wegens overbezetting worden moeders met hun baby op andere afdelingen bv. pediatrie, urologie opgenomen. Er zijn geen afspraken i.v.m. hygiëne (comité voor ziekenhuishygiëne) hieromtrent.
•
Ook wanneer de baby geen speciale medische problemen heeft die nopen tot een verblijf in de N*-eenheid, wordt fototherapie vaak niet toegepast in de kamer waar de moeder verblijft. Dit blijkt zowel uit de gesprekken, de onthaalbrochure (“fototherapie kan gebeuren op de prematurenafdeling”) en de opnamecriteria voor N* (“dubbele fototherapie”).
Tekortkomingen •
De melkkeuken heeft volgende architecturale tekortkomingen: - de melkkeuken is niet afgesloten en is zo toegankelijk voor onbevoegden - de kranen aan de wasbakken in de melkkeuken moeten met de hand bediend worden.
•
Er is niet voor elke babypositie van N* een zetel voorzien voor de ouders. Dit bemoeilijkt een langere aanwezigheid en zo het hechtingsproces tussen ouders en kind.
•
Het invulformulier i.v.m. opvolging van de temperatuur van de koelkast waar het eten van de moeders wordt in bewaard werd niet consequent ingevuld.
•
Het reanimatiemateriaal op neonatologie en voor de pasgeborenen en de moeders in het verloskwartier, en de noodbox eclampsie zijn niet verzegeld. Zo is men er bij gebruik nooit zeker van of men over al het nodige materiaal beschikt.
•
Er is geen systematische vorming i.v.m. de melkkeuken (HACCP, persoonlijke hygiëne, procedures).
Aanbevelingen •
Aanbeveling om het initiatief om transmurale klinische paden op te starten uit te werken en de consultaties door vroedvrouwen te laten starten. Aanbeveling om registraties te doen in het kader van de klinisch paden om dit te evalueren en te verbeteren (bv. percentage borstvoeding, verbetering informatieverstrekking, sensibilisatie i.v.m. lichaamshouding…).
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
27
•
Aanbeveling om alle medewerkers en artsen vorming te geven inzake het borstvoedingsbeleid en hun akkoord te geven aan de uitgeschreven richtlijnen.
•
We bevelen aan om voor iedereen regelmatig vorming te organiseren over HACCP en melkbereiding, vooral omdat alle personeelsleden deze bereidingen uitvoeren.
•
De informatie die gecommuniceerd wordt in de onthaalbrochure dienst materniteit en de onthaalbrochure neonatologie i.v.m. toegelaten bezoek op neonatologie komt niet overéén. In de onthaalbrochure voor materniteit staat vermeld dat familie steeds in de bezoekersgang de kindjes bezoeken, wat in de praktijk moeilijk is. In de onthaalbrochure neonatologie staat vermeld dat beperkt bezoek, mits afspraak, wel bij de baby mag en deze mag vastnemen. Aanbeveling om deze tegenstrijdigheid weg te werken.
eren Algemene vaststellingen •
• •
De kinderafdeling is erkend voor 15 bedden en is momenteel ondergebracht in een tijdelijke containerbouw. Tijdens de audit zijn er 20 bedden opgesteld. Er zijn 12 éénpersoonskamers (4 met sas) en 4 tweepersoonskamers. De onderzoekskamer van de pediaters doet ook dienst als extra patiëntenkamer. Er zijn sinds kort vier pediaters verbonden aan de dienst. Het geformaliseerd en gestructureerd overleg tussen de pediaters onderling en tussen de pediaters en de hoofdverpleegkundige is sinds de komst van de vierde pediater terug opgestart.
Sterke punten •
Bloednames en andere onderzoeken worden uitgevoerd in een apart onderzoekslokaal waardoor pijnlijke ervaringen losgekoppeld worden van het verblijf in een ziekenhuiskamer.
•
Er wordt geen medicatie klaargezet. De medicatie wordt op het moment van toediening uit de voorraad van de medicatiekar, die meegenomen wordt tot op de kamer, gehaald.
•
De ‘afspraken pediatrische spoedgevallen’ werden onlangs door het medisch diensthoofd pediatrie en het medisch diensthoofd van spoedgevallen uitgewerkt in overzichtelijke schema’s.
•
De afdeling beschikt over een dienstspecifieke inscholing, opgesteld door de hoofdverpleegkundige, die verloopt volgens een stappenplan.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
28
Non-conformiteiten •
Kinderen worden bij overbezetting soms op hospitalisatie-afdelingen voor volwassenen opgenomen (bv. voor appendectomie). Pasbevallen moeders en hun baby’s worden bij overbezetting van de materniteit opgenomen op pediatrie.
•
Er is geen schriftelijke organisatorische afspraak die waarborgt dat de afwikkeling van het programma van de dagchirurgie bij kinderen opgenomen in daghospitalisatie van een zorgprogramma voor kinderen in geen geval ondergeschikt is aan het operatieprogramma voor kinderen opgenomen op pediatrie, noch aan het operatieprogramma voor volwassenen.
•
Ouders kunnen niet bij hun kinderen blijven tot inductie. Enkel in bepaalde omstandigheden (angstig kind, kind met mentale handicap) worden ouders gevraagd om bij hun kind te blijven. Kinderen dragen niet steeds een identificatiearmbandje.
• •
Sinds september 2007 participeert men in een onderzoekstraject ‘een pijnvrij zorgtraject voor kinderen doorheen het ziekenhuis’ van de Katholieke Hogeschool Kempen. Hierdoor is de alertheid voor pijnbestrijding wel aanwezig maar een pijnprotocol met gebruik van pijnschalen hanteert men nog niet. Op pediatrie gebruikt men het koortsprotocol, op andere diensten gebruikt men een eigen pijnprotocol.
Tekortkomingen •
Het protocol kindvriendelijkheid omschrijft het beleid inzake kinderen voor de kinderafdeling. Het protocol is terug te vinden op intranet maar nog onvoldoende bekendgemaakt in het ziekenhuis en aan de ouders.
•
De spelbegeleiding en psychosociale medewerkers van de kinderafdeling nemen nota in eigen kaften en schrijven hun waarnemingen niet steeds (enkel indien consequenties voor verzorging) in het verpleegdossier. Er is enkel een vermelding dat er met de psychosociale begeleiding een gesprek is geweest.
•
Het voorbije jaar was er onvoldoende aandacht voor vorming, intern of extern, op de kinderafdeling. In 2007 werden voor de verpleegkundigen slechts twee onderwerpen behandeld. De vorming i.v.m. de melkkeuken (HACCP, persoonlijke hygiëne, procedures) is te beperkt.
•
Er bestaan geen gestructureerde multidisciplinaire patiëntenbespreking. Heel uitzonderlijk, bij kinderen met psychosociale problematiek en ernstig zieke kinderen worden multidisciplinaire patiëntenbesprekingen georganiseerd.
• -
Op architecturaal vlak kunnen zeker nog inspanningen gebeuren: De speelruimte maakt een overvolle indruk en de bewegingsruimte is beperkt, zeker van zodra er enkele kinderen, samen met hun ouders, vertoeven of wanneer adolescenten en jonge kinderen er gelijktijdig aanwezig zijn.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
29
-
-
De kinderafdeling beschikt over 5 babyboxen. Dit concept van glazen boxen is verouderd en voldoet niet meer aan de hedendaagse vereisten qua ruimte en privacy, bv. voor de inslapende ouder. Bovendien is er qua sanitair enkel een lavabo voorzien in deze boxen. De zitruimte voor ouders is niet uitnodigend of rustgevend.
atrie Algemene vaststellingen •
De dienst geriatrie is gelegen op de vijfde verdieping en is onderverdeeld in een acute geriatrie en een revalidatieafdeling. De dienst ligt in het verlengde van het geriatrisch dagziekenhuis en heeft een totaal van 28 bedden.
•
Het dagziekenhuis geriatrie is operationeel vanaf september 2008. Het dagziekenhuis bestaat uit een ruime dagzaal met 6 posities/ zetels, een onderzoeksruimte en een verpleegpost. Momenteel wordt het deel van de dagzaal die voorzien is om er later 3 bedden te plaatsen, gebruikt als therapieruimte.
•
Er zijn verschillende formele samenwerkingsakkoorden met diensten voor thuiszorg, huisartsenkringen, RVT’s en centra voor dagverzorging. Van de regelmatige (vooral in de opstartfase) bijeenkomsten worden uitgebreide verslagen opgemaakt. Verwachtingen en mogelijke knelpunten worden besproken en afgetoetst.
•
De eerste screening van 75-plussers gebeurt op alle afdelingen aan de hand van de VIP-score. In oktober 2008 slaagde men erin 67% van de opgenomen 75-plussers te scoren. De interne liaison geriatrie is momenteel actief op 2 diensten (orthopedie D10 en heelkunde D1, D7 wordt eerstdaags opgestart). Op deze diensten gaat men dagelijks langs, op andere diensten enkel uitzonderlijk. De behandelende arts moet geen toestemming geven voor het bijvragen van de interne liaison geriatrie, wel voor het geriatrische consult. Eénmaal per week worden alle geziene patiënten multidisciplinair besproken. Referentieverpleegkundigen zijn op alle afdelingen geselecteerd op basis van interesse en/of expertise.
•
De externe liaison wordt gevormd door de 4 sociaal verpleegkundigen. Elk van hen is vast verbonden aan bepaalde afdelingen en staan in voor het ontslagmanagement. Eén van hen onderhoudt de formele contacten en vergaderingen met de verschillende thuiszorgdiensten, RVT’s…
Sterke punten •
De renovatie van de geriatrieafdeling is geslaagd. De sanitaire cellen beschikken alle over een inloopdouche. Er zijn 2 patiëntenkamers voorzien met een hoog-laag lavabo, welke men probeert voor te behouden voor revaliderende CVA-patiënten. De therapiekeuken beschikt over een hoog-laag aanrecht. Het geriatrisch dagziekenhuis beschikt eveneens over mooie en aangename ruimtes.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
30
•
Heel wat voorbereiding en overlegmomenten gingen de uitbouw en de start van het geriatrisch zorgprogramma vooraf. Hierbij werd sterk rekening gehouden met te verwachten knelpunten, gevoeligheden… Men heeft ervoor gekozen om de interne liaison te lanceren op die diensten waarmee reeds een goeie en intensieve samenwerking bestond op verschillende vlakken. Bijgevolg konden zo in een positieve sfeer kinderziekten opgelost worden. De uitdaging ligt nu bij het even positief introduceren van de interne liaison op alle andere afdelingen.
•
Er wordt wekelijks een multidisciplinair team gehouden, waar alle disciplines op aanwezig zijn (ook sociaal assistenten) en waar elke patiënt besproken wordt. Van de teamvergadering wordt per patiënt een verslag gemaakt. Het geriatrisch dossier wordt zeer regelmatig aangevuld door alle disciplines, die rechtstreeks in dit dossier kunnen noteren. Het dossier en de verslagen zijn gekoppeld aan de resultatenviewer van de patiënt (ook geautomatiseerd doorsturen glycemiemetingen…). Dit systeem zorgt voor een volledig up-to-date beeld van de patiënt. Inzage in het medische dossier is niet mogelijk voor alle medewerkers, maar de basis wordt eveneens vermeld in het dossier.
•
De hoofdverpleegkundige en het team IL kan bepaalde behandelingen zelf opstarten (bv.: valdossier…) wanneer zij dit nodig achten, wat een tijdswinst betekent. Deze beslissingen worden achteraf op het multidisciplinaire team besproken.
•
Er is een eigen onthaalbrochure geriatrie ter beschikking, ook voor de interne liaison is een eigen folder ontworpen. Verder zijn er via het procedureboek verschillende specifieke informatiebrochures beschikbaar.
•
De geriatrie beschikt over 2 x 80% ergotherapeuten, wat resulteert in een mooi en regelmatig aanbod van groepsactiviteiten (bijna dagelijks).
•
De sociale ontslagfiche is een goed document om een overzicht te geven van alle betrokkenen bij de thuiszorg/thuisopvang. Dit document wordt ook aan de huisarts bezorgd en maakt deel uit van het medisch dossier. Bij ontslag worden volgende documenten meegegeven: begeleidende brief, verpleegkundig dossier met inbegrip van de verslagen van ergo, logo, kine, medicatielijst.
Non-conformiteit •
Het psychologische klimaat op de afdeling is niet optimaal georganiseerd. Men slaagt er onvoldoende in om patiënten te stimuleren tot het dragen van dagkledij. Het gezamenlijk eten lukt wel wanneer er een kookactiviteit heeft plaatsgevonden Men vindt in de brochure van de afdeling onvoldoende specifieke aspecten van het geriatrisch zorgconcept (dagkledij, gezamenlijke maaltijden, socio-culturele activiteiten…) terug en de communicatie aan patiënt en familie hierover is onvoldoende.
Tekortkoming •
Het geriatrisch zorgconcept is uitgeschreven, maar nog niet ziekenhuisbreed bekendgemaakt. De visie, de doelstellingen van het project, de doelgroep en het belang
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
31
van het project is nog onvoldoende gekend op alle afdelingen. De werking van de interne liaison dient zo snel mogelijk uitgebreid te worden naar alle betrokken afdelingen en functies. Bovendien is het systeem zo uitgewerkt dat een controle op de VIP-scores gebeurt door de sociaal verpleegkundigen, verbonden aan de afdeling. Verschillen tussen de verschillende sociaal verpleegkundigen worden vastgesteld. Het is belangrijk hier duidelijke afspraken en richtlijnen rond uit te werken zodat de gehele ploeg van sociaal verpleegkundigen/ontslagmanagers op de zelfde manier en even consequent de VIPscores controleren. •
De referentieverpleegkundigen geriatrie op de verschillende afdelingen hebben geen aangepaste functieomschrijving.
Aanbevelingen •
Advies om de onthaalbrochure voor de patiënten te herbekijken. Langs dit kanaal zou men meer specifieke aspecten van het geriatrisch zorgconcept (dagkledij, gezamenlijke maaltijden, socio-culturele activiteiten…) kunnen communiceren aan patiënt en familie.
•
We bevelen aan dat de hoofdverpleegkundige van het zorgprogramma de bijzondere beroepstitel gespecialiseerde verpleegkundige in de geriatrie zou behalen. We bevelen aan om zo snel mogelijk de bewegwijzering naar het geriatrisch dagziekenhuis in orde te brengen. Uit onderzoek blijkt dat heel wat patiënten verloren lopen.
•
We bevelen aan de interne liaison en de externe liaison ook structureel in te bedden in het algemeen organogram.
Algemene vaststelling •
Tijdens deze audit gebeurde de evaluatie de palliatieve functie aan de hand van de toegestuurde documenten.
Sterk punt •
De palliatief coördinator krijgt van een aantal artsen bij opstart van de DNR-procedure een exemplaar van het gebruikte DNR-formulier. Zo heeft men zicht op deze patiëntengroep en wordt dit formulier tevens gebruikt als palliatieve zorgaanvraag.
Non-conformiteit •
Het halftijds equivalent van een arts wordt niet ingevuld binnen de palliatieve functie. De mobiele equipe van de palliatieve functie dient normatief minstens te bestaan uit een
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
32
halftijds equivalent geneesheerspecialist, een halftijds equivalent psycholoog en een halftijds equivalent gegradueerde verpleegkundige.
Tekortkoming •
Om de palliatieve zorgcultuur en de toegankelijkheid van het palliatief supportteam verder uit te bouwen in het ziekenhuis is bredere communicatie nodig. Zo wordt het team niet vermeld op de website van het ziekenhuis. Ook het palliatief dossier dat door het PST werd ontwikkeld is nog niet voor alle zorgverleners toegankelijk. Op sommige afdelingen is er structureel overleg met het PST rond palliatieve patiënten, op andere niet.
Aanbevelingen •
We bevelen aan het jaarverslag meer te stofferen met registratiegegevens die een beeld kunnen geven over de kwaliteit van de werking van de palliatieve functie.
•
We bevelen aan om bij de toekomstige verbouwingen in het ziekenhuis een palliatieve ruimte te voorzien, waar men in een aangename omgeving ongestoord een gesprek kan hebben met patiënt en familie.
llenzorg Algemene vaststellingen •
In het jaar 2007 waren er 17.223 patiënten op spoed en 811 MUG-oproepen. Het ziekenhuis heeft geen eigen ambulances, deze worden bemand door ambulanciersbrandweermannen en vertrekken vanuit de lokale kazerne.
•
Er loopt een kwaliteitsproject waarbij het Manchester Triage systeem gradueel wordt ingevoerd. In een eerste fase zal het onthaal meer en meer toevertrouwd worden aan administratief personeel, zodat meer verpleegkundigen vrijkomen voor de triage. Hiertoe is een klein onderzoekslokaal ingericht.
Sterke punten •
Er is de laatste jaren sterk geïnvesteerd in architectonische en technologische vernieuwing. De boxen zijn modern en multifunctioneel ingericht. Elke box beschikt over monitoring, die centraal kan gevolgd worden, en is ook telkens uitgerust met een werkstation waarop het dossier kan opgeroepen worden. Er is een mooi ingerichte pediatrische box.
•
Door een goede samenwerking is een vlotte doorverwijzing mogelijk van psychiatrische patiënten naar het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum in Geel. Verschillende psychiaters van het OPZ zijn aan het ziekenhuis verbonden als consulent.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
33
•
Er wordt bewust gekozen voor een volwaardige invulling van de permanenties: er zijn continu minstens drie verpleegkundigen aanwezig, en voor de medische permanentie wordt volledig beroep gedaan op urgentie- of spoedartsen, er zijn geen specialisten met ziekenhuisactiviteiten die medische permanentie doen.
•
De expertise wordt ook buiten de instelling benut: actieve participatie aan het provinciaal niveau inzake rampenmanagement, opleiding van ambulanciers, opleiding van BAGartsen…
Non-conformiteiten •
De isolatiekamer kan de veiligheid van de patiënt niet garanderen. Er is geen bed of fixatiemogelijkheid terwijl de ruimte niet veilig is op het vlak van automutilatie (Lvormige ruimte, laag en afbreekbaar plafond, deurstop in de muur, niet beveiligde lampen). De kamer is ver van de rest van de dienst gelegen, voorbij de slaapkamers van de artsen van wacht. Toezicht is enkel mogelijk via een camera, maar die is bereikbaar voor de patiënt. Bovendien ziet men niet wat er gebeurt eens men de centrale dispatching verlaat en op weg gaat naar de isolatiekamer. Bovendien is ook de veiligheid van het personeel niet helemaal gewaarborgd. De isolatiekamer beschikt niet over een sas, de gangen ernaartoe en de deuren zijn te smal (tijdens isolatie met minstens twee personeelsleden) en er is geen spionoogje in de deur.
•
De verpleegkundigen zijn niet op de hoogte van het bestaan van een isolatieregister, men kan alleen verwijzen naar de recent ontwikkelde procedure. Bij isolatie dient dit geregistreerd te worden in een niet-losbladig register, met aanduiding waarom de maatregel wordt genomen, de handtekening van de verantwoordelijke geneesheer, begin en einduur van de isolatie, toezicht en evolutie.
Tekortkoming •
De isolatiekamer beschikt niet over een toilet of wastafel in de nabije omgeving. Er is geen daglicht in deze kamer en de patiënt heeft geen zicht op een klok.
Aanbevelingen •
We bevelen aan om de gegevens m.b.t. de isolaties ook te verwerken in het jaarverslag.
•
We bevelen aan om, in het kader van de kwaliteitsbewaking met betrekking tot de werking van de dienst, te komen tot het meer systematisch registreren van statistische gegevens die als kwaliteitsparameters kunnen gebruikt worden, zoals wachttijden, opname, doorverwijzingen, opname intensieve zorgen, evaluatie van de triage …. Aangepaste software zou dit kunnen ondersteunen.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
34
le sterilisatie 1.1.1 Operatiekwartier Algemene vaststelling •
Het operatiekwartier is gesitueerd op twee locaties. Zes operatiezalen zijn gelegen in een nieuwbouw. Daarnaast is er een kleine operatiezaal op het daghospitaal. In de nabije toekomst zou men deze laatste zaal willen sluiten en aan de ingang van het operatiekwartier een behandelkamer inrichten voor ambulante ingrepen, oftalmo, stomatologie en de pijnkliniek.
Sterk punt •
Bij de bouw is goed nagedacht over de zonering van het operatiekwartier. Er is naast de ontvangstruimte een aparte afsluitbare verbeddingsruimte. Na het verbedden worden de bedden in de recovery klaargezet. Vuil materiaal van de zalen wordt via een aparte gang aan de buitenzijde van de zalen afgevoerd. Op die manier kan men de zonering maximaal respecteren.
Non-conformiteiten •
De ontwaakzaal beschikt niet over een ruimte voor de opvang van kinderen, waar zij auditief en visueel gescheiden worden van het gebeuren bij de volwassenen. Er zijn wel aanpassingswerken gepland die volgende maand een aanvang zouden moeten nemen.
•
Ouders kunnen hun kinderen gewoonlijk niet vergezellen tot op het moment van inductie.
Tekortkomingen •
De operatiecommissie beschikt niet over objectieve gegevens voor het bespreken en toewijzen van operatietijden. Men vertrekt van nationale gemiddelden zonder dat duidelijk is hoe deze berekend worden en of ze extrapoleerbaar zijn naar de eigen situatie. Het registeren van objectieve gegevens, zoals operatietijden, liefst via een geïnformatiseerd (plannings)systeem kan het werk aangaande planning en registreren van een aantal parameters vergemakkelijken. Het werken met een strikt plannings- en opvolgingssysteem kan een aantal problemen of tekortkomingen aangaande planning helpen voorkomen of detecteerbaar en bespreekbaar maken. Nu stelt men vast dat het operatieprogramma meermaals per week uitloopt.
•
In de ontvangstruimte is er geen permanent (verpleegkundig) toezicht op de patiënten. De (gepremediceerde) patiënt beschikt niet over een oproepsysteem.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
35
•
Door gebrek aan bergruimte stockeert men een deel van het materiaal in open rekken op het einde van de vuile gang. De nodige afschermmaatregelen dienen genomen te worden om de steriliteit bij de opslag van deze goederen beter te waarborgen.
•
Overdag beschikt men over 1 VTE schoonmaakpersoneel om tussen de ingrepen de zalen schoon te maken. Na de ingrepen worden de zalen door een externe firma gereinigd. Aangezien het operatieprogramma echter vaak (3x/week) uitloopt en het aantal ingrepen blijft stijgen, dient men na te gaan of met de huidige bestaffing men er nog wel in voldoende mate in slaagt tussen alle ingrepen de zalen voldoende te reinigen.
•
Er is sprake van een relatief personeelstekort. Op datum van bezoek telt men 1272 overuren. Daarnaast moet men maandelijks 57 ADV-dagen voorzien. Het aantal uren vorming per personeelslid in 2007 was eveneens vrij beperkt: op 25 personen volgden er 17 enkel 2u interne vorming. Men dient de bestaffing aan te passen in functie van de werkbelasting. Ook logistieke en administratieve ondersteuning dient onderzocht te worden.
•
Van een koelkast op de recovery waarin medicatie was opgeslagen werd de temperatuur niet gevolgd. Bovendien werd in deze koelkast een medicijn opgemerkt (Glucagon®) waarvan de vervaldatum net geen 5 jaar overschreden was.
Aanbevelingen •
Niemand van verpleegkundig personeel heeft de opleiding “stralingsprotectie” genoten. Hoewel dit niet een strikte norm is, aangezien de personen die de apparaten bedienen vanuit de dienst medische beeldvorming komen, bevelen we dit toch sterk aan vanuit een kwalitatief oogpunt.
•
Binnen het functioneren van het operatiekwartier heeft het administratief werk een groot aandeel. Teneinde facturatie, verslagen, telefonie en andere administratieve opdrachten optimaal te kunnen verrichten zou een administratieve ondersteuning een meerwaarde kunnen betekenen.
•
Momenteel wordt er veel gebeld van de afdelingen om te weten waar de patiënten zich bevinden in het operatiekwartier. Een geïnformatiseerd systeem waarbij men van op de afdelingen de patiëntenbewegingen in het operatiekwartier kan volgen zou hieraan tegemoet kunnen komen en voor alle betrokken partijen een ontlasting betekenen.
•
De bestaande database van de ingrepen vertoont veel gebreken. Talrijke ingrepen (14%) worden “niet geklasseerd” of worden apart geteld doordat de schrijfwijze verschilt volgens de persoon die de ingreep invoerde. Dit maakt het opstellen van overzichten per jaar onmogelijk, waardoor het systeem erg aan waarde inboet. Een geïnformatiseerd plannings- en opvolgingssysteem zou een duidelijke meerwaarde kunnen betekenen.
1.1.2 Sterilisatie Algemene vaststellingen
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
36
•
De verantwoordelijke van sterilisatie is tevens ook adjunct-hoofdverpleegkundige van het OK. Daarnaast zijn er nog 7 medewerkers, goed voor samen 5,75 VTE.
•
De apotheek voert op regelmatige basis interne audits uit op de CSA.
•
De CSA is op weekdagen open van 8 tot 22u.
Sterke punten •
De centrale sterilisatieafdeling ligt een verdieping onder het OK en is ook nieuw sinds 2003. Er is een strikte scheiding tussen de 3 zones (onrein, rein en steriel). Aan- en afvoer van materiaal uit het OK gebeurt via volledig gescheiden trajecten.
•
Het materiaal van de afdelingen en poliklinieken bereikt de sterilisatie in gesloten bakken op een vuile transportkar. Een logistieke medewerker staat in voor de dagelijkse ophaling en brengt met een andere transportkar het steriel materiaal terug, dat in kastjes nabij de uitgang van de CSA klaarligt. Zo wordt men tijdens het werk niet veel gestoord en vermijdt men dat veel mensen de sterilisatie betreden.
•
Er is aandacht voor ergonomische aspecten: zo zijn alle inpaktafels in de hoogte verstelbaar.
Non-conformiteit •
Op twee plaatsen buiten de CSA gebruikt men glutaaraldehyde in open systemen, zonder dat voorzien is in adequate bescherming (afzuiging). Zo staat een van de twee bakken gewoon op de gootsteen in een kleine berging in het operatiekwartier (waar ook de Steris® staat).
Tekortkomingen •
Niemand van de personeelsleden heeft een specifieke opleiding genoten. Ook voor de personeelsleden van het OK, die buiten de openingsuren soms sterilisatieactiviteiten moeten uitvoeren, wordt best voorzien in een regelmatige, specifieke opleiding.
•
De helixtest wordt niet uitgevoerd. De helixtest wordt best dagelijks uitgevoerd. De testhelix staat model voor de holle medische instrumenten.
•
Op de consultatieafdeling worden er flexibele endoscopen gesteriliseerd, zonder dat de apotheker daar zicht op heeft. De apotheker dient over alle aspecten van het sterilisatiegebeuren voldoende zicht te hebben, aangezien hij de eindverantwoordelijk draagt.
•
Op het operatiekwartier beschikt men over een flexibele bronchoscoop, die ook op andere afdelingen gebruikt wordt (IZ, spoed). Voor deze scoop beschikt men echter niet over een gevalideerd desinfectiesysteem, hij wordt enkel manueel gereinigd.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
37
•
In het ziekenhuis wordt wegwerpmateriaal gehersteriliseerd. Indien zich een incident zou voordoen met materiaal voor éénmalig gebruik dat werd gehersteriliseerd, kan de fabrikant hiervoor niet verantwoordelijk gesteld worden, tenzij deze hiervoor een schriftelijk akkoord heeft gegeven.
Aanbeveling •
Wij bevelen aan een belsysteem aan de ingang van de CSA te installeren.
Algemene vaststellingen •
De functie telt 12 erkende bedden. De eenheid verhuisde naar een nieuwbouw 5 jaar geleden. De 12 bedden staan opgesteld in aparte boxen, waarvan 3 met sas.
•
Naast de centrale monitoring van de Intensieve Zorgen heeft men ook nog zicht op de telemetrie (6 patiënten), ondanks het feit dat men niet langer moet reageren op die alarmen.
•
Er worden ook kinderen opgenomen.
•
Elders in het ziekenhuis bevindt zich nog een stroke unit, die niet werd bezocht.
Sterk punt •
De architecturale vernieuwing kan zeker geslaagd genoemd worden.
Non-conformiteiten •
Tijdens de nachtdienst is er een verpleegkundige permanentie van 3 verpleegkundigen. Een vierde persoon is aangeduid maar wordt structureel ingeschakeld voor allerhande taken buiten de functie. Gezien het aantal erkende en opgestelde bedden (12) is er een minimale bestaffing vereist van 4 verpleegkundigen.
•
Alhoewel ook paramedici handelingen stellen bij de patiënt is er ook van hun behandeling, evolutie en observatie niets terug te vinden binnen het (elektronisch) patiëntendossier.
Tekortkomingen •
Er bestaat geen uitgeschreven procedure voor te nemen maatregelen bij overbezetting van de dienst Intensieve Zorgen. Deze procedure vermeldt minstens welke stappen moeten worden gezet en welke personen moeten worden verwittigd. Indien de maatregelen
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
38
voorzien in het afkondigen van een “opnamestop” zijn de criteria en de bevoegde personen duidelijk vastgelegd. •
De medische permanentie wordt gecumuleerd met de andere, georganiseerde activiteit binnen het ziekenhuis (bv. consultaties…). Indien men dit zo wenst te organiseren dient men minimaal een protocol opstellen dat ervoor zorgt dat tijdig voorzien wordt in vervanging, zodat permanent en binnen een aanvaardbare periode een arts op de functie aanwezig kan zijn.
•
Uit de opgevraagde verslagen van de dienstvergaderingen blijkt dat men de laatste jaren maar aan een paar dienstvergaderingen per jaar komt. Formele en gestructureerde dienstvergaderingen met een duidelijke verslaggeving kan vooral in opvolging van afspraken of richtlijnen zijn nut bewijzen.
Aanbevelingen •
Advies om functiedifferentiatie binnen de verpleegkundige equipe te bewerkstelligen gezien dit enerzijds inspeelt op de toenemende specialisatie in de geneeskunde (waardoor het steeds moeilijker wordt om binnen de verpleging alles tot in detail te beheersen) en anderzijds tegemoet komt aan persoonlijke interesses van bepaalde mensen. Vanuit hetzelfde oogpunt bevelen we aan het aantal referentieverpleegkundigen uit te breiden (geriatrie, palliatieve…).
•
Men doet momenteel geen evaluatie van de werklast / zorgzwaarte van de patiënten. Advies om een specifiek model te selecteren om deze patiënten, met een intensief karakter, te scoren.
•
Het is belangrijk om parameters te definiëren die evaluatie van de kwaliteit van de geleverde zorg mogelijk maken (voorbeelden: sterfte na verblijf op intensieve zorgen, reïntubaties, nosocomiale infecties…) Bij continue registratie en verwerking van deze parameters, kunnen de resultaten de kwaliteit van zorg objectiveren. Waar nodig kunnen gerichte en onderbouwde verbeteracties worden opgezet. Een jaarverslag dat een kritische kijk geeft op de verwezenlijkingen van het afgelopen jaar maar eveneens een start kan zijn van de nieuwe doelstellingen voor het komende jaar.
•
Het valt te onderzoeken of het niet zinvol is om de functie te laten beschikken over een toestel om bloedgaswaarden te bepalen.
Algemene vaststellingen •
De apotheek is nieuw gebouwd in 2000 en is gesitueerd op de -1. Bij de bouw van de apotheek is onvoldoende rekening gehouden met de moderne evolutie en de praktische organisatie van de werkzaamheden binnen een apotheek.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
39
•
Het aantal cytostatica is gestegen van 0 in 2002 tot 4500 in 2008. De omzet van de apotheek is verdubbeld tussen 2002 en 2008.
•
Het personeelsbestand bestaat uit (2008) 4 VTE apothekers, 2 VTE apotheekassistenten, 1,8 VTE administratieve medewerkers. Organisatorisch werd geopteerd voor een apotheker hoofd van dienst en een adjunct hoofdapotheker.
•
De apotheek is elke werkdag geopend van 8:30 u tot 17:30 u. Op zaterdag is de apotheek geopend van 10:00 u tot 12:30 u. De 5 apothekers nemen in beurtrol deel aan de wacht. Buiten de openingsuren is een centrale spoedkast beschikbaar in de hal van de apotheek.
Sterke punten •
De laatste jaren is reeds heel wat gerealiseerd (robot, geautomatiseerd medicatiebeheer, klinische farmacie, goede resultaten AB-verbruik, AB-formularium, AB-gids op intranet, …) en is de functie apotheek weer ten volle actief aanwezig in het ziekenhuis. De apotheek neemt deel aan heel wat multidisciplinaire werkgroepen.
•
Nagenoeg alle diensten werden geïnformatiseerd waardoor het elektronisch medicatiebeheer op al deze diensten werd ingevoerd. Medicatie wordt rechtstreeks via de computer ingebracht. Door de informatisering was het mogelijk een geneesmiddelendispenser (robot) in te schakelen (24 uur distributie). De zakjes zijn volledig gelabeld en bevatten slechts 1 soort medicatie om fouten te voorkomen.
•
Heel wat controleacties zijn voorzien in het uitgewerkte elektronische medicatiebeheersysteem, o.a. controle op afwijkingen in apotheek, controle via robot op losse orale medicatie, controle op toediening via medicatiebeheer…
•
Eerstdaags worden via de invoering van een software programma, ook de interacties tussen ingebrachte medicaties geautomatiseerd.
•
Klinische farmacie bestaat op D6 en IZ, voor controle op en optimalisering van het medicatiedossier en de thuismedicatie om zo de patiëntveiligheid te verbeteren.
•
Handboek/richtlijnen chemotherapie en extravasatie staan op het intranet.
•
Er bestaat een subspecialisatie/taakverdeling in de groep van apothekers.
Non-conformiteiten •
Medicatie wordt elektronisch voorgeschreven op de verschillende verpleegafdelingen, hierop werd geen beveiliging geïnstalleerd, zodat zowel artsen als verpleegkundigen medicatie langs deze weg kunnen bestellen. De artsen dienen wel binnen de 24 uur het voorschrift te valideren op gevaar van blokkering van hun dossier, indien dit niet binnen de vooropgestelde termijn gebeurd. Op basis van deze (nog niet gevalideerde) ‘elektronische voorschriften’ wordt medicatie afgeleverd. Medicatie dient te allen tijde voorgeschreven en gevalideerd te worden door een arts. Het is belangrijk het gebruikte
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
40
systeem binnen het ziekenhuis hierop aan te passen, zodat medicatie enkel afgeleverd kan worden op basis van gevalideerde voorschriften. •
De chemotherapeutische bereidingen worden niet altijd uitgevoerd door een apotheker en/of assistent onder rechtstreeks toezicht van een apotheker. Het is belangrijk dat de bereidingen zonder uitzondering worden uitgevoerd door een apotheker (of een assistent onder rechtstreeks toezicht).
•
De aflevering van medicatie gebeurt binnen dit ziekenhuis voor 7 behandeldagen. Het is belangrijk de medicatieaflevering terug te dringen tot maximaal 5 behandeldagen.
•
De garantie van te werken met steriel instrumentarium moet op elk ogenblik van toepassing zijn en dit ziekenhuisbreed. Momenteel wordt op verschillende plaatsen gesteriliseerd binnen dit ziekenhuis. Het volledige toezicht en de controle op de juiste afhandeling van het gehele proces rekening houdend met alle richtlijnen en procedures kan hierbij niet volledig gegarandeerd worden. Er wordt los van de CSA materiaal gesteriliseerd op OK, daghospitaal en op een polikliniek. De apotheker blijft eindverantwoordelijk voor alle sterilisatie-activiteiten binnen het ziekenhuis.
•
Op infrastructureel vlak worden volgende bemerkingen gemaakt: - Met zijn 277,31 m² is de apotheek krap bemeten en dit compromitteert de organisatie en veiligheid in deze functie. Er dient niet alleen te worden voldaan aan de minimumnorm van 1,2 m² per bed, tevens dient de nodige oppervlakte te worden geëvalueerd naar de totale activiteit van de apotheek. - Het magazijn van de apotheek staat in rechtstreekse en open verbinding met de distributieruimte, en met de nabij gelegen ruimtes voor de bereiding van cytostatica en steriele bereidingen. - Het cytostaticalokaal beschikt niet over een sas. Ook het lokaal voor de steriele bereidingen beschikt niet over een sas. - Koffie wordt gedronken en het middagmaal genuttigd in de bereidingsruimten van de apotheek.
Tekortkomingen •
De voornaamste risico’s op fouten in de medicatiedistributie zijn: o het opstellen van medicatievoorschriften gebeurt door verpleegkundigen. Deze medicatievoorschriften worden achteraf gevalideerd (binnen de 24 uur); o geen sluitende controle op de thuismedicatie. Patiënten nemen zonder toezicht zelf thuismedicatie in, deze medicatie wordt meestal ook bewaard op de kamer van de patiënt zelf. Thuismedicatie wordt niet steeds in de computer ingebracht. o De reden waarom bepaalde medicatie niet wordt toegediend, wordt niet steeds vermeld. o Medicatie (Actrapid®), individueel voorgeschreven wordt na opening nog 1 maand bewaard, en toegediend aan andere patiënten. o Geen sluitende stockcontrole van de narcotische analgetica op afdelingsniveau. Er wordt gewerkt met een bundel van 10 afscheurbare voorschriften/per dosis/per medicatie. Dergelijk systeem is niet sluitend, het zegt niets over de
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
41
oorspronkelijke begin aantallen. D2 heeft een voorraad van 30 ampullen Dipidolor® en een voorschriftenbundel van 10 voorschriften; o Er gebeurt geen dagelijkse registratie van de koelkasttemperatuur. Niet alle koelkasten hebben een locker, en deze worden pas achteraf uitgelezen. De grenswaarden zijn niet steeds gekend en de richtlijnen omtrent wat te doen bij een alarm (= temperatuur bevindt zich buiten de grenswaarden) zijn onduidelijk voor de afdelingen (D2); o De controle op vervaldata is niet sluitend; er werd één reeds lang vervallen medicijn aangetroffen. •
Er is momenteel geen FONA-registratie binnen de apotheek. Een goede registratie van fouten, ongevallen en bijna-fouten kan een belangrijk instrument zijn bij de verbetering van de eigen werking. De apotheek is tot nu toe ook onvoldoende op de hoogte gebracht van eventuele medicatiefouten uit de MIP-registratie op de verpleegafdelingen. Het is belangrijk dat dergelijke feedback op een gesystematiseerde wijze doorgespeeld wordt naar de apotheek. Het is belangrijk om de cultuur tot het melden van o.a. medicatiefouten te verbeteren, zodat ziekenhuisbreed ten volle kan meegewerkt worden en het aantal meldingen kan stijgen. Het is pas wanneer een duidelijk beeld verkregen wordt van de mogelijke risico’s dat welbepaalde problemen met verhoogde aandacht kunnen aangepakt worden.
•
Het ziekenhuis beschikt niet over een uniform cytostaticavoorschrift. Momenteel zijn er een drietal verschillende voorschriften in omloop. Rekening houdend met het stijgend aantal cytostaticabereidingen is het belangrijk om een uniform elektronisch chemotherapievoorschrift te ontwikkelen met ingebouwde controlesystemen, zodat de controle geoptimaliseerd kan worden en de risico’s op fouten verkleint.
•
De procedure controle temperatuur koelkasten werd uitgewerkt. De controle gebeurt met behulp van dataloggers die elke 2 maanden uitgelezen worden. Het is belangrijk de procedure te herbekijken en de werkwijze aan te passen zodat gegarandeerd kan worden dat temperatuursafwijkingen zo vlug mogelijk en tenminste dagelijks opgemerkt worden. Het is hierbij belangrijk om onmiddellijk gepaste acties te ondernemen (contact met apotheek, verwijderen geneesmiddelen, contact technische dienst, …). De procedure en de temperatuursgrenswaarden zijn momenteel nog onvoldoende gekend op afdelingsniveau.
•
Men dient een grondige evaluatie te maken van de bestaffing versus werklast en de benodigde kwalificaties versus inzet. Het is noodzakelijk om, gebaseerd op objectieve cijfers en gegevens, deze evenwichtsoefening te maken en daarna te bespreken op directieniveau. Een efficiënte inzet van mensen en middelen dient hierbij voorop te staan.
Aanbevelingen •
De apotheker wordt momenteel uitgenodigd op het directiecomité om enkel de agendapunten van apotheek te bespreken. Er is wel op regelmatige basis informeel overleg tussen de directeur en de apotheker afzonderlijk en tussen de apotheek en de hoofdgeneesheer afzonderlijk. Niettegenstaande deze overlegmomenten vlot verlopen, is het nuttig dat ook de apotheek actiever kan inspelen op alle beleidsmatige en strategische beslissingen die soms een onrechtstreeks en niet vermoed gevolg hebben op de werking
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
42
van de apotheek. Een uitnodiging op het directiecomité, waar de volledige directie inclusief de hoofdgeneesheer aanwezig is, kan als belangrijk communicatiekanaal in deze gezien worden. •
We bevelen aan op regelmatige basis opleiding te organiseren inzake cytostatica en extravasatie voor de verschillende verpleegafdelingen waar chemotherapie wordt toegepast.
•
We bevelen aan de juiste en volledige toepassingen die het medicatiebeheer vereisen op afdelingsniveau te controleren. Zo worden redenen waarom bepaalde medicatie niet gegeven is niet ingebracht, terwijl het systeem dit wel toelaat.
•
We bevelen aan de ‘interne audits’ of de controle momenten zoals ze momenteel een aantal maal per jaar op de afdelingen uitgevoerd worden en waarbij een aantal aspecten van de zorg nagekeken worden, verder uit te breiden met een controle op medicatie gerelateerde richtlijnen/procedures op afdelingsniveau.
•
We bevelen aan om het jaarverslag van de apotheek verder uit te breiden met een kritische terugblik op de eigen werking. Met vermelding van gerealiseerde doelstellingen, de eigen sterktes en zwaktes evenals de opportuniteiten en eventuele bedreigingen voor de werking.
•
We bevelen aan om de cytostaticawerkgroep opnieuw op te starten zodat een uniform chemotherapievoorschrift met een voldoende groot draagvlak uitgewerkt en geïmplementeerd kan worden.
•
We bevelen aan het project klinische farmacie verder te ontplooien.
Algemene vaststelling •
De ombudspersoon is ook middenkader en kwaliteitscoördinator.
Sterk punt •
De ombudsdienst is aangesloten bij VVOVAZ (Vlaamse Vereniging Ombudsfunctie van Alle Ziekenhuizen) en participeert aan de benchmarking die deze vereniging organiseert.
Non-conformiteit •
De functie van ombudsman is - naargelang de versie - een rechtstreekse staffunctie van de algemeen directeur of de directeur patiëntenzorg. Verder is de ombudsman ook kwaliteitscoördinator en middenkader en in deze laatste functie heeft hij een leidende functie. De ombudsman deelt zijn bureau met dat van de andere middenkaderleden en
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
43
staat ook als dusdanig vermeld aan de buitenzijde van deze kantoorruimte Verder wordt de klager bij afwezigheid van de ombudspersoon verwezen naar de directie. Deze werkwijze en positie compromitteert de strikte neutraliteit en onpartijdigheid van de ombudspersoon.
Tekortkomingen •
De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de ombudsfunctie is voor verbetering vatbaar. Zo is er geen bewegwijzering vanuit de centrale inkomhal of een algemeen infobord waarop de ombudsfunctie is aangegeven. Er zijn ook geen folders van de eigen ombudsfunctie voorhanden.
•
De ombudspersoon dient te beschikken over de nodige middelen om zijn taken te kunnen uitvoeren. Momenteel beschikt hij niet over een eigen gesprekslokaal, dit lokaal vormt immers het bureau van een andere medewerker.
Aanbeveling •
Een administratieve ondersteuning van de ombudsfunctie kan een meerwaarde betekenen.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
44
Milieu en hygiëne
Algemene vaststellingen •
De milieuvergunning werd na de vorige audit uitgebreid met een klinisch laboratorium.
•
In de geldende milieuvergunningen werden de rubrieken opgenomen met de vergunningsplichtige activiteiten die in de campus worden uitgeoefend.
•
G-rubrieken: o R35: een rouwkamer met een koelruimte voor 12 lijken o R49.2.1: een algemeen ziekenhuis met 300 bedden o R51: klinisch laboratorium (afdeling bacteriologie)
•
De vergunning werd verleend tot 10 juli 2023.
ing Algemene vaststellingen •
Er is een centrale keuken die dagelijks maaltijden bereid voor de 300 patiënten + 102 rusthuisbewoners + 50 thuisbedelingsmaaltijden (OCMW).
•
Er is een handboek met de HACCP-richtlijnen.
•
Ongediertebestrijding door CLEANING MASTERS uit Antwerpen.
•
Luchtverversing gebeurt via natuurlijke ventilatie (muggenhorren vóór opengaande ramen).
•
De schoonmaak van de keuken wordt uitgevoerd door het keukenpersoneel zelf.
•
De toegang voor niet-keukenpersoneel wordt afgebakend met rode lijnen. Deze lijnen zijn niet goed zichtbaar.
•
Op het einde van de portioneringband is er nog een temperatuurcontrole van de warme maaltijden; niet meer op de verpleegafdeling.
•
Vanaf 2009 wordt een nieuw project gestart i.v.m. het transport van de etenswaren naar de verpleegafdelingen. De oude transportwagens worden vervangen.
•
Koelcellen en diepvriezers: correcte temperatuurcontrole.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
45
•
De opleiding/bijscholing i.v.m. HACCP-richtlijnen en voedselhygiëne vindt jaarlijks plaats en wordt gegeven door de coördinator facilitaire diensten.
•
De voedselveiligheid wordt frequent via hygiëne-audits gecontroleerd door een extern laboratorium en het FAVV (september 2008).
Non-conformiteit •
In dit ziekenhuis worden voedingsmiddelen rechtstreeks geleverd of verkocht aan consumenten. Daarom moeten ze beschikken over een toelating van het Voedselagentschap. Volgens het nieuwe Koninklijk Besluit van 30 juli 2008 moet het ziekenhuis deze toelating afficheren op een gemakkelijk zichtbare en toegankelijke plaats. Deze verplichte maatregel wordt niet opgevolgd.
Tekortkoming •
De volgende HACCP-richtlijnen worden niet nageleefd: o de toegang tot de keuken voor niet-keukenpersoneel moet verboden worden; daarom moeten goed zichtbare aanduidingen geplaatst worden aan de ingang van de centrale keuken. o er wordt geen aandacht besteed aan de temperatuur van de bereide voedingsmiddelen tot bij de eindgebruiker (verpleegafdeling). o in de gekoelde ruimten worden de ingekomen goederen opgeslagen in hun oorspronkelijke kartonnen of plastic verpakking.
Algemene vaststellingen •
Op de terreinen van het ziekenhuis is er één locatie waar afval wordt verzameld: o perscontainer voor restafval o container voor grof huisvuil o container voor papier en karton
•
De containers staan op een verharde ondergrond (beton en asfalt).
•
In dit containerpark zijn geen maatregelen getroffen ivm preventieve ongediertebestrijding.
• •
De ophaling gebeurt door een erkende verwerker (SITA). Het risicohoudend medisch afval (RMA) wordt nu verzameld in een afgesloten ruimte van het technische gebouw.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
46
Tekortkoming •
Gelet op de risicovolle locatie van het afvalcontainerpark (woongebied in het centrum van de gemeente), moet een doeltreffend controleprogramma toegepast worden voor insecten en knaagdieren.
Aanbevelingen •
Wij bevelen aan dat de personeelsleden via duidelijke posters met gekleurde flowcharts (stroomdiagrammen) kunnen kennis nemen van de interne instructies inzake de verschillende afvalstromen (cf. aanbevelingen van OVAM).
•
De constructie van de locaties waar afvalstoffen vóór ophaling worden verzameld, moet zodanig uitgevoerd zijn dat accidenteel ontsnappende vloeistoffen, morsvloeistoffen en uitlogingen op een vloer terecht komen. Deze vloer moet voorzien zijn van opvanggoten en vervolgens naar één of meerdere opvangputten kunnen geleid worden.
•
De containers/boxen moeten regelmatig en efficiënt gereinigd en gedesinfecteerd worden.
Algemene vaststellingen •
Vier afzonderlijke lokalen bestemd voor lijkverzorging, bewaarruimte, opbaren, wachtkamer, kamer om het lijk te groeten, gesloten garage voor in- en uitladen van de lijkkist.
•
Ventilatie van de lokalen gebeurt op een natuurlijke wijze.
•
Er zijn 12 koelboxen, waarvan 4 buiten gebruik.
•
Bewaartemperatuur is maximum 4°C.
Tekortkoming •
Bij overlijden van een patiënt in het ziekenhuis moeten de lijken zo snel mogelijk en ten laatste binnen de drie uur overgebracht worden naar de vergunde rouwkamer (procedure).
Aanbeveling
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
47
•
We bevelen aan om in een procedure met betrekking tot het overlijden van een patiënt in het ziekenhuis, richtlijnen uit te vaardigen met betrekking tot de maximum verblijfduur van de lijken op de hospitalisatieafdeling en in het ziekenhuis.
Algemene vaststellingen •
Er wordt drinkwater aangeboden van het openbare waterleidingsnet.
•
Het aangeleverde leidingwater ondergaat een bijkomende ontharding.
•
Het leidingwater wordt 2x/jaar microbiologisch geanalyseerd. De meest recente resultaten hebben een goede bacteriologische kwaliteit aangetoond.
•
Over het ganse ziekenhuis staan een tiental drinkwaterfonteinen ten behoeve van patiënten en bezoekers. De drinkwaterfonteinen zorgen voor een rechtstreekse waterstraal in de mond.
Aanbeveling •
Wij adviseren om het mondkraantje van de drinkwaterfontein dagelijks te ontsmetten met een desinfecterende doek, zodat micro-organismen geen kans krijgen om zich te ontwikkelen.
Algemene vaststellingen •
• •
• •
•
Het ziekenhuis maakt uitsluitend gebruik van het water van het openbare waterleidingnet. Het brandleidingnet en het drinkwaternet werden gescheiden. Momenteel worden er geen alternatieve beheersmaatregelen gebruikt. De plaatsing van een Ecodissysteem wordt wel sterk overwogen. Er is een summier beheersplan aanwezig opgemaakt in maart 2008. Er zijn duidelijke grondplannen aanwezig met aanduiding van de watervoorzieningen binnen de gebouwen. Bij verbouwingen wordt rekening gehouden met de legionellaproblematiek.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
48
•
•
De temperatuur van het warmwater wordt continue gemeten bij de warmwaterproductie en in de gerenoveerde afdelingen. De metingen worden elektronisch bijgehouden. Er is een staalnameplan aanwezig.
Non-conformiteiten •
De coördinaten van de waterleverancier en onderhoudsfirma ontbreken in het beheersplan.
•
Er is geen duidelijke beschrijving van de watervoorziening in het beheersplan terug te vinden. Het bouwjaar van de installatie, de gebruikte materialen, de toestand van de installatie, de wijze van warmwaterproductie en een beschrijving van de warm- en koudwaterinstallatie vormen de basis van een beheersplan.
•
Er is geen overzicht van de wijzigingen van de installatie raadpleegbaar. Zij moeten opgenomen worden in een register.
•
Er is geen risicoanalyse aanwezig waarin duidelijk staat vermeld welke punten risicopunten zijn voor legionellagroei en/of aerosolvorming.
•
Duidelijke en uitgewerkte preventie- en beheersmaatregelen ontbreken. Deze moeten verder worden uitgewerkt.
•
Er is geen spoelschema aanwezig voor weinig gebruikte tappunten. Dit moet in het beheersplan worden opgenomen.
•
In de niet-gerenoveerde afdelingen wordt de temperatuur van het water niet opgevolgd. Dit moet in het beheersplan worden opgenomen.
•
De temperaturen aan de tappunten liggen onder 55°C.
•
Als preventie van brandwonden worden thermostatische kranen geplaatst. Deze zijn op 50°C afgesteld, wat redelijk hoog is. Waar geen thermostatische kranen voorzien zijn, worden geen richtlijnen opgesteld voor de preventie van brandwonden. Deze moeten opgenomen worden in het beheersplan.
•
Indien bij staalname blijkt dat bepaalde actieniveaus worden overschreden, moet actie worden ondernomen conform de wetgeving. De uitvoering van deze acties moeten in het beheersplan worden opgenomen. Eveneens ontbreekt een procedure die duidelijk maakt wat er moet gebeuren bij het overschrijden van bepaalde actieniveaus.
•
In het beheersplan moet opgenomen worden dat er geen koeltorens aanwezig zijn.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
49
•
•
In het beheersplan staan richtlijnen voor klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidbehandeling. Aangezien men enkel werkt met stoombevochtiging moet dit aangepast worden in het beheersplan. Het beheersplan, de risicoanalyse en het register moeten meer geformaliseerd worden.
Aanbeveling •
Een staalname van tweemaal per jaar is aan te raden.
Algemene vaststellingen •
Er werd één schoonmaakverantwoordelijke (“voorvrouw”) voor de gehele inrichting aangeduid.
•
De schoonmaak in het ziekenhuis wordt verzorgd door een equipe van 44 poetsvrouwen en één poetsman.
•
Er werd door de verantwoordelijke voor de schoonmaak een procedure uitgewerkt met geschreven richtlijnen met betrekking tot de dagelijkse en periodieke schoonmaak. Onderhoudsmethode: o Vloeronderhoud met moppen met microvezeldoeken. o Sanitair onderhoud met rode reinigingsdoeken. o Interieuronderhoud met blauwe reinigingsdoeken.
•
De verantwoordelijke voor de schoonmaak oefent een controle uit op de uitvoering en de resultaten van het schoonmaakprogramma.
Sterk punt •
Met als doel een minimum aanvaardbaar niveau te kunnen vastleggen en om een objectief onderscheid te kunnen maken tussen ‘goede’ en ‘slechte’ poetsbeurten, werd een kwaliteitmeetsysteem ingevoerd. Deze kwaliteitsbeoordeling heeft een corrigerende functie en wordt genoteerd op een DKS kwaliteitscontrolerapport.
Algemene vaststellingen •
Externe firma (Sneeuwwitje~As) verzorgt al het linnen.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
50
•
Er zijn vier huishoudelijke wasmachines verdeeld over diverse afdelingen van het ziekenhuis (totaal 20,6 kW). Gebruik voor fixatiemateriaal, gordijnen, soms kleding van patiënten.
Tekortkoming •
Afval en vuil linnen worden tot ophaling gestockeerd op de gang van de verpleegafdeling.
aarlijke stoffen Algemene vaststellingen •
In het ziekenhuis zijn 5.600 kg oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen opgeslagen (zie milieuvergunning van 10 juli 2003).
•
Er is geen inventaris van de aanwezige gevaarlijke stoffen (vaatwas-, schoonmaak- en onderhoudsproducten).
•
Het merendeel van de gevaarlijke stoffen staat onder het beheer van CLEANING MASTERS uit Antwerpen.
Tekortkoming •
Het gemiddelde verbruik van de gevaarlijke stoffen moet per jaar en per verbruiker geregistreerd, opgevolgd en grondig geëvalueerd worden. Op die manier kan een uitzonderlijk verbruik van gevaarlijke stoffen aan het licht komen.
Aanbevelingen •
•
Op een verpleegafdeling mag slechts een voorraad gevaarlijke stoffen opgeslagen worden die nodig is voor het verbruik van 1 week. Afvullen naar kleine verpakkingen moeten vermeden worden.
n ongedierte Algemene vaststellingen •
Voor het ziekenhuis werden onderhoudscontracten afgesloten met een professioneel bedrijf voor ongediertebestrijding.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
51
•
Kritieke locaties zijn de afvalcontainers, de keuken, het mortuarium en het klinische laboratorium.
Tekortkoming •
De bestaande onderhoudscontracten i.v.m. preventieve ongediertebestrijding moeten uitgebreid worden tot alle kritieke locaties.
Algemene vaststellingen •
De bio-activiteit gebeurt in een werkzone binnen het lokaal 1 dat voorzien is van een microbiologische veiligheidskast en een incubator.
•
De centrifuge bevindt zich in een centrifugeerlokaal buiten de aangegeven inperkingzone.
•
Risicohoudend medisch afval wordt in gele containers gedeponeerd en correct afgevoerd.
•
In het lokaal 2, waar inactivering en opslag gebeurt van biologisch besmet materiaal, is een autoclaaf voorhanden. Na het autoclaveren wordt het materiaal alsnog afgevoerd via de RMA-containers.
•
Transport buiten het labo (bv. versturen van stalen naar een referentielabo) gebeurt met behulp van een driedelige verpakking.
Non-conformiteiten •
Het biorisicoteken werd niet aangebracht op de verschillende toestellen die biologisch materiaal van risicoklasse 2 of hoger bevatten (incubatoren, diepvriezers, e.a.).
•
Op de deur die toegang verleent tot het laboratorium, staan geen voorgeschreven vermeldingen, zoals een biorisicoteken, het inperkingniveau, de coördinaten van de verantwoordelijke, de lijst van toegelaten personen, e.a. …
•
De ingeperkte zone is niet voorzien van een wasbak met niet-manuele bediening voor het wassen en het decontamineren van de handen.
•
Het labo beschikt niet over een specifieke uitrusting (apparatuur, materiaal) voor manipulatie van potentieel besmette stalen of primo-culturen van Mycobacterium.
Tekortkoming Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
52
•
Het laboratorium wordt onvoldoende geventileerd zodat regelmatig de ramen moeten geopend worden om de werkomstandigheden te verbeteren.
Aanbevelingen •
Wij bevelen aan om zoveel mogelijk administratieve activiteiten te vermijden in een L2-labo. Om ongewenste contaminatie met pathogene organismen te vermijden, mogen er geen papieren documenten uitgewisseld worden tussen het L2-labo en de administratieve kantoren.
•
In afwachting van een volledige renovatie van het laboratorium, adviseren wij om de procedures inzake handhygiëne streng na te leven.
Algemene vaststellingen •
In het verleden werd een nieuw lokaal bijgebouwd voor de NMR en in de toekomst zullen nog wijzigingen (met verbouwingswerken) aangebracht worden aan het klinische laboratorium.
•
Elk jaar wordt één verpleegafdeling afgebroken en opnieuw ingericht. Daardoor wordt een groot risico gecreëerd voor het ontstaan van stof. Samen met het stof worden microorganismen in de binnenlucht meegevoerd (o.a. schimmels zoals Aspergillus) en is er een verhoogde kans op besmetting van patiënten.
Tekortkomingen •
Bij het uitvoeren van ingrijpende verbouwingswerkzaamheden worden geen analyses uitgevoerd op de binnenlucht (luchtsampling).
•
Preventieve maatregelen om het hygiënerisico bij bouwwerkzaamheden te reduceren worden niet uitgevoerd in samenwerking met de ziekenhuishygiënisten.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
53
Infectieziektebeheersing Algemene vaststellingen •
Er zijn 2 artsen ziekenhuishygiënisten, samen 0,5 VTE, en 2 verpleegkundigen ziekenhuishygiënisten, samen 1 VTE.
•
Het comité ziekenhuishygiëne komt 4x per jaar samen, het team ziekenhuishygiëne komt wekelijks samen. Driemaal per jaar aanwezigheid van een arts en verpleegkundige ziekenhuishygiëne op het regionale platform ziekenhuishygiëne. Het team ziekenhuishygiëne is vertegenwoordigd in verscheidene werkgroepen in en buiten het ziekenhuis.
•
Volgende verslagen zijn door het comité ziekenhuishygiëne besproken en goedgekeurd: algemeen strategisch plan, jaarlijks activiteitenverslag, jaarlijks beleidsplan (niet SMART).
•
Alle procedures van ziekenhuishygiëne staan op het intranet. Een nieuw gebruiksvriendelijker computerprogramma wordt momenteel geïntroduceerd waardoor geen paswoord meer nodig zal zijn, en waarbij de isolatiemaatregelen niet meer per soort isolatie maar per ziekte of kiem terug te vinden zijn.
•
Er zijn 3 referentieverpleegkundigen ziekenhuishygiëne (materniteit, geriatrie, orthopedie) die deel uitmaken van het comité ziekenhuishygiëne.
•
Er werd meegewerkt aan de nationale campagnes handhygiëne.
Sterke punten •
Het team ziekenhuishygiëne is zeer intens aanwezig op de werkvloer. Dagelijks doen zij een rondleiding op elke afdeling voor standaard rapportage, en dagelijks worden besmette patiënten opgevolgd aan de hand van zelfgemaakte lijsten. Maandelijks wordt het onderhoud gecontroleerd aan de hand van een checklist. Daarnaast worden alle afdelingen 2x per jaar en risicodiensten 4x per jaar bezocht door (minstens) één arts ziekenhuishygiëne en verpleegkundige ziekenhuishygiëne. Samen met de hoofdverpleegkundige wordt een vaste checklist overlopen, en is er ruimte voor losse opmerkingen of vragen. Aan al deze activiteiten worden evaluaties en verbeteracties gekoppeld.
•
Er is een snel identificatie- en verwittigingssysteem bij opname van ex-MRSA patiënten. Bij inschrijving wordt automatisch een email verstuurd naar het team ziekenhuishygiëne, naar de behandelende arts en naar de afdeling. Daarnaast neemt het labo steeds telefonisch contact op met de behandelende arts, en doet de ziekenhuishygiënist hetzelfde naar de afdeling. Dit systeem treedt ook in werking bij een interne transfer.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
54
Non-conformiteiten •
Volgens het KB van 26/4/2007 (wijziging erkenningsnormen) moeten alle beslissingen die binnen het comité ziekenhuishygiëne genomen worden, geacteerd worden in een register en als advies overgemaakt worden aan de directeur van het ziekenhuis.
•
Er moet een jaarlijks verslag opgemaakt worden van de werking van het team ziekenhuishygiëne. Daarnaast moet het jaarlijkse beleidsplan verder uitgewerkt worden (SMART).
•
Het comité ziekenhuishygiëne moet toezicht houden op de methode van wassen van linnen. Er kan geen document voorgelegd worden om de kwaliteit van de externe en interne wasmethode te garanderen.
Tekortkomingen •
Er bestaat een uitgebreid, onderbouwd en repressief handhygiënebeleid in het ziekenhuis, dat door het comité ziekenhuishygiëne is goedgekeurd, en door de meeste beroepsgroepen goed wordt opgevolgd. Het niet opvolgen van de procedure handhygiëne leidt achtereenvolgens tot een mondelinge waarschuwing, een schriftelijke waarschuwing en ontslag. Het is aan de directie en hoofdgeneesheer om stappen te ondernemen om de strikte toepassing van de procedure handhygiëne ook te garanderen bij de artsen. Hierbij zijn het dragen van korte mouwen en het volledig vrijhouden van de handen en voorarmen, alsook het gebruik van alcoholgel essentieel.
•
Het team ziekenhuishygiëne stelt bij verbouwingen richtlijnen op om de ziekenhuishygiëne te respecteren tijdens de werken, woont werfvergaderingen bij, en volgt de projecten op. Ondanks deze acties worden de richtlijnen niet nageleefd.
Aanbevelingen •
Wij raden aan om een gestructureerde manier te implementeren om in het verpleegdossier en medische dossier een MRSA-patiënt te identificeren. Momenteel hangt de vermelding af van de goodwill van de betrokken VK of arts.
•
Om handhygiëne nog beter te implementeren op de werkvloer raden we aan om alle spoelruimten en afdelingskeukens te voorzien van de nodige alcoholdispensers, zeep, wegwerphanddoeken en reminders.
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
55
Brussel, 6/03/2009
Tom Wylin Hoofdauditor IVA Inspectie WVG
Veerle Meeus Auditor IVA Inspectie WVG
Nele Van Cauteren Auditor IVA Inspectie WVG
Inge Maes Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid
Frank Noorts Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid
Koen Schoeters Auditor IVA Z&G, afd. Toezicht Volksgezondheid
Auditverslag AZ Sint-Dimpna, Geel, E 709
56