2012–2014 | ARCHITECTUUR | STEDENBOUWKUNDE
LANDSCHAPSARCHITECTUUR | INTERIEURARCHITECTUUR
-1-
In september 2012 start een nieuwe ronde van de Beroepservaring. Architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten kunnen meedoen. Maar bij deze ronde kunnen ook interieurarchitecten zich inschrijven. De Beroepservaring is een tweejarig programma dat je op een systematische manier laat kennis maken met het werken in de praktijk.
In deze brochure vind je compacte informatie over wat de Beroepservaring is en waarom je er aan mee zou moeten doen. De brochure is tegelijk ook een studiegids voor het programma, waarin gedetailleerd de verschillende onderdelen worden uitgelegd. >>>
-3-
DE BEROEPSERVARING OP HOOFDLIJNEN Individueel en gemeenschappelijk programma
Een afgeronde ontwerpopleiding is waardevol, maar betekent nog niet dat je klaar bent voor de praktijk. Het kost een aantal jaren voor je effectief in de praktijk kunt werken. De Beroepservaring versnelt dat proces aanzienlijk.
Hoe gaat dat in zijn werk?
De Beroepservaring duurt twee jaar en start op een vast moment. De uitgangspositie is: je hebt een baan in je vakgebied. Eventueel ben je zelfstandige. Dan kun je het individuele programma doorlopen. Je vindt in deze brochureeen lijst met ‘ervaringen’ die je in dat individueel programma moet doormaken. Om dat te kunnen doen heb je een mentor nodig. Die zoek je zelf, en samen met de mentor schrijf je je in. Dat betekent een wederzijdse belofte om die ervaringen op te zoeken, ook wanneer dat extra inspanning kost. Naast het individueel programma biedt de Beroepservaring het gemeenschappelijk programma. Met de deelnemers in een groep (40–60) kom je eens per maand samen. In zulke bijeenkomsten werk je aan een thema, krijg je lezingen en doe je mee aan debatten. Je werkt individueel of in kleine groepen aan opgaven die de bijeenkomsten verbinden met jouw werksituatie. De bijeenkomsten agenderen onderwerpen die het individuele deel ondersteunen en verbreden. Aan het eind van de twee jaar wordt in een eindgesprek getoetst of je inderdaad de beoogde praktijkervaring hebt opgedaan. Als dat zo is, krijg je een getuigschrift. Belangrijke instrumenten daarbij zijn een Logboek en een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP). Om van elkaar te weten of je goed op weg bent, is er halverwege een gesprek met jou, de vakcoördinator en je mentor; het zogenaamde bureaubezoek.
Onderwerpen
De Beroepservaring volgt de fases in ontwerp- en bouwprocessen, van acquisitie tot beheer. Het gaat steeds over onderwerpen die echt bij de praktijk horen, zoals de offerte en het bestek. Ook komen zaken aan de orde als inspraak en welstand. Uiteraard hoort uitvoering erbij, dus laarzen en een helm kunnen nodig zijn. Het beheer van gerealiseerde projecten komt aan de orde, maar ook regelgeving, van brandweervoorschriften tot natuurwetgeving. Belangrijk is de werkomgeving zelf: hoe zitten ontwerpbureaus in elkaar? En tenslotte gaat het programma over de rol van de ontwerper in de maatschappij. Kortom: praktisch, reflectief en toekomstgericht – precies zoals de praktijk is.
Wat kost het je en wat brengt het je?
Deelnemen aan de Beroepservaring kost natuurlijk tijd, om te beginnen vanwege de maandelijkse bijeenkomsten van 4 uur. Hoeveel tijd je kwijt bent aan de voorbereiding, de reistijd en het individueel programma is per deelnemer verschillend. Maar ervaring leert dat je moet uitgaan van een halve dag per week. De inspanning van mentoren is in
Voormalig vakcoördinator architectuur Arne van Herk
wordt de architectentitel steeds belangrijker. Praktisch gezien, omdat opdrachtgevers het eisen, maar ook als een kwaliteitslabel. De Beroepservaring daagt de deelnemer uit om de eisen die de architectentitel stelt zich oprecht en met ambitie eigen te maken.
tijd beperkt, maar wel cruciaal. Om dat te ondersteunen worden mentoren uitgenodigd voor enkele speciale bijeenkomsten. Deelname aan de Beroepservaring kost €2950,– per jaar, dus in totaal €5900,– (excl. BTW). Het uitgangspunt is dat de werkgever die kosten draagt. Werknemer en werkgever kunnen daar goede afspraken over maken. Door belastingvoordelen zijn de netto-kosten veel lager. Werk je zelf standig, of heb je een kortlopende contract, dan betaal je de Beroepservaring geheel of gedeeltelijk zelf. Ook dan zijn de netto-kosten lager. Hoeveel lager hangt af van je persoonlijke situatie. Je vindt enkele rekenvoorbeelden op de website: www.beroepservaring.nl/2012
Organisatie
De Beroepservaring bied je een grote kans. De kans om gezamenlijk, als nieuwe generatie, het vak in te gaan en een netwerk op te bouwen dat je voor je hele beroepsleven voordelen brengt. De kans om op ontdekkingstocht te gaan op je eigen werkplek en allerlei aspecten te zien die je normaal niet of later zou ontdekken. De kans om jezelf te verbreden, meer kennis op te doen en je bewust te worden van wat je in de praktijk wilt. Het programma wordt ge dragen door vakcoördinatoren die hun sporen hebben verdiend en daardoor de meest relevante projecten, sprekers en onderwerpen kunnen agenderen. Gezamenlijk ga je dus naar verrassende plekken, hoor je bevlogen deskundigen en zet je de tanden in onderwerpen die je blik verbreden.
Het belang van de Beroepservaring
In 2011 is de nieuwe Wet op de Architectentitel in werking getreden. Beroepservaring wordt verplicht vanaf 2015. Jaren van debat over de relatie tussen opleiding en praktijk gingen daaraan vooraf. Opeenvolgende Rijksbouwmeesters vonden dat een introductie in de praktijk noodzakelijk is. Zo startte in 2003 Het Experiment. De Beroepservaring komt daar uit voort. Het programma is georiënteerd op de toekomstige wettelijke verplichting, maar het is meer dan dat. Het is een aantrekkelijke manier om in de praktijk in te stromen. Aantrekkelijk voor de deelnemer, voor bureaus en voor de beroepswereld. Deelnemers zijn sneller ‘op vlieghoogte’ in de praktijk. Ze delen kennis; verbreden en verdiepen zich. Dat verbetert uiteindelijk de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Deelnemers die de Beroepservaring doen zijn letterlijk en figuurlijk meer waard. Daarnaast
De Beroepservaring wordt georganiseerd door een onafhankelijke stichting. Per 1 mei 2012 worden de activiteiten van de beroepservaring ondergebracht bij de Stichting Post Academisch Onderwijs. De Rijksbouwmeester, de beroepsorganisaties en de verantwoordelijke ministeries steunen de Beroepservaring. Een programmaraad onder leiding van voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen, bewaakt de kwaliteit. Een klein maar slagvaardig projectbureau doet de dagelijkse werkzaamheden. Vakcoördinatoren superviseren de deelnemers en bepalen de inhoud van het programma. De vakcoördinatoren zijn:
Jeroen van de Ven - architectuur Maurits de Hoog - stedenbouw Noël van Dooren - landschapsarchitectuur Josef Bischofs - interieurarchitectuur
Na vier succesvolle rondes, eerst als Het Experiment, is de Beroepservaring letterlijk een vertrouwd merk geworden.
Vier disciplines
De moderne praktijk vraagt om samenwerking. Daarom is de Beroepservaring een multidisciplinair programma. Uiteraard is het individueel programma afgestemd op de overeenkomsten én op de verschillen tussen disciplines. In het gemeenschappelijk programma wordt vaak samen opgetrokken. Soms wordt juist door twee disciplines samengewerkt. Voor de hand liggende samenwerkingen zijn die tussen architectuur en interieur, of stedenbouw en landschap. Maar de kans voor andere samenwerkingen, zoals tussen interieur en landschap, wordt ook gegrepen. En op onderdelen gaan de disciplines uit elkaar om heel gericht vakspecifieke zaken te bespreken. Dat kan via aparte bijeenkomsten, of binnen een gezamenlijke bijeenkomst. Dit verkennen van de overeenkomsten en tegelijk verdiepen van de eigen discipline is karakteristiek voor de Beroepservaring. >>>
-5-
Wanneer kun je deelnemen?
Voorwaarde voor deelname is een diploma, een werkplek en een mentor. De basis is een inschrijving in het Register. Op de website www.beroepservaring.nl/2012 staan alle relevante opleidingen vermeld. Wie niet het juiste diploma heeft, maar een vergelijkbaar niveau heeft en graag deel wil nemen, kan contact opnemen met het projectbureau. De vakcoördinator zal aan de hand van een portfolio beoordelen of je mee kan doen. Je kunt inschrijven nadat je de eerste ervaringen in de praktijkhebt opgedaan, of direct na het afronden van je opleiding. Maar: Beroepservaring doe je op als je werkt, dus een werkplek is een vereiste voor inschrijving. Dat kan een ontwerpbureau zijn, maar ook bijvoorbeeld een overheidsdienst, zolang de werkzaamheden je de kans bieden om het individuele programma uit te voeren. Daarom maak je meteen bij inschrijving een persoonlijk ontwikkelingsplan waarin je de kansen schetst om in twee jaar alle aspecten van beroepservaring op te doen. Je kunt als zelfstandige deelnemen, maar dat vraagt wel wat extra, bijvoorbeeld omdat je elders een mentor moet zoeken. Je moet alle aspecten van beroepservaring kunnen meemaken. Dat zal als beginnend zelfstandige soms lastig zijn. Samenwerking binnen het netwerk dat de Beroeps ervaring biedt, kan de oplossing zijn.
Waar en wanneer vindt het plaats?
DE BEROEPSERVARING OP ONDERDELEN
De nieuwe ronde start in september 2012. Uiteraard vindt het individueel programma plaats daar waar je werkt. Het gemeenschappelijk programma heeft geen vaste plek. De vakcoördinatoren zoeken bij specifieke onderwerpen precies het goede project. Vaak worden net opgeleverde projecten gekozen, en zijn dan de specialisten die daaraan werkten de podiumgasten. Er worden goed bereikbare locaties geselecteerd. In feite is de Beroepservaring dus ook een excursieprogramma. De reis er naar toe en het café nadien is de beste manier om je mede-deelnemers te leren kennen.
zal de mentor ingeschreven moeten zijn in het architectenregister. In deze overgangssituatie is het vooral van belang dat de mentor een positie heeft in het bureau waardoor hij of zij jou als deelnemer alle aspecten van de praktijk kan tonen.
Gemeenschappelijke bijeenkomsten vinden eens per maand plaats. Regelmatig is er voorafgaand, voor de liefhebbers, een korte excursie op de locatie. De Beroepservaring start opnieuw in september 2012. Inschrijven kan via de website: www.beroepservaring.nl/2012. Op die website wordt de precieze startdatum van de Beroepservaring zo vroeg mogelijk aangekondigd. In maart 2012 is er een informatiebijeenkomst in Den Haag. Meer informatie staat op de website. Ook is het definitieve programma voor de gemeenschappelijke onderdelen daar te vinden. Jan Benthem geeft college over het PvE
Maar is er wel werk?
Alleen als je werkt in de praktijk kun je beroepservaring opdoen. Dat is in deze tijd niet altijd makkelijk. Maar goed geschoolde, wendbare en effectief inzetbare mensen maken altijd de meeste kans. Daarom is de Beroepservaring juist nu nodig. Het netwerk van generatiegenoten is een voordeel: je bent snel op de hoogte van de kansen op verschillende werkplekken. Meer mensen zullen als ‘kleine zelfstandige’ starten. Je kunt ook dan meedoen, mits je een mentor hebt en zorgt dat je uiteindelijk alle hoeken van het veld ziet. Starters op de arbeidsmarkt moeten rekening houden met tijdelijke contracten. Misschien moeten zij ‘onderweg’ van baan en mentor wisselen. De onzekere tijden vragen om maatwerk. Het projectbureau en de vakcoördinatoren spannen zich in om waar mogelijk dat maatwerk te bieden. De belangrijkste boodschap is dat deelnemen aan de Beroepservaring altijd een voordeel is en je kansen vergroot.
-6-
Voor meer inzicht in de Beroepservaring worden nu de belangrijk onderdelen uitgewerkt:
Nadere informatie en contact
Voor verdere informatie kun je contact op te nemen met het projectbureau per mail
[email protected] of via het telefoonnummer 070 – 339 89 98.
wat is het individueel programma? wat is het gemeenschappelijk programma? hoe werkt het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)? hoe werkt het logboek? wat kan de deelnemer verwachten van een mentor en omgekeerd?
Mentor
Wil je aan de Beroepservaring deelnemen, dan meld je je aan samen met een mentor. In de meeste gevallen is dit een ervaren ontwerper op het bureau waar je werkt. Ongetwijfeld zal in de toekomst voor mentoren formeel vastgelegd worden hoeveel jaar ervaring vereist is, en ook
Samen met de mentor stel je een persoonlijk ontwikkelplan op. Met dat plan stuur je hoe de vereiste ervaring wordt opgedaan. De mentor zorgt ervoor dat de deelnemer bij verschillende projecten, van visievorming, ontwerp of uitvoering, een kijkje in de keuken kan nemen. De mentor reserveert ook tijd om met de deelnemer van gedachten te wisselen. Niet alleen over het POP, maar ook om erva ringen die de deelnemer opdoet in perspectief te plaatsen. Dat kan op de terugweg van een vergadering of in een daarvoor gereserveerd uurtje – dat is aan mentor en deelnemer. Je zult de mentor steeds actief moeten benaderen. Dat begint er mee dat je als deelnemer zelf een mentor uitnodigt. Halverwege de Beroepservaring vindt het bureaubezoek plaats; een gesprek tussen de mentor, de deelnemer en de vakcoördinator over de werksituatie en voortgang. De vakcoördinator zal daarbij aangeven of de praktijkervaring zoals die zich ontwikkelt, wel of niet voldoende is om het individuele programma met goed gevolg af te ronden. In twee jaar kan veel gebeuren. Hoewel tot nog toe de meeste kandidaten op één werkplek en met dezelfde mentor het programma afronden, kan het ook gebeuren dat je van werkplek moet wisselen en dus waarschijnlijk ook van mentor. Deelnemers die een eigen bureau gestart zijn zoeken een mentor bij een groter bureau. Het projectbureau kan zelfstandigen daarbij ondersteunen. Jaarlijks is er een bijeenkomst voor alle mentoren en deelnemers om ervaringen uit te wisselen. >>>
-7-
Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
Bij de inschrijving voor de Beroepservaring stellen de deelnemer en de mentor een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. Met het POP stippel je uit hoe je gedurende twee jaar beroepservaring op kunt doen. Je spreekt dit aan het begin van het programma door met de vakcoördinator. Welke beroepservaring je op moet doen is beschreven in het Individueel Programma. Het POP wordt halfjaarlijks geactualiseerd, door deel nemer en mentor ondertekend en ingediend bij het projectbureau. Bij de actualisatie van het POP geef je aan wat je gedaan hebt; wat de feitelijke situatie van opdrachten op dat moment is en wat de accenten zijn in het half jaar dat voor je ligt. Het is het centrale gespreksonderwerp bij het bureaubezoek dat in het eerste jaar plaats vindt. In het eindgesprek dienen het POP en het logboek om te beoordelen of voldoende beroepservaring is opgedaan. Werkplekken verschillen en dus ook de mogelijkheden voor beroepservaring. Deelnemers verschillen ook in kennis die ze al hebben en in hun ambities voor de toekomst. Het POP is het instrument waarin je de eindtermen van beroepservaring en het Individueel Programma vertaalt naar jouw situatie. In feite neem je daarmee ook een standpunt in: dit is de ontwerper die ik wil zijn!
Opzet van het individueel programma
Het grotere kader voor de Beroepservaring wordt gegeven door het Bureau Architectenregister dat de eindtermen naar verwachting voorjaar 2012 zal hebben omschreven. Uit die eindtermen is afgeleid wat je in het Individueel Programma moet doen. Het is ingedeeld in de kenmerk ende fases van het ontwerp en bouwproces. Dat zijn:
acquisitie en opdrachtverwerving onderzoek, visie en strategie ontwerp bouwvoorbereiding uitvoering, implementatie en beheer
Daarnaast omvat het individueel programma algemene en vakspecifieke professionele vaardigheden.
In de Beroepservaring werken vier disciplines samen maar die disciplines verschillen ook. In feite zijn er twee productieprocessen: het realiseren van een bouwwerk; het schrijven van een visie of een strategisch advies. Onderzoek, visie en strategie kan dus zowel slaan op een fase in een bouwproces dat tot een gebouw leidt, als op het proces dat tot een geschreven en getekend document leidt: een visie, een strategie, een nota of een advies. Van iedere deelnemer wordt verwacht dat hij of zij het individueel programma in zijn geheel doorloopt. Bewust is het individueel programma geformuleerd in termen van het te verwerven inzicht, met voorbeelden van feitelijke activiteiten. Zo kan iedere deelnemer het individueel programma op de eigen situatie toepassen. Je leert alle fases in het ontwerpproces kennen, net als de gangbare types van opdrachten. Het is heel goed denkbaar dat sommige onderdelen zelden (of niet) aan de orde komen op jouw werkplek. Met het POP maak je een goede planning en zoek je naar oplossingen. Dat betekent concreet: wie werkt op een bureau waar zelden bouwprojecten worden uitgevoerd, zorgt dat hij of zij met een deelnemer van een ander bureau meegaat naar een bouwvergadering en de bouwplaats. Omgekeerd moet iemand die anders geen ervaring zou opdoen in de wereld van visie, beleid en strategie bijvoorbeeld een overleg met betrokken partijen meemaken. Het POP helpt om die problemen vroegtijdig op te sporen en oplossingen te onderzoeken, zoals samenwerking met andere deelnemers. Als deelnemer moet je zo actief mogelijk aan de verschillende activiteiten meewerken. In overleg met je mentor kan per onderwerp bekeken worden in welke mate zelfstandige bijdragen mogelijk zijn of een actieve deelname in een team reëel is. Soms ben je noodgedwongen slechts toeschouwer, bijvoorbeeld bij contractonderhandelingen of bouwvergaderingen, maar je maakt dan wel steeds een verslag. Het individuele programma is in zijn geheel in deze brochure opgenomen.
-8-
Logboek
Het logboek is een belangrijk instrument in de Beroeps ervaring. In overleg met de mentor werk je het individueel programma af. Maar de eenvoudige vaststelling dat bijvoorbeeld een bezoek gebracht is aan een ‘project in uitvoering’, zegt niet zo veel. Daarom is het logboek essentieel. In het logboek leg je regelmatig de opgedane ervaringen vast en reflecteer je op die ervaringen. Het logboek wordt gebruikt om in het eindgesprek te kunnen toetsen in welke mate de kandidaat zich ervaringen eigen heeft gemaakt en de relevante fases heeft doorlopen. Het logboek is echt een persoonlijk document. Er staan geen algemene waarheden in, maar het laat zien hoe jij de praktijk observeert en gebeurtenissen in die praktijk interpreteert. Persoonlijke notities, schetsen, foto's van bouwplaatsen en samenvattingen van bijeenkomsten zijn allemaal onderdelen die in het logboek opgenomen kunnen worden. Tijdens het bureaubezoek wordt gekeken of het logboek op orde is en of er eventueel extra aandacht aan besteed moet worden.
Gemeenschappelijk programma
In het gemeenschappelijk programma train je beroeps vaardigheden die beter los van de werksituatie en groepsgewijs kunnen worden behandeld. Het programma bestaat uit 20 bijeenkomsten, met steeds een duidelijk thema. Iedere bijeenkomst vindt plaats op een woensdag van 16:00–20:00 uur op een inspirerende locatie die steeds wisselt, en die past bij het onderwerp. Dat kan zijn bij een bekend ontwerpbureau, een monumentaal gebouw of juist de schaftkeet op de bouwplaats. Voorafgaand aan de bijeenkomsten wordt vaak voor de geïnteresseerden een korte excursie gehouden. Klassieke onderwerpen van de bijeenkomsten zijn de offerte, welstand, het bestek, de aanbesteding en de bouwplaats. Daarnaast gaat het om het toepassen in de praktijk van dat wat in de studie geleerd is, zoals presen teren en tekenen. In de derde plaats zijn er typerende vaardigheden die een werksituatie in het algemeen vereist. Dat zijn zaken als onderhandelen, teamwork en inzicht in organisatiestructuren. Dan is er tot slot zoiets als ‘professioneel bewustzijn’. Het handelen in een culturele, politieke en maatschappelijke context brengt vragen met zich mee, bijvoorbeeld van ethische aard. De pas afge
Voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen tijdens mentorenbijeenkomst in Trouw Amsterdam
studeerde ontwerper wordt lid van een beroepsgroep met een geschiedenis en een toekomst, en moet daar een positie in gaan nemen. Het karakter van het gemeenschappelijk programma is veelzijdig. Het onderwerp wordt steeds door één of meerdere sprekers met langdurige ervaring in de praktijk ingeleid. Vaak zijn er drie gezichtspunten: een duiding van het belang van het onderwerp; een bepaalde hoeveelheid ‘harde’ kennis over het onderwerp en voorbeelden hoe ontwerpers daar in de praktijk mee omgaan. Elke bijeenkomst kent een interactief gedeelte. Meestal wordt in de vorm van een workshop of debat het onderwerp in kleine groepen uitgediept, waarbij de eigen ervaringen kunnen worden ingebracht. De resultaten worden met de hele groep nabesproken. De verworven vaardigheden of kennis neem je mee terug naar je eigen beroepspraktijk. Via het logboek breng je dit in verband met de eigen praktijk. De helft van de bijeenkomsten is volledig interdisciplinair, bijvoorbeeld het onderdeel ‘selectieprocedures en Europese aanbestedingen’. Een ander deel van de bijeenkomsten kent een gemeenschappelijke start, waarna de disciplines uitéén gaan omdat de verdieping van het onderwerp sterk verschilt per discipline. Ten slotte zijn er bijeenkomsten waar de disciplines helemaal los van elkaar, op verschillende locaties, hun bijeenkomst houden. >>>
-9-
gedownload. Daarnaast kunnen de deelnemers hier ook hun gemaakte opgave uploaden en van elkaar inzien. Het uploaden van de opgave is van belang, omdat voor het halen van het getuigschrift de actieve deelname aan de bijeenkomsten, inclusief het maken van de opgaven, vereist is. In het gemeenschappelijk programma zijn drie momenten ingebouwd waar ook de mentoren zijn uitgenodigd. Dan kunnen, naast het inhoudelijk gedeelte, ervaringen met het mentorschap, het POP en het logboek worden uit gewisseld. De startbijeenkomst is een korte maar hevige ontmoeting van twee dagen met een workshop-achtig karakter waarbij de deelnemers elkaar goed leren kennen. Het complete gemeenschappelijke programma is in deze brochure opgenomen.
UN Studio leidt rond op de bouwplaats van het nieuwe station in Arnhem
Toetsing: het POP, het bureaubezoek en het eindgesprek
Soms werken twee disciplines samen. Zo zijn er voor architectuur en interieurarchitectuur extra bijeenkomsten rond contracten, Bouwbesluit en aanbestedingsproce dures, terwijl stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur visievorming en strategie verdiepen. Architectuur, interieurarchitectuur en landschapsarchitectuur gaan samen bezig met bestekken, terwijl stedenbouwkunde dan de wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening verdiept. Om het programma goed op de groep aan te sluiten wordt voor een aantal bijeenkomsten een zogenaamde regie groep van enkele deelnemers gevormd. Deze regiegroep bespreekt samen met het projectbureau een bijeenkomst voor. Zo hebben de kandidaten directe invloed op de opzet van de bijeenkomst. De leden van de regiegroep vervullen op de bijeenkomst een leidende rol, bijvoorbeeld door discussiegroepen voor te zitten. De deelnemers krijgen voor de bijeenkomst een opgave uitgereikt, of werken na de bijeenkomst iets uit. De resultaten worden op de bijeenkomsten bediscussieerd, bijvoorbeeld met de gastsprekers. Ook krijgt ieder toegang tot een ‘virtual office’. Daar is alle informatie over het gemeenschappelijk programma te vinden. Praktische informatie, de literatuur en de opgave kunnen hier worden
In de Beroepservaring zijn drie toetsingsmomenten ingebouwd. Het eerste is het POP, dat bij aanvang wordt ingediend. De vakcoördinator kan aan de hand van dat POP goed zien of het individueel programma haalbaar is in jouw specifieke praktijkomgeving. Halverwege de Beroepser varing vindt het bureaubezoek plaats. De vakcoördinator en een medewerker van het projectbureau ontmoeten de deelnemer en de mentor op de werkplek. Dit is een belangrijk moment om de voortgang van het POP te bespreken, het logboek in wording te bekijken en te bespreken of de deelnemer goed op weg is om aan de vereisten te voldoen. Aan het eind van de Beroepservaring geeft de deelnemer een presentatie en is er een afsluitend gesprek. Om aan het eindgesprek te kunnen deelnemen, wordt van de deelnemer verwacht dat hij of zij 80% van de bijeenkomsten heeft bijgewoond en 90% van de opdrachten heeft ingediend. De vakcoördinator en een onafhankelijke ontwerper uit de discipline van de deelnemer beoordeelt het eindgesprek. De deelnemer laat in het eindgesprek zien dat hij of zij in de twee jaar voldoende ervaring heeft opgedaan in verschillende fasen in het ontwerp- en bouwproces. Aan de hand van het logboek geef je aan het vak integraal te beheersen en voldoende proceskennis te hebben opgedaan. De deelnemer ontvangt een getuigschrift als bewijs van deelname aan de Beroepservaring.
- 10 -
INDIVIDUEEL PROGRAMMA Acquisitie en opdrachtverwerving
Essentieel in de praktijk is het inzicht dat ontwerpen begint bij een opdracht en dus een opdrachtgever; dat opdrachten verworven moeten worden en dat daarbij (soms gecompliceerde) selectieprocedures aan de orde zijn. De jonge ontwerper moet leren dat inspanningen nodig zijn om de kunde van het bureau onder de aandacht van opdrachtgevers te brengen. Opdrachten gaan gepaard met offertes. In de offerte wordt de basis gelegd voor een inhoudelijk succesvolle opdracht. Maar er is ook inzicht nodig in juridische aspecten; in begrotingen, planning en randvoorwaarden. Voor de hand liggende activiteiten zijn:
Onderzoek, visie en strategie
De jonge ontwerper moet zich bewust worden dat het ontwerp ingebed is in een context van regelgeving, partijen en beleid. Meestal wordt een ontwerp gestuurd door een Programma van Eisen. Vaak moet dat PvE door de ontwerper geherformuleerd worden. Een ontwerp moet haalbaar zijn. Onderzoek naar bijvoorbeeld de financiering kan nodig zijn. Het is van belang te begrijpen dat de visie of strategie als document altijd vele belanghebbenden en betrokkenen kent en dus communicatie en overleg vereist. Voor de hand liggende activiteiten zijn: meewerken aan onderzoek naar beleidscontext, relevante partijen en regelgeving; meewerken aan het formuleren van de hoofdopzet van een visie en van het gewenste eindproduct; meewerken aan het formuleren of controleren van een PvE; voorbereiden van communicatie- en participatie processen; bijwonen en verslag leggen van bijeenkomsten met betrokken partijen; meewerken aan haalbaarheidsonderzoek.
voorbereiden en bijwonen van acquisitiegesprekken, presentaties en selecties; meewerken aan het schrijven van offertes; meewerken aan het opstellen van contracten; bijwonen van onderhandelingen; bestuderen van de wijze waarop het bureau opdrachten verwerft en de verschillende soorten van selectie procedures en contracten die zich voordoen.
Ontwerp
Architect Maartje Lammers over de fijne kneepjes van het presenteren
Aanvullend op de studie moeten pas afgestudeerden het ontwerpen leren plaatsen in een praktijkcontext. Dat betreft bijvoorbeeld het werken in (interdisciplinaire) teams; het werken met betrokken partijen; het integreren van regelgeving. Jonge ontwerpers moeten ervaring opdoen om te ontwerpen binnen de kaders van een budget; een tijdsplanning; een opdrachtgever; de achterliggende politieke verantwoording; uitvoerbaarheid en duurzaamheid. Voor de hand liggende activiteiten zijn: >>>
- 11 -
deelnemen aan ideevorming binnen een team; voorbereiden, bijwonen en verslag leggen van bijeenkomsten met opdrachtgever en betrokken partijen; meewerken aan de interpretatie van regelgeving en beleid; meewerken aan ontwerpdocumenten (tekst en tekening); voorbereiden en zelfstandig doen van presentaties.
voorbereiden, bijwonen en verslag leggen van bouwvergaderingen; bijwonen van oplevering en kennis nemen van proces-verbaal; voorbereiden, bijwonen en verslag leggen van bijeenkomsten over de implementatie van het advies; meewerken aan het formuleren van vervolgstappen en het benoemen van de betrokken partijen.
Bouwvoorbereiding
Professionele vaardigheden
Voor de meeste jonge ontwerpers is het feitelijke proces waarin een ontwerp ten uitvoer wordt gebracht nieuw. Het is essentieel dat zij inzicht verwerven in hoe een ontwerp wordt vertaald in documenten die de uitvoering voorbereiden; welke partijen daarbij betrokken zijn en welke onderhandelingen zich voordoen. De ontwerper moet inzicht hebben in de materialisatie van het project; afwegingen ten aanzien van kosten, regels en beheer. Voor de hand liggende activiteiten zijn:
Het is essentieel dat de jonge ontwerper leert dat het beroep wordt uitgeoefend in de context van een bureau, instelling of dienst, maar ook binnen een maatschappelijke context. Dat vraagt om concreet inzicht in organisatie, planning en management enerzijds en communicatie, onderhandeling en reflectie anderzijds. Voor de hand liggende activiteiten zijn:
meewerken aan bouwvoorbereidingstekeningen en andere informatie ten behoeve van het bestek en de aanbesteding; voorbereiden en bijwonen van overleg met de betrokken partijen, zoals de bestekschrijver; meewerken aan opstellen van vergunningsaanvragen; meewerken aan de controle van het bestek en bouw tekeningen; bestuderen van het management; de kwaliteitsborging en beheersing van risico's en kosten.
bijwonen van vergaderingen in het bureau (planning, interne presentaties, strategie); meewerken aan het opstellen van begrotingen en planningen van projecten; meewerken aan de afsluiting en evaluatie van projecten; bestuderen van de organisatie van het bureau en van projecten; bestuderen van het netwerk waarin het bureau functioneert; bestuderen van enkele projecten van het bureau in de hele keten van opdracht tot uitvoering en beheer.
GEMEENSCHAPPELIJK PROGRAMMA
1
September 2012 | A S L I
2
Oktober 2012 | A S L I
Deze bijeenkomst beslaat een avond en een dag! Uiteraard overnachten we gezamenlijk op een interessante plek. De deelnemers leren elkaar kennen door in kleine groepen aan een opdracht te werken. Tijdens de bijeenkomst is er een deelsessie ‘presenteren in de praktijk’. Je presenteert indivi dueel je visie op een zelfgekozen project aan een typerend publiek uit de praktijk: een wethouder, bewoners of actiegroepen. Communicatietrainers geven feedback. De mentoren zijn uitgenodigd voor het afsluitende deel om na een inspirerende lezing elkaar te leren kennen en een glas te heffen op een goede start.
Een bijeenkomst over verschillende soorten werkplekken. Bliksembezoeken aan vier bureaus. Een lezing over de kenmerken en de signatuur van het bureau. Hoe proberen bureaus zich door een helder profiel een positie te verwerven? Hoe vertaalt zich dat in de organisatie? Hoe is dat met een overheidsdienst te vergelijken? En met de zelfstandig ontwerper? Als voorbereiding wordt een analyse van de eigen werkplek gemaakt.
Startbijeenkomst
>>> vervolg programma
Bijeenkomst Welstand in Roombeek met Peter Kuenzli, Pi de Bruijn en voormalig vakcoördinator stedenbouw Albert Fien
Uitvoering en implementatie
De uitvoering stelt bijzondere eisen aan de beroepsbe oefenaar. De jonge ontwerper moet inzicht krijgen in het functioneren van de bouwplaats. Tijdens het uitvoeringsproces doen zich altijd aanpassingen voor. Dit proces van onderhandeling en aanpassing vraagt om inzicht in de belangen van alle partijen; kosten, planning en materialen. Bij visies en strategische adviezen is inzicht nodig in hoe de doorwerking van deze producten gegarandeerd wordt. Voor de hand liggende activiteiten zijn:
- 12 -
Waar werk je? Organisatie en profiel
- 13 -
3
November 2012 | A S L I / gedeeltelijk disciplinair
Aanbesteden, selecties, pitches, tenders en meer. Rechtstreeks, niet-rechtstreeks, Europees, stadia in de procedures, rol opdrachtgever en adviesbureaus, selectiecriteria en toetsingsprocedures. Een stoomcursus over de manier waarop nu projecten gegund worden, en hoe ontwerpers zich daarin staande houden. Deelnemers doen verslag van procedures die zich op hun werkplek voordoen.
4
December 2012 | A S L I / gedeeltelijk disciplinair
Wie bemoeien zich met projecten, waarom doen ze dat en welke positie heb je als ontwerper? Hoe kijkt een bestuurder naar een ontwerper; wie is de opdrachtgever; welke rol heeft de ontwerper in de ogen van een actiegroep? Blijft dat altijd zo of verschuift dat? Bestaat een project omdat de ontwerper iets wil, of is het project ten dienste van andere belangen? Nadien wordt door de deelnemers een krachtenveldanalyse van een bureauproject gemaakt.
ontwerper een kader moet formuleren voor vervolgstappen van anderen, maar ook dat je je eigen project initieert en dus jezelf opdracht geeft.
Selectieprocedures
De offerte
Een bijeenkomst over offertes, opdrachtformulering en honoraria. Het maken van een goede offerte is een aparte kunst! Informerende lezing over aspecten van het offreren, cases en workshop. Vooraf wordt zelf een offerte gemaakt. Apart voor de vier disciplines komen specifieke aspecten als verzekeringen en de DNR standaardtaakomschrijving aan bod.
Kostencalculaties (A I); Afweging belangen (S L)
A I: Kostencalculaties aan de hand van PvE en ontwerp. Relatie prijs-kwaliteit. Deelnemers maken voor 3 ontwerpen voor dezelfde opgave een kostenraming en vergelijken die. S L: Veel projecten zijn deel van een omvangrijk circus van afweging, van MER tot Watertoets. Veel ontwerpbureaus doen dergelijke afwegingen ook weer voor andere plannen. Informatie aan de hand van lezingen en case studies over de regels en de praktijk.
Januari 2013 | A I / S L
Programma van Eisen (A I); Visie ontwikkeling en opdrachtgeverschap (S L)
A I: Onderzoeksmethoden en technieken bij projectvoorbereiding, het opstellen en beoordelen van een PvE. Deelnemers analyseren een PvE en gaan na welke informatie nodig is om tot een goede projectdefinitie te komen. S L: Een project begint meestal bij een opdracht gever die een visie heeft. Dat kan een ideaal zijn, maar het kan ook een document of beleidsstuk zijn, dat eventueel door een andere ontwerper is vervaardigd. In deze bijeenkomst verdiepen we ons in de motieven van een opdrachtgever, maar onderzoeken ook wat het betekent om zelf opdracht geverte zijn. Dat kan slaan op de situatie dat jij als
Kwaliteitsbeleid
Een stoomcursus over het bouwwerk van ruimtelijke ordening, welstand, supervisie en kwaliteitsbeleid rond een aansprekend praktijkvoorbeeld, zoals de IJ-oevers of Roombeek Enschede. Ter voorbereiding bezoek je individueel of groepsgewijs een vergadering van een commissie ruimtelijke kwaliteit of welstand.
- 14 -
Mei is een goede tijd voor een uitgebreid bezoek aan de bouwplaats. Het gaat er om een goed inzicht in diverse uitvoeringsaspecten voor verschillende fases van uitvoering te krijgen. Ter voorbereiding bezoekt de deelnemer werken in uitvoering en maakt daarvan verslag.
10
Juni 2013 | A S L I
De ontwerper moet zich bewust zijn van actuele maatschappelijke thema's en hierin een eigen positie bepalen. Er zijn lezingen en afsluitend een debat. Voorafgaand is er tijd voor intervisie. Mentoren en deelnemers wisselen ervaringen uit over het logboek. De voortgang van ieders individuele programma wordt geëvalueerd. De belangrijkste beroepsvaardigheden worden besproken. Zo ontstaat een overzicht van wat zich op alle werkplekken afspeelt.
Mentorbijeenkomst en intervisie
Augustus 2013 | A S L I
We bezoeken een groot en complex project waar voor alle disciplines het management uiterst interessant is. Vooraf maakt iedere deelnemer zelfstandig een verslag van het management van een project op het eigen bureau, of elders. Planningsmethodieken, kwaliteitsborging en omgang met risico's komen aan de orde. Hoe functioneert een plek of gebouw tijdens een grote verbouwing; wat is een veiligheids- en gezondheidsplan? September 2013 | A / I / S / L
Een bijeenkomst over zaken waarvan iedere deel nemer in theorie al het nodige weet, maar waarvan de toepassing in de praktijk allerlei nieuwe vragen oproept.
Kennis in de praktijk
Oktober 2013 | A I / S L
Rechtspositie, offertes en contracten (A I) ; Tekenen in de praktijk (S L)
A I: Contractopbouw en -voorwaarden, auteursrecht. Ken je rechtspositie als architect, interieur architect! De juridische kanten van het vak. Onder deskundige begeleiding wordt een contract (met valkuilen!) beoordeeld. S L: We maken een tentoonstelling van representaties gemaakt op je bureau die in de praktijk cruciaal bleken om een project vlot te trekken. En: welke innovaties doen zich voor in het (digitale) tekenen? Hoe beïnvloedt dat ons werk in de toekomst?
Procesmanagement
12
A: Bouwmethodiek en alternatieve materiaal toepassingen en het effect op het budget. I: Materiaalkennis, verwerking van materialen en ontwikkeling van materialen. L: Transformatie in het landschap. We spreken graag over duurzaamheid en identiteit, maar hoe kunnen we in de praktijk van grondeigendommen, economische beperkingen, regelgeving en fysieke condities aan transformatie werken? S: Duurzaamheid is een groot woord, maar wat is de stand van zaken in de praktijk; hoe wordt er mee gewerkt, wat zijn de resultaten en wat zijn de verwachtingen voor de toekomst?
13
11
April 2013 | A I S L
8
De bouwplaats
Maart 2013 | A I / S L
7
Mei 2013 | A S L I / gedeeltelijk disciplinair
9
Februari 2013 | A S L I / gedeeltelijk disciplinair
6
Hoe zit het professionele veld in elkaar?
5
14
November 2013 | A I L / S
A I L: Opzet, inhoud en begeleiding van bestekken cq werkomschrijvingen. Een stoomcursus in de wondere wereld van het bestek, en case studies die laten zien hoe ontwerpers, bestekmakers en bouwvoorbereiders met elkaar samenwerken om het resultaat te optimaliseren. S: Een bijeenkomst alleen voor stedenbouwkun digen om de fijne kneepjes van de toepassing van wetgeving (WRO en Grondexploitatiewet) te leren. >>>
- 15 -
Bouwvoorbereiding (A, I, L); Ruimtelijke Ordening 2 (S)
December 2013 | A S L / I
15
Wet Ruimtelijke Ordening (A S L); Monumentenbeleid (I)
A S L: Een bijeenkomst rond een interessant gebied in of nabij de stad. We bestuderen enerzijds hoe rijksbeleid zich stapsgewijs vertaalt in een concreet project van de schaal van bijvoorbeeld werklocatie Papendorp bij Utrecht. Anderzijds kijken we vanuit (de inrichting van) het gebouw hoe dit past binnen en af te leiden is uit die visievorming en besluiten op de grote schaal. We pakken de WRO erbij om de formele kant van dit proces toe te lichten. I: Een bijeenkomst rond een project waar het monumentenbeleid invloed uitoefent op de interieur architectuur van een herbestemmingproject
16
A: Een bijeenkomst over afbouw: componenten en flexibiliteit, installaties en bouwvolgorde. Deelnemers maken een analyse van bouwfouten in een project. I: Een bijeenkomst over de afbouw van een Interieur als implantaat. Knooppunten, constructie en installatie. Deelnemers maken een analyse van de verschillende knooppunten en ontwerpen alternatieven en benoemen de consequenties. L: Een excursie naar een groot groenproject dat bijna gereed is. De deelnemers maken een analyse van de cruciale details en bouwfouten. S: Een bijeenkomst gewijd aan de zogenaamde grex; dichtheidsindexen en de economie van een stuk stad, eventueel gekoppeld aan een bouwplaats.
Februari 2014 | A I / S L
Vergunningen en Bouwbesluit (A I); Inspraak (S L)
A I: Een bijeenkomst over vergunningen en de bijbehorende regelgeving, zoals het Bouwbesluit en de ARBO-wetgeving. S L: Deze bijeenkomst informeert over de regels van inspraak en er wordt geoefend op de communicatie met dergelijke partijen, onder het kritische oog van trainers.
April 2014 | A / I / S / L
19
Januari 2014
17
Open bijeenkomst Samen met de deelnemers kijken we welke thematiek onvoldoende aan de orde komt, maar voor de beroepsuitoefening anno 2014 (want daar zijn we dan!) heel hard nodig lijkt.
Aanbesteding (A I); Het project van idee tot beheer (S L)
A I: Selecties van aannemers en onderaannemers, samenwerkings- en aanbestedingsvormen (bouwteams, design & construct etc), aanpassingen
De bouwplaats 2 (A / I / L); Grex (S)
Beroepservaring
Deelnemers presenteren individueel welke beroepservaring zij hebben opgedaan en hoe zij zich daarmee in de praktijk willen positioneren. Een statement over de stand van zaken, de toekomst en jouw rol daarin. Per deelgroep geeft een vak bekwame coach feedback. De coaches geven een slotreflectie. Enkele aanstormende talenten laten zien hoe de praktijk veroverd kan worden.
- 16 -
Facultatieve bijeenkomst
Juni 2014 | A I S L
21
Feestelijke afsluiting met getuigschrift
Deze slotbijeenkomst wordt opgeluisterd met twee lezingen van (inter)nationale toppers in de vier disciplines over de toekomst van hun beroepspraktijk, waarna de getuigschriften worden uitgereikt en het feest begint. Dit alles op een tot de verbeelding sprekend locatie.
Er wordt een extra bijeenkomst georganiseerd die ‘ondernemerschap’ als thema heeft. Deze bijeenkomst is bedoeld voor deelnemers met een eigen bureau, en stelt hen in staat feedback te krijgen op de opzet en de toekomst van hun bedrijf. Maar ‘ondernemerschap’ is ook van belang voor mensen in loondienst die actief willen bijdragen aan de toekomst van het bedrijf of de dienst waar ze werken. Afhankelijk van de samenstelling van de groep worden coaches gezocht.
Mei 2014 | A I S L
20
Maart 2014 | A I / S L
18
tijdens uitvoering (stelposten), prijsvorming. Deelnemers zetten een case in de markt. S L: Bijeenkomst waarin een gerealiseerd project van enkele jaren terug van a tot z wordt doorgelopen: vanuit welke visie/beleid kwam het tot stand; hoe werd er aan ontworpen; hoe werd het uitgevoerd; hoe wordt het nu beheerd?
- 17 -
Deelnemers, mentoren en projectbureau Beroepservaring 2010–2012
PRAKTISCHE INFORMATIE Informatie
De nieuwe ronde van de Beroepservaring start in september 2012. Het minimum aantal inschrijvingen waarbij het programma doorgang vindt is 40. Bij grote belangstelling kunnen twee groepen worden geformeerd. Omdat de architectuur veruit de grootste groep is binnen de vier disciplines, kan zo'n tweede groep ook een monodisciplinaire architectuurgroep zijn. Een groep omvat maximaal 60 deelnemers. Voor zover mogelijk zal de groep even wichtig samengesteld zijn uit de verschillende disciplines. In maart 2012 is er een informatiebijeenkomst in Den Haag. Tijdstip en locatie worden op de website bekend gemaakt. Voor verdere informatie kan contact worden opgenomen met het projectbureau per mail:
[email protected] of via het telefoonnummer 070 – 339 89 98.
Inschrijven
Een deelnemer schrijft zich in samen met een mentor. Inschrijven kan tot 15 juli 2012 via de website www.beroepservaring.nl/2012. Voor deelname is het hebben van een werkplek nodig en een diploma van één van de volgende opleidingen: Architectuur: TU Delft of Eindhoven; Academies van Bouwkunst; Stedenbouw: TU Delft of Eindhoven; Academies van Bouwkunst (Tilburg, Rotterdam, Amsterdam); Landschapsarchitectuur: Wageningen University, Academie van Bouwkunst (Amsterdam) Interieur: Academies van Beeldende Kunsten die recht geven op inschrijving in het Architectenregister; en alle overige opleidingen die voldoen aan de begin termen van het Architectenregister.
Afronding
De deelnemer ontvangt na het met goed gevolg afleggen van het programma een getuigschrift. Daarvoor is de actieve deelname aan gemeenschappelijke bijeenkomsten en het maken van de opgaven vereist. Bij ziekte of andersoortige belemmeringen wordt in overleg met het projectbureau een oplossing gezocht. Uiteraard is het in voldoende mate afleggen van het individueel programma vereist. Met ‘voldoende’ wordt hier bedoeld dat de deelnemer zich maximaal heeft ingespannen om in alle categorieën van het individueel programma representatieve ervaring op te doen. Dat wordt aangetoond via het POP en het logboek en in een eindgesprek getoetst.
Wie niet het juiste diploma heeft, maar een vergelijkbaar niveau heeft en graag deel wil nemen, kan contact op nemen met het projectbureau. De vakcoördinator zal aan de hand van een portfolio beoordelen of deelname mogelijk is. Bij inschrijving is een werkplek vereist. Dat is bij voorkeur een ontwerpbureau in de betreffende discipline. Een werkplek kan ook gesitueerd zijn bij de overheid of een instelling, zolang de werkzaamheden de kans bieden om het individuele programma uit te voeren. Dit wordt meteen bij inschrijving middels een werkplan in kaart gebracht. Deelname als zelfstandige is mogelijk, mits de werkzaamheden de kans bieden om het individuele programma uit te voeren. De zelfstandige zal elders een mentor moeten zoeken. Het projectbureau kan, in beperkte mate, daarbij ondersteunen.
Betaling
De kosten voor het tweejarige programma bedragen €5900,– (excl. BTW). Betaling vindt plaats per jaar. Het jaarbedrag is €2950,– (excl. BTW). De deelnemer maakt over de betaling een afspraak met zijn of haar werkgever. In voorgaande rondes hebben werkgevers de kosten gedragen en in het arbeidscontract regelingen getroffen. Dat kan een lagere inschaling in de functie- en salarisstructuur betreffen, die mogelijk is op basis van art. 9, lid 2 van de CAO voor de architecten bureaus. Kosten voor deelname zijn doorgaans fiscaal als studiekosten aftrekbaar. De netto-kosten van deelname zijn daarom aanzienlijk lager. Voor deelnemers die werkzaam zijn bij een overheidsdienst zijn de daar geldende rechtspositieregelingen van toepassing. Zelfstandigen hebben eveneens interessante mogelijk heden voor fiscale aftrek.
- 18 -
Formele aspecten
Hoewel de in 2011 in werking getreden Wet op de Architectentitel beroepservaring pas in 2015 verplicht stelt en Bureau Architectenregister daarvoor nog een regeling beroepservaring zal vaststellen, wordt met het programma al ingespeeld op de verwachte eisen van die nieuwe regeling beroepservaring. Het programma heeft immers als voorbeeld gediend bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel in 2010. Meer informatie over de wijziging van de Wet op de architectentitel is te vinden op www.architectentitel.nl.
Bezoek aan de bouwplaats in het nieuwe centrum van Zaandam met vakcoördinatoren Noël van Dooren en Albert Fien
Omdat momenteel veel werknemers tijdelijke contracten hebben, kan de situatie zich voordoen dat individuele deelnemers in eerste instantie de Beroepservaring zelf financieren, en werkgevers voor de duur van het tijdelijk contract bijdragen. Enkele rekenvoorbeelden voor beide situaties zijn te vinden op de website. In verband met de lastige economische situatie wordt een klein aantal deelnemers, indien zij kunnen aantonen de Beroepservaring niet te kunnen betalen, een gereduceerd tarief aangeboden. Hiervoor gelden inkomens- of omzetcriteria van de deelnemer of werkgever. Op de website zijn de precieze criteria te vinden, evenals een omschrijving van de aan te leveren informatie. Het betreft hier altijd een verzoek om voor het gereduceerd tarief in aanmerking te komen. De programmaraad besluit welke aanvragers met voorrang in aanmerking komen. Voor de rechtsverhouding tussen de deelnemer en de werkgever is door het projectbureau, in overleg met de BNA, een aantal aanbevelingen voor een arbeidsovereenkomst opgesteld. Deze zijn te vinden op de website.
Het Bureau Architectenregister (BA) zal in de toekomst toezien op de inhoud en kwaliteit van beroepservaringsprogramma's. Op dit moment wordt ingevuld hoe dat toezicht zal plaatsvinden en aan welke eisen deelnemers moeten voldoen. Het programma de Beroepservaring verwerkt steeds de meest recente informatie in de opzet. De deelnemers krijgen aan het eind van de Beroepservaring een getuigschrift na een eindgesprek waarin getoetst wordt of voldoende beroepservaring opgedaan is. De criteria voor deze toets zijn vergelijkbaar met de verwachte eindtermen als geformuleerd door het BA. Om dat objectief te kunnen doen, wordt aan het eindgesprek een onafhankelijk deskundige als gecommitteerde toegevoegd. Het bureaubezoek halverwege heeft als belangrijke functie de deelnemer en mentor te wijzen op die eindtermen, en hoe de voortgang van de deelnemer zich daartoe verhoudt. >>>
- 19 -
Het inleveren van een POP aan het begin, dat door deel nemer en mentor ondertekend wordt, is belangrijk om inzicht te hebben in de kansen voor de deelnemer om afdoende beroepservaring op te doen.
DE ORGANISATIE
Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol opent de startbijeenkomst in 2010
In de eisen die het BA zal stellen, wordt ook omschreven waar een mentor aan moet voldoen. In deze overgangs situatie wordt van een mentor verwacht dat hij/zij ruime ervaring heeft, als directeur of als senior werkzaam is binnen het bureau en de deelnemer voldoende kan ondersteunen in het opdoen van beroepservaring. Van deelnemers wordt verwacht dat zij zich actief inzetten. Dat is vastgelegd in kwantitatieve eisen voor aanwezigheid en het inleveren van opgaven. De coördinatoren zullen tijdens bijeenkomsten en bij het bureaugesprek individuele deelnemers aansporen zich maximaal te ontplooien. Deelnemers worden benaderd als jonge professionals, volwassen en in staat zelf de regie op zich te nemen. Mentoren spelen een belangrijke rol. Zij stellen deelnemers in staat buiten de dagelijkse realiteit van projecten om de praktijk te ontdekken. Met de inschrijving verplicht de mentor zich naar vermogen in te zetten voor de deel nemer en de vereiste beroepservaring. De vakcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de supervisie van het programma als geheel en volgen de individuele deelnemers. Dat gebeurt heel direct in de beoordeling van het POP, het bureaugesprek en het eindgesprek. Zij bewaken de aansluiting van het individuele programma op de opleidingen, de beroepspraktijk en de eindtermen van het BA. Maar zij zijn boven alles de programmeurs van een aantrekkelijk, inspirerend, relevant en up to date gemeenschappelijk programma. De ondersteuning van het projectbureau is verantwoordelijk voor een goede logistiek, tijdige informatie en eerste hulp bij problemen. Omdat deze ronde een overgangsronde is en de econo mische realiteit beperkingen oplegt zullen deelnemers, werkplekken en mentoren niet altijd aan de vereisten kunnen voldoen. In samenspraak met de coördinatoren wordt naar een professionele oplossing gezocht.
De Beroepservaring
De Beroepservaring valt tot 1 mei 2012 onder de Stichting Beroepservaring Jonge Architecten en Stedebouwkundigen (BEJAS). Vanaf 1 mei 2012 wordt de Beroepservaring ondergebracht bij de Stichting Post Academisch Onderwijs (Post Master Instituut voor Architectuur en Stedebouw). De Beroepservaring wordt begeleid door een Programmaraad die bestaat uit:
Vanaf mei 2012 Vakcoördinator architectuur: Jeroen van de Ven Vakcoördinator stedenbouw: Maurits de Hoog Vakcoördinator landschapsarchitectuur: Noël van Dooren Vakcoördinator interieurarchitectuur: Josef Bischofs De Beroepservaring wordt ondersteund door:
-
Jo Coenen voorzitter Jan Westra Thijs Asselbergs Steef Luiten Dirk Sijmons
- -
Gerrit Schilder Julietta Zanders vanuit PAO Guus Enning vanuit BEJAS
De Beroepservaring is in 2003 als Het Experiment opgezet door voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen vanuit het Atelier Rijksbouwmeester. Sedert 2003 zijn er drie ronden voor architecten georganiseerd. Sinds 2010 doen stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten mee. Vanaf 2012 wordt de Beroepservaring tevens opengesteld voor interieurachitecten. Het projectbureau van De Beroepservaring is gehuisvest bij het Atelier Rijksbouwmeester. De dagelijkse leiding is in handen van Guus Enning en Julietta Zanders. De uitvoering wordt verzorgd door de projectcoördinatoren Reinder Douwes en Dennis Wasch, ondersteund door medewerkers van PAO. Vier vakcoördinatoren hebben de inhoudelijke leiding: Tot mei 2012 Vakcoördinator architectuur: Arne van Herk Vakcoördinator stedenbouw: Albert Fien Vakcoördinator landschapsarchitectuur: Noël van Dooren
- 20 -
- 21 -
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Nadere informatie en contact Projectbureau Beroepservaring p/a Atelier Rijksbouwmeester IPC 420 Postbus 20952 2500 EZ Den Haag 070 – 339 89 98
[email protected] www.beroepservaring.nl/2012
Voormalig Minister van VROM, Jacqueline Cramer, ontvangt het manifest Beroepservaring
Ontwerp: Madebytops - visuele communicatie (Breda) Druk: Scheffer drukkerij (Dordrecht) Oplage: 8000 exemplaren Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Data, lokaties en opsommingen van thema’s kunnen aan verandering onderhevig zijn. Op de website wordt steeds de actuele informatie weergegeven.
- 22 -
- 23 -
- 24 -