Antwoorden Hoofdstuk 18 Opgave 18.1 a. Uitsluitend gebaseerd op de balans Aantrekken van vermogen Afstoten van vermogen Crediteuren 10 Langlopende lening
20
Desinvesteren Voorraden
10
Investeren 5 Inventaris
Nu met de post Afschrijving Inventaris erbij: Aantrekken van vermogen Afstoten van vermogen Crediteuren 10 Langlopende lening Desinvesteren Voorraden Nu met afschrijving erbij Afschrijving Inventaris
20
Investeren 5
15 Inventaris (wordt 10 + 15)
b Grootboekrekening Inventaris Beginbalans 80 Afschrijvingen (Saldo) Investeringen 30 Eindbalans 110
25
15 95 110
c Liquide middelen wordt: 90 (beginsaldo) + 10 + 5 + 15 – 20 – 25 = 75 (klopt, dat is inderdaad het eindsaldo.) Opgave 18.2 a Uitsluitend gebaseerd op de balans Aantrekken van vermogen Afstoten van vermogen Crediteuren 25 Hypotheek Desinvesteren Pand Nu met de afschrijvingen erbij: Aantrekken van vermogen Crediteuren Desinvesteren Afschrijving Pand
Investeren 10 Inventaris Voorraden
20 25
Afstoten van vermogen 25 Hypotheek
15
Investeren 10 Voorraden
Nu met afschrijvingen erbij Afschrijving Inventaris
Antwoorden hoofdstuk 18
15
20 Inventaris (20 + 20 wordt)
1
25 40
b Beginbalans
Grootboekrekening Pand 350 Afschrijvingen Eindbalans 350
10 340 350
N.B. Uit deze bijgewerkte grootboekrekening kunnen we concluderen, dat de desinvestering van 10 de afschrijving betreft. Grootboekrekening Inventaris Beginbalans 100 Afschrijvingen (Saldo) Investeringen 40 Eindbalans 140
20 120 140
c Liquide middelen wordt: 40 (beginsaldo) + 25 + 10 + 20 – 15 - 25 – 40 = 15 (klopt, dat is inderdaad het eindsaldo.) Opgave 18.3 a Grootboekrekening Vervoermiddelen ( x € 1.000) Beginbalans 160 Afschrijvingen Investeringen 122 Desinvesteringen Eindbalans 282
32 60 190 282
b Invloed op het kasstroomoverzicht: Afschrijvingen + 32.000 Desinvesteringen + 60.000 Investeringen – 122.000 (Per saldo) (– 30.000) Opgave 18.4 a Grootboekrekening Machines ( x € 1.000) Beginbalans 340 Afschrijvingen Investeringen 40 Desinvesteringen Eindbalans 380 b Invloed op het kasstroomoverzicht: Afschrijvingen + 55.000 Desinvesteringen + 5.000 Investeringen – 40.000 (Per saldo) (+ 20.000)
Antwoorden hoofdstuk 18
2
55 5 320 380
Opgave 18.5 a. Bedragen x € 1.000 Bedrijfsresultaat Rentekosten Winst voor belastingen Vennootschapsbelasting Winst na belastingen
€ 2.855 € 180 € 2.675 € 895 € 1.780
b. Rentekosten voor € 180, vennootschapsbelasting voor € 895, winstreserve voor € 712 en te betalen dividend voor € 1.068. c. Winstreserve Opgave 18.6 a. Bedragen x € 1.000 Bedrijfsresultaat Rentekosten Winst voor belastingen Vennootschapsbelasting Winst na belastingen
€ 42.360 € 4.200 € 38.160 € 13.600 € 24.560
b. Rentekosten voor € 4.200, vennootschapsbelasting voor € 13.600, winstreserve voor € 12.280 en te betalen dividend voor € 12.280. c. Winstreserve Opgave 18.7 a. Aantrekken van vermogen was is/ Afstoten van vermogen wordt Winstreserve 45 0 Obligatielening Te bet Div 25 0 Crediteuren Te bet VPB 14 0 Desinvesteren Voorraden Afschrijving Invent. Afschrijving Verv.m Bedrijfsresultaat
Antwoorden hoofdstuk 18
Investeren 30 Inventaris 45 Vervoermiddelen 36 Debiteuren 167 Rente Te bet VPB Te bet dividend Winstreserve 278
3
was is/ wordt 20 4
50 9
54 55 45
95 45 24 13 40 30 0 271
b. Kasstroom uit operationele activiteiten: Bedrijfsresultaat Afschrijving inventaris Afschrijving vervoermiddel Mutaties netto werkkapitaal Debiteuren Crediteuren Voorraden
167 45 36 248
– 24 – 4 30 2 – 40
Vennootschapsbelasting
210 Kasstroom uit Investeringen in duurzame activa Aankoop inventaris – 95 Aankoop vervoermiddelen – 45 – 140 Kasstroom uit Financieringsactiviteiten Obligatielening Intrest Dividend
– 20 – 13 – 30 – 63 + 7
Mutatie liquide middelen vraag c Beginsaldo liquide middelen Eindsaldo liquide middelen
22 + 29
Opmerking • Rente bij operationele activiteiten ook goed rekenen.
Antwoorden hoofdstuk 18
4
Opgave 18.8 a. Aantrekken van vermogen Aandelenvermogen Agio Winstreserve Crediteuren Te bet VPB Desinvesteren Machines Afschrijving vervoermid. Verkoop vervoermiddelen Afschrijving inventaris Verkoop inventaris Afschrijving machines Bedrijfsresultaat
Antwoorden hoofdstuk 18
was is/ Afstoten van vermogen wordt 100 Lening 50 470 0 25 55 0
was
Is/ wordt 10
Investeren 10 45 130 40 90 65
Vervoermiddelen Inventaris Voorraden Debiteuren
750 Rentekosten Te bet VPB Winstreserve 1295
5
210 10
55 385 140 271 215
25 255 200 470 0 1.301
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Afschrijving inventaris Afschrijving machines Afschrijving vervoermiddel Mutaties netto werkkapitaal Debiteuren Crediteuren Voorraden
750 40 65 45 900
– 215 25 – 271 – 461 439 – 200
Vennootschapsbelasting
+239 Kasstroom uit Investeringen in duurzame activa Aankoop inventaris – 140 Verkoop inventaris + 90 Aankoop vervoermiddelen – 385 Verkoop vervoermiddelen + 130 Aankoop machines – 55 – 360 Kasstroom uit Financieringsactiviteiten Lening Aandelenemissie Intrest
- 10 150 - 25 + 115 – 6
Mutatie liquide middelen vraag b Beginsaldo liquide middelen Eindsaldo liquide middelen
20 + 14
Opmerking • Rente bij operationele activiteiten ook goed rekenen. De eerste en derde kasstroom worden dan + 214 en + 140
Antwoorden hoofdstuk 18
6
Opgave 18.9 Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Afschrijving machines Afschrijvingen gebouw Mutaties netto werkkapitaal Debiteuren Crediteuren Voorraden
1.585 90 15 1.690
20 – 70 – 320 – 370 1.320 – 520
Vennootschapsbelasting
+ 800 Kasstroom uit Investeringen in duurzame activa Verkoop machines 120 Aankoop machines – 490 – 370 Kasstroom uit Financieringsactiviteiten Aandelenemissie Converteerbare obligatielening Dividend Intrest
190 – 190 – 410 – 50 – 460 – 30 100 + 70
Mutatie liquide middelen Beginsaldo liquide middelen Eindsaldo liquide middelen
Opmerking • Rente bij operationele activiteiten ook goed rekenen. De eerste en derde kasstroom worden dan + 750 en – 410
Antwoorden hoofdstuk 18
7