Analyse: Tijdstip uitvoering Arbeidsdeskundige onderzoek in relatie tot daling van het Arbeidsongeschiktheidspercentage (AO% )

 

     

         

Tijdig Arbeidsdeskundige  inzet spaart geld!                       Analyse: ​ Tijdstip uitvoering Arbeidsdeskundige onderzoek in relatie tot daling van het  Arbeidsongeschiktheidspercentage (AO%​ ).      Datum: 8 april 2016  Door: Jan Hulleman / Martijn Brinkman  E­mail: ​ [email protected]​  / ​ [email protected]   

1 

 

Inhoudsopgave  Inhoudsopgave  Inleiding  Arbeidsdeskundige inzet  Onze analyse  Resultaten Arbeidsdeskundige inzet  Aantal uitgevoerde Arbeidsdeskundige onderzoeken  Tijdstip van verwijzen voor een arbeidsdeskundig onderzoek  Wijzigingen in Arbeidsondergeschiktheidspercentages (AO%)  Verandering in AO% gekoppeld aan verwijsperiode (binnen dossiers met een AO% aanpassing  na AD onderzoek).  Verandering in AO% gekoppeld aan verwijsperiode (binnen alle dossiers)  Rekenvoorbeeld  Gemiddelde schadelastbeperking:  Gemiddelde (extra) kosten:  Totale winst:  Conclusies en aanbevelingen  Over Elabo BV 

   

 

  2 

 

Inleiding    Zoals u weet is de werkgever verplicht om samen met de werknemer te zorgen dat hij zo snel  mogelijk weer aan het werk kan. Is de werknemer ziek en is het onduidelijk hoe lang dit gaat  duren? Dan beginnen werkgever en werknemer samen aan een re­integratietraject. Op basis  van het advies van de bedrijfsarts maken zij samen een Plan van aanpak. Hierin worden de  afspraken vastgelegd over de aanpak van de re­integratie. De bedrijfsarts (arbodienst) of de  arbeidsdeskundige kunnen hierbij gevraagd worden om een oordeel te geven over wat  passend werk is binnen het bedrijf.   

Arbeidsdeskundige inzet 

 

Als een zieke werknemer na een jaar nog niet volledig aan het werk is, is het tijd om het Plan  van aanpak te evalueren. Vaak is dit het moment (of iets daarvoor) waarop een  Arbeidsdeskundig onderzoek ingezet wordt. Doel van het arbeidsdeskundig onderzoek is om te  kijken welke werkzaamheden door de werknemer, op basis van de vastgestelde belastbaarheid  door de bedrijfsarts, bij de eigen werkgever nog mogelijk zijn. Of hoe kan er eventueel naar  2e spoor (werkhervatting buiten de eigen werkgever) ge­reintegreerd worden. Dit advies is  vaak aanleiding om bij de (1e jaars)evaluatie eventueel het Plan van aanpak bij te stellen.    Maar is het misschien niet beter dit arbeidsdeskundig advies eerder in te zetten?   De volgende analyse laat zien dat het zeker ​ verstandig is,​  en geld kan besparen, ​ om niet te  lang te wachten met het inzetten van een arbeidsdeskundig onderzoek maar dit tussen de 6  tot uiterlijk 9 maanden na de ziekmelding in te zetten.   

   

 

  3 

 

Onze analyse    De analyse heeft plaatsgevonden over de dossiers van Arbeidsdeskundige onderzoeken in  2014 en 2015 van een 7­tal (grote) landelijke verwijzers.     Aanleiding van de analyse is de vraag van een 3­tal verwijzers of er een relatie is tussen de  daling van het ​ arbeidsongeschiktheidspercentage (​ verder te noemen AO%) en het tijdstip van  inzet van het Arbeidsdeskundig onderzoek (verder te noemen AD onderzoek). Verder wordt er  gekeken of er verschillen optreden tussen (soorten) verwijzers en jaartal.     Daalt het AO% dan is de zieke werknemer weer meer inzetbaar wat de schadelast zal doen  afnemen. Met andere woorden; er is meer loonwaarde te koppelen aan de werkzaamheden die  de werknemer uitvoert en hij is nog maar gedeeltelijk “ziek”. Dit komt allereerst de werknemer  ten goede omdat deze weer meer deelneemt aan het arbeidsproces. Verder is deze beperking  van de schadelast relevant voor zowel de verzekeraar, (deze kan een lager percentage  vergoeden uit de verzuimverzekering) alsook voor de werkgever (die minder uren hoeft te  vervangen voor de zieke werknemer die weer deels inzetbaar is).     Bij de benchmark is er gebruik gemaakt van de dossiers die zijn aangemeld via verzekeraars,  volmachten en casemanagementbureau’s / arbodiensten.     Bij de analyse is er uitgegaan van de volgende aannames :     ● alleen onderzoeken die zijn aangevraagd en afgerond zijn binnen een heel kalenderjaar  zijn meegenomen in de analyse. Geldt voor 2014 en 2015  ● er moet een AO% gekoppeld zijn voor en na het onderzoek.   ● de AD onderzoeken zijn uitgevoerd binnen bedrijven met personeel, de zogenaamde  “collectiviteiten”.   ● alleen dossiers waarbij de tijd tussen datum eerste ziekmelding en datum aanmelding  minder of gelijk aan 730 dagen (2 jaar) zijn meegenomen in de analyse. 

  Dit heeft geleid tot de analyse over ​ 3841​  dossiers / arbeidsdeskundige onderzoeken.    In deze analyse zullen de volgende hoofdvragen beantwoord worden:     1. Wat is de gemiddelde inzettermijn voor een AD onderzoek.   2. Wat zijn de gemiddelde AO% veranderingen over de uitgevoerde AD onderzoeken?  3. Wat is de gemiddelde loonwaardestijging in de dossiers waarin een verandering van AO%  is bereikt ?  4. Wat is de gemiddelde daling van het AO % afgezet tegen het moment van inzet/aanvraag  van het AD onderzoek?  5. Welke winsten zijn er te behalen bij het aanpassen van moment van aanvraag van AD  onderzoek?     We zullen de analyse afsluiten met samenvattende conclusies, adviezen en eventuele vragen  voor nader onderzoek die uit de benchmark/analyse naar voren zijn gekomen. 

   

 

  4 

 

Resultaten Arbeidsdeskundige inzet  Hieronder zijn in tabel en grafiekvormen de verschillende trends en resultaten weergegeven.  

Aantal uitgevoerde Arbeidsdeskundige onderzoeken     Het aantal dossiers wat in de totale analyse is meegenomen bedraagt 3841 dossiers. In figuur  1 is het aandeel te zien van het aantal aangevraagde AD onderzoek in 2014 en 2015 van de  partijen die meegenomen zijn in deze analyse. De percentages per verwijzer zijn hierbij  relatief gelijk gebleven wat een constante instroom laat zien en de keuze van deze verwijzers  in de analyse aannemelijk maakt. De verwijzingen voor een AD onderzoek vinden plaats bij  werknemers die (geheel / gedeeltelijk) verzuimen en waarvoor een AD onderzoek noodzakelijk  is in het kader van hun verzuimbegeleiding en in het licht van de Wet verbetering  Poortwachter.      Figuur 1. Aandeel AD onderzoeken per verwijzer. 

 

   

  Tijdstip van verwijzen voor een arbeidsdeskundig onderzoek     Het aantal (kalender)dagen tussen de eerste ziektedag en de aanmelding voor een AD  onderzoek is in 2015 licht gestegen. De gemiddelde duur, over alle verwijzers, tussen  ziekmelding en aanvraag AD onderzoek bedroeg:   ● 2014: 329 dagen   ● 2015: 332 dagen         

  5 

  Figuur 2. Gemiddeld aantal kalenderdagen 1e ziektedag en aanmelding AD onderzoek.   

 

  

Wijzigingen in Arbeidsondergeschiktheidspercentages (AO%)   

Het gemiddelde AO%­voor en AO%­na over ​ alle​  dossiers waarbij een AD onderzoek heeft  plaatsgevonden bedraagt:    Jaar 

Gemiddelde AO%  bij aanmelding 

Gemiddelde AO% na  AD onderzoek 

Stijging (%)  loonwaarde 

2014 

84,1% 

54,2% 

29,9% 

2015 

84,3%  

50,9% 

33,4% 

    Indien het AO% afneemt stijgt de loonwaarde van de desbetreffende werknemer. De  gemiddelde stijging van het loonwaarde percentage na de uitvoer van een AD onderzoek was  (over alle verwijzers) in 2014: 29,9%. In 2015 is dit verder gestegen naar 33,4%.     In 55,6% van de dossiers waar een AD onderzoek uitgevoerd wordt kan de arbeidsdeskundige  direct een aanpassing in het AO% adviseren en bereikt hiermee dus een loonwaarde  aanpassing. Interessant is om te kijken, binnen deze dossiers, die een verandering van het  AO% hebben, wat de gemiddelde ​ stijging​  van de loonwaarde is na het AD onderzoek. Een  “verandering” in AO% kan immers zowel een stijging als een daling betekenen.                

  6 

      Figuur 3:   

  De gemiddelde verandering over die dossiers is een​  loonwaardestijging​  van:      ● 2014: 55,0 %.  ● 2015: 58,2%    Binnen de dossiers met een loonwaardestijging is een trend van een gemiddelde hogere  loonwaardeontwikkeling (+ 3,2%)  in 2015 waar te nemen.    

Verandering in AO% gekoppeld aan verwijsperiode (binnen dossiers met een  AO% aanpassing na AD onderzoek).      Omdat een AD onderzoek in meer dan de helft van de dossiers een daling van het AO% laat  zien is interessant om na te gaan of het ​ moment van inzet​  van het AD onderzoek van invloed  is op de gemiddelde daling van het AO %. In de volgende analyse is gebruik gemaakt van  enkel de dossiers waar een vorm van AO% aanpassing (stijging of daling) is geadviseerd (over  2014 en 2015) na uitvoer van een AD onderzoek. De analyse is uiteindelijk uitgevoerd over  2134 dossiers.     We hebben de aanmeldingen verdeeld over 5 periodes:    1. Periode 1: binnen 3 maanden aangemeld na eerste ziektedag   2. Periode 2: binnen 3­6 maanden aangemeld na eerste ziektedag  3. Periode 3: binnen 7­9 maanden aangemeld na eerste ziektedag  4. Periode 4: binnen 10­12 maanden aangemeld na eerste ziektedag  5. Periode 5: tussen 12 en 24 maanden aangemeld na eerste ziektedag 

  7 

 

  De aantallen dossiers binnen de diverse verwijsperioden bedroegen:    Verwijsperioden 

Aantal  dossiers  

Procentueel  t.o.v. totaal  

0­3 maanden 

62 

2,9% 

4­6 maanden 

144 

6,7% 

7­9 maanden 

302 

14,2% 

10­12 maanden  

831 

38,9% 

12­24 maanden  

795 

37,3% 

  In figuur 4 is de stijging van het loonwaarde % weergegeven in vergelijk met de  verwijsperiode waarin het AD onderzoek heeft plaatsgevonden.      ​ Figuur 4.   

  Over de periode 0­3 maanden is een sterk wisselend beeld te zien tussen 2014 en 2015.  Tussen de 4 en 12 maanden zien we nauwelijks verschillen in de hoogte van de stijging van  het loonwaarde % als we de gegevens over 2014 en 2015 middelen.   

  8 

 

  Verandering in AO% gekoppeld aan verwijsperiode (binnen ​ alle​  dossiers)  

 

Interessant is om te kijken naar het AO% van alle dossiers, dus ook met de dossiers waar  geen AO% verandering heeft plaatsgevonden, in relatie tot de verwijsperiode. Dit maakt het  mogelijk om iets te zeggen over de mogelijke besparing (loonwaardestijging) indien er  standaard eerder een AD onderzoek ingezet wordt. Hiervoor is uitgegaan van de volgende  randvoorwaarden, aannames en vraagstelling:    ● Verwijsperiodes zijn ingedeeld periodes van 3 maanden tot eerste verzuimjaar, en een  periode van langer dan 1 jaar verzuim.  ● Uitgegaan wordt van een gemiddeld dagloon van €90,­  ● Wat is de invloed op de schadelast wanneer alle AD onderzoeken standaard rond 6  maanden uitgevoerd zouden worden.     Bij analyse van het AO% voordat het Arbeidsdeskundig onderzoek uitgevoerd wordt zien we  de volgende percentages per periode:  Figuur 5. 

      Uit dit overzicht kan worden vastgesteld dat er weinig verschil in het AO% voor een AD  onderzoek wordt uitgevoerd in de verschillende verwijsperiodes. Het verschil tussen periode 2  (4­6 maanden) en periode 3+4 (7 ­ 12 maanden) is gemiddeld over de totale populatie  miniem: 86% versus 85.75%.   Hieruit is op te maken dat er tussen de 4 en 12 maanden in de onderzochte populatie weinig  progressie in loonwaarde wordt geboekt voordat het AD onderzoek heeft plaatsgevonden.  Na de uitvoer van een AD onderzoek zien we in figuur 6 de gemiddelde daling van het AO%  aangegeven.     

  9 

  Figuur 6.   

   

  Uit figuur 6 kan worden afgeleid dat na uitvoer van het AD onderzoek in de periode 2 (4­6  maanden) een gemiddelde daling van het AO% wordt bereikt van 29%. In de perioden daarna  is er een verdere (lichte) daling van 33% te zien, een verschil van 4% tussen perioden 2 en 5.    Wanneer we dit combineren met figuur 5 kan gesteld worden dat het interessant is om het AD  onderzoek eerder uit te voeren. In de onderzochte populatie is het blijkbaar zonder actieve  interventie/onderzoek van de AD lastiger om het AO% te laten dalen (dus opbouw in  loonwaarde) in de periode tussen de 4 en 12 maanden.     Wat kan dit betekenen voor de kosten voor de werkgever of verzekeraar indien er eerder een  AD onderzoek ingezet wordt? Met het volgende rekenvoorbeeld proberen we dit te  kapitaliseren voor als ondernemer dan wel verzekeraar.    

 

Rekenvoorbeeld      Aan de hand van figuur 4, 5 en 6  kan de besparing in schadelast uitgerekend worden indien  het AD onderzoek eerder ingezet wordt. Aanname daarbij is dat bij verzuimdossiers waarin nu  na 7­12 maanden een AD wordt ingezet, deze al na 6 maanden wordt ingezet.    We gaan er daarbij vanuit dat juist in die periode het om populaties gaat die goed met elkaar  te vergelijken zijn omdat deze zich qua Poortwachterproces in een vergelijkbare situatie 

  10 

  bevinden. De focus ligt bij deze populaties in de regel op werkhervatting bij de eigen  werkgever.     Bij verzuim langer dan een jaar ligt de focus vaker bij re­integratie bij een andere werkgever,  waardoor dit minder goed vergelijkbaar is.     Bij verzuim korter dan 3 maanden ligt de focus vaak op het vergroten van de belastbaarheid,  waardoor de populatie zich minder goed laat vergelijken. Te zien is in figuur 6 dat de  gemiddelde daling van het AO% een stuk lager ligt in deze periode. Dit sluit aan bij de  aanname dat bij onduidelijkheid over de belastbaarheid het ook voor de AD lastiger is om  loonwaarde te koppelen.    Vandaar dat we ons in de berekening beperken tot de data uit de verwijsperiode 2,3 en 4.        Figuur 7.​  Aantal dossiers binnen diverse verwijsperioden.    

 

2014 

2015 

Eindtotaa l 

1 (0 t/m 3 maanden) 

69 

76 

145 

2 (4 t/m 6 maanden) 

161 

146 

307 

3 (7 t/m 9 maanden) 

293 

287 

580 

4 (10 t/m 12 maanden) 

661 

780 

1441 

5 (na 12 maanden) 

666 

700 

1366 

1989 

3839 

Eindtotaal 

1850 

     

Gemiddelde schadelastbeperking:       ●

   ●    ●    ●  

De gemiddelde tijd tot aanvraag AD onderzoek binnen de verwijsperioden 3 en 4 is 303  dagen. Wanneer dit naar 6 maanden (183 dagen) teruggebracht wordt, zal er gemiddeld  genomen 120 kalenderdagen (4 maanden) eerder een lager AO% gelden (303 dagen ­  183 dagen = 120 dagen).  Als dit omgeslagen wordt naar het aantal werkdagen komen we op:  ○ 4 maanden x 21,75 werkbare dagen = 87 werkbare dagen waarbij een lager  arbeidsongeschiktheidspercentage van toepassing is.   Aantal dossiers dat in aanmerking komt uit verwijsperiode 3 + 4 over de jaren 2014 en  2015 is: 2021 (zie figuur 7)  Uitgaande van een gemiddeld dagloon van €90,­ is de totale schadelastbeperking over  deze dossiers:  ○ 29% (zie figuur 6 periode 2) van €90 = €26 (afgerond) per dag  

    

○ per verzuimdossier een loonschadebeperking van: 87 dagen * €26,­ = €2262,­  ○ alle verzuimdossiers: 2021 * €2262,­ = €4.571.000 

  11 

     Uiteraard moeten we hier wel in aanmerking nemen dat er over het algemeen sprake zal zijn  van een geleidelijke opbouw van werkzaamheden. Daarom dient er een correctie plaats te  vinden waarbij we uitgaan van een gemiddelde opbouwperiode van 3 maanden.    Uitgaande van de 87 werkdagen (verkorting) levert dit de volgende besparing per dossier op:   ● 10% van €90 = €9 (afgerond) gedurende 21,75 werkdagen  ● 20% van €90 =€18 (afgerond) gedurende 21,75 werkdagen  ● 29% van €90 =€26 (afgerond) gedurende 43,5 werkdagen    Per verzuimdossier is de schadelastbeperking: (21,75 dagen * €9,­)+(21,75 dagen *  €18,­)+(43,5 dagen * €26,­) = €1718,­    Dit vertaald naar ​ alle dossiers​ : 2021 * €1718,­ =​  €3.472.078     

Gemiddelde (extra) kosten:     Indien er sneller een AD onderzoek aangevraagd wordt zullen er ook extra kosten ontstaan .  Deze worden hieronder weergegeven:   ● De gemiddelde investering voor 2021 onderzoeken uit deze populatie komt neer op een  bedrag van bijna € 2.000.000 (deze waren echter anders ook van toepassing maar komen  nu eerder voor rekening van werkgever/verzekeraar)  ● Gevolg van een eerdere inzet van het AD onderzoek kan zijn dat het aantal  her­onderzoeken toeneemt. Temeer omdat er altijd nog bij een substantieel aantal  onderzoeken niet direct een AO% verandering doorgevoerd kan worden en alsnog (later)  bezocht moeten worden. Hiervoor stellen we 20% toename van de Arbeidsdeskundige  her­onderzoeken. De extra kosten hiervoor bedragen € 250.000.­ . Dat deze  AD­onderzoeken ook weer tot een stijging van de loonwaarde kunnen leiden wordt buiten  beschouwing gelaten. 

  Totale winst:     Als de kosten (kosten AD onderzoek en een toename her­onderzoeken) tegenover de baten  (minder loonschade) worden gezet is er een rendement te verwachten van (€3.472.078 ­ €  2.000.000 ­ € 250.000,­) = € 1.222.078 bij een vervroegde inzet.     Per eerder ingezet AD onderzoek komt dit dan neer op een extra besparing van​  € 605,­ per  dossier    Extra winsten:      ● Een hoger gemiddeld dagloon zal een nog hogere besparing opleveren bij tijdige (eerder)  inzetten van een AD onderzoek.   ● Niet meegenomen is het effect van versnelde AD inzet binnen de re­integratieketen voor  de dossiers die niet tot loonwaarde leiden en waarbij spoor 2 moet worden ingezet.  Bekend is dat snellere inzet van Spoor 2 ook tot een hoger plaatsingspercentage leidt.  Ook dit zal het netto rendement ten goede komen 

  12 

  ●

Vervangingskosten voor de werkgever door de inzet van een andere (tijdelijke)  werknemer die de collega vervangt. Indien er uitgegaan wordt van de totale  verzuimkosten voor een werkgever per casus dan kan dit al snel oplopen tot €200­€250  per werkdag. 1    ○ Als dan hetzelfde rekenvoorbeeld wordt gebruikt als hierboven kan gesteld worden  dat de besparing voor werkgevers als snel oploopt tot:  Uitgaande van de 87 werkdagen (verkorting):   ● 10% van €200 = €20 (afgerond) gedurende 21,75 werkdagen → €435  ● 20% van €200 =€40 (afgerond) gedurende 21,75 werkdagen  → €870  ● 29% van €200 =€58 (afgerond) gedurende 43,5 werkdagen  → €2523 +  ➔ Besparing:  €3828  ➔ Kosten AD  onderzoek: ­ €1038    ➔ Totale besparing:  €2790 

  Het rekenvoorbeeld laat zien dat vervroegde inzet van het AD onderzoek (gemiddeld rond 6  maanden) al snel een substantieel lagere gemiddeld AO% (29% daling) is te verwachten en dit  zich direct uit in een fors hogere schadelastbeheersing voor de werkgever en eventueel  verzekeraar.       

   

 

1

 "TNO Demo Verzuimkostenberekening ­ Kosten van verzuim." 2009. 24 Mar. 2016  <​ http://www.verzuimkosten.nl/tno/Toelichting.htm​ > 

  13 

 

Conclusies en aanbevelingen   

 

     

 

 

 

 

Hieronder vindt u een korte opsomming van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit  de analyse die Elabo heeft uitgevoerd over het tijdstip van verwijzen Arbeidsdeskundig  onderzoek in relatie tot de verandering van het Arbeidsongeschiktheidspercentage (AO%). De  gegevens van bijna 4000 onderzoeken zijn hiervoor gebruikt. De gegevens zijn afkomstig van  7 verwijzers die allen een landelijk klantenbestand vertegenwoordigen.     1. De gemiddelde inzettermijn voor een Arbeidsdeskundig onderzoek ligt net binnen 12  maanden na de eerste ziektedag.    2. In meer dan 50% van de dossiers waar een Arbeidsdeskundig onderzoek heeft  plaatsgevonden wordt een verlaging van het arbeidsongeschiktheidspercentage (AO%)  gerealiseerd. Een daling van het AO% betekend een loonwaardestijging en dus is de  werknemer meer inzetbaar voor werkgever. Dit geeft tevens een lagere “schadelast” voor  de (eventueel aanwezige) inkomensverzekeraar. Ook kan dit geld besparen voor de  werkgever in zijn (toekomstige) premie van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering.   3. De gemiddelde AO% daling over alle 4000 dossiers is na uitvoer van het AD onderzoek  31,7%​ .  4. De gemiddelde AO% daling, binnen de ruim 2000 dossiers met een AO% wijziging, is na  uitvoer van het Arbeidsdeskundig onderzoek zelfs ​ 56,9%    5. Het gemiddelde AO% bij een aanmelding voor een Arbeidsdeskundig onderzoek verandert  weinig tussen de 4 en 12 maanden. Bij aanmelding is de werknemer gemiddeld 86%  arbeidsongeschikt.   6. Eerdere inzet van het Arbeidsdeskundig onderzoek (rond de 6 maanden) leidt tot een  substantiële bijdrage in het koppelen van een hogere loonwaarde​  en daarmee  daling van de schadelast voor de werkgever en de (inkomens) verzekeraars.   7. Opvallend is dat de duur tussen eerste ziektedag en de verwijzing voor een  Arbeidsdeskundig onderzoek nagenoeg gelijk is gebleven in 2014 en 2015. Tevens valt op  dat de gemiddelde duur tot de aanvraag voor een Arbeidsdeskundig onderzoek nog erg  lang is, zeker gezien het feit dat in meer dan de helft van de gevallen er ​ direct meer  loonwaarde​  gekoppeld kan worden na uitvoer van een Arbeidsdeskundig onderzoek.    8. De beste resultaten in daling van het AO% worden geboekt indien de verwijzing voor het  Arbeidsdeskundig onderzoek tussen de 4 en 9 maanden ligt na eerste ziektedag. Slechts  21% van de verwijzingen komt uit deze populatie, tegen 76% van de dossiers die tussen  de 9 en 24 maanden worden verwezen.    9. Het beleid bij de verwijzers zou er op gericht zou moeten zijn dat de aanmelding voor een  Arbeidsdeskundig onderzoek ​ uiterlijk 26 weken vanaf de eerste ziektedag​  wordt  gedaan, ​ tenzij​  er duidelijke redenen zijn om deze termijn op te schorten. Doorgaans gaat  het hierbij om “geen benutbare mogelijkheden” op medische gronden of de verwachting  dat een werknemer binnen zeer korte termijn volledig het werk zal hervatten en een  Arbeidsdeskundig onderzoek overbodig is. Tijdig inzet van een Arbeidsdeskundig  onderzoek ondersteunt werkgever, werknemer en verzekeraar voor optimale re­integratie,  zowel op het gebied van verantwoorde inzetbaarheid als ook op kostenbeheersing.   

  14 

  10. Wanneer het lukt om eerder een Arbeidsdeskundige expertise in te zetten mag verwacht  worden dat de schadelastresultaten in absolute zin nog verder zullen verbeteren. Een  snelle rekensom leert dat per Arbeidsdeskundig onderzoek ​ € 606,­​  extra bespaard kan  worden door tijdige inzet. Op de 4000 onderzochte dossiers in deze benchmark levert dit  een extra besparing op van meer dan ​ 1 miljoen euro​ ! 

 

11. Worden de totale verzuimkosten voor werkgever (gebaseerd op TNO onderzoek)  meegenomen dan loopt de besparing, in meer dan de helft van de verzuimdossiers, bij  een tijdig Arbeidsdeskundig onderzoek als snel op tot ​ €2790,­​ .  

 

 

12. Gelet op de resultaten uit deze analyse is het zinvol voor de verwijzers te kijken welke  oorzaken ten grondslag liggen aan het tijdstip van inzet van een Arbeidsdeskundig  onderzoek en hoe deze beïnvloed kunnen worden. Naar verwachting speelt het tijdig in  kaart brengen van de belastbaarheid (vaak door de bedrijfsarts) hierbij een cruciale  factor. In de onderzochte populatie dient in vrijwel alle gevallen namelijk de actuele  belastbaarheidsinformatie als basis voor het Arbeidsdeskundig onderzoek aanwezig te zijn.  Daarnaast spelen de afwegingen van de verwijzer ook een rol. Blijkbaar wordt er nog vaak  een “tenzij” gezien. Ook hier is wellicht winst te boeken. De snelheid van verwijzen komt  uiteindelijk de re­integratie van werknemer ten goede en levert een kostenbesparing voor  werkgever (en eventueel verzekeraar) op.        

 

  15 

       

Over Elabo BV     Elabo is in het jaar 2000 opgericht om in vijftien jaar tijd uit te groeien naar een landelijk werkend  bureau met ruim 40 diverse professionals. Inspelend op de marktontwikkelingen heeft Elabo zich  gespecialiseerd in de zich steeds vernieuwende wet­ en regelgeving op het gebied van arbeid,  arbeidsongeschiktheid en werkhervatting, destijds begonnen met de Wet Verbetering Poortwachter.  Onze arbeidsdeskundigen en andere professionals worden inmiddels erkend als toonaangevende  vakspecialisten. We kennen de kansen, maar ook de obstakels, en vinden hierin vaak weer de  optimale weg om tot werkhervatting en een deskundig advies te komen. Omdat wij korte lijnen  onderhouden met onze klanten en opdrachtgevers gaat er geen kostbare tijd verloren. Er kan direct  gewerkt worden aan een deskundige analyse en/of oplossingen met een hoge tevredenheid tot  gevolg. Jaarlijks worden minimaal 4000 arbeidsdeskundige expertise vraagstukken/ onderzoeken  uitgevoerd voor een breed segment aan klanten op de private markt.     Onze visie is dat in een wereld waarin de overheid zich steeds verder terug trekt, en er meer eigen  verantwoordelijkheid wordt verwacht van werkgevers en werknemers, het van belang is partijen  deskundig te adviseren en te begeleiden. Zo worden kosten bespaard en de inzetbaarheid,  betrokkenheid en bevlogenheid vergroot van werknemers en ondernemers. Wij ondersteunen onze  klanten middels een brede en uitstekende dienstverlening zodat ondernemers succesvol kunnen  blijven ondernemen.     Elabo BV is ook eigenaar van:     ∙​          ​ Kie­Consultancy​  is het bureau voor toegevoegde deskundige expertise op het gebied van integraal  gezondheidsmanagement, preventie en privacy vraagstukken. Sterk in het uitvoeren van onderzoek  naar oorzaken en registraties van (dreigend) verzuim en het geven van het juiste pragmatische  advies ten aanzien van de geconstateerde knelpunten. Tevens implementeren wij integrale  oplossingen op het gebied van schadelast reductie ten gevolge van arbeidsongeschiktheid en  ziekteverzuim. Dit doet Kie­Consultancy zowel voor werkgevers (bv. eigen risicodragers van de  WIA), verzekeraars, gevolmachtigd agenten als ook voor brancheorganisaties.  Zie ook: ​ www.kie­consultancy.nl     ∙ ​         ​ Mediation Nederland​  is het bureau voor deskundig advies en begeleiding op het gebied van  mediation en conflictbemiddeling. Snel een mediator of hoogwaardig en onafhankelijk advies nodig?  Waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de belangen van álle betrokkenen? Zie ook:  www.mediationnl.nl     ∙ ​       ​   ​ Instituut voor Arbeidsdeskundigheid Opleiding & Training (​ IVAO­T)) biedt  erkende  arbeidsdeskundige opleidingen en trainingen aan.  De opleiding arbeidsdeskundige is door Hobéon­  SKO gecertificeerd en door het SRA (stichting register arbeidsdeskundigen) erkend. De opleidingen  worden verzorg door docenten die niet alleen theoretische kennis hebben maar ook een schat aan  praktijkervaring meebrengen. Kortom, professionals die professionals opleiden. Zie ook:  www.ivao­t.nl   

 

  16