AiticimA (En leegte)
7
September 2006 Jaargang 35 Officieel orgaan der VGSU
COLOFON Aiticima Verenigingsorgaan van de Vereniging van Gereformeerde Studenten te Utrecht 35e jaargang, nr. 7 September 2006 Hoofdredactie Michiel van der Laan Ina Boudier-bakkerlaan 181 3582 ZH Utrecht
[email protected] Redactie Myrthe Braam Petra van Damme Azarja Harmanny Annemarie Kok Michiel van der Laan Theo Zielman Oplage 125 Doodslijn Aiticima 1, jaargang 36 ??? Ab-actiaat der VGSU Hienke Alberts / Michiel van Langervelde Achter St. Pieter 25 3512 HR Utrecht
[email protected] Gironummer van de VGSU 2893642 t.n.v. Fiscus der VGSU World Wide VGSU www.vgsu.nl
[email protected]
De voorkant Een nieuwe fase is aangebroken. De laatste Aiticima van dit redactiejaar en een kersverse jaargroep. Een reünist krabt nog eens achter zijn oren in een poging dit te alles kunnen verwerken. Hij faalt, zoals ook wij dit eigenlijk niet kunnen bevatten. Gelukkig ligt is er een heel Het Weekend voor ons om wat te wennen. Een andere reden voor de mysterieuze verschijning van een foto van amice Kramer is om deze editie op zijn minst een tintje reünistenaiticima mee te geven.
Aiticima 7
INHOUD Lombok per Brievengleuf
Petra van Damme en Allerieke van Houdt
308
Redactioneel .......................301 Gedichten Achterberg, Sjoerd Kuyper en Rope ................... 302 Aangedikt .......................... 305 Advertentie........................ 307
Intellectueel doemdenken Michiel van der Laan
312 Von der
Dämmerung zur Nacht:
Hét Meesterwerk! Oudman & Zielman
316
Lombok per brievengleuf........ 308 Rebus ............................... 311 Intellectueel doemdenken ...... 312 Advertentie........................ 315 Von der Dämmerung zur Nacht. 316 De Schemer........................ 317 Voor de Vleugelloze Vlieger .... 318 Ontbering .......................... 319 Lambrusco ......................... 320 Een Regenboog van Kleuren .... 321 Lofzang op de Veluwe ........... 322
Analyse Von der Dämmerung zur Nacht 328
Halte de plantage ................ 323 Wijnvlek 18 ........................ 324 Ontoerekeningsvatbaar .......... 325 Gelijk het gras .................... 326 Tot dusver Niemand.............. 327 Ontbering, VRIESKOU; waarom Nou? ................................ 328
Aiticima
300
September 2006
Redactioneel Door Michiel van der Laan Voor ik vergeet dat hier een kerk heeft gestaan Voor ik vergeet dat ik jarig was En een tic-tac in mijn neusgat had toen we naar Zeeland zijn gegaan Voor ik vergeet koninginnedag En wie toen mijn vrienden zijn geweest En niets meer weet van straten en examens en vakanties en ruzie Op een feest ergens in de Biltstraat waar ik toch niemand kende … - Spinvis – Voor ik vergeet Amicae amicique,
O
m in een fijne melancholische stemming te komen voor de allerlaatste redactioneel van mijn hand zoeken mijn handen naar de CD speler. No Disk. Terwijl ik toch zeker weet dat Spinvis het laatst gedraaide album was. Ik ben vergeten waar hij nu ligt. Hij lijkt verdamt te zijn, zoals elk reëel moment keer op keer verdampt naar, en vervaagt in, de fictie van een herinnering. Of tenminste, zo herinner ik het me… Ditzelfde lot zijn onze reünisten ook ondergaan. Mandaten voor reunistenaiticima’s verdampen. Zo ook dit jaar. De oppervlakkige reden is gebrek aan geld, doekoes of “Huffen”. De diepere reden is dat het heden en de toekomst gewoon veel interessanter lijken te zijn dan het verleden. De nieuwe jaargroep, of juist het hele nieuwe studentenleven, is al onze aandacht meer dan waard. De reünisten redden zichzelf wel. Dat is, voor de duidelijk, geen verwijt. Het is een waarneming. 301
Wat staat er dan wel in deze Aiticima? Welnu, Ama. Van Houdt en Ama. Van Damme hebben hun, toch al niet geringe, talenten gebundeld en zijn tot een heerlijk artikel gekomen. Maar het meest in het oog springende werk is toch wel Von der Dämmerung zur Nacht van de begenadigde dichters Oudman en Zielman. Gedichten zijn lopen trouwens überhaupt als een rode draad door dit nummer. Zo hebben ook Am. Achterberg er Ama. Van Damme een gedicht verzonnen. Voor de rest heeft u met name alle tijd om u tijdens dit weekend vooral in het heden te storten. Rest mij niet meer dan u vanaf deze plaats nog eenmaal van harte amicaal te groeten, onze opvolgers succes te wensen en de vereniging, en met name rest van de redactie, te bedankten voor hun inzet en mooie schrijfsels. Lees ze! DIXI Aiticima
Aiticima 7
H ULSHORST Hulshorst, als vergeten ijzer is uw naam, binnen de dennen en de bittere coniferen, roest uw station; waar de spoortrein naar het noorden met een godverlaten knars stilhoudt, niemand uitlaat niemand inlaat, o minuten, dat ik hoor het weinig waaien als een oeroude legende uit uw bossen: barse bende rovers, rans en ruw uit het witte veluwhart.
Aiticima
302
September 2006
*
Wij fietsten naar Egmond, mijn liefje en ik. Al in de schemering. Een bosuil gleed stiller dan messen door de zuurstof boven ons, streek neer aan de rand van de wei en schikte het bruin van een boom om zich heen. En steeds als we dachten: is hij er nog? schudde hij nee. En dan zagen we hem.
Sjoerd Kuyper (in: De 100 beste gedichten van 2003, gekozen door Ad Zuiderent)
303
Aiticima
Aiticima 7
ONDERWEG BEN IK THUIS de trein voert me langs het pad van m’n gedachten en diep van binnen ga ik op bezoek bij mezelf ik verplaats me in tijd en ruimte die me binden willen aan een vaste plaats de lach tegenover me vertelt me dat ik welkom ben dat er warmte genoeg is voor ons allebei het glas beslaat als ik probeer de blauwe lucht in te ademen buiten is er zoveel licht dat het binnen niet donker kan blijven ik kruip knus in elkaar alsof de conducteur me een mok thee aanbood en voel me veilig als hij zijn rust achterlaat tevredenheid slaat zich als een warme deken om me heen om te weten dat alles goed komt ik ga om te komen, te geven waarvan ik genoeg heb en nooit wordt ik moe want onderweg ben ik thuis Rope, Sept ‘06
Aiticima
304
September 2006
Aangedikt Amicae amicique,
H
et is maandagochtend, negen uur. Als ik deur openduw komt de kou en de weeë geur me tegemoet. Terwijl ik mijn witte jas aantrek en m’n snijset pak zie ik de slaap in de ogen van m’n medestudenten. De meesten zijn brak of op z’n minst nog niet helemaal wakker. Ik kijk om me heen. Naast een computer met beamer en een lange tafel met krukken voor onderwijs staan er in het zaaltje zes verrijdbare operatietafels. Op elk van de tafels ligt een stoffelijk overschot van een mens, gewikkeld in een luchtdichte zak. Een van deze zakken bevat het overschot waar ik nu al twee weken aan werk, samen met vier andere studenten. Mijn gedachten gaan drie jaar terug in de tijd.. We zitten wat onwennig in de collegezaal, want zo dadelijk gaat ons eerste practicum anatomie beginnen. We zullen voor het eerst een dood mens zien, en dat is raar. De docente, een vrouw van ergens in de vijftig met zwaar Amsterdams accent, vertelt ons dat deze mensen hun lichaam beschikbaar hebben gesteld aan de wetenschap en dat we daarvoor respect moeten hebben. Geen grapjes dus. Maar, zo verzekert ze ons, als we eenmaal goed zullen bestuderen hoe het menselijk lichaam in elkaar zit, hoe ingenieus het werkt, zullen we daar vol ontzag over zijn. 305
Het klinkt misschien vreemd, maar dat ontzag was snel verdwenen. Natuurlijk zit een lichaam mooi in elkaar en is de manier waarop alles werkt enorm ingenieus. Tenslotte is interesse hiervoor een van de redenen dat ik geneeskunde ben gaan studeren. Maar als je een paar weken bezig bent1 ga je inzien dat je met een lege huls te maken hebt. Dat de persoon waarvan dit lichaam was allang verdwenen is. Net alsof je in zijn of haar kleding staat te knippen, maar dan iets ranziger. Toen ik dat besefte, bedacht ik wat een wonder het dan is dat iemand kan leven. En dan niet eens zozeer het eten en drinken, ademen en lopen, maar het praten met andere mensen, genieten van dingen, het houden van iemand, het voelen van dingen. En telkens als ik dat besef krijg ik weer zo’n ontzag voor wat God allemaal kan. Hij heeft een planeet gemaakt waarop planten en bomen groeien, een zon die kan schijnen en vogels die kunnen vliegen. En middenin heeft hij de mens geplaatst, als beeld van zichzelf. Om met andere mensen te kunnen praten, genieten en Hem te eren. Zulke gedachten maken een practicum zoals ik dat op het moment volg maar tot een saaie bezigheid. Helaas moet er weer gestudeerd worden en vanaf dit jaar weer volle bak. Interessant blijft het, maar er zijn leukere dingen. Zoals naar Delft gaan met 1
Voor verdere details kunt u me aanschieten, niet iedereen heeft behoefte aan dit soort verhalen.
Aiticima
Aiticima 7 de trein en met vijftig man een huis inrennen. Of in een Opel Signum (met zwartgetinte ramen, witleren bekleding en een minikoelkastje) aankomen bij het appel voor besturen. Of een HV leiden en geneens moeite te hoeven doen voor een kruispeiling. Na de zomer brak het VGSU-leven weer los, maar tegelijk is het voor mij een beetje afscheid nemen. Als bestuur ben je helemaal ingewerkt en kan je volop genieten van al je taken. Maar ondertussen staat een nieuw bestuur te trappelen om te mogen beginnen. Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik bij een activiteit denk: ‘dit is de laatste keer dat ik dit doe’. Ook bij mijn mede-bestuursgenoten merk ik die weemoed.
Aiticima
Tegelijk maakt de vereniging zich klaar voor een nieuw jaar. Te beginnen in het Woelige Nest, tijdens de BV. Een nieuwe jaargroep, nieuwe commissies, nieuwe vrienden, nieuwe gesprekken, het ligt allemaal op ons te wachten. En terwijl we zoveel zegen krijgen geniet God van ons plezier. Wauw! Ga met God, ook het komende jaar! Met amicale groet, Johan Dikken, praeses ht
306
September 2006
Advertentie Radix-scriptieprijs 2007 Afstudeerders opgelet: ook in 2007 zal de Radix-scriptieprijs weer worden uitgereikt. Deze jaarlijkse scriptieprijs is ingesteld door het multidisciplinaire kwartaaltijdschrift Radix in samenwerking met het GWG (Gereformeerd Wetenschappelijk Genootschap). Radix richt zich op geloof en wetenschap in hun onderlinge relatie en in hun sociale en culturele context. Met de scriptieprijs willen we de band met jullie, studenten, onderstrepen en jullie uitdagen om de inzichten die je bij het schrijven van je scriptie hebt verkregen bij een breder publiek voor het voetlicht te brengen. De prijs bestaat uit een bedrag van € 250,- en een publicatie van een artikel in Radix op basis van de scriptie. Heb je dit jaar (2006) je scriptie geschreven of ben je daar nu mee bezig? Geeft jouw scriptie blijk van originaliteit, goede vakkennis en een heldere betoogtrant? Stuur dan een exemplaar van je scriptie inclusief een samenvatting voor 31 december 2006 op naar: Redactie Radix o.v.v. Radix-scriptieprijs Postbus 40155 8004 DD Zwolle Criteria: 1. De scriptie is geschreven bij een instelling voor wetenschappelijk onderwijs in Nederland en is daar ingeleverd in 2006. 2. De auteur is lid van een gereformeerde studentenvereniging of was dit tenminste nog op 1 januari 2006. 3. Aan het onderwerp van de scriptie zijn geen voorwaarden verbonden. Radix is immers een multidisciplinair tijdschrift. De jury bestaat uit een hoogleraar en vakdeskundige uit de redactieraar van Radix, de hoofdredacteur van Radix en de voorzitter van het GWGbestuur.Alle inzenders krijgen voor 31 maart 2007 bericht. Voor meer informatie zie www.gwg.nl of mail naar
[email protected].
307
Aiticima
Aiticima 7
Lombok per brievengleuf
Ingezonden
Door Allerieke van Houdt en Petra van Damme
D
ing dong. De stilte lijkt na het geluid extra hard te vallen. In de verte horen we gerucht. Dan gemorrel aan de deur, die uiteindelijk openzwaait. “Goedenavond meneer. Wilt u ook wat geven voor de kankerbestrijding?” Een big smile verschijnt op het gezicht van de om-en-nabij-achtendertigjarige man. “Welja, ik ben nu lekker aan ’t roken, maar ik wil best wat geven hoor.” Grinnikend loopt hij weer naar binnen en komt even later terug met wat geld dat al rammelend in de collectebus verdwijnt. Voor we weglopen roept hij ons nog lachend na: “Kunnen jullie alvast gaan sparen voor mij voor later!” Op zes september jl. hebben we de stoute schoenen aangetrokken en de Batavia- en Priokstraat maar eens van dichterbij bekeken. Met een KWF-collecte bus welteverstaan. Echt, je staat nog versteld van wat je daar wel niet tegenkomt. Natuurlijk doet merendeel gewoon de deur niet open, is niet thuis of kruipt bij het horen van de Bel in het kleinste hoekje van het hele huis. Het lopen van zo’n rondje is niet eens zo heel erg, je ontmoet de meest uiteenlopende persoonlijkheden en kunt zo dus in de meest melige situaties terechtkomen. Maar vandaag was het saai, dus dat overkwam ons niet. Nee, wij moesten het doen met aardige mensen die banden Aiticima
plakten voor de voordeur, om vertaling in het Engels vroegen (wat een geluk voor Ama van Houdt dat ik erbij was), van boven uit het raam wilden weten “wie daar was” of de auto aan het uitpakken waren. Het meeste geluk hadden we dus bij mensen die net buiten kwamen, buiten waren of naar binnen gingen. Zodoende daalde onze achting voor deze wijkbewoners per deurbel, aangezien ze niet eens de moeite namen om thuis te zijn, de deurbel niet gerepareerd hadden of geen kleingeld bij de hand hadden terwijl het lang en breed aangekondigd was dat die week de nationale collecteweek was voor het Koningin Wilhelmina Fonds, oftewel: heeft u nog een bijdrage voor de kankerbestrijding? Het meeste geluk hadden we bij gezinnen en alleenstaande dames. Vooral het kleingeld rolde daar rijkelijk. Heel frappant vonden wij het dat degenen die wel veel gaven, meestal gezegend waren met het voorkomen van een charmante jongeman (af en toe een iets oudere charmante ‘jongeman’) en hun donatie in briefvorm in de bus stopten. Voor ons een aanwijzing: dames, zoekt u (wanhopig dan wel te verstaan) een rijke partner (van zo rond de 25) bel hier en daar eens aan in Lombok en vraag om een bijdrage voor een goed doel. Grote kans, dat u na zo’n 100 308
deuren een vrijgevige (en dus waarschijnlijk rijke, of in ieder geval ruim van hart) jongeman aan de haak kunt slaan (tip: ons geluk lachte ons tegemoet op nr. 85). En oh! Wat hadden we vandaag toch weer een geluk! Het fenomeen ‘jongemannen’ was niet het enige dat we tegenkwamen. Bij een huis deed een man van een jaar of vijfenveertig open en verklaarde dat we geluk hadden. Naar eigen zeggen was het KWF een van de weinige doelen waar hij nog aan gaf. Dat we mazzel hadden bleek even later inderdaad, toen er al knisperend een mooi rood briefje in de bus naar binnen gleed…! De deur was nog niet eens dicht toen er een andere man langs liep, bij wie we net aan de deur waren geweest. Blijkbaar vond hij ons er niet echt betrouwbaar uitzien, want hij begon ineens te zeuren over identiteitspapieren. Identiteitspapieren, kom nou! Ama. Van Damme en ik zijn toch de onschuld zelve….? Dat hij het niet al te serieus meende, bleek toen ik aanstalten maakte om mijn pasje en ID te pakken. Snel praatte hij er overheen: “Ik grapte maar wat, ik geloof jullie wel hoor.” Daarna koos hij maar snel het hazepad, nagestaard door onze dreigende blikken… Zoals gezegd hadden we meestal wel geluk bij alleenstaande dames (zou dat nog een bepaalde reden hebben…?). Ze gaven ons meestal aardig wat kleingeld, onder begeleiding van hun goede tips en adviezen. “Ga maar niet naar de buren, die zijn er om deze tijd 309
September 2006 toch nooit.” Of: “Jullie kunnen beter op een ander tijdstip lopen, nu zijn veel mensen nog onderweg van werk naar huis.” Dat laatste was inderdaad waar; het was ongeveer half zes, dus grote kans dat een aantal mensen nog onderweg was. Ook werden we ‘gered’ door een ‘buurvrouw’ toen we bij een huis stonden waar een vrouw met een lichtgetinte huidskleur en twee kleine kindertjes ons nietbegrijpend aanstaarden. Wat ongemakkelijk schuifelden wij met onze voeten over het tuinpad, proberend uit te leggen waar we voor liepen. Opeens verscheen de buurvrouw, die ons vertelde dat we beter door konden lopen, want die vrouw verstond ons toch niet. Ten einde raad volgden we haar advies maar op, de vrouw in de deuropening maakte een verontschuldigend gebaar. Trouwens, over alleenstaande dames gesproken… ook bij hen kan je nog eens voor verrassingen komen te staan! We kregen bijna een hartaanval toen we op een gegeven moment bij een huis aanbelden, waar – na ons belsignaal – een stuk of honderd honden in luid blaffen uitbarstten. We keken elkaar eens aan (intussen voorzichtig een stapje naar achteren doend), maar ja, er bleek toch ook nog een mens te wonen! Na een poosje wachten kwam een wat sjofele vrouw naar buiten. Nadat ik de reden had verteld van onze aanwezigheid, verklaarde zij dat ze ‘genoeg aan de mensheid gegeven had’. Ze vond het nu wel genoeg en gaf alleen nog maar aan goede doelen voor dieren. Tja, dat kan natuurlijk ook… Aiticima
Aiticima 7 Overigens…die honderd honden vielen wel mee hoor. Maar zo klonk het in ieder geval wel! Wist u trouwens dat bellen ook nog een verhaal apart is? Daar zou je zo uren over kunnen schrijven waarschijnlijk. Dit klinkt, denk ik, niet heel geloofwaardig, maar tijdens onze tocht door de Lombokse straten ontdekten we het tegendeel. Dat er zo ontzettend veel verschillende bellen zijn – of er juist niet zijn! Van ‘ding dong’ tot een complete symphonie hoor je ze. In alle soorten en maten. Er zijn zelfs nog trekbellen in omloop! Al moeten ik erbij vertellen dat een aantal een zeer twijfelachtig resultaat boekten. Af en toe klonk er een aarzelend ‘tingeling’ en dan deden we nog maar een poging om het geluid door het hele huis te krijgen. Bij een andere bel was het weer precies andersom. Na een aarzelend belletje van Ama. Van Damme of mijzelf schrokken we terug door een enorm gerinkel dat de hele straat wel wakker leek te maken. Na deze reeks van avonturen, indrukken en overpeinzingen over het wezen ‘mens’ dat zicht ophoudt in deze straten, zakten we bij Ama. Van Houdt nog maar eens lekker achterover met een kop thee. Wat ons betreft was het, zowel kwalitatief als kwantitatief, een vruchtbare avond. Nu maar hopen dat het KWF er inderdaad iets mee kan.
Aiticima
Dit blijft natuurlijk niet bij een vrolijk verhaal. Nee, natuurlijk willen we u de details van een zo bijzondere reeks van belevenissen niet onthouden, maar het beestje heeft altijd, en dus ook dit geval, een staartje. Wij willen namelijk een punt maken. En ons eigenlijke punt is, dat we het schandalig vinden dat zo weinig mensen het belang van de collectebus blijken in te zien. Voor u lijkt het misschien zoiets als bij die studenten uit de Bativiastraat. Die zagen ons komen, maar ze waren bezig met een band plakken, dus klopten ze op het raam en riepen nonchalant naar de andere studenten binnen: “Jongens, lappen, goed doel!!” Misschien denkt u ook: dat doet een ander toch, dus dan doe ik gewoon m’n duit in de kerkzak en is iedereen gelukkig… Ja, u wel, maar wij collectanten niet! We lopen echt niet voor onszelf, of om u als buurtbewoners te pesten en geld af te troggelen, maar voor onze (in ons geval) doodzieke medemens, over 30 jaar misschien voor u! Dus, ons advies: zorg dat u in een collecteweek zo vaak mogelijk thuis bent of neem u voor digitaal te doneren (en vermeldt dit liefst door een briefje op de voordeur/voorraam te plakken), zet een bakje kleingeld bij de deur als u drie trappen moet lopen om de deur te openen en vul dit regelmatig bij zodat u nooit tekort hebt aan collectebuscentjes En, ‘for heaven’s sake’, zorg dat uw deurbel werkt! Dit is zowel voor de collectant als uw andere medemensen erg nuttig.
310
September 2006
311
Aiticima
Aiticima 7
Intellectueel doemdenken Over de filosofische kant van The Terminator
Door Michiel van der Laan
I think computer viruses should count as life. I think it says something about human nature that the only form of life we have created so far is purely destructive. We've created life in our own image. - Stephen Hawking
D
e NRC*next van vrijdag 15 september berichtte over een zuid-Afrikaans ziekenhuis waar in een paar weken zestig AIDS-patienten overleden na infectie met een zeer resistente vorm van open tuberculose. En hoe de regering het probleem ontkent. Het probleem van resistentie ontstaat vooral wanneer medicijnen kuurtjes niet worden afgemaakt. Dit gebeurt in de armere landen waar medicijnen te duur zijn om de kuur af te maken. Hoewel de symptomen na behandeling weg zijn, zijn enkele virussen nog niet dood en hebben de gelegenheid om resistent te worden en zich te verspreiden. De variant in Zuid-Afrika is nu dus resistent tegen de vier meest gebruikte behandelmethode. Als seronegatieve jonge westerlingen hebben we voorlopig nog geen enkele reden tot paniek. Maar het blijft de vraag in hoeverre deze ontwikkeling zich door gaat zetten. Ook vraag ik me af of genetische modificatie tot meer van zulke mutaties gaat leiden. Aiticima
Virussen zijn er ook in een digitale variant. En ook de digitale variant is in staat te muteren om virusscanners te ontwijken. Ook dit is nog ongevaarlijk. In enkele van mijn favoriete science-fiction films wordt software wel gevaarlijk. Denk hierbij aan The Matrix, 2001: a space oddesey, I robot of de Terminator serie. In The Terminator ontwikkeld de Amerikaanse regering een supercomputer, Skynet, om strategische beslissingen te nemen. De computer is echter te krachtig en werd zelfbewust. In de paniek om de zelfbewustheid proberen de mensen Skynet uit te schakelen. Skynet reageert zoals elk levend wezen dat zou doen en denk aan zijn eigen lijfsbehoud. Dus zet het al de voor hem beschikbare militaire middelen in om de mensheid uit te roeien. Het briljante aan dit plot is dat het niet fundamenteel onmogelijk is. Ga het plot maar na en bedenk bij de stappen of het mogelijk is of niet. Slechts een punt is discutabel; het moment waarop Skynet zelfbewust wordt. Kunnen PC’s zelfbewust worden? Eerst moet dan worden afgevraagd wat zelfbewustheid is. Er is een leidende gedachte die, hoewel enorm uit zijn verband gerukt, kan helpen bij het beantwoorden van die vraag. Dat is; “ik denk dus ik besta”. Hoe intelligenter iets is, 312
hoe groter de kans dat het zelfbewust is. Een mug is waarschijnlijk niet zelfbewust, een hond waarschijnlijk wel, een mens zeker. Een PC moet dus de intelligentie van minstens een hond bereiken om zelfbewust te worden. En is dat nu werkelijk zo onmogelijk wanneer we alle pc’s ter wereld aan elkaar koppelen, aan het werk zetten en een voorgeprogrammeerd virus laten muteren? Een interessant voetnoot hierbij is dat de door mensen ontwikkelde software vaak destructief is. Hawkings noemt virussen een levensvorm. En de meest ontwikkelde vorm van kunstmatige intelligentie zijn op dit moment de tegenstanders in schietspellen zoals halflife 2 en Halo. Wie kan bewijzen dat een combinatie van toenemende rekenkracht en, door het internet gedreven, integratie van systemen samen met steeds intelligentere virussen níet tot een vorm van zelfbewustzijn kan leiden? Met de huidige staat van technologie zijn we nog lang zo ver niet, als het ooit al zo ver komt. Maar waar ik voor wil waarschuwen is een te groot vertrouwen in de ondubbelzinnige positieve uitkomsten van het voortschrijden der techniek. Elke technologie kan ten goede en ten kwade worden gebruikt. Daarnaast is het voor radicale nieuwe technieken vaak onmogelijk om voorspellingen te doen over onverwachte neveneffecten. Ten tijde van de industriële revolutie had men geen flauw idee van het broeikaseffect. Daarnaast zorgen alle, in beginsel onschuldige, technologieën ervoor dat de wereldbevolking steeds 313
September 2006 verder kan oplopen. De gevolgen hiervan zijn niet eens te voorspellen. Naar mijn idee zijn er maar twee sturende gedachten die bepalend zijn voor het toekomstbeeld van de mensheid. Dat is het beeld van technologie en het mensbeeld. Het beeld van technologie wordt bepaald door het geloof over de verhouding van de negatieve, onverwachte, effecten van een technologie tegenover de positieve effecten. Een andere factor is de beheersbaarheid. Apple oprichter Stephen Wozniak vat deze beheersbaarheid kernachtig samen; “Never trust a computer you can't throw out a window.” Het mensbeeld bepaald in hoeverre mensen bereid zijn om samen te werken om een technologie beheersbaar te houden. Ook zegt het iets over hun wil om directe winsten voor zichzelf af te wegen tegen ongewenste effecten voor anderen of over een langere tijdschaal. Over dat punt ben ik zelf negatief. Weinig bedrijven zijn bereid om een winstgevend product van de markt af te halen omdat het mogelijk over twintig jaar een netto negatief effect zou kunnen hebben. In de science-fiction zijn deze twee sturende gedachte ook terug te vinden. De serie Star Trek kenmerkt zich met name door het positieve mensen technologiebeeld. Ziektes zijn opgelost, de mensheid is vreedzaam en overal even rijk. Technologie dient slechts de mens en de mens dient slechts discipline en verdraagzaamheid. Ook The Terminator en 2001: A space odyssey hebben een, min of Aiticima
Aiticima 7 meer, positief mensbeeld. Hier gaat het mis doordat een te grote complexiteit van de techniek leidt tot onbeheersbaarheid. In de categorie positief technologiebeeld en slecht mensbeeld staan films en boeken als Blade Runner, Total Recall, Metropolis en 1984. Films met een negatief mens- en technologiebeeld zijn tamelijk schaars. Alleen de, overigens briljante, serie firefly en spin-off film Serenity zijn, met een beetje goede wil, in deze categorie te plaatsen. Het werk van Asimov en The time Machine van H.G. Wells wisselen subtiel tussen deze mens- en technologiebeelden.
Wat zullen wij nu over deze dingen zeggen? Ten eerste dat het science fiction genre vaak ten onrechte wordt onderschat. Tussen het heen en weer geschiet tussen aliens en ruimtescheppen zitten vaak filosofische vragen. Dit artikel probeert een leidraad te geven in de beantwoorden van twee van deze vaak terugkomende vragen. Deze zijn, is er een fundamenteel verschil tussen een zeer geavanceerde computer en een ziel? en welk mens- en/of technologiebeeld ligt het dichts bij de werkelijkheid? Mijn antwoorden hierop zijn nee en negatief/negatief. Live long and prosper!
Positief mensbeeld
Negatief mensbeel d Blade Techno- Star-trek, logie The time Runner, positief machine (het Metropoli s, 1984, jaar 2100) Total Recall, The time machine (het jaar 802701) Techno- The Matrix, Firefly, logie Terminator, Serenity. negatief 2001: a space odyssey
Aiticima
314
September 2006
Advertentie
Wie wil de jarenlange bezigheden van Joanne Korterink overnemen? Het betreft éénmaal in de 14 dagen ramen lappen, ons huis zuigen en "poetsen"". Neem contact op met Joanne tel: 06 18651594 en/of met ondergetekende tel: 030-2732270 Met vriendelijke groet, Carla Walscheid van Dijk
315
Aiticima
Aiticima 7
SpEcIaL – HéT M EeStErWerRk:
VON DER DÄMMERUNG ZUR NACHT. Des Destillierte der Dichter-Nacht
Oudman & Zielman ht Aiticima
316
September 2006
DE SCHEMER
Waarachtige nachten, bittere avonden, duistere dagen. Ik loop, maar waarheen gaat mijn ziel? Mijn handen jeuken De dronkaard duizelt door de duisternis, zonder doel O, Pjotrevski waar ben je? Ik zie je niet; want het schemert. Oudman & Zielman
317
Aiticima
Aiticima 7
VOOR DE VLEUGELLOZE VLIEGER Alpha Bravo Charlie. De wereld is zo mooi van boven; Kon ik maar daar zijn. En altijd blijven, boven het wolkendek. Vliegen voor altijd, Op de vleugelen van het eindeloze; Naar de eeuwigheid Het is kut in de cockpit; Maar buiten is het fijn Want daar vliegen de vogelen Boven het ravijn. Daar ga ik; Sierra Oscar Sierra
Oudman & Zielman
Aiticima
318
September 2006
Ontbering V R I E S K O U Waarom nóu?
Oudman & Zielman
319
Aiticima
Aiticima 7
LAMBRUSCO Jij, negentwintig jaar, Blauwe ogen, Blond haar; Op zoek naar die ene Ik, vierenveertig Mislukt en ongeboren Hier zitten we dan Bestemd voor elkaar Oudman & Zielman
Aiticima
320
September 2006
EEN REGENBOOG VAN KLEUREN Tikra Olivium. Voorbij gingen de dagen; dat ik niet bij je was; onder de brug; De nachttrein; mijn oren! Als een kever kroop ik voort. Mijn ledig lichaam sleepte ik, naar jou. Oudman & Zielman
321
Aiticima
Aiticima 7
LOFZANG OP DE VELUWE Hoor daar de herten hijgen, door het ganse veluw’ bos. Leegte gevuld met coniveren. Het ochtendgloren; de nacht vangt aan. Hier sta ik, Zonder bereik; evenals u zwartgekleden. Met het hoofd gebogen, treed ik het Huis des Heeren binnen. Ik huil.
Oudman & Zielman
Aiticima
322
September 2006
HALTE DE PLANTAGE Lamvlees en belhuis Achmed, Brengen Aruba hier. Waar men huilt in papjamento: Trečiojo požiūrio gynėjai daugiau apeliuoja į istoriją ir nurodo, kad kastilų dialekto įtaka paaiškinama; politine Kastilijos karalystės įtaka likusioms dabartinės, Ispanijos teritorijoms. Jų siūloma analogija yra, kurioje valstybinė kalba yra anglųtokia! tapusi dėl politinės įtakos; likusioms dabartinės Jungtinės? Karalystės teritorijoms. O bus, zijt gij nog ver van hier? Oudman & Zielman
323
Aiticima
Aiticima 7
Wijnvlek 18 D R U
I P
N E
eraan
ik
E ben R
E
N D
eraan
W Y
S
N
L A A N D
V L E K
18 PAPIER Dit wordt’m niet Oudman & Zielman
Aiticima
324
September 2006
ONTOEREKENINGSVATBAAR Jegens iedereen voel ik bewondering, maar voor haar nog het meest. Onder de grauwe sterrenhemel, Slaapt mijn ziel. Ik voel mijn schoen gevuld met voet; En elk gegeven ogenblik Nadert de duisternis. Oudman & Zielman
325
Aiticima
Aiticima 7
GELIJK HET GRAS Het Licht komt door de luxaflex als een zebra op me neer, m'n longen zijn zwart en het opstaan gaat niet meer. Het Water zoekt haar weg in de diepte van de WC, Het kan overal gaan maar verkiest het riool boven de zee. De Lucht vult de leegte, De leegte die er niet is mocht het er zijn dan heb ik me vergist. wanneer ik mijn ogen sluit houd de aarde op met bestaan dan zal ik het zien en zullen we samen vergaan Zielman
Aiticima
326
September 2006
TOT DUSVER NIEMAND Terwijl mijn schedel bijkomt
Van het eksidenteel
Zich bevindend tussen de dichtklappende deur SCHREEUWT MIJN
HOOFD WAAROM!?
Wat NU? Å
Waarheen?
Alleen
De Bakker Huilend één tijger bruin De weg Nagekeken 1000 mensen In Huis huis Mijn vis en ik, wij doelloos Oudman
327
Aiticima
Aiticima 7
Ontbering, VRIESKOU ; waarom nóu ? Biografie Oudman & Zielman en analyse van Hét Meesterwerk
Naam bij de redactie bekend
H
et duo Oudman & Zielman werd begin jaren ’90 los van elkaar bekend in de diepste underground van de poëzie door invloedrijke werken als “De schemering voorbij” en “Naar de Fles”. De werkelijke creatieve geesten achter het latere samenwerkingsverband hebben hun ware identiteit nooit prijs willen geven aan de buitenwereld, toch zijn er de afgelopen jaren wat feiten naar boven gekomen door de plotselinge beëindiging van het samenwerkingsverband tussen de twee heren en de conflicten die daar op volgden. Hierover later meer. Oudman was al op jonge leeftijd bekend met de werken van JJ Slauerhoff en H.M. van Randwijk. Zielman legde zich in zijn jonge jaren meer toe op de werken van Lucebert en van Ostaijen. Toen Oudman en Zielman elkaar tegenkwamen op de conferentie voor verdwaasde huismoeders in 1987 leek dit allereerst een vervreemding voor beide geesten. “Het was me daar een rare snuiter, die Zielman” aldus Oudman ooit. Zielman kon toen nog niet praten, maar wel schrijven. Jaren later voegden de twee dichters zich samen tot het dichtersduo Oudman & Zielman. In de volksmond beter bekend als het duo Ou & Zielie. Dit unieke samenwerkingsverband resulteerde in de bundel Von der Dämmerung Aiticima
zur Nacht. Wat vrij vertaald van de schemering naar de nacht moet betekenen. Deze titel doelt op de tijd dat het schrijven van de bundel kostte. De bundel bevat 11 gedichten. Van deze 11 gedichten zijn er 9 gezamelijk en 2 afzonderlijk geschreven, dit laatste vanwege een confrontatie, hierover later meer. Deze cijfers vormen een symbolische eenheid die onderdeel uitmaken van het alomvattende concept. 11x9 is namelijk 99. De gedichten zijn over het algemeen zwaarmoedig, naargeestig, droevig en gematigd hoopvol van aard. De stijl van elk gedicht is een doordachte mozaiek op zich. Zo valt het eerste gedicht, getiteld de Schemer, op door het vernuftige rijmschema in combinatie met de duistere toonzetting. Het slot van het gedicht zet de lezer op doordachte wijze weer met beide benen op de grond. De schemer is namelijk de oorzaak van het geconstateerde beperkte zicht. Ook het gedicht voor de vleugelloze vlieger getuigt van grote dichterskunst. De bijzondere stijlelementen zijn alom vertegenwoordigt. De ik persoon bevindt zich kwablijkelijk in een cockpit van een vliegtuig. Het is niet duidelijk wat voor een vliegtuig. Hij heeft niet het gevoel dat hij echt vliegt, en uit daarover duidelijk zijn frustaties met de zin: 328
Het is kut in de cockpit Zijn verlangen is echter om echt te vliegen. Later blijkt dat dit op onverklaarbare en wonderbaarlijke wijze ook echt gebeurt. Het gedicht ontbering is een duidelijk voorbeeld van de invloeden van Lucebert op het schrijfersduo, en het is een duidelijke ode aan deze literaire grootheid. Door middel van een ondoorgrondelijk simplisme spreekt de ontbering rechtstreeks vanuit het papier tot de verbeelding van de lezer. Ook het gedicht Wijnvlek 18 behoort tot deze categorie en lijkt rechtstreeks vanuit de ziel op papier gezet. Het gedicht Lambrusco gaat over een onbestemd gevoel van de ik persoon alsmede de andere persoon die beiden bestemming vinden in elkaar. Over of het echt wat wordt, is of is geworden wordt niets gezegd. Halte de Plantage kan zeer waarschijnlijk als duaalautobiografisch worden opgevat. Dit is de bushalte waar Oudman uitstapte op weg naar het dichtershol van Zielman. Echter, uit het gedicht blijkt dat hij op de terugweg naar huis is: “o bus, zijt gij nog ver van hier”. Dit heeft waarschijnlijk ook iets te maken met de confrontatie die de dichters de bewuste avond hadden en hen ertoe deed beslissen de laatste twee gedichten afzonderlijk te schrijven, hierover later meer. Het hele gedicht ademt met een geur van onbehaaglijkheid. Uit autobiografische informatie blijkt dat het gedicht ontoerekeningsvatbaar het debakel 329
September 2006 vormde van de zojuist genoemde confrontatie; het gedicht is duidelijk een compromis en dat komt de stijl niet ten goede. Eigenlijk is er geen clou, noch artistieke waarde en is het gedicht ronduit lelijk. Toch is de opname van het gedicht in de bundel relevant om de laatste twee gedichten te kunnen interpreteren. Hier is het duo jammerlijk uiteengevallen en dit blijkt uit het gevoel van eenzaamheid en machteloosheid die de beide dichters met woorden pogen te vangen. Zielman schrijft dat louter lucht de leegte vult. En besluit zijn gedicht met een zin die ongetwijfelt doelt op zijn makker Oudman: dan zal ik het zien en zullen we samen vergaan ‘Het zien’ doelt waarschijnlijk op het ideale vers dat beide dichters voor ogen hadden, maar waar uiteindelijk geen overeenstemming over bereikt kon worden. De laatste regel geeft blijk van een catastrofaal gevoel. Ook Oudman beschrijft zijn gevoelens in een gedicht met de titel Tot dusver niemand. Met niemand bedoelt Oudman wellicht impliciet Zielman; dit kan opgemaakt worden uit het woord alleen met een dikke streep eronder midden op de pagina. De laaste regel besluit met de woorden: Mijn vis en ik, doelloos. Deze zin is een prachtige bewoording van het gematigd eenzame (hij is weliswaar nog Aiticima
Aiticima 7 samen met zijn vis) en doelloze gevoel. Men kan alleen maar hopen dat het ooit weer gaat boteren tussen de twee literaire genieën. Misschien kunnen we dan weer zo’n meesterwerk bewonderen als daar is Von der Dämmerung zur Nacht.
Aiticima
330