Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 27 mei 2008 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens.
Aanwezige raadsleden:
de heer K.P. Berghuis de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide de heer W.G.J. Limberger de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer L. Smook de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer T.M. de Vries de heer F.P. van der Zee
Afwezige raadsleden: mevrouw E.P. van den Broek de heer B.S.H. Wiertsema
Voorzitter:
mevrouw J.A.J. Stam
Griffier:
mevrouw M. van Bergen
Notulist:
de heer J. Russchen
- tevens burgemeester
Aanwezige overige leden burgemeester en wethouders:
de heer N. Bakker
- wethouder
de heer M. van Dijk
- wethouder
de heer J.L. Hiemstra
- wethouder
mevrouw A. Imminga
- wnd. gemeentesecretaris
1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De heer Roffel stelt voor om de behandeling van agendapunt 6 te verschuiven naar de volgende vergadering. De heer Van der Vis vindt dat niet nodig en vraagt zich af waarom de heer Roffel dit wil. De heer Van Gelder zegt dat bij telefonische navraag bij de organisatie is gesteld dat de statuten wel zijn verzonden waardoor er bij hem ook twijfels zijn ontstaan. De heer Berghuis vraagt wat de consequenties zijn van het uitstel. De heer Hiemstra antwoordt dat dit geen consequenties zal geven. Hijzelf is dan niet aanwezig. De heer Roffel vindt dat de redengeving voor afwijzing arbitrair is, voor de rechter niet hard te maken en bovendien zijn er nog een groot aantal andere zaken die hij liever eerst met het college en de fractievoorzitters wil doorspreken voordat wordt overgegaan tot behandeling in de raad. Hijzelf heeft voldoende redenen om aan te nemen dat dit besluit nooit door de raad mag worden genomen. De heer De Vries vraagt of de heer Roffel dit voorstel door het presidium wil laten behandelen. De heer Roffel heeft geen toegang tot het presidium maar de fractievoorzitters is gisteren gevraagd vooraf zijn argumentatie aan te horen zodat een en ander kan worden besproken binnen de raadsfracties. De heer Berghuis heeft al contact gehad met de heer Roffel en het lijkt hem handig om aan het voorstel tegemoet te komen. De voorzitter constateert vervolgens dat agendapunt 6 wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering zodat de agenda gewijzigd wordt vastgesteld.
De heer Limberger wijst er op dat de volgende vergadering plaatsvindt op 17 juni 2008 op een tijdstip dat het Nederlands Elftal op het Europees Kampioenschap een belangrijke wedstrijd speelt tegen Roemenië. Hij vraagt of met dat gegeven rekening kan worden gehouden. De voorzitter suggereert om die vergadering om 17.00 uur te laten beginnen. Mevrouw Vogel heeft daar overwegende bezwaren tegen. De voorzitter zegt toe dat ze zich zal beraden op het verzoek. De heer Van Dijk deelt mee dat het college de Kadernota 2009-2012 heeft vastgesteld en wil deze na afloop van de vergadering uitreiken. Kernpunten daarin zijn de borging van de financiële situatie en het afmaken van de projecten waarmee is begonnen alvorens met nieuwe wordt begonnen. De voorzitter deelt mee dat de heer Henk van der Wiel haar heeft gevraagd de hartelijke groeten over te brengen van hemzelf en zijn gezin en de raad te bedanken voor het betoonde medeleven.
2. Spreekrecht voor het publiek. Geen van de aanwezigen maakt gebruik van het spreekrecht.
3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot het aanwijzen van de primus en daartoe wordt getrokken nummer 6 de heer Smook.
4. Vaststelling van de notulen van de vergaderingen van 25 maart (voortgezet op 15 april) en 22 april 2008 alsmede de lijst van toezeggingen. notulen 25 maart (voortgezet 15 april) 2008 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. notulen 22 april 2008 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. lijst van toezeggingen De heer Roffel merkt op dat is toegezegd bij de behandeling van Bouwvergunning vogelverblijf dat in gesproken zou worden met de heer Lollinga en dat staat niet op de lijst van toezeggingen (Agendapunt 6 vergadering 22 april 2008).
De heer Hiemstra weet niet of dit tijdens de vergadering is toegezegd maar er zal in ieder geval wel een gesprek met de heer Lollinga gaan plaatsvinden. De heer Van der Heide merkt op dat ook is toegezegd dat met de bouwstichting zou worden gesproken over plaatsing van rookmelders in alle huurwoningen (Agendapunt 20 vergadering 15 maart 2008). De voorzitter zegt toe dat aan dit verzoek tegemoet zal worden gekomen.
5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: Punt A3 Vissersvereniging Hulp in Nood inzake gevolgen "mosseluitspraak Raad van State" voor de garnalensector. De heer Roffel vraagt het college om voorafgaand aan de raadsvergadering een nadere toelichting te geven over dit en een aantal andere zaken aan het presidium zodat dit in de fractie kan worden besproken. Op zichzelf kan hij zich vinden in de reactie van het college. De heren Berghuis en De Vries steunen het verzoek van de briefschrijver. De voorzitter merkt op dat de brieven binnenkomen bij de raad en zodat zij ze vervolgens kan bespreken. Ze begrijpt de bedoelingen van de heer Roffel niet. De heer Bakker zegt dat over de mosselzaadinvanginstallaties een brief is gezonden aan het ministerie en er is steun gezocht bij de gemeente Dongeradeel en de provincie Groningen. De provincie gaat proberen de provincies Groningen, Friesland en Noord Holland en de visserijgemeenten bij elkaar te krijgen om zo tot een gezamenlijke reactie te komen. Het is niet de bedoeling om de mosselsector uit de Waddenzee te verdrijven maar het gevoel ontstaat dat haar belangen tegen die van de garnalensector worden uitgespeeld. Het college vindt het belangrijk om op te komen voor de belangen van de garnalensector. De heer Roffel legt uit de raad met zaken wordt geconfronteerd pas op het moment dat zij de agenda krijgt. De voorzitter antwoordt dat in het presidium gewag is gemaakt van de ingekomen brief en de brief aan het ministerie. Ze begrijpt de opmerkingen van de heer Roffel in het geheel niet. Punt A5
K. Riemersma te Eenrum inzake wegdek Oude Oosterweg
De heer Van der Zee uit zijn tevredenheid over de vlotte aanpak van de wegbermen. Punt A6
ABVAKABO FNV inzake de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
De heer Limberger vraagt of het college de aangestipte problemen op dezelfde wijze gaat bespreken als in Oost Groningen. De heer Van Dijk antwoordt dat er hier andere problemen spelen als in Oost Groningen zodat
voor een andere aanpak is gekozen. De volgende vergadering komt het beleidsverslag 2007 van de WMO aan de orde en daar is informatie in opgenomen op basis waarvan nader gediscussieerd kan worden. Punt A8
VV Eenrum inzake bezwaar energierekening en kleedruimtes
De heer Limberger heeft geconstateerd dat het bestuur erg gefrustreerd is over de relatie met de gemeente met name inzake de 50 %-regeling. Het lijkt hem zinvol dat beide partijen onderling over een en ander van gedachten gaan wisselen want momenteel bestaat de neiging de discussie via de pers te voeren. De heer De Vries zegt dat er een beeld ontstaat dat er slecht wordt gecommuniceerd door de gemeente en dringt er op aan om dit te verbeteren. De voorzitter antwoordt dat op zo kort mogelijk termijn gesproken gaat worden met het bestuur om de relatie te verbeteren. Punt A9
K.T. Noordhuis te Leens inzake IBA en aansluittijdstip riolering
De heer Roffel stelt voor deze zaak te agenderen voor de volgende vergadering. De heer Berghuis dringt er op aan dat de problemen vóór de volgende vergadering zijn opgelost. De heer De Vries vindt dat er ook in dit geval sprake is van een slechte communicatie en dringt er op aan om hier ook met spoed te komen tot een oplossing. De heer Bakker antwoordt dat het de vraag is of de gemeente de aangewezen instantie is die dit probleem moet oplossen. De IBA kan door het waterschap worden verstrekt en de gemeente heeft een bemiddelende rol gespeeld. De gemaakte afspraken zijn niet door het waterschap bevestigd en zij is hierop aangesproken. De voorzitter vraagt of de raad dit stuk in oplossende danwel in evaluerende zin wil gaan behandelen. Er wordt naar gestreefd om de problemen voor de volgende vergadering uit de wereld te helpen. De heer Roffel handhaaft zijn standpunt waarbij hij nog opmerkt dat dit ten allen tijde weer kan worden afgevoerd van de agenda. Punt B2
Nota Onderwijsachterstandenbeleid
Mevrouw Vogel vindt het jammer dat hiermee niet twee jaar eerder is begonnen want dan hadden meer kinderen kunnen worden bereikt. 70 % van de kinderen wordt bereikt via de peuterspeelzaal en met de ontbrekende 30 % kan dit middels consultatiebureaus. Ze wil graag geïnformeerd worden over de resultaten die met dit project worden bereikt. Het is ook belangrijk dat tussen het peuterspeelzaalwerk en het primair onderwijs een goed overleg gaat ontstaan. Het gaat hier om een unieke gelegenheid die met beide handen moet worden aangegrepen. De heer Van Dijk merkt op dat er nu geld is dat kan worden ingezet.
De suggestie om voor de groep van 30 %, consultatiebureaus in te schakelen, neemt hij mee. Afgewacht moet worden of de ouders gebruik willen maken van het derde dagdeel. Omdat er veel geld wordt besteed hiervoor is het een goede zaak om de behaalde resultaten zichtbaar te krijgen en dat er een goed contact komt tussen peuterspeelzaalwerk en primair onderwijs. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 6. Bezwaarschrift Bond Heemschut tegen voorbereidingsbesluit gebied winkelconcentratieplan. Aangehouden tot de vergadering van 17 mei 2008.
7. Ontwerp-onteigeningsplan ten behoeve van bestemmingsplan Leens Winkelcentrum. opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
8. Inrichting nieuwe speelplaats Mensingeweer. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis steunt het voorstel en complimenteert de inwoners van Mensingeweer er mee dat hiervoor zo veel geld is ingezameld. Mevrouw Vogel en de heren Berghuis en Van der Heide vinden dit een goed initiatief om het dorp leefbaar te houden en spreken ook hun waardering uit voor het vele geld dat is ingezameld. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
9. Begrotingswijzigingen. opiniërende bespreking: Begrotingswijziging 2008-27 De heer Van der Zee vraagt of alleen met het bedrag van € 46.790,-- in de begroting geen rekening is gehouden of dat het hier gaat om het totaalbedrag van rond € 93.000,--. Is dit laatste bedrag waarover in 2006 is besloten toen niet in de begroting opgenomen? De heer Van Dijk legt uit voor het BOS-project een rijksvergoeding wordt ontvangen van € 46.790,--. Als dit geld niet voor dit specifieke doel wordt aangewend dan moet het worden terugbetaald zodat het gehele project budgettair neutraal verloopt. De gemeente zal er zeker geen extra geld aan uitgeven. Hij zal uitzoeken hoe deze zaak financieel in elkaar steekt. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enzovoorts. De heer Gesink heeft met de heer Van der Heide een vergadering van het algemeen bestuur van Ability bezocht. De gehouden open dag is geslaagd. Het eerste kwartaal van 2008 gaf een positief financieel resultaat te zien. Vorig jaar is slechts de helft van het gereserveerde bedrag voor het POP aangewend. Er wordt naar gestreefd om het geld uit te geven om zo mensen vakbekwaam te houden met het oog op nieuwe ontwikkelingen. Het ingestelde tevredenheidsonderzoek is bestemd voor intern gebruik en onderscheid zich niet van het stuk waarmee de SP kwam.
11. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst worden de schriftelijk gestelde vragen aangehaald en vervolgens wordt de beantwoording weergegeven). Vragen van de fractie van het CDA: Het nog niet open zijn van de stranden te Lauwersoog. Onlangs werd via de diverse media melding gemaakt van het feit, dat de stranden bij Lauwersoog nog gesloten waren voor het publiek. Dit heeft ons zeer bevreemdt. De fractie van het CDA heeft hierover de volgende vragen:
1. Is het juist, dat er nog geen overeenstemming is over het beheer etc. van de stranden?
2. Als dit zo is, waarom is er nog geen overeenstemming, want in 2007 zijn aan de raad de overeenkomsten ter kennisname al aangeboden?
3. Op welke termijn zijn de stranden wel beschikbaar voor het publiek?
Antwoord: De heer Bakker zegt dat vorig jaar tussen drie partijen een intentieovereenkomst is gesloten over het gebruik van de stranden. Er is nu een mondelinge overeenkomst bereikt over de invulling maar die moet nog op papier worden uitgewerkt en notarieel vastgelegd. Er is ook afgesproken dat de stranden zo snel mogelijk open gaan. Op het nutsbedrijf wordt druk uitgeoefend om zo snel mogelijk een en ander aan te sluiten op elektriciteit. De heer Berghuis gaat er vanuit dat de stranden dit weekend op gaan. De heer Bakker gaat daar wel vanuit maar tekent aan dat men in dezen afhankelijk is van het
nutsbedrijf zodat hij dit niet kan garanderen. In ieder geval gaan de stranden wel open.
Onderhoud wegen. Afgelopen week heeft de gemeente Winsum de zijkanten van de weg van Eenrum naar Baflo hersteld. Bij de gemeentegrens houdt het herstel op. De fractie van het CDA heeft hierover de volgende vragen: Heeft de gemeente Winsum overleg gehad over uitvoering van deze werkzaamheden met de gemeente De Marne? Als dit bevestigend is, waarom past de gemeente De Marne dan niet gelijktijdig ook herstelwerkzaamheden aan deze weg uit, zodat zo het wegbeeld en de onderhoudsituatie over de totale weg gelijk is? Mocht het niet bevestigend zijn, dan verzoeken wij het college om in overleg met de gemeente Winsum te gaan om in het vervolg gelijktijdig dezelfde werkzaamheden uit te voeren? Antwoord: De heer Bakker antwoordt dat op het moment dat gemeente Winsum de aanpak aankondigde en de omleidingroute door deze gemeente werd gerealiseerd, dit hier ook bekend werd en dat is geen ideale gang van zaken. Aan het binnen deze gemeente gelegen gedeelte (op de dijk) van het traject Winsum-Schouwerzijl wordt meegedaan. Over het gedeelte Mensingeweer-Baflo, dat in deze gemeente ligt, was een bestuurlijke afspraak gemaakt met de toenmalige wethouder van Winsum die moet worden herbevestigd. Als het tracé op dezelfde wijze wordt aangepakt als het traject Baflo-Onderdendam dan neemt, volgens omwonenden daar, de snelheid erg toe. Vanwege de verkeersveiligheid moet met de gevolgen terdege rekening worden gehouden. Het verharden van de bermen binnen deze gemeente is nog niet nodig. De heer Berghuis vindt het merkwaardig overkomen voor weggebruikers als het wegbeeld en onderhoudssituatie halverwege erg verandert. Op zichzelf genomen stemt hij in met het antwoord maar het is wel gewenst dat enkele aanwezige kuilen in de berm worden gedicht. Onlangs werd bekend dat de Zeehondencrèche geen gelden krijgt vanuit het Waddenfonds. De gemeente De Marne is het afgelopen jaar op het gebied van de Zeehondencrèche regelmatig in het nieuws geweest en meestal in negatieve zin. De fractie van het CDA is van mening, dat het nu tijd wordt om de bakens te verzetten en dat het college samen met de Zeehondencrèche moet onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om in Pieterburen te blijven. De fractie van het CDA heeft hierover de volgende vragen: Is het college bereid om met bestuur van de Zeehondencrèche weer in gesprek te gaan over de mogelijkheden die er zijn in Pieterburen, voor zowel verbouw als nieuwbouw?
Welke mogelijkheden zijn het afgelopen jaar aangeboden aan de Zeehondencrèche om te komen tot een aanvaardbare oplossing voor het ruimteprobleem? Vorig jaar is er een onderzoek gedaan naar verbouw/nieuwbouw op dezelfde locatie. Wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek, waarvan de Christen Unie en de PvdA blijkbaar al wel kennis van hebben kunnen nemen? Is het college ook bereid om de resultaten van dit onderzoek aan de onze fractie te beschikking te stellen? Zijn er ook subsidiemogelijkheden voor de Zeehondencrèche voor eventuele verbouw/nieuwbouwplannen en is het college bereid om daar een actieve bemiddelingsrol in te vervullen? Antwoord: Zie na betreffende vraag van PvdA en ChristenUnie.
Vraag van de fractie van de PvdA en ChristenUnie Betreft: zeehondencrèche Pieterburen De crèche en Pieterburen vormen een sterk merk. De zeehondencrèche en Pieterburen zijn in onze ogen zo nauw aan elkaar verbonden dat het nauwelijks voorstelbaar is ze los van elkaar te koppelen. De inzet van het zeehondencrèchebestuur is het laatste jaar vooral gericht geweest op de verplaatsing naar Delfzijl. Voor nieuwbouw in Delfzijl vroeg het ZHC-bestuur een Waddenfondssubsidie aan. Nu duidelijk is geworden dat het Waddenfonds niet bijdraagt aan bedrijfsverplaatsingen en dat daarom voor de ZHC uit het Waddenfonds (voor verplaatsing) geen bijdrage te verwachten is, is er een nieuwe situatie ontstaan. Een situatie die voor de crèche en de gemeente wellicht een reden is om weer met elkaar om tafel te gaan. Immers, het is nu te verwachten dat de ZHC nog enige jaren een plaats in Pieterburen zal hebben. De gemeente De Marne en het crèche-bestuur moeten in goed overleg samen bereid zijn er voor te zorgen dat ook in de komende tijd het functioneren van de crèche niet in gevaar komt en dat het complex met al haar activiteiten de komende jaren aantrekkelijk blijft en nog meer wordt voor haar bezoekers. De gemeente De Marne heeft steeds haar inzet getoond om de crèche voor Pieterburen te behouden en heeft samen met de provincie laten onderzoeken of nieuwbouw in Pieterburen mogelijk is. Uit dat onderzoek blijkt tevens dat het huidige complex niet geheel verwijderd behoeft te worden om nieuwbouw mogelijk te maken. De mogelijkheden in Pieterburen zijn voor de crèche talrijk. Hoe dat ingevuld zou kunnen worden kan uit overleg met beide partijen duidelijk worden. Nieuwe mogelijkheden, die ook nieuw perspectief biedt op gelden uit het Waddenfonds. Naast een plaats voor een nieuw onderkomen is inmiddels de infrastructuur geheel berekend op die nieuwbouw. In het kader van verder toeristische en recreatieve ontwikkelingen van onze gemeente heeft de Zeehondencrèche een belangrijke functie en heeft de gemeente in Pieterburen inmiddels diverse werken uitgevoerd.
Wij vragen het college in deze nieuwe situatie daarom: 1. Is het college met ons van mening dat: · het de komende jaren het voor alle partijen belangrijk is een goed functionerende ZHC in onze gemeente te hebben? · er samen gekeken moet worden hoe de crèche nog aantrekkelijker wordt voor de bezoekers? · Ook gekeken moet / kan worden hoe andere partijen hierbij wellicht een rol kunnen spelen (educatie en informatie)? · Die benutte nieuwe kansen mogelijk ook uitzicht bieden op gelden van het Waddenfonds? · Er ook een belangrijke rol voor de Provincie, die eerder aangaf voor nieuwbouw in Pieterburen te zijn, weggelegd is?
2. Is het overleg met het zeehondencrèchebestuur weer opgestart? Zo niet is het college dan bereid deze gesprekken z.s.m. te hervatten? 3. Is het college bereid in die gesprekken duidelijk te maken binnen haar mogelijkheden zich tot het uiterste in te spannen voor de crèche voor zowel de huidige situatie als op lange termijn? 4. Is het college bereid daarbij ook de mogelijke steun van de Provincie te betrekken die eerder aangaf voor nieuwbouw in Pieterburen te zijn? Antwoord: De voorzitter gaat in algemene zin in op de gestelde vragen. Spreekster heeft met een bestuurslid en iemand van het management van de Zeehondencrèche gesproken toen de afwijzing van het subsidieverzoek door het Waddenfonds bekend was maar nog niet de redengeving. Er is afgesproken dat de gemeente en de crèche belang hebben bij positieve publiciteit, dat de bezoekersstroom op gang komt en blijft en dat zolang de crèche geen andere huisvesting heeft zij zo goed mogelijk kan blijven functioneren in het huidige pand. Beide partijen zouden gaan nadenken over de vraag wat zij aan deze aspecten zouden kunnen bijdragen. Het college gaat zijn uiterste best doen om de crèche in Pieterburen te houden en te bekijken welke partijen een rol kunnen spelen om de inzichten hiertoe in dezelfde richting te krijgen. Het verdere overleg zal door haar worden gecoördineerd. Er is vorig jaar een inpassingsstudie gemaakt waaruit naar voren kwam dat de crèche voldoende ruimte heeft om zich ter plaatse opnieuw te vestigen. De heer Van der Heide heeft zijn vragen gesteld omdat er een nieuwe situatie is ontstaan en heeft beslist niet het doel daaruit een maximaal resultaat te halen. Op een gehouden informatieavond voor recreatie en toerisme kwam naar voren dat de crèche één van de grootste trekkers is van de gemeente en dat is belangrijk. Er moet intensief aan worden gewerkt om het overleg weer op gang te krijgen want het is nu zeker dat de crèche in elk geval nog een paar jaar in Pieterburen blijft. Wordt gebruik van de rol van de provincie.
Zij heeft te kennen gegeven er de voorkeur aan geeft om de crèche in Pieterburen te houden. De gestelde vragen zijn voldoende en naar tevredenheid beantwoord. De voorzitter zegt dat de provincie zeker zal worden ingeschakeld. De heer De Vries vindt het belangrijk dat de gemeente zich er voor wil inspannen om in gesprek te blijven met de Zeehondencrèche. Het lijkt hem gewenst dat de raad op de hoogte wordt gehouden van de verdere ontwikkelingen. De heer Berghuis is tevreden met het antwoord. Hij gaat er van uit dat het college er naar streeft om de crèche blijvend in Pieterburen te houden en niet tijdelijk, zoals de PvdA stelt. Gaat de gemeente een bemiddelende rol spelen bij het werven van subsidies. Kunnen alle raadsfracties het onderzoeksrapport inzake de nieuwbouw krijgen want andere fracties hebben hierover wel de beschikking omdat door hen hieruit is geciteerd in de krant. De heer Van der Heide benadrukt dat ook de PvdA de crèche graag langere tijd in Pieterburen wil houden. De voorzitter geeft de voorkeur aan een voorzichtige benadering en het is haar duidelijk dat de raad en het college hetzelfde doel voor ogen hebben. Vanwege de nieuw ontstane situatie kan gezocht worden naar nieuwe mogelijkheden. De heer Hiemstra zegt dat de bedoelde inpassingsstudie in opdracht van de Zeehondencrèche is gemaakt zodat hij de terhandstelling niet kan beloven. De voorzitter kan dit verzoek overbrengen aan de crèche. Opgemerkt wordt nog dat deze studie door het college niet aan andere raadsfracties is verstrekt. De voorzitter heeft morgen een gesprek met crèche en zij zal het verzoek van de heer Berghuis overbrengen. Vragen van de fractie van de PvdA: Betreft: Begraafplaats Snakkeburen Ulrum Een groep enthousiaste vrijwilligers zijn geruime bezig met het opknappen en herstellen van de vaak ernstig verwaarloosde graven aan de Snakkeburen. De gemeente heeft inmiddels een nieuwe heg aan de west-, zuid- en oostzijde geplant. Ook alle schoonmaak- en herstelmaterialen voor de vrijwilligers worden door de gemeente betaald. Voor de inzet van de vrijwilligers alsmede de hulp van onze gemeente hebben we veel waardering. Het kerkhof werd op 7 november 1949 door de burgerlijke gemeente gekocht van de Nederlands Hervormde gemeente. Zoals nu bekend is op dit kerkhof in 1952 de laatste begraven. (Op de begraafplaats liggen vele oud Ulrumers en een paar prominente Ulrumers: De
beide oud-burgemeesters L.H. Dijkhuis en J. van Julsingha, M.D. Teenstra, oud boer, ambtenaar in Indië, zakenman en wereldreiziger. Hier vooral bekend als de felste tegenstander van Ds. Hendrik de Cock.) Kortom een monument dat haar plek verdient en bewaard dient te blijven. Door de inzet van de vrijwilligers en de hulp van de gemeente is hiermee een begin gemaakt. Een wandelpad op de begraafplaats ontbreek nu nog. Nu de werkzaamheden vorderen zal in de laatste fase ook een nieuw pad aangelegd moeten worden. Die werkzaamheden zullen naar schatting begin volgend jaar plaats kunnen vinden. Wij vragen het college: Is zij bereid, in overleg met de vrijwilligers, te bekijken hoe de aanleg van dat pad mogelijk gemaakt kan worden? Antwoord: De heer Van Dijk is bereid om samen met de vrijwilligers bekijken hoe een wandelpad kan worden aangelegd. Sinds de brand in een horecagelegenheid in Volendam zijn de veiligheidsmaatregelen voor instellingen waar veel publiek komt aanzienlijk aangescherpt. De horecaondernemingen worden in onze gemeente gehouden aan het voldoen aan de geldende veiligheidsmaatregelen. Dat brengt voor de ondernemers aanzienlijke kosten met zich mee. Het is begrijpelijk dat mede daardoor vanuit de horeca gelet wordt het voldoen van concurrerende instellingen aan algemene veiligheidsvoorschriften, openingstijden als het voldoen aan vergunningseisen. Naar aanleiding van voorstellingen van de Jeugdtheaterschool Wonderboom op 30 en 31 mei 2008 in de instelling Zuster A. Westerhofstraat 13 te Leens, wordt vanuit de horeca in de gemeente aangegeven dat de betreffende instelling niet zou voldoen aan de algemene veiligheidseisen. Het is niet de gewoonte van de Partij van de Arbeid in een raadsvergadering op niet strikt onderbouwde veronderstellingen in te gaan, maar omdat de gemeente De Marne sponsor is van de bovengenoemde voorstellingen lijkt het ons juist zekerheid te krijgen dat de gemeente De Marne als toezichthouder geen schijn van belangenverstrengeling kan worden verweten. Vandaar de vraag: kan het college verklaren dat bovengenoemde instelling te Leens, waar toneelvoorstellingen worden gegeven, voldoet aan alle wettelijke eisen die aan instellingen worden gesteld? Antwoord: De voorzitter antwoordt dat de Stichting De Wonderboom graag voorstellingen geeft op wisselende locaties in gymnastiekgebouwen, boerenschuren enzovoorts. Voor locaties die geen publieke functie hebben moet een speciale vergunning worden gevraagd. Dat is gebeurd en daaraan zijn voorwaarden verbonden op het punt van de brandveiligheid. Aan
de gestelde eisen wordt voldaan en de brandweer controleert dit. Na afloop van de voorstelling krijgen de kinderen doorgaans een glas frisdrank en er geen vergunning wordt verleend voor het schenken van alcoholische dranken. Ze ziet niet in hoe hier sprake kan zijn van een vorm van belangenverstrengeling. Een delegatie van de raad bezocht op 13 mei “De Wegwiezer” in Rolde. Zij hebben daar kennis kunnen nemen van hoe een bij ons genoemd Steunpunt of Ontmoetingpunt ingericht kan worden. In onze gemeente zijn inmiddels een aantal van die Steunpunten in werking. Het bezoek aan Rolde heeft duidelijk gemaakt dat wij in onze gemeente aan het begin staan van die ontwikkeling.
Een begin die dankzij de prima inzet van vele vrijwilligers mogelijk is gemaakt en derhalve te prijzen is.
Veel ontwikkelingen op digitaal gebied bieden ons inmiddels vele mogelijkheden. Zoals ontwikkelingen: Virtueel Loket; Cidre (mobiele serviceverlening). Nu de plannen van Philadelphia rond het zorgcentrum Asingahof voor nieuwbouw in de eindfase voor realisatie verkeren vragen we het college:
of zij ook vinden dat zich nu met de nieuwbouw van Asingahof een unieke gelegenheid voordoet om een Steunpunt in te richten met als voorbeeld “De Wegwiezer” in Rolde?
is in het overleg dat over die nieuwbouw plaatsvindt met Philadelphia besproken welke faciliteiten daarin ondergebracht worden (digitale mogelijkheden zoals virtueel Loket)?
zo niet, is het college dan voornemens zich hard te maken om de mogelijkheden zoals in “De Wegwiezer” daar te realiseren?
Antwoord: De heer Van Dijk heeft gezien hoe, als vergaande vorm van dienstverlening, op virtuele wijze contact kan worden gelegd met de behandelende ambtenaar / bestuurder over het indienen van verzoeken enzovoorts. Het college bespreekt met de Stichting Philadelphia de vernieuwing van Asingahof en de mogelijkheden voor het meenemen daarbij van algemene voorzieningen zoals steunpunten. Philadelphia staat ondanks de kosten positief tegenover zaken als digitalisering en daarom is het goed mogelijk om dit soort voorzieningen mee te nemen in de plannen.
12 Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering om 21.00 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 juni 2008.