Aanleiding We leven in een snel veranderende maatschappij en een goede verbinding tussen hoger onderwijs en werkveld is belangrijker dan ooit tevoren. In onze professionele bacheloropleidingen leiden we rechtstreeks op voor de arbeidsmarkt en dienen we structureel een invulling te geven aan de noden op de arbeidsmarkt. In tijden van een afnemende beroepsbevolking, als gevolg van vergrijzing en ontgroening, staat het werkveld de komende decennia voor een grote uitdaging. De uitdaging voor onderwijspartners is het hoger onderwijs toegankelijker te maken voor het werkveld door een brug te slaan tussen onderwijs en werkveld. Om er op die manier enerzijds voor te zorgen dat de competenties van studenten beter aansluiten op een euregionale arbeidsmarkt en anderzijds de drempel te verlagen voor bedrijven ten aanzien van de onderzoeken dienstverleningspeiler van hogescholen. Drie projectpartners uit het GoLeWe programma, namelijk Hogeschool Zuyd in Sittard, Plantijn Hogeschool in Antwerpen en de Provinciale Hogeschool Limburg in Hasselt, zijn de uitdaging aangegaan om een projectenbureau op te zetten. Deze projectenbureaus vormen de schakel – de brug – tussen hogeschool en werkveld om te komen tot een betere aansluiting. Er is ingezet op een verbetering van de kwaliteit van praktijkleren, op stimuleren van uitwisseling van kennis en vaardigheden en op een professionelere dienstverlening van de hogescholen richting werkveld. Om zo de co-creatie met het werkveld te verbinden, verbreden en versterken.
Doel Het doel van een projectenbureau binnen een hogeschool is het vormen van één loket waar bedrijven en instellingen terecht kunnen met al hun vragen en opdrachten op het gebied van co-creatie. De projectenbureaus vormen de verbindende schakel tussen studenten, docenten en bedrijven met als doel de leervragen van de student en expertisevragen vanuit het werkveld te beantwoorden. De vraag van de klant staat hierbij centraal! Doelstellingen De basisgedachte is steeds om de transfer van kennis en competenties tussen hogeschool en werkveld te faciliteren. Als zodanig sluit het projectenbureau contracten af met de bedrijven en instellingen enerzijds en met de opleidingen en/of studenten anderzijds. De uitvoering van de door het werkveld aangeboden projecten, opdrachten en jobs sluiten zoveel mogelijk aan bij de opleidingen binnen de hogeschool en worden waar mogelijk opgenomen als werkvorm binnen de curricula.
Daarbij is het de bedoeling dat opdrachtgevers, studenten en lectoren toegevoegde waarde creëren voor elkaar: . Studenten krijgen tijdens hun studie meer kansen tot echte werkervaringen en een beter beeld van de verwachtingen uit het werkveld. Daarnaast bouwen zij hierdoor tijdens hun studie aan een portfolio van opdrachten, beroepscompetenties en een professioneel netwerk. . Lectoren en docenten doen hun voordeel doordat zij praktijkcases kunnen opnemen in hun cursusmateriaal, de vinger aan de pols houden en een beter inzicht krijgen in de noden en wensen van het werkveld. Zij kunnen hun kennis professionaliseren en hun netwerk verder uitbouwen. Meer nog, bij multidisciplinaire samenwerking in dienstverleningsopdrachten met studenten worden tevens bredere inzichten en toepassingsdomeinen van het eigen vakgebied (her)ontdekt. . De betrokken hogeschool maakt haar professionele en praktijkgerichte ambities waar en creëert toegevoegde waarde voor het werkveld waarvoor zij desgewenst een vergoeding kan vragen. – Bedrijven, instellingen en overheden hebben via het projectenbureau toegang tot een pool van studenten, lectoren en onderzoekers met up-to-date kennis en vaardigheden, die direct een meerwaarde kunnen bieden voor hun organisatie (als stagiair, werkstudent of projectmedewerker). Win-winsituatie Dankzij de co-creatie van bedrijven met hogescholen zijn er voor beide partijen een waaier aan opportuniteiten. Bedrijven zien onderzoeken en projectopdrachten uitgevoerd die anders door onvoldoende tijd of menskracht niet volbracht kunnen worden. Dankzij de inzet van studenten krijgt het bedrijf toegang tot nieuwe out of the box ideeën. Tevens beschikken onderzoekers van de hogescholen over permanent evoluerende kennis. Dit maakt dat de kwaliteit van informatie aan bedrijven specialistisch van aard is. De diversiteit en specificiteit van het ‘human capital’ binnen hogescholen scheppen een grote toegevoegde waarde voor de opdrachtgevers. Daar waar studenten in het verleden voornamelijk ervaring opdeden via hun stage wordt dit traject uitgebreid en aangevuld met verschillende werkvormen voor het ontwikkelen van hun beroepscompetenties. Hogescholen blijven door de kennisuitwisseling met het werkveld up-to-date en kunnen het onderwijs afstemmen op de veranderingen in de omgeving en verder innoveren.
Samenwerking en verschillen projectpartners GoLeWe vormde de ideale springplank en rode draad voor elke projectpartner om het projectenbureau in te richten en tegelijkertijd te leren van elkaars expertise en ervaringen te delen over projectwerking met het werkveld. Elk projectenbureau heeft zijn eigen organisatie met een specifieke structuur, communicatie-kanalen, ICT-ondersteuning en prospectie opgezet.
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Naast de cultuurverschillen is een financiële stagevergoeding voor de student geaccepteerd in Nederland maar nieuw voor Bel gië. Verder wordt het projectbureau in Nederland naast de bestaande dienstverlening geplaatst terwijl de projectenbureaus in België als overkoepelend worden gezien in alle contacten met het werkveld.
Positie Onderstaand schema geeft de positie van het projectenbureau weer als de verbindende schakel tussen het onderwijs, het werkveld en andere betrokken partijen zoals stakeholders die betrokken zijn bij de onderzoeksgroepen. Bovendien schetst het schema de relatie van de verschillende partijen ten opzichte van het projectenbureau.
Figuur 1. Relatie werkveld – onderwijs.
Werkwijze Om de lancering en de werking van de projectenbureaus te ondersteunen en draagvlak te creëren, zijn er binnen de deelnemende departementen of opleidingen overlegstructuren opgezet. Zo is er een stuurgroep en een werkgroep. De stuurgroep heeft als doel het businessplan van het projectenbureau en het daaraan gekoppelde actieplan mee vorm te geven, te sturen en op te volgen. De onderwijskundige werkgroepen zorgen voor interne ondersteuning van de projectwerking. Het projectenbureau zorgt voor de prospectie en acquisitie. Als er een aanvraag binnenkomt, zorgt de coördinator door middel van een intakegesprek met de opdrachtgever voor een heldere vraagstelling. Het intakegesprek is één van de cruciale momenten in het voortraject van projectwerking. Het is van groot belang dat de klant met de nodige diepgang het probleem kan situeren en toelichten en dat de vraagstelling helder en afgebakend vertaald kan worden. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Vervolgens wordt de opdracht uitgezet naar de betreffende persoon of opleiding binnen de werkgroep. Er is regelmatig overleg waarbij de binnengekomen en openstaande opdrachten worden besproken en waarbij het niveau en kwaliteit van de opdracht worden bepaald. Hierna wordt gekeken welke student of groep studenten de beste competenties heeft om deze opdracht uit te voeren. De coördinator van het projectenbureau bewaakt de dagelijkse operatie en streeft er steeds weer naar om maatwerk te leveren. Opdrachtgevers kunnen het hele jaar door opdrachten beschikbaar stellen van elk niveau en elk formaat. Het projectenbureau zoekt bij elke opdracht een passende oplossing en zet zich in voor zowel de proceskant als de inhoudelijke aspecten van een project. Daaronder vallen ook de nazorg en borging van de opgedane kennis en ervaring. Kwaliteit Om de klantcontacten te optimaliseren heeft elk projectenbureau gezorgd voor een klantrelatie beheersysteem. De voordelen hiervan zijn : . Het efficiënter inrichten van de werkprocessen . Het vastleggen van behaalde resultaten en kwaliteitstoetsing via rapportages . Het verkrijgen van marketinggegevens. De kwaliteit van de uitvoering van de opdracht wordt zowel gemeten voor, tijdens en na de opdracht. Voor de start van een opdracht worden de competenties van de student en/of lectoren getoetst aan de competenties van de opdracht. Tijdens de opdracht vindt een evaluatie en tussentijdse beoordeling plaats zodat op tijd eventuele bijsturingen kunnen plaatsvinden. Alle partijen (student, opdrachtgever en docent/ lector) worden betrokken bij de slotevaluatie en eindbeoordeling van de opdracht.
Kennisvalorisatie Naast kwaliteitsmetingen zal het projectenbureau zich ook inzetten voor kennisvalorisatie. Hoe kunnen we de meerwaarde van kennis uit stages en projecten terug laten vloeien in het onderwijs en visa versa kennis uit onderwijs- en onderzoeksprojecten duurzaam invoeren in het werkveld. Hiervoor is kennisuitwisseling nodig tussen de betrokken partijen want kennis delen is kennis vermenigvuldigen.
Arbeidsmarktbehoeften De behoeften van de arbeidsmarkt kunnen worden omschreven als heterogeen. Er bestaan verschillen tussen grote en kleine bedrijven, tussen verschillende sectoren en tussen culturen in de verschillende regio’s. Sectoren die grotendeels uit kleine bedrijven bestaan, zoals de marketing en communicatiesector, hebben behoefte aan arbeidskrachten die direct inzetbaar zijn. Een goede aansluiting tussen hogeschool en arbeidsmarkt, met name op gebied van praktische kennis en vaardigheden, is daarom essentieel. Grotere en meer kennisintensieve bedrijven zijn eerder geneigd om arbeidskrachten met de juiste leercompetenties te werven. Zij zijn genoodzaakt om schoolverlaters een leertraject te laten doormaken voordat zij toegevoegde waarde kunnen leveren. Arbeidskrachten met de juiste leercompetenties en talenten zijn sneller en beter in staat om dit traject te doorlopen en sluiten daarmee beter aan bij de behoeften van dergelijke bedrijven. Het projectenbureau brengt de behoeften van de verschillende sectoren in kaart. Overleg tussen projectenbureau en de verschillende opleidingen is van belang om adequaat op de sectorspecifieke noden en wensen van het werkveld te kunnen inspelen. De brugfunctie van het projectenbureau kan daarmee zorgen voor een verbeterde afstemming tussen hogeschool en arbeidsmarkt.
Ambities De projectenbureaus zijn in 2010 gestart en hebben inmiddels een groot netwerk opgebouwd, al heel wat opdrachten uitgevoerd en ‘best practices’ opgedaan. De primaire ambitie is om de continuïteit van de projectenbureaus en hun brugfunctie in de toekomst verder te verankeren binnen de werking van de hogeschool. Daarnaast behoort een grensoverschrijdende samenwerking tussen de verschillende projectpartners tot de ambities. Hierbij is het doel een duurzame samenwerking en de mogelijkheid tot uitwisselingsprogramma’s voor zowel studenten als docenten.
‘Best Practice’ Zuyd / PBM LeerWerkBedrijf Duurzaam Doorwerken Vanuit het LeerWerkBedrijf (LWB = onderdeel van het projectbureau) Duurzaam Doorwerken wordt de Work Ability Index (WAI) uitgevoerd. De WAI is een in Finland ontwikkeld instrument om het fysieke, psychische en sociale arbeidsvermogen van individuen te meten en te monitoren. De WAI meet of een medewerker nog voldoet aan de gestelde beroepseisen, nu en in de nabije toekomst. De faculteit People & Business Management is licentiehouder van de WAI. Hiermee helpen we bedrijven om de duurzame inzetbaarheid van werknemers in kaart te brengen. De Gulpener bierbrouwerij is een van de vele bedrijven waar we de WAI hebben afgenomen. Voorbereiding en opvolging zijn van groot belang, in de afgelopen 2 jaar is de opgedane ervaring omgebouwd naar een samenhangend traject met een scala aan opvolgende interventies om de werkinzetbaarheid te verbeteren. Deze interventietrajecten variëren van het realiseren van strategisch personeelsbeleid tot en met lang lopende vitaliteittrajecten. Ook deze trajecten worden uitgevoerd door studenten en docenten vanuit het LWB, samen met professionals uit het domein arbeid en gezondheid. Bij Gulpener is inmiddels in aansluiting op de WAI gedurende twee jaar met drie opeenvolgende deelprojecten o.a. het functiehuis herontworpen met als resultaat een bredere inzetbaarheid van medewerkers, een hogere tevredenheid, kostenreductie, en een verbeterd rendement. Bredere inzetbaarheid van medewerkers maakt hen meer uitwisselbaar, houdt de functie interessant en dynamisch, en komt het kennisbehoud door vertrek van ouderen uit de organisatie ten goede. Door middel van tweejaarlijkse herhaalmeting gaat de WAI deel uit maken van de bedrijfsvoeringcyclus. De opgedane kennis in projecten en praktijktijd vloeit terug in de minor Duurzaam Doorwerken, zodat deze steeds een up-to-date kennisbasis heeft. Ingrid Brands, Projectbureau PBM Kees Vreugdenhil, Coördinator PBM LWB Duurzaam Doorwerken / Lid Lectoraat Innovatief Ondernemen
‘Best Practice Communicatie’ – Campus at Work Binnen het departement communicatie van de Plantijn Hogeschool is er heel wat expertise aanwezig, die een toegevoegde waarde heeft voor bedrijven en instellingen uit het werkveld. Een voorbeeld van zo een expertisedomein is ‘de bedrijfsfilm’. Bedrijven willen steeds vaker gebruik maken van audiovisueel materiaal om zichzelf naar het publiek te presenteren op internet, beurzen of bij klanten. De Plantijn Hogeschool is de organisator van het Festival van de Bedrijfsfilm dat jaarlijks plaatsvindt, geeft cursussen binnen het expertisedomein en beschikt over de benodigde apparatuur. Bijgevolg beschikken wij over zowel personeel als studenten met kennis en kunde van scripts, formats, opname en montage. Via het projectenbureau Campus at Work kunnen bedrijven nu gebruik maken van deze expertise die voordien slechts beperkt toegankelijk was. Verschillende bedrijven, instellingen en projectorganisaties hebben dat ondertussen gedaan en beschikken nu over een representatieve bedrijfsfilm. Is dit nu alleen een voordeel voor het werkveld? Absoluut niet! Onze studenten doen praktijkervaring op en werken al tijdens hun studies aan hun CV. Lectoren behouden dankzij deze werkwijze hun voeling met de praktijk. Duidelijk een positieve balans voor alle betrokkenen. Evert Martens, Campus at Work, Plantijn Hogeschool
Tot slot Euregionalisering is van groot belang om de arbeidsmarkt te verbreden. Tijdens het project ‘Goesting in Leren en Werken’ is er een euregionaal netwerk ontstaan van projectpartners in Vlaanderen en Zuid-Nederland, waarbij we van elkaars expertise hebben geleerd, een grensoverschrijdende samenwerking hebben gerealiseerd en de eerste aanzet hebben gemaakt richting het versterken van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Het doel daarbij was en is nog steeds om studenten beter voor te bereiden op een euregionale arbeidsmarkt door het onderwijs beter af te stemmen op het werkveld.
Meer weten? www.campusatwork.be www.zuyd.nl