Handleiding
USB D/A-omzetter
Gebruikersinformatie voor het verzamelen en verwijderen van oude producten en batterijen Symbool voor toestellen
De symbolen op producten, verpakkingen en bijbehorende documenten geven aan dat de gebruikte elektronische producten en batterijen niet met het gewone huishoudelijk afval kunnen worden samengevoegd. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandling, het opnieuw bruikbaar maken en de recyclage van gebruikte producten en batterijen.
Symbolen voor batterijen
Door een correcte verzamelhandeling zorgt u ervoor dat het verwijderde product en/of batterij op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, wordt gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Voor verdere informatie betreffende de juiste behandling, het opnieuw bruikbaar maken en de recyclage van gebruikte producten en batterijen kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid of een verkooppunt.
LET OP OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
WAARSCHUWING
D3-4-2-1-1_B2_Nl
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op andere wijze blootstellen aan waterdruppels, opspattend water, regen of vocht. D3-4-2-1-3_A1_Nl
WAARSCHUWING Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
Deze symbolen zijn enkel geldig in de landen van de europese unie.
D3-4-2-1-7a_A1_Nl
Pb
Indien u zich in een ander dan bovengenoemde landen bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor meer informatie over de juiste verwijdering van het product. K058a_A1_Nl
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VENTILATIE Let er bij het installeren van het apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een goede doorstroming van lucht te waarborgen (tenminste 10 cm boven, 5 cm achter en 5 cm aan de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING De gleuven en openingen in de behuizing van het apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed. D3-4-2-1-7b*_A1_Nl
2
Gebruiksomgeving Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik: +5 °C tot +35 °C, minder dan 85 % RH (ventilatieopeningen niet afgedekt) Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige verlichting).
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties in rekening gebracht worden, ook als het apparaat nog in de garantieperiode is. K041_A1_Nl
D3-4-2-1-7c*_A1_Nl
WAARSCHUWING NETSNOER Pak het netsnoer beet bij de stekker. Trek de stekker er niet uit door aan het snoer te trekken en trek nooit aan het netsnoer met natte handen aangezien dit kortsluiting of een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Plaats geen toestel, meubelstuk o.i.d. op het netsnoer, en klem het niet vast. Maak er nooit een knoop in en en verbind het evenmin met andere snoeren. De netsnoeren dienen zo te worden geleid dat er niet per ongeluk iemand op gaat staan. Een beschadigd netsnoer kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Kontroleer het netsnoer af en toe. Wanneer u de indruk krijgt dat het beschadigd is, dient u bij uw dichtstbijzijnde erkende PIONEER onderhoudscentrum of uw dealer een nieuw snoer te kopen.
WAARSCHUWING Berg kleine onderdelen op buiten het bereik van kinderen en peuters. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt. D41-6-4_A1_Nl
S002*_A1_Nl
LET OP De /I STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen om het apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat). D3-4-2-2-2a*_A1_Nl
3
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer product. Lees de handleiding aandachtig door zodat u volledig op de hoogte bent van de bediening en werking. Bewaar de handleiding op een veilige plaats voor eventuele naslag in de toekomst.
Inhoudsopgave Voordat u begint
Gebruik van de USB DAC-functie
Inhoud van de doos ................................................................. 5
Het stuurprogramma installeren ......................................... 11
Voordat u de afstandsbediening gebruikt ............................. 5
Muziekbestanden weergeven die op
Aanbrengen van de batterijen in de afstandsbediening .............................................................. 5 Gebruik van de afstandsbediening.................................... 5 Opstelling ................................................................................. 5
Muziekbestanden weergeven die op een computer zijn .................................................................... 11
Aanvullende informatie
Aansluitingen
Problemen oplossen.............................................................. 12
Achterpaneel............................................................................ 6
Voorzorgsmaatregelen .......................................................... 13
Voorpaneel................................................................................ 7
Wanneer het apparaat wordt verplaatst ......................... 13
Overzicht van de bedieningstoetsen Afstandsbediening .................................................................. 8 Voorpaneel................................................................................ 8
Bediening Basisbediening ........................................................................ 9 Gebruik van de hoofdtelefoon ............................................ 9 Instellingen............................................................................... 9 Direct-instelling................................................................... 9 Hi-Bit 32 instelling .............................................................. 9 Instelling voor bemonstering-verhoging ........................... 9 De digitale filters veranderen........................................... 10 Het DAC-blokkeerbereik instellen ................................... 10 De automatische uitschakelfunctie instellen................. 11 Het verlichtingsniveau (DIMMER) van het display en de indicators instellen .................................... 11 De instellingen terugzetten op de standaardinstellingen....................................................... 11
4
een computer zijn .................................................................. 11
Plaats van het apparaat ................................................... 13 Regelmatige verzorging en onderhoud .......................... 13 Technische gegevens ............................................................ 14
Opmerking • De afbeeldingen die in deze handleiding staan, kunnen enigszins verschillen van de feitelijke verschijning van het product.
Voordat u begint Inhoud van de doos
2
Breng het deksel van de batterijhouder weer aan.
• Afstandsbediening x 1 • AAA-type mangaanbatterijen x 2 • Netsnoer • CD-ROM (Handleiding)
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet juist als er zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor op het apparaat bevindt, of als de afstandsbediening buiten de aangegeven hoek op de sensor wordt gericht.
• Snelstartgids • Folder veiligheid • Garantiebewijs
Voordat u de afstandsbediening gebruikt Aanbrengen van de batterijen in de afstandsbediening De afstandsbediening werkt op twee AAA-type batterijen.
1
Maak het deksel van de batterijhouder open en plaats twee AAA-batterijen waarbij u er goed op let dat de polen van de batterijen overeenkomen met de afbeelding in de batterijhouder.
Gebruik van de afstandsbediening Wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt om dit apparaat te bedienen, richt u de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor op het apparaat, rekening houdend met de hieronder beschreven omstandigheden.
Waarschuwing • Gebruik of bewaar batterijen niet in direct zonlicht of op een hete plaats, zoals in de auto of bij een kachel. Batterijen kunnen hierdoor gaan lekken, oververhitten, exploderen of in brand vliegen. Bovendien vermindert dit de levensduur of prestaties van de batterijen. • Berg kleine onderdelen op buiten het bereik van kinderen en peuters. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt.
Let op • Wees voorzichtig bij het aanbrengen van de batterijen en let er goed op dat de polen van de batterijen (+, −) overeenkomen met de markeringen in de batterijhouder.
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet juist als de sensor aan direct zonlicht of aan het licht van een sterke tl-lamp wordt blootgesteld. In dat geval moet u de plaats van het apparaat of de plaats van de tl-lamp veranderen. • Als de afstandsbediening wordt gebruikt in de buurt van een ander apparaat dat ook infrarood stralen uitzendt of als een andere afstandsbediening die met infrarood stralen werkt in de buurt van dit apparaat wordt gebruikt, kan er een foutieve werking optreden. Wanneer de afstandsbediening van dit apparaat wordt gebruikt in de buurt van andere apparatuur die ook m.b.v. infrarood stralen wordt bediend, kan het gebeuren dat de andere apparatuur foutief werkt. • Als het effectieve bereik van de afstandsbediening aanzienlijk korter wordt, zijn de batterijen bijna uitgeput en moeten deze worden vervangen.
Opstelling Zet het apparaat op een vlakke en stevige ondergrond. • Zet het apparaat niet op een van de volgende plaatsen: - Op een televisietoestel (het beeld van de televisie kan worden vervormd). - Op een cassettedeck of andere apparatuur waaromheen een magnetisch veld is (de geluidskwaliteit kan nadelig worden beïnvloed). - Op plaatsen blootgesteld aan direct zonlicht. - Op erg vochtige plaatsen. - Op plaatsen blootgesteld aan rechtstreeks contact met water. - Op plaatsen blootgesteld aan erg hoge of lage temperaturen. - Op plaatsen blootgesteld aan trillingen. - Op plaatsen blootgesteld aan veel stof of sigarettenrook. - In keukens of op andere plaatsen blootgesteld aan oliedampen of rook. • Als het apparaat op een bank of andere geluidsabsorberende ondergrond wordt geplaatst, is het mogelijk dat het apparaat geen goede geluidskwaliteit levert.
• Zorg er bij het inbrengen van de batterijen voor dat de veren van de (–) (min) batterijcontacten niet beschadigd raken. Hierdoor kunnen batterijen gaan lekken of oververhit raken. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Steek eerst de minpool (−) van de batterij naar binnen.
• Batterijen van verschillende fabrikanten kunnen verschillende spanningen hebben, ook wanneer ze van hetzelfde nominale type zijn. Batterijen van verschillende fabrikanten mogen daarom niet door elkaar worden gebruikt.
30° 30° 7m
• Wanneer de afstandsbediening geruime tijd niet wordt gebruikt (langer dan een maand), moet u de batterijen eruit verwijderen om beschadigingen als gevolg van batterijlekkage te voorkomen. Als er batterijlekkage optreedt terwijl de batterijen in de afstandsbediening zijn, veegt u de batterijvloeistof voorzichtig met een doek weg en plaatst dan nieuwe batterijen. • Probeer de batterijen niet te demonteren, stel ze niet aan hoge temperaturen bloot en gooi ze ook niet in vuur of water. • Wanneer u lege batterijen weggooit, gelieve daarbij de geldende wetgeving en bepalingen na te leven. • De batterijen die bij dit apparaat worden geleverd, zijn enkel bedoeld om de werking te testen en kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal.
5
Aansluitingen Achterpaneel
Computer met USB-poort
Aansluiten op apparatuur uitgerust met een digitale uitgang.
Opmerking Let op • Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, moet u de stroom uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
AES/EBU OUT
COAXIAL OUT
OPTICAL OUT
USB
• Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
AES/EBU ingangsaansluiting Deze digitale ingang ondersteunt AES/ EBU-signalen in PCM-formaat (tot 192 kHz/24 bit).
• Het is mogelijk dat op uw computer een speciaal stuurprogramma moet worden geïnstalleerd (zie pagina 11).
Type A Digitale gebalanceerde kabel (110 Ω)
Coaxiale digitale kabel (75 Ω)
Optische digitale kabel
USB-kabel
USB ingangsaansluiting (type B) Ondersteunt PCM-formaat signalen (tot 384 kHz / 32 bit) en DSD-formaat (tot 5,6 MHz).
DIGITAL IN aansluitingen Deze aansluitingen ondersteunen PCM-formaat signalen (tot 192 kHz/ 24 bit). Naar stopcontact
ANALOG LINE OUT aansluitingen Deze twee uitgangsaansluitingen (RCA/XLR) genereren gelijktijdig de signalen die met de INPUT knop worden gekozen. De signalen worden uitgevoerd wanneer “LINE” is gekozen met de OUTPUT knop.
Netsnoer (bijgeleverd)
Keuzeschakelaar 2 Keuzeschakelaar 1
Gebalanceerde uitgangsaansluiting (aanzicht aan apparaatzijde; gelijkwaardig aan XLR-3-31) 1 3
Gebalanceerde kabel
1 AARDE
2 2 SPANNING
3 GEEN SPANNING
Als een eindversterker is aangesloten en keuzeschakelaar 1 is ingesteld op volume-gekoppeld niveau (VARIABLE), kan het geluidsvolume op het apparaat worden ingesteld.
6
Kies vast ingesteld niveau (FIX) of volume-gekoppeld niveau (VARIABLE) voor het uitgangsniveau van de analoge uitgangsaansluiting.
R Voor/eindversterker enz. uitgerust met gebalanceerd-type ingangsaansluitingen
L
R
L Voor/eindversterker met RCA (penstekker) ingangsaansluitingen
Gebruik deze schakelaar om de fase van de analoge uitgang om te schakelen. Opmerking: XLR- en RCA-signalen worden tegelijk omgeschakeld.
Aansluitingen Voorpaneel Gebalanceerde hoofdtelefoon-uitgangsaansluiting (XLR4) (PHONES 1)
Gebalanceerde hoofdtelefoon-uitgangsaansluiting (XLR3) (PHONES 2)
Hierop kan een XLR 4-pens hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.
Hierop kan een XLR 3-pens hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.
De ondersteunde hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω. De aansluitpunten voor de 4-pens gebalanceerde uitgang zijn als volgt: Gebalanceerde uitgangsaansluiting 1 SPANNING L-kanaal (aanzicht aan apparaatzijde) 2 GEEN SPANNING L-kanaal
De ondersteunde hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω. De aansluitpunten voor de 3-pens gebalanceerde uitgang zijn als volgt: Gebalanceerde uitgangsaansluiting
3 SPANNING R-kanaal
4
4 GEEN SPANNING R-kanaal
3
1 2
1 AARDE 2 SPANNING 3 GEEN SPANNING
(aanzicht aan apparaatzijde) 2
1
3
Hoofdtelefoonaansluiting (ongebalanceerd) (PHONES 3) Gebruik deze aansluiting voor een standaard hoofdtelefoonstekker. De ondersteunde hoofdtelefoonimpedantie is 16 Ω tot 600 Ω.
Draai de OUTPUT knop naar de gewenste hoofdtelefoonstand voordat u met de weergave begint.
Let op • Ga zorgvuldig te werk bij het insteken van de stekkers in de ingangs-/uitgangsaansluitingen en de hoofdtelefoonaansluiting zodat de pennen altijd juist zijn uitgelijnd.
7
Overzicht van de bedieningstoetsen 1 STANDBY/ON
Afstandsbediening
Gebruik deze toets voor het omschakelen tussen ON (aan) en STANDBY (ruststand).
2 MUTE toets (Dempingstoets)
1 2
8
Druk tijdens weergave op deze toets om het geluid tijdelijk uit te schakelen.
Voorpaneel
1
2
a
b
3
4
5
6 7
8
9
3 VOL +/− toetsen (Volumetoetsen) Druk op deze toetsen om het geluidsvolume te verhogen/verlagen.
9
4 Directe ingangskeuzetoetsen Druk op een van de USB/COAX/OPT/AES EBU toetsen om de gewenste ingangsbron te kiezen.
5 LOCK RANGE toets (Blokkeerbereiktoets) Druk hierop om het DAC-blokkeerbereik in te stellen.
3
6 DIRECT toets Druk hierop om het ingangssignaal ongewijzigd uit te voeren, dus zonder dat dit via de DSP loopt.
4
7 Hi-Bit 32 toets Druk hierop om de Hi-Bit 32 instelling te veranderen.
5 6 7
a
8 DIMMER toets (Dimtoets)
b
9 FINE +/− toetsen (Fijnafsteltoetsen)
Druk hierop om de helderheid van het display te veranderen. Gebruik deze voor fijnafstelling van het hoofdtelefoonvolume (deze afstelling is alleen van invloed op het hoofdtelefoon-uitgangsniveau).
a DIGI FILTER toets (Toets voor digitaal filter) Druk hierop om het gebruikte type digitaal filter te veranderen.
b Up Sample toets (Bemonsteringverhogingstoets) Druk hierop om de instelling voor verhoging van de bemonsteringsfrequentie te veranderen.
c
1 /I STANDBY/ON Gebruik deze toets voor het omschakelen tussen ON (aan) en STANDBY (ruststand). Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de spanningsindicator in het midden van de toets op.
2 INPUT knop (Ingangskeuzeknop) Gebruik deze knop om de ingangsbron te kiezen. De gekozen bron wordt op het display aangegeven.
3 DIRECT indicator Zie “Direct-instelling” op pagina 9.
4 Hi-Bit 32 indicator Zie “Hi-Bit 32 instelling” op pagina 9.
5 Up Sampling indicator (Indicator voor bemonstering-verhoging) Zie “Instelling voor bemonstering-verhoging” op pagina 9.
6 LOCK RANGE ADJUST indicator (Indicator voor instelling van blokkeerbereik) Zie “Het DAC-blokkeerbereik instellen” op pagina 10.
7 Displayvenster 8 Afstandsbedieningssensor 9 VOLUME knop (Volumeknop)
8
Om het geluidsvolume in te stellen van apparatuur aangesloten op de analoge uitgangsaansluiting van het apparaat, moet de Keuzeschakelaar 1 (op het achterpaneel van het apparaat) op VARIABLE worden ingesteld.
d a PHONES GAIN knop (Hoofdtelefoonversterkingsknop) Gebruik deze knop om de versterking van de hoofdtelefoon in te stellen.
b OUTPUT knop (Uitgangsknop) Gebruik deze knop om het type uitgang, waaronder LINE en PHONES 1 t/m PHONES 3, te kiezen.
c Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES 1, 2, 3) Sluit hierop een hoofdtelefoon aan.
d FINE ADJUST knop (Fijnafstelknop) Gebruik deze voor fijnafstelling van het hoofdtelefoonvolume (deze afstelling is alleen van invloed op het hoofdtelefoon-uitgangsniveau).
Bediening Basisbediening 1
Schakel het apparaat in. Druk op de /I STANDBY/ON toets op het voorpaneel.
Kies de gewenste uitgangsaansluiting.
2
Kies de gewenste ingangsbron.
3
• De gekozen ingangsbron wordt op het display aangegeven. • DSD-gegevens kunnen alleen worden weergegeven bij gebruik van de USB-verbinding.
Bedien het weergaveapparaat. Raadpleeg voor verdere informatie de handleiding die bij het weergaveapparaat wordt geleverd.
5
Stel het geluidsvolume in. Draai aan de VOLUME knop op het voorpaneel van het apparaat of gebruik de VOL +/− toetsen op de afstandsbediening.
Stel de hoofdtelefoonversterking in. De PHONES GAIN knop op het voorpaneel kan worden gebruikt om de LOW of HIGH versterking te kiezen. Onder normale omstandigheden moet de HIGH versterking worden gekozen. Als het geluid vervormd klinkt bij laag ingesteld volume, kan de LOW versterking worden gekozen om de akoestische kwaliteit te verbeteren.
Draai aan de INPUT knop op het voorpaneel of druk op de corresponderende directe ingangskeuzetoets op de afstandsbediening.
4
Kies de hoofdtelefoonuitgang. Gebruik de OUTPUT knop op het voorpaneel om de aansluiting te kiezen waarop u de hoofdtelefoon hebt aangesloten.
Draai aan de OUTPUT knop op het voorpaneel. Stel in op LINE om de analoge uitgangsaansluiting te kiezen.
3
Sluit uw hoofdtelefoon aan. Sluit uw hoofdtelefoon op de juiste hoofdtelefoonaansluiting (PHONES 1 t/m 3) op het voorpaneel aan.
• De spanningsindicator in het midden van het toets licht op.
2
Instellingen
Gebruik van de hoofdtelefoon 1
4
Direct-instelling De ingangssignalen worden rechtstreeks uitgevoerd, dus zonder dat ze via de DSP lopen. Hierdoor wordt een geluidsweergave verkregen die zeer nauw aansluit bij het oorspronkelijke ingangssignaal. • Fabrieksinstelling: ON 1
Verander de instelling. • Bij enkele malen indrukken van de DIRECT toets op de afstandsbediening schakelt de instelling beurtelings om tussen ON en OFF.
Instelling voor bemonstering-verhoging Deze functie verhoogt de bemonsteringsfrequentie van de weergave waardoor een helder en transparant geluid wordt verkregen. Deze instelling wordt ondersteund wanneer de direct-instelling op OFF staat en heeft alleen effect op lineaire PCM-signalen. • Fabrieksinstelling: LOW 1
Verander de instelling. • Bij enkele malen indrukken van de Up Sample toets op de afstandsbediening worden de instellingen als volgt doorlopen: LOW HIGH OFF.
• Wanneer de functie op ON wordt gezet, licht de DIRECT indicator op het voorpaneel op.
Maak de gewenste fijnafstelling van het volume van de hoofdtelefoon. Gebruik de FINE ADJUST knop op het voorpaneel of de FINE +/− toetsen op de afstandsbediening om de fijnafstelling te maken.
F I NE
AD J UST | >
F I NE AD J UST < | • Fijnafstelling is mogelijk binnen ±6 stappen van de referentiewaarde. • De instellingen blijven bewaard ook wanneer de VOL +/− toetsen of de VOLUME knop wordt gebruikt.
Hi-Bit 32 instelling Deze instelling verbetert het dynamisch bereik van de digitale audiosignalen. Audiosignalen tussen 16 bit en 24 bit worden opnieuw gekwantificeerd tot 32-bit signalen, waardoor een meer gelijkmatige en nauwkeurige muzikale expressie wordt verkregen. Deze instelling wordt ondersteund wanneer de direct-instelling op OFF staat en heeft alleen effect op lineaire PCM-signalen. • Fabrieksinstelling: ON 1
Verander de instelling. • Bij enkele malen indrukken van de Hi-Bit 32 toets op de afstandsbediening schakelt de instelling beurtelings om tussen ON en OFF. • Wanneer de functie op ON wordt gezet, licht de HiBit 32 indicator op het voorpaneel op.
Up
OP T I CA L S amp l e
1 L OW
Up
OP T I CA L S amp l e
1 H I GH
Up
OP T I CA L S amp l e
1 OF F
• Wanneer de LOW of HIGH instelling wordt gekozen, licht de Up Sampling indicator op het voorpaneel van het apparaat op.
• Bij de diverse instellingen wordt de weergave uitgevoerd met de bemonsteringsfrequentie verhoogd zoals aangegeven in de hiernavolgende tabel. Bemonsteringsfrequenties (kHz) PCM
OFF
LOW
32
32
32
HIGH 32
44,1
44,1
176,4
352,8
48
48
192
384
88,2
88,2
176,4
352,8
96
96
192
384
176,4
176,4
176.4
352,8
192
192
192
384
352,8
352,8
352,8
352,8
384
384
384
384
9
Bediening De digitale filters veranderen Er kunnen afzonderlijke instellingen voor PCM- en DSD-ingangssignalen worden gemaakt. 1
Verander de instelling. Instellingen voor de digitale ingangen of instellingen wanneer PCM-gegevens van een USBverbinding worden weergegeven. Bij enkele malen indrukken van de DIGI FILTER toets van de afstandsbediening worden de instellingen doorlopen in de volgorde SHARP SLOW SHORT. Kies de gewenste instelling.
OP T I CA L 1 D . F I L TER SHARP OP T I CA L 1 D . F I L T E R S L OW OP T I CA L 1 D . F I L T ER SHOR T SHARP: SLOW: SHORT:
Geeft een enigszins scherp klinkend geluid. Geeft een zacht en gevoelig geluid. Geeft een meer agressief geluid met een snelle afronding.
• Fabrieksinstelling: SHARP Instellingen voor weergave van DSD-gegevens van een USB-verbinding. Bij enkele malen indrukken van de DIGI FILTER toets van de afstandsbediening worden de instellingen doorlopen in de volgorde MODE 1 MODE 2 MODE 3. Kies de gewenste instelling.
USB D . F I L TER
MO D E 1
1
Schakel de instellingsmodus voor het blokkeerbereik in. Druk op de LOCK RANGE toets van de afstandsbediening om de instellingsmodus in te schakelen.
LOC K RANGE | - - - - > Normale instelling (fabrieksinstelling)
LOC K RANGE | - >
USB D . F I L TER
MO D E 2
USB D . F I L TER
MO D E 3
De instellingen MODE 1 MODE 2 MODE 3 geven een geleidelijk afnemende verzwakking van de hoge tonen voorbij het hoorbare geluidsspectrum. • Fabrieksinstelling: MODE 1
10
Het DAC-blokkeerbereik instellen Deze functie wordt gebruikt om de vereiste instelling uit te voeren wanneer een uiterst hoge geluidskwaliteit gewenst is. Zelfs bij dezelfde jitter-klokinvoer kunnnen door versmalling van het blokkeerbereik nevengeluiden en boventonen worden verminderd, waardoor de geluidskwaliteit wordt verbeterd. Als het blokkeerbereik echter te sterk wordt versmald, kunnen ingangssignalen met een hoog jitterniveau ervoor zorgen dat de blokkering slipt, waardoor er onderbrekingen in het geluid optreden of het geluid soms wegvalt. In dat geval moet het blokkeerbereik een weinig worden verbreed terwijl naar het geluid wordt geluisterd, totdat het geluid weer normaal is. Wegvallen van het signaal wanneer het blokkeerbereik te smal is (behalve wanneer dit onder normale omstandigheden gebeurt), valt buiten de gegarandeerde werking. In dit geval verbreedt u de instelling voor het blokkeerbereik totdat het signaal niet meer wegvalt. Dit apparaat legt het ingestelde blokkeerbereik voor elke ingangsbron afzonderlijk vast.
Smalste blokkeerbereik
2
Verander de instelling. Druk op de FINE +/− toetsen van de afstandsbediening om het blokkeerbereik te veranderen. Bij enkele malen indrukken van een van de toetsen verandert de ingestelde waarde (4 stappen) en wel als volgt. FINE (−) toets (eenmaal ingedrukt): blokkeerbereik wordt smaller
L OCK RANGE | - - - > FINE (+) toets (eenmaal ingedrukt): blokkeerbereik wordt breder
L OCK RANGE | - - - - > • Als de instelling op een andere waarde dan de standaard “normaal” waarde wordt gezet, licht de LOCK RANGE ADJUST indicator op het voorpaneel op. • Als een andere toets dan FINE +/− op de afstandsbediening wordt ingedrukt, verandert de aanduiding op het display naar de huidige ingangsbron.
Voor gevorderde gebruikers Als de LOCK RANGE toets langer dan vijf seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt de mogelijkheid om het blokkeerbereik te versmallen met drie extra stappen uitgebreid. Zoals in de onderstaande “Let op” wordt uitgelegd, moet u er wel rekening mee houden dat bij gebruik van deze extra stappen een zeer delicate modus ontstaat waarin het geluid gemakkelijk kan wegvallen.
L OC K R ANG E ¦ - - - - - - - > De instelling voor het blokkeerbereik kan met 3 stappen worden uitgebreid. Normale instellingen
Let op • Hoewel een nog nauwkeurigere afstelling van de geluidskwaliteit mogelijk is, neemt de kans op wegvallen van het geluid sterk toe waardoor deze stappen uitsluitend toegepast mogen worden door ervaren gebruikers. In het bijzonder wanneer twee muziekstukken met verschillende bemonsteringsfrequenties en bitrates achter elkaar worden afgespeeld, bestaat er een grote kans dat het geluid veelvuldig wegvalt. • Zelfs wanneer bemonstering-verhoging is ingesteld en de bemonsteringsfrequentie is verhoogd, kan het geluid nog steeds vaak wegvallen. • Als het signaal wegvalt, kunt u proberen om het blokkeerbereik op een bredere waarde in te stellen zodat het geluid normaal lijkt. Versmallen van de breedte van het blokkeerbereik (behalve wanneer dit onder normale omstandigheden gebeurt), valt buiten het bereik van de gegarandeerde werking wat betreft het wegvallen van het signaal. In dit geval verbreedt u de instelling voor het blokkeerbereik totdat het signaal niet meer wegvalt. • Om het blokkeerbereik weer terug te zetten op de standaard 4 stappen, zet u de instellingen terug op de standaardinstellingen (zie pagina 11: De instellingen terugzetten op de standaardinstellingen).
Gebruik van de USB DAC-functie
Bediening De instellingen terugzetten op de standaardinstellingen
De automatische uitschakelfunctie instellen Deze functie schakelt de stroom automatisch uit als er geen ingangssignaal (waaronder stilte) of een bediening door de gebruiker wordt gedetecteerd gedurende vijftien minuten.
Voer de onderstaande bediening uit om de instellingen van het apparaat terug te zetten op de standaardinstellingen.
• Fabrieksinstelling: ON
1
1
Zet de automatische uitschakelfunctie aan. Terwijl het apparaat is uitgeschakeld, houdt u de /| STANDBY/ON toets op het voorpaneel langer dan 5 seconden ingedrukt totdat het apparaat wordt ingeschakeld. Gebruik dezelfde procedure om de automatische uitschakelfunctie uit te zetten.
A . P . D
USB
ON
Terwijl het apparaat in de STANDBY stand staat, houdt u de bemonsteringverhogingstoets ingedrukt en drukt dan op /I STANDBY/ON op het voorpaneel van het apparaat.
RESET ? 2
Druk op de DIRECT toets van de afstandsbediening. Op het display verschijnt een bevestigingsmelding.
Opmerking • Zelfs als er een niet hoorbaar signaalniveau wordt gedetecteerd, beschouwt het apparaat dit als een geldig signaal en treedt de automatische uitschakelfunctie niet in werking.
Het verlichtingsniveau (DIMMER) van het display en de indicators instellen De verlichting van het display kan worden ingesteld. Wanneer de verlichting is uitgeschakeld, werken het display en de indicators niet. Door het display uit te schakelen zal de elektronische ruis in geringe mate worden verminderd.
RESET ? OK ? 3
Weet u zeker dat u de instellingen wilt terugzetten, druk dan op de DIGI FILTER toets van de afstandsbediening. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
OK !
Het stuurprogramma installeren • De muziekbestanden die op een computer zijn kunnen met dit apparaat worden weergegeven via een USB-verbinding tussen de computer en dit apparaat. Om de bestanden op de computer op deze manier te kunnen weergeven, moet een speciaal stuurprogramma op de computer worden geïnstalleerd. Raadpleeg voor verdere informatie de Pioneer-website waar u aanwijzingen vindt voor het installeren van het stuurprogramma en de computerinstellingen.
Muziekbestanden weergeven die op een computer zijn Door dit apparaat en de computer met behulp van een USB-kabel te verbinden kan de audioweergavesoftware van de computer worden gebruikt om de muziekbestanden die op de computer zijn via dit apparaat weer te geven.
1
Verbind dit apparaat met een USB-kabel met de computer.
2
Schakel de computer in.
3
Schakel dit apparaat in.
4
Kies de juiste uitgangsaansluiting.
USB D I MM E R
- Kwantiseringsbits: 16 bit, 24 bit, 32 bit - Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz, 48 kHz, 88,2 kHz, 96 kHz, 176,4 kHz, 192 kHz, 352,8 kHz, 384 kHz DSD
- Bemonsteringsfrequentie: 2,8 MHz, 5,6 MHz • Voordat de USB-kabel wordt losgemaakt, moet altijd eerst het afspelen op de computer worden gestopt. • Als de USB-poort van de computer de USB 2.0 HS standaard niet ondersteunt, kunnen de muziekbestanden mogelijk niet worden weergegeven. • Wanneer een USB-verbinding zoals hierboven beschreven wordt gebruikt, kan de weergavefunctie van dit apparaat niet worden gebruikt om de muziekbestanden weer te geven; het weergeven van de muziekbestanden moet worden uitgevoerd met de weergavesoftware op de computer.
Draai aan de OUTPUT knop op het voorpaneel om de uitgang te kiezen. Kies LINE voor weergave van het uitgangssignaal via de analoge uitgangsaansluiting.
Kies de diminstelling. Bij enkele malen indrukken van de DIMMER toets op de afstandsbediening doorloopt de displayverliching 4 niveaus en de OFF-stand (4 3 2 1 OFF).
Lineaire PCM
Muziekbestanden weergeven die op een computer zijn
• Fabrieksinstelling: 4 (meest helder) 1
Opmerking • Wanneer een USB-verbinding vanaf de computer naar dit apparaat wordt gebruikt om muziek weer te geven, kunnen de volgende signaalformaten vanaf de computer naar dit apparaat worden ingevoerd:
5
Zet de ingangskeuzeknop op USB. Draai aan de INPUT knop op het voorpaneel van het apparaat of druk op de USB knop van de afstandsbediening.
4 6
Speel het gewenste muziekbestand op de computer.
11
Aanvullende informatie Probleem
Problemen oplossen Wanneer u denkt dat er iets mis is met het apparaat, controleer dan eerst de onderstaande punten. Vaak wordt een kleine bedieningsfout aangezien voor een defect van het apparaat. Ook kan het probleem worden veroorzaakt door andere aangesloten apparatuur, dus u dient tevens de apparatuur te controleren die samen met het apparaat wordt gebruikt. Als het probleem na het uitvoeren van de controles blijft bestaan, neemt u contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of met uw dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum.
Probeer een andere coaxiale of optische digitale kabel te gebruiken.
De afstandsbediening werkt niet.
• De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
• Vervang de batterijen.
• De afstand tussen het apparaat en de afstandsbediening is te groot.
De automatische uitschakelfunctie staat aan (ON).
Zet de automatische uitschakelfunctie uit (OFF) (pagina 11).
Er wordt geen geluid weergegeven nadat de ingang is gekozen.
De verbinding met de ingang is verkeerd.
Controleer de verbinding.
De MUTE (dempen) functie is ingeschakeld.
Druk op de MUTE toets van de afstandsbediening om de MUTE functie uit te schakelen.
Het volume staat in de minimumstand.
Stel het geluidsvolume in.
De uitgangskeuzeknop is niet juist ingesteld.
Draai aan de OUTPUT knop op het voorpaneel om de juiste uitgang te kiezen. Kies LINE voor weergave van het uitgangssignaal via de analoge uitgangsaansluiting.
De ruis kan afkomstig zijn van de voedingsbron.
Controleer of het apparaat op een verlengsnoer is aangesloten dat eveneens gebruikt wordt om een computer of andere digitale apparatuur van stroom te voorzien.
Er zijn onderbrekingen in het geluid of het geluid valt soms weg.
Er is geen geluid bij gebruik van een digitale ingang.
De instelling voor het blokkeerbereik is te smal.
• De afstandsbediening wordt onder een te schuine hoek naar het apparaat gehouden.
Met uitzondering van dit probleem tijdens normale gebruiksomstandigheden, is wegvallen van het geluid als gevolg van een te smal ingesteld blokkeerbereik geen onderdeel van de gegarandeerde werking. Verbreed het blokkeerbereik totdat het wegvallen van het geluid stopt (zie pagina 10).
Afhankelijk van de aangesloten apparatuur kan het geluid soms wegvallen wanneer de bemonstering-verhogingsfunctie wordt gebruikt om de bemonsteringsfrequentie te verhogen.
Zet de waarde voor de bemonstering-verhoging op LOW; als het geluid blijft wegvallen, kiest u de OFF instelling (zie pagina 9).
De digitale verbinding is verkeerd.
Controleer of de digitale verbinding juist is gemaakt.
Bij aansluiting op een CD-speler of andere apparatuur met een instelfunctie voor het digitale uitgangssignaal, is het mogelijk dat het digitale signaalniveau te laag is ingesteld.
Stel het digitale uitgangssignaal van de speler juist in.
Het digitale formaat van het uitgangsapparaat wordt niet ondersteund.
Als het uitgangsapparaat op een ander signaalformaat dan PCM (Dolby Digital, DTS enz.) is ingesteld, moet u de instelling op PCM zetten.
• Gebruik de afstandsbediening binnen 7 meter afstand van het apparaat en onder een hoek die kleiner is dan 30° naar rechts of links ten opzichte van de loodlijn op het apparaat.
• Verwijder het obstakel of verander de positie waar vandaan de afstandsbediening wordt gebruikt. • Het licht van een tl-lamp of een andere sterke • Verplaats de lamp of neem andere lichtbron valt op de afstandsbedieningssensor maatregelen waardoor het licht niet meer op van het apparaat. de sensor valt. • Er is een obstakel tussen de afstandsbediening en het apparaat.
Oplossing
Het apparaat wordt vanzelf uitgeschakeld.
Er is ruis hoorbaar, zelfs wanneer er geen ingang is gekozen.
12
Oorzaak
Oplossing
Sommige coaxiale en optische digitale kabels brengen het uitgangssignaal niet juist over.
• Statische elektriciteit en andere omgevingsfactoren kunnen een onstabiele werking van het apparaat veroorzaken. In een dergelijk geval kan het probleem vaak verholpen worden door de stekker uit het stopcontact te halen en hem er even later weer in te steken. Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, neemt u contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of met uw dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum.
Probleem
Oorzaak
Digitale ingangssignalen boven 96 kHz produceren geen geluid, of geluid met onderbrekingen.
Er is geen geluid bij gebruik van de USB-ingang.
• Op de computer is het verkeerde apparaat geselecteerd.
Controleer de computerinstellingen.
• Op de computer is de MUTE (dempen) instelling geselecteerd. • De verbindingen zijn niet juist. • De computer detecteert het apparaat niet.
• Als dit apparaat op de computer wordt aangesloten voordat het apparaat naar de USB-ingang is omgeschakeld, kunnen de geluidsinstellingen van de computer veranderen waardoor een ander apparaat wordt geselecteerd. Probeer in dit geval de instellingen te resetten naar dit apparaat. • Controleer de verbindingen.
Bestandsformaat, besturingssysteem of software wordt niet ondersteund.
Controleer het ondersteunde besturingssysteem, de software en de bemonsteringsfrequentie van het bestand.
Het vereiste stuurprogramma is niet op de computer geïnstalleerd.
Er kan een speciaal stuurprogramma op de computer vereist zijn. Raadpleeg de Pioneerwebsite voor verdere informatie.
De bemonsteringsfrequentie van de USB-ingang blijft altijd hetzelfde.
Afhankelijk van de computerinstellingen kunnen Controleer de computerinstellingen. zelfs bij het weergeven van bestanden met verschillende bemonsteringsfrequenties deze alle worden omgezet naar dezelfde frequentie wanneer ze worden uitgevoerd.
Er zijn niet-muzikale computergeluiden van de USB-ingang hoorbaar.
Afhankelijk van de computerinstellingen is het mogelijk dat de opstartsignalen en foutmeldingstonen van de computer via dit apparaat worden weergegeven.
Controleer de computerinstellingen.
Aanvullende informatie Probleem
Oorzaak
Bij gebruik van een andere bron dan de USB-ingang kunnen de muziekbestanden op de computer niet worden weergegeven.
Bij gebruik van een andere ingangsbron dan USB herkent de computer dit apparaat niet.
Bij gebruik van de USB-ingang kunnen hifi-muziekbestanden (bestanden hoger dan 48 kHz/24 bit en DSDbestanden) niet worden weergegeven.
Het vereiste stuurprogramma is niet op de computer geïnstalleerd.
Bij gebruik van de USB-ingang Het geluidsvolume voor het besturingssysteem is er geen geluid wanneer het of de softwareapplicatie is te laag ingesteld. afspelen op de computer wordt De audio-uitvoer voor het besturingssysteem is gestart. op MUTE (dempen) ingesteld.
Oplossing Schakel over naar de USB-ingang en gebruik de geluidsinstellingen van de computer om dit apparaat te selecteren.
Er kan een speciaal stuurprogramma op de computer vereist zijn. Raadpleeg de Pioneerwebsite voor verdere informatie.
Verhoog de volume-instelling. Controleer de computerinstellingen en zorg dat de MUTE instelling uitgeschakeld is.
Er zijn gelijktijdig meerdere applicaties geopend. Sluit alle applicaties die niet worden gebruikt. De instellingen voor de audio-uitvoer van het Selecteer “Pioneer USB D/A Converter” voor het besturingssysteem of de applicatie zijn niet juist geluidsapparaat. gemaakt.
Belangrijk
Voorzorgsmaatregelen Wanneer het apparaat wordt verplaatst Wanneer het apparaat wordt verplaatst, moet u op de STANDBY/ON toets op de afstandsbediening of op het voorpaneel van het apparaat drukken om het apparaat uit te schakelen. Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u gecontroleerd hebt of de spanningsindicator op het voorpaneel uit is. Nadat het netsnoer is losgemaakt, gaat u verder met het loskoppelen van alle aangesloten componenten en apparaten. Probeer niet om het apparaat te verplaatsen terwijl er nog snoeren met de aansluitingen zijn verbonden, want dit kan resulteren in beschadigingen.
Plaats van het apparaat • Kies een stabiele plaats uit dicht in de buurt van de andere apparatuur die met dit apparaat wordt gebruikt.
Regelmatige verzorging en onderhoud • Stof het apparaat regelmatig met een zachte, droge doek af. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kan een doek bevochtigd met een sopje van een mild reinigingsmiddel en water in de verhouding 1:6 worden gebruikt. Wring de doek goed uit en veeg het apparaat schoon. Veeg het apparaat daarna met een zachte, droge doek af. • Gebruik geen alcohol, witte spiritus, benzeen of andere vluchtige reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken en houd insecticiden uit de buurt, want hierdoor kunnen de opschriften of de afwerking worden beschadigd. De behuizing kan ook verkleuren of beschadigd raken bij langdurige blootstelling aan rubber of vinyl producten. • Voordat het apparaat met een chemisch-geïmpregneerde doek wordt schoongemaakt, dient u zorgvuldig de instructies te lezen die bij de doek worden geleverd. • Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u met het schoonmaken van het apparaat begint.
• Vermijd de volgende plaatsen: - Plaatsen in de volle zon
• Raadpleeg voor verdere informatie eveneens de installatie-aanwijzingen voor het stuurprogramma die op de Pioneer-website staan.
- Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of slechte ventilatie
•
- Plaatsen blootgesteld aan direct contact met water - Plaatsen blootgesteld aan extreme hitte of koude - Plaatsen blootgesteld aan trillingen - Plaatsen blootgesteld aan veel stof - Plaatsen blootgesteld aan vettige rook, stoom of hitte (bijv. in de keuken) Plaats nooit een voorwerp bovenop het apparaat Plaats nooit een voorwerp bovenop het apparaat. Voorkom dat zich hitte in het inwendige van het apparaat verzamelt Gebruik het apparaat niet wanneer dit op een hoogpolig tapijt of op een bed of bank staat, of wanneer het in doeken enz. is gewikkeld. Bij dergelijke omstandigheden kan de temperatuur in het inwendige van het apparaat zeer hoog oplopen wat kan resulteren in een defect of beschadiging. Vermijd warmte Plaats het apparaat niet bovenop een versterker of ander apparaat dat warmte afgeeft. Wanneer het apparaat in een rek wordt geplaatst, moet het onder de plank met versterkers worden gezet om te voorkomen dat de warmte van de versterkers de werking van het apparaat nadelig beïnvloed.
13
Aanvullende informatie Technische gegevens Lijnuitgang Uitgangsniveau RCA-aansluiting ..................................................... 2,4 V XLR-aansluiting ...................................................... 4,4 V Uitgangsimpedantie ................................................. 100 Ω Frequentiebereik ........................4 Hz tot 100 kHz (−3 dB) THV+N RCA-aansluiting .............................................. 0,0012 % XLR-aansluiting ............................................... 0,0007 % S/R-verhouding (A-weging) RCA-aansluiting ..................................................114 dB XLR-aansluiting ...................................................117 dB Dynamisch bereik 16 bit .......................................................................96 dB 24 bit, 32 bit .........................................................118 dB
Hoofdtelefoonuitgang Uitgang STD-aansluiting ..................180 mW + 180 mW (32 Ω) XLR-aansluiting ..................300 mW + 300 mW (32 Ω) Ondersteunde impedantie .........................16 Ω tot 600 Ω Frequentiebereik ..........................4 Hz tot 80 kHz (−3 dB) THV+N (uitgangsvermogen −3 dB) STD-aansluiting ................................................... 0,01 % XLR-aansluiting ................................................. 0,004 %
Digitale ingang Ingangsimpedantie COAXIAL ................................................................. 75 Ω AES/EBU ............................................................... 110 Ω USB-aansluiting ............Voldoet aan USB 2.0 (type B)
Diversen Stroomvoorziening ........................220 V tot 230 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz Stroomverbruik ...........................................................35 W Stroomverbruik (in stand-by modus) .....................0,27 W Buitenafmetingen (B x H x L) ..............................................296 mm x 101 mm x 271 mm Gewicht ...................................................................... 6,3 kg
Accessoires Afstandsbediening ................................................................ 1 AAA-type mangaanbatterijen ............................................... 2 Netsnoer CD-ROM (Handleiding) Snelstartgids Folder veiligheid Garantiebewijs
14
Opmerking • De technische gegevens en het ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • De firma- en productnamen die vermeld worden, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke eigenaars.
PIONEER HOME ELECTRONICS CORPORATION
1-1, Shin-ogura, Saiwai-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 212-0031, Japan
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. BOX 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
340 Ferrier Street, Unit 2, Markham, Ontario L3R 2Z5, Canada TEL: 1-877-283-5901, 905-479-4411
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium TEL: 03/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936 TEL: 65-6472-7555
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
5 Arco Lane, Heatherton, Victoria, 3202, Australia, TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO S.A. DE C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000 TEL: 55-9178-4270 K002_B3_En
© 2014 PIONEER HOME ELECTRONICS CORPORATION. Alle rechten voorbehouden.