een brug ligt over het algemeen over water. Water kan een hindernis zijn, waar U slechts via een brug overheen kunt komen. Ook een poort is een middel om over een hindernis heen te komen, namelijk een muur die twee ruimten van elkaar scheidt, en waarbij men slechts van de ene ruimte in de andere kan komen door de poort te openen. Maria is telkens dat middel dat de beide ruimten met elkaar verbindt: Zij geeft Hemelse schatten aan de aarde, en biedt mensen de mogelijkheid om in de Hemel te komen. Deze eigenschap toont aan hoezeer elke mensenziel Maria nodig heeft. 55. De Macht van Maria Ik heb met U een korte wandeling gemaakt doorheen de tuin van Maria’s heerlijkheden, een tuin vol bloemen van een wonderbare schoonheid en vruchten als bron van ware levenskracht. Deze tuin zouden wij kunnen beschouwen als de kern van het Rijk van Maria, de Koningin van Hemel en aarde. Deze bloemen en vruchten zijn de attributen van Haar macht. Maria’s macht kan onmogelijk overschat worden. Gebed 375 (Lofprijzing aan de Macht van Maria, Moeder van God) is een ware lofzang op Maria’s grenzeloze macht. Dit gebed is geschreven in een ware vervoering nadat mij een inwendige schouwing van de verrukkelijke schoonheid en grootheid van Maria was vergund. Daarom hoeft bijvoorbeeld deze openingsprijzing geen verwondering te wekken: “Aanschouw mijn kleinheid die zich in een voortdurende lofprijzing voor Uw voeten neerwerpt, want Uw zoete naam brengt leven en redding waar duisternis, verderf en nood dreigen”. Eén van de elementen uit dit gebed verwijst naar mijn vertrouwen dat Maria mij volkomen kan zuiveren indien ik mij helemaal aan Haar overgeef: “Wees geprezen, Hemelse Bloem, want onder Uw voeten worden mijn zonden en ondeugden tot stof”. Daarom ook “Wees geprezen, Hemelse Bloem, want ik heb mijn levensweg en mijn bestemming in Uw handen gelegd”, een uitspraak waarmee ik mijn overgave volkomen maak. De macht van Maria blijft min of meer ontastbaar en abstract zolang de beschouwing ervan in het ijle blijft hangen. Doch zodra U het op Uzelf betrekt en erkent dat Maria macht heeft over U, wordt deze macht absoluut, zoals in gebed 435 (Eed van Trouw aan de Heilige Maagd Maria): “Heilige Maagd Maria, Koningin van alle zielen, Ik heb mijzelf totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan U weggegeven, want Uw Liefde voor mij is volmaakt, en U hebt de macht om mij te redden en om al mijn offers en beproevingen, al mijn vreugden en lasten, al mijn gebeden en werken aan te wenden voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde”. Deze woorden geven uitdrukking aan het besef dat tot fundament kan worden voor een werkelijke toewijding aan Maria. Toewijding in de ware
zin van het woord is een verbond dat U sluit met Maria, waarbij U Uw hele wezen aan Haar weggeeft, U overgeeft aan Maria’s macht over Uw hele wezen. Op grond van de eigenschappen en functies van Maria zoals wij deze in dit hoofdstuk hebben kunnen beschouwen, zullen de redenen voor een dergelijke grote stap U wellicht niet vreemd meer lijken. In de meest extreme vorm komt dit besluit om mijzelf volmaakt aan Maria weg te geven, tot uiting in gebed 535 (Belijdenis van Zelfgave aan Maria). De verzuchting “Moge mijn leven een onophoudelijke getuigenis zijn van Uw macht” geeft gestalte aan het meest absolute vertrouwen in Maria’s vermogen om mijn leven leiding en richting te geven. Mijn geloof in Maria is totaal geworden, en in gebeden zoals het laatstgenoemde bereikt mijn toewijding aan Haar het stadium van de overgave die wellicht slechts bereikbaar is in de eenwording. Denk hierover na, deze woorden werpen reeds enig licht op de fundamenten van de “Hemelse Bruiloft”, waarmee ik U in dit boek wil laten kennismaken.
HOOFDSTUK 3 HOE MARIA BENADEREN? In de beide vorige hoofdstukken heb ik U meegenomen op een tocht doorheen een aantal fundamenten van ons christelijk geloof, de beschouwing van de voornaamste Mysteries waarop de enige en eeuwige Waarheid van God is gegrondvest, en een overzicht van de zo veelzijdige rol die Maria, de Moeder Gods, in Gods Heilsplan en ten aanzien van elke ziel afzonderlijk speelt. Vanaf dit hoofdstuk stel ik U meer persoonlijk aan Maria voor. Vanaf dit punt komt onze tocht door Maria’s Tuin op het terrein van de persoonlijke ontmoeting met Haar. Alles wat U vanaf dit punt over Maria zult leren, is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen met Maria waarmee “Myriam” begunstigd is geweest. Een leven met Maria kan vele vormen aannemen. Wat ik U vanaf nu zal vertellen, is het resultaat van wat Maria aan mijzelf heeft geleerd. Het is geen boekenwijsheid, het is kennis uit mijn persoonlijke ervaringen met de Heilige Maagd, die mijn leven grondig heeft veranderd. Maria’s schoonheid heeft mij in verrukking gebracht. Moge U in de resterende hoofdstukken van dit boek duidelijk worden hoe en waarom, en moge Haar schoonheid ook Uw ziel betoveren.
56. Wat is de ideale houding tegenover Maria? Wanneer U met Maria in aanraking wil komen, kunt U zich vooraf de vraag stellen, hoe U Haar kunt of moet benaderen. Welke houding moet U tegenover Haar aannemen, of anders gesteld: bestaat er een “ideale” houding? Ik kan U hiervoor geen pasklaar recept geven. Ikzelf heb mij deze vraag nooit gesteld. Ik sprak reeds als kind spontaan met Maria, letterlijk. Ik sprak met Haar zonder echt veel over Haar te weten. Maria was voor mij de Moeder van Jezus, en ook ikzelf noemde Haar “Moeder”. Maar opmerkelijk genoeg noemde ik Haar ook reeds sedert mijn prille kinderjaren “mijn Hemelse Meesteres”. Ik heb nooit bewust beseft waar ik deze woorden vandaan had, maar ik voelde Maria gewoon zo aan: Zij was mijn Moeder en mijn “Hemelse Meesteres”. Ik beschouwde Haar als iemand in de Hemel aan wie ik gehoorzaamheid en verantwoording voor al mijn daden verschuldigd was, die (onhoorbaar) in mij sprak en die voelbaar in mij aanwezig was. Elke avond vertelde ik Haar in stil gebed alles wat ik die dag had meegemaakt, zoals men met een mens zou spreken. Ik herinner mij dat die gesprekken vaak heel lang duurden, en dat ik tegenover Haar een houding aannam van zeer diepe eerbied maar tegelijkertijd gemoedelijkheid. Ik voelde mij in mijn gesprekken met Maria méér op mijn gemak dan met om het even welke mens, want aan niemand vertelde ik zoveel vertrouwelijkheden tot in de kleinste details. Toen ik daar later over ging nadenken, vond ik dat zelf onverklaarbaar. Niemand had mij geleerd om zo met Maria om te gaan. Hoe kwam ik dan tot een dergelijke ingesteldheid? Het lijkt niet gebruikelijk dat een kind vanaf de leeftijd van hooguit zes jaar tot Maria spreekt, zijn leven tot in de details met Haar deelt, en Haar beschouwt als een absolute “vertrouwenspersoon”, Moeder, Vriendin, Toevlucht, Troosteres en Meesteres tegelijk. Wat ik in feite toen reeds deed, zonder mij daarvan ook maar in het geringste bewust te zijn, was mij toewijden aan Maria, mijzelf helemaal aan Haar geven. Als kind van hooguit zes jaar, zonder enige diepgaande kennis over Maria, kan men alleen in een zo verregaande mate leven met Maria indien Zij zelf in het kinderhart Haar intrek heeft genomen. Ik heb steeds het gevoel gehad dat vele dingen mij rechtstreeks door Maria in het hart werden gelegd, want ik begreep dingen waarover een kind normaal gesproken niets weet, die het niet begrijpt, of waarover met een kind niet gesproken wordt. Ik voelde dingen aan, bijvoorbeeld in verband met het wezen van Maria en met de Passie van Jezus, die mij in een sfeer brachten die men in menselijke termen “zweven” zou kunnen noemen. Vele dingen brachten mij in vervoering, lieten mij wegdromen en legden in mij het gevoel alsof in
geestelijk leven oneindig veel méér op een Hemels wezen dan op een mens leek, en Zij straalde dit ook uit over Haar hele omgeving. Niemand kon met Maria in aanraking komen zonder op één of andere wijze door Haar uitstraling veranderd te worden. En toch sloot Zij de hele mensheid in Haar Hart, wat in de volle zin van het woord is bewezen onder het Kruis van Golgotha, waar Zij tot Moeder van alle mensen werd. Het zijn veelbetekenende woorden wanneer ik in gebed 131 (Gebed tot Maria, Brug tussen Hemel en Aarde) schrijf: “O Onbevlekt Hart, zinderend van liefde, God voorzag U als een onbegrensde Tempel van vuur die alle mensenzielen in zich zou bergen”. In ditzelfde gebed uit ik ook de volgende verzuchting: “Als een bliksem van liefdesvuur stort Uw Hart zich onophoudelijk over Uw kinderen uit. O Moeder, waarom ontbranden zij niet?”. Indien de wereld er niet beter op wordt, zal dit zeker niet aan een gebrek aan inspanningen vanwege Maria liggen, maar de mens sluit zichzelf af voor de Genaden die op hem neerregenen: “Als vruchtbaar makende regen zoeken Uw tranen van medeleven de harde bodem van stervende zielen opdat het zaad der bekering in hen zou ontkiemen, doch een rots drinkt geen water”. Vele zielen zijn inderdaad hard als steen geworden. Maria schuwt geen inspanning om ook de meest afgedwaalde zielen zacht te wennen aan een vernieuwde aanschouwing van het Licht, zoals in hetzelfde gebed 131 als volgt wordt gesteld: “Als een geestelijke Maan spreidt U de zachte mantel van Gods Licht uit over harten die geen zon meer vinden. Ogen die zich nog slechts aan de duisternis hebben gewend, en zij die verziekt zijn door de dwaallichten van deze wereld, vinden zalving in de aanschouwing van Uw glorievolle gloed. Door U zullen zij weldra weer het Licht van de Zon verdragen”. Het beeld van Maria als “Brug” komt in de slotzin van gebed 131 helemaal tot uiting: “O Brug tussen Hemel en aarde, bezaaid met alle heerlijkheden der eeuwigheid, over U kwam de Verlossing tot ons. Wek in alle harten het verlangen naar het veilige pad over de kolkende stroom die zielen verzwelgt, want wie Uw wegen gaat, vindt de hemelse redding”. Deze Brug is voorzien voor “verkeer in beide richtingen”. Dit wordt U duidelijk gemaakt in het volgende beeld uit gebed 431 (Smeekgebed tot Maria, Poort van de Hemel), waarin Maria als “Poort” wordt beschouwd: “Lieve Moeder Maria, Poort van de Hemel, door U straalt Gods Licht als een stroom van genaden in de zielen. Door U is God uit de Hemel neergedaald om ons te redden van de dood. Ik smeek U dat ik door U het Paradijs mag betreden om daar het Leven te erven dat Hij aan het Kruis voor ons heeft gekocht”. U ziet dat het beeld gelijkaardig is: Maria als “Brug” of als “Poort”. Zowel een brug als een poort verbinden twee ruimten of plaatsen met elkaar, en zij doen allebei dienst als overgangspunt dat in beide richtingen betreden kan worden. Zij vormen ook allebei een middel om over een hindernis heen te komen:
zielen in het verderf te storten, opdat de fundamenten van het beloofde Rijk van Christus op aarde zo veel mogelijk verzwakt zouden worden. Op ontelbare wijzen bestoken de krachten van het kwaad de zielen, ondermijnen het geloof en het vertrouwen in alle christelijke waarden. Maria is door God voorbestemd tot Koningin van de Eindtijd: Zij is de Vrouw die de kop van de Satan onder Haar voeten zal verpletteren. God heeft de uiteindelijke overwinning van het Licht beloofd, en deze zal bekroond worden met twee grote gebeurtenissen: de Triomf van het Onbevlekt Hart van Maria en de vestiging van het Rijk van Christus op aarde. In de slotaanroeping van gebed K5 (Kroontje tot Bespoediging van de Triomf van het Onbevlekt Hart van Maria) wordt de kern samengevat van datgene wat bij deze Triomf moet gebeuren: “O Maria, Koningin van Hemel en aarde, wreek nu de mensheid voor de erfzonde. Leg de satan onder Uw voeten, opdat het Rijk der Hemelen in alle zielen voltooid worde”. Maria’s eigenschap als “Koningin van de Eindtijd” heeft een heel bijzondere betekenis. Zij duidt aan dat God aan Maria heerschappij heeft gegeven over de zielen, en de macht van de definitieve overwinning over het kwaad. Zij toont eveneens aan dat Maria de drempel vormt naar het Rijk van Christus op aarde. In feite wordt hierin Haar rol als Middelares van alle Genaden extra bekroond. Deze eigenschap bevestigt tevens de realiteit van de Vereniging tussen de Harten van Jezus en Maria: niet alleen aan Jezus, doch ook aan Maria wordt de heerschappij in het Rijk Gods op aarde overgedragen. In dit nieuwe Rijk zal Jezus de ware Koning, en Maria de ware Koningin zijn. 54. Maria als Brug tussen Hemel en Aarde Maria vormt in vele opzichten de Brug tussen Hemel en aarde, de schakel die beide werkelijkheden met elkaar verbindt tot één geheel: het Rijk Gods. Zij is als een verbindingsdeur (vandaar ook Haar titel “Poort van de Hemel”). Het is alsof God heeft gewild dat alle uitwisselingen tussen de Hemel en de aarde via Maria zouden verlopen. Dit komt goed tot uiting in Haar functies als Voorspreekster, Middelares, Gids en Heiligmaakster, Medeverlosseres, Koningin van de Eindtijd, en zeker in deze als Moeder van alle mensen. De betekenis van deze schakelfunctie komt onder meer tot uiting in volgende woorden uit gebed 104 (Gebed tot Maria, Voorspreekster bij God): “Hemelse Brug tussen onze vergankelijke zwakheid en de eeuwige Barmhartigheid. Hoezeer zalven de uitstortingen van Uw brandend Moederhart Gods oor wanneer de zonden der wereld ten hemel schreeuwen”. Maria is van meet af aan onmetelijk verheven geweest. Zij leidde een sterk vergeestelijkt leven. De heilige Montfort noemde Haar zonder meer “de Goddelijke Maria” omdat Zij zodanig verheerlijkt en volmaakt heilig was dat Zij in Haar
mijn hartje een vuur brandde dat mij van de wereld weghaalde. Later, veel later, toen ik mij werkelijk formeel aan Maria heb toegewijd, heb ik met een schok begrepen dat dit alles de voortekenen waren van een roeping door Maria. De wereld heeft er alles aan gedaan om de effecten van die roeping teniet te doen, doch Maria heeft mij overwonnen, voorgoed. Voor mij is de ideale relatie tot Maria nog steeds deze waarin een harmonie bestaat tussen het besef van kleinheid en onderworpenheid (Maria als Meesteres) en een gevoel van geborgenheid, liefde en nauwe gehechtheid (Maria als Moeder). Ik voel mij dienaar en kind tegelijk. Zo ontstaat ook nu nog in mijn gesprekken met Maria een band van gemoedelijkheid en tegelijkertijd diepe eerbied, een "opkijken naar" in liefde. Zo spreek ik met Maria als tot een zeer goede bekende (als het ware een boezemvriendin), maar met behoud van de regels van de etiquette. Maria is voor mij Moeder en Koningin tegelijk, nooit alleen het ene óf het andere. Maar door Haar als Moeder aan te spreken, schep ik in mij de nodige rust en vertrouwen om zonder enige remming mijn hart totaal voor Haar te openen. Ik heb het gevoel dat Zij daar bijzonder van houdt. Ik weet dat elke roeping individueel is, het is steeds een zaak die zich strikt persoonlijk tussen de Hemel en de ziel afspeelt. Daarom moeten wij ervan uitgaan dat Maria een ziel op vele verschillende wijzen tot zich kan roepen. Hoe U Haar benadert, hangt derhalve in hoge mate af van datgene wat U zelf in Uw hart voelt. Jezus zei ooit tot Zijn apostelen: “niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u”. Zo is het ook in Uw toenadering tot Maria: ik ben ervan overtuigd dat U alleen de behoefte zult voelen om tot Haar te gaan wanneer Zij U daartoe roept. Ik moet bij deze uitspraak nochtans één kanttekening maken: tot Maria gaan om iets te vragen, kan iedereen vroeg of laat doen, doch tot Haar gaan omdat men daar waarlijk behoefte toe voelt, met enigszins diepere gevoelens in het hart, is ongetwijfeld een antwoord op de roepstem die Zij in het hart laat horen. Wanneer U tot Maria wilt naderen omdat U daar een ondefinieerbare behoefte toe voelt, zal dit er over het algemeen op wijzen dat Uw hart de roep van Haar Liefde heeft opgevangen en dat de Genade in U aan het werk is. Dan is het ogenblik aangebroken om Uw hart volledig te openen en te trachten, de liefde aan te voelen. 57. Vereisten om tot Maria te naderen Het spreekt vanzelf dat Maria geen “eisen” aan U stelt. Ieder mens is Haar kind, en Zij aanvaardt zonder meer elke oprechte poging van ieder mens om tot Haar te naderen. Maria is Koningin, en Haar macht en schoonheid overtreffen alles op aarde, doch Zij stelt zich tegenover de mens niet op als een Koningin, doch als een tedere Moeder die slechts
wil dienen, helpen en troosten. Haar macht is geen scepter, maar Liefde. Niettemin zijn er enkele regels die het contact met Haar kunnen vergemakkelijken. Ziehier de voornaamste, zoals ik zelf deze steeds heb ervaren: 1) Zoek de stilte op. Het is niet gemakkelijk om tot een diep contact met Maria te komen in een atmosfeer van drukte en lawaai. Een rumoerige omgeving ademt over het algemeen een atmosfeer die Uw hart in zekere mate afsluit, en gaat ook vaak gepaard met “geladen” gevoelens die het moeilijker maken om “van de wereld los te komen”. Het is zeker behulpzaam, U voor gebed of een gesprek met Maria terug te trekken in een eigen persoonlijk kamertje of in een andere rustige omgeving (zelfs een wandeling in de wijde natuur kan zeer gunstig zijn). 2) Betracht innerlijke rust, blijmoedigheid en ontspanning. Wanneer U gespannen bent, is Uw hart gesloten. Echt contact met de Hemel komt echter niet tot stand via de geest doch via het hart. Religieuze contacten hebben steeds te maken met gevoelens, niet met gedachten. Hoe minder U denkt, hoe beter. Het zijn Uw gevoelens die ontwikkeld moeten worden, niet Uw vermogen tot nadenken of redeneren. Hoe beter U erin slaagt, Uw verstand “op nul te zetten”, des te sneller zult U vorderingen maken in het waarlijk aanvoelen van Maria’s aanwezigheid. Gedachten maken gemakkelijk onrustig omdat ze doorgaans doorweven zijn van wereldse dingen (ervaringen, herinneringen, wensen, situaties, personen enz.). Elke vorm van onrust of spanning kan een krachtige hinderpaal zijn. Een ziel die geroepen is tot mystiek contact met Maria, ervaart elke vorm van onrust of gespannenheid als een slot dat het kanaal afsluit. Elke ingeving wordt dan stopgezet tot het kanaal opnieuw zuiver is, en daartoe is innerlijke vrede en vreugde, blijmoedigheid en overgave nodig. Hoe meer Uw gemoedsgesteldheid de toestand van stille gelukzaligheid benadert, des te zuiverder en intenser kan het contact met Maria worden. Bij een ziel die tot de mystieke weg is geroepen, worden deze gesteldheden in voortschrijdende mate ontwikkeld, tot zij een punt bereikt waarop het “kanaal” zich opent als door het omdraaien van een knop. Dat is wat Maria bij “Myriam” heeft bewerkt. Maria is een Hemelse ziel, en manifesteert zich slechts in een rustige sfeer. In gebed 317 (Gebed tot Maria, Bloesem van mijn Ziel) wordt iets verduidelijkt van wat ik in dit puntje bedoel: “Maak mij toch stil, o Moeder, open mijn ziel voor Uw verzuchtingen. Zij beroeren mijn hart als bloemengeur op een lentebries, want U hebt gewild dat Gods Woord in mij zou ontkiemen als zaad van eeuwig Leven”.
Wedergeboorte uit Maria) verzuchten: “Geprezen zij de honing van Uw Liefde, die zozeer betracht om zich met het parfum van de ziel te vermengen tot een nectar van heiligheid”. Maria is voorbestemd om heiligen te baren. In gebed 365 (Gebed tot Maria, Luister van de Eeuwige Dageraad) komt dit tot uiting door de woorden “Tot het einde der tijden zal Uw schoot lichten baren, want onafgebroken voedt Gods Geest U met het zaad van de bloemen der heiligen die voorbestemd zijn om de Tuinen van het Eeuwig Rijk te sieren”. Deze stelling hoeft geen verbazing te wekken. Toen Jezus vanop het Kruis Maria tot Moeder van alle mensen aanstelde, kreeg Zij daarmee de leiding over de hele mensheid in alle komende eeuwen. Jezus is slechts Mens geworden om de mensheid te verlossen uit de greep van het kwaad, dat de Hemel voor de zielen had gesloten omdat het onevenwicht tussen Gods Wet en de staat van Genade van de mensheid als geheel te groot was geworden. Wie de onderrichtingen van Jezus tot het uiterste volgt, wordt geheiligd. Het Verlossende Lijden van Jezus heeft als uiteindelijke bedoeling gehad: de heiliging van de mens. Het proces van heiliging is een tocht over een pad dat niet over rozen gaat. Om die tocht tot een goed einde te brengen, moet het vuur in het hart brandend blijven. Daarom vraag ik Maria in gebed 254 (Akte van Afhankelijkheid jegens Maria): “Houd het vuur in mijn hart brandend, want ik kan het niet beschermen tegen de winden van de dwaling noch tegen de regens van het kwaad”. 53. Maria als Koningin van de Eindtijd In feite is de “eindtijd” het tijdperk dat ingeluid is met de komst van de Messias op aarde. In deze brede zin is dit het tijdperk van de bevrijding der zielen uit de verwoestende invloed van de zonde: na de erfzonde was de mensheid verbannen, in die zin dat de toegang tot de Hemel de mens voortaan was ontzegd. Met de Kruisdood van Jezus, de Messias, brak het tijdperk van de bevrijding aan: de heropening van de Hemel en de voorbereiding van het Rijk Gods op aarde. Voortaan was de eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel opnieuw toegankelijk voor elke ziel die in Gods welbehagen zou leven (in deugdzaamheid, overeenkomstig Gods Wet, dus in heiligheid en in navolging van de Leer van Jezus Christus). Dit nieuwe tijdperk, het tijdperk van het Nieuw Verbond, heet “de eindtijd”. In de enge zin van het woord betekent “eindtijd” echter de laatste tijd die voorafgaat aan de beloofde Wederkomst van Jezus Christus op aarde. De eindtijd is gekenmerkt door een hevige opflakkering van het kwaad in alle mogelijke vormen. Hoe meer de Wederkomst van Jezus naderbij komt, des te driester worden de aanvallen van het kwaad, dat pogingen onderneemt om zo veel mogelijk
erken als de draagster van alle macht en wijsheid om mij te leiden. Het verlangen naar Maria als eeuwige Gezellin op mijn levensweg spreekt ook uit de volgende woorden uit gebed 440 (Aanroeping van Verlangen naar Eenheid met Maria): “Spreek toch in mij elk ogenblik van de dag, U weet dat ik slechts naar Uw stem luister. Uw woorden zijn parels van Hemelse Liefde, zuivere rozen langs de weg naar het Eeuwig Rijk van God”. Ik zou de kerngedachte van deze woorden ook zo kunnen formuleren: de levensweg is bezaaid met doornen, Maria’s aanwezigheid is de roos die de doornen laat vergeten en de hindernissen langsheen de weg de moeite waard maakt. Ik heb Maria als Gids zo-even nog vergeleken met de maan. De maan is het grote lichtpunt in de duisternis. Een volle maan in al haar glorie kan ook midden in de nacht een weg laten baden in het licht. In gebed 246 (Toewijding van mijn Aardse Reis) komt dit beeld terug: “O Maria, Maan vervuld van het Licht dat de nacht beschaamt, Ingewijde in de Mysteries der Bestemming, door U werd de Weg op deze wereld gelegd. De handen, voeten en ogen zijn onder Uw heerschappij gesteld. Vreugde van mijn hart, stem van mijn geest en kracht van mijn ziel, wees mijn Gids op de Weg naar het Eeuwig Heil, opdat mijn aardse reis U volmaakt zou toebehoren”. In deze woorden ligt alle verlangen van mijn hart, omkranst in de verzuchtingen van een ziel die is begenadigd met de wetenschap dat eenheid met Maria op de levensweg een waarborg is voor een behouden thuiskomst in het Eeuwig Rijk. Uiteindelijk berust mijn verlangen naar overgave aan Maria als Leidster en Gids op het vertrouwen dat Zij mij heilig zal maken, want wie Maria volgt, wordt doorheen de Tuin van Haar deugden geleid, en de hellingen op zijn weg zullen de trappen naar de volmaaktheid zijn. Heilig worden, behoort het uiteindelijk doel van elke christen te zijn. Paus Johannes-Paulus II zei reeds op 13 mei 1982: "In Maria voltrekt zich voortdurend eerherstel voor de zonden van de wereld. Onophoudelijk is Zij de oorsprong van nieuw leven en nieuwe heiligheid". Vele heiligen hebben gewezen op Maria’s relatie en samenwerking met de Heilige Geest, de Heiligmaker. Zo schrijf ik in gebed 235 (Smeekgebed tot Maria om Heiliging): “U draagt het zaad van de Heilige Geest. Maak van mijn ziel een tuin waarin slechts bloemen van heiligheid bloeien”, en in gebed 247 (Aanroeping van Overgave aan Maria): “Maak heilig als een engel de ziel die naar de wierook van Uw nabijheid snakt als naar de adem van leven”. Dit beeld wil ik overdragen op dat van de levensweg met Maria als Leidster en Gids: Zij is ook de lucht die ik op mijn levensweg adem. De geur van Haar volmaakte heiligheid moet de adem van mijn leven zijn, geen andere lucht mag nog mijn ziel raken, want alleen Haar volmaakte eenheid met mij kan mijn ziel volkomen tegen verstikking beschermen. Maria heiligt de ziel in de eerste plaats in de kracht van Haar onmetelijke Liefde. Zo kan ik in gebed 256 (Gebed om
3) Treed vόόr Maria met een oprecht hart, in volledige oprechtheid. Wees Uzelf. U kunt Maria geen rad voor ogen draaien, want Zij kent U door en door. Zij heeft van God absolute kennis en wijsheid ontvangen, en kent al Uw gedachten, gevoelens en wensen. Het is niet omdat de bedelaar zich in koningskleren hult dat hij daarom rijker wordt naar de ziel. Voor Maria's en Gods Aanschijn heeft het geen zin, te doen alsof. Voor moeder mag het kind dan in zondags maatpak verschijnen, zij heeft het gezien in al zijn of haar kleinheid, ongekleed en hulpeloos. Voor mijn Hemelse Moeder speel ik geen komedie. Ik verschijn voor Haar als een klein kind. Bij Haar kan, mag, ja moet ik mijzelf zijn. Dat is reeds de basisvereiste voor een contact met Uw medemens, dus zeker ook wanneer U tot Maria gaat. Spreek open met Haar, leg Uw hart voor Haar open. Zij weet alles wat in Uw hart leeft, doch het verblijdt Haar wanneer U niettemin alles uitspreekt, want daardoor geeft U te kennen dat U wil dat Uw Hemelse Moeder alles van U weet. Dat schept een band van totaal en onvoorwaardelijk vertrouwen. Ik vind het persoonlijk zeer belangrijk, geen enkele geheim voor Maria te hebben. Wees bij Maria ook niet gekunsteld, maar steeds spontaan. 4) Maak Uzelf klein. Wees nederig en als een kind. Houd er steeds rekening mee wanneer U tot Maria nadert (contact met Haar zoekt), dat U dan in contact komt met een ziel die zo hoog verheven is dat Zij slechts God zelf boven zich heeft. Wees in Uw gesprekken met Maria steeds eerbiedig, nederig en teder. Besef dat een contact met Maria een Genade is: tot Haar naderen is reeds een Genade, omdat Uw verlangen om dat te doen, betekent dat God “iets” in Uw hart heeft gelegd, en wanneer Uw toenadering door Haar beantwoord wordt, is de Genade nog veel groter. Maar ik zeg U met klem: verwacht geen diep contact met Maria zolang in U hoogmoed leeft. Ik zal U het meest extreme geval voor ogen stellen om U heel duidelijk te maken hoe het werkt: Wilt U een intens verenigingsleven met Maria, maak dan Uzelf tot stof voor Haar voeten, behoor Haar volkomen toe, maak Uzelf tot Haar bezit en eigendom, en Zij zal zich op Haar beurt volledig aan U geven. In de extreme vorm is deze uitwisseling de basis van de mystiek. Dit is een vorm van contact die U niet uit Uzelf tot stand kunt brengen: mystiek wordt U gegeven, met een bepaalde bedoeling. Deze uiterste vorm van contact kan leiden tot een “Hemelse Bruiloft, een leven met en in Maria”, om met de titel van dit boek te spreken. Wees ervan overtuigd dat één van de voornaamste vereisten voor een leven in vereniging met Maria de nederigheid is. Een hart waarin hoogmoed leeft, kan geen woning voor Maria zijn. Zij was toonbeeld van nederigheid. Ik voel het daarom als mijn plicht, U te waarschuwen
voor mensen die zich uitgeven voor instrument van Maria (of van Jezus) maar die in hun levenswandel blijk geven van een gebrek aan nederigheid. Een ziel waarin Maria spreekt en leeft, voelt zich steeds méér een kind, klein en teer, want zij weet heel goed dat Maria haar ware kracht is, en dat haar bijzondere gaven van Haar komen. Deze ziel voelt zich dienaar, zowel van de mensen als van Maria (en God). Wanneer een ziel zich roemt op haar eigen prestaties, is zij niet waardig om Maria, de Koningin van de nederigheid, in zich te ontvangen. Welnu, deze ingesteldheid moet U reeds tot de Uwe maken vanaf Uw eerste toenaderingen tot Maria. Zij zal U naar hogere trappen van volmaaktheid voeren naarmate U in staat bent om Uzelf meer en meer weg te cijferen, en wanneer U bereid wordt, Uzelf tot slaaf van Maria te maken, zal Zij U verheffen. Deze woorden kunnen U nu nog als zeer extreem voorkomen, doch naarmate U verder leest, zult U mij beter begrijpen. 58. Contact met Maria als wisselwerking Wanneer U Uw hart in die mate voor Maria hebt opengesteld dat U het contact met Haar werkelijk begint aan te voelen, met andere woorden dat het geen automatisch gebeuren doch een gevoelsgeladen aanraking is geworden, kan U duidelijk beginnen te worden dat echt contact op een wisselwerking berust. Als Maria dit echt wil, kan Zij U leren voelen dat er een overvloeiing op gang komt tussen Haar geest en de Uwe, tussen Haar Hart en het Uwe, en zelfs (zelden, en dit slechts in een meer gevorderd stadium van mystieke ontwikkeling) tussen Haar “lichaam” en het Uwe. Met dit laatste bedoel ik, dat U in Uw lichaam gevoelens kunt krijgen die ook in het Hare hebben geleefd toen Zij nog een lichaam van vlees en bloed bezat, of gevoelens via dewelke Zij U welbepaalde gesteldheden wil laten ervaren. Van deze overvloeiing zal niet iedereen zich bewust worden, want deze gevoelens bevinden zich reeds op het terrein van de mystiek. Een uiting ervan zijn bepaalde pijnen of ongemakken in het lichaam, bepaalde lichamelijke verschijnselen die zich bijvoorbeeld manifesteren op feestdagen van Maria, tijdens de Goede Week enz. Ik zal hier vooral in hoofdstuk 15 nog wel op terugkomen. De overvloeiing tussen Maria’s geest en de mijne, manifesteert zich in ingevingen (bijvoorbeeld adviezen) en beelden (visioenen, en inwendig schouwen in verband met bepaalde problemen). De overvloeiing tussen Maria’s Hart en het mijne is voor mij de meest mysterieuze vorm van contact, en zeker ook deze welke het moeilijkst onder woorden te brengen is. De eerste ervaringen die ikzelf in dat verband had, waren deze van de tranen die onverwacht en onvoorspelbaar kwamen. Doorgaans was er dat zeer plotselinge gevoel
zijn volmaakt. De weg van Uw leven is geen rechtlijnig traject, het is een bochtig, heuvelachtig pad met ontelbare wegsplitsingen en kruispunten. Geen mens bezit de wijsheid om bij elke van die kruisingen en splitsingen automatisch de juiste beslissing te nemen, noch de kracht om alle heuvels te bestijgen zonder vroeg of laat buiten adem te raken. Dat zijn de ogenblikken (en ze kunnen talrijk zijn!) waarop men op Maria moet steunen. Zij kent de weg, Zij weet precies waar hij heen leidt en hoe Haar kind zijn krachten moet doseren om hem in de beste omstandigheden tot een goed einde te brengen, en Zij is een onuitputtelijke bron van heilige kracht. De wereld is vol dwaallichten, doch deze zijn de ziel niet tot nut wanneer de nacht haar verduistert (tegenslagen, beproevingen, depressie, vertwijfeling, wanhoop, ziekte…). Het ware Licht van God dat de ziel voedt, straalt wel uit Maria, indien U Haar toestaat, U in alles te leiden, zoals wordt verwoord in deze uitspraak uit gebed 296 (Dankgebed tot Maria, Middelares en Voorspreekster): “Heb dank, o Redster uit alle nood, leidende Ster op de duistere wegen naar de Dageraad van het Hemelse Rijk”: Maria als Licht naar het Rijk van het Licht. Zij is de ster die het duister van de wereldse onzekerheden en twijfels doet wijken en nieuwe wegen verlicht. De wereldse duisternis belemmert ons het zicht en maakt ons blind voor het kind diep in onze ziel. Maar wij kunnen opnieuw kind worden van de Moeder van het Licht, en die houding van nietigheid zal onze ziel doen groeien: wij kunnen dan herbeginnen en ècht "volwassen" worden, niet meer naar wereldse maatstaven maar volgens Gods wetten. Maria als Leidster aanvaarden, is aanvaarden dat Zij de macht heeft om U te leiden, U aan te voeren, Uw meerdere te zijn. Daaruit vloeit automatisch voort dat U Haar ook aanvaardt als Uw Gids op Uw levensweg, als diegene die het beter weet dan Uzelf. Maria is trouwens de Moeder van Jezus, “de Weg, de Waarheid en het Leven”. Zij is ons reeds tot Gids gegeven door Jezus Zelf, zoals wordt gesteld in gebed 314 (Gebed tot Maria, Gods Maan in de Nacht): “in de verblindende gloed van het Liefdesoffer van Calvarie werd Uw Onbevlekt Hart ons gegeven tot Gids in alle duisternis”. In gebed 436 (Aanroeping om Totale Leiding door het Onbevlekt Hart van Maria) gaat de overgave aan Maria als Leidster en Gids tot het absolute uiterste van de versmelting met Haar: “O wees het licht voor mijn ogen, de stem voor mijn oren, het woord voor mijn mond en de kracht voor mijn handen. Wees mijn hartenklop, het sap van al mijn gedachten en het vuur van mijn ziel, want U kent de Weg, in U is de Waarheid, en uit U is het Leven geboren. Wees daarom de ziel van al mijn doen en laten, dan zal de Weg ook mij gegeven zijn, zal de Waarheid in mij geboren worden, en zal ik het Leven erven”. Uit deze woorden spreekt een absoluut vertrouwen en een diep verlangen naar de uiterste overgave van elk detail van mijn levensweg aan Haar die ik
verzwakt of verdwijnt waar het licht aangestoken wordt. Maria is een grote bron van kracht tegen het kwaad: Zij bracht de Liefde voort (Jezus), en zoals in gebed 75 (Gebed tot Maria, Koningin van de Hoop) wordt gesteld: deze "zaaide nieuwe hoop als tarwe tussen de distels, opdat geen ziel die Haar in zich opneemt, zou verhongeren". Jezus is hier de zaaier, die op het Kruis het Brood van Eeuwig Leven wordt. Omdat Maria als een Kelk Jezus heeft gedragen, vraag ik Haar in gebed 75 dat Zij ook mij zou willen dragen "waar distels mij de tarwe ontoegankelijk maken, want mijn ziel hongert zo naar de eeuwigheid". Ik wil het eeuwig leven bereiken, maar de tarwe (het Brood van Eeuwig Leven, het voedsel voor mijn ziel) is slechts bereikbaar wanneer ik distels trotseer. De distels zijn al die verleidingen, uitingen en instrumenten van het kwaad die ons levenspad zo moeilijk begaanbaar maken. Daarom wil ik mij door Maria naar de tarwe laten dragen. Wanneer ik over distels gedragen word, kan ik nog wel verwond raken, doch mijn voeten blijven gespaard, zodat ik niet genoodzaakt zal zijn om de tocht stop te zetten. Voor de mens is de strijd tegen het kwaad krachtenslopend. Het kwaad loert elke dag bij duizend gelegenheden. De beste verdediging bestaat hierin, dat U alles in Maria’s handen legt. Jezus zei ooit “Een biddend mens is sterker dan een leger duivels”. Bedenk dat Maria de schrik der duivelen is. Haar woorden doen de hel beven. U kunt zich afvragen hoe het dan komt, wanneer Maria zo machtig is tegen het kwaad, dat de wereld niettemin ten prooi blijft aan de zonde? Ik kom hier in de hoofdstukken 11 en 12 uitgebreid op terug. Laat ik nu alvast zeggen dat de wil van de mens om te blijven zondigen aan de basis ligt van de heerschappij van het kwaad. Maria bezit de macht om de duivel in een oogwenk en totaal te vernietigen, doch de mensheid zelf weerhoudt Haar ervan, deze stap te zetten. 52. Maria als Leidster, Gids en Heiligmaakster In gebed 436 (Aanroeping om Totale Leiding door het Onbevlekt Hart van Maria) schrijf ik: “Opdat mijn leven God welgevallig moge zijn, en ik niet zou dwalen op de weg die Zijn Wijsheid voor mij heeft voorzien, smeek ik U om de genade dat al mijn schreden volkomen door U geleid zouden worden”. In deze woorden schuilt een levenshouding op zich: Maria als Leidster. Ik heb mijzelf en mijn hele leven in Maria’s handen gelegd, en verwacht dat Zij al mijn schreden leidt, mij voorgaat op mijn levensweg. Zo wordt mijn weg door de aanraking van Haar voeten geheiligd, en hoef ik slechts te volgen. Maria volgen, betekent bij voorbaat alle dwaling geen kans meer geven, want Zij brengt elke mens die Haar volgt bij Jezus. Maria volgen, betekent tevens leven in volkomen harmonie met Gods verwachtingen, want Maria’s beslissingen
van een hevig oplaaiend vuur in het midden van de borst, dat zeer snel bijna onhoudbaar werd en tot heel intense vervoeringen met tranen aanleiding gaf. Naast deze ervaringen zijn geleidelijk aan nog vele andere gekomen. Het meest kenmerkende van al deze ervaringen is de vaststelling dat “mijn hart mij niet meer toebehoort”, dat heel plots gevoelens opwellen die duidelijk “van buiten mij afkomstig zijn”. Deze ervaringen gaan gepaard met zeer diepe religieuze belevingen, een intens verlangen naar de Hemel, en vooral een verschroeiend liefdesvuur. Het gevolg is steeds een heel intense “uitwisseling van gevoelens” (zo voelt het aan): het is alsof ik alles uit mijn hart pers terwijl ik in ontboezemingen van liefde die ik zelf niet kan bevatten, mijn hele wezen aan Maria’s voeten leg in vurige verheerlijking en in zelfgave voor het heil der zielen, en terwijl ik het gevoel heb alsof Maria op Haar beurt een allesverterend vuur in mij legt. Over het algemeen zie ik tijdens deze belevingen Maria voor mijn inwendig oog (Zij vertoont zich in inwendige beelden die kunnen variëren van korte flitsen tot lang aanhoudende visioenen waarin zelfs hele reeksen van handelingen aan mij getoond worden). De energie die deze stroom voedt, is brandende liefde, die ik in bepaalde gevallen als in ware vlammen uit Maria’s Hart naar mijn eigen hart zie schieten. Ik schets U deze ervaringen nu reeds kort om U duidelijk te maken wat ik bedoel met “contact als wisselwerking”, maar wijs er met klem op dat dergelijke ervaringen zich op het terrein van de mystiek situeren. In hoofdstuk 15 kom ik daar uitgebreid op terug. Ik zal het er verder nog met U over hebben: de mystiek is een weg waartoe een ziel geroepen kan worden, doch die verhoudingsgewijs heel zelden voorkomt. Waarom? Omdat het slechts één van de paden is langs dewelke God Uw levensweg kan leiden, en wel een pad dat slechts voor Uw voeten wordt geschoven wanneer voor U een bepaalde taak wordt voorzien die rechtstreeks te maken heeft met de uitbouw van het Rijk Gods op aarde. Het is een weg van uitersten: wondermooie contacten met de Hemelse realiteit, doch ook een zeer grote verantwoordelijkheid voor zielen en daardoor zeer zware beproevingen. Een voorbeeld voor de betrachting van een dergelijke wisselwerking vormt gebed 4 (Betuiging van Overgave aan Maria), waarin ik Maria smeek dat mijn bewustzijn geheel in Haar zou mogen opgaan. Met andere woorden, ik wil mij door Maria laten doordrenken zoals een spons water in zich opneemt, op een zodanig absolute wijze dat niets of niemand anders dan Maria meer in mijn geest een plaats krijgt. Dan vraag ik Haar, mijn ego en mijn wil weg te nemen: ik word tot niets, ik besta nog slechts bij Haar gratie, en alleen Haar wil (die automatisch deze van God is) telt nog. Alleen in het besef van mijn nietigheid, het aan-Maria-overgeleverdzijn, kan ik Haar apostel worden. Dat betekent, in alle omstandigheden, altijd en overal klaar zijn om Haar werk te doen. Zij zal mij laten voelen
waar Zij mij wil hebben. Ik nodig Haar dus uit om mij te roepen, om mij Haar (Gods) wil te laten kennen. Deze totale overgave is een ultieme blijk van vertrouwen, en dus een ultieme verheerlijking van Maria, en via Haar van God. Het is geen toeval dat deze verzuchtingen het voorwerp uitmaken van één van de eerste gebeden die mij ooit geïnspireerd zijn: de gesteldheid die hierin tot uiting komt, vormde van meet af aan de basis voor de relatie waartoe Maria mij heeft geroepen, namelijk een “elkaar wederzijds totaal toebehoren”. Vanaf de roeping die ik ontving om mij totaal aan Maria toe te wijden, voelde ik het brandend verlangen om Haar met hart en ziel, met geest en lichaam toe te behoren, en tegelijkertijd voelde ik van Maria uit een neiging om Zich ook volkomen aan mij te geven: het begin van een relatie die steeds heeft berust op een ononderbroken wisselwerking van gedachten, gevoelens, verlangens en woorden (en, ja, zelfs daden). 59. Factoren die toenadering tot Maria kunnen belemmeren Wat kan een mens afremmen om naar Maria te gaan? Uiteraard in de eerste plaats, een gebrek aan geloof en vertrouwen in Haar. Maar ook als dit geloof en vertrouwen er wel degelijk zijn, kan men zich geremd voelen om Maria te benaderen. In het eerste geval wordt de reden voor de remming toegeschreven aan Maria zelf: men twijfelt of Zij wel iets kan doen. In het laatste geval ligt de reden eerder bij zichzelf. Men kan zich bijvoorbeeld sterk geremd voelen door een gevoel van eigen onvermogen. Dat is wat tot uiting komt in gebed 281 (Akte van Vertrouwen in Maria, Troosteres van de Bedroefden) met de woorden: “Hoe kan ik tot U komen, mijn ziel wankelt over de stenen op mijn pad. Hoe kan ik tot U spreken, mijn mond vindt geen heilige woorden voor wat mijn hart beroert. Hoe kan ik U aanschouwen met ogen die tussen de doornen geen rozen meer vinden”. Deze woorden geven gestalte aan een gesteldheid van het hart van een mens die het gevoel heeft dat hij te zwak en te onzuiver is om tot Maria te naderen, en daardoor radeloos of ontroostbaar wordt. Een ander remmend element kan zijn: een besef van zondigheid, waarbij men Maria niet durft aan te spreken uit vrees dat Zij, die de Koningin van de zuiverheid is, onmogelijk kan luisteren naar iemand die zonden heeft bedreven. Dit is onterecht. God is Liefde en barmhartigheid, en steeds in de eerste plaats klaar voor vergeving aan de zondaars. Maria is de Gezante van God, en als dusdanig met deze zelfde eigenschappen bekleed. Men kan ook geremd worden door schaamte. In dit geval ligt het besef van de eigen kleinheid of het berouw over eigen misstappen aan de basis van de “drempelvrees” om tot Maria te gaan. Het berouw en het besef van eigen kleinheid zijn echter precies de voornaamste voorwaarden voor een geslaagd contact. Niets opent
51. Maria als Boegbeeld in de Strijd tegen het Kwaad Maria is Diegene die "de kop van Satan zal verpletteren", de Aanvoerster van de Hemelse Legerscharen. Door Haar Onbevlekte Ontvangenis is Zij het enige menselijke wezen geweest dat Haar hele leven heeft geleid in een volmaakte staat van heiligheid, volkomen immuun tegen alle zonde. Door Haar jawoord aan de Aartsengel Gabriël is onze Verlossing begonnen. Dit kan ook worden beschouwd als één van de redenen waarom Maria de "Poort van de Hemel" wordt genoemd. Maria's voeten leiden Haar over pijnlijke wegen, het puin dat wij Haar voor de voeten hebben gegooid door onze zonden en dwalingen, onze eigenwaan waardoor wij de duivel sterk maken. Daardoor is Zij de eeuwige Moeder van Smarten. Maar diezelfde voeten staan klaar om de duivel te verstikken, met verwijzing naar de beeltenis van Maria die de slang (Satan) onder Haar voeten vertrapt als symbool voor totale onderwerping. Het is een groot symbool dat uitgerekend Maria, de Moeder van de mensheid die zo door de duivel wordt belaagd en door hem in slavernij wordt gehouden, deze uiting van totale macht zal stellen. Dit wordt uitgebeeld in deze woorden uit gebed 220 (Smeekgebed tot Maria, Toevlucht der Zondaars): “O Schrik der duivelen, allerheiligste Bloem, vrij van alle zonde, Hemelse Meesteres die de Satan tot Haar slaaf maakt en uit alle berouwvolle zielen verjaagt”. In gebed 257 (Smeekgebed om de Triomf van Maria, Schrik der Duivelen) luidt het als volgt: “Machtige Schrik der duivelen, ik werp mij vol vertrouwen voor Uw voeten neer, want ik wil Uw eigendom zijn. Wie zou ik vrezen wanneer ik U volkomen toebehoor. Bent U niet de Koningin der Laatste Tijden, die de prins van verleiding en verwoesting onder Haar voeten zal leggen tot vernietiging van alle kwaad?” Het is precies Maria’s hoedanigheid als Moeder van Smarten en Medeverlosseres die Haar macht tegen het kwaad het sterkst accentueert. Vandaar de volgende uitlatingen uit gebed 356 (Lofgebed tot Maria, Koningin der Hemelen): “Lof zij U, Maria, Koningin der Hemelen, want onder het Kruis hebben de duivelen voor U geknield (…) Uw zoete stem is de schrik der hel (…) de duivelen worden als stof onder Uw voeten gelegd (…) alle kwaad zal zich voor Uw voeten neerwerpen ”. In gebed 119 (Gebed tot Maria, Moeder van de Weg, de Waarheid en het Leven) wordt nog een reden gegeven waarom Maria de schrik der duivelen is: “O Schrik der duivelen, door de eeuwen heen zijn dwaling, leugen en dood gevlucht waar U verscheen, want de duisternis verdraagt niet het Licht van een Gelaat dat getekend is met de volmaakte Liefde en Zuiverheid”. Het kwaad is duisternis, de deugd, liefde en zuiverheid zijn Licht. De duisternis weet dat haar invloed
voor de kwaliteit van het eeuwig leven van hun ziel kan maken (dat Zij "rozen kan laten regenen voor hun zielen"), zouden ook zij hun ziel in liefde in de handen van de "smekende Almacht" leggen. Ik noem Maria de “smekende Almacht” omdat Haar niets wordt geweigerd. Wanneer Maria iets ècht wil, gebeurt het ook. Alleen is het zo dat Maria beter dan wij op de hoogte is van Gods Plannen, en dat Zij met Haar Voorspraak geen Goddelijke ingrepen beoogt die het Heilsplan voor de wereld kunnen verstoren wat het tijdstip betreft dat als het gunstigste is beschikt om bepaalde dingen ten uitvoer te brengen. Wij moeten daarom steeds geduld betrachten, en wanneer wij op een bepaald ogenblik geen verhoring vinden, niet als vanzelfsprekend aannemen dat Maria onze verlangens naast zich neerlegt omdat Zij geniet van machtsmisbruik. Wij kunnen Maria een machtig wapen in handen geven wanneer Zij voor ons bij God wil voorspreken: het Sacrament van de biecht, dat ik in gebed 104 (Gebed tot Maria, Voorspreekster bij God) "het heiligende Bad der Hemelse Liefde" noem. In de biecht laat ik daarom als het ware mijn "Mantel van Eeuwig Leven" (mijn ziel) door Maria wassen. Teneinde de schoonmaak van mijn ziel zo grondig mogelijk te maken, vraag ik in dat gebed aan Maria: "Herinner mij aan alles wat mijn verzoening met God in de weg staat". Niet in de eerste plaats de biecht zelf, doch het berouw om mijn gebiechte zonden, geeft Maria de mogelijkheid om het slot van mijn gevangenschap jegens de duivel te openen, want berouw betekent "het doodvonnis van mijn slavernij jegens het kwaad". Ja, Maria kan door Haar Voorspraak het ware Leven geven. Ik geef U de volgende uitspraak ter overweging. Zij stamt uit gebed 474 (Gebed tot Maria, Moeder van het Licht): “Welke macht ontneemt Uw adem de kracht, mijn ziel het ware Leven in te blazen? Welke wolk kan Uw ogen verduisteren, die mijn hart vervullen met de stralen der Dageraad wanneer zij met welgevallen op mij rusten?”. Maria’s adem staat hierbij symbool voor de woorden die Zij spreekt en die de ziel kunnen redden. In deze zin moet ook Maria’s titel “Toevlucht der zondaars” worden begrepen: de zondaar die zich in Maria’s handen overgeeft, kan door Haar voorspraak gered worden, hoe erg zijn ziel er ook aan toe moge zijn. Haar voorspraak is dan als de adem die de zondige ziel van de dood redt. Heel concreet kunt U van Maria’s functie als Voorspreekster dagelijks gebruik maken door ’s avonds Uw hele voorbije dag in Haar handen te leggen om de vruchten ervan (positief èn negatief) te zuiveren, als een soort van bad vόόr het slapengaan. Zo zeg ik in gebed 437 (Avondgebed tot Maria om Vergiffenis): “Nu de dag ten einde loopt, kom ik U smeken om Uw Voorspraak bij Gods gerechtigheid om vergeving te bekomen voor mijn zonden, fouten en nalatigheden van vandaag, opdat het Licht in mijn ziel terug kan keren. Wil alles wat vandaag mijn ziel heeft belast, toevertrouwen aan het Kruis van Christus tot mijn vrijspraak”.
Maria’s Hart méér dan een dergelijke ingesteldheid bij de zondige mens. Een andere factor van remming is een gebrek aan liefde. Dit is wellicht de meest ernstige hinderpaal, want gebrek aan liefde is een gebrek aan licht in de ziel. Duisternis is niet verenigbaar met gebed, en sluit ook geloof en vertrouwen uit. Met iemand die men niet bemint, kan geen enkel contact van hart tot hart tot stand komen. Ook onverschilligheid kan een mens beletten om zich tot Maria te wenden. Onverschilligheid is in feite ook een uiting van gebrek aan liefde, en berust vaak in de eerste plaats op het feit dat de ziel Maria onvoldoende kent (onbekend maakt onbemind). In feite vormen onverschilligheid en gebrek aan liefde barrières die, meer dan welke andere ook, door de Genade opgeheven moeten worden. Hiervoor is dus gebed nodig. Niets bedroeft Maria méér dan Haar te benaderen zonder liefde of met onverschilligheid. Deze gesteldheden sluiten bij voorbaat het vuur uit dat in het hart aanwezig moet zijn om de genadestroom in werking te stellen. Daarom zou een mens die “niets voelt” wanneer over Maria gesproken wordt, en geen enkele behoefte voelt om tot Haar te spreken, hulp en advies moeten krijgen van een medemens die Maria beter kent en bij voorkeur zelf al “iets” in het hart heeft gevoeld. Bidden moet men leren, en een goed gebed is slechts mogelijk wanneer het hart daarvoor klaargemaakt wordt. 60. Wat mag U van Maria verwachten? Alles. Ik zou moeten zeggen: slechts wanneer U het gevoel hebt dat Maria alles voor U kan doen, ja dat U Haar zelfs niet kunt missen, is een contact met Haar op de juiste grondvesten gebouwd. Natuurlijk kunt U ook verhoring krijgen wanneer het U aan vuur ontbreekt, doch in deze gevallen is de verhoring eerder een poging om U dieper in het geloof te trekken. Opmerkelijk genoeg zullen dergelijke verhoringen vaak te maken hebben met materiële, wereldse noden of behoeften, omdat de mens in kwestie dan doorgaans slechts in een dergelijke vorm van verhoring belang stelt. Echt vruchtbaar voor de ziel wordt een contact pas wanneer U tot Maria gaat met een vlammetje van hoop in Uw hart, dat ergens het gevoel heeft dat er “wel iets zal veranderen”. Dat betekent dat iets in U gelooft in Maria’s macht, en in de Liefde die Haar ertoe zal aanzetten om die macht in Uw voordeel te gebruiken. Dat is de juiste houding. Minder zuiver is een houding die erop neerkomt dat men verwacht dat Maria het gebed zal verhoren “omdat het niet anders kan”. Deze houding kan besmet zijn door hoogmoed, een gevoel dat Maria de verhoring niet zal weigeren, niet omdat Zij daartoe de macht en de Liefde bezit, doch “omdat ik het Haar vraag”. Besef steeds dat Maria Uw meerdere is. Wees vertrouwvol en liefdevol, doch ook nederig, en
benader Haar steeds in een gezond besef van Uw kleinheid en zondigheid. Een “gezond” besef is een besef dat niet als een hinderpaal werkt, maar wel eerbied inspireert. Ik zou het zo kunnen formuleren: wanneer U naar Maria toe gaat, zet dan geen hoge borst op, doch kniel voor Haar neer (hetzij daadwerkelijk, hetzij ten minste in de geest). Houd voor ogen dat Maria oneindig ver boven alles en iedereen verheven is, en dat Zij tegenover de mensen God vertegenwoordigt. Om deze reden glimlachte Zij bij Haar verschijning aan Bernadette te Lourdes pas zodra het meisje voor Haar neerknielde. Geloof in Maria, en zeg Haar ook letterlijk en in alle oprechtheid dat U in Haar gelooft. Daarmee opent U het slot van de schatkamer der Hemelse Genaden waarover Zij de beschikking heeft. HOOFDSTUK 4 LEREN BIDDEN TOT MARIA 61. Wat is gebed? Gebed, bidden, is in wezen spreken met God. Waarom? Het lijkt logisch dat wij met onze Schepper zouden spreken, en met Maria, aan wie Hij de zorg over alle mensen heeft toevertrouwd. Gebeden zijn als bloemen voor het heil van de wereld. U zou zich het beeld voor ogen kunnen houden van bloemen die U geeft, en die dan worden omgezet in goede dingen, misschien voor Uzelf, maar ook voor andere mensen. Bidden kan op vele wijzen. Zelfs Uw werk kan een gebed worden, want het zijn niet de woorden die U uitspreekt, maar de gevoelens die van U uitgaan en de richting die U deze geeft, die een gebed vormen. Wanneer U al Uw handelingen, gedachten en gevoelens op de Hemel richt en ze omkleedt met oprechte liefde, vormen zij gebeden. Een zwaar zieke of stervende die niet in staat is om te spreken, kan bidden door zich in gedachten op God (of op Maria) te concentreren met gevoelens van liefde, prijzing, verheerlijking. In gedachten een gesprek met God voeren, is eveneens gebed. Gebed is in de brede zin in feite elke handeling waardoor men zich met een Hemels wezen in verbinding stelt. God beluistert niet de woorden die hoorbaar uit onze mond komen, want Hij bedient zich niet van een gehoororgaan zoals onze oren. God luistert naar ons hart. Onze gevoelens en gedachten zijn in feite de ware kern van ons gebed. Daarom kunnen wij zeggen dat niet de uitgesproken woorden op zich het belangrijkste zijn, maar wel de gevoelens en gedachten die deze woorden begeleiden. Ik heb er reeds op gewezen, en zal dat verder nog doen: communicatie met God en religieus contact in het algemeen verlopen via het hart, via de gevoelens. Ook dit gegeven
blijven pijnigen (Haar Hart met doornen blijven kronen), is Zij vervuld van Liefde voor ons. Zij blijft ons Hart met Haar Liefde "bestoken", in de hoop dat wij ons daarvoor openstellen en een beetje liefde zullen teruggeven, die Zij aan God kan doorgeven "opdat Hij ons mooier zou zien dan wij werkelijk zijn", zoals ik het in datzelfde gebed 38 heb geformuleerd: Maria is de liefhebbende Moeder die alleen maar de goede eigenschappen van Haar kinderen wil beklemtonen. Eén van de grootste uitingen van Maria's Liefde voor ons bestaat hierin, dat Zij ons wil "redden uit de dreiging van de eeuwige dood": door Haar voorspraak ziet ons eeuwig leven er anders uit. Vele heiligen schreven door de eeuwen heen dat Maria heiligen vormt. Dit betekent concreet dat Zij zielen die op Haar oproep van Liefde willen antwoorden, reeds tijdens hun aardse leven naar hoge toppen van zuiverheid en deugd kan voeren en hen klaarmaakt voor de Hemel. De Hemel is het Ware Leven, het absolute tegendeel van de "eeuwige dood" (de hel). Hoe oneindig veel machtiger zijn Maria’s woorden dan de onze. In gebed 104 (Gebed tot Maria, Voorspreekster bij God) noem ik Haar de "Hemelse Brug tussen onze vergankelijke zwakheid en de eeuwige Barmhartigheid": Maria is in ontelbaar vele opzichten als een brug die Hemel en aarde verbindt. Zij is dat zeker als Voorspreekster. Naar menselijke redeneringen is dat nochtans niet vanzelfsprekend, want om onze zonden moest Haar Goddelijke Zoon lijden en sterven en heeft ook Zijzelf zo geleden. "Mijn hart bezwijkt onder het liefdevolle vertrouwen waarmee U in mij naar sporen van geloof, berouw en liefde zoekt opdat U bij God Uw bevrijdend woord voor mij zou kunnen spreken". Het vertedert mij op hartverscheurende wijze dat Maria mij zoveel liefde en vertrouwen toedraagt, terwijl ikzelf zo ontevreden ben om mijn eigen zwakheid. Zij weet dat Zij bij Gods Barmhartigheid vrijspraak van al mijn tekortkomingen kan krijgen zolang Zij het geloof, het berouw en de liefde in mij wakker kan houden. Door mijn zonden houdt de duivel mij gevangen, want een zondige ziel kan de hemel niet zien. Aan Maria's voorspraak dank ik het overgrote deel van mijn heil. Zij is als een sleutel die mij uit de gevangenschap jegens Satan bevrijdt: "Uw gezegende Mond herbergt de sleutel tot de ketenen der veroordeling waarmee Satan mijn besmette ziel aan zich vastkluistert". Ik betreur dat zovelen zich door hun onverschilligheid, goddeloosheid, gebrek aan liefde tot God en tot Maria afsluiten voor de Genade van Haar voorspraak. Zo schrijf ik in gebed 104: "Hoevele zielen kiezen voor de vlammen der verwoesting, terwijl Uw woord hen het vuur van de Eeuwige Liefde wil bereiden. Hoevele zielen worden gewillig door de helse gloed omgeven, terwijl Uw voor Gods Aanschijn gestorte tranen deze willen doven". Indien deze zielen mochten beseffen welk verschil Maria's tussenkomst
Het gebed verzucht: "Hoezeer bloedt Uw Moederhart om elke val van de zielen die U onder het Kruis zijn toevertrouwd". Het verval in de zonde is als neerkomen op rotssteen. De aarde staat hier symbool voor alle wereldse gehechtheden die de ziel aan zich pogen te binden. Wie op rots valt, verwondt zich. De wonden van een spirituele val kunnen slechts worden gewassen door de vergeving (het Boetesacrament van de Biecht!), doch zij die dit Sacrament het meest nodig hebben, hechten er doorgaans het minst waarde aan, daarom de volgende uitlating: "want de aarde is hard als steen, en de verblinde zielen versmaden het water der vergeving om hun wonden te wassen". De verlossende waarde van Jezus' Kruisoffer kan nooit te sterk beklemtoond worden. Zonder Zijn Kruisdood zou Maria's Voorspraak geen fundament hebben, want Zij kan slechts met vrucht voor ons pleiten omdat de toegang tot de Hemel voor ons vrijgemaakt is. Dit laatste is de erfenis van Jezus' Wonden waarover ik het hier heb: "Tot de voleinding der tijden bindt de onverschilligheid der zielen U aan de voet van het Kruis, waar U de erfenis van Jezus' Wonden afroept over hen die zichzelf hebben onterfd". Een ziel onterft zichzelf door te zondigen tegen Gods Wet. Zij kan zich laten redden door aan zichzelf te werken, maar zij kan ook onverschillig blijven tegenover de eigen zonden. Deze onverschilligheid pint Maria vast op Haar rol van Voorspreekster, want de onverschillige onderneemt uit zichzelf geen enkele poging om zich te redden. Dit geldt voor "alle dwalende zielen, zo dronken van de wereld". Voor hen verlang ik dat zij zich tijdig tot Maria wenden om gered te worden: "Moge de Vlam van Uw Liefde hen verlichten, opdat ook zij niet de dageraad der Gerechtigheid afwachten om U te voet te vallen om de gelukzalige vrucht van het Kruisoffer die U voor hen tegen het eeuwig verderf hebt bewaard". Wij zijn Maria grenzeloos dank verschuldigd en behoren dus aan Haar voeten neer te vallen nog vόόr onze oordeelsdag, want wij zijn het Haar verschuldigd dat wij Haar nog tijdens dit leven zouden toebehoren. Wij zijn Haar grenzeloos dank verschuldigd om Haar jawoord, het ontvangen van de Verlosser in Haar Schoot, Haar deelname aan het verlossende Lijden, alle Genaden die Zij voor de zielen bekomt, en Haar zo machtige Voorspraak, die voor vele zielen verhindert dat zij op grond van de Wet der Gerechtigheid voor eeuwig veroordeeld zouden worden. De oneindigheid van Maria’s Liefde kan afgemeten worden aan elke functie die Zij voor de mensheid vervult. Eén daarvan is deze als Voorspreekster, want Zij gaf God de toestemming, Jezus ("het zaad van onze verlossing", zoals ik Hem in gebed 38 – Gebed voor Eerherstel aan Maria – heb genoemd) in Haar geboren te laten worden, maar de nietbegrijpende mensheid heeft diezelfde Jezus gekruisigd, en niettemin blijft Maria onze Voorspreekster, om ons te redden. Hoewel wij Maria
bevestigt de eeuwige waarheid dat de liefde de sleutel van de schepping en van alle wisselwerking tussen Hemel en aarde is. 62. Waarom bidden? God is almachtig. Hij zou Zijn Schepping op elk ogenblik weer gezond kunnen maken, maar Hij doet dit niet ongevraagd. Waarom? God heeft de mens geschapen met een vrije wil. Dit betekent dat God de mens vrij zijn leven laat leiden en de organisatie van de wereld vrij aan de mensheid overlaat. Aangezien de meerderheid van de mensen een leven leidt dat in belangrijke mate, op vele punten en op vele ogenblikken afwijkt van Gods Wet, zakt de wereld steeds verder weg van het ideaal van de heiligheid dat door God werd beoogd. De verslechtering van de wereld komt dus NIET doordat God onverschillig zou zijn, en NOG MINDER doordat God niet zou bestaan! De krachten van het kwaad doen hun best om ons dit te laten geloven. DIT IS SLECHTS SCHIJN! Het klinkt ondenkbaar, maar de verslechtering van de wereld komt juist door Gods Liefde voor de mens, want Hij respecteert onze vrije wil en bemoeit zich niet met de wijze waarop de mens de wereld bestuurt. Betekent dit dat die kleine minderheid van de mensen die wèl een heilig leven betrachten, de wereld moeten laten kapotmaken? INTEGENDEEL. HET IS HUN PLICHT, DE WERELD EN ALLE AFGEDWAALDE ZIELEN OPNIEUW NAAR GOD TE BRENGEN. God heeft de mens een krachtig wapen gegeven, dat echter te weinig, en vooral dikwijls verkeerd gebruikt wordt: het gebed. Gebed is spreken met God. Door het gebed zeggen wij aan God dat wij Hem uit onze vrije wil vragen om zich tóch "met onze wereld te bemoeien". Alle gebeden die op deze wereld met liefde worden uitgesproken, voeden samen de enorme stroom van Genaden die reeds werd gevormd door het Lijden van Jezus en ook dat van mensen (denk aan de heilige martelaren!). Uit die Bron van Genaden wordt geput om de zielen te zuiveren en de wereld te redden. Daarbij geldt nog, dat hoe heiliger de ziel die een gebed verricht, hoe meer kracht dit gebed heeft (het is dan zuiverder, een “mooiere bloem”). Zorg ook dààrom dat U steeds in staat van Genade verkeert (door regelmatige, diepgaande biecht met oprecht berouw, en door een heilig leven). Uw zuiverheid en liefdevol gebed kan een verschil maken voor vele zielen. Bedenk heel goed dat het aan het gebed van vrome zielen doorheen alle tijden te danken is dat onze wereld niet reeds eeuwen geleden helemaal verloren is gegaan. Zonder hen zou God ervan uitgegaan zijn dat de mensheid Zijn tussenkomst niet wenste. Om de vraag “waarom bidden?” te beantwoorden, zou ik ook het volgende beeld kunnen gebruiken, dat aan
de ogen van mijn geest is getoond. U kunt zich Uw ziel voorstellen als een tuin. Alle verdiensten van Uw leven (goede werken, beoefening van de deugden enz.) zijn als bloemen in die tuin. Gebed is als bemesting en water voor de tuin van de ziel. Wanneer U bidt, wordt Uw tuin bemest en gesproeid, en wel des te overvloediger naarmate Uw gebed vuriger is. Indien U enige tijd niet bidt, krijgt de tuin van Uw ziel niet langer het voedsel en water die hij nodig heeft, en verwelken de bloemen. Dit vindt zijn merkbare weerslag in het leven van een ziel die het gebed verwaarloost: zij verliest haar innerlijke vrede en rust, raakt verbitterd, mat, lusteloos, en lijkt haar “bezieling te verliezen”, alsof alle leven eruit wegvloeit. Waarom? Omdat gebed communicatie met God is, en wanneer de ziel haar communicatie met God niet in stand houdt, zet God de stroom van genadegaven stop, die bron van alle leven zijn. Niet omdat Hij die ziel dan niet meer bemint, want Gods Liefde is totaal en onvoorwaardelijk, maar omdat God zich niet opdringt: Hij respecteert de vrije wil van de ziel die niet meer met Hem communiceert. Anders is het wanneer de ziel niet meer bidt door overmacht (zware ziekte, ongeval, bewusteloosheid…). In dat geval is zij verontschuldigd. Nuttig is voor die gevallen bovendien dat zinnetje uit het gebed tot de engelbewaarder (niet van Myriam van Nazareth) dat zegt “Gelieve voor mij te bidden en in mijn plaats te bidden in alle ogenblikken waarin ik mijn gebeden niet kan uiten”. Wanneer U elke ochtend dit verzoek tot Uw engelbewaarder richt, geeft U daarmee te kennen dat U niet de intentie hebt, Uw gebeden moedwillig te verzuimen, en dat U het dus op prijs stelt indien Uw communicatie met God nooit onderbroken wordt. Uw engelbewaarder verricht dan Uw gebeden in Uw plaats. 63. Waarom bidden tot Maria? De schatkamers der Goddelijke Genaden zijn onuitputtelijk, doch voor alles wat gegeven wordt, vraagt God een soort compensatie of vergoeding in de vorm van liefde, want liefde is het “geld” waarmee in Gods Rijk alles wordt “betaald”. De Eeuwige Liefde verwacht dat U alle Genaden die U ontvangt, aanwendt om Uw ziel en de zielen van Uw medemensen tot bloei te helpen brengen. De inspanningen om die doelstellingen te verwezenlijken, zijn de vergoedingen voor die Goddelijke geschenken. Die inspanningen kunnen altijd teruggevoerd worden tot de liefde: zij kunnen geleverd worden in de vorm van lijden, boetedoening, verstervingen, vasten, en gebed. Gebed is de “pasmunt” waarmee U betaalt voor de Genaden die Maria als Middelares en Schatbewaarster van alle Genaden voor U uit de eeuwige schatkamers der Genaden vrijmaakt. Wanneer U bidt, stelt U iets tegenover dat geschenk. Wanneer U niet bidt, is het alsof U verlangt dat het Hemelse
van Maria als Voorspreekster berust dus op het feit dat God weliswaar Barmhartigheid, doch ook Gerechtigheid is. De Goddelijke Barmhartigheid is een uiting van Gods oneindige Liefde, de Eeuwige Gerechtigheid is de rechtvaardigheid waaraan God zichzelf gebonden heeft: hoe pijnlijk Hij dit ook vindt, toch moeten zielen verloren gaan wanneer zij weigeren, voor God te kiezen (in woord, maar vooral in daad). Dwalende zielen hebben echter nog dat bijzonder machtig redmiddel van de Voorspraak van Maria. Maria’s Voorspraak is als een laaiend liefdesvuur. Zij is echter ook voor velen ongekend, of althans niet op haar echte waarde begrepen. Daarom schrijf ik in gebed 158 (Verheerlijking van Maria, Voorspreekster bij de Eeuwige Gerechtigheid): "Zonder tal zijn zij die hun Moeder niet kennen, noch Haar macht, noch Haar onvergankelijke geschenken". Maria's Voorspraak is als het pleidooi van een advocate (het Latijnse woord "advocata" kan als "voorspreekster" vertaald worden) die bereid is, voor haar zaak tot het uiterste te gaan. Om Haar zaak zo sterk mogelijk te stellen, werkt Maria er onophoudelijk aan dat de zielen waarvoor Zij pleit, zo rein mogelijk zouden worden. De mensen in deze moderne wereld verzinken in het moeras van de zonde en de goddeloosheid. In gebed 158 zeg ik daarom: "Zie hoe ze de Zon misprijzen, wier Licht zij niet langer verdragen". Het felste Licht heeft God laten stralen uit het Kruis. Het grote redmiddel voor onzuivere zielen is de liefde voor het Kruisoffer van Jezus, de Smarten van de Medeverlosseres Maria, en het eigen lijden, dat in dank en nederigheid aanvaard en bemind moet worden omdat het Genaden voor de eigen ziel en de ziel van de medemens losmaakt. Slechts zeer weinigen hebben het echter zo begrepen, vooral in onze samenleving die slechts gemak, genot en leeg plezier nastreeft: "Doch zij verafschuwen ook de regendruppels van de Smart die uit Uw vertrapt Moederhart op de bodem van hun ziel neervallen opdat het laatste spoor van Leven in hen gered moge worden". Die “regendruppels” zijn de beproevingen en ongemakken van het leven. De volgende uitspraak uit ditzelfde gebed 158 drukt het wezen uit van het beeld waarin Maria's Voorspraak zich voor mijn ogen ontvouwt: "Uw Mond is als een zon die stralen van hemelse vreugde vleit over de ziel waarin de nacht de dageraad der genade heeft verslonden". Overweeg dit zorgvuldig: de nacht is de duisternis van de zonde, die ons blind maakt. De Genade treedt op ons toe als stralen van het Goddelijk Licht, die een soort van dageraad in die nacht aankondigen, doch deze wordt door de hardnekkige duisternis opgeslorpt. Maria is Uw Moeder geworden onder het Kruis. Kunt U zich voorstellen dat een Moeder ook maar één kind verloren kan zien gaan, dat Zij in dergelijke extreme omstandigheden door Gods Zoon zelf in Haar spirituele Schoot heeft ontvangen?
zondige handelingen die mensen stellen en die het nodig maken dat zij die "ja" hebben gezegd tot God, steeds méér moeten lijden. Sommige mensen schermen met de "Goddelijke Barmhartigheid" als een oplossing voor hun eigen lauwheid en laksheid, maar vergeten dat God ook als "Rechtvaardige Rechter" optreedt. Deze mensen zouden moeten beseffen dat hun lauwheid en laksheid door de vurigen uitgeboet moeten worden, ja dat deze laatsten de hand van de Goddelijke Gerechtigheid moeten tegenhouden om niet met grote kracht op de lauwen neer te komen. Zij zouden dus moeten beseffen dat hun houding het tegendeel van naastenliefde is. De Goddelijke Gerechtigheid moet worden beschouwd als een mechanisme dat als het ware automatisch in werking treedt wanneer goedmaking noodzakelijk is. Maar die goedmaking kan, zoals hierboven gesteld, op diverse manieren gebeuren. Eén van de kanalen langs dewelke deze kan worden volbracht, getuigt van een bijzondere liefde van God voor de mens: net zoals God Zijn Zoon Jezus Christus voor onze Verlossing aan de Kruisdood prijsgaf, heeft Hij ook de mogelijkheid voorzien dat Maria, die ons door Jezus vanop het Kruis tot Moeder is gegeven, voor ons voorspreekt bij de Gerechtigheid en hierdoor de oneindige macht van Haar Liefde kan aanwenden tot goedmaking. Ik zal er later nog op terugkomen: hoe heiliger de ziel die een gebed verricht, des te groter is de kracht die door dat gebed in gang wordt gezet. Aangezien Maria zonder meer de heiligste ziel aller tijden is, geldt de macht van Haar voorspraak als onvergelijkbaar groot.
Goud U kosteloos in de schoot wordt geworpen. U mag echter niet vergeten dat deze houding in feite op zich een nalatigheid tegenover de Wet van Liefde is, want U verwacht dan geschenken die voor U zijn betaald met het Bloed en de Wonden van Jezus, de Tranen van Maria en het lijden en de gebeden van mensen uit alle tijden. Wanneer U bidt, vult U ook zelf als het ware die schatkamers aan. Beschouw elk gebed, bijvoorbeeld elke Weesgegroet, als een muntstukje dat U zelf in de eeuwige schatkamer teruglegt en waarmee vroeg of laat voor Uzelf en ook voor andere mensen een Genade (onder welke vorm dan ook) wordt vrijgemaakt. Bidden is dus een daad van liefde tot God, tot Maria, en tot Uw medemensen in heden en toekomst. Een gebed tot Maria moet een liefdesgezang tot Haar Hart zijn, woorden waarmee U niet alleen tot Haar spreekt, maar waarmee U ook wil zeggen “kijk, ik verwacht niet dat alles door Uw eigen smarten en Liefde betaald moet worden, ik wil U ook iets van mijzelf geven”. U kunt zelfs het beeld voor ogen houden dat Maria als Uw Moeder iets wil kopen voor Uw broer of zus, en dat U door Uw gebed wat centjes van Uzelf aan Haar geeft opdat Zij niet alles uit Haar eigen middelen zou moeten putten om Uw broer of zus een vreugde te bereiden. U begrijpt aldus zeker wel dat gebed ook een vorm van naastenliefde is. Uw oprecht en vurig gebed is één van de meest waardevolle geschenken die U Uw medemens kunt geven, want gebed opent voor hem de schatkamer der Genaden, die bepaalde aspecten van zijn leven maar vooral ook zijn ziel ten goede kunnen komen.
50. Maria als Voorspreekster bij Gods Gerechtigheid
64. Maria’s hartenwens: een ketting van Licht
Wat is voorspraak? Eigenlijk moeten wij ons dit voorstellen als een pleidooi: zoals de redevoering van een advocaat die zijn best doet om iemand vrij te pleiten. Maria’s rol als Voorspreekster houdt verband met het feit dat Zij de Moeder van alle mensen is. Een moeder wil steeds het beste voor haar kind, en zal het door dik en dun verdedigen wanneer het in moeilijkheden komt. Dat is ook wat Maria voor U betracht wanneer Uw ziel na Uw dood bij Gods Troon verschijnt om het oordeel over Uw leven te ondergaan. De balans van Uw leven liegt niet: het is onloochenbaar dat U deze en gene verdiensten hebt vergaard, en deze en gene zonden hebt begaan, maar Maria kan door de vergoedende macht van Haar Liefde “Uw schuld in Uw plaats afbetalen” en door Haar woord genoegdoening verschaffen aan Gods Wet, zodat de schuld vereffend is en U vrijspraak kunt krijgen. Zij kan daardoor bekomen dat de periode van Uw vereiste uitboeting in het vagevuur verkort wordt, en het Eeuwig Leven in de Gelukzaligheid van de Hemel voor U eerder begint dan U op grond van Uw levensbalans zou verdienen. De oneindig belangrijke rol
Een diep gebed is als een vuurpijl. Hoe meer diep gebed vanuit de mensenzielen naar de Hemel gaat, des te meer zal de Hemel zich voor de mensheid openen. Maria’s diepste verlangen is dat wij de Hemel met massa’s vurige gebeden in vuur en vlam zouden zetten. De Genaden die Zij dàn als Middelares van Genaden over de mensheid zou kunnen uitstorten, zijn onmetelijk, en zouden de wereld zodanig veranderen dat geen mens hem nog zou herkennen. Maria dringt er op aan dat zoveel mogelijk mensen zich zouden overgeven aan regelmatig gebed. De hoge graad van zondigheid heeft onze wereld in duisternis gedompeld. Elke biddende ziel is als een lichtpunt in die duisternis. Naarmate het aantal biddende zielen groeit, zou dit, figuurlijk beschouwd, vanuit de Hemel zichtbaar worden als een aaneenschakeling van lichtpunten, alsof doorheen de duisternis een ketting van licht zou lopen waarmee de duivel vastgebonden zou kunnen worden. Dit is wat onze Hemelmoeder echt beoogt wanneer Zij zonder ophouden blijft vragen om gebed. Een dergelijke ketting van licht dient in de eerste plaats de volgende doelstellingen: bestrijding van alle kwaad, heiliging van zielen en de
komst van het Rijk Gods op aarde. De toestand van onze wereld is zo bedenkelijk geworden dat elke gebedsinspanning toegejuicht moet worden. De mensheid nadert op dramatische wijze het punt waarop een algemene staat van ongenade de zielen omknelt als een deken dat hen belet om vrij te ademen. De zonde woekert als een kanker met talloze uitzaaiingen. Alles wat de zondeschuld tegenover Gods Gerechtigheid vergoedt, kan een dergelijke ketting van licht doen groeien en haar lichtkracht verhogen: dagelijks gebed van de Rozenkrans, gebeden in groep en individueel, dagelijkse toewijding aan Maria, verstervingen, boetedoening, vasten, bijwonen van de Heilige Mis, regelmatige biecht, naastenliefde, betrachting van groei in alle deugden (in het bijzonder de liefde, zuiverheid en nederigheid). Een zeer doeltreffende manier om een ketting van licht uit te bouwen, en waartoe ik U bij deze in Maria’s naam wil oproepen, is deze: sluit een verbondje met een medemens van Uw keuze, en spreek met hem of haar af dat U elke dag voor elkaar een bepaald gebed zult verrichten. Wanneer zoveel mensen dit doen, zal heel snel een grote ketting van licht ontstaan, en zullen Gods Genaden in stromen over de wereld neerkomen. Voor dat doel heb ik van Maria het gebed 291 ingegeven gekregen (Gebedsverbond met een Medemens) dat ik U op deze plaats in zijn geheel wil voorstellen: “Lieve Moeder Maria, Brug tussen Hemel en aarde, omdat ook ik een bloem wil zijn in de kroon van liefde die bij het Kruis tussen Jezus en U is ontstaan, smeek ik U, Uw sluier te willen spreiden over mijn ziel en de ziel van ....... (naam), met wie ik onder Uw ogen een verbond van wederzijdse bijstand en gebed wil sluiten. Help mij, elke dag te bidden voor zijn/haar zielenheil en al zijn/haar noden. Help mij, elke dag offers te brengen tot ondersteuning in al zijn/haar moeilijkheden. Help mij, in navolging van Jezus mijzelf te verloochenen voor zijn/haar welbevinden naar ziel, geest, hart en lichaam. Help mij, door al mijn woorden en daden voor hem/haar een bloem van vreugde, bemoediging en geluk te zijn. O Moeder van de Schone Liefde, God heeft gewild dat het levenspad van ....... (naam) en mijn eigen levenspad elkaar zouden kruisen. Ik smeek U als Hemelse Getuige, zijn/haar hand in de mijne te willen leggen, opdat wij onze zielen met elkaar kunnen verbinden om samen te
begrijpen, is het noodzakelijk om eerst even stil te staan bij de Goddelijke Gerechtigheid, een begrip dat soms verkeerd wordt uitgelegd. De Goddelijke Gerechtigheid is een Goddelijke Wet die alles te maken heeft met het feit dat God in Zijn Schepping een volkomen harmonie en evenwicht had voorzien. Alles wat er voor zorgt dat dit evenwicht en die harmonie verstoord worden, maakt een compensatie, een “vergoeding” of “goedmaking” noodzakelijk. Aangezien de motor achter Gods Schepping de Wet van de Liefde is, zijn het dus vooral alle afwijkingen van de Liefde die het evenwicht verstoren. De meeste zonden die mensen begaan, hebben op zeker punt te maken met fouten tegen de liefde, naastenliefde, liefde tot God enz. Denken wij maar aan moord, diefstal, onenigheid, ruzie, egoïsme, onverschilligheid, bespotting, roddel, laster, achterklap, leugens, mishandeling (ook ten aanzien van dieren!) en een eindeloze reeks andere zonden. Al deze overtredingen zetten de Goddelijke Gerechtigheid in gang. Dit betekent concreet dat zonden aangemerkt worden als een schuld die U vroeg of laat moet “afbetalen” om opnieuw met God in het reine te komen. Dat kan tijdens Uw leven op aarde zijn, maar dat kan eveneens na Uw aardse leven zijn, want de Wet van Gods Gerechtigheid is niet aan tijd gebonden, het is een eeuwige Wet. U zou zich het beeld voor ogen kunnen houden dat elke overtreding die U begaat tegen één van Gods geboden of evangelische voorschriften, schade toebrengt aan het systeem van de Schepping als geheel, en dat U die schade moet vergoeden. Die vergoeding kan gebeuren door boetedoening, verstervingen, pijn, ziekte, allerlei vormen van lijden, gebed of daden van liefde, naastenliefde en barmhartigheid, kortom alles wat Gods Schepping, de zielen, ten goede komt en/of eerherstel brengt aan Gods Hart, dat door de zonde in al haar vormen “gewond” of beledigd wordt. God is volmaakte Liefde, doch niets is kwetsbaarder dan volmaakte Liefde. Zo moet U het begrijpen wanneer ik zeg dat de zonde Gods Hart “verwondt” of beledigt. Om U het mechanisme van de Goddelijke Gerechtigheid vanuit nog een bijkomende hoek te laten bekijken, wijs ik U graag op de volgende enigszins mysterieuze zin, die ik ooit in gebed 161 (Akte van Offerbereidheid voor Maria) schreef: “Nog steeds draait zich het zwaard der allerheiligste Smarten in Uw Hart bij de aanblik van Uw kind dat geen rust vindt in de wieg der Goddelijke Gerechtigheid”. In deze woorden ligt één en ander uit het diepe wezen van de Goddelijke Gerechtigheid besloten. God is barmhartigheid, maar Hij is ook gerechtigheid. Dit betekent dat Gods Liefde oneindig is, doch dat Hij ook zal bestraffen wat meedogenloos afwijkt van wat Zijn Wet van Liefde van de mens verwacht. In dit gebed wordt met "Goddelijke Gerechtigheid" verwezen naar de hartenpijn die de gekwelde lijdt vanwege alle ongerechtigheden die het ingrijpen van Gods Gerechtigheid noodzakelijk maken, dus alle
van Jezus zal ik mijn kruis opnemen en het mijne doen voor het heil van de zielen. Want dit is de mooiste dank die U Maria kunt bereiden: Uzelf aan Haar geven en betrachten, te worden zoals Zij, met inbegrip van Haar wil om samen met Jezus zielen te verlossen. Maria’s werking is steeds genadevol geweest. Zij heeft door de eeuwen heen letterlijk de wereld van de ondergang helpen redden. Het volstaat reeds om Haar hulp en tussenkomst in te roepen opdat de stroom der Genaden in werking zou worden gezet. Dat is wat ik heb aangevoeld bij het schrijven van de volgende zin uit gebed 271 (Uitnodiging aan Jezus, Bron van Leven): “O Jezus, voel ik niet de stroom der genaden in beweging komen wanneer Maria mijn smeekbeden in Haar Hart sluit?”. Door Haar tussenkomst in de bemiddeling van genadegaven, ervaar ik Maria in vele opzichten als de motor van mijn leven. Dat blijkt onder meer duidelijk in de volgende uitlating uit gebed 254 (Akte van Afhankelijkheid jegens Maria): “In mij zingt de nieuwe Lente, doch hoe kan ik de winter achter mij laten zonder Uw bemiddeling, die de akker van mijn ziel bevrucht?”. In deze woorden schuilt ook de betekenis: ik voel de drang om naar het goede te streven (de Lente), doch kan slechts iets bereiken wanneer Maria mijn ziel daartoe “bevrucht”. Genade is leven. Maria is als Middelares van alle Genaden dus als een stroom die het leven doorgeeft. Ik vestig Uw aandacht op de volgende opmerkelijke woorden uit gebed 175 (Gebed tot Maria, Moeder van de Apostelen van het Kruis): “Zie hoe het koren der Liefde onder de hete adem van Gods vijand verschroeit. O Moeder van Barmhartigheid, richt het toch op in de heilzame vloed uit de Bron der Genade die de Verlosser voor ons heeft ontsloten. Laat Hij haar reddende water niet uit Uw tedere ogen naar het stervende koren vloeien, opdat de halmen gestreeld worden?”. Ik wil er nog op wijzen dat Maria’s rol als Middelares van alle Genaden mede gevoed wordt door de offergaven van Haar toegewijden. Wie zich aan Maria geeft, geeft zichzelf voor het heil van de mensheid, zoals blijkt uit gebed 215 (Offergebed aan Maria, Middelares van alle Genaden): “Lieve Moeder Maria, aan wie de macht is gegeven over Gods bronnen van alle goeds, zie mij aan Uw voeten verschijnen als een bedelaar van de liefde, om door het offer van mijn lasten Uw bemiddeling af te smeken voor de redding van zielen”. Door Uzelf en Uw lasten aan Maria op te dragen, kunt U met Haar meewerken voor het afsmeken van Genaden voor Uw medemensen. 49. De Goddelijke Gerechtigheid De volgende eigenschap van Maria die ik met U wil bekijken, is Haar zo onschatbare taak als Voorspreekster. Om deze taak voldoende te
groeien naar de Hemelse deugden. Moge ons verbond worden bevrucht door de allerzuiverste Liefde die U elke dag als bloemen in onze harten zult storten. Slotgebed: 3 x Weesgegroet... 65. Hoe moeten wij bidden? Op dit punt worden verschrikkelijk veel krachten nutteloos verspild: talloze mensen dreunen gebeden op in een hels tempo, automatisch en met weinig gevoel, zonder echt te beleven wat zij zeggen. Dit zijn geen frisse, geurige gebedsbloemen. Bidden is, in mijn ogen, iets zeggen met liefde en gevoel, tegen iemand tot wie men echt iets te zeggen heeft en in het besef dat U met die iemand oog in oog staat. Normaal gesproken gaat U niet op bezoek bij Uw moeder om haar ongeïnteresseerd de krant voor te lezen. Welnu, wanneer U tot Maria gaat, begroet Haar dan met liefde, en spreek tot Haar alsof U echt popelt om Haar iets te zeggen, met aandacht. Geef Haar het gevoel dat U naar Haar gezelschap verlangt, dat U graag bij Haar bent, dat U er echt van houdt, met Haar te spreken. Let op mijn woorden: "met Haar te spreken", jawel, open Uw hart en het zal een gesprek in beide richtingen worden. U zou erover verbaasd zijn hoeveel Uw Moeder U te zeggen heeft. Echt bidden met het hart, betekent alle woorden bewust uitspreken, goed weten wat U precies zegt, en ze met gevoel beleven alsof U een liefdesverklaring zou uitspreken. Een gebed vanuit het hart, Maria in diepe liefde geschonken, is als een geurige bloem waarmee Zij de stank van het kwaad en de zonde uit ons hart, uit onze ziel en uit de wereld bant. Goed kunnen bidden, is in hoge mate een kwestie van roeping of uitverkiezing, of ten minste van Genade. Verscheidene heiligen (in de eerste plaats de heilige Montfort) laten in hun geschriften zien hoe Maria zielen uitverkiest die, indien zij aan die uitverkiezing beantwoorden, daardoor "magneten" worden die de Heilige Geest aantrekken. Zoals Montfort stelt, wordt de Heilige Geest automatisch aangetrokken naar een ziel waarin Hij Zijn Hemelse Bruid Maria aantreft. Wij moeten ons daar echter uitdrukkelijk voor openstellen. God en Maria plegen nooit inbreuk op de vrije wil die wij bij onze schepping hebben meegekregen. Zodra wij uitdrukkelijk om iets vragen (bijvoorbeeld: om geheiligd te worden) en ons hart daar in volle openheid op gericht houden, kan het Goddelijk Licht binnentreden. De "tegenstander" (Satan, de duivel) werkt deze openheid voor het Licht tegen door ons hart in duisternis te houden. Om dat te bereiken, zorgt hij voor allerlei vormen van wereldse afleidingen en verwarring, die de geest beletten om zich op niet-wereldse dingen te richten. Ook ons
gebedsleven kan hier danig door verstoord worden. We hebben dan geen zin om te bidden, we zijn moedeloos, onze concentratie is slecht, ongeloof besluipt ons, ons vertrouwen verzwakt, we hebben te weinig echte liefde in het hart. Echt tot Maria naderen en op de juiste wijze bidden, veronderstelt eerst en vooral dat deze tekortkomingen geen plaats krijgen. Een gebed tot de Heilige Geest kan elke duisternis verdrijven, omdat wij Hem heel gericht om het Hemels Licht kunnen vragen. Alle werelds denken dat ons zo sterk in beslag neemt, is zó relatief wanneer men het bekijkt door de ogen van de eeuwigheid. Wij laten ons zo gemakkelijk meeslepen door gedachten in verband met wereldse dingen die belangrijk lijken doch dat niet helemaal zijn. Het is de vorst van de wereld, de kracht van de duisternis, die ons in die nevel vasthoudt teneinde ons van verheven denken en Godsbeschouwing af te leiden. Wij kunnen alle negatieve gedachten en gevoelens aan God offeren, en vragen om de Genade van de bevrijding van ons hart en onze geest, die gevangenen zijn van Satan indien wij niet waakzaam zijn. Goed bidden, kan geleerd worden, doch het is steeds in hoge mate een vrucht van Genade. Toch pleit dit U niet vrij om Uw gebed te verwaarlozen of te bidden op een minderwaardige wijze, in de veronderstelling dat God U niets te verwijten heeft wanneer U schijnbaar niet de Genade ontvangt om goed te bidden. Het is Uw plicht, deze Genade af te smeken, Uw hart te openen en in de allereerste plaats God en Maria met oprechte liefde te benaderen. U zult dan merken dat Uw gebeden vanzelf met diepere gevoelens geladen zullen worden. Overweeg zorgvuldig de woorden die U uitspreekt, want zij hebben een betekenis die in Gods ogen heel diep kan gaan. Het overwegen van de woorden die U in gebed uitspreekt, kan een stap zijn naar de geloofsverdieping die U nodig hebt om de vlam van de liefde in Uw hart vrij te maken. Die is er, want God heeft ze in iedere ziel gelegd, maar bij vele mensen smeult ze nog slechts onder de as van wereldse beproevingen, tegenslagen, lijden en wegkwijnend geloof. 66. Mondgebed of stil gebed? U kunt op twee manieren bidden: er is het mondgebed, en er is stil gebed. Het mondgebed is gebed dat U werkelijk, min of meer hardop, uitspreekt. Stil gebed is in feite in Uzelf bidden, een gesprek met God (of Maria, of een heilige) waarbij U niet hoorbaar spreekt. Beide vormen van gebed zijn evenwaardig. U kunt beide vormen beoefenen, al naargelang de situatie of afhankelijk van Uw eigen ingesteldheid. Mondgebed is eventueel niet heel praktisch wanneer U omgeven bent door mensen die U niet bekend zijn en in een omgeving die niet echt is voorzien voor dit soort gebed, bijvoorbeeld terwijl U staat te wachten op een trein of aan
door Haar begenadigd wordt met mystieke vereniging met Haar Hart, begrijpt wèl hoe ver Maria’s goedheid gaat, want hij voelt Haar werking in het diepste van zijn wezen dagelijks aan. De mens is zwak. Om de vrucht der Genaden in stand te houden, moet hij in de zuiverheid blijven, wat op grond van de eeuwige strijd tussen goed en kwaad niet eenvoudig is. Daarom is het verstandig, de Genaden die U ontvangt in Maria’s handen te leggen opdat Zij ze in stand zou houden, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een avondtoewijding zoals gebed 155 (Avondtoewijding aan Maria). Hierin zeg ik: “Wat God mij deze ochtend heeft gegeven, leg ik vanavond in Uw Moederschoot, opdat U het deze nacht voor mij zou bewaren en heiligen”. Elke dag weer krijgt ieder van ons allerlei Genaden van God (doorgaans via Maria, de Middelares van alle Genaden). In onze schamele wijsheid verspelen wij heel licht de vruchten van deze geschenken voor de ziel, doch wanneer wij deze in Maria’s handen leggen (er afstand van doen, want daar gaat het bij toewijding om: men geeft zichzelf en alles wat men heeft aan Maria weg), bewaart Zij ze voor ons, en heiligt ze, wat hier betekent dat Zij zorgt dat onze ziel ze in een veredelde vorm kan bewaren zonder dat onze menselijke zwakheid en onzuiverheid ze bederft. In het verlengde hiervan moet U ook het volgende beschouwen: “Ik schenk U vanavond de sleutel van mijn ziel. Wil er de schat bewaken die God vandaag in haar heeft gestort, opdat hij mij in het duister van de nacht niet ontstolen zou worden”. Het “duister van de nacht” is hier eveneens elke fase van duisternis waar de ziel doorheen kan gaan, en tijdens dewelke zij soms vele Genaden vergooit, versmaadt of niet herkent. Zonder Maria’s tussenkomst kan de ziel de Genaden niet vasthouden, zoals ook in gebed 254 (Akte van Afhankelijkheid jegens Maria) wordt gesteld: “Was mij, opdat het Goddelijk Licht niet dooft zodra het mijn ziel heeft gekust, doch uit mij op vele zielen moge afstralen”. Ik heb het reeds aangeduid: wie Genaden ontvangt, moet Maria daar dankbaar voor zijn. In gebed 52 (Dankgebed tot Maria) erken ik tegenover mijn Middelares dat ik zonder Haar nooit de Hemel zou bereiken. Het meeste dat Maria voor mij doet, zien mijn mensenogen zelfs niet eens. Ik vergelijk de Goddelijke Genade soms met een ijsberg: wij zien er slechts 10 % van, de overige 90 % blijft onzichtbaar. Maar ik geloof vast dat Zij mij die 90 % ook reeds heeft gegeven, "omdat Zij mijn Moeder is": ik belijd hier mijn onverzettelijk geloof in Maria's Goedheid en Liefde. Ik vertrouw volkomen op het feit dat Zij alleen maar het beste voor mij wil. Trouwens: ook de hoop is een Genade die Maria ons kan geven. Slechts wie de hoop bewaart, kan blijmoedig leven en met liefde en begrip lijden. Ik dank Maria voor Haar vele offers en gebed waarmee Zij mij samen met Jezus heeft verlost van de fatale greep van het kwaad op mijn ziel. Ik wil mijn dank niet beperken tot woorden, maar betuig integendeel mijn offerbereidheid. In navolging
uit te oefenen. De grootste heiligen zijn steeds zielen die de wereld staande houden door de grote stromen van Genaden die zij van God voor de mensen bekomen. Maria’s rol als Middelares van Genaden is in feite zichtbaar begonnen ter gelegenheid van de Bruiloft te Kana, kort na de doop van Jezus in de Jordaan, toen Jezus op het punt stond om Zijn Openbaar Leven te beginnen. Maria stelde vast dat de wijn op was, wat voor enige wrevel bij de genodigden kon zorgen. Daarom trad Zij op Jezus toe en zei Hem “Ze hebben geen wijn meer”. Dit toont aan hoezeer Zij oog had voor de noden van Haar medemensen, want Zij deed dit ongevraagd. Nu blijkt hoe machtig Maria is als Middelares, want Jezus antwoordde aanvankelijk “Nog is Mijn uur niet gekomen”, doch voltrok niettemin onmiddellijk het wonder van de verandering van water in wijn. Dit betekent dat Maria de macht bezat om Gods Plan te wijzigen. Het begin van de mirakelen door Jezus was nog niet voorzien, doch op Maria’s woord werd het vervroegd. Houd dit feit zeer goed voor ogen, het is van onschatbare waarde. Maria wordt ook de Schatbewaarster van alle Genaden genoemd: Zij heeft van God de macht gekregen, alle Goddelijke Genaden aan de mensen uit te delen. Dat gebeurt onder talloze verschillende vormen. Deze functie heeft Maria een onvoorstelbaar grote macht over alle mensen in de handen gelegd, want zij brengt met zich mee dat de Moeder Gods in grote mate beslist welke mens wat krijgt, wanneer, hoeveel en hoe. Dit geeft U de zoveelste reden voor een grote nederigheid ten aanzien van Maria, èn voor een grote dankbaarheid om alles wat U toevalt. Ik heb meermaals het beeld gebruikt van Maria als maan die de zonnestralen doorgeeft, zoals in gebed 220 (Smeekgebed tot Maria, Toevlucht der Zondaars): “Middelares van alle Genaden, volmaakte Maan die de schitterende stralen van de zon van Gods genaden doorheen de duisternis van de zielen stuurt”. Hier worden de Genaden eigenlijk gesymboliseerd door lichtstralen die van God uitgaan en door Maria weerkaatst worden op de zielen, zoals de maan in de nacht het licht van de (verborgen) zon weerspiegelt. Een verdere symbolische waarde van dit beeld zit ook hierin, dat de maan schijnt tijdens de nacht, een fase van duisternis, dus in overdrachtelijke zin een fase van moeilijkheden waarin de mens speciale steun nodig heeft. In gebed 70 (Akte van Liefde tot Maria) verwoord ik hoe Maria mij als Middelares overspoelt "met alle rijkdommen van de eeuwigheid". Deze toevoeging "van de eeuwigheid" is van cruciaal belang. De Hemel schenkt ons niet altijd wereldse rijkdommen ("rijkdommen" moet U hier in de breedste zin verstaan, bijvoorbeeld ook gezondheid of werelds geluk), daar deze vergankelijk en dus onbelangrijk zijn. De ware rijkdommen die Maria uitdeelt als Middelares, zijn deze van de hemel (de eeuwige gelukzaligheid). Daarom is veruit het meeste wat Maria voor U doet, niet zichtbaar. Wie
de kassa van een winkel, of terwijl U door de straat kuiert. Mondgebed is de beter geschikte vorm voor mensen die zich niet zo gemakkelijk kunnen concentreren. Zij kunnen de inhoud van hun gebed beter “vasthouden” wanneer zij het zichzelf horen uitspreken. Het gevaar van mondgebed bestaat hierin dat het kan vervallen in een mechanisch uitspreken van woorden die niet voldoende met het hart aangevoeld worden. U kunt zich van deze waarheid vergewissen wanneer U er getuige van bent hoe mensen een Weesgegroet of Onzevader uitspreken. In vele gevallen snijdt het aanhoren hiervan waarlijk door het hart: zeer snel, duidelijk zonder enig gevoel, dor, zonder enige variatie in toonhoogte, vaak klinkt het gebed van deze mensen nog erger dan wanneer zij een krantenberichtje of een ambtelijke mededeling zouden aflezen. Niet zelden word ik door een hevige hartenpijn bevangen wanneer ik dit aanhoor. Tot geen mens zouden zij op deze wijze spreken, maar tot hun Hemelse Moeder of Vader doen zij het wèl zo. Indien zij toch beseften dat Maria en Jezus op dat ogenblik naast hen staan en hen aankijken, en wachten op een straal van ware gevoelens van liefde uit hun hart. Stil gebed is zeer waardevol indien U gemakkelijk in Uzelf kunt keren en geen grote moeilijkheden ondervindt om alle afleidingen (bijvoorbeeld geluiden om U heen, maar ook Uw eigen gedachten) buiten te sluiten. Stil gebed nodigt eerder uit tot innerlijk schouwen. In een gevorderd stadium zult U ondervinden dat U er steeds beter in slaagt, de wereldse invloeden en afleidingen buiten te sluiten, minder na te denken en meer te voelen. U kunt een punt bereiken waarop U het gevoel krijgt, datgene wat U in het hart komt ook werkelijk te beleven, alsof U een film bekijkt waarin Uzelf ook een rol speelt. Bij mystieke beleving is het vooral de stille beschouwing die soms de deur opent naar visioenen. Iemand die “klaargemaakt” wordt voor mystiek contact, kan reeds spoedig ervaren dat de geschikte gesteldheid voor stil gebed heel gemakkelijk intreedt, alsof een knop wordt omgedraaid die de geest uitschakelt en het hart opent. Ik noem deze omschakeling “in mijzelf wegduiken” omdat het lijkt alsof de wereld om mij heen plotseling wegvalt en ik diep in de kern van mijn wezen met Maria alleen ben. Vaak zie ik Haar inwendig, soms hoor ik ook inwendig klanken (niet steeds woorden, vaak andere geluiden), en over het algemeen maken zich daarbij ook bepaalde veranderingen in mijn gevoelens merkbaar. Het is zeer heilzaam voor Uw ziel, Uw gedachten, Uw gevoelens en zelfs Uw gezondheid, elke dag een poosje af te zonderen voor een “stil gesprek” met Maria. De moderne mens beschouwt het doorgaans als een zonderlinge gewoonte: “in zichzelf praten”. Wie het stil gesprek met Maria (of Jezus) bekijkt als een soort gedragsafwijking of geestesstoornis, mist de ware essentie van deze praktijk. Stil gebed
tegenover Maria kan een zeer vruchtbare voedingsbodem worden voor toewijding, want het kan een band van grote vertrouwelijkheid jegens Maria scheppen, waardoor Zij een machtige mogelijkheid krijgt om de Liefde in al zijn uitdrukkingvormen in de ziel tot ontwikkeling te brengen. Bovendien is deze vorm van communicatie een constante bron van zuivering voor de geest en het hart die bezwaard zijn door alle beproevingen van het leven, en een uitlaatklep voor zorgen die in andere gevallen wel eens op de medemens afgereageerd worden. 67. Aanbidding Een speciale vorm van stil gebed is de aanbidding, die doorgaans wordt beoefend in de Tegenwoordigheid van het uitgestalde Heilig Sacrament, of bij een kruis (zoals dit bijvoorbeeld op Goede Vrijdag uitgestald wordt). Aanbidding is een vorm van stil gebed waaraan op uiteenlopende wijze gestalte kan worden gegeven. De voornaamste kenmerken zijn wel de stille lofprijzing en een diepe liefde die gepaard gaat met het besef van een bijzondere aanwezigheid van God. God is ook bij U aanwezig zonder het Heilig Sacrament, maar voor ons gevoel maakt het verschil dat die aanwezigheid “tastbaarder” is wanneer het Heilig Sacrament zichtbaar opgesteld is, als een vertegenwoordiging van de lichamelijke gestalte van Jezus Christus, alsof de levende Messias U zou aankijken. Aanbidding kan een bron van grote zuivering en kracht zijn wanneer men zich erin oefent, tijdens die beschouwing het hart te richten op het overwegen van de heerlijkheid van de Vader als Schepper, van de Zoon als Verlosser en van de Heilige Geest als Schenker van heiligende Gaven (Liefde, Wijsheid enz.). Bid om de ware Liefde, opdat U moge voelen welke weldaden God U bereidt. Het leren voelen van deze Liefde wordt spoedig een stroom in beide richtingen: van de Heilige Drievuldigheid naar U toe, en omgekeerd. Deze Liefde werkt zuiverend en versterkend. Tijdens aanbidding kunt U zeer grote Genaden bekomen, hoofdzakelijk Genaden die verband houden met de heiliging van zielen, omdat van een aanbidding een heel sterk Licht uitgaat dat de duisternis breekt. Er wordt soms gezegd dat het kwaad in deze wereld volledig verlamd zou worden indien veel vaker en op veel meer plaatsen aanbidding georganiseerd zou worden. Ik ben ervan overtuigd dat deze bewering op waarheid berust, en ik moedig U aan, geen kans onbenut te laten om aan aanbidding bij het uitgestalde Heilig Sacrament deel te nemen. Aanvankelijk zult U eventueel weinig voelen, of zult U zich niet langdurig kunnen concentreren. Bid hiervoor, U zult merken dat het de ene maal beter gaat dan de andere. Zodra U erin slaagt, de innerlijke rust in Uw hart te vinden, zal het U minder moeilijk vallen om het Goddelijk Licht “vast te houden”. Wees niet gespannen, laat de
toestand van onze ziel. Ik verwijs naar het volgende beeld uit gebed 180 (Afroeping van de Heilige Geest over mijn Tempel): “O Wind van Vernieuwing, geen kaf verstikt het koren op de akker die door de Genade wordt gestreeld”. De Middelares van alle Genaden roept de Heilige Geest af, die door Zijn genadewerking de ziel behoedt tegen de verwoestende werking van het kwaad. Zo vaak hoort men mensen zeggen, wanneer hen een beproeving treft: “dit heb ik niet verdiend”. Deze uitspraak kan menselijkerwijze juist lijken, maar is toch steeds onterecht. Een mens heeft nergens recht op. Alles is genadewerking. Genade is levenskracht voor de mens, die door de zonde eerder kiest voor de dood dan voor het Leven. Zovele Genaden begrijpt de mens dus niet als zodanig. Het feit dat hij over het algemeen alleen datgene als Genade beschouwt wat hem zichtbaar of voelbaar nut oplevert binnen het kader van zijn dagelijks leven hier op aarde, brengt mij ertoe, in gebed 296 (Dankgebed tot Maria, Middelares en Voorspreekster) de volgende verzuchting te opperen: “Zovele van de geschenken van Uw van Liefde brandend Hart heb ik nooit begrepen, van zovele zal de waarde mij verborgen blijven tot ik aan Uw voeten zal zitten in het Rijk van het Eeuwig Licht.” Daarom: “Dank, o allerkostbaarst Geschenk uit Gods Hand, voor Uw onschatbare voorspraak en bemiddeling, en voor alle liefdegaven uit Uw Hart waarvoor mijn ziel U uit onwetendheid of onverschilligheid nooit heeft gekust”. 48. Maria als Middelares van alle Genaden Vele heiligen zijn het erover eens dat gebed tot Maria de zekerste weg is om Gods Genaden over ons uitgestort te krijgen. Verscheidene heiligen, onder andere de H. Brigitta en de H. Gertrudis, hebben ooit in visioenen Jezus horen verzekeren dat Hij Maria nooit iets weigert. In diezelfde lijn schreef de H. Montfort dat Maria in feite als almachtig moet worden beschouwd, omdat al Haar verlangens door God ingewilligd worden. Ontelbare heiligen stellen met klem dat heiligheid berust op uitverkiezing door Maria, en dat deze uitverkiezing een sublieme band van liefde en Genaden voor de uitverkorene met zich meebrengt, op voorwaarde dat de uitverkorene de uitverkiezing beantwoordt met de inzet van al wat hij is en heeft. Als Middelares bemiddelt Maria bij God genadegaven voor Haar kinderen. Daardoor speelt Zij een sleutelrol in de richting en vormgeving van de levensweg van ieder mens. Maria was reeds Middelares van Genaden van bij Haar Ontvangenis, zoals in gebed 194 (Smeekgebed tot het Kind Maria) wordt gezegd: “Geen bron schonk ooit méér zegen en vrucht aan de aarde dan de stroom van genaden die vanaf Uw Ontvangenis Uw onbevlekte ziel ontvloeide”. Haar hele wezen bestemde Haar voor om een genadevolle invloed op de hele mensheid
Bijstand, ik vertrouw U alle harten en zielen toe die in duisternis gehuld zijn. Mogen zij in Uw Tegenwoordigheid vertrouwen dat achter de wolken het ware Leven op hen wacht”. Maria zal U als Moeder achter de wolken brengen, wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Tot dat ogenblik moet U in Haar geloven, en weten dat Zij op U wacht zoals een Moeder op Haar dwalende kinderen. 46. Maria als Koningin van Hemel en Aarde Na Haar Tenhemelopneming met ziel en lichaam is Maria tot Koningin van Hemel en aarde gekroond. Zij was reeds door Haar voorbestemming boven alles verheven. Haar heiligheid overtrof deze van alle wezens buiten God. Haar hele leven lang hield Zij de duivel onder Haar voeten. Vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis had Zij van God absolute macht gekregen over alles wat vergankelijk was, want de grootste vijand van de mens (de zonde, de materiële gehechtheden en de slavernij van de lichamelijke behoeften) had Zij toen reeds overwonnen. Om dit alles spreek ik Maria in gebed 188 (Zelfgave aan Maria, Koningin van Hemel en Aarde) aan als: “door God boven alles verheerlijkt en gekroond tot machtige Koningin van al wat leeft, opperste verrukking van de Hemel, hoopvolle vreugde van elke ziel die U herkent, en vernietigende kwelling voor de hel”. Maria’s verheffing tot Koningin zal Haar bekroning vinden in de beloofde Triomf van Haar Onbevlekt Hart, wanneer Zij definitief de kop van de satan zal verpletteren om het Rijk van Christus op aarde te vestigen. 47. Wat is genade? De volgende eigenschap van Maria waarmee ik U beter vertrouwd wil maken, is deze als Middelares van alle Genaden. Daarom moet ik eerst een kleine toelichting geven bij het begrip “Genaden”. Genaden zijn gaven, geschenken van Gods Barmhartigheid. Zij vormen de bronnen van alle leven, gaven die wij krijgen om onze taak in dit leven te kunnen vervullen en onze roeping te kunnen nakomen. Genaden zijn alle uitingen van Gods goedheid, liefde, vergevingsgezindheid. Het woord herinnert ons enigszins aan onze zondigheid, want "Genade" is in feite iets goeds dat wordt gegeven aan iemand die net zo goed straf kon verdienen. Mensen hebben vaak de neiging, zich onder "Genaden" allerlei materiële dingen voor te stellen, of toch dingen die rechtstreeks met ons werelds bestaan te maken hebben: genezing van ziekten, werk vinden, een financiële meevaller, enz. (voor zover mensen tenminste beseffen dat dit Genaden zijn, want de meeste mensen menen dat dit alles hun eigen verdienste is). De kostbaarste Genaden zijn echter deze welke wij doorgaans niet merken: deze welke van invloed zijn op de
gevoelens over U heen gaan, en laat U leiden. Vraag Maria dat Zij U bij de hand neemt om met U naar het Hart van het Goddelijk Licht te wandelen, en laat U niet ontmoedigen. Wees ervan overtuigd dat het reeds vruchtbaar is voor Uw ziel, heel eenvoudig in stille vredige rust de sfeer van die Goddelijke Tegenwoordigheid in te ademen. Beeld U desnoods in dat U in een weide vol bloemen ligt, met een prachtige blauwe hemel boven U, dat U kijkt naar een zachte zilverkleurige zon die Uw ogen niet vermoeit, en dat die zon God is in al Zijn heerlijkheid. Laat gevoelens van diepe rust over U komen, en wacht gewoon af. Herhaal bijvoorbeeld diep in Uw hart heel zachtjes de woorden “Licht van God, ik bemin U, vervul mij…”, of “Heilig Licht, neem mij op…”. Tijdens die ogenblikken drinkt Uw ziel de nectar van God zelf. U zult op zeker ogenblik merken dat ook de woeligheden van de wereld Uw ziel niet meer zo diep van haar innerlijke vrede kunnen beroven. Betrek steeds Maria bij Uw lofprijzingen. Zij zal er aan deelnemen en zal ze in oneindig versterkte vorm aan God aanbieden. De vruchten daarvan zult U tijdens dit leven wellicht niet zien, want zodra zij Uw hart verlaten, gaan zij over in het Goddelijk Mysterie, maar wat U zonder twijfel op zeker ogenblik bij Uzelf zult merken, is een verdiepte innerlijke vrede, en doorgaans een groeiende spirituele rijpheid. De enige vereisten hiertoe zijn de vaste wil om lief te hebben, en oprechtheid van hart. 68. Standaardgebeden of bidden met Uw eigen woorden? Er bestaan zeer veel gebeden. Door de eeuwen heen hebben vele vrome zielen gebeden geschreven. Ook de Hemel zelf inspireert gebedsteksten aan mensenharten. Niet elk van deze gebeden is ooit op papier gesteld. Het schrijven van gebeden kan zelfs tot een belangrijk onderdeel van een echte roeping behoren, zoals dat bij “Myriam” het geval is. Gebeden hebben steeds hun waarde, mits zij ertoe bijdragen dat mensen er zich goed bij voelen en hun ziel er verdieping in vindt. Bepaalde gebeden hebben ooit een bijzondere bekendheid verworven. Het zijn deze welke ik bedoel met de term “standaardgebeden”. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan het Weesgegroet, het Onze Vader, het Memorare, het Salve Regina, het Sub Tuum, het Angelus, de Kruiswegrozenkrans en nog andere, en uiteraard aan het “gebed der gebeden”: de Rozenkrans. Deze gebeden hebben een zeer grote waarde omdat ze doorgaans reeds op een eeuwenoude kerkelijke traditie kunnen terugvallen en in vele gevallen met bepaalde aflaten en zelfs met een reeks Hemelse beloften verbonden zijn. Het Onze Vader stamt uit de woorden van Jezus zelf, het Weesgegroet is ten dele gebaseerd op woorden die de engel Gabriël en Elisabeth tot Maria hebben gesproken. Deze traditionele gebeden hebben een grote kracht,
en ik adviseer U met nadruk om er zo mogelijk dagelijks gebruik van te maken. Vooral de Rozenkrans mag U geen dag achterwege laten. Er gaat een kracht van uit die vele mensen niet bekend is. Ik kom hier in punt 76 op terug. Ook bidden met Uw eigen woorden kan een bijzonder grote waarde hebben. Gebed met eigen woorden is vooral van nut wanneer U dingen wilt vragen of zeggen die geen deel uitmaken van de vaste tekst van een standaardgebed. Een gesprek met Maria of God dat uit Uw eigen woorden bestaat, is God welgevallig omdat dit over het algemeen blijk geeft van een bijzondere betrokkenheid: U verplicht er dan Uzelf toe, met eigen woorden iets aan God voor te leggen, wat een speciale concentratie vergt. Een kind zegt toch ook niet steeds hetzelfde tot zijn moeder of vader. Naar mijn ervaring is een gebedsleven het meest bevredigend wanneer men daarin een soort harmonie tussen standaardgebeden en gebed met eigen woorden vindt. Ik kan in dit verband geen vaste regels geven, want die bestaan gewoon niet. U zult zelf wel geleid worden naar een evenwicht dat bij U past. Niet iedereen heeft de “vaardigheid” of de “vindingrijkheid” om woorden te vinden voor een persoonlijk gesprek met God of Maria. Bij vele mensen bestaat daarvoor een soort drempelvrees: zij vrezen dat hun formuleringen te onvolkomen zijn om God te behagen. Niets is minder waar. God is geen grammaticaleraar, Hij aanvaardt alles dat uit een oprecht hart naar Hem opstijgt, al is het nog zo stuntelig. Waarom zou het gebed van een klein kind anders zo krachtig zijn? 69. Wanneer tot Maria bidden? Maria is de instantie tot dewelke vele mensen zich wenden wanneer Zij iets nodig hebben: genezing van een ziekte, slagen voor een examen, werk vinden, enz... Dergelijke toenadering is wel gesteund op geloof en vertrouwen, en ongetwijfeld meestal ook op een zekere mate van liefde tot Maria, maar het is en blijft een eenzijdig contact: men nadert dan tot Maria om Haar iets te vragen. Vele mensen worden door Maria verhoord en zijn dan verheugd. Sommigen vergeten Haar snel (tot de volgende tegenslag), anderen geven Haar een tuil bloemen of branden een kaars. Doch wanneer het daarbij blijft, zijn dat slechts vergankelijke geschenken. Bij ware Mariatoewijding nadert men tot Maria vanuit een totaal andere houding. Men vraagt Haar zo weinig mogelijk voor zichzelf. Het vertrouwen in Haar is bij de echte toegewijde trouwens zodanig groot dat hij met zekerheid weet dat Zij uit zichzelf geeft wat hij nodig heeft. De toegewijde vraagt alleen nog voor anderen, voor hun geluk en zielenheil, en voor het heil van de wereld. Voor het overige schept hij meer behagen in geven dan in vragen: hij geeft zichzelf, alles wat hij is en heeft, aan Maria opdat Zij dit alles naar Haar goeddunken zou kunnen
gevallen de aangewezen figuur om ons in dergelijke gevallen op te vangen: welnu, Maria verenigt in zich een reeks eigenschappen die een "gewone" moeder nooit allemaal in volkomen toestand kan ontwikkelen: vrede van het hart, rust, zachtmoedigheid, geduld, liefde, blijmoedigheid enz. Al deze eigenschappen vormen de tegenkracht voor uitingen van onrust, angst, wantrouwen, droefheid, en allerlei andere aandoeningen van het gemoed die de geest, het hart en de ziel bezwaren en ons van het geluk en de innerlijke stilte en vrede verwijderd houden. Daarom heb ik in gebed 121 (Toewijding aan Maria, Moeder van Geborgenheid) Maria onder meer met de volgende woorden aangesproken: “Onbevlekte Burcht van veiligheid en licht in onze wereld van angst en duisternis, ik vertrouw mij aan U toe met al mijn onzekerheden. U bent onverstoorbare vrede van het hart (…) U bent heilige rust (…) U bent mijn schuilplaats en toevlucht bij ontij (…) U bent de rots van vertrouwen (…) U bent engelachtige zachtmoedigheid (…) U bent eindeloos geduld (…) U bent allerzuiverste Liefde (…) U bent de Moeder van troost (…) U bent hemelse blijmoedigheid (…) U bent onwankelbare trouw (…) U bent de vlam die de kaars van mijn geloof brandend houdt wanneer regen en wind haar bedreigen (…) U bent het licht van de hoop wanneer wolken mijn gemoed verduisteren.” Dit alles schetst samen enig beeld van de onfeilbare Moeder die Maria is. Als Moeder is Maria automatisch ook Beschermster, toevlucht in de nood, “Moeder van Altijddurende Bijstand”. Wij mogen terecht op Haar bescherming en bijstand vertrouwen, want Zij bezit zowel de liefde als de macht om ons uit alle nood te redden. Vandaar deze uitspraak uit gebed 433 (Aanroeping om Bescherming door Maria, Schild der Vervolgden): “Machtige Meesteres van de engelen, mijn hele wezen en alles wat ik heb, stel ik onder Uw verheven bescherming, want aan U is macht gegeven over alles op de aarde en onder de aarde”. Het beeld van Maria als Moeder die Haar bedreigde kinderen bij zich neemt, vindt U ook in gebed 226 (Noodkreet tot Maria voor de Vallende Zielen): “Aanschouw de zielen, door God als parels geschapen doch door het slijk der aarde van hun glans beroofd (…) Zij hebben nood aan bescherming, want de scherpe doornen van het kwaad willen hen voor de eeuwigheid verminken. Schenk hen het verlangen naar toewijding aan Uw Smartvol en Onbevlekt Hart, opdat zij onder Uw mantel mogen genezen van de verwondingen die de dwaling hen heeft toegebracht.” Vergeet nooit dat Maria Uw Hemelse Moeder is, en als dusdanig kan Zij voor U nog oneindig veel méér betekenen dan een aardse moeder dat zou kunnen, al is ze nog zo goed. Deze woorden uit gebed 91 (Smeekgebed tot Maria, Moeder van Bijstand) brengen tot uitdrukking dat U van Maria alles mag verwachten, vooral datgene wat de eeuwigheid betreft, en dat is tenslotte waarvoor U op aarde bent gekomen, het ware einddoel van Uw leven: “O Barmhartige Moeder van
geen valse trots of hoogmoed, maar totale openheid van hart. Wilt U een echt bevredigend gevoel overhouden aan een gebedscontact met Maria? Verschijn dan voor Haar (als U mij de woordkeuze toestaat) "in de naaktheid van een kind": totaal ongecompliceerd, niet bezoedeld door de ballast der jaren en ervaringen, in het besef van Uw kleinheid, als een kind dat opkijkt naar zijn Moeder en van Haar alles verwacht. Ik besef dat sommige mensen zich wellicht belachelijk voelen wanneer zij Maria benaderen met een hart als dat van een kind, maar ik verzeker U dat dit de enige manier is om tot Haar Hart door te dringen. In de slotparagraaf van gebed 78 gebruik ik een beeld dat in zekere zin op hetzelfde neerkomt: ik verschijn voor Maria "als een bedelaar, met niets anders getooid dan de liefde die U zelf in mijn hart hebt gelegd". Inderdaad, gaat U naar Maria? Gooi dan eerst alles overboord (denk aan de naaktheid die ik daarnet als beeld heb gebruikt), ontledig U van alles wat Uw ziel aan aardse bagage meedraagt, zodat alleen nog de liefde in Uw hart overblijft. Zelfs die liefde is trouwens niet eens van U, want alle vermogen tot liefhebben, komt van God. Zo verschijnt ook een kleuter voor zijn moeder: alleen getooid met de kleren die diezelfde moeder hem heeft aangetrokken. Zonder haar bezit het kind niets. U begrijpt wellicht wat ik bedoel. In Haar verlichte heiligheid moet Maria geweten hebben welke ondankbare taak Zij op zich nam door het moederschap over alle mensen te aanvaarden. Haar Liefde overwon alles. Maria's hartenpijn en gebed werden bij Jezus' Kruisoffer gevoegd om de mensenzielen van de eeuwige dood te verlossen, terwijl Haar Hart werd vertrapt door mensen die geen liefde kenden. Als Hemelse Moeder die alles ziet wat op de wereld gebeurt, is Zij sedertdien getuige geweest van de onnoemelijke haat die onder Haar kinderen heerst. Zij reageert hierop uitsluitend met liefde, en terwijl de mensheid steeds verder afglijdt in het verderf naar het rijk van de gewetenloze haat, het egoïsme en de goddeloosheid, zet Zij Haar taak als Medeverlosseres met grote verbetenheid voort door om onze zonden te wenen. Maria is dus Uw en mijn Moeder geworden onder het Kruis, een ontroerend symbool. In gebed 253 (Smeekgebed om de Kruiswoorden van Jezus) staat het geschreven als volgt: “Fluister in mijn ziel "Vrouw, ziedaar Uw zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder", opdat mijn hart moge ontvlammen in de aanblik van Maria, de smartvolle Koningin van Golgotha, die ik mijn Moeder mag noemen en bij mij in huis mag nemen tot bescherming, zuivering en heiliging van alles wat ik heb en ben”. Ja, zoals het Evangelie zegt, “en van dat ogenblik af nam de leerling Haar bij zich in huis”, wat in ons geval hoort te betekenen dat wij Maria in ons hart moeten sluiten als Moeder. Zij is in alle opzichten de volmaakte Moeder. U hebt zonder twijfel reeds opgemerkt hoe vaak een mens in feite op de vlucht is. Wij ontvluchten nu eens dit, dan weer dat, vaak zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. De moeder is in vele
gebruiken voor om het even wat Zij in Haar Liefde, goedheid en wijsheid nuttig acht. Naast die ultieme gave van zichzelf bidt de toegewijde voor Maria's intenties. Maria verzamelt alle gebeden als bloemen die Zij uitdeelt aan ieder die ze nodig heeft, op de wereld zowel als in het vagevuur. Probeer eens, voor Maria te verschijnen met de ingesteldheid van "Moeder, ik wil U ... geven" in plaats van met de ingesteldheid van "Moeder, geef mij ...", en voel het verschil in Uw hart... Op de vraag “wanneer tot Maria bidden?” zou ik moeten antwoorden: elk ogenblik van elke dag, zonder ophouden. De mensheid als geheel is in spiritueel opzicht in een dermate grote staat van ongenade vervallen dat ze nog slechts te redden valt mits zo veel mogelijk zielen zich formeel aan Maria toewijden, hun leven volledig aan Maria weggeven, van hun hele leven één groot en ononderbroken offer maken. Ik roep U daarom met alle krachten van mijn hart en ziel op om niet alleen te bidden wanneer U Maria nodig hebt (om iets te krijgen) maar vooral wanneer Maria U nodig heeft (om Haar iets te geven). Alleen dàt is echt en waarlijk bidden, en alleen dàt is de gesteldheid van ziel waartoe Jezus Zijn volgelingen heeft opgeroepen. Indien U alleen bidt wanneer U in nood bent of een bepaalde behoefte hebt, bent U zelfzuchtig. Het zijn niet die gebeden door dewelke U de Hemel zult verdienen. Indien U echter zo veel mogelijk bidt zonder iets te vragen, stelt U de noden van God boven de Uwe, en betuigt U aan Maria het vertrouwen dat U weet dat Zij voor U zal zorgen zoals Zij het goed dunkt. Deze gebeden zijn het, die U naar de heiligheid zullen voeren. Voor gebed zijn geen vastgestelde uren (met een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld het Kroontje van Barmhartigheid, stipt om 15 u.). God slaapt nooit, en het kwaad evenmin. Hoevele mensen liggen ’s nachts te woelen omdat zij de slaap niet kunnen vatten, en zijn daar zeer geïrriteerd over. Ik kan U verzekeren dat U heel rustig kunt worden wanneer U tijdens slapeloze ogenblikken begint te bidden. Er wordt wel eens gezegd: "de nacht maakt vertrouwelijk". Hebt U wel eens gebeden tijdens een slapeloze nacht? De stilte, het ontbreken van allerlei afleidingen, dit alles nodigt uit tot een diepgaand gesprek met God of met Maria. Hun nabijheid kan dan heel sterk voelbaar worden. Het is goed, te beseffen dat hier en daar, wellicht dichterbij dan U denkt, andere mensen evenmin de slaap kunnen vatten, in vele gevallen omdat zij ook in hun gemoed doorheen de nacht gaan: ziekte, verdriet, allerlei kwellingen, zelfs zij die in doodsstrijd verkeren. Het is een mooie daad van naastenliefde, op dat moment voor die onbekende anderen te bidden, in plaats van Uw slapeloosheid te verwensen. Zo zal Maria ook voor U in die uren "de spiegel van Gods Licht" zijn, de maan in Uw nacht.
70. Gebed als bron van alle goeds Bidden is spreken met God (of met Maria, of met een heilige). Bidden is ook wat Maria doet wanneer Zij Uw behoeften en noden ter harte neemt en als Middelares Genaden voor U vrijmaakt uit de Hemelse schatkamers: Zij legt Uw noden voor aan God door met Hem te spreken: dit is gebed. Bidden is ook wat Zij doet wanneer Zij als Voorspreekster bij Gods Gerechtigheid pleit voor Uw verdiensten en door Haar liefdevolle woorden eerherstel brengt voor Uw zonden, die U anders een langdurige uitboeting zouden kunnen kosten. Het is door Haar gebed dat Maria elke dag de wereld voor de ondergang helpt vrijwaren. Onthoud deze woorden heel goed. Gebed is bij uitstek de bron van alle goeds. Het vormt, samen met vrijwillig opgeofferd lijden en boetedoening, de grote steunpilaar in de fundering van het Rijk Gods op aarde, dat Jezus ons in het vooruitzicht heeft gesteld. Gebed is ook het “geld” waarmee U Uw eigen eeuwige gelukzaligheid in de Hemel helpt betalen. Wie niet bidt, verdoemt zichzelf. Onthoud ook deze woorden. Het is de plicht van elke christen, een leven van gebed te leiden. Dat betekent niet dat U elke dag van de dageraad tot het vallen van de nacht weesgegroetjes moet prevelen. Het betekent echter wèl dat Uw geest en Uw hart voortdurend op God gericht moeten zijn. Leef met God en met Maria. Doe alles met Hen, spreek inwendig voortdurend met Hen, denk aan Hen bij alles wat U doet, zeg Hen regelmatig dat U Hen liefhebt, wees dankbaar voor alles (ook voor het minder aangename, want het verbergt heel vaak de grootste zegeningen voor Uw ziel). Onze menselijke ogen zien niet verder dan de aardse realiteit om ons heen; de diepere werkelijkheid (het leven "op het andere niveau", dat van Hemel, vagevuur en hel) is aan onze ogen onttrokken. Wij zien dan ook gemakkelijk slechts het negatieve, het slechte, dat het aardse leven schijnt te beheersen. Wij zien dus "slechts schaduwen, en niet de zon waaraan die schaduwen hun bestaansrecht danken", zoals ik het in gebed 63 (Gebed tot Maria om Vertrouwen en Overgave in Beproevingen) heb geformuleerd. Inderdaad, schaduwen bestaan uitsluitend doordat de zon (de grote lichtbron) bestaat. Zo is ook het kwaad slechts ontstaan na het goede. Met andere woorden, het goede is de bron van alle dingen, en niet het kwaad. Het is goed om dit voor ogen te houden. Wie in Maria verankerd leeft, leert automatisch het goede in alles zien. Hij leert dat het negatieve niet met de dingen zelf te maken heeft, doch dat het slechts ontstaat door de inmenging van het kwaad in ons leven. Maar, met de woorden uit datzelfde gebed 63, "de schaduw is slechts een schim": het kwaad kan niet op tegen de almacht van het goede. Voorwaarde is wel dat wij bidden. Alleen door gebed kan men het goede te hulp krijgen. Het goede, het licht dat de schaduwen verlicht,
fragment van een mysterie dat alleen de Heilige Drievuldigheid kent. Ik heb de Genade ontvangen, Maria in vele visioenen als Moeder van Smarten te mogen aanschouwen. Ik zeg U daarom in waarheid: velen van ons zullen na dit aardse leven met diep berouw wensen dat zij Maria beter hadden gekend, aangevoeld en gewaardeerd. Ik heb dit in gebed 310 (Gebed van Eenheid met Maria in Vreugde en Smart) als volgt uitgedrukt: “in de eeuwige gelukzaligheid van het Rijk der Hemelse Vreugden zal mijn enige smart deze zijn, dat ik U in dit leven zo weinig heb gegeven”. Elke ziel heeft een grote schuld tegenover Maria, zoals ik in gebed 356 (Lofgebed tot Maria, Koningin der Hemelen) heb geschreven: “om Uw gebeden en smarten is elke ziel Uw schuldenaar”. Wie Maria niet erkent als Medeverlosseres naast Jezus, kent Haar niet, en staat zijn eigen bevrijding uit de greep van het kwaad in de weg. Wie zich tegen deze erkenning verzet, doet dat vaak omdat hij meent dat deze ten koste gaat van het Verlosserschap van Jezus. Die redenering is onterecht, temeer omdat zij blijk geeft van een miskenning van het verschijnsel van de Verenigde Harten van Jezus en Maria: zij hebben ons werkelijk als uit één Hart verlost. 45. Maria als Moeder van alle Mensen Nadat Haar Kind door mensen zo verkeerd begrepen en mishandeld was, aanvaardde Maria op Calvarie om de Moeder van de hele mensheid te worden toen Jezus vanop het Kruis de zalige woorden sprak “Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder”. Hij sprak deze woorden tot Maria en apostel Johannes, die bij Zijn Kruis stonden. Jezus gaf met deze woorden Maria als Moeder aan alle mensen, en stelde alle mensen onder Haar moederlijke hoede. Johannes vertegenwoordigde hier dus de hele mensheid. Hij was de enige apostel die Jezus tijdens de Passie volmaakt trouw was gebleven. Begrijpt U wat hier achter schuilgaat? Johannes vertegenwoordigt de eigenschappen die de mens moet bezitten om Maria (enigszins) waardig te zijn: Johannes bezat een vurige liefde, een grote zachtmoedigheid, een zeer grote zuiverheid, een vrijwel ongeziene trouw, een groot geloof en de ingesteldheid van een kind (hij was zeer verstandig doch eenvoudig, en bereid tot volkomen overgave zonder voorwaarden of vragen te stellen). Deze geest van kinderlijkheid is in het christelijk geloof van groot belang. Jezus drukt er in het Evangelie bij herhaling op: “Aan hen die zijn zoals zij (de kinderen) behoort het Rijk der Hemelen”. In gebed 78 (Dankgebed aan Maria Medeverlosseres) zeg ik: "Opdat ik waarlijk kind zou kunnen blijven, hebt U de last en smarten van het mystieke Moederschap op U genomen". Maria is ons door Jezus als Moeder gegeven. Wij kunnen ons pas echt met Haar verenigen wanneer wij zelf kind worden en blijven:
bloedend Kind, in vernedering, ontbering, in het besef van het naderend afscheid, de beklimming van de Calvarieberg, de verschrikking van de hamerslagen op de spijkers door het vlees van Haar enig bezit, de afschuwelijke ervaring onder het Kruis met Haar Zoon, drie eindeloze uren lang, in het verscheurende besef dat dit alles voor talloze onwetenden zelfs vergeefs was... Maar Zij liep en stond bij Hem als de eenzaamste vrouw die de wereld ooit heeft gezien. Hoe zou Zij dan ons kunnen verlaten, met onze kleine kruisjes die niet door de zonden van de hele wereld en alle eeuwen zijn verzwaard? Zou U het aankunnen, Maria (en Jezus!) de lansstoot doorheen het Hart te geven door te twijfelen aan Hun Aanwezigheid bij U wanneer U het moeilijk hebt? Gelooft U werkelijk dat U op eigen kracht sterk genoeg zou zijn om zonder Hen Uw kruis te blijven torsen, soms jaren lang? Voor Jezus was de Kruisweg de "laatste Tocht der Verlatenheid": Hij en Zijn Moeder stonden er alleen voor, een verschrikkelijke opgave ten bate van de hele mensheid doorheen de eeuwen, Zij konden op niemands hulp noch medeleven rekenen, enkele getrouwen van het laatste uur (Johannes, Maria Magdalena...) buiten beschouwing gelaten. Maria is de eeuwige Moeder van Smarten. Zij is voor het zelfoffer geboren, en Zij heeft van Haar hele leven een offer gemaakt, zoals bijvoorbeeld tot uiting komt in de volgende woorden uit gebed 337 (Aanroeping van Liefde tot het Gebroken Hart van Maria): “Hart van Maria, dat is verpletterd onder alle kruisen der wereld (…) Hart van Maria, Altaar van de grootste Offerande van Liefde die de aarde ooit zag (…) bloedende Roos uit de Tuin der allerheiligste smarten (…) Altaar van de grootste Offerande van Liefde die de aarde ooit zag (…) heilige Vlam van Medeverlossing aan de voet van het Kruis”. De macht van het medeverlossend offer van Maria’s smarten moge tevens blijken uit de volgende woorden uit gebed 349 (Smeekgebed tot Maria om Verzoening van de Goddelijke Gerechtigheid met de Zielen): “Daarom smeek ik U, o Medeverlosseres van de mensheid, bedek de zonden der wereld met de dauw van Uw heilige tranen van verzoening, opdat zij wegsmelten in het vuur van Uw Liefde. Bied God aldus de zielen aan die zijn gelouterd door Uw allerzuiverste aanraking, tot vergoeding van de schuld jegens Zijn Gerechtigheid”. O welke inspanningen heeft Maria zich tijdens Haar leven op aarde getroost en welk leed en verdriet heeft Zij getrotseerd om mij, zondig mensenkind, het eeuwig geluk te waarborgen. Maria's rol als Medeverlosseres van het mensdom wordt door vele mensen schromelijk onderschat, niet begrepen of heel lichtvaardig van de hand gewezen. Ik voel diep in mijn hart dat dit een uiterst pijnlijke vergissing is. Geen sterveling doorgrondt de werkelijke draagwijdte van Maria's Smarten. Wat het Evangelie over Haar leven vertelt, is slechts een uiterst klein
wordt in deze tijden meer dan ooit vertegenwoordigd door Maria. Maria wijst niemand af, ook al is deze nog zo zeer verstrikt in de duisternis van de zonde. Zij stelt geen voorwaarden, Zij geeft Haar Liefde zonder meer. De Hemelse Liefde is licht, zonde is afwijzing van de hemelse Liefde, dus duisternis. Gebed is ook licht. Ook Uw gebeden zijn een bron van goede dingen, want ook zij zijn bloemen die aan de schatkamers der Hemelse Genaden worden toegevoegd om goede dingen over de zielen uit te storten. 71. Wat bepaalt de waarde van een gebed? De waarde van Uw gebed wordt niet alleen bepaald door de woorden die U uitspreekt, doch zo mogelijk nog meer door de gevoelens die deze tijdens het bidden in het hart laten bovendrijven. Goed gebed moet steeds via de brug van de liefde verlopen. Gebed dat slechts uit de geest stamt, is mechanisch en dor; slechts het hart kan waar gebed produceren. De waarde van Uw gebed wordt bovendien bepaald door de intentie die U eraan geeft. Wanneer de intentie volkomen overeenstemt met de doelstellingen van Gods Heilsplan, zullen Uw gebeden in waarde toenemen. Wanneer zij daarentegen een intentie dragen die indruist tegen Gods Wet, zullen zij afgewezen worden. Indien Uw gebedsintenties niet door God goedgekeurd kunnen worden, zal ook het feit dat U Uw gebeden vurig uitspreekt niet met zich meebrengen dat zij verhoord zullen worden. Van grote invloed op de waarde van Uw gebeden is ook de toestand van Uw ziel. De kracht van een gebed wordt fel verzwakt wanneer het uitgaat van een ziel in staat van ongenade. U kunt zich dat als volgt voorstellen. Een gebed is als een bloem. Een ziel in staat van ongenade is onrein, alsof er een mantel van stof of zelfs modder omheen ligt. Wanneer de gebedsbloem uit een dergelijke ziel vertrekt, moet zij doorheen die mantel van stof of modder en wordt daar zelf door bevlekt. Deze bloem verliest hierdoor aan schoonheid en geur. Een gebed uit een heilige ziel vormt echter een mooie en geurige bloem die waarde heeft als pasmunt voor het vrijmaken van bepaalde Genaden. Let wel, uit een niet-verhoring van een gebed mogen wij niet afleiden dat de ziel die het heeft uitgesproken, onrein is, noch mogen wij automatisch stellen dat een verhoring altijd betekent dat de ziel in staat van volkomen Genade verkeert. De verhoring van gebeden wordt door vele factoren beïnvloed, die wij niet alle kennen omdat het resultaat en de benutting van onze gebeden tot de sfeer van het Goddelijk Mysterie behoort en het ons mensen niet steeds toekomt, dit te doorgronden.
72. Bidden voor Uzelf of voor anderen? Om iets te bekomen, is gebed nodig. In bepaalde gevallen kunt U niet anders dan voor Uzelf bidden. Nochtans is het beter dat iemand anders voor U bidt. Waarom? God heeft het zo beschikt dat ook in dit geval de mens aangespoord zou worden tot de beoefening van de naastenliefde. God werkt graag via mensen, en Hij wil constant de ene mens naar de andere toe drijven. In feite is voor zichzelf bidden, ontlopen van de eigen taak binnen Gods Heilsplan. Wanneer een medemens voor U bidt, is dat anders. In dat geval is er naastenliefde in het geding, in het eerste geval kan er sprake zijn van zelfzucht. Wanneer een medemens voor U bidt, helpt hij door de inspanning van zijn gebed Uw schuld tegenover de Goddelijke Gerechtigheid afbetalen. Er wordt dus iets concreets gegeven in ruil voor datgene wat in het gebed wordt gevraagd. Wanneer U voor Uzelf bidt, vraagt U in feite gewoon om kwijtschelding van schuld en vermindering van Uw eigen last, doch wanneer een medemens voor U bidt, wordt er daadwerkelijk schuld afbetaald, want dan draagt die medemens de last van het gebed en eventueel (indien hij daartoe geroepen wordt) zelfs van het uitboeten van Uw lasten (bijvoorbeeld door het overnemen van Uw pijn of ziekte, zoals dit in het mystieke medeverlossend lijden het geval is). Voor diegene die het gebed voor U verricht, is er de beloning voor de beoefening van de naastenliefde. Zo schept God voortdurend gelegenheden om Genaden te verdienen, en wegen langs dewelke zielen zichzelf kunnen redden door inzet voor hun medemens. Laat geen gelegenheid voorbijgaan om voor een medemens te bidden, te offeren of te vasten. Op Uw oordeelsdag zult U zien dat zelfs de inspanningen die U nu als onbenullig voorkomen, in Gods ogen waarde hebben gehad. Op grond van dit hele systeem is het ook van onschatbare waarde wanneer iemand voor Uw intenties een Mis laat opdragen. Op geen enkele andere wijze kan iemand U beter vergoeden of beter voor U zorgen. Versmaad dit nooit, het is oneindig veel méér waard dan één of andere wereldse bijstand. 73. Verhoring van gebeden Soms worden gebeden niet verhoord. In bepaalde gevallen is dat goed: wij mensen weten niet wat de toekomst voor ons brengt, wij hebben geen overzicht over alles wat in onze situatie een rol speelt, enz. God weet dat wèl. Bovendien moeten wij met het volgende rekening houden: de verandering van een situatie heeft een bepaalde hoeveelheid gebed nodig. Voor sommige dingen is zeer veel gebed nodig, omdat soms zeer veel dingen beïnvloed moeten worden om een situatie volledig te veranderen. U kunt zich het volgende beeld voor ogen houden: een
heeft door Haar smarten bloemen verzameld die samen als het ware een tuin vormen waarin weldra voor mij de Hemel zal ontbloeien. Ik weet dat niet door mijn eigen verdiensten de Hemel voor mij zal opengaan, doch door de Hare (op grond van de bron der Verlossing die door Jezus is ontsloten). Maria heeft Jezus gebaard in een stal, in winterse koude, "opdat ik niet ten onder zou gaan in de kilte van de wereld". Doordat Zij Jezus ter wereld heeft gebracht, kan mijn blik verder reiken dan de wereld, die mij uiteindelijk niet het vuur van de eeuwigheid kan bieden. "Opdat ik in de hemel verheven zou worden, hebt U zichzelf een leven lang vernederd en verloochend". Deze zin geeft uitdrukking aan een besef dat in mijn hart heel gevoelig ligt. Ik vind de gedachte ondraaglijk dat het volmaakte, onbevlekte wezen dat Maria was, zichzelf tot het uiterste heeft weggecijferd en volkomen miskend is geweest, terwijl ik ten koste daarvan tot heiligheid verheven zou worden, ik die mijzelf soms met moeite in een spiegel kan bekijken zonder mij te schamen. Soms springen de tranen mij in de ogen wanneer ik Maria aanschouw en Haar vraag "Waarom houdt U toch van mij?". Ik voel mijzelf zo tekort schieten jegens Haar. Ik weet dat Maria al Haar kinderen waanzinnig liefheeft, maar dat neemt niet weg dat ik mijzelf niet het recht wil toe-eigenen, dit vanzelfsprekend te vinden. Rouwmoedigheid en inkeer maken Uw hart ontvankelijk voor de Genaden waardoor ook Uzelf “medeverlosser” kunt worden. Aan de uitspraak "opdat ik alle heerlijkheden van Gods Paradijs zou ontvangen, hebt U in stilte en verborgenheid geleden en Uzelf en wat U op aarde het dierbaarst was, weggeschonken" zou ik volgende beschouwing willen koppelen: zouden wij er niet goed aan doen, telkens wij iets verliezen dat ons dierbaar is, te bedenken dat Maria voor ons ALLES heeft gegeven wat Zij bezat, tot en met Haar enig Kind. Waarom achten wij het dan nodig om te jammeren om elk materieel verlies, dat toch slechts voor dit aardse leven enig belang heeft? Bedenk dat wij niet heilig kunnen worden wanneer wij niet de kracht, de moed en de oprechte wil kunnen opbrengen om het grootste voorbeeld van heiligheid dat Maria was, na te volgen. "Opdat ik zou weten dat voor Gods kinderen geen eenzaamheid bestaat, hebt U de lijdende Jezus vergezeld op zijn laatste Tocht der Verlatenheid". Hoevelen menen niet dat zij alle lasten van de wereld torsen, en daarbij door iedereen (God inbegrepen) in de steek gelaten worden? Nochtans hebben wij in Maria de volmaakte Moeder, de "Moeder van Altijddurende Bijstand". Laat een moeder haar kind in de steek wanneer het moeilijk wordt? Hoe zou Maria, de volmaakte Moeder, dat dan kunnen? Bedenk in welke omstandigheden Zij naast de veroordeelde Jezus liep, tussen rijen van joelende en bloeddorstige mensen, terwijl Zij verteerd werd door smarten om Haar kreunend en
Geen sterveling zag ooit grotere schatten verzameld dan in de hoogverheven zelfvernedering van de Mensenzoon en de Eeuwige Moeder op het Altaar van Golgotha.” Maria kan zelfs tegelijk altaar en kelk van het Verlossingsoffer worden genoemd, zoals in gebed 244 (Rozenhoedje van de Hemelse Bloementuin): “Altaar van het Kruisoffer van Verlossing” en “verheven Kelk van het Bloed der Verlossing”. Het Verlossingsoffer is in wezen een vermenging van het Bloed van Jezus en de Tranen van Maria. In gebed 349 (Smeekgebed tot Maria om Verzoening van de Goddelijke Gerechtigheid met de Zielen): “Uw tranen aan de voet van het Kruis vermengden zich met het Bloed dat de zonden in de Beker der Goddelijke Gerechtigheid kwam verdrinken.” Ik moet hierbij opmerken dat mij ooit is geopenbaard dat hierin een verborgen betekenis schuilt voor de uitspraak tijdens de Consecratie in de Heilige Eucharistie: “Water en Wijn worden één, Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in Uw Goddelijk Leven”. Er werd mij toen ingegeven dat dit mede verwijst naar de vermenging van de tranen (water) en het Bloed (wijn) bij het Verlossingsoffer. Bemerk het door een onbeschrijflijke Liefde gedreven gevoel in Maria's Hart terwijl Zij onder het Kruis staat. Tijdens het schrijven kreeg ik de volgende woorden als met een heet ijzer in mijn hart gedrukt als zijnde de uitdrukking van Maria's gevoelens: "O mijn Zoon, waarom lijdt Gij en niet ik, die U dit Vlees heb gegeven". Enige tijd later is het volbracht, en de aardedonkere lucht boven Golgotha opent zich op symbolische wijze om de verbinding tussen Hemel en aarde tot stand te brengen: het Nieuwe Verbond wordt van kracht. Ik herinner U aan mijn woorden over Maria als “Ark van het Nieuw Verbond”, opdat ook hier de eenheid en het ware fundament voor de erkenning van Maria als Medeverlosseres duidelijk moge zijn. Ik vraag Uw bijzondere aandacht voor de slotzin van gebed 139: "Lieve Moeder van Smarten, in Uw en mijn ziel heeft het middernachtelijk uur geslagen, doch in U gloort reeds de hoop van de wordende Dageraad, die mij nog niet de hand heeft gereikt". In de eerste plaats kan het zo worden gezien, dat Maria's Hart in de diepste duisternis werd gehuld bij het aanschouwen en doorleven van Jezus' Lijden en Dood, en dat dit verpletterend gevoel op mijn eigen hart is overgegaan (vereniging onder het Kruis!), doch dat in Maria's Hart reeds de vonk van het geloof in de Verrijzenis was ontvlamd, terwijl in mijn eigen hart die vonk nog meer verborgen zit doordat het Licht in Maria's Hart oneindig krachtiger straalt dan in het hart van een "gewone" en zondige sterveling... Ook in gebed 78 (Dankgebed aan Maria Medeverlosseres) is mij inzicht verschaft in Maria’s verdiensten als Medeverlosseres. Deze verdiensten kunnen zelfs in de volgende zin uit gebed 78 samengevat worden: "Met de bloemen van Uw pijn, verdriet en ontbering hebt U de tuin geschapen waarin weldra de eeuwige Paradijsvreugden voor mij zullen ontluiken": Maria
gebed dat op de juiste wijze gebeden wordt (met aandacht, eerbied en liefde) is als een bloem, en de situatie die veranderd moet worden, is als een lege korf. Pas zodra de korf volledig gevuld is met gebedsbloemen, zal de intentie verhoord worden, op voorwaarde dat God met de intentie akkoord gaat (dus op voorwaarde dat de intentie past binnen Gods Wet). Daarom: geef niet op, te bidden voor zaken waarin U echt gelooft, want geen gebed gaat verloren. Laat U niet ontmoedigen door de slechtheid van de wereld. Laat U door niemand overtuigen dat gebed zinloos zou zijn, want het is slechts de duivel die U dit wil influisteren! In verband met het zo-even aangehaalde beeld van de bloemen in de korf werd mij ooit op symbolische wijze getoond wat er gebeurt wanneer een gebedsintentie met een onvoldoende zuiver hart wordt opgedragen. Ik zag daarbij dat telkens wanneer men negatieve woorden spreekt over een mens voor wie men bidt, een bloem in de korf verwelkt of gewoon uit de korf valt, zodat het des te langer duurt eer de korf gevuld is. U begrijpt dan ook dat slechts bij aanhoudend gebed met een zuiver hart een snelle verhoring te verwachten valt. Verhoring kan weliswaar worden vergund aan een ziel die niet in een hoge staat van zuiverheid verkeert, in een poging om die ziel door vreugde over het bekomen resultaat te motiveren tot een grotere inspanning om aan zichzelf te werken, doch als algemene regel moet U betrachten om Uw gebedsinspanningen niet te verontreinigen door onzuivere gedachten, woorden of handelingen. Waarom een gebed met een nochtans zuivere intentie soms niet verhoord wordt, is een vraag waarop wij niet steeds een antwoord kunnen geven. Soms wordt een gebed verhoord om een bekering te bekomen of diegene die heeft gebeden, aan te zetten tot een dieper geloof. Soms wordt een gebed juist niet verhoord omdat diegene die bidt een bepaalde beproeving moet doorstaan die zijn ziel naar een hogere graad van ontwikkeling kan voeren of de ziel van een medemens naar bekering kan brengen. Wij bekijken onze gebedsintenties gewoonlijk vanuit het standpunt van ons eigen aardse leven, maar vanuit Gods standpunt ziet alles er heel anders uit: gebeden zijn bloemen die de bronnen der Genaden helpen voeden, en over de Genaden die de wereld echt nodig heeft, kunnen wij onmogelijk een globaal overzicht krijgen. Wat God interesseert, is de verwezenlijking van Zijn Plan van Heil voor de mensheid en de vestiging van Zijn Rijk op aarde. Onze gebedsintenties hebben daar heel vaak weinig of niets mee te maken, maar de gebeden op zich zijn noodzakelijk als voedsel voor de kwijnende zielen. Geen gebed gaat verloren, maar vele gebeden worden gebruikt voor andere doeleinden dan deze waarvoor de mens ze aanbiedt. Naar onze maatstaven worden zij dan niet verhoord, terwijl het in feite nauwkeuriger zou zijn om te zeggen: onze gebeden zijn aanvaard, doch aangewend voor de verwezenlijking van een doelstelling
die God in Zijn oneindige en onbetwistbare wijsheid dringender en nuttiger heeft geacht dan het vervullen van onze verlangens. Vaak is de verleiding groot om de Goddelijke Liefde af te meten aan de hand van de respons die men krijgt op gebeden zoals "Mijn God, help mij toch uit deze ellende!" Maar het is belangrijk, te beseffen dat wij met onze mensenogen niet kunnen zien wat echt goed is voor ons: goed is niet altijd wat op het werelds vlak goed lijkt of wat juist in ons leven schijnt te passen, en slecht is niet altijd wat op het werelds vlak slecht lijkt of ons niet goed uitkomt. Echt goed of slecht is wat goed of slecht is voor de ziel, voor ons eeuwig heil. Daarom moeten wij Maria als Middelares van alle Genaden danken voor alles wat ons te beurt valt, ook al is dat schijnbaar negatief. Indien Zij ons gebed niet verhoort, is dat niet omdat Zij er behagen zou in scheppen, ons te kwellen of ons te zien lijden. Zij heeft alleen maar het allerbeste met ons voor. Zodra wij dat beseffen, krijgt ook alle leed zin. In dat besef zullen wij inderdaad ook steeds meer op Maria lijken: ook Zij heeft een zeer moeilijk leven gehad, maar heeft dit in voorbeeldige gelijkmoedigheid geofferd voor ons heil. 74. Gebedsintenties: wat mag U aan Maria vragen? In feite mag U alles vragen wat in overeenstemming is met de christelijke waarden. Een intentie waarvan de verhoring de zonde in de hand zou werken, is vanzelfsprekend uitgesloten en zal dan ook genegeerd worden. Ik zou kunnen stellen dat de volgende gebedsintenties de kern vormen van wat Maria het meest welgevallig is. Deze woorden komen uit gebed 321 (Aanroeping om Heil en Zegen): “Lieve Moeder Maria, ik geef mij totaal en voor eeuwig aan U, opdat U mij zou leiden op de weg van de heiligheid. Verwijder van mij alle kwaad, zonde en bekoring. Maak mij zoals U, zuiver in handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens, en leer mij met liefde lijden tot verheerlijking van het Kruis van Christus”. Ook gebed 322 (Dagelijkse Geloften aan Maria) geeft een goede samenvatting van waardevolle gebedsintenties. in dit gebed wordt gevraagd om heiligheid, vurige liefde, een zuiverheid als deze van de engelen, het ontvluchten van alle zonde, de Genade om mijn kruis te dragen en de vruchten van alle lijden aan Maria af te staan, waarlijk kind van Maria te mogen zijn, te mogen dienen tot bestrijding van alle kwaad, te mogen boeten en offeren voor Maria, volkomen door Haar geleid te worden, en totaal Haar bezit en eigendom te mogen zijn. Deze intenties horen thuis in het kader van de totale toewijding aan Maria. Gebed 386 (Dagelijks Gebed voor Maria’s Intenties) geeft een overzicht van waardevolle intenties voor gebed tot Maria. Het zijn intenties die mij ingegeven zijn als toestanden voor dewelke Maria gebed verlangt, en ik
fasen en gebeurtenissen in Maria's leven waarbij Haar Hart aan de hevigste kwellingen ten prooi was, steeds omdat zij hun fundament vonden in de vurigste Liefde die ooit een mensenhart heeft kunnen opbrengen. Het is noodzakelijk om daar op te wijzen, omdat niet alleen smart en lijden, maar de combinatie van deze smart met de vurigste liefde de ware kracht van medeverlossing ontwikkelt. Lijden zonder liefde heeft voor God weinig of geen waarde. Maria's jawoord aan de engel ("Mij geschiede naar Uw woord") was als het zaad dat Jezus voortbracht. Dat zaad droeg Maria als het ware naar Bethlehem "om er de verhongerde bodem te bevruchten", doch de wereld bleek niet klaar om het zaad van Eeuwig Leven te ontvangen: "het slijk der wereld spoelt het weg" (de eeuwige strijd tussen zonde en Licht). Dit was een eerste bron van diepe smart voor Maria, die in de vijandige kilheid der mensenharten reeds een miskenning en verloochening van het hele Verlossingswerk voorafgespiegeld zag. Voor de Vlucht naar Egypte zag ik tijdens het schrijven van dit gebed een onverwachte betekenis: het vruchtbare en vertrouwde grondgebied wordt verlaten voor het dorre, onbekende en onvriendelijke. Deze reis is in dat opzicht dus een akte van overgave en geloof: "leer mij geloven dat zelfs wanneer ik uitverkoren akkers moet verlaten voor de woestijn, het Land van Belofte wacht zolang ik op God vertrouw". De ontmoeting van Liefde en smarten heeft zelfs op symbolische wijze daadwerkelijk plaats tijdens de Kruisdraging van Jezus: "Ik zie de laatste aanraking van Uw levend Kind op de Kruisweg, en laat de eenwording van Roos en Doornen mijn hart verscheuren". De Roos (Maria, en symbool voor de Liefde) ontmoet de Doornen (de kruisdragende Jezus met de doornenkroon, symbool voor pijn, haat, bespotting). Een machtig symbool voor medeverlossing door eenwording, versmelting in liefde en smart. De grootste liefdegave in de mensengeschiedenis is deze van het Kruisoffer. Het Kruisoffer is eveneens een uiting van ongeëvenaarde Barmhartigheid: God laat Zijn Zoon hier in mensengestalte vernietigen om te rechtvaardigen dat mensenzielen opnieuw toegang tot de Hemel zouden krijgen. Vanuit het menselijk oogpunt is de aannageling aan het Kruis echter een uiting van haat en onwetendheid "die de Bron van Barmhartigheid willen ledigen". Deze uitdrukking roept het beeld op van Jezus (de Bron van Barmhartigheid) die leegbloedt via de gezegende Kruiswonden. Maria is waarlijk de Kroongetuige van het Verlossingsmysterie. Geen mens heeft de voltrekking ervan van zo nabij beleefd als Zij, en zeker geen mens heeft er zozeer deel aan gehad als Zij. Ik verwijs naar volgende uitspraak uit gebed 170 (Offer van Liefde aan Maria, Moeder van Smarten): “O vereerde Kroongetuige van het Verlossingsmysterie, met de parels van Uw tranen hebt U het gekruisigde Lam gekroond.
de erkenning van de medeverlossende macht van een mens dat de vestiging van het Rijk Gods op aarde moet worden ingeluid: volgens Gods belofte zal het Rijk Gods op aarde ingeluid worden door de Triomf van het Onbevlekt Hart van Maria. Maria is voorbestemd om de kop van de slang te verpletteren (zie reeds punt 1 van dit boek), en Haar voet zal de kop van de satan raken door Haar erkenning als Medeverlosseres. Lieve zusters en broeders, houd deze argumentatie zeer goed voor ogen en bid voor de afkondiging van het Vijfde Dogma, want het betekent de komst van het Rijk van Christus. Zij die zich tegen de titel “Maria Medeverlosseres” verzetten, hebben de ware betekenis van het Verlossingsmysterie en Gods Plan van Heil voor de wereld niet begrepen. Maria is slechts geboren om onze Verlossing voor te bereiden. Haar hele leven stond in het teken van de Verlossing. Sedert Haar jawoord aan de Engel Gabriël op nog jonge leeftijd was alles één grote voorbereiding op het grote Kruisoffer van Haar Kind. God had Haar hiertoe trouwens vanaf Haar geboorte voorbestemd: door Haar Onbevlekte Ontvangenis had Zij het levenslicht gezien in volmaakte zuiverheid, volkomen immuun tegen alle zonde. Zij heeft alleen maar geleefd voor Jezus' opvoeding en Missie, en dus voor de hele mensheid, doch de meeste mensen hebben Haar grootheid nog steeds niet begrepen. Toen Maria Jezus in de Tempel opdroeg, voorspelde de oude Simeon dat Haar ziel door een zwaard doorboord zou worden. In feite is dat zwaard onze zelfzucht, het egoïsme dat ons steeds weer tot zonde verleidt. Zelfzucht is niet verenigbaar met ware liefde en naastenliefde. Het is dan ook om ons zielenheil dat Maria’s Hart gebroken is. Reeds tijdens Haar aardse leven gaf Maria ons Haar Liefde, als Medeverlosseres. Haar hele leven was één groot offer van Liefde aan ons, net zoals Jezus' leven één onophoudelijk offer van Liefde was. Maria's medeverlosserschap bereikte zijn toppunt op Calvarie, waar Zij "in Haar Hart het zwaard der smarten liet verteren in het vuur van de Heilige Geest", zoals ik het in gebed 70 (Akte van Liefde tot Maria) heb uitgedrukt. Met dit beeld druk ik uit hoe Maria de uiterste smart doorstond in brandende liefde tot ons. Onder het Kruis op Calvarie voegde Zij Haar leed bij dat van Jezus, en hielp Zij onze Verlosser bij het vrijkopen van onze door zonden belaste zielen. Het is nuttig, U aan de hand van volgende beschouwing van de inhoud van gebed 139 (Gebed tot Maria, Moeder van de Gekwelde Liefde) een korte blik op Maria’s smartelijk leven te vergunnen. De Medeverlosseres en Moeder van Smarten wordt daar in diverse etappes gevolgd. Ook in de punten 30 tot en met 37 heb ik U reeds inzage verschaft in deze achtergronden. Maria's wezen is steeds gekenmerkt geweest door liefde en smart. Zij was even vurig in de smart als in de Liefde. Gebed 139 toont een aantal
geloof dat het nuttig is, deze hier even in verkorte vorm voor U op te sommen: - voor de vijanden van Christus en van de Kerk - tegen de lauwheid en onverschilligheid tegenover het Kruisoffer, de Smarten van Maria, de Sacramenten en de Eucharistie - voor een grotere weerstand van alle zielen tegen alle zonde en bekoring - voor uitroeiing van alle heiligschennissen - voor de zielen in het vagevuur - tegen abortus, euthanasie of enig gebrek aan eerbied voor het leven - voor uitroeiing van alle uitingen van zedenbederf - voor alle mensen die honger en nood lijden - om kracht voor alle mensen die lijden in lichaam, geest of hart - voor bezieling door de Heilige Geest voor hen die verstrikt zitten in materialisme - voor uitroeiing van alle hoogmoed - voor hen die zich schuldig maken aan bedrog of onoprechtheid jegens hun naaste - om de kracht en de moed tot verzoening en naastenliefde voor hen die in ruzie, onenigheid of haat leven - voor hen die mij als hun vijand beschouwen, om de kracht tot vergeving - voor de Wederkomst van Jezus tot vestiging van het Rijk Gods op aarde De gebeden die Maria het meest behagen, zijn deze voor de medemens (bekeringen enz.), de gedachtenis aan het Lijden van Jezus en Haar eigen Smarten (omdat U hierdoor Uw waardering voor Hun rol in het Verlossingsmysterie laat blijken) en de Rozenkrans, waar ik straks op terugkom. Vele mensen denken dat zij aan hun gebed slechts een eigen intentie kunnen koppelen, iets wat zij door middel van dat gebed hopen
te verkrijgen, doch de zuiverste intenties zijn inderdaad deze waarbij men Maria niets anders vraagt dan dat Zij Uw gebed wil gebruiken voor om het even wat Haar behaagt. Voor een Mariatoegewijde is het vanzelfsprekend dat hij Maria de totale beschikking over zijn gebeden afstaat: Zij mag ermee doen wat Zij wil, omdat Zij beter dan wij mensen weet waarvoor gebeden nodig zijn. Wij bidden niet voor ons eigen heil, wij stellen Maria geen enkele voorwaarde: alleen Zij beslist wat ermee wordt gedaan. Zij is immers de Schatbewaarster en Uitdeelster van alle Genaden, zoals verscheidene heiligen Haar hebben genoemd. De heilige Bernardinus van Sienna zei reeds: "Alle gaven, deugden en Genaden van de Heilige Geest worden door Maria’s handen uitgedeeld aan wie Zij wil, wanneer Zij wil, zoals Zij wil en zoveel Zij wil". Vele mensen hebben het daar moeilijk mee. Indien dit ook voor U zo is, bid om Licht, want wie zich daartegen verzet, maakt zich in Gods ogen schuldig aan hoogmoed. Het is God bijzonder welgevallig wanneer U Maria’s macht erkent.
in geen geval dat Maria nog andere kinderen had: in het Hebreeuws wordt “broer” en “neef” weergegeven door hetzelfde woord. Wanneer de Bijbel spreekt over “Zijn broeders” berust dit dan ook op een vertaalfout. Bedoeld worden hier de neven van Jezus, namelijk Zijn apostelen Judas Taddeüs en Jacobus de Mindere, beide zonen van Alfeüs. Bovendien werd onder de jonge christenen ook de term “broeders” gebruikt om aan te duiden dat volgens de Leer van Jezus alle mensen als broeders moeten worden. Laat U nooit verleiden tot de gedachte dat zij die beweren dat de maagdelijkheid van Maria op fantasie berust, gelijk zouden hebben, want zij zijn spreekbuizen van de duivel. Na de uitzonderlijke uitverkiezing door God de Vader die Haar met buitengewone gaven en deugden en een onvergelijkbare heiligheid toerustte, en Haar Hemelse Bruiloft met de Heilige Geest, was Maria’s Moederschap over Jezus het derde aspect van Haar opzienbarende relatie tot God en het derde onderpand voor Haar volmaaktheid. 44. Maria als Medeverlosseres
75. Waarvoor worden Uw gebeden gebruikt? Gebed is één van de meest waardevolle oefeningen in de naastenliefde. Door elk gebed dat U in oprechtheid en medeleven uitspreekt, draagt U bij tot de verheffing van de hele mensheid uit de duisternis van de zielen. Door Uw gebed geeft U Maria wapens in handen tot bestrijding van het kwaad, geeft U Haar een getuigenis van Uw verlangens, die Zij aan God kan voorleggen als tegenwaarde voor de Genaden die Zij dan kan vrijmaken voor de bekering van zielen die zonder Uw gebed misschien verloren gaan, en verzamelt U voor Uzelf bloemen voor de eeuwigheid. In gebed 237 (Dankgebed tot Maria om de Hemelse Gaven) wordt dit laatste op een bloemrijke wijze als volgt uitgedrukt: “Uit mijn gebeden hebt U een rozentuin gemaakt om mijn ziel te verheugen”. Waarvoor elk specifiek gebed precies wordt gebruikt, wordt niet aan mensen geopenbaard. Het is een geloofspunt dat U moet aannemen dat geen gebed verloren gaat, en dat al Uw oprechte gebeden vrucht afwerpen. Pas na Uw aardse leven zult U zien welke oogst Uw leven met al zijn beproevingen en alle gebeden heeft opgeleverd. In ieder geval moet ik erop wijzen dat Uw gebed ook een groot resultaat kan hebben wanneer U niet het gevoel hebt dat dit zo is. Soms bidt iemand zijn leven lang voor de bekering van een mens die hem dierbaar is, en lijkt dit zonder gevolg te blijven. Niettemin kan door deze gebeden heel wat bewerkt worden in het verborgene, desnoods op een heel ander vlak dan een zichtbare bekering. Mochten wij met onze eigen ogen zien wat onze gebeden bewerkstelligen, dan zouden wij ongetwijfeld veel vuriger gaan bidden. Maar het is een Goddelijke beschikking dat dit voor ons
In deze eigenschap is Maria’s ware taak binnen Gods Heilsplan ten volle ten uitvoer gebracht. Maria is ten volle de Medeverlosseres van de mensheid, de Verlosseres-met-de-Verlosser (Jezus Christus). Vele mensen, ook theologen, zijn tegen deze titel gekant, en mede door deze felle tegenkantingen is Maria totnogtoe ook door het Vaticaan niet officieel als Medeverlosseres erkend, ook al wordt de titel reeds vele jaren ook in kerkelijke teksten gebruikt. Deze erkenning is het voorwerp van het Vijfde Mariale Dogma, dat sedert enige tijd in voorbereiding is. De afkondiging en officiële erkenning van dit Vijfde Mariale Dogma, dat de titel “Maria Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster” zal dragen, is van het allergrootste belang voor de mensheid. Het is precies daarom dat de erkenning ervan op zoveel tegenwerking stuit. Wij moeten deze strijd begrijpen als een uiting van de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Het zal U in hoofdstuk 1 reeds duidelijk zijn geworden hoezeer Maria Medeverlosseres was, en dat zal ook verder in dit boek nog ontegensprekelijk tot uiting komen. Waarom is de erkenning van Maria als Medeverlosseres zo belangrijk? Omdat de Kerk door deze officiële erkenning aan God te kennen zou geven dat de christengemeenschap erkent dat Maria samen met Jezus de duivel heeft overwonnen. De eigenschap “Medeverlosseres” betekent dat de mens zelf erkent dat een mensenziel heeft meegewerkt om de mensheid uit de macht van de duivel te verlossen, en dit is van het allergrootste belang. Indien de mens Maria’s eigenschap als Medeverlosseres niet officieel erkent, betekent dit dat hij ervan uitgaat dat alleen God Zelf in de Persoon van Jezus Christus de macht van de duivel heeft gebroken, doch het is precies door
43. Maria als maagdelijke Moeder van Jezus, de Messias en Verlosser Bij de overschaduwing door de Heilige Geest is Maria Moeder van Jezus geworden. Een Moederschap zonder enig menselijk contact, zonder lichamelijke vereniging. Het is enig in de geschiedenis, en uitsluitend en alleen mogelijk door een Goddelijk Wilsbesluit. God heeft Maria volkomen voor zichzelf gewild, en Haar zo heilig gemaakt dat Zij door geen enkel mens aangeraakt mocht worden. Wat meer is, Zij heeft zelf geen enkel menselijk contact begeerd, want Haar toewijding aan God was volkomen. De Moeder van Jezus moest ook maagdelijk blijven opdat over de Goddelijke oorsprong van Haar Kind geen twijfel zou kunnen bestaan. Zo niet, dan zou het Goddelijk fundament van het christendom een voorwerp van twijfel zijn geworden. De eeuwige maagdelijkheid van Maria is tevens een symbool voor Haar opperste zuiverheid. Maagdelijkheid is een extreme vorm van onthechting van alles wat werelds is, want het betekent verzaking aan één van de machtigste behoeften die door een mensenlichaam wordt ervaren, een behoefte die zeer gretig door de duivel wordt bespeeld en waarmee hij de mens van God verwijderd tracht te houden. Maria’s maagdelijkheid was ook nodig in het licht van Haar “bruiloft” met God: om God waarlijk volkomen toe te behoren, mocht Zij geen man toebehoren. Door Moeder van de Verlosser te worden, werd Maria tot Draagster van het Heil, Ark van het Nieuw Verbond. Deze speciale titel vraagt een kleine toelichting: de Ark van het Oud Verbond was een soort kistje uit hout, bekleed met goud, dat in een tabernakel was geplaatst en waarin God Zijn intrek nam. Zo had God aan Mozes onderricht. Het was dus een heiligdom, een “woontent” waarin God als het ware meegedragen werd door de woestijn om steeds “tastbaar” of “zichtbaar” bij Zijn volk aanwezig te zijn. Maria wordt heel veelzeggend de “Ark van het Nieuw Verbond” genoemd omdat Zij beschouwd kan worden als de “woontent” of het “tabernakel” waarin de Drie-ene God Zijn intrek heeft genomen: Zij draagt de kracht van de Vader, Zij is vervuld van de volheid van de Gaven van de Heilige Geest, en Zij heeft Jezus in Haar Moederschoot gedragen. Dit alles tot inluiding van het Nieuw Verbond. Deze titel geeft Maria de allerhoogste eer die wij ons kunnen voorstellen, want “de Ark” was ten tijde van het Oud Testament het symbool van het Allerheiligste. In het Oud Verbond was “de Ark” een voorwerp, in het Nieuw Verbond is het een Vrouw: wat een machtig symbool van Gods Liefde voor de mens. In verband met de eeuwige maagdelijkheid van Maria moet ik U absoluut nog op het volgende wijzen. Op grond van de Bijbel gaan sommige mensen ervan uit dat Maria geen maagd is gebleven, want in de Bijbel staan op enkele plaatsen de woorden “Jezus en Zijn broeders”. Deze woorden betekenen
verborgen moet blijven, omdat God de gang van ons aardse leven niet wil beïnvloeden door te veel merkbare tussenkomsten: indien wij mochten zien wat achter alles schuilgaat, indien wij de Hemelse realiteit die zich boven onze hoofden afspeelt tot in de details mochten kennen, dan zou dit ons leven, onze handelingen en onze beslissingen sterk beïnvloeden. Doch indien wij deze verborgen mysteries zouden kennen, zouden wij veel minder kans hebben om de mate en de kracht van ons geloof te tonen. Het geloof vormt samen met de liefde de grote maatstaf volgens dewelke wij na ons leven geoordeeld worden. De mate van ons geloof wordt echter aangetoond door onze gedragingen die gebaseerd zijn op de dingen die wij moeten aannemen zonder dat wij ze zien. U begrijpt dan ook dat het gezegde “eerst zien, en daarna geloven” een stelling is die U voor Gods troon geen punten oplevert. Wij moeten zeer oplettend blijven, en voorzichtig zijn bij het aannemen van de dingen die ons ter ore komen. Doch wanneer U daarom bidt, zal het Licht van de Heilige Geest U leiden in het onderscheid tussen wat zuiver en wat twijfelachtig of duister is. Daarom, bid zo veel mogelijk, ook al is het resultaat voor U vaak een raadsel. Bid, opdat Gods Wijsheid steeds in U moge wonen, en de wetenschap dat Uw gebeden vrucht zullen dragen, zal voor U volstaan. Weet dat Gods Wijsheid oneindig is. Hij weet wat Hij doet, dat moet voor ons voldoende zijn. Ware toewijding berust in de eerste plaats op blind vertrouwen. 76. Danken en dankbaarheid Een bijzondere vorm van gebed is de dank. Wij hebben oneindig veel méér redenen om God te danken dan wij beseffen of toegeven. Ons leven mag nog zo zwaar zijn, onze beproevingen nog zo lastig, wij mogen nooit vergeten dat Gods Liefde ons overeind houdt. Uw leven op aarde is slechts een passage, het ware en “definitieve” leven is het Eeuwig Leven na de dood van Uw lichaam. Elke dag die U hier op aarde krijgt, is een geschenk van God, een nieuwe kans om verdiensten te verzamelen om Uw Eeuwig Leven te verzekeren door uitboeting van vroegere zonden en tekortkomingen. Wees daarom dankbaar om elke nieuwe dag. Alles wat in ons leven gebeurt, is voorzienigheid. Ook het minder aangename wordt op onze weg toegelaten opdat wij daar iets mee zouden doen waardoor wij groeien. Het meest aangename is niet noodzakelijk het beste voor onze ziel. In de beproevingen, het kruis, liggen de mooiste genadebloemen voor de eeuwigheid verborgen. Net zoals het voedsel dat ons het beste smaakt in vele gevallen juist stoffen bevat die ons langzaam vergiftigen, zo zijn ook de “luie” ogenblikken van ons leven over het algemeen deze welke onze ziel het minst baat brengen. Wees daarom ook dankbaar voor beproevingen. Danken kunt
U op vele wijzen: door een gebed, zelfs een korte maar vurige aanroeping, door het bijwonen van een Heilige Mis, door een dagje vasten of één of andere versterving of boeteoefening, en zeker niet in de laatste plaats door een extra inspanning op het gebied van de naastenliefde, want dit is God zeer welgevallig. Er wordt wel eens gezegd dat elk gebed gecombineerd moet worden met dankzegging. Dit geldt in het bijzonder wanneer het gaat om gebeden waarmee wij om een gunst of Genade vragen. Door reeds ter gelegenheid van Uw vraag ook te danken, geeft U te kennen dat U erop vertrouwt dat er in feite reeds verhoring is. In gebed 52 (Dankgebed tot Maria) wordt in één zinnetje de houding samengevat die wij moeten betrachten: “Laat mij leven en sterven in dankbaarheid”.
Gods Licht zichtbaar maakt in de nacht”. Een gelijkaardig beeld treedt te voorschijn in gebed 178 (Gebed tot Maria, Spiegel van het Goddelijk Licht): “Lieve Moeder, Uw ziel was de parel van de scheppende Bron van het Eeuwig Licht. Uw brandend Hart was de volmaakte Erfgenaam van het verlossend Licht van het Kruis”. Slechts wie Maria’s absolute volmaaktheid in geloof en hoop aanneemt als een geschenk van de opperste Liefde van God aan de gekwelde mensheid, zal deze ervaren als een bron van grote kracht, en zal de bereidheid ervaren om zichzelf totaal en in de diepste onderwerping aan Maria weg te geven voor het Heil van de mensheid. Alleen de ziel die deze stap zet, neemt in de ware zin van het woord haar verantwoordelijkheid in het kader van de verwezenlijking van het grote Plan van Verlossing en de rol die God ieder mens daarin heeft toebedacht.
77. Het grootste Mariagebed: de Rozenkrans 42. Maria als Bruid van de Heilige Geest Maria beklemtoont de waarde van de eenvoudige Weesgegroet. Onze Hemelse Moeder is door God bekleed met een onvoorstelbare macht, maar kan deze slechts ten volle ontplooien wanneer wij Haar daarom vragen en Haar wapens ter hand stellen. Eén van de allersterkste wapens is de Rozenkrans. De Rozenkrans is als een ketting waarmee de duivel vastgebonden wordt. Bidden is voor vele moderne mensen niet evident. Maar liefde vermag veel. Ik kan U een kleine persoonlijke motivering aan de hand doen. Laat U zich vooral niet afschrikken door de eenvoud ervan, want het werkt: zeg eens tot Maria: "Lieve Moeder, U hebt honger om het heil van de wereld. Ik schenk U met elke Weesgegroet een hap brood". De volgende keer dat U geen zin of "geen tijd" hebt om een Rozenhoedje te bidden, stelt U zich Maria voor die niets te eten heeft en naar Uw gebeden tracht. Wellicht wil U niet meer ophouden vooraleer U de volledige Rozenkrans aan Haar voeten hebt neergelegd. Wie kan zijn zo beminde Moeder honger zien lijden? Vele mensen hebben inderdaad een duwtje in de rug nodig om zich aan het gebed te begeven. Vooral de Rozenkrans lijkt bij zeer vele mensen in onbruik te zijn geraakt. Waar zijn de tijden van weleer toen dit gebed in gezinsverband werd verricht? Toen stonden de mensen nog niet bloot aan de talloze verleidingen van onze dagen. Nu zijn er de televisie en de zovele andere indringers die het gebed uit de gezinnen hebben verdrongen. Maar deze indringers schenken U niet het eeuwig leven, de redding van de ziel noch het heil van de wereld. Keer terug naar Uw Moeder in de Hemel, met de Rozenkrans. Begin desnoods met drie Weesgegroeten ’s ochtends en drie ’s avonds. Heel spoedig zult U behoefte voelen om een tientje vol te maken, daarna wellicht een Rozenhoedje. Het uiteindelijke doel is de volledige Rozenkrans.
Ik heb in het eerste hoofdstuk reeds aangetoond dat Gods Heilsplan voor de zielen het zo heeft beschikt dat de zonde slechts uitgeboet kan worden door menselijk lijden. Toen de Heilige Drievuldigheid het Raadsbesluit had genomen om de mensheid uit de verwoestende invloed van de zonden te verlossen door Jezus Christus, de Tweede Goddelijke Persoon, Zoon van God de Vader, als Messias in de wereld te zenden, werd de Aartsengel Gabriël met de aankondiging van dit Besluit naar Maria gestuurd, een toen veertienjarig meisje te Nazareth in Galilea, de noordelijke provincie van Israël. Maria was door de Vader uitverkoren om de Moeder van de Verlosser te worden. Toen Zij aan de engel Haar instemming met het Goddelijk Raadsbesluit had betuigd, antwoordde deze “De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen”. Toen dit daadwerkelijk gebeurde, werd de kiem van Jezus als Mens in Maria’s Moederschoot gestort. Dit gebeuren is een spiritueel huwelijk, een bruiloft tussen God en een mens in de meest absolute zin van het woord: vereniging van ziel, geest, hart èn lichaam. Daarom wordt Maria “Bruid van de Heilige Geest” genoemd. Deze eigenschap van Maria is van het grootste spiritueel belang voor de hele mensheid, want God heeft ons hiermee de mogelijkheid aangetoond dat de mens met God kan huwen, en… dat God met de mens WIL huwen. Maak van deze wetenschap gebruik wanneer U zich voorneemt, U aan Maria toe te wijden, maar in Haar kunt U όόk met God huwen.
HOOFDSTUK 2 MARIA BETER LEREN KENNEN De Allerheiligste Maagd Maria heeft zich in de loop der tijden in een bijna eindeloze reeks titels mogen verheugen. Het is niet mijn bedoeling, deze voor U op te sommen of te bespreken, want dat valt buiten de doelstellingen die ik mij met dit boek heb gesteld. Op twaalf heel bijzondere functies en eigenschappen van Maria wil ik echter absoluut met U ingaan, omdat ze samen het mysterie van Maria in een bijzonder licht plaatsen en U in staat stellen, Uw Hemelse Moeder beter te leren kennen en, naar ik hoop, oneindig veel méér te leren waarderen. Ik geloof dat deze twaalf functies zowat als de meest typerende van Maria kunnen worden beschouwd, en dat alle andere op één of andere wijze aan deze twaalf ondergeschikt zijn of ermee in verband kunnen worden gebracht. 41. Maria als Parel van de Schepping en Meesteres van alle Deugden Maria is de Uitverkorene van God de Vader, de Nieuwe Eva die de grote misstap van Eva, de eerste vrouw, moest goedmaken om de zondige mensheid opnieuw met God te verzoenen. Het is een bewijs voor Gods Liefde voor de mens dat Hij de duivel, die via een vrouw de mensheid in de zonde heeft getrokken, via een andere vrouw tot het uiterste heeft willen laten vernederen, opdat niet God zelf maar een mens de mensheid tegenover de duivel zou revancheren. God heeft Maria een nooit geziene macht verleend. Zij werd als enige mens van alle tijden ontvangen zonder de erfzonde, en Zij heeft de duivel Haar hele leven lang verslagen in alle verleidingen, bekoringen en influisteringen. Niet de geringste zonde, fout of misstap heeft ooit Haar ziel bevlekt. Haar Hart was een haard van het allerheiligste liefdesvuur. Haar geest was een bron van de allerzuiverste gedachten. Zelfs Haar lichaam werd volmaakt geheiligd door de Zoon van God in Haar Moederschoot te dragen. Maria was de volmaakt heilige, wier volmaaktheid bekroond werd door Haar nooit in de werkelijke zin van het woord de dood te laten ervaren doch Haar als het ware te laten “inslapen” en met lichaam en ziel ten Hemel op te nemen. Maria’s leven op aarde was een voorbeeld zonder weerga, een toonbeeld van volmaaktheid in alle deugden, zodat Zij als de absolute Parel aan Gods kroon moet worden beschouwd, een ziel van een verblindende schoonheid, die waarlijk Gods Licht over de zielen afstraalt. Dit beeld vinden wij terug in gebed 314 (Gebed tot Maria, Gods Maan in de Nacht), waar wordt gezegd: “Nu vind ik U als de Maan die
De Rozenkrans is een gebed dat bestaat uit vier Rozenhoedjes: de Blijde Mysteries, de Mysteries van het Licht, de Droeve Mysteries en de Glorierijke Mysteries. Elk van deze vier Rozenhoedjes bestaat uit vijf tientjes. Een tientje is in wezen opgebouwd uit 1 Onzevader, 10 Weesgegroeten en enkele begeleidende aanroepingen. Bij elke Weesgegroet hoort een overweging: een gebeurtenis uit het leven van Maria of Jezus waarop U Uw aandacht moet richten tijdens de bijhorende Weesgegroet. Wanneer U de Rozenkrans op deze wijze hebt gebeden, hebt U een overzicht van een aantal van de voornaamste punten uit het leven van Maria en Jezus “meebeleefd”. Daar gaat het om: eenheid met Maria en Jezus. De Rozenkrans is een bijzonder krachtig wapen tegen het kwaad en voor de verheffing van Uw ziel. Vooral van Haar toegewijden verwacht Maria dat zij indien mogelijk elke dag de volledige Rozenkrans bidden. Dat is een heel mooi dagelijks geschenk aan Maria, waarmee Zij heel wat kan doen, op voorwaarde dat U er geen mechanisch en zielloos gebed van maakt: U moet de Rozenkrans met gevoel en liefde bidden. Vele mensen uiten het bezwaar dat het een zeer lang en vermoeiend gebed is, en dat zij zich moeilijk de hele tijd kunnen concentreren. Nochtans zult U ervaren dat, naarmate U groeit in de ware liefde, dit bezwaar steeds geringer zal worden, en dat de Rozenkrans op zekere dag voor U tot een ware bron van vreugde zal worden. Vanaf dat ogenblik bereikt Uw gebed zijn volle waarde. Vele mensen betwijfelen bovendien de waarde van een gebed waarin zo vaak hetzelfde wordt herhaald. De volledige Rozenkrans bevat inderdaad 203 Weesgegroeten. U mag niet vergeten dat een deel van de waarde hiervan reeds schuilt in de inspanning van deze veelvuldige herhaling, en wellicht kunt U in het begin Uzelf helpen om deze barrière te overwinnen door U voor te stellen dat U met elke Weesgegroet een roos in Maria’s korf legt. Het is een wat primitieve voorstelling, maar bedenk eens welk een massale bos bloemen U hiermee bij de afsluiting van de Rozenkrans hebt verzameld. Dit beeld zal U vreugde geven en stimuleren. Wat in werkelijkheid gebeurt, wijkt trouwens niet zo veel van dit beeld af, want elk onderdeeltje van dit gebed is een “spirituele bloem” voor de tuin waaruit Maria Genaden over de zielen uitstort.
© Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie. Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin.
DE HEMELSE BRUILOFT Een Leven met en in de Heilige Maagd Maria als Weg naar Gods Rijk
Apostolaat „Myriam van Nazareth“
Mariamystiek als Roeping
Postbus 50 15 59, D-50975 Keulen Duitsland
door “Myriam van Nazareth”
Verdere teksten www.myriam-van-nazareth.net
(pseud.) e-mail:
[email protected] Spendenkonto für das Apostolat „Myriam van Nazareth“: Apostolat • Deutsche Bank • BLZ 37070060 • Konto-Nr. 3646445 Für Überweisungen aus dem Ausland: BIC: DEUTDEDKXXX , IBAN: DE66370700600364644500
Deel 2 Ik draag dit boek op aan de Heilige Maagd Maria, wier roepstem mijn leven veranderd heeft
18.09.2009