Mandala –magnetisch
731 40/41 en 731 42/43
Bij dit spel wordt het goed vasthouden van de stift geoefend. De kinderen moeten de bewegingen heel precies uitvoeren en met hun ogen volgen. De stift moet de wegen nauwkeurig volgen anders valt de kogel in het gat. Het kind leert hierdoor zich op een klein vlak te oriënteren, en de bewegingen vanuit het midden van het lichaam te leiden. Grotere kinderen leren het tellen en het begrijpen van kleine hoeveelheden. Een ideaal spel als voorbereiding op het leren schrijven. Voor kinderen van 3 –6 jaar. Spelregels Als eerste worden de kogels in de uitgangspositie gebracht. Het spelbord wordt aan die kant waar de kogelinloop is even opgetild, zodat alle 12 kogels in de startruimte rollen. Nu kan het spel beginnen. Je kunt met de magneetstift de kogels in het mandala leiden. Zijn er twee spelers worden de kogels verdeeld. Alle zes kogels van één kleur worden op de kortste weg door het mandala naar de tweede diagonaal tegenoverliggende startruimte geleid. De plaats wisselen Het doel van dit spel is, dat je, net zoals je medespeler, al je kogels in de diagonaal tegenoverliggende startruimte van je tegenspeler brengt. Hierbij kun je natuurlijk je tegenspeler de weg blokkeren. Afwisselend leidt elke speler een kogel in het mandala en kiest hier een rond vlak waar hij de kogel neerlegt. Bij iedere zet moet de kogel in een rond vlak worden neergelegd. Een neergelegde kogel blokkeert je tegenspeler de weg. Dit betekent dat je medespeler deze weg niet mag nemen en een andere moet kiezen, totdat jij die kogel weer wegneemt. Natuurlijk zal ook je tegenspeler deze strategie gebruiken en proberen als eerste het doel te bereiken. Probeer dus alle kogels een na de ander in het doel te brengen, zonder dat ze in de kogelval verloren gaan. Gewonnen heeft wie als eerste al zijn kogels in het doel brengt. Reis in het mandala Een andere variatie is, dat iedere speler afwisselend al zijn kogels op de ronde vlakken in het mandala legt. Of naar strategisch overleg of op zijn lievelingsplaatsen. Als alle kogels in het mandala liggen wordt er afwisselend geprobeerd alle kogels, weer terug naar huis te halen ( de startruimte vanwaar de kogels in het spel gebracht werden). Bij iedere zet moet de kogel op een rond vlak neergelegd worden. Hierbij probeer je aan de ene kant je tegenspeler de weg te blokkeren, en aan de andere kant zelf zo vlug mogelijk alle eigen kogels naar huis te brengen.
Blatt 1 von 5
Labyrintha
780 69
Inhoud: -
1 spelbord 8 gele en 8 oranje labyrintdelen 1 metaal kogel en een gummiebal
Aanwending - voor kinderen vanaf 3 jaar - voor 1 of 2 spelers - sterkt het sociale gedrag, de cognitie en de fijnmotoriek Spelregels Labyrintha speel je het beste op een horizontaal vlak, bijv. op een tafel of op de vloer. Als eerste steken de kinderen met de gekleurde labyrintdelen een labyrint in elkaar. Dan legt een kind een bal in het labyrint. De kinderen houden het spelbord met één hand of met beide handen vast en laten de bal door middel van kiepen van het spelbord naar de andere kant van het labyrint rollen. Glijdt daarbij de bal in een van de gleuven aan de lange kant van het spelbord, kan de bal op deze manier opnieuw in het spel worden gebracht. Aan beide einden van het spel is er een verdieping. Doel is het nu, de bal door het labyrint heen in de verdieping van de tegenovergestelde kant te brengen. Het aantal treffers kan met de bewegelijke pijl op de getallenscala worden aangetoond.
Voor kinderen vanaf 3 jaar. Kleine kinderen vinden het leuk om gewoon maar mooie figuren te leggen met één of met twee kleuren. Geef hun in het begin maar een paar labyrintdelen zodat het niet te moeilijk voor hun wordt. De kinderen hebben er toch hun plezier aan. Bovendien is het leuk om naar de beweging van de bal te kijken. Kleine kinderen spelen labyrintha het liefst alleen. Bij voorkeur op de vloer of op een laag tafeltje.
Voor kinderen vanaf 5 jaar. Grotere kinderen kunnen bij het bouwen van een labyrint al strategisch denken en wedstrijdmogelijkheden bij het spelen herkennen. Het construeren van het labyrint vereist de samenwerking van de kinderen. Ieder kind krijgt bijv. de labyrintdelen van één kleur en mag dan vervolgens afwisselend een labyrintdeel steken. Nu wordt geprobeerd de labyrintdelen strategisch zo te steken, dat het voor de tegenspeler moeilijk wordt zijn doel te treffen, maar de eigen weg zo vrij en makkelijk als maar mogelijk wordt. Voor dat het labyrint gebouwd wordt kunnen de spelers afspreken, of je een labyrintdeel precies voor de verdieping mag leggen, om het treffen zo moeilijk als mogelijk te maken, en of alleen één speler of beide spelers hun handen aan het
Blatt 2 von 5
spelbord mogen hebben. Wanneer beide het spel tegelijkertijd bewegen, kan dat heel leuk zijn en een opwindende zaak worden. Zo vlug als de bal in de tegenoverliggende verdieping verdwijnt , telt dit als doelpunt en de andere speler is aan de beurt.
Labyrintha stimuleert de bewegingscoördinatie . Twee kinderen proberen samen de bal door het labyrint te sturen. Moeilijk wordt het wanneer de bal de labyrintdelen niet mag aanraken.
Voor grotere kinderen Labyrintha kan door ouders, ergotherapeuten, fysiotherapeuten en pedagogen als therapie worden ingezet. (zie stimulatie en training)
Stimulatie en training. De kindere ontwikkelen bij het spelen sociale, cognitieve en fijnmotorische vaardigheden. Op het sociale gebied gaat het er om, spelregels af te spreken, op elkaar te wachten, de bewegingen te coördieneren en daarbij ook nog op de mimiek, de lichaamstaal en de signalen van de anderen te letten. Op het cognitieve gebied gaat het om het uitdrukkingsvermogen als bijv.de spelregels worden vastgelegd. Bovendien wordt de vaardigheid gestimuleerd te plannen,strategieën te onwikkelen en het overzicht te houden als het labyrint gebouwd wordt. Dit vereist zowel ruimtelijk voorstellingsvermogen en richtingsgevoel, als de vaardigheid visueel het totale beeld te registreren. Bovendien worden concentratie, voouitzicht en doelgericht handelen gestimuleerd (eerst denken dan handelen). Op motorisch gebied leren de kinderen, visuele indrukken met de overeenkomstige motoriek te verbinden (ogen-hand-coördinatie) en ontwikkelen een gevoel voor de voor dit spel nodige bewegingsafloop. Veel plezier!
Blatt 3 von 5
Fit in engels A Nouns Vocbulary-Wortschatz- Vocabulaire- Woordenschat 141 31
Fit in engels B Verbs Vocabulary- Wortschatz- Vocabulaire- Woordenschat Conjugation- Lonjugation- Conjugaison- Conjugatie 141 32 Fit in engels C Vocabulary- Wortschatz- Vocabulaire- Woordenschat Cardinal numbers up to 1000 Kardinalzahlen bis 1000- Nombres cardinaux de 1à 1000 Kardinaal getallen van 1 tot1000 141 33 Fit in engels D Prepositions Voorwoorden 141 34
Om goed in engels te worden, heb je alleen de strips in dit étuitje en het oefenapparaat fit nodig (bestelnummer 242 00). Het oefenen gaat heel eenvoudig Kies een oefenstrip uit en schuif die zo in het apparaat dat de eerste opgave zichtbaar wordt. De oplossing is dan nog niet te zien. Los nu de opgave op en schuif de strip één regel naar boven. Nu kun je jouw resultaat vergelijken met dat op de strip. Tegelijkertijd is de tweede opgave zichtbaar geworden die je nu gaat oplossen. Ga zo door, tot je alle opgaven gemaakt hebt. Als je alleen werkt, kun je de oplossingen hardop zeggen, of ze op een vel papier schr i j ven.Al sj emetz’ nt weeënbent,kunj eel kaaroverhoren. Als je bij een oefenstrip te veel fouten maakt, laat dan de opgaven nog een keer van de lerares, de leraar of van je ouders uitleggen. Dan los je de opgaven nog een keer en je zult zien dat het resultaat al veel beter is. Herhaal elke oefenstrip zo lang tot dat je geen fouten meer maakt.
Blatt 4 von 5
Schuif de strips, die je klaar hebt telkens in het tweede vak van het étuitje. Daardoor heb je steeds het overzicht over het werk dat je af hebt. Op de controllestrip kun je het resultaat opschrijven. ٭ ٭٭
eenvoudig moeilijk
Blatt 5 von 5